carmel magazine september 2014
DESCRIPTION
Carmel Magazine september 2014TRANSCRIPT
1JA
AR
GA
NG
11
NU
MM
ER
27
SE
PT
EM
BE
R 2
01
4
CARMEL BOUWT! (OOK IN CRISISTIJD)
KOERS 2018 LAAT ZIEN WAT WE WILLEN
‘CARMEL IS IN 8 JAAR ERG VERANDERD’
DATATEAMS ZELFSTANDIG VERDER
IN DIT MAGAZINE:
2
ANDERE RUBRIEKEN
STANDPUNT VAN EEN SCHOOLLEIDER . . . . . . . . . . . 3
BELPANEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
MIJN PASSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
COLUMN ROMAIN RIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
CARMELCONCOURS IN BEELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
KORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
HOE GING HET VERDER MET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
COLUMN JOS BAACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen
voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties
verzorgen we een breed onderwijs aanbod in een
kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we
onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande
- voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan
Carmel verbonden:
◗ Almelo, Pius X College, Canisius
◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum
◗ Eindhoven, Augustinianum
◗ Emmen, Carmelcollege Emmen
◗ Enschede, Bonhoeffer College
◗ Gouda, Carmel college Gouda
◗ Groenlo, Marianum
◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen
◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo
◗ Oldenzaal, Twents Carmel College
◗ Oss, Het Hooghuis
◗ Raalte, Carmel College Salland
In dit nummer
CARMEL BOUWT! (OOK IN CRISISTIJD)
‘CARMEL IS IN 8 JAAR ERG VERANDERD’
KOERS 2018 LAAT ZIEN WAT WE WILLEN
DATATEAMS ZELFSTANDIG VERDER
4
16
8
18
STIJD) KOER
@stgcarmel
@CarmelVacatures
Volg ons
op Twitter!
LAYARDit nummer van Carmel Magazine
heeft een heel leuk extraatje: Layar.
Met je smartphone of tablet heb je nu
nog meer plezier van dit papieren
magazine! Bij de artikelen op pagina
15, 17 en 22 zie je het Layar-logo.
Hoe werkt Layar?
◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie
Layar en download deze (gratis) applicatie (app).
◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina
met het Layar-logo.
◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de
extra ervaring!
3
S E P T E M B E R 2 0 1 4
Standpunt van een schoolleiderontplooien. Kernopdracht van scholen is voor mij ook
talenten helpen ontdekken.
Ons onderwijs is opgebouwd in leerjaren, waarin leerlingen
van dezelfde leeftijd veelal ook dezelfde leerstof krijgen
aangeboden. Meer ruimte is gewenst, aangezien niet alle
leerlingen van dezelfde leeftijd zich sociaal en cognitief in
hetzelfde ontwikkelingsstadium bevinden.
Het kabinet gaat talentontwikkeling in het funderend
onderwijs stimuleren. Staatssecretaris Sander Dekker zegt
hierover: “Excelleren moet op alle niveaus in het
onderwijs - van vmbo tot vwo - en op een breed gebied
gestimuleerd worden. Er moet niet alleen oog zijn voor
cognitieve vaardigheden, maar ook bijvoorbeeld voor
creatieve en ambachtelijke vaardigheden.”
Ik ben een groot voorstander van zo’n brede defi nitie,
waarbij ontwikkeling van talent volop de ruimte krijgt en
het onderwijs beter afgestemd wordt op de verschillen
tussen leerlingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het
sneller behalen van een diploma, het bieden van
honoursprogramma’s of het modulair afsluiten van
vakken op verschillende niveaus. Het doel hiervan is dat
leerlingen meer worden uitgedaagd. Extra inspanningen
en resultaten zouden zichtbaar moeten worden op
diploma’s. Cruciaal daarbij is dat het vervolgonderwijs
ook dergelijke inspanningen beloont en hierop inspeelt.
Het onderwijs kent al veel goede initiatieven zoals plus-
klassen, technasia en tweetalig onderwijs. Mooie voor-
beelden waarbij langs verschillende wegen wordt gewerkt
aan uitdagender onderwijs. Onderwijs voor meer getalen-
teerde leerlingen is geen extra activiteit of taak voor scholen,
maar een integraal onderdeel van goed onderwijs.
Onderwijs met meer maatwerk voor alle leerlingen.
Talentontwikkeling vraagt om ander onderwijs en andere
vormen van toetsing. Belangrijk daarbij is dat belemmerende
wet- en regelgeving wordt ‘opgeruimd’ en dat scholen en
leraren optimaal ondersteund en gefaciliteerd worden.
Het voortgezet onderwijs in Nederland biedt jongeren een
prima basisniveau, maar slaagt er nog onvoldoende in om
onze talentvolle leerlingen te herkennen en te stimuleren.
De vraag is niet meer óf deze groep extra aandacht
verdient, maar hoe we die extra aandacht vormgeven. ◗
STANDPUNT
BEN KOKHUISVoorzitter centrale directie Pius X College/Canisius
Talentontwikkeling
De afgelopen jaren hebben we er als scholen hard aan
gewerkt om de prestaties van leerlingen te verbeteren die
een achterstand hebben. Dat lukt goed. Tegelijkertijd
heeft dit succes een keerzijde. Doordat we ons met name
richten op leerlingen die niet zo goed mee kunnen komen
én op de gemiddeld presterende leerlingen, krijgen onze
talentvolle leerlingen nog onvoldoende kans om uit te
blinken. We halen er bij onze leerlingen niet altijd uit wat
erin zit, zonde! Slechts een kwart van alle jongeren vindt
het onderwijs uitdagend genoeg. En maar een derde zegt
door hun omgeving aangemoedigd te worden om uit te
blinken. Goed onderwijs betekent dat iedere leerling
wordt uitgedaagd om zijn talenten optimaal te
‘Talent-
ontwikkeling
vergt ander
onderwijs’
4
Carmel bouwt! (ook in crisistijd)Nooit eerder liepen er op Carmelscholen zo veel nieuwbouw- en verbouwprojecten tegelijk. Er is maar liefst
156 miljoen euro mee gemoeid. Hoe houd je al die projecten in de hand? Een gesprek met Leo van Wijchen,
teamleider Huisvesting & Facilities, en rector Johan Supèr van het Carmel College Salland, waar het bouwstof
momenteel hoog opdwarrelt.
NIET BOMBASTISCH
Ondanks de tegenwind wordt er bij Carmel meer
gebouwd dan ooit. Totale kosten van lopende
projecten: 156 miljoen euro. ‘Bouwen kost geld, maar
niet bouwen kost een vermogen’, zegt Leo van Wijchen
fi losofi sch. ‘Leerlingen en ouders willen modern
onderwijs en verouderde gebouwen staan dat in de
weg. Personeelsleden kunnen er niet goed werken.
En de exploitatiekosten lopen op, zodat je geen geld
uitspaart maar juist extra kosten maakt.
Je kunt niet wachten tot het water aan de binnenkant
van de kozijnen staat.’ Carmel stelt bij het bouwen
kwaliteit en doelmatigheid voorop, vindt Supèr.
‘Geen bombastische gebouwen. Carmelgebouwen
volgen het onderwijs.’
Toch zijn de grote investeringen in gebouwen lastig
te verkopen als het crisis is. Van Wijchen vindt dat
begrijpelijk, maar legt uit dat veruit het meeste
huisvestingsgeld bij gemeenten zit en dus kunnen
scholen er niet vrij over beschikken. En dat er juist
nú zoveel wordt gebouwd, komt doordat diverse
langlopende besluitvormingstrajecten tegelijkertijd hun
beslag hebben gekregen. Zelfs aan de nieuwbouw van
Carmel College Salland, waar alles vlot verliep, ging vijf
jaar vooraf.
EIGENHEID
Een lichtpuntje van bouwen in crisistijd is dat opdracht-
gevers sterker staan tegenover aannemers en leveranciers.
Van Wijchen: ‘Carmel heeft daar rechtstreeks mee te
maken omdat wij altijd zelf bouwheer zijn. Wij voeren
altijd zelf de regie: Carmel betaalt, Carmel bepaalt.’
Dat is mogelijk doordat de afdeling Huisvesting &
Facilities de laatste jaren een grote professionaliserings-
slag heeft gemaakt. In een integraal model wordt naast
functionaliteit ook gekeken naar kwaliteitsaspecten als
akoestiek, binnenklimaat en uitstraling. ‘Jaren terug
waren de fi nanciën nog wel eens leidend’, zegt Supèr.
