carmel magazine nr 16, december 2010

24
3 DECEMBER 2010 JAARGANG 7 NUMMER 16 DECEMBER 2010 stichting carmelcollege MET LIEFDE KLAARGEMAAKT DERTIG MILJOEN OP DE PLANK CARMELSCHOLEN ALS KWEEKVIJVER VOOR TALENT

Upload: stichting-carmelcollege

Post on 22-Mar-2016

219 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Carmel Magazine nr 16, december 2010

TRANSCRIPT

Page 1: Carmel Magazine nr 16, december 2010

3

D E C E M B E R 2 0 1 0ja

aR

ga

ng

7 n

uM

ME

R 1

6 D

EC

EM

BE

R 2

01

0

stichtingcarmelcollege

MEt liEfDE klaaRgEMaakt

DERtig MiljoEn op DE plank

CaRMElsCholEn als kwEEkvijvER vooR talEnt

Page 2: Carmel Magazine nr 16, december 2010

2

vastE RuBRiEkEn

stanDpunt van EEn sChoollEiDER ......................3

ColuMn RoMain Rijk ......................................................7

BElpanEl ..................................................................................8

Mijn passiE .............................................................................9

hoE ging hEt vERDER MEt .......................................12

niEuws ....................................................................................13

niEuws (vervolg) .................................................................16

DE BuitEnwaCht ..............................................................17

ColuMn jos BaaCk .........................................................21

quiCksCan ...........................................................................22

CaRMElsCholEn als kwEEkvijvERvooR talEntUitblinkers

hEt gaat niEt allEEn oM DECijfERtjEsJe moet jezelf een doel stellen

DERtig MiljoEn op DE plankWe hoeven geen winst te maken

1814

10

in dit nummer

stiChting CaRMElCollEgE omvat 12 instellingen voor

bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen

we een breed onderwijs aanbod in een kleinschalige en veilige

omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw.

Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen

zijn aan de Carmel verbonden:

Almelo, Pius X College, St.-Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum

Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege

Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmel college

Gouda ◗ Groenlo, KSG Marianum ◗ Haren, MaartensCollege,

International School Groningen ◗ Hengelo, Sg. De Grundel,

Sg. Twickel ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss,

Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland

MEt liEfDE klaaRgEMaaktEen kwart eeuw schoolrestaurant 4

Page 3: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

3

standpunt van een schoolleiderWERk mAkEN VAN ONDERWIJS

Opmerkelijk vind ik de (landelijke) discussies over onder-wijs. Veelal gaat het daarbij om wat ik de ‘randen van het onderwijs’ zou willen noemen, zoals trekkingsrecht, onderwijstijd, schoolboeken of maatschappelijke stage. Voor mij als schoolleider bijzaken, ook al gaat hier een groot deel van de tijd aan op.

De aanpak van zo’n (bij)zaak kent meestal een vaste route. In een stuurgroep, werkgroep of commissie wordt het onderwerp eerst ‘bespreekbaar gemaakt’. Er komt vervolgens een notitie en veel overleg waarna het

thema uiteindelijk wordt toegevoegd aan de activitei-tenlijst. Voor de invoering van al dat moois huren we tenslotte een consultant, implementator of bevlogen filosoof in.

Dat is vooral ‘praten over onderwijs’. En dat heeft niets te maken met wat er in de school zou moeten gebeuren, namelijk… werk maken van goed onderwijs, zorgen dat leerlingen goed leren en binnen de gestelde tijd een diploma halen… met goede cijfers.

Dat begint met docenten die doen waar ze goed in zijn, leerlingen enthousiast maken voor hun vak. Ze laten zien dat wiskunde leuk is, laten ervaren dat geschiedenis over mensen gaat en laten voelen dat er niets mooiers bestaat dan een Frans gedicht. Daarom heeft onze school gekozen voor kennisteams (in tegenstelling tot begeleidingsteams) met docenten die (weer) echt met hun vak bezig kunnen zijn. In havo/vwo betekent dit sterk inzoomen op de inhoud, in het vmbo meer accent op de vaardigheden. Centraal staat het primaire proces met een leraar die van lesgeven houdt en die zijn passie en enthousiasme wil delen met zijn leerlingen.

De rol van de schoolleider hierbij is betrekkelijk eenvou-dig: analyseren, faciliteren en motiveren. En scherp zijn op de resultaten van leerlingen én van docenten. Ons ideaal is een eigen leertraject voor iedere leerling. Dat vraagt om een goede organisatie met handige roos-ters en flexibele onderwijsruimten en docenten die daar op een slimme manier mee kunnen omgaan. Dat leidt tot leerlingen die kunnen presteren op hun eigen niveau en daarin succesvol zijn.

Er is veel waan van de dag. Een beetje schoolleider probeert dat buiten de deur te houden, of er tenminste voor te zorgen dat docenten en leerlingen hier weinig van merken. Je kunt als rector je dagen vullen met onderwijskundige bijzaken, met procedures en congres-sen en met heel veel politieke valwinden. Het is beter om dat niet te doen en te kiezen voor onderwijs… waar leerlingen veel leren van docenten die hier met plezier en enthousiasme werken. ◗

kEES TORREmANRector Carmelcollege Emmen

STANDPuNT‘Praten

overonderwijs’

Page 4: Carmel Magazine nr 16, december 2010

4

Page 5: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

12.35 uuR, VOORgEREchTEen gongslag luidt het begin van de maaltijd in. Bij het 12,5-jarig jubileum van de Eetsoos zamelden de gasten geld in en sindsdien hoort de gong erbij. Even later komen de leerlingen met de soepterrines. Alleen vierdejaars werken in de Eetsoos. De eerste weken

van het schooljaar oefenen ze nog op tweede-jaars leerlingen, maar dan begint het echte

werk. Dat gaat via een beproefd roulatie-systeem: 6 tot 8 weken restaurant, 6 tot

8 weken keuken, 6 tot 8 weken in de facilitaire dienst.

11.45 uuR, gROOTkEukEN‘Nooit geweten dat hier ontbijtkoek in moest!’ Ella (vmbo-4) verdeelt handenvol kruimels over een pruttelende schaal waaruit heerlijke geuren opstijgen. Haar sukadelapjes spelen vandaag de hoofdrol. Daarbij gegratineerde witlof en kookaardappels. Vooraf champignonsoep en trifle na. Na 25 jaar weet docent en keukenchef Marian Barneveld precies wat ‘haar’ oude-ren lekker vinden. Bijna dertig in getal, komen ze elke dinsdag en/of woensdag rond het middaguur voor een warme maaltijd. Kosten: 4,50 p.p. Het is een vaste en hechte groep, al vallen er door de hoge gemiddelde leeftijd elk jaar wel enkelen weg. De open plaatsen worden gevuld vanuit een wachtlijst.

12.17 uuR, ONTVANgSTbALIEEen hoogbejaarde dame wordt voor de deur afgezet door haar dochter van in de zeventig. Docent en gastvrouw Astrid van Riggelen ziet het met een glimlach aan: ‘Daar komt mevrouw Van der Veer.’ Een leerling helpt de oude dame voorzichtig de trap op. Van Riggelen: ‘Ook dat moeten ze leren. Welke hulp wil een oudere? Wel of niet helpen met de jas uittrekken? “Zorg op maat” is een examenonderwerp. Leerlingen leren hier zóveel. Doofheid, reuma, parkinson: hier zie je wat het betekent. Een van de gasten heeft suikerziekte en spuit aan tafel insuline. Een andere gast draagt een pruik, maar waarom? Dit is echt.’

Eerder vanochtend heeft teamleider Ron Löbker uitge-legd waardoor het komt dat dit schoolrestaurant meer doet dan maaltijden serveren. De Eetsoos is een officiële ouderenvoorziening en staat sinds jaar en dag op de voorzieningenlijst van de Stichting Welzijn Ouderen. De ouderen worden goed in het oog gehouden. Als er onverwacht een stoel leeg blijft, volgt die middag nog een telefoontje. ‘Bent u ziek?’ Wie aan huis gekluisterd raakt, krijgt het eten thuisbezorgd. En wie door de week behoefte heeft aan wat gezelschap, kan zich aanmelden als stageadres voor leerlingen.

