2007 - nr. 2

16

Upload: izb-passie-voor-missie

Post on 20-Mar-2016

223 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Vergaderopeningen Te groot om niet dichtbij te zijn 3 Vol beweging 4 Zending Het evangelie is niet te koop 7 Missionaire benadering van Messiaanse Joden in Israël 9 Evangelisatie In de ontmoeting gebeurt het 15 Evangelisatie Waar gaat het om in missionaire diensten? 12 We wensen u een goed nieuw winterseizoen toe. Moge de Geest ons in beweging houden, niet in het minst in de richting van degenen die de rijkdom van het Evangelie nog niet hebben leren kennen. MARJA BRAK 2

TRANSCRIPT

Page 1: 2007 - nr. 2
Page 2: 2007 - nr. 2

Japanners. Wat weten we daar eigenlijk van? Wat ergepubliceerd is over de kampen in het voormaligeNederlands Indië heeft onze beeldvorming – en de erva-ringen van nogal wat landgenoten – sterk gestempeld. Ikmoest in elk geval mijn beeld bijstellen toen ik vele jarengeleden in de sneeuw op de Jungfrau in Zwitserland deeerste Japanners in de weer zag met hun camera’s.Gewoon aardige mensen. En nog weer later verbaasdenze me door zich bij het stoeltje van Calvijn in de St.Pierre in Genève te laten fotograferen. Niet dat hetgedachtegoed van deze reformator ooit in Japan tot bloeiis gekomen. Waarschijnlijk wordt hij gewoon in deJapanse reisgidsen genoemd… En nu opeens tref ik tussende artikelen voor dit nummer van ‘Transmissie’ een ver-haal over GZB-werkers in Tokio aan. Het was mij eer-lijk gezegd ontgaan dat de GZB daar ook ‘zit’.Recent ontdekte ik de Japanse schrijver Shusaku Endo.Hij behoorde tot de zeer geringe minderheid van deJapanse bevolking – momenteel 1% - die christen is. Hetchristendom is in Japan nooit geland, hoewel er in de17e eeuw al missionarissen naar toe gingen, die al snelmartelaren werden. Endo heeft indrukwekkende romansgeschreven over de missie van destijds, maar beschrijft inandere boeken ook hoe de kloof tussen de Japanse ziel enhet christendom mogelijk overbrugd zou kunnen worden.Al even behartenswaardig en interessant is wat Eline deBoo vanuit Tokio in haar artikel in dit nummer schrijft:in het huidige kerkplantingswerk richt men zich op detoekomstige leiders in het Japanse bedrijfsleven. Diezullen invloed krijgen. Daarmee wordt weer eensonderstreept hoe belangrijk het is om in zending enevangelisatie vooraf goed je doelgroep te kiezen.

We wensen u een goed nieuw winterseizoen toe. Moge deGeest ons in beweging houden, niet in het minst in derichting van degenen die de rijkdom van het Evangelienog niet hebben leren kennen.

MARJA BRAK

2 Transmissie NAJAAR 2007

VAN DE REDACTIE INHOUDSOPGAVE

Ontdekkingen

KADERBLAD VOOR KERKENRADEN,ZENDINGS- EN EVANGELISATIE-COMMISSIES

Uitgave:Gereformeerde Zendings-bond (GZB)Postbus 283972 PP DriebergenTel. 0343 512444E-mail: [email protected]: www.gzb.orgPostbank rek.nr. 28016

IZBJoh. van Oldenbarneveltlaan 102818 HB AmersfoortTel. 033 4611949E-mail: [email protected]: www.izb.nlPostbank rek.nr. 980980

Redactie:Mw. M.E. Brak (eindred.)Ds. W. DekkerDs. S.J. van der Vlies

Van de redactieOntdekkingen 2

VergaderopeningenTe groot om niet dichtbij te zijn 3Vol beweging 4

Preekschets‘Bloeie Zijn naam’ 5

ZendingHet evangelie is niet te koop 7Missionaire benadering van

Messiaanse Joden in Israël 9

Gastcolumn‘Missionair is mogelijk’ 11

EvangelisatieWaar gaat het om in missionaire diensten? 12

EvangelisatieIn de ontmoeting gebeurt het 15

MateriaalWerkmap missionaire diensten 16

Foto’s: GZB (pag. 1, 7, 8, 9, 10), Piet van den Heuvel (pag. 5), Rufo Petri (pag. 11, 12, 13)Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, BoskoopDruk: De Bunschoter bv, BunschotenAdreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven.

Page 3: 2007 - nr. 2

Wat gebeurt er? In het sterfjaar vankoning Uzzia, waarschijnlijk 762 voorChristus, ziet Jesaja God zitten op eentroon, hoogverheven. Het staat er alsofhet niets is: ‘Ik zag God zitten’. Maar inde zinnen die volgen, blijkt dat het ookop Jesaja een enorme impact heeft . Hijschreeuwt het uit. Hij, een klein en zon-dig mens, onreine lippen, die leeft ineen samenleving met eveneens onreinelippen, besmet door haar zondigegedrag. Nu ziet hij God en krimptineen. In de heiligheid van God zietJesaja zich geconfronteerd met zichzelf.En het is geen prettige ervaring.

HHeeiilliiggDe heiligheid van God. Geen gemakke-lijk onderwerp om over te praten. Weweten wel dat God heilig is. Maar lievermaken we God wat toegankelijker, doorover Hem te praten als de Vader bij wieje, figuurlijk gesproken, op schoot zoukunnen gaan zitten. Een lieve, zacht-aardige God. Het kan ook anders. Danplaatsen we God op een voetstuk enmaken van Hem een God die bovenalles verheven op majestueuze wijzehemel en aarde regeert. Een God opafstand, die we maar moeilijk kunnenbenaderen. We hebben allemaal een beeld van God.Bewust of juist zonder dat we het onsbewust zijn. Misschien is God inderdaadvooral die zachtaardige God voor u. Ofveelmeer de verheven en machtige God.Misschien is uw beeld van God heelpositief en maakt het u blij. Maar hetkan ook zijn dat denken aan God pijn

doet, omdat negatieve ervaringen te veelaan uw beeld van God verkleefd zijngeraakt.Het bijzondere aan God is dat Hij nietis op te sluiten in onze beelden. Hij isniet te vangen in een aantal menselijkeeigenschappen, die we projecteren enwaarmee we ons een beeld van Hemvormen. God gaat dat alles te boven. Hijis de heilige God. En tot drie keer toewordt dat bevestigd. Maar heilig bete-kent niet dat God op afstand blijft. In alZijn heiligheid komt God ons zeernabij, pijnlijk dichtbij zou je kunnenzeggen. Geconfronteerd met Zijn heilig-heid blijft slechts een schreeuw over:‘Wee mij, ik moet zwijgen.’

GGeeeenn vvaassttee kkaaddeerrssHet verhaal gaat verder. En ook nu door-breekt God de spelregels die Jesaja ingedachten had. De lippen van Jesajaworden gereinigd met een gloeiende koolvan het altaar. En direct daarna wordt hijingezet in de dienst van God. Geen uit-gebreide training, geen stageperiodewaarin hij moet laten zien of hij inder-daad in staat is om te doen waarvoor hijwordt gevraagd. Zodra zijn lippen rein

zijn, mag Jesaja erop uit gaan. WaarJesaja zichzelf het zwijgen wilde opleg-gen, vraagt God hem te spreken en tegenzijn volk te profeteren. God doorbreekt onze kaders. Waar wijHem op afstand zetten, komt Hij dichtnaar ons toe, en treedt binnen in onsbestaan. Waar we God al te zeer naar onstoehalen, toont Hij zich in al Zijn heilig-heid en confronteert ons met onszelf.

OOpp wweeggZe staan naast elkaar. Een gezond even-wicht. En een gezond vertrekpunt om erop uit te gaan. Op weg gaan namens deheilige God. Jesaja kreeg een specifiekeboodschap mee voor zijn volk in dietijd. Een boodschap die het volk konduiden. Anno 2007 zijn we postmoder-ne profeten, zou je kunnen zeggen. Weleven in een andere tijd, die vraagt omeen andere benadering. Meer bepaalddoor relaties, meer de weg van delangere termijn. Ook daarin heeft Godsheiligheid een plek. Wie gaandewegzicht krijgt op God kan pijnlijk gecon-fronteerd worden met zichzelf. Voor wieGod te groot is geworden, kan Hij ver-rassend opwekkend zijn en mensen opweg brengen. Aan ons de opdracht tespreken. Niet door grote woorden opmensen los te laten. Wel door ze voor-zichtig in te wijden in het geheim vande Zoon, het brandpunt van Godsheiligheid.

DRS. I. M. DEKKER IS MISSIONAIR TOERUSTER

BIJ DE IZB

3Transmissie NAJAAR 2007

VERGADEROPENING

Te groot om niet dichtbij te zijn

1. Kent u de ervaring van Gods heiligheid? Als persoon of als gemeente? Deelmet elkaar wat u van Gods heiligheid hebt ervaren.

2. Is uw beeld van God ook bepalend voor uw visie op getuige zijn? Kan het eenbelemmering zijn? En hoe geldt dat voor uw gemeente?

VERWERKING

IWAN DEKKER

JESAJA 6

Het is goed om voordat u zich met elkaar in dit bijbelgedeelte gaat verdie-pen eerst even voor uzelf te mediteren. Welk beeld hebt u van God?Vervolgens komt Jesaja 6 aan de orde. Probeert u zich eens voor te stellenwat hier gebeurt. Helemaal zal dat niet lukken. We hebben wel een verslagin handen dat ons iets vertelt van die bijzondere gebeurtenis, maar deintense ervaring die Jesaja had, blijft iets tussen God en hem.

