scheepsjournaal week 34

22
Deshaies (Guadeloupe) - Oranjestad (St. Eustatius) 34

Upload: marieke-van-hest

Post on 26-Mar-2016

223 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Mare Liberum Scheepsjournaal

TRANSCRIPT

Page 1: Scheepsjournaal week 34

Deshaies (Guadeloupe)

-

Oranjestad (St. Eustatius)

34

Page 2: Scheepsjournaal week 34

Week 34 17 feb 23 feb

We beginnen en eindigen deze week in Europa. We eindigen zelfs in Ne-derland. Wat een raar idee is dat! Toen ik het eiland in vizier kreeg, met op de achtergrond Saba, werd ik een beetje melodramatisch! Bijna thuis. Even krijg ik heimwee en mis ik thuis. Hoe is dat toch mogelijk, want ook deze week is vol leuke dingen geweest.

Heel de reis is een aaneenschakeling van leuke dingen. Ik lees net terug dat Bas een opmerking maakt over de versiering van een of andere kerk en maakt een vergelijking met Italië. Italië? Ja, inderdaad Italië. Daar zijn we ook al geweest. Wat lijkt dat lang geleden, wat lijkt dat ver weg nu we hier zijn! Wat was het daar mooi, wat hebben we daar genoten. Dat ge-nieten, dat deden we toen al, eigenlijk vanaf het allereerste moment dat we weg zijn gevaren uit Port Napoleon, en dat doen we nu nog!

Toch zijn er af en toe van die momenten dat je beseft hoe goed je het ook thuis hebt. Dat had ik toen ik St Eustatius associeerde met thuis, want

there is no place like home! (waar dat ook moge zijn!)

Pigeon Bay — Oranjestad

Page 3: Scheepsjournaal week 34

Zondag 17 febrauari

De kinderen zijn lekker op tijd wakker en al vol met leven. Het is zeven uur en ik lig op de bank in de kajuit. Ver-keerde plek zo in de ochtend. Papa wil je een spelletje met ons doen?

We pakken Uno en we gaan met z’n vieren spelen. Marieke komt er een kwartiertje later bij en speelt ook een potje mee.

Dan is het tijd om onze tanden te poetsen en aan te kleden. Na het eten ga ik met Kathelijn en Liedewij naar de kant om te pinnen, brood te halen en uit te klaren. We willen euro’s hebben voor Cuba. Ze zijn om een of andere reden niet zo happig op dollars. Eerst brengen we het vuilnis weg en dan gaan we naar Le Pelican. Een internetcafé waar ook de computer staat van de Customs. Ik moet nog even wachten op ie-mand die al bezig was uit of in te klaren. De twee meiden zitten onder-tussen overal aan, niet fijn. Als ik aan de beurt ben laat ik ze mij helpen. Dat vinden zij leuk en geeft mij weer wat rust. Met een paar minuten ben ik klaar en dan mogen we morgen Guadeloupe weer verlaten. We gaan pinnen en daarna gaan we naar de bakker. We kopen een paar baguettes en een paar pain au chocolat. We stoppen het brood in de waterdichte tas en scheuren nog even langs een mogelijke snorkelspot. Ik zie grote wolken over de bergtoppen naar de baai komen dus ik draai maar naar de boot toe en zet het gas er op. Net op tijd zijn we aan boord. Frederique heeft gechat met Mayra en dat vond ze heel gaaf. Marieke is ondertussen grondig aan het opruimen. De kaartentafel wordt helemaal opgeruimd. Je staat verbaasd als je ziet wat daar voor onzinnige dingen in lagen. Hier knapt de boel lekker van op. Ik ga aan stuurboord opruimen. We gaan er een nut-tige ochtend van maken. Na een tijdje is Marieke klaar en ik wil nog even verder. Buiten gaan de dames spelletjes doen. Ze zijn aan het Rummykubben en zo te horen hebben ze het goed naar hun zin.

Page 4: Scheepsjournaal week 34

Ik heb ondertussen aan stuurboord de kastjes ook weer netjes ingeruimd en zie dat het al weer twee uur is. We lunchen wat en dan gaan we in de buurt snorkelen. Ik heb een bootje gezien met duikers die hier in de buurt gingen duiken. Het gaat niet snel maar ten langen leste zitten we alle vijf weer in de rub-berboot en gaan we op expeditie. We knopen aan de mooring vast en dan gaan we de snor-kelspullen aan doen. Het geeft zo’n bijzonder gevoel die drie meiden, Marieke en ik met zijn

allen aan het snorkelen. Het leuke is dat je niet weet waar je gaat snor-kelen. Dat maakt het altijd weer een beetje een ontdekkingstocht. Liede-wij gaat bij mij op de rug en Kathelijn en Frederique blijven bij Marieke in de buurt. Liedewij is niet zo geïnteresseerd vandaag en kijkt veel meer boven water dan onder water. Op een bepaald moment is ze zich zo aan het vervelen dat ze probeert op mijn hoofd te zitten. Nu is mijn snor-kel echt te kort. Er is niet zoveel te zien dus we gaan de andere kant op. Daar is veel meer koraal, er zijn sponzen, zeewaaiers en nog veel meer. We komen een man tegen met een harpoengeweer en die heeft aan een lijn van 10 meter allemaal geschoten vis en zelfs een octopus. We kijken nog wat rond, maar de meiden krijgen het koud. We gaan naar de rubberboot terug. Marieke heeft last van haar zwemvliezen. Ze zijn bere stug en bestemd om echt te duiken dan om te snorkelen. We moeten maar eens kijken of we te zijner tijd een paar fijne zwemvliezen kunnen vinden. Door de regen varen we terug naar de boot. Wat een wisselval-lig weer. Zo regen je nat en zo sta je weer te zweten van de hitte. Op de boot gaan we voor het eten zorgen. We gaan kaasfondue. Ondertussen ga ik met de laatste vuilniszak naar de wal. Vuilnis kan je op Montserrat slecht kwijt. Dan gaan we lekker eten. Drie uitgehongerde meisjes val-len meteen aan. Wat een honger. Kathelijn heeft grote lol, met snorke-len zei ze dat mama een rare neus heeft, heel groot! Lol dat ze heeft. De kaasfondue gaat helemaal op, dus geen stukjes brood in de pan. Kathelijn is zachtjes aan het afbranden. We ruimen op en de kinderen gaan lekker naar bed. Als ze slapen gaan wij de boot klaar maken voor de tocht van vannacht. We willen om ongeveer twee uur gaan varen. De buitenboordmotor hangt aan de railing en de boot ligt weer op dek. Mor-gen naar Montserrat.