‘Nu beginnen ze echt bij de vraag: welk gebouw hebben
we nodig voor dit onderwijs? Eigenheid en lokale context
zijn van belang. Geen McDonald’s-scholen.’
Met het oog op de vele projecten in de pijplijn heeft
Huisvesting & Facilities de laatste jaren veel denk-
Goed onderwijs is leidend
In veel opzichten zit het scholen met nieuwbouw- of
verbouwplannen de laatste jaren niet mee. Gemeenten
besteden geld dat zij van de overheid voor onderhoud
of bouw van scholen krijgen, stelselmatig aan andere
doelen. Voor alle Carmelscholen samen betrof dat de
laatste jaren meer dan de helft (!) van dat budget.
Er zit ook nauwelijks schot in de doordecentralisering,
het overdragen van de volledige huisvestings-
verantwoordelijkheid van gemeenten naar scholen.
‘We zijn hierover met slechts acht gemeentes in
gesprek, in één is het gelukt en één overweegt het
serieus. De rest wil er niet aan’, zegt Leo van Wijchen.
En dan is er nog de krimp. Alle Carmelscholen samen
zullen naar verwachting in 2025 zo’n 6.000 leerlingen
minder hebben. Qua vloeroppervlak zat Carmel in
2010 al 19 procent te ruim in zijn jas. Het is een van
de redenen waarom rector Johan Supèr in Raalte na
de sloop van zijn oude gebouwen een kleinere school
terugbouwt: ‘We krijgen tot nu toe meer leerlingen
binnen dan de prognoses voorspellen, maar we moeten
wel vooruitdenken.’
LOPENDE NIEUWBOUW-PROJECTEN
• Augustinianum, Eindhoven (fase defi nitief
ontwerp)
• Carmel College Salland, Raalte
(uitvoeringsfase)
• Scholengroep Carmel Hengelo, vmbo (fase
defi nitief ontwerp)
• Scholengroep Carmel Hengelo, Het Twickel
College Hengelo (schetsontwerpfase)
LOPENDE REVITALISERINGS-PROJECTEN
• Marianum, Groenlo (schetsontwerpfase)
• Maartenscollege, Haren (schetsontwerpfase)
• Scholengroep Carmel Hengelo, Het Twickel
College Borne (schetsontwerpfase)
5
S E P T E M B E R 2 0 1 4
formuleert’, is de ervaring van Van Wijchen. Vervolgens
moet het ontwerp tot in de kleinste details worden
uitgewerkt. Dit betaalt zich dubbel en dwars terug, in
de vorm van hogere kwaliteit tegen een goede prijs en
minder problemen. ‘Het liefst zou ik nog voorschrijven
wat bij vorst de temperatuur van de tegellijm moet zijn,
zodat de tegels twee jaar later niet van de muur vallen’,
lacht Van Wijchen.
Het resultaat? Dat is over anderhalf jaar in Raalte te
bewonderen. En in Eindhoven, Hengelo, Groenlo en
Haren natuurlijk. ◗
en schrijfwerk gedaan. In een huisvestingshandboek
zijn uitgangspunten, kaders, procedures en
programma’s van eisen uitgewerkt. Ook ligt er een
menukaart waarmee scholen kunnen zien welk
huisvestingsconcept hen het meest aanspreekt.
Een vergelijkbaar keuzemenu voor sportconcepten is
bijna klaar.
GOED GELUKT
De nieuwbouw van Carmel College Salland is min of
meer het eerste project waarin het “nieuwe bouwen
volgens Carmel” vanaf de eerste stap gestalte krijgt.
Alles staat of valt met een goede voorbereiding, merkt
Supèr. Dat begint er al mee dat de school ver voor het
offertestadium exact weet waar zij onderwijskundig
naartoe wil. Ook is een goed ontwerpteam belangrijk,
dat precies snapt wat de school wil. ‘Dat krijg je alleen
als je de selectie- en gunningscriteria heel zorgvuldig
‘Bouwen kost
geld, maar niet
bouwen kost een
vermogen’
FUNCTIONALITEIT
6
Leerlingen van nu hebben grotendeels nog dezelfde schoolvakken als hun vaders en moeders. Terwijl de wereld toch in
razend tempo veranderd is. Nieuwe technologie heeft geleid tot het ontstaan van een meer internationaal georiënteerde
samenleving die steeds andere en hogere eisen stelt. Daarom pleit de Onderwijsraad, die de minister adviseert, voor
regelmatige aanpassing van schoolvakken en hun inhoud. School moet volgens de raad leerlingen vooral leren verbanden
leggen en samenhangen te zien. Dán zijn ze fl exibel, oplossingsgericht en weten ze hoe ze de groeiende nieuwe kennis snel
en goed oppakken. Anders dreigt Nederland in de wereld achterop te raken. Krachtige taal! Een beste kluif voor onze eigen
Onderwijsraad: het vernieuwde belpanel. Deze keer reageert het op de stelling:
We leren niet meer de goede dingen!
JOMANA AL SAMARRAI, LEERLING 5 HAVO, CARMEL COLLEGE SALLAND, RAALTE
‘Ik ben voor deze stelling.
We krijgen steeds meer
te maken met nieuwe
technologie en met
de effecten daarvan.
Daarom is het van belang
om goed bij te blijven.
Het lesmateriaal moet
dus worden aangepast
aan de vaardigheden en de kennis die steeds belangrijker
worden in deze wereld. Dan is het overigens volgens mij niet
de bedoeling om te veel aan te passen, maar de leerlingen
moeten wel zo geschoold worden dat ze later niet voor
verassingen komen te staan. Bij ons op school zijn we bezig
de overstap te maken. We doen steeds meer digitaal en
samenhangen komen zeker aan de orde. Dat kan nog meer,
maar daaraan wordt al gewerkt.’ ◗
CONNIE VAN DER VEGT, OUDER, ETTY HILLESUM LYCEUM, LOCATIE HET STORMINK, DEVENTER
‘Voor mijn gevoel gaat de
Onderwijsraad te kort door
de bocht. Ik zie aan mijn
dochter dat de motivatie
en de bevlogenheid van
docenten doorslaggevend
is om leerlingen te
stimuleren. Als we
constateren dat Nederland
op achterstand dreigt te geraken, zullen we breder moeten
kijken naar de kwaliteit van het onderwijs. En van de docenten:
die moeten goed opgeleid, gekwalifi ceerd en professioneel zijn.
Dan hebben ze veel te bieden. Ik denk dat het meer daarin zit
dan in de vakken. Dat maakt de stelling overigens lastig, want
ik denk wel dat er veel beter kan en moet. Maar dat begint bij
de persoon voor de klas. Die is altijd nog belangrijker dan het
curriculum. Kortom: oneens.’ ◗
NICO VAN DER WOUDE, DOCENT NEDERLANDS EN DEBATCOÖRDINATOR, PIUS X COLLEGE, ALMELO
‘Oneens. Ik wil het anders
zeggen: we leren de dingen
niet op de goede manier.
Ons onderwijssysteem
probeert met longitudinale
leerlijnen te werken, die
knikken in de leerstof
veroorzaken. Ik zou liever
ook transversale leerlijnen
zien, dus met verbindingen tussen de vakken. En meer con-
structivistisch werken. Dan zien leerlingen zelf wat ze niet kennen
of kunnen, dat motiveert. Ook dan blijft kennis noodzakelijk,
maar we bereiden onze leerlingen wel beter voor. Ze leren
gemakkelijker het geleerde toe te passen in andere vakgebieden.
Ik zie dat terug in het debatonderwijs. Daar leer je kritisch
denken, omgaan met informatie en creatief tot oplossingen te
komen. Zowel excellente als meer zwakke leerlingen groeien
daarvan. Dan zie je dat onze leerlingen veel kunnen.’ ◗
DIRK VAN BREE, LEERLING 6 VWO, HET TWICKEL COLLEGE, HENGELO
‘Ik zie de noodzaak niet.