Page 4: 2007 - nr. 2

Hoe Filippus deze gebeurtenissen heeftervaren, vertelt het verhaal ons niet. Welwordt duidelijk dat hij luistert naar destem van de engel en de Heilige Geesten dat hij daardoor een bijzondere ont-moeting heeft die niet alleen voor deman die op reis is, maar ook voorFilippus heel bemoedigend moet zijngeweest.

LLuuiisstteerreenn nnaaaarr ddee GGeeeessttGod spreekt. Door tussenkomst van eenengel en direct, door zijn Geest. EnFilippus luistert. De blijde boodschapvan Jezus’ opstanding gaat de werelddoor. God heeft deze eunuch op het oogen Hij laat de wegen van hen beidenenige tijd samengaan. Het verhaal zit volbeweging: de buitenlander is op reis,Filippus reist even met hem op en laterscheiden hun wegen weer. De Geest gaatverder en Filippus wordt elders ingezet.Eerder in Handelingen 8 wordt deboodschap aan de Samaritanen gebracht,grote aantallen mensen horen hetEvangelie. Maar ook naar de enkelingwordt omgezien. Het Evangelie gaat dewereld in en is een boodschap aan elkindividu.

LLuuiisstteerreenn nnaaaarr ddee aannddeerrFilippus begint niet meteen te vertellen,te verkondigen. Eerst stelt hij een vraag:‘Begrijpt u wat u leest?’ Hij heeft oogvoor de ander, hij zoekt naar waar hijstaat. Zijn vraag blijkt raak, de man zitvol vragen en hij nodigt Filippus uiterbij te komen zitten. Er is een openingontstaan. ‘Kom, vertel me wat ik lees,over wie schrijft de profeet?’En dan staater het volgende: ‘Daarop begonFilippus met hem te spreken over hetevangelie van Jezus, waarbij hij dezeschrifttekst als uitgangspunt nam.’Filippus sluit aan bij waar de man is. Hijkomt hem tegemoet in zijn worsteling

met de tekst, met zijn vragen en hij ver-telt van daaruit over Jezus. En de impactis groot, meteen daarna laat de reizigerzich dopen! Zijn vragen maken plaatsvoor vreugde en als een nieuw mens zethij zijn reis voort. Oog hebben voor de ander, een stukoplopen met iemand, niet direct gaanspreken, maar eerst luisteren, een vraagstellen. Het verhaal geeft ons verschil-lende handreikingen voor het gesprekmet niet-christenen. Kennen we devragen van de ander? Begrijpen we deworstelingen van onze naaste? Als diegenoemd mogen worden, ontstaat erruimte bij de ander om het evangelievan Jezus te ontvangen.

LLuuiisstteerreenn nnaaaarr JJeezzuussMeestal ontbreekt mij het geloof, hetvertrouwen, het inzicht om te zien hoede ander ooit open zou kunnen gaanvoor het evangelie van Jezus. Mensenleven, genieten, gaan door. Stellen zijzichzelf eigenlijk wel vragen? Leven erwel vragen? Zit de ander wel te wachtenop het Evangelie? Belast ik de ander nietmet het geloof?En dan zijn daar de woorden van Jezus:‘Mijn juk is zacht en Mijn last is licht’.Geloven we dat deze woorden van Jezus

waar zijn? Dat de last die Jezus ons tedragen geeft zoveel lichter is dan delasten van de wereld waaronder mensengebukt gaan? Wanneer ik in mijnevangeliseren naar mezelf wijs enanderen aanmoedig mijn geloof aan tenemen, dan zou die christenlast nog weleens heel groot kunnen worden voor deander. Maar wijzen we naar Jezus,brengen we mensen in ontmoeting metHem, luisteren we als Filippus naar destem van de Geest en de vragen van deander, dan gaan er openingen ontstaan.Vroeger of later, bij velen of slechts bijeen enkeling.Het is niet ons werk, maar Gods werk.God is een goede God dat Hij in Zijngenade ons inzet in Zijn plan. Opdatmensen tot geloof komen in JezusChristus, de Zoon van God, en volvreugde hun weg voortzetten.

GERTPAUL VAN DER VLIES STUDEERT

THEOLOGIE IN UTRECHT EN WAS VICARIS BIJ

DS. J. SLAGER IN ROTTERDAM IJSSELMONDE

4 Transmissie NAJAAR 2007

VERGADEROPENING

Vol bewegingGERTPAUL VAN DER VLIESEen engel die spreekt, de Heilige Geest die directe opdrachten geeft, een

Ethiopische eunuch die zich meteen laat dopen en Filippus die aan heteind gegrepen wordt door de Geest en elders wordt gebracht. Geen alle-daags verhaal, zo alles bij elkaar.

1. Wat ziet u als de vragen van deze tijd, van de mensen om u heen? Waar lig-gen hun vragen ten opzichte van het leven, het geloof, de woorden van deBijbel?

2. Gelooft u dat het zachte juk van Jezus een verlichting is voor uw ongelovigenaaste in vergelijking met de lasten van een wereld zonder God? Waardoorwel/niet?

3. Kent u momenten dat er openheid was, echt ontmoeting plaatsvond in eengesprek met een ander? Wat droeg naar uw idee bij aan die openheid?

VERWERKING

HANDELINGEN 8:26-40

Page 5: 2007 - nr. 2

Het kan je als christen voor de voetengeworpen worden: als er een God is,waarom is er dan zoveel oorlog en ellen-de in de wereld? Natuurlijk, het zijnmensen die dit veroorzaken. Maar devraag kan ook je eigen vraag worden.Hoe onvoorstelbaar, onvoorstelbaar veelbloed heeft er in de afgelopen eeuw nietin Europa gevloeid - lees ‘In Europa’ vanGeert Mak. En hoe kon God gedurendede holocaust toekijken hoe zes miljoenonschuldige mensen gedood werden?Die vraag wordt zeer indringend naarvoren gebracht door Elie Wiesel, in zijnmemoires, getiteld ‘Alle rivieren stromennaar de zee’. Zijn we als christen somsniet te snel met onze antwoorden?Durven we de vragen die de ongerijmd-heid oproept, bij onszelf toe te laten?

DDee ppssaallmmTemidden van deze vragen licht voormij de betekenis van Psalm 72 op. Depsalm zindert van de hoop op eenkoning die goed en rechtvaardig is, inwiens koninkrijk gerechtigheid en vredebloeien. Hoe lang zag en ziet Israël nietnaar zo'n koning uit? Tegelijk is depsalm geen wensdroom. De psalm wilgebeden worden, met volharding gebe-den worden, dwars door tijden van ver-drukking, oorlog en ballingschap heen. Een preek over deze psalm past goed inde tijd na Pasen, Hemelvaart enPinksteren. De beloofde Koning, deMessias, ís gekomen - zo belijdt dechristelijke kerk. Hij is gezeten aan derechterhand van God, de almachtigeVader - ofwel: Hij regeert. Toch is daar-mee de betekenis van Psalm 72 geengepasseerd station. Want ZijnKoninkrijk is nog verborgen. InHandelingen beschrijft Lukas hoe degoede boodschap dat de Messias Jezus is,

zich verbreidde. Maar in plaats vanwereldwijd gejuich kwam er vooral veelvervolging. Lukas, Paulus en de eerstemensen ‘van de weg’ konden mogelijknog denken dat die vervolging een kort-stondige zaak zou zijn. Heftig, maar:houd vol… - want spoedig komt Hijterug.

In de laatste bijbelboeken dringt echterhet besef door dat dit ‘spoedig’ nietuitsluit, dat er nog heel wat staat tegebeuren. De Hebreeënbrief ziet hetgevaar van traagheid en afhaken. Petrusnoemt het gevaar van cynisme. Johanneswijst in zijn brieven op de komst van deantichrist en in de Openbaring ziet hijtal van huiveringwekkende scenario's.De verwachting van Zijn komst dooftniet, in tegendeel, tot in de laatstebijbelverzen wordt die spoedige komstbeloofd en erom gebeden - het mara-nathagebed.

PPssaallmmeenn bbiiddddeennIn dat bidden vormen de psalmen eenbelangrijk instrument. Niet alleen voorIsraël - waar dagelijks de psalmen doorvelen gebeden worden - maar ook voorde wereldkerk. In een preek over Psalm72 kan aparte aandacht besteed wordenaan de betekenis van het bidden vanpsalmen. Zelf lees ik al jaren 's avondseen psalm, die ik de volgende morgen inmijn stille tijd zing. Ik kan het iedereenaanraden. De psalmen zijn als het onsgeschonken gereedschap voor de arbeidvan het gebed. Ze zijn de aan Israël enaan de kerk geschonken bagage om inhet geloof en in de hoop te volharden. Elie Wiesel loopt met zijn verstand hele-maal vast in de vragen die de ervaringvan Auschwitz en Buchenwald heeftopgeroepen. En wie het leest, kan haastniet anders dan er huiverend begrip voorhebben. Tegelijk gingen vele Joden -ondanks al deze vragen - door met het

5Transmissie NAJAAR 2007

PREEKSCHETS

Beelden van anarchie in Somalië. Ontreddering in Irak. Machtsmisbruikin Zimbabwe. Al te lang staan we er niet bij stil. Het is ver weg. Wijkunnen er ook niets aan doen. En toch. Het raakt je. Als je ineens hetbeeld ziet van dat ene kind dat je aankijkt. Of als je iemand ontmoet dieer vandaan komt. Dan komt het dichtbij. Maar het gevoel van machte-loosheid blijft.

