hoofdstuk 39 - audesirk
DESCRIPTION
spieren, skeletTRANSCRIPT
Action and Support:The Muscles and Skeleton
Hoofdstuk 39
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 1
Voortbeweging
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 2
Voortbeweging
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 3
Voortbeweging
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 4
Voortbeweging
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 5
Spieren
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 6
willekeurig, dwarsgestreept
meerkernig
bewegen botten
onwillekeurig, dwarsgestreept
hart
onwillekeurig, gladde spieren
verteringsstelsel
aders, slagaders
Bouw skeletspier
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 7
pees
skeletspier
spiervezel (cel)
myofilamenten
myofibrillen
plasma membraan
kernen
Skelet
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 8
206 botten
Spierbeweging
• Spieren werken door samentrekking
– Skeletspieren in antagonistische paren
• flexor vs. extensor
– samentrekken = verkorten
• delen van het skelet bewegen
– pezen
• verbinden botten aan spieren
– ligamenten
• verbinden botten aan botten
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 9
Flexor vs. extensor
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 10
Bouw skeletspier
• Spiervezel = cel
– bestaat uit myofibrillen
• in secties verdeeld: sarcomeren
• Sarcomeer– functionele eenheid van
spiersamentrekking
– afwisselende banden van dunne (actine) en dikke (myosine) eiwitketens
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 11
Sarcomeer
• Interactie eiwitketens
– Dunne ketens• Actine
• Tropomyosine
• Troponine
– Dikke ketens• Myosine
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 12
Dunne keten: actine
• Eiwitcomplex
– streng van actine moleculen en tropomyosine vezels• tropomyosine vezels verankerd met troponine moleculen
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 13
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010
Dikke keten: myosine
• Enkel eiwit
– myosine molecuul• lang eiwit met ‘kop’
14
bundel myosine eiwitten:‘koppen’ dezelfde richting
Actine & Myosine
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 15
Interactie actine en myosine
• Verbindingen tussen actinefilamenten en uitsteeksels van myosinefilamenten– worden met ATP verbroken en verderop hersteld
• filamenten schuiven in elkaar
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 16
ATP?
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 17
3
4
1 2
1
1
1
ATP ADP zorgt ervoor dat de ‘myosinekoppen’ aan actinefilamenten binden
thin filament(actin)
thick filament(myosin)
ATP
myosin head
bindingvormen
binding site
ADP
bindingverbreken
sarcomeerverkort
1
Close-up spiercel
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 18
Organellen spiercel
• Sarcoplasma
– cytoplasma van spiercellen
– bevat veel mitochondria
• Sarcoplasmatisch reticulum (SR)
– vergelijkbaar met ER
• netwerk van buizen
– opslag Ca2+
• uitgescheiden door SR via kanalen
• Ca2+ wordt hersteld door Ca2+ pompen– pompt Ca2+ vanuit cytosol
– ATP nodigSint Oelbertgymnasium - 2009/2010 19
Spier in rust
• Interactie eiwitketens
– troponine moleculen zorgen ervoor dat tropomyosine vezels de bindingsplaatsen voor myosine op de actinevezels blokkeren
• troponine heeft Ca2+ receptoren
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 20
Het signaal: motorneuronen
• Motorneuronen zorgen voor spiercontractie
– afgifte acetylcholine (neurotransmitter)
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 21
Het signaal: motorneuronen
• Signaal via T tubuli
– stimuleert SR om het opgeslagen Ca2+ af te geven
– spiervezels ‘gedrenkt’ in Ca2+
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 22
Ca2+ leidt tot spiersamentrekking
• In rust: bindplaatsen myosine geblokkeerd
• Ca2+ bindt troponine
– vormverandering
– verschuiving tropomyosine
– bindplaatsen myosine vrij
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 23
Ca2+ leidt tot spiersamentrekking
• Actine bindt aan myosine
• Vezels schuiven langs elkaar
– ATP nodig
• Spiervezel verkort
• Spier ontspant nadat Ca2+ is teruggepompt
– ATP nodig
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 24
Samengevat
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 25
ATP
ATP
Samengevat
1. Actiepotentiaal leidt tot afgifte Ca2+ uit SR– bindt aan troponine
2. Tropomyosine wordt verplaatst; bindingsplaats myosineop actinefilament vrij
3. Myosine bindt actine
4. Myosine trekt aan actinefilamenten
5. Sarcomeer verkort1. afstand tussen Z-membranen korter
6. Gehele spiervezel verkort spiersamentrekking!
7. Ca2+ pompen pompen Ca2+ naar SR ontspanning!
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 26
Energieverbruik spier
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 27
Rigor mortis?
• Waarom treedt dit op?1. geen leven, geen ademhaling
2. geen ademhaling, geen O2
3. geen O2, geen aerobe dissimilatie
4. geen aerobe dissimilatie, geen ATP
5. geen ATP, geen Ca2+ pompen
6. Ca2+ blijft in het sarcoplasma
7. spiervezels blijven aanspannen
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 28
Einde
Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 29