We leren nog steeds de
goede dingen. Er is
inderdaad veel nieuwe
technologie en die brengt
grote veranderingen met
zich mee, maar de nieuwe
kennis komt voort uit de
oude kennis. Denk aan een
mobieltje: om dat te ontwikkelen, moet je iets weten van,
bijvoorbeeld, straling en elektriciteit. Dat is basiskennis, die je
moet beheersen. Ik heb echt niet het gevoel dat ik onvoldoende
wordt opgeleid. Het is mooi, dat verhaal van die samenhangen,
maar je zult eerst kennis moeten hebben. Als er al iets anders
moet, dan eerder in de sociale sfeer: wat heb je nodig om te
kunnen functioneren en gelukkig te worden? Met deze stelling
ben ik het echt niet eens.’ ◗
Belpanel
7
S E P T E M B E R 2 0 1 4
7
THEO DERKS (60), STAFMEDEWERKER PLANNING & CONTROL, CENTRALE DIENST HET HOOGHUIS
‘Ik ben geen echte fi nanciële controller en ook geen P&O’er.
Mijn werk zit meer áchter de cijfers: de vertaling naar een goede
combinatie van mensen en middelen. Is deze aanvraag voor
ouderschapsverlof goed berekend? Wie kan die langdurig zieke
vervangen? Wat betekent de nieuwe cao voor onze mensen?
Ik was docent natuurkunde op locatie ZuidWest toen ik werd
gevraagd als roostermaker. Dat heb ik 25 jaar met veel plezier
gedaan. Het puzzelen, hè! Het ultieme genot was als ik in juli
zag dat de roosters niet alleen gelukt waren, maar er ook
nog eens geweldig uitzagen. Voor de mensen achter de
cijfers bedoel ik. Want je kunt ergens getalsmatig wel
uitkomen, maar het moet ook passen bij de mensen.
Een besluit kan voor hen persoonlijk grote gevolgen
hebben. Daar ben ik me altijd van bewust. Daarom wil ik
de mensen kennen en weten wat er op de locaties speelt.
Geleidelijk ben ik meer formatiewerk gaan doen. Een jaar of
drie geleden heb ik fulltime de overstap naar de centrale dienst
gemaakt. Voor afspraken ga ik nog bijna altijd naar de locaties.
Lekker door de school lopen, mensen ontmoeten in de personeels-
kamer. Ik geloof niet dat ik ooit een dag met tegenzin naar mijn
werk ben gegaan. Ik vind het ook helemaal niet vervelend als ik op
een vrije dag een klus moet doen. Het voelt goed als het klaar is.
En dan pakken mijn vrouw en ik daarna lekker een terrasje.’ ◗
‘De mensen
achter
de cijfers’
MIJ
N P
ASSI
E
8
‘Kwaliteit begint bij wat we zelf kunnen beïnvloeden’Koers 2018. Dat is de titel van het nieuwe “strategisch beleidskader” dat het College van Bestuur (CvB) in het
najaar uitbrengt. Hoewel het voortbouwt op Koers 2014 wordt het een ander stuk, belooft Romain Rijk,
voorzitter van het CvB. ‘We zijn bij onszelf begonnen. Wie zijn we als Carmel? Wat bindt ons? Wat zit in onze
genen, waaraan hebben we een broertje dood? Als we het daarover eens zijn: wat willen we dan zien?’
Koers 2018 laat zien wat we willen
9
S E P T E M B E R 2 0 1 4
‘Je krijgt
alleen kwaliteit
als je mensen
ruimte geeft’
De wording van Koers 2018 loopt al sinds maanden.
Geregeld vinden bijeenkomsten plaats van CvB,
schoolleiders, medewerkers van het bestuursbureau en
anderen. De Raad van Toezicht is eveneens betrokken.
Harry Claessen, rector van het Twents Carmel College
en voorzitter van het Convent van Schoolleiders,
tempert de verwachtingen: ‘In vergelijking met
Koers 2014 vind je geen afwijkende standpunten,
wel de doorontwikkeling van een bestendige lijn.’
Tom Morskieft, voorzitter van het managementteam
van het bestuursbureau, valt hem bij: ‘We bouwen dus
voort en blijven aansluiten bij de actualiteit, dat is onze
maatschappelijke opdracht.’
Die “actualiteit” betreft bijvoorbeeld de rapporten “Naar
een lerende economie” van de Wetenschappelijke
Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en “Een smalle
kijk op onderwijskwaliteit” van de Onderwijsraad,
beide uit november 2013. Van recenter datum zijn
het sectorakkoord voortgezet onderwijs (april 2014)
en “Een eigentijds curriculum” van de Onderwijsraad
(mei 2014). De stukken pleiten, onder veel meer, voor
de ontwikkeling van brede(re) vaardigheden om de
leerling beter voor te bereiden op de toekomst en voor
meer geïndividualiseerde leertrajecten. ‘Onze sector
heeft zich een aantal jaren laten leiden door wat
de Onderwijsinspectie toetst’, zegt Rijk. ‘Nu stelt de
Onderwijsraad de vraag of de criteria van de Inspectie
wel zo maatgevend moeten zijn. Hij vraagt aandacht
voor meer brede vorming van leerlingen.’
Morskieft vult hem aan: ‘Tien jaar nadruk op presteren
in kernvakken en opbrengstgericht werken heeft
misschien niet gebracht wat werd verwacht. Het kan
volgens de Onderwijsraad leerlingen wegzetten:
“Als jij mislukt, dan heb jij niet hard genoeg gewerkt.”
Dat past niet bij ons “Elke mens, heel de mens en alle
mensen”. Rijk: ‘Waarderen of uitselecteren? Wij kiezen
het eerste. Het gaat om álle talenten, van leerlingen en
medewerkers.’
SPIEGEL
Elk Koersdocument is een spiegel van zijn tijd. Rijk
bevestigt: ‘In Koers 2014 schreven we dat onze scholen
in 2014 “bovengemiddeld” zouden moeten scoren.
Achteraf minder gelukkig; naar de normen van de
Inspectie zijn we niet zo bovengemiddeld. Het is maar de
vraag of dát het probleem is.’ Het klinkt weloverwogen:
‘De Onderwijsraad nodigt ons uit ook zélf te bepalen
wat we als “goed” en “excellent” beschouwen. Wat willen
we van onze leerlingen zien? Wat van onze docenten en
andere medewerkers?’
Claessen vult hem aan: ‘Ook wij trekken ons de kritiek
van de Onderwijsraad aan. Vandaar dat we onszelf de
vraag hebben gesteld. “Wat willen we als Carmel; wat
willen we zien? Wanneer zijn wij tevreden?” Daarop
geeft Koers 2018 het antwoord.’ Het is de uitkomst van
een doorwrochte procedure, met gebruikmaking van
serious gaming en diepgaande gesprekken in groepen
van wisselende samenstelling. Morskieft: ‘Met vragen
als: “Wat vind jij belangrijk in je school, waar ligt de
essentie van je onderwijs? Waar zien we met elkaar
overeenkomsten of juist verschillen?” Steeds keerden
dezelfde begrippen terug, die de schoolleiders op gelijke
wijze interpreteerden. Bijvoorbeeld over het belang van
een deugdelijke en degelijke organisatie, van brede
vorming en kennisdeling.’
10
brede verantwoordelijkheid voor de onderwijsketen.
Neem de pabo. De grootste oorzaak van uitval daar is
onvoldoende motivatie. Dan moeten wij ons afvragen
wat wíj als voortgezet onderwijs nog hadden kunnen
doen om die leerling tot een goede keuze te leiden.’
IN DE SCHOLEN
De benadering die Koers 2018 voorstaat, wordt in
de scholen zichtbaar, weet Claessen: ‘Ik ben ervan
overtuigd dat we dichter bij onze medewerkers komen.
De recente eenzijdige benadering heeft vervreemdend
gewerkt. Mensen werken in het onderwijs omdat ze iets
hebben met kinderen en ontwikkeling.
Wie bij Carmel werkt, kiest voor de bredere aanpak.’
En daarmee voor de gelijkwaardigheid van
schoolvakken. ‘Die zijn allemaal belangrijk’, benadrukt
Rijk nog eens, ‘wij maken geen onderscheid tussen
kernvakken, doorstroomrelevante vakken en vakken
“achter de streep”.’