‘Bloeie Zijn naam’J. SLAGER

PSALM 72

... ook de stedelingen zullen bloeien...

Page 6: 2007 - nr. 2

bidden van de psalmen - die deze vragenook verwoorden. Denk aan Psalm 22 enPsalm 44. Maar ook Psalm 72: hetgebed voor de Koning en om hetKoninkrijk van vrede en recht. HetKoninkrijk waar de zwakke beschermingvindt, de ongelukkige hulp - waar eenmensenleven telt. Desnoods tegen ver-stand, gevoel en alle vragen in, bleven enblijven de psalmen gebeden worden. Zehebben het overleefd.

DDee ppssaallmm bbeepprreekkeennHoewel de psalmen allereerst gebedenwillen worden, is het heel goed mogelijkover Psalm 72 één of meer preken tehouden. In deze psalm wordt ónvergete-lijk de schoonheid van goed koning-schap en van een goede regering geschil-derd, voor of door Salomo - de vrede-vorst, de koningszoon. Wiens hart gaatniet sneller kloppen bij de beelden vanPsalm 72? Tegelijk is er het diep mense-lijke verzet - onze oerzonde - tegen Goden ieder koningschap. We willen zelfheer en meester zijn. Ook de wereldre-geerders kennen deze zonde en verzettenzich tegen de Gezalfde (Psalm 2) en Zijnvolk (Psalm 44). De satan wil de heerschappij over dewereld en de mensheid. Hij moedigt demensheid aan om zich van God en Zijnvolk te ontdoen om zélf als god te zijn.Zijn heerschappij kenmerkt zich doorhet gebruik van de ellebogen, vanmachtsstreven waar de zwakken, dearmen de dupe van worden. Daar tegen-over licht het superieure van het koning-schap van de Here Jezus geweldig op.Hij is de dienende Koning (Fil. 2), diejuist kwam om de Koning te zijn van dearme en de geringe. De vraag die vanuit het Jodendom totons komt, is waar het oordeel over deverdrukkers bij ons gebleven is. Dithoort toch ook bij de Messias? MetPsalm 2 moeten we zeggen, dat het oor-deel enerzijds nog uitstaat en nog komt.Maar anderzijds dat we nu al mogen enmoeten schuilen, onze toevlucht moetennemen tot deze Koning - die regeert inverborgenheid. Zijn koningschap vraagtin het heden om erkenning. En wie deze

Koning ontmoet en leert kennen, raaktgefascineerd en verwonderd (Ps. 45)over Hem in wiens Naam wij vrede ont-dekken. Dan kom je persoonlijk onderZijn genade, ontferming, verlossing, ver-geving en regering te staan. De relevan-tie van deze Koning en van ZijnKoninkrijk is niet alleen van persoonlij-ke, maar vooral ook van wereldbeteke-nis. Steeds opnieuw duikt de verzoeking opom zélf - desnoods met geweld - hetheilsrijk te verwezenlijken. Maar vreemdgenoeg loopt juist dát streven keer opkeer uit op bloedig geweld. De ideologi-sche voorbeelden liggen voor het opra-pen. Het verlangen naar het vrederijkvalt te honoreren. Ook de islam verlangtdaarnaar. Sommige moslims verwáchtenzelfs dat Isa - Jezus - aan het einde zaloordelen (dus niet Mohammed!). Maarde enige weg die ons gewezen wordt, isom Christus navolgend, kruisdragend enpsalmenbiddend, het heilsrijk te ver-wachten. De verwezenlijking komt vande andere kant.

RReelleevvaannttZo leren we mét deze psalm te bidden,dat in heel de wereld Zijn Naam bekendraakt, zich voortplant, gaat bloeien.Daar komt de volle betekenis van diaco-naat en evangelisatie, van werelddiaco-naat en zending in beeld. Dan gaat hetniet om het verlangen dat ‘onze clubgroeit’, maar dat in heel onze woon-plaats en in heel de wereld mensen dezegen van Zijn Naam ontdekken. Wemogen God danken voor de breedtewaarmee de Geest vandaag werkt. Hoevelen kennen vandaag al de zegen vanZijn Naam, ook in ons land! Regelmatig valt het mij op dat ook velebuitenkerkelijken, hindoes en moslimseen diep respect voor Jezus koesteren.Weten we daar ook blij mee te zijn eneventueel bij aan te sluiten? Persoonlijken als kerk leren we door het bidden vandeze psalm te leven onder Zijn regering.Zodat in en door ons heen - in allevoorlopigheid - al iets zichtbaar wordtvan het karakter van Zijn Koninkrijk.

VVoooorrbbeeddeeZo voedt en motiveert de psalm onze voorbeden en van daaruit hetmissionaire en diaconale werk. Bijdeze psalm mag de voorbede nietontbreken. Voorbede voor állebewoners van onze woonplaats, voorregeringen, voor Israël, voor oorlogs-gebieden, voor armen en voor demoslimwereld. ‘Bloeie Zijn Naam inalle streken!’ Het is een goed mottovoor het gebed, het verlangen en deopdracht waar we als kerk naPinksteren, in een bloedige wereldmee bezig mogen en moeten zijn.

MMooggeelliijjkkee lliieeddeerreennPsalm 2; 22; 72 (vs. 6,7 NB mooi alsslot!); 97; gezang 5(OB), gezang 48(Liedboek).

GGeerraaaaddpplleeeeggddee lliitteerraattuuuurrBenoît Standaert, Leven met de Psalmen

Eugene H. Peterson, Antwoord aanGod, leren bidden met de Psalmen

M. van Campen (red.),Elke dag een Psalm

O. Noordmans,Verzameld werk 7 p. 327

DS. J. SLAGER IS PREDIKANT TE ROTTERDAM

IJSSELMONDE,

E-MAIL: [email protected]

IN 2006 IS IN IJSSELMONDE EEN MISSIONAIRE

PROJECT VAN START GEGAAN, WAARAAN HIJ

SAMEN MET IZB-COLLEGA DS. C.J. DE ROOIJ

MEEWERKT.

6 Transmissie NAJAAR 2007

PREEKSCHETS

Page 7: 2007 - nr. 2

De grijze, rijke, goddeloze massa in hetVerre Oosten ‘smoelt’ duidelijk mindergoed en dat is te merken. Zeker wanneerhet om zendingswerk onder één van demeest onbereikte bevolkingsgroepen terwereld gaat. Slechts 0,3 procent van deJapanners gaat regelmatig naar een bijbel-getrouwe kerk.

DDooeellggrrooeeppNiet alleen opereren we, evenals onzecollega’s in Nederland overigens, in éénvan de rijkste landen, we richten ons ooknog eens op de meest onbereikte groeponder de Japanners: de jonge professio-nals. Deze hoog opgeleide jonge mensentussen 20 en 40 jaar, die klaargestoomdworden voor het leiderschap in hethiërarchische Japanse bedrijfsleven, depolitiek, media en kunst zullen in detoekomst hun invloed op de natie latengelden. We volgen dus een bewuste doel-groepenstrategie en dat doen we hier inTokio met extreem weinig middelen quamenskracht en financiën. In het kloppend hart van deze metropoolzijn kerken dun gezaaid en er is geen kerkop gereformeerde grondslag. Logischnadenken over hoe we onze beperkte

middelen het best kunnen inzetten vooreen maximaal effect vanuit menselijkperspectief, maakt dat we ervoor kiezenom ons op de rijke, grijze pakkenmassa terichten. Geen nieuw idee overigens, wedoen het – zoals de collegae van‘Amsterdam in Beweging’ ook doen -samen met het Redeemer PresbyterianChurch Planting Center in New York.In tegenstelling tot Nederland metnormen en waarden in joods-christelijketradities, bestaan er hier geen absolutenormen. Het traditionele conformismeaan de norm van de groep wordt ernstigondermijnd door postmodern denken.Het resultaat is een ontwrichte samenle-ving, waarin individuen zoeken naar eeneigen identiteit die de cultuur hun ont-zegt. Wij geloven dat die identiteit inChristus te vinden is en dat als dezemensen Hem erkennen als hun Heer, de samenleving revolutionair kan veranderen.

PPrrooffeessssiioonnaallss??Maar, zo probeert mijnheer Frons, Jezusheeft toch ook nooit gekozen voor dejonge professionals? Hij koos voor gewonemensen, klein in aantal en gering in

politieke, maatschappelijke of kerkelijkebetekenis. Natuurlijk omringde Jezus zichmet eenvoudige vissers en roept Hij opom te zien naar ‘de minste van mijnbroeders’, maar hij schuwde mensen alsLevi, Jaïrus of Jozef van Arimatea, ommaar eens een greep te doen, niet. Zeker, een waarschuwing klinkt als wenaar de gelijkenis van de rijke jongelingluisteren. Deze jonge professional leidteen leven in gehoorzaamheid aan dereligieuze wetten en geniet van een levenin weelde. Toch kent hij zorgen en welover zijn eeuwige bestemming en raad-pleegt de ‘goede meester’ Jezus (Mar.10:17). Jezus grijpt het woord ‘goed’ aanen maakt dat tot onderwerp van gesprek,alsof Hij wil zeggen: ‘Wil je soms dehemel verdienen door goed te doen? Jezoekt in de verkeerde richting, want alleenGod is goed (vs. 18). De enige hoop diewe hebben, is Zijn goedheid’. Jezusconfronteert de rijke jongeling niet in deeerste plaats met het obstakel dat zijnmateriële welvaart kan vormen voor hetbinnengaan van het Koninkrijk van God,maar met de radicale les van genadeversus de wet en het verschil tussen hetevangelie en godsdienst.