5

De Eetsoos van Citycollege De grundel in hengelo serveert niet alleen eten, maar ook aandacht. al 25 jaar geven de

maaltijden voor ouderen uit de buurt ritme aan de week. Carmel Magazine keek in de keuken en proefde de zorgzaamheid.

Met liefde klaargemaaktEen kwart eeuw schoolrestaurant

‘Wie aan huis gekluisterd

raakt, krijgt het eten thuis-

bezorgd’

Page 6: Carmel Magazine nr 16, december 2010

6

Aan tafel 1 geniet de 93-jarige mevrouw Bouwman van haar champignonsoep. Zij is een van de gasten van het eerste uur. Ruim 23 jaar geleden vroeg haar buurvrouw of ze mee uit eten ging. Sindsdien komt mevrouw twee keer per week. ‘Ik ben alleen en dit is gezellig. Je hebt een vast punt in je week. En het eten is prima.’Ook andere gasten noemen voordelen. ‘Even geroezemoes om je heen.’ ‘Een keer niet alleen hoeven eten.’ En: ‘Heerlijk om niets op te hoeven ruimen.’

12.45 uuR, hOOfD- EN NAgEREchTDe leerlingen zijn ‘zulke leuke jongens en meisjes’, zeggen de dames van tafel 2. Aan het eind van elke maaltijd wordt steevast voor ze gecollecteerd. Mevrouw Hodes: ‘Weet je wat ik zo leuk vind? Dat ze de leerlingen altijd een praatje met ons laten maken.’Ook dat staat inderdaad op de lijst met leerdoelen. Koken, gasten ontvangen, hulp bieden, reserveringen bijhouden, de kassa bedienen, opruimen: door de integrale benadering dekt het schoolrestaurant veel

ANDERE SchOOLRESTAuRANTS

In restaurant ’t Etmaal (Etty Hillesum Lyceum, De Keurkamp) ontvangen leerlingen van klas 3 en 4 Intersectoraal Dienstverlening en Commercie op woensdag- en donderdagavonden buurtbewo-ners (vooral senioren), ouders en schoolpersoneel. ‘Het werken met echte gasten zorgt ervoor dat de leerlingen sociaal vaardiger worden. Ook wordt steeds duidelijker dat een goede beroepshouding essentieel is om in de maatschappij te slagen.’

Le Jardin (Twents Carmel College Oldenzaal, locatie Potskampstraat) is op dinsdag en donder-dag open voor de lunch. Vooral oudere buurtbe-woners eten er, daarnaast af en toe familieleden van de leerlingen (3 en 4 vmbo Horeca, Toerisme en Voeding, basis en kader). Het voordeel: ‘Leer-lingen voeren technische vaardigheden uit in een “echte” situatie en trainen sociale vaardigheden in de praktijk.’

Leerrestaurant het hoge huis (Het Hooghuis, Oss) is driemaal per week open voor de lunch en eenmaal voor het diner. Leerlingen en gasten van buiten worden ontvangen door leerlingen en docenten van het derde en vierde jaar Horeca, Toerisme, Recreatie en Voeding. Het doel is twee-ledig: zowel werkende leerlingen als gast-leerlingen raken vertrouwd met houding, omgangsvormen en andere voeding; de werkende leerlingen leren omgaan met gasten.

Restaurant Smickel (Twickel, Hengelo) kookt twee middagen per week voor ouderen, ouders van leerlingen en bewoners van woonzorgcentra uit Delden, Hengelo en Borne. De leerlingen (vier-dejaars basis en kader) leren plannen, met druk omgaan, gasten ontvangen en nog veel meer: ‘Hier hebben ze hun hele leven profijt van.’

Op het carmel college Salland komen buurt-bewoners (veelal ouderen) eenmaal per week rond het middaguur eten. Derde- en vierdejaars bbl en kbl Zorg en Welzijn serveren een smakelijke maaltijd. De meerwaarde: ‘Betekenisvol leren met een concrete simulatie.’

Het restaurant van De meander in Gouda opent op aanvraag zijn deuren voor leerlingen, leraren en gasten uit bijvoorbeeld het nabijgelegen verzorgingshuis. Leerlingen (3 en 4 Zorg en Welzijn, basis en kader) staan in de keuken en serveren. ‘Na de eerste keer vragen de leerlingen: “Mevrouw, wanneer gaan we weer koken voor gasten?”’

Page 7: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

7

onderdelen van het programma Zorg & Welzijn. Nieuw is overigens dat ook derdejaars leerlingen met een ander afdelingsprogramma horecaervaring kunnen opdoen. Wie de minor horeca kiest, leert kleine gerechten maken voor de schoolkantine.

In de Eetsoos hebben de sukadelapjes inmiddels plaatsgemaakt voor zelfgemaakte trifle. Keurig vanaf de rechterzijde van de gasten ruimt Tahnee de tafel af. ‘Heeft het gesmaakt?’ Heerlijk, knikken de dames.

13.15 uuR, gROOTkEukENIn het domein van Marian Barneveld keert de rust langzaam weer. Na het schoonmaken is het tijd om zelf te eten, een exclu-sief voorrecht van de keukenploeg. Barneveld vertelt hoe zij het restaurant 25 jaar geleden op verzoek van de toenma-lige directeur heeft opgezet en hoe het sindsdien een begrip is geworden. ‘Er zitten voor iedereen voordelen aan. Voor ons is dat het binnenhalen van buitenschools leren. “Echter” kan het niet: het eten moet voor een bepaalde tijd klaar zijn en het moet goed zijn. Voor de ouderen is het een manier om even uit het isolement te komen. Dat kan heel schrijnend zijn: voor sommigen is dit het enige uitje. Voor de school ten slotte is het aantrekkelijk dat de gemeente ziet welke sociale functie we vervullen en daarom een kleine subsidie verstrekt.’

13.25 uuR, kOffIEOnder het toeziend oog van Astrid van Riggelen (‘lepeltje aan de andere kant!’) serveert Mithrim koffie aan de tafel van de 89-jarige mijnheer Veltman. Over enkele weken zullen hier en elders bijzondere gasten aanschuiven voor een feestelijk jubileumdiner. Onder-wijswethouder Erik Lievers en Commissaris der Koningin Ank Bijleveld hebben al toegezegd. In de heer Veltman treffen ze een trouwe fan. ‘Dit is reuze handig. Zelf koken neemt zoveel tijd. En dit brengt regelmaat in je dag. Ik kom nu twee keer per week, maar als het vaker kon, zat ik hier elke dag.’ ◗

cOLu

mN

TALENTEN

Onderwijs draait om mensen. Bestuurders, leiding-gevenden, leraren en ondersteunende medewerkers staan allemaal in dienst van de lerende leerling.De leerling die zelf zal moeten leren, die zelf op zoek moet gaan naar het goud dat nog verborgen ligt. Dat goud kan zich vertalen in vakmanschap als kok of timmerman of als toekomstig briljant wetenschapper. En alles wat daar tussen ligt of waar een mens van kan dromen. Dat vraagt veel meer dan alleen kennis overdragen. De school biedt de expertise om bij die zoektocht te helpen. Ontdekken waar je sterke en zwakke punten liggen doet soms pijn. Voor een deel heeft dat te maken met karakter, aanleg en intelligen-tie, voor een niet onbelangrijk deel ook met sociale achtergrond. Mag de lat hoog gelegd worden, mogen de kooltjes flink branden en wordt een leerling werkelijk uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen of moet het vooral een leuke en gezellige schooltijd zijn? Niet al te veel problemen aan de keukentafel graag. Leren hoeft niet altijd leuk te zijn en vraagt opoffering. Voor veel leerlingen is de scheidslijn tussen vmbo en havo/vwo gelukkig geen probleem. Het is duidelijk waar hun talent ligt en dat talent verdient het om gepolijst en gewaar-deerd te worden. Op ieder niveau! Voor een beperkte groep leerlingen komt die tweedeling te vroeg. De laatbloeiers die zich niet op twaalfjarige leeftijd konden kwalificeren voor het havo/vwo. Met meer inspanning van zowel leerling als school kan het vmbo-tl diploma een relevante brugfunctie zijn. Maar die brug moet wel leiden naar een redelijke kans op vervolg-succes in het hbo. De maatschappij vraagt dat die brugfunctie meer inhoud krijgt. Een terechte vraag die raakt aan de kernopdracht van scholen: talenten helpen ontdekken. ◗

ROmAIN RIJkVoorzitter College van BestuurStichting Carmelcollege

‘Dit brengt regelmaat in je dag’

Page 8: Carmel Magazine nr 16, december 2010

8

Leraren moeten gewoon weer streng zijn!

het gesprek over beter onderwijs gaat als een slinger heen en weer. nog niet zo lang geleden was zelfstandigheid het

toverwoord. laat leerlingen het zo veel mogelijk zelf uitvinden, dan werken ze prettiger en beter. Dat was de gedachte.

nu zwaaien we weer de andere kant uit. leerlingen hebben meer baat bij orde en strakke regels, klinkt hier en daar.

