scheepsjournaal week 7

23
Capri—Vulcano 7

Upload: marieke-van-hest

Post on 10-Mar-2016

215 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Mare LIBERUM

TRANSCRIPT

Page 1: Scheepsjournaal week 7

Capri—Vulcano

7

Page 2: Scheepsjournaal week 7

Week 7, 12 augustus — 18 augustus 2012

Deze hele week zijn we op de Eolische eilanden, ten noorden van Sici-lië, geweest. Het bestaat uit zeven eilanden waarvan de grootste slechts 37.6 km2 is. Via Stromboli, Panarea en Lipari eindigt deze week in Vulcano. Als we hier drie weken door hadden kunnen brengen, dan was dat zeker nog geen straf geweest en dan hadden we ons nog niet verveeld. Alle Eilanden zijn uniek, ademen een andere sfeer uit. Wat ze gemeen hebben is de puurheid en de ongerepte schoonheid.

Geweldig deze week was de tocht naar de krater op Vulcano.

Capri—Vulcano

Page 3: Scheepsjournaal week 7

Zondag 12 augustus

Vandaag gaan we op weg naar Stromboli. Het is 113 mijl varen. Dat komt neer op zo’n 20 uur zeilen. We hebben dus geen haast in de ochtend. We komen niet graag in het donker aan als het niet nodig is. Marieke is eerst nog druk om samen met de meisjes de eerste flessenpost te maken. Zij vinden het leuk om zelf iets te hebben. Ondertussen ben ik de boot aan het klaarmaken voor het volgende stuk en breng ik het vuilnis naar de kant.

Voordat we gaan varen duiken we nog even met zijn allen in zee, want het is ondertussen al behoorlijk warm. Dit is echt even lekker en ieder-een ‘frist’ lekker op in water van schat ik zo’n 28 graden. Om half twaalf halen we het anker op en gaan we op weg. Na een half uur geeft de AIS een aantal onverklaarbare alarmen. De AIS is een systeem waar andere schepen ons mee kunnen zien varen met roepnaam en gege-vens van het schip en wij kunnen dan ook andere schepen op onze kaartplotter (zeetomtom) zien varen. Via de marifoon hebben we con-tact met de kustwacht en zij bevestigen ons vermoeden. Zij zien ons wel, maar krijgen geen informatie over ons binnen. Ze zien dus niet wat voor boot wij zijn, hoe groot, hoe snel we varen, etc. Bij aankomst op Stromboli toch maar even goed naar kijken want dit systeem draagt veel bij aan onze veiligheid.

Weer: strak blauwe lucht.

Temperatuur: 30 C

Wind: 8 knopen

Page 4: Scheepsjournaal week 7

Ondertussen bouwen de kinderen hutten in het schip, verkleden zich een keer of wat en spelen af en toe met hun computerspelle-tjes. Kortom daar hebben we geen kind aan.

We voeren uit zonder wind maar na twee uur komt er een mooi half windje en zo zeilen we met een knoop of 6 de goede kant uit. Tijd om te vissen. Net voor het avondeten heb ik beet! Eindelijk. De ge-nua moet worden ingerold want anders krijg ik de lijn niet binnen ge-trokken.

Op een bepaald moment zet ik de lijn even vast op de reling om werkhandschoenen aan te doen voor betere grip en zo loopt de lijn weg en de geboden ruimte in de draad is genoeg voor de vis om te ontsnappen. Balen. Het eten wordt dus macaroni carbonara. Ik had liever sushi gehad, maar in ieder geval had ik beet, wie weet wat er nog aan dat lijntje komt hangen.

Marieke pakt de eerste wacht dus nadat de kinderen in bed liggen, mag ik ook heerlijk gaan slapen.

Page 5: Scheepsjournaal week 7

Bas maakt mij om 5u wakker. Ik lig net 3 uur te slapen. Waarom? Laat met slapen…. Nee het is hartstikke lief dat hij het doet. Er komt namelijk lava uit de vulkaan op Stromboli. Het is de enige (constant) actieve vulkaan in de Europa. Bas wil het me graag laten zien voor-dat het licht wordt en je er niks meer van kunt zien. Ik kan mijn ogen nauwelijks open houden en de eerste vijf minuten zie ik niks. Mijn ogen vallen letterlijk dicht. Verder merk ik dat ik beter zonder bril door de verrekijker kan kijken, dan met bril. Zegt dat nu iets over mijn ogen, mijn bril of de verrekijker? In de verte, op 15nm afstand zie ik inderdaad boven op de berg een chinees die daar woont, o nee ik be-doel rood. Het is een grote stip. Is het dat nu? Het is dat ik weet dat het lava is en dat je het in het donker kunt zien, want als ik wacht zou hebben gelopen en niet geweten had dat hier een actieve vulkaan is, dan was het me niet eens opgevallen. Kan ik het dan toch bijzonder vinden? Ik vind het wel bijzonder, want het is natuurlijk wel ongelofe-lijk om het in het echt te zien. Dat moeder natuur dit heeft kunnen be-denken. Op een gegeven moment zie ik de lava ook de berg afzak-ken en dan is het toch wel echt echt. Geweldig, wat voel ik mij be-voorrecht. Daarna kruip ik nog lekker even terug mijn bed in.