Het evangelie is niet te koopELINE DE BOO

‘Wat heb je als zendeling in Japante zoeken? Rijken kunnen hetEvangelie toch kopen?’ zegt mijn-heer Frons wanneer hij hoort overons kerkplantingswerk in het hoogontwikkelde Tokio. Sla een wille-keurig zendingsblad er maar op na.Plaatjes en verhalen van verdruktenop het zuidelijk halfrond verkopenbeter. Een medewerker van een uit-gave geeft toe ‘dat diaconale projec-ten nu eenmaal beter ‘smoelen’ dande verkondiging van het Koninkrijkvan God’.

7Transmissie NAJAAR 2007

ZENDING

Straatbeeld in Tokio (Japan)

Page 8: 2007 - nr. 2

JJaappaannssee jjoonnggeelliinnggeennDe Japanse rijke jongelingen worden nietgedreven door joodse wetten, hooguitdoor boeddhistische. Hard werken en hetopofferen van gezinsleven, vrije tijd eneigen identiteit worden gezien als deugdendie niet alleen status geven, maar ook debasis voor financieel succes leggen. Maarde motieven voor het zwoegen zijn,evenals in het geval van de rijke jongeling,egoïstisch van aard. En het leidt, zeker inhet geval van boeddhisten letterlijk,nergens toe. Jezus zegt: ‘Eén ding ont-breekt u: ga naar huis, verkoop alles wat uhebt en geef het geld aan de armen, danzult u een schat in de hemel bezitten.Kom dan terug en volg Mij’ (vs. 18). Jezus legt hier niet alleen de macht diegeld en bezit over de jongeling heeftbloot, Hij presenteert hem tevens dewaarheid, dat Hij mensen die beseffen datze met lege handen staan, geestelijk eneeuwig leven geeft. Jezus laat het niet bijdie moeizame opdracht om afstand tedoen van alles wat de jongeling bindt,nee, Hij eindigt met de uitnodiging omHem te volgen. Dat is genade! Geenvroom leven verzekert ons van een levenmet God, maar overgave aan de Heer dieons én de Japanse rijke jongelingen roepten uitnodigt.

NNiiccooddeemmuuss eenn IIcchhiirrooHerkenbaar toch, dat verlangen om goedte doen. Misschien zijn we daarmee terugbij het begin van dat artikel waarin weconstateerden dat tastbaar diaconaal werkbeter ‘smoelt’. Zijn onze goede dadenacties vanuit ons geloof waarbij we uitdankbaarheid delen van genade of makenwe ons schuldig aan godsdienstige plicht-plegingen, evenals als de rijke jongeling?Zeg nou zelf, waar haal je als kerk dekrant mee: opruimen van zwerfvuil in dewijk of met de bekering van mevrouwZondernaam uit de Smalle Calvijnstraat?Natuurlijk, het streven naar sociale recht-vaardigheid is bijzonder belangrijk. Vanafhet stichten van de gemeente in het hartvan Tokio worden de jonge professionalsbetrokken bij allerlei diaconale projectenin de stad en in andere delen van Azië in

nood. Niet alleen is dit delen van de over-vloedige genade, het is samen met kring-werk en onderlinge pastorale zorg ook eenpraktisch middel om consumptief gedragin de kerk te voorkomen.Als laatste een voorbeeld van eenprofessional met wie Jezus optrok:Nicodemus (Joh. 3:1-21). Niet alleen alsbewijs van Jezus’ contacten met dezegroep, maar ook als illustratie van onsdagelijks werk. Laat me u voorstellen aanIchiro, een jonge assistent-professor dietrouw onze bijbelstudies bezoekt. Hij isgeïnteresseerd in de vraag hoe hetchristendom zo’n grote invloed heeftgehad op de sociale structuren in hetWesten. Aan het einde van een bijbel-studie over het gesprek met Nicodemuszegt hij, dat er iets veranderd is. Hij zegt:‘Ik wil dat Jezus mijn moeder is’. Eerstbegrijpen we niet wat hij bedoelt, maarlater dringt het tot ons door. Hij wil uitGod geboren worden. ‘Ja, ik wil in Jezusgeloven, omdat ik het licht waaroverJohannes vertelt, wil kennen’, licht hij zijnprille uitingen van geloof toe. Jezus’ lesaan Nicodemus leert ons dat verlossingvan God komt en hoe vernieuwend ook,geen enkele strategie of methode zal datvervangen of veranderen. Dat relativeertde discussie over diaconaal werk versuspure verkondiging van het Woord of overdoelgroepenevangelisatie.

DRS. ELINE DE BOO-DE WILDE IS, SAMEN MET

HAAR MAN IR. GEERT DE BOO EN HUN DRIE

KINDEREN, UITGEZONDEN NAMENS DE GZB

EN OMF INTERNATIONAL ALS CHURCHPLAN-

TERS NAAR TOKIO, JAPAN. ZIE OOK:

WWW.GELOVENINJAPAN.NL

8 Transmissie NAJAAR 2007

ZENDING

1. Kan de ene vorm van zending urgenter dan de andere genoemd worden,hetzij diaconale hulp aan verdrukten hetzij de verkondiging van hetWoord? Waarom ‘smoelt’ diaconale hulpverlening beter? Waaraan appel-leert dit?

2. Wat zouden gevaren kunnen zijn van marketingdenken in kerk en zending?

3. U bent hoogstwaarschijnlijk ook (relatief) rijk. Hoe gaat u om met Jezus’oproep om al uw bezit achter te laten en Hem te volgen?

VERWERKING

Ook voor hen: de uitnodiging om Jezus te volgen

Page 9: 2007 - nr. 2

Er is echter iets vreemds aan de handmet deze principiële keuze. Niet alleenzijn er (nog) maar weinig kerkleden diezich druk maken om de bijzondereverbondenheid met Israël.Zorgwekkender is dat in kerkelijkegemeenten, waar veel aandacht is voorzending en evangelisatie, Israël geennoemenswaardige rol speelt. Het ont-breken van enige verwijzing naar deJood Jezus in de Alpha-cursus is daarvaneen sprekend voorbeeld. De vooronder-stelling lijkt te zijn, dat de relatie totIsraël zich elders afspeelt. Israël is echter dichterbij dan wedenken. God is immers met Israël eenbijzondere weg gegaan en de anderevolken kunnen in deze verbondsrelatiedelen. Juist in evangelisatie en zendingzou dat tot het Alef-Beth moetenbehoren.

UUnniieekkee ppoossiittiiee Het is misschien goed om van Messiaan-se Joden in Israël te horen, hoe zij hier-over denken. Dat is gemakkelijkergezegd dan gedaan. De vraag naar deverhouding tot Israël in al zijn verschei-denheid speelt voor hen namelijk op eengeheel andere manier dan voor ons. We moeten ons realiseren, dat:• Messiaanse gemeenten, sinds de jaren

zestig ontstonden, door toedoen vantot geloof gekomen Joden uit de

Verenigde Staten en later ook anderelanden, en zich wilden ontwikkelenzonder de bevoogding van een kerk.Een van de kernvragen voor hen is dewijze en mate van aansluiting bijJoodse tradities, zoals de viering vanJoodse feesten en de lezing van deThora.

• in Israël het aantal Messiaanse Jodenklein is, ongeveer zesduizend. Veruit demeeste christenen in Israël zijnPalestijnen of buitenlandse christenen.

• de ongeveer honderd Messiaansegemeenten zeer sterk van elkaar ver-schillen, zowel wat hun geloofsbelevingen theologische uitgangspuntenbetreft, als hun organisatiestructuur ende achtergrond van hun leden.

• jodendom en christendom de eeuwendoor geen raad hebben geweten methen, die naar hun geboorte Joods zijnen naar hun geloof volgelingen vanJezus Messias. Zowel synagoge als kerkheeft er de eeuwen door op aan-gedrongen een duidelijke keuze temaken tegen of voor Jezus. De positievan Messiaanse Joden is dan ook eenbevochten positie.

• veel Messiaanse Joden de overtuiginghebben, dat ze tot de gelovige rest vanhet Joodse volk behoren en temiddenvan een onbekeerd volk leven. Ook dekerk wordt vaak gezien als een heidens,afgedwaald instituut. Hun aanwezig-heid alleen al houdt een oproep in aansynagoge en kerk om zich te bekeren.

CCoonnffrroonnttaattiiee eenn ccoonntteexxttuuaalliissaattiieeBaruch Maoz was tot voor kort voor-ganger van de gemeente Emet veCheset,Genade en Waarheid. Hij heeft er geenmoeite mee zichzelf christen te noemenen de gemeente een kerk. Om ervoor tezorgen dat het evangelie van JezusChristus in alles centraal staat, moet ervolgens hem worden gewaakt voor ver-menging met wat vreemd is aan hetEvangelie. Maoz heeft dus geen begripvoor gemeenten die elementen uit deJoodse traditie toevoegen aan hun dien-sten. Het Jodendom zoals we dat nukennen is grotendeels onbijbels en vaakantikerkelijk, is zijn stelling. In feite isMaoz van mening, dat het Evangelie zelfniet aansluit bij de cultuur, maar er alseen confronterende boodschap tegenover

99Transmissie NAJAAR 2007

ZENDING

Eén van de meest opmerkelijke ontwikkelingen in het denken vande westerse kerken in de twintigsteeeuw is wel de bezinning op derelatie tot het Joodse volk geweest.De herontdekte verbondenheid met Israël had zo'n grote invloed,dat ze in de Kerkorde al in artikel 1genoemd wordt, vóór al het andere.