Page 5: Scheepsjournaal week 34

We hadden het plan om om twee uur weg te gaan naar Montserrat. Om een uur word ik wakker van de wind die door de verstaging giert. Ik ga naar buiten om te kijken of we nog goed liggen en of de boten die om ons heen en meer nog die bovenwinds liggen ook wel goed liggen. Dat is gelukkig het geval. En ik ga weer tevreden slapen. Marieke gaat een kwartier later ook nog eens kijken. Ook zij is wakker geworden van de wind en denkt hetzelfde als ik. Geen weer om uit te varen.

Om drie uur word ik opnieuw wakker, maar nu is het zo goed als windstil. Ik begin alle apparatuur aan te zetten en zet de fluitketel ook op het vuur. Marieke is ondertussen ook al uit bed en na 10 minuten kunnen we weg. Door de donkere ankerbaai varen we tussen de schepen op naar zee. Wat is het kalm vergeleken met twee uur geleden. We rollen de zeilen uit en gaan met een lekkere snelheid door het water. De motor gaat uit en het is prachtig zo. Hoe meer dat we bij de noordkant komen des te har-der het gaat waaien. Ineens gaat de wind in een paar tellen van 17 kno-pen naar 27 knopen. Wat verraderlijk. We reven de boel weer zodat alles in balans is en dan gaat Marieke naar de kooi.

Ik klooi nog wat aan met de zeilvoering en dan haal ik een slaapzak op om ook even te tukken. Ik pak de timer van de kaartplotter als wekker om weer op tijd wakker te zijn. Ondertussen lopen we steeds tussen de 6,5 en 7,5 knopen. Dit zeilt fantastisch! Als ik voor de derde keer wakker wordt begint het al langzaam dag te worden. Montserrat komt in zicht. Eerst heel vaag verstopt in de wolken, daarna steeds duidelijker. Ik kijk vooral uit naar de vul-kaan en de aswolk die beschreven staat in de pilot. Ik kan er niets van zien. Onze koerslijn loopt via de oostkant van het ei-land, maar de groot-ste zichtbare ravage ligt aan de westkant. Montserrat is redelijk recent door twee vul-kaanuitbarstingen ge-troffen.

Maandag 18 februari

Page 6: Scheepsjournaal week 34

Een keer in 2003 en daarna nog in 2010. Plymouth wat de hoofdstad was is gedeeltelijk bedolven onder de lava. Montserrat was voor de aardbeving een oord voor de rich and famous. Nu is twee derde van het eiland verboden gebied gewor-den.

Ik kies toch voor de westkant vanwege de sights. Marieke is ondertus-sen wakker geworden van de koersverandering en komt ook buiten kij-ken. Terwijl we er langs varen zien we de daken van huizen boven de lava uitsteken en naast de lavastroom staat alles nog intact. Zelfs de villa’s op de heuvels zijn verlaten. Die liggen mooi te zijn in het groen, maar er is echt niemand, heel onwerkelijk. Als we onder de wolk van de vulkaan door zijn overleggen we even. Blijven we hier vannacht of va-ren we door naar Nevis. Het wordt het laatste. We lopen heel lekker door en nu is het nog mooi weer. Vanaf morgen wordt er al meer wind voorspeld en dat is geen goed nieuws voor de ankerbaai op Montser-rat. Het wordt dus Nevis. Met een bloedgang gaan we er op af. Marieke ziet zelfs 8,5 knoop op de GPS. We gaan dus echt hard.

Page 7: Scheepsjournaal week 34

Rond twee uur laten we het anker vallen. 80 mijl in 11 uur ongeveer. Erg hard. We eten lekker een soepje en dan gaan we naar Charlestown. We moeten inklaren en dat gaat helaas niet zo snel. Eerst moet ik op de customs wachten, dan papieren invullen en naar de immigratie. Wach-ten bij de immigratie en dan naar de Port Autho-rity om vervolgens weer terug te gaan naar de customs voor een cruising permit. Marieke heeft ondertussen kennis gemaakt met de vrouw van de filatelistische unie of zo.