Liedje maakt me wakker, want ze krijgt van Lijntje geen dekens. Het is nog zo vroeg, nee niet nu al! Ik hoor dat Bas boven de genua aan het zetten is en besluit even bij hem te gaan kijken. De wind is hele-maal gedraaid en we zeilen heel hoog aan de wind. Voor Stromboli varen we zelfs 20 knopen tegen de wind in.

Maandag 13 augustus: als de grond te heet onder je voeten wordt

Page 6: Scheepsjournaal week 7

De deining is behoorlijk en de ankerbaai die we uit-gekozen hebben ligt pal in de wind. Geen optie dus! We kiezen ervoor om door te zeilen naar Vul-cano. Helaas wel weer 30 nm verder en dat terwijl het de eerste schooldag van de kinderen is. Zo flexibel als we zijn, begint school vandaag aan het begin van de middag. Onderweg naar Vulcano passeren we een aantal mooie eilanden. Een van deze eilanden is Panarea. Het ziet er vanaf een af-stand mooi uit en de pilot geeft goede ankerplaat-sen aan. We wijzigen koers en gaan er naartoe. Kunnen we eerder met school beginnen en min-stens even zo belangrijk, (althans op dit moment) even afkoelen in het water.

Weer: stralend blauw Temperatuur: 35 C Wind: 3— 0 Beaufort

Als de boot ten anker ligt duiken we allemaal in het water. Wat is dat lek-ker zeg. Iedereen knapt er van op. Bas gaat met Liedewij en Lijn naar binnen en ik geef Frederique boven les.

Het gaat erg goed. De meiden zijn geconcentreerd en doen erg hun best. Ik reken met Frederique. We splitsen de 7. Wonderbaarlijk hoe ze dat doet. Ik zie haar denken. Mooi om te zien, dat ze aan het einde van de les snapt dat de getallen tussen de 10-20 en 20-30 dezelfde zijn en dat je daar gebruik van kunt maken als je rekent. Daarna doen we taal en schrijven. Beneden zie ik af en toe een vingertje de lucht in gaan als ze klaar zijn met hun opgave. We hebben een geslaagde eerste echte schooldag.

Na een broodje gaan we naar het strand. Het zand is heel donker, bijna zwart en het water heerlijk warm. Ik besluit een eind te gaan lopen en Bas speelt met de kinderen. Het eiland is zo mooi! Er is geen asfalt, er rijden geen auto’s, er is geen straatverlichting en het ruikt er heerlijk. Er is een strandje op het eiland en wij liggen toevalligerwijs in die baai. Van-af de baai is er een weggetje, maximaal 2 meter breed dat je naar de ka-de brengt. Het is heerlijk om er overheen te lopen. Het landschap is glooiend en overal zie ik cactussen met vruchten eraan. Ik zie dat ie-mand ze plukt, zou je ze kunnen eten?

Page 7: Scheepsjournaal week 7

Langs de weg staan lieve kleine huisjes. Allemaal even goed onderhou-den en een mooi aangelegde tuin. Het uitzicht is heel mooi. Het lijkt wel of ik in de droomvlucht van de Efteling zit. Het is een leuke route om te wandelen. Terug bij Bas en de meiden zie ik dat Liedewij helemaal al-leen in de zee is met een aardig hoge deining. Bas let goed op en laat haar rommelen. Ze komt onder een golf en als er dan een golf voorbij komt begint ze uit te blazen. Pfff hoor je dan en haar lipjes trillen hele-maal. Het gaat goed. Ze wordt steeds vrijer in de zee en het water. Dat is fijn.

Terug op de boot eten we iets en de meiden zijn zo moe van het spelen dat ze als engeltjes in slaap vallen. Bas en ik kletsen in de kuip. Van-middag zei Bas me nog, heerlijk zo te zien liggen we hier vanavond lek-ker alleen. Niets is minder waar. Het is heel druk in de baai. Overal hoor je mensen en zie je toplichtjes.

Achter ons zien we gebeuren dat er twee motorboten tegen elkaar aan botsen. Toen een van de twee boten ‘s middags aankwam, en wij met lede ogen zijn bijzondere manier van ankeren aankeken, zeiden wij al tegen elkaar dat dat niet goed kon gaan en helaas dat klopte. Pratend over de ankerperikelen, horen we ineens een hele harde klap. Bas springt als eerste op en rent naar de boeg. Ik kan het geluid nog niet thuisbrengen, maar loop ook snel naar voren waar Bas al tegen mij aan het roepen is. Snel schakelen, we zaten zo gezellig te keuvelen Dan zie ik het!