KEES JAN RODENBURG

Missionaire benaderingen van Messiaanse Joden in Israël

Synagoge van de gemeente Bet Asaf in Netanja. Opvallend aanwezig is de Thorakast

Page 10: 2007 - nr. 2

staat. Dat geldt voor de Joodse gods-dienst en cultuur net zo goed als voorandere godsdiensten en culturen. Gavriel Gefen, directeur van eenMessiaanse zendingsorganisatie, daar-entegen wil ver gaan in de identificatiemet het Joodse volk. Volgens hemdwingt de tweedeling tussen seculiere enreligieuze Joden in de Israëlische samen-leving Messiaanse Joden ertoe om zich teidentificeren met het religieuze deel.Hoewel hij vele jaren lid was van eengemeente, die een grote plaats toedeeltaan joodse tradities, voelde hij denoodzaak van een radicalere keuze: ‘Wemoeten niet proberen een kerkdienstaantrekkelijker te maken door er Joodseelementen aan toe te voegen, maar in desynagoge de Messias belijden. Daar gaathet principieel om dienst aan dezelfdeGod van genade en waarheid. Daar, indie context, moet het Evangelie ingaanom erin op te kunnen lichten.’

BBiijjbbeell ooff rraabbbbiijjnneenn?? Zowel Maoz als Gefen wijst halfslachtigepogingen om ergens tussen de kerkelijkeen de Joodse traditie in te gaan staan af.Voor Maoz zou dat vertroebeling vanhet Evangelie betekenen en voor Gefenkunnen zulke aanpassingen nooit vergenoeg gaan. Deze twee missionairevisies zien we min of meer terug indiscussies in Nederland. Maar er is eenverschil. Het gaat hier niet alleen omeen soort zendingsstrategie. Tussen Maozen Gefen speelt namelijk de vraag, hoehet rabbijnse Jodendom moet wordengewaardeerd. Maoz ziet slechts tegenstellingen tussenBijbel en rabbijnen. Daar is wel iets voorte zeggen. De rabbijnen hebben name-lijk een beslissende wending aan deJoodse godsdienst gegeven, met hunnadruk op de naleving van de Thora-voorschriften. De Bijbel wordt zo doorde bril van de rabbijnen gelezen en datleidt niet zelden tot wonderlijke inter-pretaties. Desondanks weigert Gefen omBijbel en rabbijnen tegen elkaar uit tespelen. Het zijn precies de rabbijnengeweest die ervoor hebben gezorgd dat

het Joodse volk kon voortbestaan te-midden van allerlei crises en dreigingen.En de naleving van de Thora is diepgemotiveerd door de wens God lief tehebben, zegt hij. Het is dit punt dat in feite ook deachtergrond vormt van de bezinning opde relatie tussen kerk en Israël. Veelchristenen zullen beamen dat het Joodsevolk een bijzondere positie inneemt van-wege het verleden (God is met dit volkbegonnen) of vanwege de toekomst(Israël zal haar Messias leren aanvaar-den). Meer moeite levert het heden-daagse Israël op. Kunnen we daarin dehand van God herkennen? Heeft Godons iets te zeggen door het Jodendom?Het mag duidelijk zijn, dat ookMessiaanse Joden over deze vraagverdeeld zijn.

OOnnooppggeeeeffbbaaaarr vveerrbboonnddeennIn wezen betekent de belijdenis vanonopgeefbare verbondenheid met Israël,dat zending theologisch gezien bij Godseigen missie begint. Dat is in Jeruzalem,

bij zijn volk, de Joden. Als westersechristenen staan we in relatie tot eenvolk met vele stromingen: Messiaans,orthodox, seculier. Met dát volk zijn weverbonden, voor dát volk bidden we,met dát volk verkondigen we GodsNaam. Met dát volk spreken we over dewijze waarop Hij zich heeft geopenbaarden hoe wij daarop reageren. Is dit alles relevant voor zending enevangelisatie? Het maakt bescheiden enhet roept verwondering op. Maar hetsterkt ook ons vertrouwen. Als God ditvolk niet loslaat, dan zijn ook wij welbewaard.

DRS. C.J. RODENBURG

([email protected]) IS ALS

ISRAËLCONSULENT IN DIENST VAN HET

CENTRUM VOOR ISRAËLSTUDIES.

HET CIS IS EEN SAMENWERKINGSVERBAND

VAN DE CHR. GEREF. DEPUTATEN KERK EN

ISRAEL, DE GZB EN HET INSTITUUT VOOR

GEMEENTEOPBOUW EN THEOLOGIE BINNEN

DE CHR. HOGESCHOOL EDE. INDIEN U DE

NIEUWSBRIEF VAN HET CIS WILT ONTVANGEN,

KUNT U ZICH DAARVOOR AANMELDEN BIJ:

[email protected]

10 Transmissie NAJAAR 200710

ZENDING

Ingang van eensynagoge inJeruzalem die'Genade enWaarheid’ heet

1. Herkent u de kleine rol van Israël in zending en evangelisatie? Wat is daar-van de reden?

2. Wat zouden de missionaire visies van Maoz en Gefen betekenen voor demanier waarop uw gemeente in haar omgeving aanwezig is?

3. Bent u het eens met de gedachte, dat we als christenen verbonden zijnmet Israël in zijn verscheidenheid?

4. Wat wordt in de laatste alinea bedoeld met bescheiden zijn, verwonde-ring, vertrouwen? Zijn dat woorden die in zending en evangelisatie eenrol moeten spelen?

VERWERKING

Page 11: 2007 - nr. 2

1111

Het is één van de paradoxen in de kerk. We zeggen tegeloven dat de Heilige Geest het doet en we bidden omgeestkracht, om inspiratie en bezieling door God zelf, om Gods zegen, maar we verwachten het van mensen.Maar kan een mens je bezieling geven, invloed uitoefenenop je allerdiepste drijfveren, je aanspreken in je ziel?

Voor de missionaire communicatie geldt eigenlijk hetzelfde.Deze dag stond in het teken van de mogelijkheden, van het‘bewustzijn van de missionaire opdracht’ en van ‘doelmatigbeleid’. Het ging over ‘aan het werk gaan’ met een ‘missionairtraject’ en over een ‘geografische focus’, een ‘netwerkfocus’ en‘visieoverdracht’. Maar is het niet paradoxaal met de mond tebelijden dat alleen God mensen in het hart kan aanspreken endan tegelijk te verwachten, dat mensen mensen in hun hartkunnen aanspreken? Om hierin wat verder te komen voeg ik ervijf paradoxen, vijf tegenstrijdige bewegingen aan toe. En dankom ik daarna nog even op de beginvragen terug.

De eerste paradox is een theologische. We zeggen: God is in dehemel en we houden onze ogen naar boven gericht. Maarniemand heeft God ooit gezien. Ook de aartsvaders niet enMozes, ook niet Jesaja en Ezechiël die een bijzonder roepings-visioen hadden. Ook niet Johannes de Doper, ook niet dediscipelen, ook Paulus niet en Johannes op Patmos niet.Filosofen niet, mystici niet. Maar God is naar de mensen toe-gekomen. En ik denk, dat de toekomst van de kerken berust opnieuwe frisse, verrassende ontmoetingen met Jezus. Het is als inde schilderijenreeks van de meester uit Alkmaar in hetRijksmuseum. Je ziet er Jezus tussen de mensen, vooral waarwordt geleden en gedragen. De vroegste getuigen gingen erop uitom mensen voor Jezus te winnen. Wie God zoekt in de hemel,wie zich afvraagt waar God is en of God er werkelijk is, moetJezus volgen en gaan geloven in zijn geloof. Dan ontdek je ookdat Hij over bange mensen Gods Geest blaast.

De tweede paradox gaat over de missionaire roeping. We wordengezonden in de wereld, beamen we. Maar wie wil dat hetEvangelie de wereld in gaat, moet dicht bij huis beginnen.Collega’s spreken met collega’s, vrienden met vrienden, vriendin-nen met vriendinnen, hoogleraren theologie met predikanten,grootouders met kleinkinderen, buren met buren. Essentieelvoor het getuigen is dat de ander wordt bevestigd in zijn of haargevoel van eigenwaarde, in het verlangen naar bevestiging enwaardering. En wie kan deze het beste geven dan wie je na staat?

De derde paradox gaat over groei en over getallen. We zijn onderde indruk van megakerken en grote gemeenten en we gaan ervan uit dat de Heer zeker in een dikke gemeente in het middenis, bij de honderd en bij de honderden. Maar misschien is Hijjuist daar te vinden waar twee of drie in Zijn naam samen zijn.Waar mensen elkaar zien. Als mensen elkaar echt proberen te

verstaan in hun diepstedrijfveren, gaat hetEvangelie werken, daarkan het een wonder zijn,dat iemand ‘wordtgevonden’. Wie grootwil groeien, moet heelklein denken.

De vierde paradox gaatover de toekomst. Desamenleving roept overaldat het nodig is om visiete ontwikkelen. Om toekomstgericht bezig te zijn. Om tedromen hoe het kan. Echter, ook hier is de beweging van dekerk omgekeerd. Wie visie wil overdragen of visie wil ontwikke-len, moet terug naar de oorsprong. Opnieuw beginnen. Waartoeis de kerk? Waartoe is het allemaal begonnen? Waarom zijn wijwat wij zijn en doen wij wat wij doen? Wat verbindt ons? Wiebezielt ons om ons christen te willen noemen? Wie deze vragenstelt ontdekt een verrassende oecumene en een verrassend bredeoecumene.