Ze verkoopt postzegels van Nevis aan het buitenland. Ze zijn druk in gesprek en de vrouw wil ons wel rondrijden om de apen te laten zien. Heel aardig. Ze leidt ons naar haar auto en we gaan met zijn vijven ach-terin zitten. Een collega van haar rijdt ook mee. We rijden Charlestown uit en gaan het land in. De wegen op Nevis zijn heel eenvoudig. Je hebt één hoofdweg die in een cirkel rond het eiland ligt. Van daar uit leiden secundaire wegen je door het eiland. We rijden eerst over de hoofdweg en dan gaan we richting Mount Nevis. Waar ze de aapjes verwacht zijn ze niet. Het is wel grappig om te zien dat ze veel mensen kent op het eiland. Ze rijdt met het raam open en als ze een bekende ziet roepen ze even naar elkaar en dan rijdt ze weer door. We kopen bij een beken-de van de dame nog een soreljuice we gaan door naar de Hermitage. Daar moeten ze zijn. De Hermitage was vroeger een plantage en is nu een hotel met hele gave cottages die je kunt huren. Het is erg mooi om-dat het goed bij de stijl van het eiland past. Het zijn huisjes van hout met een grote veranda. Hier zijn inderdaad de apen. We zien ze op de takken zitten en ze rennen snel weg als ze de auto horen. Ze zijn ongelofelijk schuw. Daarom heeft het geen zin uit te stappen want dan zijn ze meteen ver weg. We nemen foto’s en dan draaien we weer om. We gaan weer terug naar Charlestown. Als we terug zijn dan bedanken we de vrouw heel hartelijk voor de leuke rit. We gaan weer naar de boot want het is al weer etenstijd. Als we op de boot zijn gaan we nog een stukje verkassen, dan liggen we morgen lekker bij het strand. We halen het anker er uit en dan varen we naar Pinney’s beach.

Page 8: Scheepsjournaal week 34

We zien daar de Ostrea liggen. Die hebben we sinds Lanzarote niet meer gezien. Wat leuk om ze weer te ontmoeten. Ze zijn op dit moment niet aan boord, dus we zien ze later nog wel. We pakken een mooring. Dat hebben ze goed gere-geld hier. Er zijn overal moorings en je hebt ze al betaald bij het inklaren. Dat zorgt er wel voor dat de zeebodem niet kapot geankerd wordt. We gaan lekker eten en daarna gaan de kinderen lekker slapen. Marieke gaat de foto’s uitzoeken voor het scheepsjournaal. Ik schrijf nog een deel van het stuk van vandaag en dan ga ik nog even langs bij Pieter en Sabien. Ik ben benieuwd naar de verhalen die ze hebben. We hebben inder-daad genoeg om over te praten en het is erg ge-zellig. Om elf uur ga ik toch maar terug naar boord. Ik start de motor en Pieter maakt nog een geintje dat als hij het niet doet je met deze wind zo in Mexico bent. Ik vaar terug en 40 meter later valt de motor uit. Hij wil ook niet meer starten, maar gelukkig heb ik nog een tank bij me. Als die op de motor is aangesloten start hij uiteindelijk wel. Oef, Mexico lijkt me prachtig, maar dat staat nog niet zo hoog op mijn verlanglijst. Binnen een paar tellen ben ik aan boord. Marieke is nog in de kajuit en vraagt hoe het was. Heel leuk. Dan gaan we lekker naar bed en kijken nog een afle-vering Criminal Minds, tenminste het begin dan.

Page 9: Scheepsjournaal week 34

Dinsdag 19 februari

Gisteren lag ik al vroeg, tijdens de film, te slapen. Heerlijk was dat. Bas was op sjouw. Dus ik had de bank voor mezelf alleen. Kan niet anders zeggen dat al-leen een avondje banken, helemaal niet verkeerd was. Zo lang heeft het denk ik

niet geduurd. Na een kwartier sliep ik al. Toen Bas thuiskwam ben ik lekker in mijn bedje gekropen. Op deze manier toch wel weer wat verlo-ren uurtjes ingehaald!

Toen Frederique bij ons kwam liggen, niet voor ons maar voor de e-reader, was ik al wakker aan het worden. Dat is toch eigenlijk het fijnste. Wakker worden uit jezelf en niet door de wekker. Daarbij maakt het niet uit of het de echte wekker is, of dat het de meiden zijn. Nee, deze ma-nier van wakker worden staat me goed aan.

We maken een snel ontbijtje en beginnen daarna met school. Frederi-que is heel enthousiast en wil twee lessen rekenen. Die goede moed moeten we maar laten gaan en zo rekent ze twee lessen weg. Heerlijk! Ik help waar nodig en ondertussen bereid ik de taallessen voor. Bas is met Lijn aan het lezen en Liedje luistert mee. Daarna doet ze een kra-lenplank en ga ik met Lijntje schrijven en iets van haar werkbladen doen. Ondertussen drinken we muntthee met honing. Wat een geweldig relaxte ochtend zo met ons vijven. Die willen we elke dag wel.

Bas gaat met Lijn en Liedje naar de kant en Frederique en ik doen een paar taallessen. Het thema voor de komende twee weken is eten. Lek-ker en leuk om over te hebben. We hebben er veel plezier om en den-ken aan al het lekkere eten thuis. Morgen tijdens school maar eens vra-gen of ze echt iets mist uit Nederland. Ik mis de appelstroop van de Ap-pie. Wie weet verkopen ze deze wel op St. Eustatius. Dat ligt gelukkig op de route!

Bas heeft vanmorgen een brood gekneed en ik doe het in de oven als zij weg zijn. Als ze terugkomen ruikt de hele boot al naar het brood. Als Lijntje aan boord stapt zegt ze OHHHH het ruikt hier heerlijk! Ze heeft gelijk. Het ruikt inderdaad heerlijk! Het smaakt ook heerlijk….Helaas is Bas vergeten er zout op te doen! Dat maakt echter niks uit en we genie-ten weer eens van een zelf gebakken warm broodje. Super.

Page 10: Scheepsjournaal week 34

Na de lunch gaan de meiden even rusten. We hebben vanmiddag met de bemanning van de Ostrea afgesproken op het strand, dus is het voor de meiden slim als ze nu wat rusten en aan Liedje haar toetje te zien is dat geen luxe. Zij rusten en wij overdenken onze plannen nog een keer! Dat zullen we vast nog veel doen de komende tijd! Even is het rustig op de boot. Dat is soms zo fijn.