Page 8: Scheepsjournaal week 7

Er is een motorboot tegen de preekstoel aangebotst. Zijn anker is gaan krabben. Bas geeft een klap op de motorboot om de eigenaar te alarme-ren. Deze is niet aan boord, maar komt gelukkig met zijn bijboot aanva-ren. Vanuit het restaurant heeft hij het zien gebeuren. De man is heel passief en staat op zijn gemak te kijken wat er nu precies aan de hand is. Daar kan ik echt niet tegen. Bas en ik duwen met alle macht die boot weg. Het eerste wat hij zegt is dat hij hier al de hele middag ligt. Daar hebben ze hier een handje van. Als er iets fout gaat zeggen ze dat ze al heel lang op deze plaats liggen, nou dus wij ook!

Ik pak een aantal stootwillen die hij heel fancy in mandjes voorop zijn boot heeft hangen en probeer die tussen de twee boten te krijgen. Ver-volgens doe ik het deklicht en het licht achteraan. Ook start ik de motor.

Waar gaat dit eindigen? Ik ga Bas weer helpen met het afhouden van de boot en de eigenaar van de boot start zijn motor. Hij heeft nog niet zo’n haast. Op advies van Bas gaat hij heel rustig zijn anker halen. Ohhh nee zijn ankerketting is om onze ketting heen geslagen. Het is werkelijk waar heel donker en onze onverwoestbare Maglite is helaas toch verwoest! Wat als de kettingen niet uit elkaar komen? Meer belangrijk nog, liggen wij nog op ons anker?

Doordat hij tegen ons aanligt worden we alle kanten op geduwd. Ook an-dere boten komen razendsnel dichterbij. Ik moet er niet aan denken dat we daar ook tegenaan kunnen botsen.

Ondertussen wordt de ankerketting ophoog gehaald. Op een gegeven moment ziet Bas het anker, en nu? Hij draait het anker van de andere boot om onze ketting heen en we zijn weer vrij! Even ademhalen.

We vragen ons af hoe het met ons staat. Zijn wij nu aan het krabben of liggen we nog? Bas gaat snorkelen naar het anker en ik schijn vanuit de kuip met de schijnwerper in het water. Gelukkig heeft hij er veel aan, want ik schijn precies in het water waar het anker ligt. Hoe is het moge-lijk. Het anker heeft nog geen krimp gegeven. We liggen gelukkig nog! Heel fijn, want om hier in het donker, met zoveel boten opnieuw te moe-ten gaan ankeren is echt geen pretje.

Dat ankeren he, dat blijft echt iets bijzonders.

We ruimen alle spullen op en drinken samen een pilsje in de kuip op een goede afloop.

Page 9: Scheepsjournaal week 7

Dinsdag 14 aug 2012; De mast in

We worden na een wat onrustige nacht wakker. Kathelijn is als eerste wakker en heeft dan al meteen zin om wat te gaan doen. De rest wordt ook mooi op tijd wakker en dat komt goed uit.

We willen op tijd met school starten vanwege de enorme hitte overdag. Terwijl de kinderen met hun school zijn begonnen gaat Marieke naar de kant om brood te halen. We beginnen eerst met aardrijkskunde. Ik leg de meiden uit over hoe een vulkaan ontstaat, meteen toegepast onder-wijs. Daarna gaan ze verder met hun werkjes en taakjes, Wanneer Ma-rieke terug is gaan we ochtendgymnastiek in het water doen en ontbij-ten we. Daarna vervolgen we de les.

Wat doen ze weer hun best, deze meester en juf hebben het getroffen met deze klas. Als ze zelfstandig aan het werken zijn, kijk ik de water-maker na. Zo die doet het ook weer en mag lekker water maken.

Terwijl we school afronden komt de kustwacht voorbij varen en stuurt een hoop ankerliggers weg waaronder ons. De precieze reden weten we niet, maar we luisteren braaf. Dus anker er uit en een nieuw plekje zoeken. Dat nieuwe plekje is een stuk verder van het strand af en ligt veel meer in de deining. Nadat we weer liggen gaan we lunchen en moeten de meisjes even rusten.

Marieke en ik gaan op zoek naar de storing in de AIS (automatic identifica-tion system). We worden vanuit Ne-derland geholpen door Joost en Niels van Ship Install. Ze leggen uit waar en wat we moeten meten en zij gaan met bijzonderheden die we aflezen uit de kaart verder uitzoeken wat de alarm-meldingen inhouden.