‘In het verlengde hiervan: we waarderen
verschillen tussen docenten’, neemt
Claessen het woord weer. ‘Naast
“teacher-leaders” hebben we
vakinhoudelijk goede docenten
nodig. Het gaat om samenhang,
BREDE ONTWIKKELING
Geleidelijk worden de contouren van Koers 2018
zichtbaar. ‘Met elkaar hechten we veel waarde aan
brede ontwikkeling’, zegt Claessen. ‘Vanuit “Heel de
mens”, zeg maar. We kijken waarmee en hoe we onze
leerlingen willen toerusten. Natuurlijk met aandacht
voor rekenen en taal, maar andere vakken zijn even
belangrijk. Brede ontwikkeling komt ten goede aan álle
resultaten. Juist hier zie je de doorontwikkeling van
Koers 2014.’
‘Je ziet nóg iets’, neemt Rijk over, ‘jarenlang mocht
Carmel zich niet met het onderwijs bemoeien. Dat was
van de scholen. Vier jaar terug constateerden we een
kentering, toen we spraken over een “uniform profi el
van kwaliteit”. Dat is er nog niet, maar we weten: als je
naar brede kwaliteit wilt, dan móet je het met elkaar
over de inhoud van je onderwijs hebben. Tijdens de
voorbereiding van Koers 2018 hebben we geleerd meer
indringend met elkaar te spreken over de kwaliteit van
het onderwijs en over resultaten vanuit verschillende
verantwoordelijkheden.’
Zo kom je uiteindelijk tot een meer eenduidig besef van
Carmelkwaliteit, meent Morskieft. ‘Die kun je merkbaar
laten zijn en meetbaar. Niet uitsluitend in getallen,
ook door praktijken te beschrijven en te delen. Binnen
Carmel en daarbuiten, door bijvoorbeeld intensivering
van het contact met primair onderwijs. En met mbo
en hbo, zodat we weten hoe onze leerlingen het daar
doen.’ Claessen knikt: ‘Bij brede ontwikkeling hoort
‘We willen niet
knippen, maar
verbinden en
integreren’
HET EIGEN CARMELVERHAAL
Koers 2014, dat in 2011 werd gepubliceerd,
kenmerkt zich door een opvallend heldere
opzet. Naast vaak concrete passages over de
ambities, bieden kaders inzicht in wat nog in
2011 en wat in 2014 bereikt zou moeten zijn.
Het nieuwe Koersdocument wordt anders, legt
Roman Rijk uit: ‘Het eerdere document ademt
de geest van die periode. We kijken nu naar
wat we nog meer van onderwijs verwachten.’
Op dat spoor zit ook de Raad van Toezicht,
vertelt Rijk: ‘Die adviseert niet te veel in termen
van ambities te formuleren. “Schrijf in praktijken.
Wat wil je terugzien, wat wil je tegenkomen?”
Dat proberen we. De uiteindelijke versie zal dan
een mix zijn, van meer algemene tekst én van
beschrijvingen van dingen die we met elkaar
willen tegenkomen. Koers 2018 wil benoemen
wat we met z’n allen willen en geeft ruimte voor
eigen ontwikkeling en keuzes op locatie.’ ◗
11
S E P T E M B E R 2 0 1 4
SPELSYSTEMEN EN (BE)STUREN
8 juli 2014. We staan aan de vooravond van de halve
finale van het WK2014. Al weken debatteren deskundigen
over spelsystemen van onze nationale trots: 4-4-3,
5-3-2, 3-5-2. Zo ongeveer elke combinatie die op papier
mogelijk is, komt langs. Op flipovers legt Ronald de Boer
uit hoe de backs “hoog” of “laag” hun rol zullen
invullen. Verdedigend of juist aanvallend en druk
zettend. Het spel is niet altijd mooi, maar het resultaat
mag er zijn.
Goed besturen gaat in feite ook over spelsystemen,
veldbezetting, checks and balances, tegenkrachten en
positiewisselingen. Ruimte maken en geven, kansen
benutten. Een hecht team smeden van harde werkers en
briljante geesten. Niet iedereen hoeft hetzelfde te
kunnen, maar door elkaar aan te vullen en voor elkaar te
gaan, ontstaat de winnende combinatie, ontstaat geloof
in eigen kunnen en succes. Formele functiebeschrijvingen
geven je positie op het veld aan, maken duidelijk wat je
taak is. Maar een elftal dat alleen maar spelers kent die
vast op de eigen posities blijven staan, maakt niet veel
kans op succes. Dat gaat niet echt lopen, daar zitten geen
verrassingen in. Goed besturen vraagt dus om spelers die
hun primaire taak goed uitvoeren, maar die soepel
kunnen switchen. Het bekende harkjesmodel dat het
organogram van organisaties uitbeeldt, is dus per
definitie de verkeerde voorstelling van zaken. Harkjes
bestaan uit rechte lijnen, zijn niet soepel en kunnen niet
swingen. Harkjes geven alleen formele posities aan, maar
zeggen niets over hoe (be)sturen feitelijk zou moeten
gaan. ◗
ROMAIN RIJKVoorzitter College van Bestuur, Stichting Carmelcollege
COLU
MN
verbinding.’ Dat heeft al meermalen verrassend
uitgepakt, zegt Morskieft onder verwijzing naar de
datateams. ‘Daar komen alle invalshoeken bij elkaar
om oplossingen voor een probleem te vinden: alfa, bèta
en gamma. In één van die teams vertelde een leraar
wiskunde enthousiast over de samenwerking met een
docent klassieke talen. Die was er waarschijnlijk anders
niet geweest.’ Rijk knikt: ‘Kwaliteit begint bij wat je zelf
kunt beïnvloeden.’
‘We zoeken ook op andere terreinen verbinding’, gaat
Claessen verder. ‘We hebben alles uit elkaar getrokken
in afzonderlijke vakken, de kunst is om zaken bij elkaar te
brengen. Binnen het Twents Carmel College bijvoorbeeld,
kijken we wat we in een profi elwerkstuk willen zien.
Dat is meer dan het eigenlijke onderwerp, we vragen
ook oriëntatie op vervolgonderwijs en achterliggende
beroepswereld, en een ethische beschouwing.
En loopbaanoriëntatie en -begeleiding moet ook meer
zijn dan een lesuurtje per maand. We moeten niet
knippen maar verbinden en integreren.’
RUIMTE
Hier liggen mogelijkheden om Carmel als
kennisalliantie te versterken, signaleert Morskieft:
‘We hebben de goede mensen, we werken aan een
adequate ICT-infrastructuur.’ Dat opent volgende
deuren, verwacht Rijk. ‘Onder meer de WRR wijst erop
dat we de leerling nog veel meer in het middelpunt
moeten plaatsen. Zo ver zijn we in het voortgezet
onderwijs niet. We lopen aan tegen lessentabellen en
andere starre systemen, terwijl voor de leerling meer
fl exibiliteit gewenst is. Dat kan meer dan vroeger, zelfs
binnen de bestaande wet- en regelgeving. Die ruimte is
er, maar die moeten we zien en benutten.’
Het besef is er dat het nemen van die ruimte geleerd
moet worden. Dat ook medewerkers gestimuleerd
moeten worden om op basis van hun professionaliteit
keuzes te maken en hun vrijheid te benutten. Claessen:
‘Je krijgt alleen kwaliteit als je mensen de ruimte
geeft. Dan ontstaat eigenaarschap van onderwijs en
resultaten.’ Hij ziet een overeenkomst met de situatie
in de scholen. ‘We willen de leerlingen in staat stellen
de regie te nemen over hun eigen ontwikkeling, zodat
ze eigenaar worden van hun eigen verhaal. Dat willen
we bij onze medewerkers eveneens bereiken.’ Rijk knikt
instemmend: ‘Dán krijg je parallelle processen die
elkaar beïnvloeden en versterken.
De voorzitter van het CvB hoopt na de zomer de
discussie te verbreden en af te tasten hoe de gedachten
van Koers 2018 aanvoelen. ‘Het stuk zal handen en
voeten in de scholen moeten krijgen. Met een vertaling
per school en per team. Daar kan iedereen nu al mee
beginnen, niemand hoeft te wachten tot het document
er ligt.’ Lachend: ‘Hier past bescheidenheid. De wereld
verandert niet door Koers 2018.’ ◗
12
Op 19 juni 2014 was manege Boekweitakkers in Dalerveen het toneel van het tweede Carmelconcours van Carmel-
college Emmen. Zestien ruiters streden om de eer in de categorieën dressuur en springen. Bijna allemaal zitten ze op
het Carmelcollege Emmen en zijn daarnaast op hoog niveau bezig met paardensport. De organisatie was in handen
van Alex Scheper, topsport- en talentbegeleider van de school, en Gert Pruim, vader van één van de deelneemsters.