Liedje is echt in slaap gevallen. Ze wil door Frederique niet wakker ge-maakt worden, maar als Bas zegt dat we naar het strand gaan, dan is ze snel van de partij. Iets na tweeën verlaten we de boot en gaan we richting het strand. Er staat een dikke deining en we overleggen op welke manier we het beste ons bootje op het strand kunnen krijgen. We willen namelijk echt niet gelanceerd worden en al helemaal niet op z’n kop. Met een rot vaart worden we het strand opgeblazen. We ko-men dwars op de golven te liggen en ik ben bang dat we omslaan. Bas springt als eerste uit de boot en zegt ons dat we ook heel snel er-uit moeten, voordat de volgende golf eraan komt. We springen snel uit het bootje en op de volgende golf lukt het Bas en mij om hem het strand op te krijgen.

We zitten bij Sunshine. Een super relaxt plekje. Er is een trampoline voor de kids. Ook hebben ze een glijbaan, een schommel en niet te vergeten een aapje. Dit aapje is weliswaar vastgebonden en is niet puur natuur zoals gisteren, maar de meiden vinden het allemaal reuze interessant. Ik vind het eigenlijk heel zielig.

De meiden spelen volop en wij kletsen. De laatste keer dat we Sabien en Pieter hebben gezien is op Lanzarote geweest. Dus we hebben veel te kletsen. Zo vliegt de middag voorbij. Dan gaat Bas met de mei-den nog body surfen. De golven zijn er hier goed voor.

Page 11: Scheepsjournaal week 34

Wat een lol en plezier. Kathelijn wordt nog een keer gelanceerd en zit helemaal vol met zand. Ze is er dan wel klaar mee. Daarna gaan Bas en Pieter nog even op pad om te zien of we in het nabijgelegen zwem-bad van het resort mogen zwemmen. Dat mag wel, maar dan moeten we wel een overnachting boeken a 470 US Dollars. Helaas voor de meiden, dan zwemmen ze maar even niet! Wat een bedragen he. 470 US Dollars per nacht.

Terug bij de tafel maken we ook kennis met de bemanning van de Ve-la. Zij zijn voor twee a drie jaar op reis. Ze zijn hun plannen aan het bij-stellen. Ze wilden oorspronkelijk de pacific in, maar om moverende re-denen doen ze dat nu niet. Het blijft ronduit knap als je om welke reden dan ook, je plannen alsnog along the way aanpast.

We gaan terug naar de boot en de bemanning van de Ostrea gaat met ons mee. De kinderen kijken een filmpje en wij kletsen buiten verder. Gezellig! Hoog tijd om iets te eten te gaan maken en zo eten we dus met 10 man op ons bootje. We eten kip. Ik moet in mezelf lachen, want het begint er zo toch echt wel op te lijken alsof we alleen maar kip eten, want iedere keer als er mensen mee-eten eten we kip.

Zo wordt het veel te snel veel te laat en is het hoog tijd voor alle kind-jes om te gaan slapen. Ze vallen als prinsesjes in slaap. Wij rommelen nog wat en gaan dadelijk ook lekker op tijd slapen.

Page 12: Scheepsjournaal week 34

Woensdag 20 februari

Het is weer een doordeweekse dag, dus na de koffie en het ontbijt gaan we weer naar school. De kinderen komen niet heel goed op gang, maar de show must go on. Pieter komt om een uur of tien langs om te vragen of we zin hebben om mee te gaan naar White Bay op St. Kitts. Natuurlijk hebben we dat. Eerst wil ik het vuilnis weggooien en Pieter heeft

ook wat aan boord en gaat dat halen. Onderweg komt hij een Amerikaan tegen die aan het snorkelen is. Ze zijn druk in gesprek als ik naar Pieter vaar. De wetenswaardigheden van de omringende eilanden worden uit-gewisseld. Daarna gaat Pieter het afval halen. Samen scheuren we naar het dinghydock waar ook de kliko’s zijn. Op de terugweg vaart er iemand mee van het eiland. Hij moet naar de politieboot gebracht worden want ze zijn de moorings aan het controleren. Als hij afgezet is gaan we koffie-drinken op de Ostrea. Op de Mare Liberum zie ik nog geen beweging, dus ze zullen zoet aan het leren zijn. De deining op Pinney’s Beach wordt hoger en hoger, dus het is goed als we weg zijn. Ik ga terug naar boord, want dan kunnen we vlot weg. We ruimen alles op en sluiten de kuiken en raampjes voor af.

De mooring gooien we los en weg zijn we. De Ostrea zeilt net achter ons langs. We zetten de zeilen en zo varen we dicht bij elkaar. Het is maar van korte duur, want de Ostrea is 10 voeten langer. We lopen zelf ook echt hard, maar de Ostrea gaat wel echt wat harder. We klokken als maximum 8 knopen met 22 knopen wind. We hoeven maar 8 mijl te va-ren, dus met een ruim uur lopen we de White house bay binnen. We an-keren dicht bij elkaar en we spreken af te gaan surfen, maar dat veran-deren we weer in snorkelen. Ondertussen dat wij ons hierop voorberei-den is Pieter met Mare en Katie met de rubberboot aan het surfen. Voor onze kinderen ga ik ook de plank en de rubberboot pakken. Waarschijn-lijk op de verkeerde dag want ze zijn er zo mee klaar. Pieter wil nog wel achter de boot hangen met zijn plank. Als hij net staat stopt de motor er mee. Ik probeer hem te starten met andere benzine, maar dat helpt niet. We roeien terug naar de boot. ik probeer de carburateur te spoelen. Maar dat geeft niet het gewenste resultaat.