Maar wat voor regels? En wie zorgt ervoor dat iedereen zich eraan houdt? De leden van het belpanel spreken zich uit,

aan de hand van de volgende stelling:

kImbERLy gIJSbERS, LEERLINg 4 VmbO-T, hET hOOghuIS (LOcATIE hEESch):

‘Streng vind ik eigenlijk niet het goede woord. Als je in de klas zit, moet het gewoon gezellig zijn. Dat lukt niet als een leraar veel moppert. Dan heb je geen zin meer. De sfeer in de klas is veel belangrijker. Dan geeft het ook niet als

een leraar misschien wat ouderwetser is. Als er maar grapjes gemaakt kunnen worden. Wij zitten hier de eerste drie jaar in grote lokalen, met steeds 56 leerlingen en drie docenten. Een heel grote klas, maar niet onrustig. We kunnen er ook goed zelfstandig werken. Dankzij de orde en regels, want die zijn er. Het zit dus niet in strengheid, het is de sfeer die telt.’ ◗

gERRIT bARNEVELD, ONDERWIJSkuNDIgE EN VOORhEEN DmR-LID (Sg. DE gRuNDEL, hENgELO):

‘Ik denk het niet. Leraren die (gewoon) streng zijn, hebben meestal weinig gezag. Doorslaggevend zijn duidelijk gecommuni-ceerde leerdoelen en omgangsregels en een prettige, niet-schoolse leef- en werksfeer. Dan

weet ieder waarvoor hij/zij op school komt en worden ook successen gevierd. De leraar die weet hoe kennis en vaardig-heden over te dragen, hoe een puber denkt en hoe een groep functioneert, kan aan de slag. Die is betrouwbaar en respectvol. Persoonlijke aandacht is voorwaarde voor succes, ook bij zelfstandig leren. ‘Leerlingen zelf alles laten uitvinden’ is daarvan een karikatuur, die hun natuurlijke leergierigheid miskent. Wie hier cynisch over doet, ontbreekt het aan zelfver-trouwen en aan vertrouwen in mogelijkheden van anderen.’ ◗

JELLE bAkkER, LEERLINg 5 VWO, cARmELcOLLEgE gOuDA (LOcATIE ANTONIuScOLLEgE):

‘Nee, leraren moeten niet streng zijn. Als ze onterecht streng zijn, demotiveren ze hun leerlingen. Hoe gek het ook klinkt, leerlingen doen altijd meer als de leraar hun behandelt zoals zij behandeld willen

worden. In de praktijk vinden leerlingen lessen leuker als een leraar aardig is. Ze zetten zich meer in. En aardig zijn leraren die tonen dat ze ook jong zijn geweest; die begrip hebben, duidelijk zijn en leerlingen enige invloed geven in het verloop van de lessen. Die laten zien dat ze het beste met de leer-lingen voor hebben en hen motiveren iets te doen. Leraren moeten dus niet strenger, ze moeten de sympathie van hun leerlingen winnen.’ ◗

ILSE AALbERS, OuDER (mAARTENScOLLEgE/INTERNATIONAL SchOOL gRONINgEN, hAREN):

‘Oneens. Een strenge leerkracht is niet per definitie een goede. Volgens mij is balans veel belangrijker. Je moet als docent teugels kunnen aanhalen én laten vieren, op de juiste momenten. Als eenmaal duidelijkheid

bestaat over wat mag, kan er veel. Zo stimuleer je bovendien het verantwoordelijkheidsbesef van kinderen. Daar werken we thuis aan, maar ook op school. En dan, ‘gewoon strenge leraren’ - in de samenleving werkt die aanpak niet meer, op school evenmin. Leerlingen moeten óók leren overleggen en samenwerken. En om zelf initiatieven te durven nemen. Een directieve benadering past niemand meer. Dit staat overigens los van orde en regels. Die moeten er zijn, thuis en op school.’ ◗

Belpanel

Page 9: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

9

augustinianuM, EinDhovEnRik polMan (53), BERoEpsMusiCus En CoöRDinatoR/BEgElEiDER augpop

‘Muziek is de meest universele taal die er is. Iedereen kan zich uitdrukken in muziek en dat kan heel bevrijdend werken. Daar gaat het ons om bij Augpop. Niet om foutloze uitvoeringen of muziektheorie. Bij Augpop vormen de leerlingen bandjes en maken in workshopverband muziek. Dance, pop, metal, het maakt niet uit. Zij maken muziek, mijn collega en ik leren ze hoe je dat sámen doet. Wie bepaalt wat de band gaat spelen, hoe presenteer je je op een podium? Optreden is doodeng, maar het podium heeft ook magie. Er zijn leer-lingen die diep van binnen een luikje opendoen waardoor talent zichtbaar wordt dat niemand kende. Er zijn ouders die hun kind-met-een-rugzakje op het podium zien schitteren. En docenten die hun leerlingen in een heel andere hoedanigheid zien.

Om mee te doen aan Augpop is een beetje muzikale basiskennis al voldoende. Die lage drempel werkt. Dit jaar doet meer dan tien procent van alle leerlingen mee. Ver over de honderd zijn het er, in meer dan dertig bandjes. En dat terwijl alles na schooltijd plaatsvindt! Dat geeft toch wel een goed gevoel. Bij de brugklassers deel ik de groepen nog in, maar naarmate ze ouder worden, doen leerlingen steeds meer zelf. Dat gaat ver: sommige bands bestaan nog als de leerlingen al lang van school af zijn. Mijn rol is in tien jaar tijd wel veranderd. Zeker vergeleken met mijn eigen beginjaren is het aantal muzieksmaken en stijlen geëxplodeerd. Op Youtube is alles te vinden, daar heb je geen docent meer voor nodig. Spelen zoals Jimi Hendrix? Filmpje aan en oefenen. Vervolgens denken leerlingen dat ze het kunnen. Maar dan kom ik. Want op het podium is een kunstje niet genoeg. Ik vraag: Hoe sta jij daar? Wat zet je neer?! Dat is moeilijker. Maar het resultaat is geweldig. Tweemaal per jaar hebben we uitvoeringen, eerst op school en dan in een Eindhovense muziekclub. Dat is feest. De kracht van muziek.’ ◗

‘Die lagedrempelwerkt’

mIJ

N P

ASSI

E

Page 10: Carmel Magazine nr 16, december 2010

10

‘Het begint bij de vraag: wat wil

ik bereiken?’

Dertig miljoen op de plank

‘willen we het mooiste schoolgebouw van nederland? kleinere klassen? opleidingen voor docenten?

u zegt het maar!’ karel van der velden, controller van stichting Carmelcollege, spreekt de zinnen aangenaam

luchtig uit. in het besef dat er de komende jaren voor dertig miljoen geïnvesteerd kan worden.

Schrijven over de financiële positie van het onderwijs brengt risico’s met zich mee. Eén verkeerd woord en er ontstaan onjuiste beelden. ‘Voor scholen is dat wel eens lastig’, weet Petra Steenbeeke, financial bij de instelling Pius/Canisius in Almelo e.o. ‘We werken bedrijfsmatig en dat vraagt veel uitleg. Cijfers zijn de uitkomst, nooit het begin.’ Het had een uitspraak van Karel van der Velden kunnen zijn.