Op het manegeterrein de trailers af en aan.
Sterre Uiterwijk (2 mavo/havo) laadt haar paard
Sundowner uit.
Carmelconcours 2014
Fotomomentje. Zoë met Fyrista.
Langzaam druppelen de ruiters en paarden
binnen. Samen met haar moeder checkt Richelle
Hoogeveen (4 mavo) bij Alex Scheper haar plaats
op de startlijst.
Zoë Pruim (5 havo) haalt haar paard Fyrista alvast
van stal. Het idee om het Carmelconcours nieuw
leven in te blazen, kwam van Zoë’s vader, Gert
Pruim. Waarom alleen schoolwedstrijden voor de
teamsporten? Dat vond Alex Scheper ook.
Poetsen, hoeven krabben: Fyrista laat het zich
graag welgevallen.
13
S E P T E M B E R 2 0 1 4
SPRI
NG
EN
Zoë met Fyrista tijdens de springwedstrijd. Dit jaar
nog voor de eer, volgend jaar hopelijk voor echte
wedstrijdpunten, als het Carmelconcours een
offi ciële wedstrijd wordt.
Hoog tijd om op te stijgen. Over een kwartiertje
begint de dressuurwedstrijd. Het eerste Carmel-
concours was trouwens zeven jaar geleden, toen
het grasveld naast de school plaats ging maken
voor kunstgras. Nu wordt de traditie nieuw leven in
geblazen.
Opzadelen maar. Carmelcollege Emmen heeft
relatief veel leerlingen die op hoog niveau
paardrijden.
Sterre trekt haar wedstrijdkleding aan. Thema
vandaag: rood-wit-blauw-oranje!
Richelle maakt met haar pony Kantje’s Cupido een
rondje in de bak.
14
MONDRIAAN COLLEGE WORDT LOCATIE VAN HET HOOGHUIS
Per 1 januari gaan de Osse scholen
Het Hooghuis en het Mondriaan College fuseren.
Alle formele stappen zijn afgerond. Na gedegen
voorbereiding, de goedkeuring van de minister
van Onderwijs (in april jl.) en instemming van
Medezeggenschapsraden en Raden van
Toezicht heeft het College van Bestuur het
fusiebesluit bekrachtigd.
De bestuurlijke fusie is op 1 januari 2015.
De zogenaamde ‘institutionele fusie’ is per
1 augustus 2015, maar wellicht ook al per
1 januari 2015. Dat gebeurt alleen als
OCW/DUO kan garanderen dat er bij een
institutionele fusie per 1 januari 2015 geen
uitvoeringsproblemen ontstaan rond
bekostiging.
Els Brendel is tot 1 januari 2015 interim-rector
van het Mondriaan College. Zij wordt ter zijner
tijd opgevolgd door een locatiedirecteur. ◗
CARMEL AWARD 2014
Ook afgelopen schooljaar is de Carmel Award
uitgereikt. Op vrijdag 11 april 2014 namen Sterre
Schriemer, Leanne Meurs en Mara Groeneveld
uit 6 vwo van Scholengroep Carmel Hengelo
(Lyceum De Grundel, Hengelo) en Shirley Cui
en Eline Cui uit 5 havo van Het Hooghuis
(Titus Brandsmalyceum, Oss) de hoofdprijzen
in ontvangst.
Dit schooljaar vindt de Carmel Award plaats op
donderdag 9 april 2015.
Meer informatie over de Carmel Award 2015
vind je op het Carmel Intranet. ◗
Kort
NIEUWE WEBSITE CARMEL.NL
Carmel heeft een nieuwe website. Met de
nieuwe, responsive site spelen we in op het
toenemende bezoek via tablets en mobiele
telefoons. Op carmel.nl volg je nu het laatste
nieuws over ons en onze scholen, kun je in de
kalender zien wanneer er een studie- of
netwerkdag is (en direct in je agenda zetten)
én je vindt er de laatste Carmelvacatures.
Dit betekent dat de aparte jobsite
carmelvacatures.nl verdwijnt. Het Carmel
Intranet is het volgende onderdeel dat
binnenkort fl ink op de schop gaat. Heb je
opmerkingen of suggesties? Stuur deze dan
naar [email protected]. ◗
NIEUWE CAO VO
In april kwamen de sociale partners tot een
onderhandelaarsakkoord over een nieuwe
CAO VO. Deze is ingegaan op 1 augustus 2014
en heeft een looptijd van 1 jaar. Download de
cao-teksten op vo-raad.nl.
VOLG JE ONS OP SOCIAL MEDIA?
Twitter: @stgcarmel en @CarmelVacatures
facebook.com/stgcarmel
youtube.com/stgcarmel
linkedin.com/company/stichting-carmelcollege ◗
NIEUWE WWEBEBSITE CARMEL NLIEUW
15
S E P T E M B E R 2 0 1 4
Het accent op kennisuitwisseling in de nieuwe Koers komt
niet uit de lucht vallen. Binnen Carmel leren collega’s in alle
lagen en functies al jaren van elkaar. Zo zijn er studiedagen
en netwerken over passend onderwijs, zorg, tweede fase,
onderbouw, vmbo en kwaliteitszorg. Er zijn leer-werk-
conferenties over LC- en LD-functies. Er zijn collegiale
visitaties, waarbij scholen zichzelf zien door de bril van een
ander. En datateams, waarin collega’s gedegen onderzoek
doen naar vraagstukken uit de praktijk. Verder komen er
dikwijls intervisiegroepen of leernetwerken voort uit de
masteropleidingen die steeds meer Carmelcollega’s volgen.
En de startbekwaamheidstrajecten voor aspirant-
teamleiders hebben op veel scholen een vliegwielfunctie
voor de professionalisering.
SCHOOLLEIDINGENDAG
Als het gaat om kennisdeling, is een bijzondere rol
weggelegd voor de Schoolleidingendag: afgelopen
schooljaar op 17 april 2014 in Wolfheze. Ruim tweehonderd
deelnemers uit alle managementlagen van alle
Carmelscholen kwamen bijeen voor een dag vol inspiratie
en uitwisseling. Bijzonder was dat voor het eerst alle
workshops door “eigen” mensen werden verzorgd: het was
kennisdeling in optima forma. Na de keynotelezing van
prof. dr. Geert ten Dam, voorzitter van de Onderwijsraad,
volgden 24 presentaties en workshops over projecten,
master-afstudeeronderzoeken, experimenten, pilots en meer.
OPEN UITWISSELING
Fennanda van Goor, lid
managementteam bestuursbureau,
maakt deel uit van de stuurgroep
management development. Zij zegt over de
Schoolleidingendag: ‘Het ging echt om leren
van en met elkaar. Dat leidde tot een bijzondere dynamiek.
Omdat alle voorbeelden “uit eigen huis” kwamen, was de
herkenbaarheid veel groter. De drempel om vragen te
stellen was laag en dat leidde tot een heel open
uitwisseling. “Dit weten we, hier zijn we nog niet uit, wat
denken jullie hiervan?” Deelnemers gingen echt met elkaar
in gesprek. Er was een combinatie van bevlogenheid en
betrokkenheid. Dat zie je ook terug in de reacties die ons
via de schoolleiders hebben bereikt. Heel vaak kregen we
de vraag of we het volgend jaar weer volgens dezelfde
formule kunnen doen. Dat zegt genoeg. De schoolleidingen-
dag 2014 genereerde niet alleen heel veel energie, we
hebben met zijn alleen ook weer een basis gelegd voor
kwalitatief goed onderwijs. Het leren van nu en de
toekomst.’ ◗
Alle presentaties van de Schoolleidingendag 2014
zijn na te lezen op het Carmel Intranet. ◗
KennisuitwisselingCarmel als kennisalliantie: daar is een belangrijke plaats voor weggelegd in de nieuwe Koers 2018. Medewerkers
leerden ook vorig jaar al op tal van manieren van elkaar, bijvoorbeeld tijdens de vernieuwde Schoolleidingendag.
Hoe ging het verder met...