Page 13: Scheepsjournaal week 34

Op Pieters advies hangen we de motor aan de railing en dan halen we de carburateur er af. Ondertussen gaan de meeste meiden snorkelen. Ze varen met Sabien mee naar een wrak, of resten van een huis. Pieter en ik halen de carburateur uit elkaar en maken alles schoon. Eén sproei-er was een beetje verstopt en in de carburateur zit wederom water. We monteren de carburateur weer op de motor en dan kan hij weer terug aan de dinghy hangen. Hij start nog steeds niet goed, in het beste geval maakt hij toeren met de choke open. We rommelen wat met de brand-stof leidingen maar het gaat niet echt beter. Dan ineens als ik hem weer aantrek geeft hij een plof en hup hij komt op gang, zonder choke. Onder-tussen zijn de andere dames terug van het snorkelen. Pieter en ik gaan even proefdraaien. De boot wil nog niet planeren dus er zit nog wat an-ders in de weg. We vervangen het brandstoffilter en hup daar gaat hij weer als de brandweer. We pakken de surfplank en ik ga er eerst achter hangen, dit gaat goed, ik sta zelfs. Pieter gaat ook nog een ronde op de plank en zo eindigen we bij de Ostrea, waar alle dames al zijn. Het is ondertussen borreltijd geworden. De kinderen zijn binnen heerlijk aan het spelen en wij genieten in de kuip. Het wordt ondertussen etenstijd en Pieter en Sabien nodigen ons uit om mee te eten. Er wordt gekookt en de muziek staat aan. Het is echt heel gezellig. Net voor het avondeten zet Pieter Frank en Mireille op met de torens van Cadzand, voor het be-tere heimwee-gevoel. Het is het lijflied op de Ostrea. Als het eten op is en de afwas gedaan, gaan we nog lekker aan de koffie. Daarna is het hoogste tijd voor de kinderen om terug te gaan. Kathelijn slaapt al. Terug aan boord gaan de meiden meteen naar bed. Marieke en ik volgen wat later.

Page 14: Scheepsjournaal week 34

Donderdag 21 februari

We hebben gisteren afgesproken om van-daag om negen uur te gaan lopen met de Ostrea. We zijn gelukkig op tijd opgestaan en om negen uur varen we samen met de anderen naar de kant. Bij de kant aangeko-

men tillen we de rubberboten uit het water. Er is geen mooi strand, al-leen grote kiezels ter grote van een handbal. Met vermeende krachten tillen we beide boten omhoog. Nu is het wel een nadeel zo’n grote bui-tenboordmotor. Dan gaan de schoenen aan en gaan we op pad. We let-ten scherp op apen, want het kan zijn dat die hier leven. In eerste in-stantie lopen we naar de nieuwe jachthaven. Die ligt in de lagune en daar is ook nog een heel klein baggerbootje aan de gang. Zo te zien hebben ze nog geen echte haast. We gaan verder, want hier is het niet echt de moeite waard. We lopen via een ander pad naar de weg. We zien al een paar aapjes in de struiken. Wanneer we de weg oplopen gaan we langs de lagune naar het oosten. Daar moeten nog mooiere stranden liggen. Ze zijn druk bezig dit hele gebied te ontwikkelen. Je ziet hier en daar de percelen aangegeven en langs de weg is het gras gemaaid en de boel dus netjes verzorgt.

We komen af en toe aapjes tegen en Mare probeert ze een banaan te voeren. Ze zijn erg schuw en de banaan blijft onaangeroerd. We krijgen het idee dat we verkeerd lopen. Pieter vraagt de weg aan een paar bouwvakkers. We hadden voor een bepaald strand de andere kant uit moeten lopen, maar we kunnen ook door lopen, dat is ook mooi. We gaan verder op pad. Er worden hier schitterende villa’s gebouwd met grote veranda’s en met een geweldig uitzicht over de lagune. We gaan

via een pad tussen twee villa’s door naar een strand. Het begin lijkt nog niet zo mooi, er ligt veel dood zeegras op het strand. Een 100 meter verder is het al veel beter. Wat is dit een mooi strand. De zee is heel mooi blauw en er staat een mooie branding, de palm-bomen maken het af. We staan ons te vergapen aan de schoonheid van deze plek.

Page 15: Scheepsjournaal week 34

De kinderen zijn al druk aan het spe-len, die vinden het prima hier. We wil-len hier wel even blijven, Sabien zegt zeker wel een uur. Dan wil ik onze surfplank wel halen. Pieter heeft min-der ambitie en blijft bij de rest. Ik zet de gang er in en loop met een stevige pas naar de boot. De afstand valt me tegen.

Ik had gedacht dat de baai dichter bij was. Ik heb mijn bedenkingen of ik door ga. Ga ik dit iedereen aandoen dat ze zo lang moeten wachten op me? Dan kom ik bij de baai en denk het nog een keer. Wat ligt onze boot ver weg. Ik trek mijn schoenen en shirt uit en zwem naar de boot. voor mijn gevoel ben ik wel een kwartier aan het zwemmen. Op de boot pak ik binnen de was voor de surfplank en ga ik de plank in de was zetten. Ik sluit de boot weer af en ga beginnen aan de terugweg. Als ik een eind verder ben ontdek ik dat ik de sleutel van de boot kwijt ben. Gelukkig hangt de sleutel aan een drijvertje. Die zie ik bijna bij de boot drijven. Kan ik weer terug. Als ik de sleutel heb peddel ik naar de kant. Dat is gewoon nog zwaarder dan zwemmen. Mijn armen zijn zo zuur als een augurk. De kant komt gelukkig toch uiteindelijk zo dichtbij dat ik kan gaan lopen. Ik trek mijn schoen aan en ga weer op weg. Lo-pen gaat in elk geval sneller dan zwemmen. Ik loop weer in een kwar-tier terug en dan ben ik weer bij de rest. Ze hebben een mooi plekje gevonden en de kinderen zijn lekker in het water en met het zand aan het spelen. Ik ga eerst maar eens surfen, dat heb ik nog maar zo wei-nig gedaan.