Page 10: Scheepsjournaal week 7

Ik moet de antennekabel door-meten, Dus op goed advies ga ik de mast in. Marieke takelt me omhoog en daar haal ik de an-tenne weg. Beneden meet Ma-rieke de antennekabel door. Al-les goed! We weten nog steeds niet wat het probleem is. De alarmen die we te zien krijgen worden bij Raymarine in Enge-land neergelegd. Ik ben be-nieuwd wat daar uitkomt.

Weer: zonnig. Temperatuur: 34C Wind: 2 Beaufort

Daarna bakken we een cake. We moeten zachte boter heb-ben. Dat is hier geen probleem. We zetten de boter buiten in de zon en binnen no time is deze super zacht. De cake gaat de oven in en wij gaan naar het strandje. De meisjes vinden het heerlijk en we spelen alle vijf in het water.

Bij terugkomst wassen we ons met zelfgemaakt zoet water en daarna gaan we heerlijk dineren in de kuip. Het eten is heerlijk en het is heel gezellig, Na het eten zingen we met zijn allen. Het is echt om heel erg vrolijk van te worden.

Page 11: Scheepsjournaal week 7

Woensdag 15 augustus; Lipari

Op het gemak worden we wakker. De zin om uit de kooi te stappen is er nog nauwelijks. Alleen het ge-weten zorgt er voor dat ik niet opnieuw ga slapen. We gaan vandaag alsnog naar Vulcano, een eiland van Eolische eilandengroep boven Sicilië.

De kinderen zijn ook al wakker geworden en om tien voor tien varen we de baai uit. Onderweg ontbijten we en terwijl Marieke en ik de kuip poetsen spelen de kinderen binnen.

Tijdens het varen controleren we weer de AIS met de hulp van een ferry die hier rond de eilanden vaart. Ook hebben we nog even contact met Ship In-stall over de alarmen. Er is nog geen antwoord uit Engeland.

Terwijl we varen besluiten we naar een ander eiland te gaan. We varen langs Lipari en het ziet er ook weer zo mooi uit! We hoeven pas volgende week woensdag in Trapani te zijn en de wind om te anke-ren op Sicilie is belabbard, dus hebben we hier tijd genoeg. Heerlijk om deze vrijheid te hebben en om precies te doen waar je samen zin in hebt.

Bij de haven, nou ja ze noemen hier werkelijk alles een haven, is geen plaats. Op zich niet erg, want de ferry vaart er ook af en aan en dat zorgt voor veel golfslag. We varen een stukje verder en zien een mooi baaitje. Dat moet hem worden!

Het is best diep om te ankeren en de bodem is heel onregelmatig. Hij gaat van 15, naar 10, naar 8 naar 24 m diep en dat maakt dat ankeren lastig is. Er is eigenlijk maar een goed plekje voor ons om ons an-ker te droppen, dus dat anker moet er op het juiste moment in.

Weer: Zonnig Temperatuur: 37 C Wind: 5-10 knopen

Page 12: Scheepsjournaal week 7

Na een paar pogingen ligt het anker. Tegelijkertijd met ons ankert er ook een Engelse boot. Nadat het anker ligt snorkel ik naar ons anker om het te controleren. De Engelsman doet hetzelfde en in het water maken we kennis en schud ik de hand met Nick van de Ootnic. Zij zijn ook op reis en het is leuk om even kennis te maken.

Daarna is het school voor de kinderen en dus ook voor ons. Ze doen weer erg hun best, ondanks dat het al in de middag is. Na school ma-ken we de rubberboot klaar en pakken we onze spullen. We gaan de stad in. In het haventje waar we onze bijboot achter willen laten is het een komen en gaan van bootjes met toeristen. Zij zijn op deze eilanden en doen allerlei excursies naar de andere Eolische eilanden en de stranden. Het is er erg levendig. We zijn helemaal verrast.

Het blijkt zo’n mooi plaatsje te zijn waar we zijn aangeland. Echt smalle straatjes, nog smaller dan in de Alfama in Lissabon. Met mijn vingers kan ik net beide muren aanraken, 1,80m ongeveer. Boven ons zitten twee overbuurvrouwen op een Frans balkonnetje te beppen.

We gaan met de meisjes een ijsje eten en terwijl Marieke en ik aan een pilsje zitten spelen de kinderen op straat en doen hun best te com-municeren met Italiaanse kinderen. Met de vingers vertellen ze elkaar hoe oud ze zijn. Heel grappig om te zien.

Daarna gaan we heel gezellig eten in een erg goed restaurant. Het is echt super gezellig en we genieten alle vijf met volle teugen. Dat het restaurant goed is blijkt wel uit de enorme rij die er staat. Geen een ta-fel is onbezet en er wordt figuurlijk om een tafel gevochten als deze leeg is.

Daarna keren we terug naar de boot. In het donker varen we met de rubberboot tussen alle geankerde jachten terug naar de Mare Liberum,

Page 13: Scheepsjournaal week 7

Donderdag 16 augustus

Vandaag blijven we liggen. We willen nog boodschappen doen, want de eilanden waar we naar toe gaan zijn vast en zeker nog minder bedeelt met supermarkten.