‘Schoolleidingen-
dag 2014:
bevlogenheid en
betrokkenheid’
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2
bekijk het filmpje van bekijk het filmpje van
de schoolleidingendagde schoolleidingendag
16
‘Carmel is in acht jaar erg veranderd’De opvolger is bekend. Op 1 januari 2015 treedt drs. Fridse Mobach toe tot het College van Bestuur als
opvolger van Ton Thomassen RA, die met pensioen gaat. Hij is dan ruim acht jaar bestuurder van Carmel
geweest. ‘Er is veel veranderd. Ik zie grote verschillen.’
In elk exitgesprek komt de vraag wat de vertrekkende
persoon heeft bereikt. Die kant wil Thomassen niet op.
‘Het past niet bij mij’, zegt hij. En: ‘Het zou niet terecht
zijn. Alles wat je wilt en bereikt, doe je sámen, dat is
mijn overtuiging. In het College van Bestuur werken
Romain en ik volstrekt collegiaal. Dat betekent ook:
samen met het Convent van Schoolleiders, de Raad van
Toezicht, alle medewerkers.’
Hij zegt het stellig. Mede door zijn militaire achtergrond.
Thomassen studeerde onder meer aan de Koninklijke
Militaire Academie (administratief-economische
richting) en bracht het als beroepsoffi cier tot de rang
van majoor. ‘Ik heb er geleerd dat iedereen altijd moet
handelen. In gevechtssituaties kun je niet wachten tot
de generaal terug is. Iedereen moet iets en dat maakt
een organisatie beter en sterker. Vooral als je daarbij
samenwerkt.’
BESLUITEN NEMEN
Thomassen verliet de krijgsmacht toen hij op
formele gronden niet in aanmerking kwam voor een
Fo
tog
raa
f: G
er
Loe
ffe
n
Ton Thomassen
17
S E P T E M B E R 2 0 1 4
functie waarvoor hij gevraagd was en die hem trok.
‘Hét moment om verder te kijken. Ik heb gewerkt
als accountant en consultant, in loondienst en als
zelfstandig ondernemer. Besluiten nemen, hè.
Niet afwachten.’
Die attitude bracht hem in de kringen van het
onderwijs. ‘Een verhaal apart’, zegt Thomassen.
In 1986 bezocht hij met zijn vrouw een bijeenkomst
van de ouderraad op de school van zijn dochter.
‘Er werden nieuwe leden gezocht. Mijn vrouw stond op
en zei: “Ton wil dat wel doen!” Een paar maanden
later werd ik voorzitter van de ouderraad. Zeven jaar
gedaan. Bij mijn afscheid droeg de ouderraad me voor
als lid van het schoolbestuur. Daar werd ik voorzitter
van de werkgroep die vorm moest geven aan een
nieuwe structuur, met een College van Bestuur en een
Raad van Toezicht.’
Zo kwam hij tot twintig jaar bestuurlijke ervaring in het
onderwijs. Voor een bureau voor executive search aan-
leiding hem te benaderen voor de functie van lid van het
College van Bestuur van Carmel. De afl oop is bekend.
‘Ik heb het altijd belangrijk gevonden iets voor de
samenleving te doen. Noem het een drive, een sterke
intrinsieke motivatie. Je moet iets over hebben voor de
gemeenschap. Bovendien ben ik nooit bang geweest om
aan iets nieuws te beginnen. Je leeft maar één keer.’
GROTE VERSCHILLEN
Al wil Thomassen niet over “zijn” verdienste spreken, hij
stelt vast dat Carmel sinds zijn eerste dagen in 2006
is veranderd. ‘Dat gaat geleidelijk, maar ik zie grote
verschillen.’ Gevraagd welke, neemt hij even bedenktijd.
‘Het belangrijkst is dat de organisatie Carmel en de
aangesloten scholen nu individualiteit beter kunnen
combineren met gezamenlijkheid en collectieve belangen.
Daardoor worden we steeds meer een kennisalliantie.
Recent hebben we stappen gezet in de richting van meer
centralisatie van de ICT. Van groot gewicht is verder de
toegenomen aandacht voor de pedagogisch-didactische
toerusting en de identiteit en spiritualiteit van Carmel.
Maar, nogmaals: ik heb daaraan bijgedragen, ik heb het
beslist niet alleen gedaan.’
In dit verband wijst hij op de vele leidinggevenden die
een management developmenttraject hebben gevolgd.
‘Zo ontstaat een gemeenschappelijke taal. Dat gaat
zover dat we bij de werving van nieuwe schoolleiders
niet alleen kijken of ze in het profi el passen, maar ook
of ze in het geheel van Carmel passen. We zijn meer
een club geworden.’
OBSERVATIES
En nu dan zijn afscheid. Nee, Thomassen wil niets
meegeven. ‘Ik heb acht jaar gelegenheid gehad mee
de koers uit te zetten. Met veel plezier, maar het is goed
zo.’ Onbewust sluipen er dan toch nog wat observaties
in. Over de teams, bijvoorbeeld: ‘Vaak is het nog een
aanduiding voor een organisatorische eenheid. Maar
een echt team is méér, daar doe je iets voor elkaar en je
maakt weloverwogen gebruik van elkaars kwaliteiten.
Dat zou ik vaker willen zien. Dat kan bij Carmel, je mag
bij ons fouten maken, mits je ervan leert. Als mensen
geen fouten mogen maken, ontneem je hen hun eigen
verantwoordelijkheid.’
Nog een punt: ‘Het scouten van mensen. Een moeilijk
onderwerp, maar veelbelovende mensen zou je een
carrièrepatroon kunnen voorhouden, dat gebeurt in
andere sectoren ook. Meer doorstroming zou eveneens
goed zijn. Maar houd me ten goede: dit zijn particuliere
observaties. Op 1 januari 2015 ben ik weg.’
Zal hij Carmel missen? ‘Ja en nee’, luidt het antwoord.
‘Er ligt een nieuwe uitdaging als bestuurslid van
Stichting De 4Daagse Nijmegen. Dat staat nu nog op
een laag pitje door tijdgebrek. Na 1 januari wordt dat
anders en daar heb ik zin in. Ach, ik zal wel eens met
weemoed terugdenken, maar ik kijk liever vooruit.’ ◗
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2
alvast kennismaken met alvast kennismaken met
fridse mobach?fridse mobach?
Fridse Mobach
Steeds meer Carmelscholen laten speciale onderzoeksteams van docenten en schoolleiders naar oplossingen
zoeken voor ingewikkelde onderwijsvraagstukken. Diverse ‘datateams’ van het eerste uur staan inmiddels al
een jaar op eigen benen. Hoe loopt dat? Verslag uit Oldenzaal en Almelo.
‘Het denken in de school verandert’Datateams zelfstandig verder
‘Door vragen te
stellen zijn we
onderzoeksmatig
gaan denken’
V.l.n.r.: Mirthe Tijman op Smijers, Nicole Teunissen, Marjo Nijmeijer, Marijke Lanjouw en Gitti Burema
19
S E P T E M B E R 2 0 1 4
Hoofdpijn krijgen veel scholen ervan: een dalend
rendement in de bovenbouw. Te veel leerlingen blijven
zitten of stromen af naar een lager onderwijstype.
En de oorzaak? Probeer daar maar eens een vinger
achter te krijgen. Ook de locaties Almelo van Canisius
en Lyceumstraat van het Twents Carmel College
in Oldenzaal worstelen met dit probleem. Canisius
signaleerde dat zijn doorstroomrendement op de
havo al drie jaar onder het landelijk gemiddelde zat.
En het Twents Carmel College zag het percentage
3 vwo-leerlingen dat afstroomt naar 4 havo, in drie
jaar tijd verdubbelen tot 9,6 procent. Wat was er toch
aan de hand? Beide scholen besloten een datateam
in te zetten. Dit is een klein onderzoeksteam van
docenten en schoolleiders dat met behulp van
gegevens (data) oplossingen zoekt voor hardnekkige
onderwijsproblemen.
HOUVAST
Sinds een jaar of drie stimuleert Carmel de vorming van
dit soort datateams. Het mes snijdt aan twee kanten: de
onderzoeksuitkomsten helpen om de onderwijskwaliteit
te verbeteren en het doen van onderzoek stimuleert de
professionele ontwikkeling van de medewerkers.