Page 16: Scheepsjournaal week 34

Pieter geeft nog wat goede aanwijzingen en dan ga ik het water in. Spannend! Het erg leuk al gaat het nog wel erg stuntelig. Dan laat ik Pieter weer even, kan ik uitblazen. Mare en Frederique gaan ook nog even op de plank, maar nog niet zo diep. De meiden vinden het geweldig. Even later probeert Frederique zelfs te staan. Stoer zeg.

Er is bij het strand een private club. Het hoort bij de huizen en de jachtha-ven. Marieke is gaan vragen of we daar kunnen lunchen. Het mag mits we wel een beetje gekleed zijn. We lopen er naar toe en we stappen in een andere wereld als we The Pavillion betreden. Zo heet het restaurant met bar, met surfplanken, kano’s, douches en zwembad. Het personeel is helemaal weg van Pien, de jongste dochter van Pieter en Sabien. De da-mes volgen ieder stapje van haar. We bestellen wat te drinken en de kin-deren gaan helemaal uit hun dak in het zwembad. Aanvankelijk waren ze wat terughoudend toen Marieke kwam vragen of we konden lunchen en of de kinderen mochten zwemmen. Nu schijnen ze het erg leuk te vinden dat we hier binnen zijn gelopen. We zijn echt een supermooie club in gelo-pen, wat een luxe allemaal. Alles is zo mooi gemaakt en aangelegd. Bij-voorbeeld het zwembad. De rand van het zwembad is heel laag en als je vanaf het restaurant naar de zee kijkt is de kleur van het zwembad pre-cies de kleur van de zee. Het is prachtig. De bediening is ook top. Als je waterglas leeg is, komt er meteen iemand je weer bijschenken. We genie-ten er van. De kinderen spelen en wij zitten op het terras lekker wat te drinken en te praten, werelds. We bestellen wat te eten voor de lunch. We hadden smooties besteld, maar dit zijn erg lekkere milkshakes. De kin-deren weten er wel raad mee als wij ze niet meer op krijgen. Als het eten komt krijgen de kinderen een eigen tafel. Er worden handdoeken gehaald

waar ze mee op de kussens kunnen zit-ten. Daar zitten ze dan, vijf meiden op reis, Pien zit bij ons aan tafel in een kin-derstoel. Ze hebben hamburgers met friet. Echt heel super lekker, zelfs de frietjes zijn hier gekruid. Ons eten is ook super lekker.

Page 17: Scheepsjournaal week 34

Marieke en Sabien hebben een Club sandwich met tomaat, brie en uitgebakken spekjes, Pieter heeft een blackened tuna, ziet er ook super uit. Ik heb een off the docks, of te wel the catch of the day. Een snapper met groenten en rijst. Een erg lekkere wijn er bij en we zijn echt even op vakan-tie. Daar waren we wel aan toe ondertussen. Wat een feest. We blijven na het eten nog even zitten, maar de kinderen liggen al weer in het zwembad. Na een tijdje moet ik me excuseren. Ik vind de branding echt te mooi om nog langer te blijven zit-ten. De zee roept. Ik pak de surfplank nog even en ga naar het strand. De golven zijn nog wat groter en hoger geworden tijdens het eten. Het is feest om ook nog te kunnen surfen. De rest blijft bij de Pavillion. Heel begrijpelijk. Als ze een uurtje later over het strand lopen zien ze er helemaal gesoig-neerd uit. Haren die wuiven in de wind en niet stijf staan van het zout. Ze hebben daar mogen dou-chen en ze zijn dus helemaal fris. Ik niet dus, maar dat vind ik niet erg, ik heb me heerlijk uitgeleefd op de surfplank. We lopen terug naar de boot. Pien

ligt al te slapen in de rugdrager. Even later komt Liedewij op mijn nek zitten en die valt ook in slaap totdat we bij de rubberboot zijn. Onder-weg zien we heel veel apen op het land dat St Christophe Harbour gaat ontwikkelen. Van deze organisatie is het hele gebied lijkt het wel. Als we bij de boten zijn wordt Liedewij gelukkig wakker. We dragen de rubberboten het water in en dan vaart iedereen naar de schepen terug. We zijn allemaal rozig geworden van deze mooie dag. Wij maken wor-telstamp met rookworst. Dat is lang geleden. Het smaakt prima, zelfs bij deze temperatuur. Dan is het hoogste tijd voor de kinderen om te gaan slapen. Het is half acht en na gis-teren is dit een hele goede tijd om te slapen. Wij schrijven nog wat en kijken nog even tv voordat bij ons het licht uit gaat.