Hij legt het graag uit en begint bij de overgang naar de lumpsumbekostiging, eind vorige eeuw. ‘Scholen waren daarvoor gewend om alle bonnetjes bij het ministerie te declareren. Daar wilde de minister vanaf.’ Sindsdien krijgen scholen één budget waaruit ze alle uitgaven moeten betalen. ‘Dat maakt ons tot ondernemers. We kunnen eigen keuzes maken, maar dragen ook de risico’s. We moeten zelf de broek ophouden.’

cIJfERS

Page 11: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

11

‘We hoevengeen winstte maken’

RESERVES

De consequentie laat zich raden. Alle scholen hebben reserves opgebouwd. ‘Hun eigen vermogen is gestegen’, zegt Karel. ‘Nu heeft de commissie-Don in opdracht van de minister onderzoek verricht naar de financiële positie van scholen. Volgens haar is er te veel geld opzij gelegd. Scholen moeten uitgeven. Daar zijn we het mee eens, maar we zijn voorzich-tiger dan Don. Binnen de VO-raad hebben we een tegenvoorstel uitge-werkt dat aansluit bij onze filosofie.’

Hij pakt er een vel papier bij. Terwijl hij uitlegt, schrijft hij bedragen op die hij soms met pijlen verbindt. Nu wordt het verhaal begrijpelijk. Stichting Carmelcollege heeft op dit moment een eigen vermogen van € 60 miljoen. Dat is het totaal van de eigen vermogens van scholen en boven-schoolse activiteiten samen. ‘Kijk je vervolgens naar de verwachte resultaten in de periode 2010-2013, ruim € 1 miljoen, dan mag je ervan uitgaan dat het eigen vermogen ultimo 2013 circa € 61 miljoen bedraagt. Trek daar vanaf het deel van het eigen vermogen dat je “op de plank” moet houden voor afdekking van de risico’s. Dat stellen we op € 25 miljoen, zo’n 10% van de totale jaarlijkse rijksbijdragen.’ Onder de streep rest een be-drag van € 36 miljoen, waarvan hij nog eens € 5 miljoen aftrekt voor verwachte bezuinigingen van het ministerie van OCW. Blijft over: ruim € 30 miljoen, vrij te besteden.

STuREN

Het is een kwestie van sturen. ‘Het begint bij de vraag: wat wil ik bereiken?’, verheldert Karel. ‘Als je weet wat je wilt en hoeveel geld je hebt, kun je gaan sturen. Heb je dat geld niet, dan zou je volgens Don moeten lenen of je plannen moeten bijstellen. Niets bijzonders, maar deze bedrijfsmatige benadering was not done in het onderwijs.’

Sterker nog, deze methodiek is nog geen gemeengoed. ‘Carmel heeft de mogelijkheden van de lumpsum snel opgepakt’, meent René Wenneger, stafcoördinator Planning en Control. ‘Karel en ik gaan regelmatig samen het land in om hierover te praten. Kijk meerjarig, zeggen we dan; niet alleen naar het verleden maar vooral naar de toekomst. Die aanpak volgen we nu Carmelbreed. Een schoolleiding heeft maar een paar metertjes op het dasboard nodig om financieel goed te kunnen (bij)sturen. Die aanpak is flink uitgediscussieerd en ontdaan van alle ballast; dat geeft duidelijkheid en rust.’

mAATSchAPPELIJk ONDERNEmERS

Han Peeters, financial van het Carmelcollege Salland, en Petra Steenbeeke bevestigen Wennegers uitspraak: scholen zijn bedrijven geworden. ‘Maatschappelijk ondernemers, we hoeven geen winst te maken’, vult

Petra aan. Beiden zijn positief over de lumpsum. ‘Je krijgt niet meer geld, maar je kunt zelf

onderwijskundige keuzes maken’, zegt Han. Hierdoor investeert Pius/Canisius

onder meer in tweetalig onderwijs, een gymnasiumafdeling en klein-schaligheid. Carmel College Salland benut de mogelijkheden voor de inschakeling van derden, nieuw-bouw en scholingsprogramma’s.

Volgens Petra is het een uitdaging om met de beschikbare middelen te

anticiperen op de bezuinigingen. Met als uitgangspunt het behoud van een financieel

gezonde positie. Han merkt op dat ‘zijn’ school vier miljoen van de vrije € 30 miljoen beheert. ‘Daar doen we niet geheimzinnig over, dat is transparantie’, vindt hij. Maar daarom ligt de solidariteitsdiscussie, over de vraag hoe rijkere scholen kunnen meebetalen aan armere, wel wat gevoelig, erkent hij. ‘We zijn er niet helemaal blij mee. Blind zijn we evenmin, het kan ook ons overkomen. Ik neem aan dat we tot een goede oplossing komen.’

hERIJkINg

Terug naar Karel. En die € 30 miljoen. Wat gaan we ermee doen? Hij legt uit: ‘Op dit moment loopt de herijking van Koers 2013, het visiedocument van het CvB. Die herijking moet leiden tot concrete keuzes, waarbij de kwaliteit van het onderwijs bovenaan delijst staat. We moeten verder rekening houden met bezuinigingen en de uitkomsten van de solidariteits-discussie. De uitkomst ligt er voorjaar 2011. Dan zal blijken dat de financiën dienend zijn aan het onderwijs. Zoals het hoort.’ ◗

Page 12: Carmel Magazine nr 16, december 2010

12

waardegericht onderwijsHoe ging het verder met…

‘Eigenlijk is het een herbronning’, zegt rector Jan Put. ‘Vroeger zwaaiden de Maristen hier de scepter. Hoe kunnen onze medewerkers aan die identiteit invulling geven vanuit hun persoonlijke inspiratie? Die vraag roept bij menigeen verlegenheid op. Toch laten medewerkers zich er wel op aanspreken. Als Marianum een katholieke school is, dan is het logisch dat dit ook iets voorstelt. Maar wat?’

LEERLIJN

Voor de schoolleiding staat vast dat het antwoord geen terugkeer onder de vleugels van de rooms-katholieke kerk inhoudt. De kerk voelt daar wel voor. Maar de leiding van Marianum vindt niet dat de school weer een rol moet gaan spelen in de geloofsopvoeding. Wel is er

behoefte aan een herkenbare invulling van de pedagogi-sche opdracht en een samenhangend stel waarden. Dat is dan ook het gespreksonderwerp tijdens een rondgang die de schoolleiding maakt langs alle negen teamleiders. Met hun teams hebben zij de opdracht gekregen dit schooljaar een aspect van de pedagogische opdracht te kiezen en uit te werken vanuit een waardegericht perspectief.

Marianum werkt daarnaast aan een doorlopende leerlijn levensbeschouwing. In de bovenbouw havo/vwo is godsdienst & levensbeschouwing teruggekomen als klein examenvak. Het is de bedoeling dat het onderwerp de komende twee jaar ook in andere leerjaren gestalte krijgt, al ligt de vorm nog niet vast.

mAATSchAPPIJ

Bij de leerlingen is van verlegenheid met het onderwerp weinig te merken. Lichtenvoorde en Groenlo liggen in een katholieke enclave. Bijna alle leerlingen van Marianum zijn rooms-katholiek gedoopt, negentig procent komt van een katholieke basisschool. Zij verwachten niet anders dan dat die lijn doorloopt in het voortgezet onderwijs.

‘Bovendien zie je in de hele maatschappij dat mensen weer bezig zijn met de zin van het leven. De tijd is er rijp voor’, zegt locatiedirecteur Lichtenvoorde Cock Jakobs. Lastig blijft het. Op de studiedag van 14 september, getiteld ‘Ken je mij, wie ken je dan’, merkte Jakobs dat sommige collega’s maar moeilijk kunnen verwoorden wat hen drijft. ‘Er zijn er echter ook die dat vlot vertellen. Hoe dan ook is zo’n studiedag slechts een kiem. We moeten er expliciet over in gesprek blijven op school.’

Op 10 februari organiseert Carmel een studiedag waardegericht onderwijs. Doelgroep: docenten (levens-beschouwing). Thema: morele vorming. Meer informatie? Franciska Soepboer, [email protected]

van alle Carmelscholen wordt verwacht dat ze werk maken van waardegericht leren. ksg Marianum is daar al

een tijd mee bezig. twee jaar geleden verscheen een boekje, op 14 september was er een studiedag voor alle

240 medewerkers. ‘De tijd is er rijp voor.’

Page 13: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

13

Samen op pad naar volwassen arbeids-verhoudingen: zo’n 300 Carmelcollega’s hebben de stoute schoenen al aangetrokken!