De vijfde paradox gaat over dit moment. We worden naar buitengezonden. Maar wie naar buiten gezonden wordt, moet naarbinnen gaan. Juist de missionaire gemeente gaat steeds opnieuwde weg naar binnen, in het zingen, bidden, lezen in de Bijbel enin de viering van het Heilig Avondmaal.

In de verticaal moeten we neerwaarts denken. Wie de wereld wilbereiken, moet dicht bij huis beginnen. Wie wil groeien, moetheel klein denken. Wie zich op de toekomst richt, moet terugnaar de oorsprong. Wie naar buiten wil gaan, moet telkens weernaar binnen. Misschien zijn het echter geen bewegingen, die we moetenmaken, maar die we juist in de missionaire communicatie ont-dekken. Dan ontdekken we ook dat we het kunnen, omdat deGeest van geloof, hoop en liefde over ons wordt geblazen, en datwe niet zo ver van huis hoeven te gaan, dat het gaat om de per-soonlijke benadering, dat we in de oorsprong bronnen van levenvinden en dat we binnen moed vinden voor buiten. Juist in deze vijf verbindingen ontdekken we dat mensen echtmensen kunnen aanspreken, dat mensen mensen kunneninspireren en dat mensen mensen naar huis kunnen sturen meteen bezielende wind in de rug. We ontdekken dan namelijk datmissionair mogelijk is.

(Dit is een verkorte weergave van de sluiting van de werkdag rond het boek‘Missionair is mogelijk’ op 9 juni 2007 in de Jacobikerk te Utrecht)

DR. H. DE ROEST IS HOOGLERAAR PRAKTISCHE THEOLOGIE AAN DE

PROTESTANTSE THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT

‘Missionair is mogelijk’

Transmissie NAJAAR 2007

GASTCOLUMN

HENK DE ROEST

Page 12: 2007 - nr. 2

12 Transmissie NAJAAR 2007

Waar gaat het om in mi

12

EVANGELISATIE

In andere delen van de kerk werden welspeciale diensten gehouden, vooral jeugd-diensten, maar ook diensten die op rand-kerkelijken gericht waren. Uitvoerig wor-den de voorwaarden voor zulk soortdiensten reeds beschreven in het proef-schrift van dr. S.H.Spanjaard, getiteld: DeChristusverkondiging aan de buitenkerkelij-

ke mens (1954). Spanjaard gaat ook uit-voerig in op de vertolking, die aan de pre-diker hoge eisen stelt. Veel is verouderd enontlokt een glimlach. Veel ook niet. Inieder geval is de ijver om te doordenkenwaar het om gaat bij de Christus-verkondiging aan de buitenkerkelijkemens, voorbeeldig.

VVrrooeeggeerr eenn nnuuZelf groeide ik op in Ermelo, een plaatsop de Veluwe met vanouds meerdere stro-mingen. Daar werden van tijd tot tijdOpen Deurdiensten gehouden. Ik vondhet spannend om daar naartoe te gaan. enherinner me een dienst met dr. J.J. Buskesals voorganger. Zijn thema was: Het geloof,een lift of een ladder? Het was heel vol,met veel mensen die je anders niet zag.Datzelfde gebeurde ook wanneer ds. Jac.van Dijk preekte. Bij hem was elke dienst

een Open Deurdienst, ook al stond datnergens aangekondigd. Ineens zag je aller-lei mensen, die anders nooit of zeldenkwamen. Waarom kwamen mensen naar diediensten, terwijl ze anders zeldenkwamen? Blijkbaar waren ze toch op zoek.Op zoek naar wat? Later heb ik de prekenvan Buskes en Van Dijk en ook vananderen op dit punt proberen te analy-seren. Theologisch verschilden ze nogalwat. Maar beiden kwamen heel dicht bijde menselijke ziel en het ‘echte’ leven. Zelieten dan vervolgens zien - spraken daarook met hartstocht en ontroering over -dat er Eén was die zich om dit levenbekommerde, niet zoals het zou moetenzijn, maar zoals het werkelijk was, met alleverwarring, schuld, chaos, glorie en schan-de beide. En op de een of andere manier,wanneer dat existentiële moment bereiktwerd in de preek, kwam de ontroering.Bij mij, maar precies zo bij die buiten-kerkelijke, die van kerk en dogmatieknooit chocola had kunnen maken, maardie wel diep in zijn ziel het verlangen had,dat er toch misschien Iemand groter danwij allen in deze godvergeten wereld zouzijn, die ondanks alles van ons houdt enons voor eeuwig in zijn armen sluit.

PPoossttmmooddeerrnnee ccoonntteexxttNu maak ik een grote sprong naar hetheden. In CVKoers december 2006 stondeen verslag van een studiereis naarRedeemer en Willow Creek, van de handvan Ronald Westerbeek. Hij citeert uiteen toespraak van John Burke, voorgangervan Gateway Church, Austin. John Burkevertelde, dat hij aanvankelijk veronder-stelde dat het in de bediening in een post-moderne generatie zou gaan om waarheiden relativiteit, de grote kwestie in de post-moderne filosofie: als er geen absolutewaarheid is, heeft dan in principe iedereengelijk? En hoe kun je dan nog aankomenmet de aanspraken op algemeen geldendewaarheid van het Evangelie? Maar bijnader inzien bleek een andere kwestie veelbelangrijker, zegt Burke: de gebrokenheiden verwarring in levens. En hij formuleertdan drie kernwaarden voor de bediening

In de afgelopen jaren zijn in steedsmeer gemeenten diensten en samen-komsten georganiseerd, afwijkendvan de gewone zondagse diensten,met de bedoeling daarmee mensente bereiken, die niet de regulierediensten bezoeken. Dat gebeurdeenkele tientallen jaren geleden in derechterflank van onze kerk nog niet.Nu wel, maar dat brengt ook verle-genheid met zich mee.

Bezoekers van één van de werkdagen over missionaire diensten

Page 13: 2007 - nr. 2

13Transmissie NAJAAR 2007 13

ssionaire diensten?binnen deze generatie: authenticiteit (geenholle vormen,maar echtheid, eerlijkheid,oorspronkelijkheid); intimiteit engeborgenheid; spiritualiteit.Verder zegt hij onder andere: creëer eencultuur, waarin genade en acceptatieervaren mogen worden. Mensen voelenzich snel veroordeeld. Laat zoekers Godsgenade ervaren. Creëer ook een cultuurvan dialoog. Dat wil zeggen, een cultuurwaarin mensen open met vragen enmoeiten kunnen komen, mogenworstelen en twijfelen. Geef mensen alletijd op hun spirituele zoektocht, forceerniemand in geloofskeuzes, maar vertrouwop de Heilige Geest.Naar mijn overtuiging is deze nieuwe ont-dekking van Burke tegelijk een constante.De gebrokenheid en verwarring in levensdraagt een nieuwe postmoderne gestalte,maar de zaken zelf waren ook vijftig enhonderd jaar geleden aan de orde enverkondigers die daar echt op ingingen,hadden ook toen veel mensen onder hungehoor, die anders niet kwamen, omdat zein de kerkelijk geformuleerde vragen enantwoorden niet hun eigen vragen enantwoorden herkenden. Dat betekent datin feite elke dienst missionair is, waarinmensen er mogen zijn met al hun vaakgecamoufleerde gebrokenheid en ver-warring. Ze ervaren het echter als eenbevrijding, wanneer die camouflage ervanaf gerukt wordt. De prediking is dantegelijk ontdekkend én bevrijdend.

RRaannddvvoooorrwwaaaarrddeennEr zijn nog andere zaken van belang endaarin vraagt onze tijd weer anderedingen dan vroeger.In de eerste plaats zijn de meeste mensenvandaag hoger opgeleid en verkeren dage-lijks in een wereld, waarin de rationaliteitvan groot belang is. Daarom is in demissionaire verkondiging ook de helder-heid van het verhaal belangrijk, het rede-lijke vertoog. Daar dienen we trouwenstegelijk het christelijk geloof mee, wanthoezeer de boodschap ook gericht is op deexistentie, de waarheden waar het in hetchristelijk geloof over gaat zijn ook voorhet verstand te doordenken. Mensen heb-

ben een woord nodig voor hun ziel, maarwanneer het logische denken zich con-stant ergert aan verwarde uitspraken envage waarheden, is dat een belemmering.In de tweede plaats waren er vroegerenkele grote sprekers, die veel mensenwisten te bereiken, terwijl tegelijk ook nogheel veel andere mensen kerkdienstenbezochten, waarin de prediking voor eengroot deel over de hoofden heenging of deharten niet raakte. Die tijd is nu voorbij.Daarom moeten de voorgangers zich veelmeer oefenen in een existentiële ver-woording, weg van de kerkelijke endogmatische en beschrijvende taal.In de derde plaats heeft de kerk alsinstituut heel veel aan betekenis ingeboet,waardoor mensen niet zomaar naar eendienst zullen komen. Er moet daarom een gemeenschap zijn, die uitnodigendoverkomt, die niet als knellend ervarenwordt, maar wel als vertrouwen wekkendwanneer men de zoektocht naar gelovenwil voortzetten.In de vierde plaats is de woordcultuur,waarop de prediking van de kerk langetijd heeft meegelift, in een crisis gekomen.De woordcultuur is ooit geboren uit hetelkaar verhalen vertellen. Daarna paskwam het veel meer objectiverendebetoog. De Bijbel is een boek vol ver-halen. Dat moet maximaal worden uit-gebuit. Verhalen zullen het altijd blijvendoen. Sommige grote predikers uit hetverleden hadden dat ook al begrepen,hoewel ze daarbij soms de smaad vangeheide kerkgangers moesten dragen, datze ‘verhaaltjesdominees’ waren. Heel veelanderen kregen daardoor echter toegangtot de boodschap, die ze anders nietbegrepen.In de vijfde plaats, de christelijke voor-onderstellingen van het verhaal van Goden de mensen, zoals dat in de Bijbel wordtverteld, zijn goeddeels zoek geraakt.Schepping, verzoening, voleinding kun-nen niet als een kader gezien worden, datnog wel bij de meeste mensen resoneert,ook al doen ze er verder niet veel aan. ‘Erzal hopelijk, misschien wel Iets zijn’, veelverder komen de meeste mensen niet.Daar moeten we dus bij aansluiten en

daar moeten we het over hebben. ZoalsPaulus op de Areopagus zijn uitgangspuntnam in het altaar van de onbekende Goden de spreuk van de heidense dichterAratus: ‘Wij zijn van Gods geslacht’.Nu we de kern van de missionaire ver-kondiging hebben vastgesteld en eenaantal randvoorwaarden nemen we destap naar de verschillende mogelijkhedenen vormen voor een missionaire dienst.