Page 18: Scheepsjournaal week 34

Vrijdag 22 februari

Vandaag is het vrijdag, dus is niemand echt vrij. De kinderen en Marie-ke starten met school en ik ga wat opruimen en schoonmaken. Als we ontbeten hebben gaan we allemaal aan de slag. De kinderen doen goed hun best. Ze hebben hier en daar wat aansporing nodig, maar het gaat erg goed. Ik ga wat schoonmaken want straks komen er wel-licht weer veel boodschappen binnen en dan hoeft het dan niet. Pieter en ik hadden eerst bedacht dat we vanochtend zouden gaan surfen, maar we hebben allebei nog teveel te doen aan boord. Zo komen we de ochtend door. Om elf uur hebben we pauze en drinken we thee en om twaalf uur zijn we klaar. We hebben nog een kleine vijf mijl te varen naar BasseTerre. De Ostrea is intussen al vertrokken. We ruimen bin-nen en buiten op en dan gaan we varen. Om half twee liggen we weer ten anker.

De Annalena ligt ook in deze baai. We hebben ze sinds Mindelo niet meer gezien. Dat is echt al weer lang geleden. We pakken spullen om boodschappen te doen en de paspoorten en scheepspapieren om meteen uit te kunnen klaren. We varen met de rubberboot naar de ma-rina en leggen hem daar vast aan de steiger. We lopen naar de customs en belanden in een soort Batavia-stad. Alleen maar winkels met horloges, drank en andere luxe dingen. Het lijkt niet erg aange-legd voor de locals. Aan het einde van de straat liggen twee grote crui-se schepen en blijkbaar is dit een soort taks-free gebied. Er staan mannen met aapjes waar je een foto mee kan nemen en verder zijn er heel veel winkels. Bij de cruise terminal zijn ook de customs en immi-gration. We informeren daar op welke tijden we uit kunnen klaren. Als we het kantoor uitstappen komen we Gerard en Rommy tegen. We praten even en ik ga toch maar uitklaren op advies van de vrouw van de immigration. Nadat ik vriendelijk geholpen ben ga ik terug naar de rest. Rommy klaart ook meteen uit. Dan lopen we naar de supermarkt. Als we buiten Batavia komen lopen we het echte BasseTerre in. Auto’s op straat en veel mensen die op straat groenten en fruit verkopen. Hier is dan weer het normale leven. We gaan de supermarkt in en kijken even rond, hmm niet wat we zoeken. Een andere supermarkt heeft weer wat anders. We kopen er voornamelijk bier. Dan steken we de straat weer over om de rest te halen, Marieke was al vooruitgelopen. Slim want ondertussen heeft ze al een halve kar vol.

Page 19: Scheepsjournaal week 34

De kinderen zoeken haar op en ik wacht bij de kassa’s. Kathelijn komt ondertussen in mijn oor fluisteren dat de Ostrea hier ook is, grappig. Ma-rieke staat in de rij te wachten, het duurt behoorlijk lang voor ze aan de beurt is. Als we bij de kassa staan wachten vraag ik of we kunnen beta-len met onze gewone bankpassen. Dat kan. Als alle boodschappen de kassière hebben gepasseerd wil Marieke betalen. Probleem. De pas kan niet. De manager/eigenaar bemoeit zich er mee, maar ook hij kan de pas niet aan de gang krijgen. Wij hebben echt mazzel, Sabien staat na-melijk achter Marieke en wil wel voorschieten. Pfff, daar komen we weer goed weg. We pakken de spullen in op de karretjes en gaan naar de rubberboot. Mare, Katie en Sabien lopen ook die kant op. We laden de boodschappen in de rubberboten en dan gaan wij terug naar de Mare Li-berum. Mare en Katie gaan met ons mee naar de boot. Sabien wacht nog even op Pieter. Aan boord ruimen we snel de boodschappen op en de kinderen zijn al heerlijk aan het spelen. Katie en Kathelijn hebben dik-ke pret met ‘Wat ben ik’.

Pieter en Sabien komen langs en zij gaan even langs de Annalena en nodigen Gerard en Rommy uit voor de borrel tien minuten later komt ie-dereen bij ons aan boord. We openen met rum-punch, door Pieter ge-brouwen. De punch smaakt erg lekker, namelijk naar meer. Na een tijdje gaan Pieter en ik pizza’s halen in het dorp. Niemand heeft echt zin om te koken en ze hebben hier een Domino’s. Pieter en ik gaan op jacht naar pizza’s terwijl de rest lekker door borrelt. Als we door BasseTerre lopen is het lekker druk op straat. Er staan wat barbecues langs de straat waar ze kip aan het bereiden zijn. Dat ruikt zo lekker. We lopen de stad in en bij Domino’s bestellen we de pizza’s. Het is een kwartiertje wachten.

Dus we gaan ergens even een biertje pakken. De timing is perfect, als we binnen lopen bij Domino’s roept er iemand onze bestelling af. We gaan terug en bij de haven haalt Pieter een paar Duitsers over om toch de stad in te gaan. Ze stonden waarschijnlijk te twijfelen of ze het dorp wel in durfden. Wij gaan de rubberboot in en varen weer naar de Mare Liberum. De kinderen eten binnen hun Margerita’s en wij eten onze piz-za’s buiten onder het genot van een pilsje of punch. We borrelen nog even na en dan is het weer veel te laat voor de kinderen. Ze gaan snel naar bed. Kathelijn heeft er het meeste moeite mee. Ze zit nog met een film in haar hoofd en droomt er al van terwijl ze nog wakker is of slaapt. Heel sneu, want ze moet steeds huilen. Eindelijk valt ze lekker in slaap. Meiske toch. Frederique ligt ook nog wat te draaien en dan gaat ze ook onder zeil. Het was weer een geslaagde dag.