We beginnen de ochtend met school. Het is voor iedereen nog even wennen maar de motivatie zorgt er voor dat we met een goed gevoel het water in kunnen. Het is hartstikke heet, alweer, dus een beetje ver-koeling kan geen kwaad. Terwijl we in het water liggen nemen we af-scheid van onze Engelse buren. Zij gaan naar Palermo om vrienden te ontmoeten, voor ons is dat volgende week.

Na het eten houden we alle vijf siësta. Door de hoge temperaturen hebben we geen zin om op het heetst van de dag boodschappen te gaan doen. Niet iedereen slaapt, maar we rusten wel allemaal.

Ik lig in de kuip en als ik wakker word, kan ik me niet langer beheersen. De waterlijn heeft aangroei en hoewel het minimaal is wil ik het er wel af hebben. Na een klein half uur is dat ook weer gedaan en maken we ons op om naar de wal te gaan.

Terwijl we in de rubberboot stappen gaat er een groot Tallship vertrek-ken. Zonder motor en met alle zeilen als voortstuwing zeilt het schip statig de baai uit. Vol bewondering kijken we hier naar. Het moet opge-vallen zijn want het schip, zo´n 180 meter lang, blaast drie keer op de hoorn.

Wij varen naar het haventje en moeten het gas er op houden tot bin-nen, omdat zo´n toeristische boot vol gas achter ons aan komt met grote golven. Het lijkt niet erg op per ongeluk.

Hij probeert echt vlak langs ons te varen met zijn grote golven, wat een geslachtsorgaan van een edel dier.

Weer: strak blauwe lucht.

Temperatuur: 32 C Wind: 10 knopen

Page 14: Scheepsjournaal week 7

Opgewekt meren we af en gaan op zoek naar de supermarkt. Hierbij komen we in een heel ander deel van San Bartolo-meo. Weer meer leuke straatjes doemen op en het is opnieuw mooi om hier weer rond te lopen.

Nadat we wat rondgelopen hebben vin-den we de supermarkt. Knap hoe veel spullen ze in deze supermarktjes weten te proppen. De karretjes zijn aangepast op de breedte van de gangpaden.

Wij zijn dat nog niet want in no time zit

er een grote kop op onze kar. Bepakt en bezakt lopen we weer terug naar de boot. Alle vijf dragen we wat, Marieke en ik wel het meest, en we zijn weer blij met ons boodschappenwagentje. Op de terugweg ko-men we nog langs een echte ijzerzaak, geweldig. Ik koop er zes batte-rijen voor de zaklamp en een nieuwe zaag. Als het goed is ligt mijn zaag nog in Monaco op de steiger. We laden alles in ons bootje en va-ren terug naar de ware Mare.

Het is weer avond en de Italiaanse motorbootvaarders proberen om

voor de antipasti thuis te komen. De zee is weer in een heksenketel

veranderd. Iedereen moet hier hard en daardoor staat er een deining

die hoort bij

windkracht

zes a zeven.

Gelukkig valt

de deining

weg zodra de

secundo piatti

wordt opge-

diend. Als al-

les weer tot

rust is, is het

weer heerlijk

rustig.

Page 15: Scheepsjournaal week 7

Vrijdag 17 Augustus; de wereld onder water

We beginnen vandaag, het wordt al bijna gebruikelijk, met school. Het is hier ‘s morgens vroeg al heel warm, dus we hebben les in bi-kini. Er wordt hard gewerkt. Frederique krijgt plezier in wat ze aan het doen is, want het lukt haar, ze snapt het! Kathelijn moeten we echt uitdagen en aandacht geven, want ze is snel verveeld. Ik lees met Lijn een boekje en ze is heel trots als ze al een aantal letters kan hakken en plakken.

Tijdens de pauze besluiten we naar het volgende eiland te varen. We gaan nu eindelijk naar Vulcano. Onderweg hebben we weer con-tact met Ship Install en krijgen we te horen wat de betekenis van de alarmen is. Wat een service!

De eilanden Lipari en Vulcano zijn door een smalle vaargeul van el-kaar gescheiden. We besluiten in Vulcano aan de westkust te gaan ankeren. Als we liggen gaan we verder met school en als we klaar zijn maken we een lekkere lichte lunch. Tijdens het eten zegt Bas dat we er een bootje bijkrijgen. Ik snap niet wat hij bedoelt. Blijkbaar is een bootje op stuurboord gaan krabben. Hij komt rustig voorbij on-ze boot en wil dan toch even echt contact. Snel wat stootwillen er-tussen en dat leggen we hem maar vast tegen onze boot.

Weer: strak blauwe lucht.

Temp.