NNiieett oopp éééénn mmaanniieerrEr zijn mensen, die ervoor pleiten dat elkekerkdienst voluit missionair moet zijn. Ikben het ermee eens dat veel kerkdienstenmeer missionair zouden kunnen worden,dat wil zeggen meer toegankelijk voor nietgeregelde kerkgangers. De vaste kerk-gangers zouden er ook wel bij varen.Uiteindelijk zou de naam van God ermeer in verheerlijkt worden. Ik vind ookdat we niet te gauw moeten zeggen: dit isbij ons onbespreekbaar.

vervolg op pagina 14

Bezoekers konden op de muur ideeën en reacties noteren

W. DEKKER

Page 14: 2007 - nr. 2

14 Transmissie NAJAAR 2007

EVANGELISATIE

Waarom is het onbespreekbaar? Alsbepaalde zaken alleen maar de eerbied, dewarmte van de christelijke gemeenschapen de verstaanbaarheid bevorderen? Danmoet je toch van goeden huize komen omer tegen te zijn. We moeten in zo’n gevalook niet te snel de escape kiezen om danmaar iets heel anders ernaast te gaanbeleggen en dat de naam samenkomst tegeven. Als dat gedaan wordt met debedoeling nooit en te nimmer meer tehoeven praten over de gewone kerkdienstis het niet goed.Toch zou ik in het algemeen wel willenpleiten voor nog andere samenkomsten danalleen de vertrouwde eredienst van degemeente. En wel om een aantal redenendie ik hierboven al genoemd heb.Samengevat: de afstand tussen de ver-trouwde kerkelijke verkondiging en dedoorsnee Nederlander is heel grootgeworden. Er zijn voorbeelden van datiemand zomaar een kerk binnengaat endiep getroffen wordt. Dat moeten we ooknooit uitsluiten. En nogmaals, laten wedan ook werken aan de inhoud en sfeer.Maar zelfs als die geheel en al ontbreken,kan iemand nog wel getroffen worden.Voor zeer veel anderen blijft het echtereen brug te ver.Je moet dan als oplossing niet steeds ver-der gaan sleutelen aan de bestaande dienstom die steeds laagdrempeliger te maken.Naar mijn mening worden hier brokkenmee gemaakt. Trouwe kerkgangers ver-vreemden en voor zoekers levert het nietveel op. Het wordt vlees noch vis. Er zijnbij voorbeeld mensen, die hoe lang je zeook uitlegt dat de psalmen zo mooi zijnen het orgel een prachtig instrument, ernooit aan zullen wennen. Voor wie eendominee in toga en het achter elkaar inbanken zitten allen maar vervreemdendwerkt. Het is daarom goed, dat er dien-sten belegd worden met andere instru-menten en andere liederen, een andersfeer.Maar wie denkt dat dit dé oplossing is,vergist zich. Wanneer je diensten belegt inde sfeer waarin veel diensten vanevangelische gemeenten gehouden wor-den: opwekkingsliederen, getuigenissen,

gebedspastoraat en dergelijke bereik je eenbepaald soort mensen, soms kerkmensen,die de bestaande diensten te stijf vinden,soms ook randkerkelijken. Maar het isbekend dat momenteel evangelischegemeenten in Nederland helaas ooknauwelijks meer groeien. Het ligt medeaan de streek van het land, het typemensen, dat er woont of het in eenbehoefte voorziet. Doe altijd iets wat pastin jouw context. Doe nooit iets, omdat jehet zelf zo mooi vindt of denkt, dat dit deoplossing is van het grote probleem hoewe de mensen buiten de kerk bereiken.Daar is namelijk niet één oplossing voor.

EEnnkkeellee mmooggeelliijjkkhheeddeennEr zijn ook mensen buiten de kerk, diebest eens in een dienst dichter bij hetgeheim van geloven zouden willenkomen, maar die niets hebben met deherrie van een band in de kerk. Zij zijnjuist op zoek naar stilte, gewijde stilte,mogelijkheden om te leren mediteren,eenvoudige symbolen om dichter bij dekern te komen. Misschien kunnen er ookeen paar Taizéliederen gezongen worden,eenvoudige teksten met een heel een-voudige melodie, die steeds herhaaldworden. Ik zou ervoor willen pleiten, datin onze kring ook naar dit soort dienstengekeken wordt als een missionaire moge-lijkheid. Zeker in grotere plaatsen en instedelijke gebieden, waar stilte als iets heelbijzonders wordt ervaren. Misschien moeten we het aandurven omnog een stap verder te gaan. Dan denk ikaan twee verschillende initiatieven, dietoch ook weer iets gemeenschappelijkshebben.

1. Openbare gespreksdienstenIn dorpen als Nigtevecht en Pesse hieldmen in het dorpshuis een bijeenkomst,waarin het gaat over een thema, dat vanbelang is voor de gemeenschap.Bijvoorbeeld het alcoholgebruik onderjongeren of geweld op straat of deleefbaarheid van de buurt. Daar zit dedominee naast de wijkagent, de welzijns-werker en de directeur van de school. Hetvoordeel van dat soort samenkomsten is

dat direct duidelijk wordt, dat de Bijbel temaken heeft met het hele leven, hetgeenzowel door kerkelijken als randkerkelij-ken steeds weer vergeten dreigt te worden.We lijden allen onder de heilloze op-splitsing van het geestelijke en het gewoneleven. Een bijkomend voordeel is, dat indit soort samenkomsten geen sprake isvan éénrichtingsverkeer, maar dat duide-lijk wordt dat de gelovigen ook iets lerenkunnen van niet- of andersgelovigen.Missionair bezig zijn is ook je verblijdenin de wijsheid en de goede inzichten, dieGod buiten de kerk heeft gegeven en datook hardop zeggen.

2. Culturele insteekHet is ook mogelijk in de kerk iets cultu-reels te organiseren, dat mensen raakt, dathen wegvoert uit de wereld van het plattevlak en in aanraking brengt met dieperegeheimen van mens zijn. Ik denk aan hetorganiseren van tentoonstellingen. Geloofen kunst hebben beide met de ziel temaken, met geroerd kunnen worden dooriets dat uit een andere wereld tot je komt.Ik herinner me dat we in Ravenna op eenzaterdagavond een kerk binnenliepen,waar prachtig een deel Van DantesDivina Comedia voorgedragen werd. Eenkerk vol met allerlei soorten mensen zatademloos te luisteren. En in de contextvan Nijkerkerveen doet collega Van derSluijs iets dergelijks met de oude Veluwsevertellingen. Vroeger lieten we dit soortinitiatieven over aan de vrijzinnigen inonze kerk. Maar het wordt hoog tijd datwe dit oppakken, omdat enerzijds heelveel mensen op andere manieren nietmeer bereikt worden en anderzijds Godde toegangswegen tot het hart van dezemensen kent.

TTeenn ssllootttteeNu heb ik heel veel genoemd, alles rond-om de kern dat het God gaat om eenliefdevolle, genadige ontmoeting met onzegebroken en verwarde zielen. En doet unu vooral waar u goed in bent en wat inuw context past.

DS. W. DEKKER IS STUDIESECRETARIS VAN DE IZB

vervolg van pagina 13: Waar gaat het om in missionaire diensten?

Page 15: 2007 - nr. 2

15Transmissie NAJAAR 2007

Het materiaal bestaat uit een cursusboek(Ontmoetingen met God. Een basiscursusgeloven met bijbelse verhalen) en een hand-leiding (7+1 Basiscursus Geloven). Bij dehandleiding is een cd-rom gevoegd,waarop afbeeldingen uit de christelijkeschilderkunst staan, afgestemd op deverschillende geloofsthema’s die in decursus aan de orde komen. Hendriksschreef de cursus zowel voor mensen diekennis willen maken met het christelijkgeloof als voor mensen die toe zijn aaneen ‘upgrade’ van hun geloof. Op het eerste gezicht heeft de cursus veelweg van de Alpha-cursus: er is eengezamenlijke maaltijd, een inleiding endaaropvolgend een gesprek in kleinegroepjes over geloofsonderwerpen, diethematisch aan de orde worden gesteld.Als je de cursus echter goed bestudeert,merk je al gauw dat er inhoudelijke ver-schillen zijn met de Alpha-cursus en datHendriks de Basiscursus Geloven bewusteen eigen kleur gegeven heeft.