Eind 2011 ging een eerste lichting van tien teams
van start, waaronder die van Twents Carmel College
locatie Lyceumstraat (inmiddels bekend als “Datateam
Determinatie”) en Canisius locatie Almelo (inmiddels
bekend als “Datateam Canisius 1”). Een tweede
tranche van nog eens tien teams volgde in het najaar
van 2013. Alle teams werden twee jaar lang begeleid
door de Universiteit Twente. Er werden instrumenten
ontwikkeld om de teams meer houvast te geven, zoals een
achtstappenplan voor het doen van onderzoek: probleem
defi niëren (1), hypotheses opstellen (2), data verzamelen
(3), de kwaliteit van de data controleren (4), de data
analyseren (5), interpreteren en conclusies formuleren
(6), maatregelen nemen (7) en die tot slot evalueren (8).
Het bleek geen overbodige luxe. Onderzoek doen is voor
docenten nu eenmaal geen dagelijkse kost.
WENNEN
Inmiddels is voor alle datateams de begeleidings-
periode afgelopen. Van de eerste lichting zijn drie
datateams gestopt, drie scholen zijn met een nieuw
team gestart en drie datateams van het eerste uur zijn
zelfstandig doorgegaan met hun lopende onderzoek
(zie kader). Het “Datateam Determinatie” op het
Twents Carmel College locatie Lyceumstraat hoort tot
die laatste groep. Voor hen was het wegvallen van de
begeleiding wel even wennen, zeker omdat ze net een
nieuwe weg in het onderzoek waren ingeslagen.
Lange tijd hadden ze gezocht naar verklaringen voor
de eerdergenoemde afstroom van 3 vwo naar 4 havo.
Die vonden ze niet: hun hypotheses bleken niet te
kloppen. Opmerkelijk genoeg verminderde de afstroom
intussen wél. Een indirect effect van de toegenomen
bewustwording bij docenten, denkt voorzitter
Marjo Nijmeijer van het datateam. ‘Ons onderzoek
heeft afstroom op de agenda gezet en dat heeft er
bijvoorbeeld toe geleid dat de overgangsnormen zijn
aangepast en docenten duidelijker zijn geworden in
hun adviezen.’
Onderwijl diende zich een nieuwe prioriteit aan.
De doorstroom van 3 naar 4 havo bereikte met 66,1
procent een dieptepunt. Het datateam gooide het
roer om en richtte zich op dit probleem. Opnieuw bleek
het lastig om grip te krijgen op de oorzaken. Maar het
effect op het denken in de school werd sterker. ‘Doordat
wij vragen zijn gaan stellen, zijn steeds meer mensen
onderzoeksmatig gaan denken’, zegt Marijke Lanjouw
van het datateam. ‘Veel docenten en mentoren hadden
zich bijvoorbeeld nooit zo gerealiseerd dat je gericht kunt
sturen op dit soort zaken.’
DATATEAMS LIJKEN EFFECTIEF
Voor de zomervakantie maakten onderzoekers
van de Universiteit Twente een belronde langs
alle negen Carmelscholen uit de eerste tranche.
Drie datateams bleken na het afl open van de
begeleidingsperiode te zijn doorgegaan met hun
lopende onderzoek. Nog eens drie datateams
zijn in vernieuwde samenstelling verder gegaan.
Op de drie overige scholen zijn de datateams om
uiteenlopende redenen gestopt.
Min of meer tegelijkertijd werden de
uitkomsten bekend van een kwalitatief
onderzoek onder zes van deze Carmelscholen.
Een greep uit de bevindingen:
• Op drie van de onderzochte scholen heeft
het werken met datateams zich duurzaam
een plaats op school verworven. Die scholen
kenmerken zich bijvoorbeeld door een visie
op datagebruik en een gedeelde visie op
werken in een datateam. Maar bijvoorbeeld
ook door de aanwezigheid van een “teacher-
leader” in het datateam die na afl oop van
de begeleiding voor continuïteit zorgt.
Of door gelijkwaardigheid in de besluit-
vorming, door steun vanuit de schoolleiding
en door facilitering van de teamleden.
• Bij bijna alle scholen heeft het werken
volgens de datateam-methode tot meer
kennis, vaardigheden en toepassing door de
teamleden geleid.
• Twee van de scholen hebben inmiddels hun
probleem opgelost of gereduceerd. ◗
20
VERGELIJKBAAR ONDERZOEK
Toen het datateam uit Oldenzaal zich na het verwerpen
van zijn laatste hypothese beraadde op de toekomst,
hoorden zij dat een ander datateam uit de eerste
lichting een vergelijkbaar thema had: Canisius 1.
Dit team was aan het zoeken naar manieren om het
doorstroompercentage in 3, 4 en 5 havo van de school
weer op het landelijk gemiddelde van 85 te krijgen.
Ook deze docent-onderzoekers hadden niet een-twee-
drie beet. Diverse hypotheses werden onderzocht en
verworpen. Tot het team rond de jaarwisseling van
2012 iets interessants op het spoor kwam. ‘Eerst
dachten we dat leerlingen die in 3 havo na een slechte
start toch overgingen, datzelfde probeerden in 4 havo’,
zegt Geran te Lintelo, teamleider bovenbouw havo en
namens de schoolleiding lid van het datateam.
‘Maar dat bleek niet zo te zijn. Wel bleken de resultaten
in periode 1 een goede voorspeller van de kans op
zittenblijven in 4 havo. De leerlingen die in periode
1 op doubleren/bespreekgeval stonden, hadden
maar 50 procent kans om aan het eind van het jaar
over te gaan. En van alle zittenblijvers in 4 havo
had 99 procent in periode 1 een doubleren- dan wel
bespreekgevalrapport gehad.’
De crux bleek te zitten bij hun motivatie, concentratie,
taakaanpak, mogelijkheid tot memoriseren,
lichamelijke conditie en welbevinden. ‘Daarom hebben
we nu voor alle 4 havo-leerlingen in periode 1 een
mentorles ingevoerd’, vervolgt Te Lintelo. ‘Verder is
het onze bedoeling om komend jaar alle leerlingen
die na de eerste periode in leerjaar vier nog op
“bespreekgeval/zittenblijven” staan, een verplichte
cursus aan te bieden.’
RAADPLEGEN
Ook al was de procesbegeleiding formeel afgelopen,
in het eerste jaar van hun zelfstandigheid mochten
de datateams van de eerste lichting nog vijfmaal de
begeleiders van de Universiteit Twente raadplegen.
Canisius 1 heeft van die mogelijkheid geen gebruik
gemaakt. ‘Dit type onderzoek hebben we inmiddels wel
zo’n beetje onder de knie’, zegt voorzitter Patrick Kleine
Staarman van het datateam. ‘We hebben vrij veel
deskundigheid in huis. Een van onze teamleden is de
kwaliteitszorgmedewerker en zij heeft ruime ervaring
met data-analyse.’
Het “Datateam Determinatie” van het Twents Carmel
College Lyceumstraat maakte daarentegen juist
dankbaar gebruik van de consultatiemogelijkheid.
‘Het afgelopen schooljaar hebben we vooral besteed
aan het opzetten van een kwalitatief onderzoek’,
vertelt datateamlid en adjunct-directeur derde klassen
Gitti Burema. ‘Omdat wij tot nu toe nooit kwalitatief
onderzoek hadden gedaan, viel dat niet mee.
Met onze zoektocht naar een antwoord zijn
we het afgelopen jaar daardoor niet
veel verder gekomen.
‘Het datateam
stelt een vraag
en dan gebeurt
er van alles’
21
S E P T E M B E R 2 0 1 4
GEMISTE KANS
Waar zijn de vijf lesvrije dagen gebleven nu de zomer-
vakantie is ingekort? Dat is niet zo moeilijk.
Heel Nederland heeft voor twee weken meivakantie
gekozen. Heerlijk, zo’n extra lange vakantie in mei en de
mogelijkheid om naar Andalusië en Toscane te gaan.
Iedereen blij, zou je denken. Maar de prijs is hoog. Tel uit je
leerwinst, schreef Ton van Haperen in het Onderwijsblad.
En zo is het maar net. Van half april tot de grote vakantie
was het bij ons op school een aaneenschakeling van onrust
en lesuitval: excursies, Pasen, laatste lesdag, twee weken
meivakantie, eindexamens, Hemelvaart, Pinksteren,
herexamens, proefwerkweek, herkansingen, activiteiten-
dagen, rapportvergaderingen, sportdagen. Van de twaalf
weken verliepen er drie volgens rooster. Zelfs een brave en
plichtsgetrouwe docent als ik heeft dan moeite met het
vasthouden van rust en regelmaat, laat staan de leerlingen.