36 C

Wind: 4 kno-pen

Page 16: Scheepsjournaal week 7

Er is niemand aan boord. Als de eige-naar komt maakt hij de touwen los en zegt dat hij gaat. Er kan niet eens een dank je wel af, hork!

‘s Middags leggen we ons bijbootje bij de rotsen neer en gaan we met z’n allen snorkelen. Ook Liedewij heeft voor het eerst een duikbril op! Ze vindt het nog te spannend en blijft liever in het bijbootje met haar Hello Kitty emmer spelen.

Wij snorkelen ondertussen rondom het bijbootje. Frederique en Kathelijn vinden het heel leuk om te doen en zijn het wa-ter niet uit te krijgen.

Het is onder water erg mooi. Er zwem-men veel vissen die we goed op de foto willen krijgen, maar dat is toch nog best lastig. Bas ziet een bijzondere krab die ik helaas niet gezien heb. Gaaf om te doen.

Ik hoor dat Liedje nog graag even met

mij wil zwemmen dus ik doe mijn snorkel af en neem haar lekker op mijn rug. Het water is zo lekker.

Na het snorkelen gaan we naar het strand. De baai waar we ankeren staat bekend om het zwarte strand. Op het eerste gezicht valt het niet op, maar als ik naar mijn voeten kijk, dan zijn ze helemaal zwart.

Weer: strak blauwe lucht.

Temperatuur: 38 C Wind: 6 knopen

Page 17: Scheepsjournaal week 7

Het bijbootje kunnen we bij het strandje laten liggen. De meiden zijn wederom niet uit het water te krijgen en wij kijken blij toe. Om en om komen ze ons mooie stenen brengen. We kunnen er bijna een huis van gaan bouwen.

Ik loop even over het eiland, want ik ben op zoek naar een wasse-rette en brood. Ik kom er al snel achter dat ik de wasserette snel kan vergeten. Ik loop richting het enige stadje op het eiland en de geur wordt steeds penetranter. Wat een stank. Ik kan de geur niet goed thuisbrengen. Misschien is het de vulkaan, want die rookt de hele tijd. Van de omgeving zie ik weinig, ik ben meer bezig met het hap-pen naar frisse lucht! Ik had al gelezen dat er op dit eiland natuurlij-ke modderbaden zijn die een helende werking hebben op je li-chaam. Zonder dat ik er erg in heb sta ik er ineens voor en bedenk me dat dit weleens de geur kan zijn waar ik misselijk van word. Of is het toch de vulkaan? Er staan allemaal mensen in hun bikini in dat modderbad. Ze hebben zich helemaal in de modder gewreven. Ze zien eruit als rare wezens. Veel plezier om ernaar te kijken heb ik niet, want die geur blijft maar bij mij binnenkomen.

De bakker vind ik niet veel later en met vers brood ga ik terug naar Bas en de meiden.

Je kunt je hier op het strand, tegen betaling, met zoet water douchen. Zoiets hebben we nog niet eerder gezien. We besluiten dat te doen, want dan houden we meer water over in onze watertank op de boot. Heerlijk om onder een hele harde douchestraal te staan. Een over-vloed aan water. Dat mis ik eigenlijk wel van thuis en aan de andere kant besef ik me ook hoe groot de verspilling is.

Page 18: Scheepsjournaal week 7

Zaterdag 18 augustus; we did it!

Mijn helden, alle vier zijn het mijn helden. Wat hebben we vandaag afgezien met z’n vijven, maar wat zijn we trots op wat we hebben gedaan. We hebben van-daag de vulkaan beklommen! Ohhh zo mooi, zo uniek, zo bijzonder, zo knap!

We zijn gisterenavond via Skype op visite zijn geweest in Heusden, . Wat hebben we gelachen, wat was het leuk! Gevolg is wel dat we van-morgen niet heel vroeg ons bed uitkomen. Hierdoor is het al warm in de boot en voelen we snel plakkering. We, en ik in het bijzonder, willen heel graag naar de krater van de vulkaan toe. Gisteren in het stadje heb ik weinig excursies gezien. Je kunt er naartoe lopen, maar qua tijdsbesteding lopen de voorspellingen uiteen van 1 a 2 uur! Tja en hoe zal dat dan zijn met drie van die kleine meisjes? We zien in het dorp wel welke mogelijkheden er zijn.

Eerst lekker in de kuip ontbijten. De meiden eten uitzonderlijk goed. Denk dat het komt, omdat we (voorverpakt) wit brood hebben en/of om-dat ze er pindakaas en hagelslag op mogen doen! Fijn om ze goed te zien eten, want door de warmte is er duidelijk minder eetlust bij ons al-lemaal.