Page 20: Scheepsjournaal week 34

Zaterdag 23 februari

De ochtend begint weer met het gebrui-kelijke ritueel. We worden wakker van de meiden, wrijven een paar keer in onze ogen en dan zijn we op gang. Marieke vaak sneller dan ik. Vandaag dus ook. We hebben wel lekker een rustig begin van de ochtend. Ik vaar nog even naar Pieter en Sabien om nog even terug te betalen van wat ze voor ons hebben

voorgeschoten. Ik drink er nog een lekker bakje thee en dan gaat Pieter Gerard helpen met de buitenboordmotor. Ik kijk ook nog even mee, maar volgens mij voegt mijn kennis niet heel veel meer toe, dus ik ga weer te-rug naar de boot. De kinderen spelen lekker zelf in de boot. Wij drinken ondertussen nog een bakje koffie en ik maak broodjes voor uit het vuistje. Om elf uur gaan we naar de kant. We willen nog Basseterre bekijken en we hebben nog EC-dollars over. Die willen we graag op gaan maken, want dit is het laatste eiland waar ze deze valuta gebruiken. We nemen het vuilnis mee en dan gaan we naar de kant. De winkelboulevard voor de cruisepassagiers ligt er uitgestorven bij. Er zijn geen schepen en een blind paard kan er nu geen kwaad doen. Wat een verschrikkelijk fake stukje St. Kitts. We lopen er doorheen en dan gaan we weer naar de nor-male wereld. Daar is het een drukte van belang. Volgens mij is het hier al-tijd een beetje druk ook in de nacht. We lopen door het stadje en het ziet er hier en daar een beetje pauper uit, maar de meeste panden zijn wel erg mooi van kleur. Dat doen ze wel goed hier op de eilanden.

Ze gebruiken vrolijke kleuren. We lopen door een parkje heen en zo komen we bij een kerkje aan waar we even binnenlopen. Aan de buitenkant is het een massie-ve kerk gebouwd met grote keien van het land. Binnen is de kerk mooi, met open ramen en sobere versieringen in de vorm van klei-ne schilderijtjes aan de wanden.

Page 21: Scheepsjournaal week 34

Niet zo uitbundig als in Italië. Het verschil is enorm eigenlijk, terwijl dit ook charmant is. We lopen nog wat door de straten en bij een bakker kopen we ijs-jes. Heel typisch is dat je de prijs voor een ijsje krijgt, namelijk EC$ 5 en daarna komt er nog belasting bij de bakker kopen we vers brood. Nu hebben we nog een paar van die dollars over en dat gaan we opma-ken in de supermarkt. Marieke loopt al vooruit want wij lopen nog met onze ijsjes in onze handen. Met vers vlees en een saladedressing zijn de dollars op zes cent na op. Nu kunnen we weg.

We gaan naar de boot en maken de boot klaar voor vertrek. De Ostrea en de Annalena zijn al vertrokken en wij willen nu ook graag weg. De motor komt weer op de preekstoel en we ruimen binnen alles op. Dan gaat het anker er uit en we rollen de zeilen uit. Met een mooie snelheid gaan we richting St Eustatius. Het is 20 mijl varen dus we hebben er wel een paar uur voor nodig. Onderweg warmen we restjes van de pizza’s van gisteren op. We hebben allemaal een punt en de verdere honger stillen we met broodjes. Onderweg probeer ik met Koen in Herpt te Skypen maar de verbinding is net te slecht. Jammer, maar het was leuk om hem even te horen. Misschien lukt het in St. Eustatius. Rond vier uur komen we de baai in. Tegelijkertijd komt ook het Flying Circus binnen. Da’s ook toevallig. De Cedo Nulli ligt ook in de baai. Als we een mooring hebben opgepikt ga ik nog even kijken of hij wel deugt. Hij ziet er nogal aangegroeid uit, dus we hebben geen idee hoe goed hij is. Gelukkig deugt hij en blijven we lekker liggen. Ik praat vanuit het water even bij met Joris en Nicole en hoor dat de douane nog aanwezig is. Ik ga snel de rubberboot klaar maken en dan vaar ik naar de kant. Helaas is het kantoortje al dicht. Morgen beter. Ik vaar weer terug en Joris en Nicole komen even langs voor een pilsje. Daarna gaan we voor het eten zor-gen en Joris en Nicole gaan ook terug om te eten. We zien elkaar na het eten, spreken we af. Als de kinderen in bed liggen en de afwas is ge-daan komen Joris en Nicole met de rugzak met lekkere dingen. Ze heb-ben weer een nieuwe rum-punch bedacht. Ook deze smaakt weer te lekker. Ondanks al dit lekkers weten we dat we op tijd moeten stoppen. Het was in ieder geval weer heel gezellig om bij gekletst te hebben.

Page 22: Scheepsjournaal week 34

Tot slot: The green flash

The green flash. Hier in de Cariben hebben veel mensen het er over.

Het gaat over de groene flits die je ziet als de zon ondergaat. Het is het

allerlaatste stukje zon dat een fractie van een seconde groen kleurt.

Daardoor is het moeilijk om te fotograferen. Eerst zit je recht tegen de

zon in met je camera en kan je de belichting nauwelijks kloppend krij-

gen. Daarna zakt de zon met een rotgang naar beneden en ben je weer

aan het bijstellen. Tegen de tijd je ogen tranen van het licht is het zover.

Als je naar de zon kijkt en je knippert op het laatste moment heb je hem

niet gezien. Dus veel mensen missen hem. Als je googled op green

flash en afbeeldingen zijn het er maar een paar. De green flash is zelfs

bussiness. Op St. Eustatius was een kroeg die garandeert dat er iedere

avond een green flash te zien is. Wij hebben hem op deze reis tot dus-

ver maar een paar keer gezien. Vaak zijn er toch een paar wolken op de

horizon en dan is hij er niet. Maar Marieke heeft voor het bewijs ge-

zorgd! Een foto van de Green Flash!

uitgezoomd

ingezoomd