Direct voor de zomervakantie konden Carmelmedewerkers zich inschrijven voor de

deelprojecten, die zijn voortgekomen uit de oriënterende fase van het project goed

werknemerschap verdient goed werkgeverschap. het groene boekje, dat aan ieder is

toegezonden kan als tussenproduct en afsluiting van deze oriëntatiefase worden gelezen.

nu is de zoektocht gestart.

21 teamleiders zijn in training gegaan bij prof dr. Dolf van den Berg, om te experimenteren met persoonsgeoriën-teerd leiderschap. Deze maand ronden zij hun opleiding af en start een volgend traject met 25 teamleiders van sg. Twickel/Grundel.

Zo’n 20 docenten in de levensfase 50+ hebben elkaar voor de eerste keer ontmoet op landgoed Ehzerwold in Almen. Lovende reacties, soms zelfs enige ontroering, bereikten de organisatie van dit deelproject. Onder deskundige begeleiding van Expertis hebben inmiddels ook 25 beginnende collega’s ervaringen gedeeld over hun carrière in het onderwijs en zijn zij begonnen met opbou-wen van een waardevol netwerk van Carmelcollega’s (zie ook vervolg nieuws).

Op 24 november kwamen 27 medewerkers in ‘de professionele Jungle van Burgers’ Bush’ bij elkaar. Zowel docenten als ondersteuners en stafmedewerkers ontmoetten elkaar om samen een visie te bouwen rond professionaliteit in het onderwijs en de dialoog hierover te starten met wetenschappers en de Carmel zelf.

Aan alle deelnemers die zich hebben aangemeld voor Dynamisch Carmel wordt nog voor de kerstvakantie een voorstel gedaan voor een persoonlijk gesprek om moge-lijkheden van mobiliteit te bespreken.

Teams van stafmedewerkers en ondersteuners op het bestuursbureau hebben besloten met elkaar dialoog-sessies te starten rond Volwassen Arbeidsverhoudingen. ◗

nieuws

hET IS EEN INSPIRERENDE EN SPANNENDE zOEkTOchT, kuNT u zIch NOg hERINNEREN WAAROm cARmEL DIT PAD IS INgESLAgEN? Wij willen onderzoeken hoe werken in het onder-wijs aantrekkelijker kan worden. Zodat mede-werkers ambassadeur willen zijn voor hun vak en de Carmel, als over enige jaren de tekorten aan onderwijzend personeel groter worden. Spook-beelden, die wij met dit project willen verdrijven zijn: het onderwijs als fuik: je zwemt erin en komt niet meer vooruit in je loopbaan. De docent als uitvoerder in plaats van zelfbewuste professional, die zelf onderwijsvernieuwing stuurt en initieert. De docent als zekerheidszoeker, die risico’s rond vernieuwing graag vermijdt. Carmel experimen-teert met een nieuwe leiderschapsstijl en onder-zoekt op academisch niveau de resultaten. Taakstructurering kan niet los worden gezien van werkrelaties, zo is onze overtuiging. ◗

WILT u OOk mEEDOEN? Een aantal projecten is nu vol, maar vanwege de grote belangstelling worden zij waarschijnlijk volgend jaar herhaald. Het is wel mogelijk om u aan te melden voor dialoogsessies rond leiderschap en volwassen arbeidsverhoudingen. Deze worden gestart bij voldoende deelnemers in een regio. Kijk op www.carmel.nl, ook als u alvast op de wachtlijst wilt voor volgend schooljaar. ◗

Rond het deelproject Persoonlijk Leiderschap loopt een onderzoek vanuit de Universiteit Twente, waar-voor inmiddels ook meer dan 100 collega’s de aan hen toegestuurde vragenlijsten hebben ingevuld. Blijf dit vooral doen en vul de lijsten volledig in! De respons kan nog veel beter en u levert een belangrijke bijdrage aan het totale project: zonder uw bijdrage geen valide onderzoeksresultaten. ◗

Page 14: Carmel Magazine nr 16, december 2010

14

‘het gaat niet alleen om de cijfertjes’

‘In het begin vond ik het wennen. Ik kwam uit het bestuur van het PCOV, het protestants-christelijke onderwijsbestuur van Enschede. We hadden net een besturenfusie met Stichting Carmelcollege achter de rug en PCOV droeg me voor’, blikt Joke Bos terug op haar benoeming, negen jaar geleden. Vorig jaar al nam ze afscheid. Boeiend vond ze de kennismaking wel: ‘De cultuur was anders. In protestants-christelijke kring spreken we meer over onze wortels. Katholieken hoor je niet gemakkelijk over hun geloof.’ Wiendelt de Lange knikt instemmend. ‘Ik herken dat, als van oorsprong gereformeerde jongen.’

Beiden benadrukken zich volledig thuis te hebben gevoeld. Misschien ook wel omdat het bloed kruipt waar het niet kan gaan: ze hechten grote waarde aan de missie van de Stichting. ‘De Raad heeft ook de taak om de identiteit te bewaken. Daar hebben we steeds op geha-merd. Neem het waardegerichte onderwijs of het project ‘Goed werknemerschap’… daar gaat het echt om het concretiseren van de identiteit’, verduidelijkt De Lange.

AgENDA

Bos vult aan: ‘Het staat iedere keer weer op de agenda. Wat mij betreft mag het nog meer, de missie moet het uitgangspunt zijn, bij alles wat we doen. Om een voorbeeld te noemen: toen wij aantraden, stond het personeelsbeleid in de kinderschoenen. Dat is nu anders, ook door de invloed van de Raad van Toezicht.’ De Lange ziet eveneens de missie steeds terugkeren. ‘Ik noem de professionalisering, op alle niveaus en ter-reinen. Alles is gericht op het onderwijs en de kwaliteit daarvan. Verder zou ik meer rechtstreeks contact tussen Raad van Toezicht en scholen willen, contact vanuit een Raad met bedrijfsonderdelen is in het bedrijfsleven heel gewoon. En ik ben ervoor dat de instellingen meer van elkaar leren en elkaar versterken.’

‘Noem het de lerende Raad van Toezicht van een lerende organisatie’, constateert Bos dan. En De Lange: ‘Zie ons jaarverslag. We houden toezicht, maar dat bete-kent vooral stimulerend meedenken met het College van Bestuur. Het gaat niet alleen om de cijfertjes.’

bOODSchAP

Dat is, hoewel zeker onbedoeld, de boodschap die ze overdragen aan hun opvolgers: Irene Visscher, opleidingsdirecteur Onderwijskunde aan de Universiteit Twente, Sander van den Eijnden, algemeen directeur van het Nuffic in Den Haag en Leen Paape,

in het jaarverslag 2009 schrijft de Raad van toezicht over zichzelf dat hij ‘een brede maatschappelijke oriëntatie

weerspiegelt, die verder gaat dan de eigen stichting.’ het vertrek van twee leden van het eerste uur is een

uitgelezen moment om hen te vragen naar hun ervaringen. En om de drie nieuwe leden te introduceren.

OuD LIDJokebos

OuD LIDWiendeltDe Lange

Page 15: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

15

hoogleraar en decaan aan Nyenrode Universiteit. Eerstgenoemden hebben Carmelscholen bezocht, voor Paape is de Stichting een open boek. Hoewel: CvB-lid Thomassen blijkt een studiemaatje. ‘Dat heeft mee-gespeeld bij mijn sollicitatie’, erkent hij, ‘maar ik heb iets met onderwijs. Ik geef al 26 jaar les en zat al eerder in adviesraden.’

Hij hoopt iets te kunnen toevoegen. ‘Ik ben nu 54, heb veel kennis en ervaring opgedaan, die zet ik graag in voor advisering en toezicht.’ Voor Sander van den Eijnden spelen soortgelijke over-wegingen. Hij zegt: ‘Op een gegeven moment heb je de kennis en het netwerk. En dan bedoel ik niet alleen Jan Veldhuis, die ook bij ons voorzitter van de Raad is. Je bereikt een moment waarop je denkt elders van dienst te kunnen zijn.’ Irene Visscher wijst op haar expertise als onderwijskundige: ‘Dan hoor je veel uit het veld. Daar kan ik iets mee, al wil ik natuurlijk ook leren van de Raad en van de scholen.’