OOnnttmmooeettiinngg eenn eerrvvaarriinnggIn de basiscursus spelen ervaringsverhaleneen centrale rol. Deelnemers aan decursus luisteren naar en vertellen elkaarverhalen van ‘toen’ en verhalen van ‘nu’,dat wil zeggen: bijbelse verhalen enhedendaagse ervaringsverhalen. Die ver-schillende verhalen worden met elkaaruitgewisseld, in de hoop dat mensen

geraakt worden. Sleutelwoord hierbij is‘ontmoeting’. In de ontmoeting metverhalen uit de Bijbel, met mensen vanvandaag, maar ook in de ontmoeting metkunst (waarin ook een verhaal verteldwordt) ‘gebeurt’ het geloof, dat wilzeggen: worden mensen geraakt, ervarenmensen (iets van) God. In de Alpha-cursus speelt ontmoeting ookeen rol, maar toch op een wat anderemanier. Meer dan in de basiscursus wordter gewerkt aan de overdracht van degeloofsinhoud. Aan de persoon en hetwerk van Jezus Christus wordt een allesbeslissende rol toegekend: in Hem alleenligt onze redding. Hendriks is hier watterughoudender in, zo lijkt het. In zijncursus wordt het geloof (en God zelf )omschreven in termen van ervaring,waardoor het heilsfeitelijke karakter vangebeurtenissen veelal in het middengelaten wordt. Om een paar voorbeeldente noemen: het verhaal van de brandendebraamstruik (Ex. 3) wordt niet gepresen-teerd als ‘openbaring van God aan Mozes’,maar als ‘ervaring van Mozes’. De opstan-ding van Jezus uit de dood wordt nietvoorgesteld als heilsfeit, maar wordt tersprake gebracht aan de hand van opstan-dingservaringen. Met de keuze het geloof

te omschrijven in termen van ontmoetingen ervaring doet Hendriks een bewustepoging de geloofsinhoud op een meeropen wijze dan in de Alpha-cursusgebeurt, ter sprake te brengen. Ruimte,openheid, vrijheid: het zijn belangrijke enterugkerende begrippen in de cursus.Ieder moet de kans krijgen te komen toteen eigen geloofsgroei, tot eigen geloofs-keuzes, ja tot een eigen geloofsidentiteit.

DDee kkrraacchhtt vvaann vveerrhhaalleennEr is veel te zeggen voor het centraalstellen van verhalen als het gaat om depresentatie van het christelijk geloof.Verhalen gaan over het leven van alledag,over mensen die God ontmoeten. Geengeredeneer, nee, verhalen vertellen opauthentieke wijze wie God is, aldusHendriks. Bewondering heb ik voor dewijze waarop de Basiscursus erin slaagtlangs de weg van verhalen het geloofnauw in verband te brengen met hetgewone leven. Geloven gaat over alles,schrijft Hendriks ergens. Op allerleimanieren legt hij verbindingslijnen tussenhedendaagse ervaringen en ervaringen uitde bijbel. Zo brengt Hendriks het geloofheel dichtbij, het wordt iets vanzelf-sprekends, dat niet weg te denken is uithet leven. Klassieke geloofsbegrippenworden vermeden (zo wordt het themavan de Geest van God besproken aan dehand van het begrip ‘inspiratie’), terwijlondertussen de meest basale geloofs-thema’s wél aan de orde komen. Mijn aarzeling en vragen liggen bij dewijze waarop Hendriks het geloof inverband brengt met ontmoeting en erva-ring. In de cursus is de Bijbel een boek volervaringen met God en Jezus is ervaren enherkend als de verpersoonlijking vanGods bedoelingen. Inderdaad, in hetgeloof gaat het om de ontmoeting met delevende Heer en de ervaring van de wer-king van Gods Geest in ons leven en in dewereld.

vervolg op pagina 16

In mei vorig jaar verscheen de Basis-cursus Geloven, geschreven door ds. Peter Hendriks en met onder-steuning van de Protestantse Kerk inNederland (zie www.pkn.nl/7plus1).Voor Hendriks was de grote ver-legenheid die hij onder kerkmensenaantreft om het geloof bespreekbaarte maken aanleiding voor hetschrijven van deze cursus. Wat heeftdeze cursus ons te bieden in hetmissionaire werk?

In de ontmoetinggebeurt het CHRISTIEN MOLENAAR

Page 16: 2007 - nr. 2

16 Transmissie NAJAAR 2007

vervolg van pagina 15: In de ontmoeting gebeurt het

EVANGELISATIE

Maar identificeert Hendriks het geloofniet al te zeer met ervaring? Heeft de bronen oorsprong van het geloof niet in deeerste plaats te maken met iets buitenmijn ervaring om? Ook het Godsbeelddat Hendriks schetst – God als AltijdNabije - wordt naar mijn mening te veelin onze ervaringswerkelijkheid getrokken.Wat als we Gods nabijheid niet ervaren?Is Hij er dan niet (meer)?

WWaatt iiss ggeelloovveenn?? Uiteindelijk brengt de cursus ons bij devraag waar het allemaal om te doen is alshet gaat om het missionaire werk in onzekerken: wat is geloven? Die vraagschreeuwt om een antwoord, zeker in eentijd waarin er zoveel aan ‘geloven’ opstraat ligt. Wat is geloven? Anders gezegd:waarin onderscheidt het christelijk geloofzich van al die andere vormen vanreligieus beleven, zingeving en spirituali-teit? In de Basiscursus wordt dit onder-scheid mijns inziens onvoldoende

zichtbaar. Het geloof - en ook God zélf -wordt te veel op één lijn geplaatst met demenselijke ervaring, waardoor het onder-scheid tussen algemeen religieus gelovenen het christelijk geloof onvoldoendehelder wordt. Dit wil niet zeggen, dat de Basiscursusniet bruikbaar is, integendeel. In de titelvan dit artikel – ‘in de ontmoetinggebeurt het’ – klinkt allereerst de krachtvan de cursus door: geloven heeft alles temaken met ontmoeting: ontmoeting metde levende Heer. Maar precies in dezekracht ligt ook het zwakke punt van decursus: het gaat in het geloof inderdaadom ontmoeting, om een levende relatietussen God en mens. Maar in die ont-moeting komt God als eerste op u en mijaf, met Zijn beloften van trouw en liefde.God blijft die ontmoeting aangaan, ookals wij ontrouw zijn en niets van Godervaren (vgl. Rom. 3). Het gaat in hetgeloof in de eerste plaats niet zozeer omwat wij ervaren, maar om de zekerheid

van Gods beloften. Is dat niet juist hetbevrijdende van het Evangelie, dat het inde eerste plaats niet om onszelf te doen is,maar om het extra nos – buiten ons? Enligt hierin niet juist het onderscheid methedendaagse vormen van spiritualiteit enzingeving, waarin God (of: het hogere)veelal gezocht wordt in de diepte van demens zelf? Wat is geloven? Het antwoord op dezevraag is nog niet zo eenvoudig te geven.We hebben mensen nodig, die authen-tieke verhalen vertellen over ontmoe-tingen met God. De Basiscursus kan onsdaarbij helpen. Maar het mag niet bij eenuitwisseling van verhalen blijven.Temidden van onze verhalen gaat het omhet Grote Verhaal van God, dat onzeverhalen ver overstijgt en zelfs onderkritiek stelt.

DRS. C. MOLENAAR-DEKKER STUDEERDE

THEOLOGIE. HAAR KERKELIJKE VERHANDE-

LING WIJDDE ZE AAN DE BASISCURSUS VAN

PETER HENDRIKS.

MATERIAAL

Missionaire diensten In dit nummer van ‘Transmissie’ staat een artikel van ds. W. Dekker over missionairediensten. Misschien smaakt dat naar meer? De IZB heeft recent twee werkdagen overdit onderwerp gehouden. Uit het feit dat daar meer dan 300 mensen op af kwamen,blijkt wel dat heel veel gemeenten bezig zijn met de vraag hoe we niet-kerkgangers incontact kunnen brengen met het Evangelie en met de gemeente.

Wat op de twee werkdagen aan de orde kwam, staat grotendeels op papier. Dat materiaal is verzameld in een werkmap. Enkele missionaire predikanten en werkers,die intussen flink wat ervaring hebben opgedaan met missionaire diensten en bijzonderesamenkomsten, hebben hierin een belangrijk aandeel en geven hun visie weer.

In de map zit verder een compleet stappenplan voor gemeenten die ‘iets’ willen met missionaire diensten.Daarnaast onder andere een artikel van ds. W. Dekker over ‘Wat is je boodschap?’ en een bijdrage vandr. P. van den Heuvel over kerkordelijke aspecten (hoe zit het met de ambtelijke vertegenwoordiging?).Verder voorbeelden van uitnodigingen, een literatuurverwijzing, belangrijke websites, enzovoorts.

Op de tweede werkdag – die als thema had ‘Er kan altijd iets!’ – is vooral aan de orde geweest wat er mogelijk is inbestaande situaties (dus geen Vinex-locaties of stadswijken). Dit omdat na de eerste dag de reactie was: ‘Dat kanallemaal bij ons niet’. Vanuit Ridderkerk, Harderwijk en Nijkerkerveen werden op de tweede dag visie en ervaringenaangedragen, waarop weer allerlei reacties van de aanwezigen volgden. Ook hiervan is een weergave in de map tevinden.

Kortom: een uitermate praktische handreiking voor predikanten, kerkenraden en evangelisatiecommissies. De map isvoor € 10 + verzendkosten te bestellen bij: [email protected] of telefoon: 033 4611949.