Rond 11.30 gaan we op pad. Ik realiseer me dat we dus eigenlijk op het warmste van de dag weggaan. Ik twijfel of we er wijs aan doen, maar de wil om te gaan is groter, dus we gaan op pad. Het bijbootje leggen we in de vluchthaven neer, nou ja vluchthaven. Mocht het echt nodig

zijn, dan kan er niemand vluchten. Het ligt namelijk vol met lokale bootjes! Voor ons prima, want dan kan de bij-boot lekker op slot en dat is een fijn gevoel.

Bas vraagt aan lokale bewoners hoe we bij de vulkaan komen en zij wijzen vriendelijk de weg. Op de vraag hoe we daar kunnen komen, glimlachen ze. Dat kan alleen te voet!

Page 19: Scheepsjournaal week 7

Wikken, wegen, nog eens wikken wegen en we gokken het erop. Onze meiden kunnen die wande-ling de vulkaan op wel, toch? Ze kunnen immers ook de avondvierdaagse lopen….!

We kopen voor de zekerheid bij een bakkertje nog een broodje voor onderweg. Voordat we het dorpje zelf uit zijn, geeft Liedewij al aan dat ze moe is. De andere twee, en wij ook, hebben het heel warm. De ‘t shirts worden uitgedaan, schouders worden inge-smeerd, we drinken wat water en de meiden krijgen een geïmproviseerde bandana om. Blij dat we die meegenomen hebben voor Liedje en Lijn.

Als we de weg inslaan die ons bij de krater moet brengen blijkt dat het pad echt niet verhard is. We lo-pen door mul zwart (kiezel) zand, beter bekend als gestolde lava. Aan het begin van de klim staat de kassa. We kunnen ons nu nog bedenken. Nee, dat doen we niet. We gaan hier even op het terrasje zit-ten, voordat we aan de echte klim gaan beginnen. Voor de zekerheid kopen we 2 l extra water. We hebben al 4 liter bij ons, maar het gaat wel erg snel!

De klim blijkt slechts 800m te zijn. Appeltje eitje zou je zeggen. Nou dat valt tegen met bijna 40C en drie kleine meisjes. Iedere 200m staat er een bord. Fijn, we kunnen aftellen… We stoppen bij iedere bord even om wat te drinken.

Bas heeft Liedje op en af op zijn nek! Respect voor hem en wat mag Liedje blij zijn met zo’n papa! De andere twee mopperen af en toe, maar stappen dap-per door. Ik had twee rollen mentos meegenomen en Lijntje had het idee, voordat we vertrokken, ze alle-bei in driën te delen zodat zij die in hun broekzak konden doen en uit konden delen.

Weer: de hele dag een strak blauwe lucht Temperatuur: 38 C Wind: 10 knopen

Page 20: Scheepsjournaal week 7

Voor mij is dat kinderplezier die ik niet helemaal begrijp, maar we had-den het wel gedaan. Blijkt een geweldig idee! Af en toe vragen ze een snoepje, pakken die dan uit hun eigen broekzak en lopen dan weer trots verder. Frederique maakt de opmerking dat ze nu wel spijt heeft dat we hier zijn, maar dat ze dat niet is als we eenmaal boven zijn, want wie doet er nu zoiets stoers!

We passeren wat mensen die naar beneden lopen en zij kijken vol verwachting naar onze meiden en applaudisseren naar de meiden. Liedje geniet ondertussen op Bas zijn nek. Af en toe loopt ze iets, maar haar kleine lijfje heeft het zwaar door de hitte.

We komen bij het bord nog 100m. Nou dan zijn we er bijna! Helaas. Net zo goed als de routebeschrijving naar de supermarkt in Porto Ro-mano, klopt hier de afstand. Na 100m begint het pas. We krijgen eerst een hele abrupte overgang van zwarte grijze stenen, naar een soort gele klei, met heel veel stof. Daar gaan de nieuwe schoenen van de meiden….

Het pad wordt nog smaller en krijgt nog meer oneffenheden. Hmmm. Op een bepaald moment kun je niet meer naast elkaar lopen. Ik houd mijn adem in, maar probeer vooral relaxed over te komen. Af en toe kijken Bas en ik elkaar aan. We denken er het onze van. Lijn gaat voorop, dan ik en dan Frederique. Ik houd mijn engeltjes goed vast. Bas volgt met Liedje. Als we het pad omhoog geklommen zijn, komen we op een eerste veld vol met stenen.

Page 21: Scheepsjournaal week 7

Gelukkig is het niet stijl en zijn er ook geen afgron-den in de buurt. We waren er toch? Er is nog geen krater te zien. We lopen nog een pad omhoog en zien de rookpluimen boven ons. We zijn er bijna, we zijn er bijna…

Dan uit het niets is het er ineens. We zijn er. We staan oog in oog met een hele grote krater. Wohh wat bijzonder. Er zit heel weinig kleur in, voorname-lijk bruin, maar het is zo diep. We zijn er allemaal stil van.