IDEEëN

Uitgewerkte ideeën zijn er verder niet. Daar is het nog te vroeg voor, vindt het drietal. ‘Bedrijfsvoering en risico-management zijn mijn hobby’s, ik denk dat ik daar iets kan betekenen’, denkt Paape hardop. ‘De missie biedt aanknopingspunten om verder te denken. Ik lees dat de Stichting die nog meer wil vertalen, ook in kwaliteit van het onderwijs. Dat vind ik goed, je moet jezelf een doel stellen. Niet tevreden zijn met de middelmaat.’

Van den Eijnden interesseert de vraag van wie het voortgezet onderwijs eigenlijk is. ‘De basisschool is van leerlingen en ouders. Universiteiten, hogescholen en beroepsonderwijs hebben sterke profielen. Het voortgezet onderwijs blijft wat verweesd achter, terwijl daar wel de kansen worden verdeeld. Dat is politiek brisant; zo word je gemakkelijk tot speelbal. Je moet tegenwicht bieden, door je missie en door verbindingen te organiseren met de samenleving. Daar kan de Raad iets betekenen.’

Het perspectief van Visscher is weer anders. Misschien mede omdat haar dochter volgend jaar naar het voortgezet onderwijs gaat. ‘Terwijl mijn ouders nog voor mij kozen, wil mijn dochter meepraten en kiezen. Het is als Raad van Toezicht goed om dat te weten.’ Ze wil verder onbevangenheid meebrengen: ‘Je hebt mensen nodig die uit gewone nieuwsgierigheid vragen stellen. Dat draagt bij aan helderheid, aan het scherp krijgen van keuzes en motieven.’ Maar die dochter, heeft die echt nog steeds een keuze? Visscher lacht: ‘Ja… maar…’ ◗

‘Je moetjezelf een

doel stellen’

NIEuW LIDIrene

Visscher

NIEuW LIDLeen

Paape

NIEuW LIDSander

van den Eijnden

Page 16: Carmel Magazine nr 16, december 2010

16

nieuws vervolg

goed werknemerschap verdient goed werkgeverschap

sfeerimpressie deelproject ‘Carmel ontmoet...

beginnende docenten’

Eind november kwamen 25 Carmelcollega’s uit alle windstreken bijeen in landgoed Ehzerwold in Almen. Zij hadden (in elk geval) één ding met elkaar gemeen: allen zijn korter dan vier jaar werkzaam in het onder-wijs. De deelnemers kregen volop de gelegenheid om ervaringen en inzichten met hun ‘soortgenoten’ uit te wisselen. De tweedaagse werd als zeer nuttig en waardevol ervaren, zo bleek uit de reacties van de deelnemers...

‘Tops waren de lengte van de bijeenkomst (24 uur); de intervisie en reflectie; de faciliteiten en de goede begeleiders die begaan zijn met de situatie van beginnende docenten. ’t War kei skon!’ ‘De flitsgesprekken en dialoog over beroep van leraar waren erg waardevol en er ontstond meteen een band en meer inzicht in/tussen de verschillende deelnemers.’ ‘Het is erg fijn om gezamenlijk een moment van bezinning te hebben en om visie te vormen.’ ‘Ik voelde me gehoord omdat problemen worden meegenomen door jullie.’ ‘Erg leuk om ervaring uit te wisselen, goed naar jezelf kijken en bedenken hoe je verder wilt. Je hebt hier tijdens het werk niet altijd de tijd voor.’ ◗

Page 17: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

17

‘Bewaar dat gevoel voor humor’

De buitenwacht

De eerste kennismaking verliep teleurstellend. IXion maakte kans op de opdracht om de Europese aanbeste-ding van schoolboeken te begeleiden. Maar Carmel koos een ander. ‘Dat kwam hard aan, Stichting Carmelcollege wil je graag tot je opdrachtgevers rekenen’, herinnert Berendsen zich. Maar de kansen keerden. IXion raakte alsnog betrokken en werd later ingeschakeld bij de aanbesteding van de arbodienstverlening. En pas heeft Berendsen het traject begeleid om een leverancier voor het personeelsinformatiesysteem Pers te vinden.‘Meestal wordt zo’n Europese aanbesteding gezien als een juridische procedure. Wij draaien dat om. Aanbeste-den begint bij jezelf; je moet weten wat je wilt, wat je doet en kunt. Wat zijn je eisen en wensen?’, legt hij uit. Hier past volgens hem een pluim voor de Carmel: ‘Van al onze klanten nemen jullie de meeste tijd. Het gaat niet hapsnap, iedereen maakt er serieus werk van en betrekt alle disciplines. De betrokkenen krijgen daar ook de tijd voor. Je ziet het terug in de vergaderingen: mensen lachen met elkaar, spreken elkaar aan, in een veilige omgeving. Volgens mij is dat specifiek voor Carmel.’

zIchTbAAR RESuLTAAT

Het is volgens Berendsen een methode die zichtbaar resultaat oplevert. Vóór de aanvraag naar buiten gaat, weet iedereen van de hoed en de rand. ‘Het bestek heeft voor niemand geheimen. Alle betrokkenen weten wat wat ze ermee willen bereiken en wat ze zelf kunnen en moeten doen. Zo draagt een aanbestedingsprocedure bij aan een transparante bedrijfsvoering. Ze werkt als vliegwiel voor kwaliteit.’ Als eenmaal het officiële traject begint, beoordeelt Carmel met begeleiding van IXion de offertes, waarna een advies aan het CvB volgt. Die sluit uiteindelijk het contract.

‘Dan begint de praktijk. Je hebt een leverancier en die gaat leveren. Dan moet je sturen, want in een organisa-tie als deze heb je van doen met veel vestigingen. Met de opdracht in de hand lukt dat want iedereen heeft meegewerkt. En je leveranciers doen mee, die willen graag Stichting Carmelcollege als referentie. Dus, als ik wat mag adviseren: houd vast aan die lijn. En bewaar dat gevoel voor humor, dat ik in de hele organisatie vind. Als je veel met elkaar kunt lachen, maakt dat zoveel dingen gemakkelijker.’ ◗

herman Berendsen van iXion advies heeft stichting Carmelcollege de afgelopen jaren goed leren kennen. als

begeleider was hij nauw betrokken bij verschillende Europese aanbestedingstrajecten. Zoals onlangs voor het

personeelsinformatiesysteem pers. ‘Een fijne klant om voor én mee te werken’, vindt hij.

‘Aanbestedenbegint

bij jezelf’

Page 18: Carmel Magazine nr 16, december 2010

uIT

bLIN

kERS

18

uitblinkersCarmelscholen als kweekvijver voor talent

Een maand geleden vertrok selma de Mink (27) naar Baltimore voor een driejarige aanstelling als ‘Hubble fellow’ binnen het Cosmic Origins Program van de NASA. De prestigieuze werkbeurs is het hoogtepunt van een toch al glanzende loopbaan. De Mink deed twee bache-lors, studeerde af en promoveerde in de astrofysica (alles cum laude) en werkte daarna als postdoc in Utrecht en Bonn totdat zij het Hubble-fellowship kreeg aangeboden. Zouden we dat achter haar hebben gezocht als we haar destijds hadden ontmoet als leerling van het toenmalige Geert Groote College in Deventer, nu Etty Hillesum Lyceum?‘Waarschijnlijk niet’, zegt zij. ‘Ik werkte wel hard, maar ik haalde achten, geen tienen. En toen in de vierde klas een groepje leerlingen alvast projecten op de universi-teit mocht gaan doen, zat ik daar niet bij, want ik stond maar een zeven voor wiskunde. Ik had ook nog niet het beeld dat de bètavakken mij zo gemakkelijk afgingen. Dat kwam later. Wel werd ik geïnspireerd door de manier waarop mijn natuurkundedocent, Aart Groenewold, zijn vak interessant wist te maken. Practicum was bij hem echt een spektakel. Hij koos voorbeelden uit de actualiteit en ging dan tot in detail uitleggen hoe het zat. Zaten we met zijn allen op het gras raketten af te schieten met een frisdrankfles en een fietspompje. Of naar zo’n sprietenlamp te turen, met van die glas-vezelkabeltjes met lichtjes aan het eind. Dat wekte bij mij wel de interesse voor natuurkunde.’