Het laatste kwartiel is weggegooide onderwijstijd.
We hadden als onderwijssector ervoor kunnen kiezen om
die vijf dagen te spreiden over het jaar, zoals bedoeld.
Het had nog veel creatiever gekund. Er wordt veel geklaagd
over de werkdruk in het onderwijs. Logisch. Als je twaalf
weken vakantie hebt, moet je de resterende veertig weken
hard werken. En als je de vakanties zo onevenwichtig
verdeelt, is het lastig om je ritme vast te houden.
We kunnen ook voor het volgende kiezen. Voor de docent:
in plaats van 25 uur lesgeven in 36 weken 20 uur lesgeven
in 45 weken. Voor de leerling: in plaats van 32 lessen in
36 weken 25,5 lessen in 45 weken. Je houdt een rustige
werkweek van vijf lessen per dag over en een normaal
aantal vakantieweken. Voor de docent voldoende tijd
’s middags voor overleg en voor- en nawerk. Voor de leerling
voldoende tijd ’s middags voor huiswerk en extra
begeleiding. ’s Avonds is iedereen vrij. Geen lange dagen,
geen piekweken, geen gestress, maar rust en regelmaat.
Iedereen blij, zou je denken. Het is een cultuurschok,
ik weet het. ◗
JOS BAACKDocent Frans en CKV, Twents Carmel College, locatie De Thij
COLU
MN
Wel hebben we veel geleerd over het doen van
kwalitatief onderzoek. Mede geïnspireerd door
“Canisius 1” gaan we leerlingen en docenten bevragen
om inzicht te krijgen in de rol van motivatie bij
zittenblijven. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit
kwalitatieve onderzoek ons volgend jaar wel gaat
lukken. En wat nog steeds het mooiste is: zodra wij
als datateam een vraag stellen, zien we van alles
gebeuren in de school. Het datateam heeft echt de
bewustwording aangezwengeld.’
STAP 8
Het onderzoek van “Canisius 1” bevindt zich inmiddels
in de slotfase (stap 8 van het stappenplan), waarna
het team in ruste gaat totdat zich een ander
onderzoeksonderwerp aandient. De mentorlessen zijn
ontwikkeld, gegeven en inmiddels alweer geëvalueerd.
‘De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we na periode
1 qua aantallen doubleurs en bespreekgevallen in
4 havo nog geen verbetering zagen’, zegt Te Lintelo.
‘Het percentage doubleren/bespreekgeval lag zelfs
iets boven dat van het jaar daarvoor aan het eind
van periode 1. Maar op het eind van 4 havo was de
doorstroom 92 procent, tegenover 83 vorig jaar.
En van de groep doubleurs/bespreekgevallen in
periode 1 is geen 50, maar 22 procent blijven zitten.
Kortom, hebben we de goede interventie gedaan?
Na periode 1 leek het er niet op, maar aan het eind
van het schooljaar wel.’
OPM
ERKE
LIJK
22
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2Inzending van Rik bekijken?Inzending van Rik bekijken?
Rik Leushuis en Martin de Leeuw
23
S E P T E M B E R 2 0 1 4
‘AND THE NOMINEES ARE…’
Carmel is trots. Niet één maar twee Carmelleraren zijn
genomineerd voor de jaarlijkse verkiezing “Leraar van het
jaar”, een initiatief van de Onderwijscoöperatie. Uit de
honderden leraren zitten Martin de Leeuw, Twents Carmel
College locatie De Thij, en Rik Leushuis, Scholengroep Carmel
Hengelo locatie Het Twickel College in Delden, bij de
37 genomineerden. Door een eigen filmpje in te zenden
waaruit blijkt over welke bijzondere kwaliteiten zij beschikken,
nemen deze twee topdocenten het op tegen de andere 8
genomineerden in de categorie voortgezet onderwijs.
Rik Leushuis (35), docent Nederlands en begrijpend lezen,
reageert enthousiast op zijn nominatie: ‘Twee van mijn
leerlingen wilden hun mentor opgeven voor de verkiezing.
Ze kwamen naar mij toe om te vragen of het wel zin had om
iemand van zo’n kleine onderbouwschool in Delden op te
geven. Ik adviseerde ze om het maar gewoon te proberen.
Dus om dit te promoten hebben we posters opgehangen.
Niet wetende dat mijn mentorleerlingen mij misschien ook
wel eens wilden opgeven… Het ging als een lopend vuurtje
rond en toen ik eind april het telefoontje kreeg dat ik
genomineerd was besefte ik dat het serieus was. De nominatie
is voor mij een groot compliment!
Het leukste aan mijn vak vind ik met leerlingen bezig zijn en
zien hoe ze groeien. Ze komen binnen van de basisschool en ik
mag ze de eerste twee jaar lesgeven. Het doet me goed als ik
op diploma-uitreikingen zie dat mijn oud-leerlingen goed
terecht zijn gekomen en hoor dat ze veel aan mijn lessen en
begeleiding hebben gehad. Met elke leerling probeer ik een
echte persoonlijke band te hebben, zodat ik ook echt
maatwerk kan leveren. Bij ieder kind past een andere aanpak,
zelfs binnen een groep van 33 leerlingen.
Naast lesgeven en mentoraat houd ik me met allerlei andere
leuke zaken bezig: van iPad-klassen en het opzetten
van social media tot onderwijsontwikkeling en
het bijhouden van onze schoolwebsite. En ik
maak jaarlijks muziek met mijn leerlingen
tijdens “Twickel On Stage”.
Als ik win ben ik natuurlijk ontzettend blij!
Als ik een jaar lang ambassadeur mag zijn,
dan hoop ik te laten zien dat je met een
positieve instelling en actieve betrokkenheid
veel kunt bereiken. Zelf hebben we weinig
mannen in het team en ik ben een zij-instromer.
Dit soort thema’s vind ik interessant om aan het
licht te brengen. Maar als ik win ga ik eerst een feestje
vieren met een groep oud-leerlingen, die zich als klas hard
hebben gemaakt om stemmen voor mij te verzamelen!’
Wil je weten welke docenten doorgaan naar de finale op
4 oktober 2014? Volg ons dan op Twitter via @stgcarmel. ◗
‘Je kunt veel
bereiken met
een positieve
instelling’
COLOFON
Carmel Magazine wordt gemaakt
voor medewerkers en relaties
van Stichting Carmelcollege en
verschijnt drie keer per jaar.
REDACTIE
Fijke Hoogendijk
Daphne Razi
(Stichting Carmelcollege)
Hans Morssinkhof
(Hans Morssinkhof Publicity,
Arnhem)
Suzanne Visser
(Perspect, Baarn)
VORMGEVING EN OPMAAK
Digidee, Enschede
FOTOGRAFIE
Marty van Dijken
(Van Dijken, Enschede)
DRUK
Gildeprint, Enschede
OPLAGE
4.650
24
Stichting Carmelcollege
Drienerparkweg 16
Postbus 864
7550 AW Hengelo
(074) 245 55 55
www.carmel.nl
@stgcarmel
@CarmelVacatures
IJZERSTERKE COMBINATIE
Ze vormen een hecht team, zij en haar paard.
Ze kennen en vertrouwen elkaar. Voelen elkaar aan.
Zij weet wat haar dier kan, het dier vertrouwt haar
volledig. In samenspel komen ze tot ongedachte
prestaties. Leggen ze de lat steeds hoger.
Zelfs letterlijk.
We kennen de verrichtingen van onze leerlingen tot
achter de komma. Maar ándere vermogens blijven
vaak verborgen. En daarmee de samenhang.
Dat stille meisje achterin maakt haar proefwerk zo
goed omdat ze tijdens het volleybal een fabelachtige
smash heeft gemaakt. Ze kan in één keer bergen
verzetten. Die anders zo stugge jongen houdt een
puike presentatie omdat het onderwerp zijn hart heeft.
Net als wijzelf, zijn onze leerlingen meer dan cijfers,
meer dan cognitie. Aanleg, ambities en prestaties zijn
net zo’n ijzersterke combinatie als het meisje en haar
paard. Dat is een boeiende gedachte aan het begin
van een nieuw schooljaar. Alle talenten tellen.
Heel de mens. En ja, in dit geval ook: heel het dier...