We beginnen met foto’s maken. Komen we heel de vakantie geen Nederlanders tegen, toevallig komen er nu ook net twee de krater op en het stel wil wel een foto van ons maken, aardig!

We maken wat opnames en bij ons in de buurt komt er een rookpluimpje uit een gat. Als we er onze han-den bijhouden, is het echt heel warm. We doen wat proefjes. Een leeg waterflesje smelt er onmiddellijk.

We ruiken de geur van lucifers. De zwavel is niet al-leen te ruiken. Hij is ook echt zichtbaar door al de groen gele kleurschakeringen.

Onze benen worden helemaal warm en je handen op de stenen houden is echt geen pretje. Wat een natuurwonder. Je kunt een rondje om de krater heenlopen. Aan Liedje te zien, kunnen we dat beter niet doen en dus besluiten we te gaan afdalen.

Eerst weer dat pad en daarna gaat het lekker snel. Op 400m genieten van ons heerlijke broodje, komen even op adem, drinken een slok water en kloppen onze schoenen uit! Wat ben ik een trotse mama. Ze doen het maar die dames. Ik merk aan ze dat ze zelf ook trots zijn op wat ze hebben gedaan. Super ge-voel.

Page 22: Scheepsjournaal week 7

Beneden in het dorp gaan krijgen zij een lekker ijsje en wij een koud pilsje. Wat lekker!

Nog voordat we op de boot zijn, liggen Lijn, Frederique en ik in het wa-ter. We zwemmen naar de boot. Hopelijk worden we ook schoon! Een-maal bij de boot gaan we met z’n allen zwemmen en doen een water-gevecht met waterpistolen. Wat een plezier hebben we!

Bas en ik besluiten alvast het water uit te gaan om samen wat te drin-ken. Bas is binnen nog iets aan het rommelen als ik Lijntje hoor gillen. Ze is al bij het trapje, want ze wil eruit. Achter haar zie ik een kwal. Aan haar gegil te horen is het niet alleen angst, het is echt pijn. Ze is dus gebeten door een kwal. Ze hebben elkaar niet even geraakt. De kwal is helemaal op haar linkerhand terecht gekomen. Hij wordt snel rood en de beet zwelt ook goed op. Wat een verdriet.

Frederique en Liedje worden uit het water gehaald en zijn heel, heel lief voor Lijn. We drinken in de kuip een drankje en de meiden krijgen een chipje. Frederique haalt de knuffels van Lijn en ze zitten allet wee naast haar. Wat heb ik met haar te doen….

Ze kalmeert langzaam en ik moet haar beloven dat zij er straks een verbandje om krijgt. Tuurlijk meisje dat zal zeker helpen.

Daarna mogen zij een filmpje kijken, begint Bas met het eten en schrijf ik dit blog. Dadelijk lekker BBQ’en in de kuip! Zin in en wel verdiend!

Page 23: Scheepsjournaal week 7

• Startpunt: Capri • Eindpunt: Vulcano • Aantal NM: 142 NM

Hoe we het beste met ons water (en de watermaker) om kunnen gaan zijn we nog aan het uitdokteren. Dat geldt overigens ook voor de accuca-paciteit. We zijn nu, uit mijn hoofd 12 dagen buiten en we hebben nog steeds water in de tank.

Wij maken water bij, maar zijn daar eigenlijk te laat mee begonnen. Hier-door hebben we hem een paar dagen heel lang aan gehad en dat mer-ken we vanavond overduidelijk aan de stroom aan boord. De accu’s zijn zo laag, dat de vriezer, uit veiligheid, uitgeslagen is. Het kan dan wel vei-lig zijn, maar ik vind het super irritant. Kan ik morgen voor drie dagen staan koken. We hebben een vrij grote accubank, maar op is op en alles is dus ook eindig. Als er schaduw valt op het zonnepaneel, dan heeft het nog maar 10% rendement.

De stroomverbruikers zoals de koelkast, vriezer en de watermaker staan de hele dag aan en gebruiken de hele dag aanzienlijk veel energie, zeker met deze temperaturen. Daarnaast willen we onze telefoons, laptops en andere dingen ook opladen. Als we dus alles aan willen hebben en het water op peil willen houden, dan moeten beide zonnepanelen en het liefst nog de windgenerator energie kunnen leveren.

De watermaker maakt maximaal 5 liter water per uur, dus om je tank te vullen is er veel tijd nodig. Maar omdat de zon alleen overdag goed stroom oplevert hebben we maar een beperkt aantal uren dat alles aan kan. Dus blijft het zoeken naar een balans om de accu’s en ook de water-voorraad niet uit te putten.

Ik besef me hoe verwend we thuis zijn met onbeperkt water en onbeperkt stroom. De waarde van water en stroom wordt aan boord wel heel duide-lijk gemaakt.

Tot slot; Water en stroom