INSPIRATIE

Dat er op het Geert Groote College één docent was die voor haar persoonlijk een groot voorbeeld was, kan De Mink niet zeggen. ‘Die docenten waren er wel, maar ik hoorde niet tot het groepje leerlingen dat zich om hen heen had verzameld.’ Ook Eva van leur (18), die vorig jaar als leerling van Het Hooghuis in Oss de Profielwerk-stukprijs 2010 van de Universiteit Wageningen won, kent dat charismatische type docent alleen uit boeken en films. ‘Ik heb nooit zó tegen leraren opgekeken dat

ik dacht: zo wil ik later zijn’, zegt zij. ‘Wel heeft meneer Nijboer het laatste jaar veel voor me betekend. Hij is degene geweest die me heeft gestimuleerd mijn werk-stuk over hedgefondsen in te sturen voor profielwerk-stukprijzen. Ik wist niet eens dat die bestonden.’Achteraf wijst De Mink drie factoren aan die belangrijk zijn geweest voor haar succes. Behalve Groenewolds passie voor natuurkunde zijn dat de positieve ervarin-gen die ze opdeed bij de natuurkundeolympiade en de invloed van haar ouders, zelf ook natuurkundigen. Van Leur denkt bij diezelfde vraag vooral aan haar vriendin-nengroep. ‘Niemand van ons was tevreden met een zes. Allemaal wilden we hoge punten halen. Niet dat we con-curreerden; we hadden gewoon een goede werkhouding, maakten huiswerk, staken tijd in projecten. Dat werd bij ons op school gewaardeerd. Ik heb nooit ervaren dat anderen jaloers waren of dat hoge punten halen niet populair was. De school probeerde dat juist te stimuleren.’

sterrenkundige selma de Mink. winnares van de profielwerkstukprijs 2010 Eva van leur. Cabaretière, actrice en

presentatrice femke wolthuis. En toptennisser paul haarhuis. allemaal brachten ze hun tienerjaren door op een

Carmelschool. wat heeft die school voor hun ontwikkeling betekend?

Page 19: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

TALENTONTWIkkELINg

Maar hoe doet een school dat: leerlingen stimuleren het beste uit zichzelf te halen? Het is een vraag waarmee het Bonhoeffer College in Enschede intensief bezig is. De school hoorde destijds tot de eerste begaafdheids-profielscholen van Nederland. Afdelingsleider havo/vwo Erik Gerritsen en de vwo+-coördinatoren Rita de Jong en Stéphanie Metz stellen één ding voorop: alleen maar verrijkingsprogramma’s aanbieden is onvoldoende. Daar zijn twee belangrijke redenen voor.

Om te beginnen omvat het begrip talent veel meer dan alleen cognitie. Er zijn leerlingen die uitblinken in muziek, sport, drama, techniek, noem maar op. Vandaar dat het Bonhoeffer behalve allerlei verrijkte programma’s voor cognitief begaafde leerlingen, ook talrijke commissies en activiteiten heeft waarin leerlingen met andersoortige talenten kunnen opbloeien.

Selma de Mink

uIT

bLIN

kERS

19

‘Het gemak waarmee ik goede

cijfers haalde, hield ik soms liever verborgen’

Page 20: Carmel Magazine nr 16, december 2010

20

Ten tweede komt talentontwikkeling alleen van de grond als de school erop ingesteld is, zeggen de mensen van het Bonhoeffer. Desgevraagd noemen ze enkele belang-rijke do’s en don’ts. Ten eerste: voor talentontwikkeling moet je ruimte maken binnen het curriculum. Niets is demotiverender dan leerlingen voor hun talent ‘straffen’ met stapels extra werk. Ten tweede hebben talentvolle leerlingen wat speelruimte nodig. Op het Bonhoeffer kunnen ze bijvoorbeeld een strippenkaart krijgen waar-mee ze zelf uren kunnen ‘opnemen’ om aan eigen pro-jecten te werken. Ervaring wijst uit dat leerlingen daar verantwoord mee omgaan. In het verlengde hiervan ligt dat de school zich heeft aangewend niet meteen nee te zeggen als leerlingen met een idee komen, maar ze altijd een voorstel te laten doen (Gerritsen, refererend aan een actueel voorval: ‘Wel in overleg, want voor je het weet, organiseer je een gigantisch benefietconcert…’).

Het laatste advies is te blijven evalueren en als school de

grenzen van je eigen kunnen in het oog te

houden. De Jong: ‘Een topsporter is misschien beter af op een LOOT-school dan bij ons. Ook als school moet je doen

waar je goed in bent. Je kunt

niet op alle borden schaken.’

‘Je kunt nietop alle borden

schaken’

cAbARETIèRE, zANgERES, NIEuWSLEzERES EN PRESENTATRIcE bIJ RTL fEmkE WOLThuIS (OuD-LEERLINg mAARTENScOLLEgE)‘De tijd op de middelbare school was niet mijn gemakkelijkste. De school deed echt wel haar best, er waren - ook onder de laatste paters en nonnen die er toen nog waren - wel mensen die de jeugd wilden inspireren. Zelf balanceerde ik op de rand van de puberteit, ik worstelde met levensvragen, had moeite met vriendschappen. Bovendien streed het verlangen mezelf te uiten op een podium voortdurend met de angst dat ik het niet zou kunnen. Bij de toneel-club durfde ik niet verder dan de decorploeg - terwijl ik zó graag wilde meespelen! Een conrector heeft dat verlangen in mij gezien, want op zeker moment vroeg hij mij de eindexamenspeech te houden. Een enorme eer. Dat doe ik wel, dacht ik, want in mijn hoofd had ik die speech al twintig keer gehouden. Ik stapte het podium op en toen… zag ik die zaal. Alles kwijt. Ik heb alleen nog maar gezegd: ‘Wat is het doodeng om hier te staan’. En weg was ik. Tja, heb ik het goed gehad op school? Op de havo wel. Daar werd ik als volwassene behandeld, daar was vrijheid. Maar de twee jaar daarna, op het vwo, waren ongelukkig. Het regiem was strenger en mijn mentor vond mij maar overgevoelig. Gelukkig had ik ook juf Hazewinkel en zij waardeerde dat juist in mij. Van haar mocht die gevoeligheid bestaan. Zij heeft mij enorm geholpen. En toen ik een jaar of 18, 19 was, heb ik mezelf een flinke trap onder de kont gegeven. Vanaf toen ging het beter.’ ◗

TOPTENNISSER PAuL hAARhuIS (OuD-LEERLINg AuguSTINIANum)‘Op de middelbare school tenniste ik al wel op bovengemiddeld niveau, maar nog niet in de top. Vergeleken met Jacco Elthingh, Richard Krajicek en Jan Siemerink was ik een laatbloeier. LOOT-scholen waren er in mijn tijd nog niet, anders was mijn talent misschien eerder komen bovendrijven. Aan de andere kant: misschien was ik gewoon nog niet zo ver. Het voordeel was dat ik gewoon naar school kon en een diploma kon halen. Ik reisde nog niet veel, had geen dispensaties nodig. Op het Augusti-nianum had ik het goed naar mijn zin, al stond mijn hoofd meer naar sport dan naar school. Als ik net zo veel aan school had gedaan als aan sport, dan had ik op mijn sloffen het vwo gehaald; nu werd het havo. Maar ook dat was een prima voorbereiding op mijn studie in Amerika, die ik wél met toptennis heb gecombineerd. Inmiddels heb ik samen met Jacco Eltingh een tennis- en eventsbedrijf en zit er weer een Haarhuis op het Augustinianum: mijn zoon.’

Page 21: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

21

VAkANTIE

Ik woon in een klein dorp op het platteland tussen bouwvakkers, loodgieters, boeren, mantelzorgers, apothekersassistentes en hier en daar een academicus. Sinds een jaar of zes zit ik in het bestuur van het dorpshuis en na afloop van een vergadering praten we soms over het werk. Ik vertel dat we bij ons op school sinds kort een vaste vergadermiddag hebben en dat een stel collega’s het daar niet mee eens is. Ze kunnen ons niet verplichten om tot half vijf op school te blijven! Daar snappen ze helemaal niks van. Wat is het probleem?

Tien jaar geleden is het dorpshuis gebouwd. We hebben bijna de helft van de bouwkosten bespaard door vrij-willigerswerk. Maandenlang hebben de mensen gesleept met stenen en bouwmaterialen. Ik herinner me een zaterdag waarop het hele buitenterrein bestraat moest worden. We begonnen om half negen, met een man of tien. Er werd in straf tempo door-gewerkt: egaliseren, stenen aanvoeren, stenen leggen, trillen. Tussen de middag een kleine pauze. Om vijf uur keken we moe maar voldaan vanaf de rand van de zandbak met een pilsje in de hand naar het resultaat. Als een biljartlaken zo glad.

Voor onze voorzitter, vertegenwoordiger in melkrobots, is oktober het hoogtepunt van het jaar. Dan neemt hij drie weken vakantie en gaat naar de loonwerker. Want in oktober, dan wordt Edwin helemaal gek, de mais moet eraf. Van ’s morgens vroeg tot diep in de nacht is hij aan het mais kneuzen. Ik hoorde dat jullie misschien minder vakantie krijgen, zei hij laatst na een vergadering. De zomervakantie moet terug van zeven naar zes weken, klopt dat? Zeven weken vakantie, zei hij nadenkend. Zeven weken. Sjongejonge. Wat moet je dan zeggen tegen zo iemand? ◗

JOS bAAckDocent Frans en CKVTwents Carmel College, locatie De Thij

gEREguLEERD

Wat meer individuele speelruimte, dat zou Selma de Mink in haar jaren op het Geert Groote College wel hebben aangesproken. ‘Vergeleken met mijn basis-school was op de middelbare school alles gereguleerd. Roosters, cijfers… Dat vond ik wel jammer. Ik trek graag mijn eigen plan.’ Was dit een van de oorzaken dat haar talent na het voortgezet onderwijs pas echt goed kwam bovendrijven? De Mink denkt van niet. ‘Wat misschien wel meespeelt is dat je als meisje op die leeftijd niet getriggerd wordt om er bovenuit te steken. Meisjes willen vooral zoveel mogelijk op elkaar lijken, het wordt niet goed gevonden als je uitzonderlijk presteert. Het gemak waarmee ik goede cijfers haalde, hield ik soms liever verborgen.’ Dat veranderde op de universiteit: ‘Jongens die voorheen op hun sloffen de besten waren, hadden er moeite mee dat ze niet meer de slimsten waren. Terwijl ik me juist uitgedaagd voelde. Het was op de universiteit dat ik gemakkelijk tienen haalde.’

DubbELSTERREN

Als Hubble-fellow gaat De Mink nu samenwerken met de beste sterrenkundigen ter wereld. ‘Ik ga onderzoek doen naar dubbelsterren die heel dicht bij elkaar staan. Als die samensmelten - en dat gebeurt, want alle sterren zetten uit - levert dat enorme ontploffingen op. Het zijn de helderste sterren die we kennen.’

EVA VAN LEuR

Ook Eva van Leur is een nieuwe fase ingegaan. Voort-bordurend op haar interesse voor economie is zij International Business gaan studeren in Maastricht. ‘Er heerst een heel internationale sfeer’, vertelt ze enthousiast, ‘en de kleinschaligheid en het project-onderwijs spreken me erg aan. Wat ik later ga doen?! Dat zal in de loop van de studie wel duidelijk worden. Je hoort nog van me!’ ◗

cOLu

mN

Page 22: Carmel Magazine nr 16, december 2010

qu

IckS

cAN

22

Page 23: Carmel Magazine nr 16, december 2010

D E C E M B E R 2 0 1 0

Liesbeth Braunius (1974), stafmedewerker communicatie Carmel College Salland

1. LIESbETh bRAuNIuS IN 360-gRADEN IS…‘Samenwonend, moeder van twee met een leuke baan! Ik heb een hands-on mentaliteit, ben pragmatisch, maar ook perfectionistisch en resultaatgericht. Dat komt in dit werk goed van pas. Deze baan past echt bij mij; ik houd van kleuren, vormen, beelden en teksten. Hiervoor heb ik dan ook zeven jaar voor bekende tijdschriften gewerkt. Daarnaast ben ik sportief en een buitenmens. Ik woon in het bos en dat is heerlijk.’

2. hOE zIET DE IDEALE SchOOL ERuIT?‘Dit bekijk ik natuurlijk vanuit communicatief oogpunt. In de ideale school zijn schoolleiding en medewerkers zich bewust van het belang van PR en communicatie. Ook een school moet actief aan zijn imago werken en dus PR bedrijven. Alleen dan heb je invloed op hoe er over jouw school wordt gedacht en gesproken. Wij zullen de buitenwereld moeten vertellen wat we doen en waar we goed in zijn, ook al is dat voor ons vanzelfsprekend. Een ‘aantrekkelijke vorm’ is daarbij belangrijk. Alleen dan trek je de aandacht in deze tijd van informatieoverload. En in de ideale school is iedereen zich bewust van zijn ambassadeursfunctie: je draagt actief bij aan de uitstraling

van, en daarmee de beeldvorming over, jouw school.’

3. OP WELkE VAN DE DINgEN DIE JE hEbT bEREIkT, bEN JE hET mEEST TROTS?‘Op het totale communicatiepakket dat we de afgelopen drie jaar op onze school hebben neergezet. De nieuwe huisstijl is consequent doorgevoerd en we hebben een

aantrekkelijke lijn aan duidelijke commu-nicatiemiddelen. Van de een professionele

website, digitale nieuwsbrief, het personeelsblad en het ouderinformatieblad, tot de hele wervings-

campagne inclusief displays en posters. Het ziet er goed uit, het plaatje klopt!’

4. bEN JE OP SchOOL ANDERS DAN ThuIS?‘Voor een deel wel ja. Maar je neemt jezelf natuurlijk altijd mee! Ik heb me leren aanpassen aan de onder-wijsomgeving. Dat is een totaal andere cultuur dan het bedrijfsleven, waaraan ik gewend was. Ik wilde te veel, te snel. Inmiddels heb ik mijn draai daarin wel gevonden.’

5. WAT WAS hET mEEST INSPIRERENDE DAT JE hET LAATSTE hALf JAAR hEbT gEDAAN?‘Naast het ontwikkelen van de digitale nieuwsbrief ‘Carmel Mail’, het ouderinformatieblad ‘Carmel Nieuws’ en het personeelsblad ‘Carmel Wijzer’ denk ik dan aan mijn persoonlijke ontwikkeling. De stappen die ik daarin gemaakt heb, werpen ook hun vruchten af in het werk.’ ◗

‘Ik woonin het bos,heerlijk!’

23

cOLOfON

Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar.

REDaCtiEMarly Kemna-Sauer,Fijke Hoogendijk(Stichting Carmelcollege)Hans Morssinkhof(Hans Morssinkhof Publicity,Arnhem)Suzanne Visser(Perspect, Baarn)

fotogRafiEMarty van Dijken(nieuwewind, Enschede)gRafisCh ontwERpnieuwewind, EnschedeDRukVDA-Groep, EnschedeoplagE4800

Page 24: Carmel Magazine nr 16, december 2010

2

Wij wensen u en allen die u dierbaar zijn prettige feestdagen en gezondheid,

geluk en alle goeds voor 2011.

Stichting CarmelcollegeDrienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 [email protected]

P.S. WAARDE(N)VOLLE TIJDEN

Het zijn dagen waarin we langzaam afstand nemen.

Onze volgeschreven agenda’s hebben zichzelf over-

leefd. De stroom e-mails neemt eindelijk af, de tele-

foon blijft aangenaam stil. Het werk kan wachten,

andere dingen gaan voor. Nu is er tijd en nemen we

tijd. Voor elkaar en met elkaar. Voor eten en drinken,

voor ontmoeting, voor verhalen en ervaringen.

De gordijnen gaan dicht, de kaarsen branden, de

televisie zwijgt. Dit is onze tijd. Een waarde(n)volle

tijd. Zo nemen we toch weer de boodschap in acht

van dat kind in die kribbe. Ieder van ons, of we

geloven of niet. Want dat verhaal van aandacht,

zorg en respect, blijft tijdloos. Zodat de onder-

liggende waarden altijd actueel blijven. Voor heel

de mens, voor alle mensen.

stichtingcarmelcollege