Se

cto

rwe

rkstu

k

Leerlingen

Namen: …………………………………………………………………

………………………………………………………………...

Begeleider: ………………………………………………………………...

2016-2017 mavo 4

Logboek

Inhoud

2

1. Spelregels 3

2. Afspraken 4

3. Tijdpad 5

4. Afsprakenlijst 6

5. Planning 7, 8, 9

6. Activiteitenweek 9

7. Het verslag 10

8. Presentatie 11, 12

9. Inleveren logboek 13

10. Evaluatie door de leerlingen 14, 15

11. Beoordeling proces 16

12. Beoordeling product 17

13. Beoordeling presentatie 18

14. Beoordeling sectorwerkstuk 19

1. Spelregels

Het SectorWerkStuk (SWS) is een verplicht on-derdeel van het schoolexamen. Het sectorwerk-stuk kan als “meesterproef” van de opleiding worden gezien.

Je werkt samen met één (of twee) andere leerlingen in een groep. Je laat zien dat je in voldoende mate de algemene vaardigheden beheerst. Dit zijn vaardigheden die je bij alle vakken nodig hebt. Voor je vervolgopleiding is het namelijk belangrijk dat je:

kunt samenwerken;

kunt plannen;

informatie kunt zoeken en vinden; en

kunt presenteren.

Twin-tig uur

Je werkt elk ten-

minste 20 klokuren aan het sectorwerkstuk. Je moet kunnen aantonen hoe je die uren besteedt. Dit doe je door goed het logboek bij te houden.

Vijf afspraken

De groep maakt voor 28 november tenminste 5 afspraken met de begeleider.

Verslag

Voor 21 november 2016 levert de groep het verslag in bij de begeleider.

Presentatie

Tussen 21 en 28 november oefen je in een klas bij je begeleider. Op maandag 28 november 2016 presenteert de groep het sectorwerkstuk op school. Ouders en medeleerlingen worden uitgenodigd voor deze avond.

Op tijd

Is het sectorwerkstuk op tijd af dan kun je een extra herkansing verdienen in SE II. Het sectorwerkstuk, het verslag en de presentatie moeten met minimaal een 5,5 worden afgesloten. Indien het resultaat lager is dan 5,5, vervalt de extra herkansing en krijg je ook geen diploma of cijferlijst.

Inleveren

Na de presentatie levert de groep het logboek en het definitieve werkstuk in bij de begeleider.

Prijs

Aan het beste sectorwerkstuk wordt elk jaar een prijs toegekend. Dit wordt tijdens de diploma- uitreiking uitgereikt.

3

Bij het sectorwerkstuk gelden de volgende af-spraken:

Je moet er minimaal 20 klokuren aan wer-ken.

Het moet vakoverstijgend zijn (het gaat in principe om twee vakken binnen je sector).

Zowel het product als het proces worden beoordeeld: het eindresultaat èn de manier waarop je gewerkt hebt.

Je mag een eigen onderwerp kiezen.

Je wordt begeleid door je begeleider.

Je maakt het werkstuk samen met een ande-re leerling.

De authenticiteit (oorspronkelijkheid) staat centraal. Dit betekent dat je geen werk mag overschrijven en/of kopiëren.

De eindpresentatie is voor ouders en geno-digden.

Je krijgt een cijfer voor het werkstuk. Dit wordt omgezet naar een “goed” of een “voldoende”. Je krijgt bij je diploma een officieel certificaat.

Je moet tevens een verslag inleveren.

Bij het verslag en de presentatie maak je gebruik van informatie– en communicatie-technologie.

Presentatie

Bij een presentatie denk je al gauw aan het tra-ditionele werkstuk. Bij het sectorwerkstuk wordt dat afgeraden. Het gaat er juist om dat je een originele presentatie maakt. Hier kun je extra punten voor krijgen. Mogelijke presentatievormen zijn:

een powerpoint presentatie;

een toneelstuk met aansluitend een discussie;

een tentoonstelling;

een collage;

een fotoreportage;

een film;

een maquette;

een website;

een practicum;

een video.

Voor welke presentatievorm je ook kiest: je geeft altijd een mondelinge toelichting.

Van de 100 punten zijn er 10 voor originaliteit te behalen.

Tips van leerlingen

Elk jaar geven leerlingen tips over het sector-werkstuk. Doe er je voordeel mee.

Kies een onderwerp waar veel informatie over bestaat of waar je veel over kunt ver-tellen.

Kies een onderwerp waarin je geïnteres-seerd bent.

Kies een medeleerling met wie je goed kunt samenwerken.

Plan goed, doe niet alles op het laatste mo-ment.

Zoek zo veel mogelijk informatie, beter te veel dan te weinig.

Werk serieus.

Houd je aan afspraken met je begeleider.

Tenslotte wensen we je veel succes en vooral plezier met je sectorwerkstuk.

2. Afspraken

4

3. Tijdpad

Week 35 - 2 september 2016

Je vult in op de lijst (in de kamer van mevrouw Van Anken) met wie je het sectorwerkstuk sa-mendoet en over welke 2 of 3 vakken jullie je sectorwerkstuk willen doen. Daarnaast geef je ook het onderwerp van jullie sectorwerkstuk op.

Week 36 - 9 september 2016

Er wordt bekend gemaakt wie jullie begeleiders zijn.

Week 37 - 12 september 2016

In deze week moet je een eerste gesprek plan-nen met je begeleider. In dit eerste gesprek maken jullie je ideeën voor het sectorwerkstuk bekend. Daarna maken jullie samen een Plan van Aanpak. Plan ook meteen een volgende afspraak.

Week 37 tot 21 november 2016

Je plant tenminste 4 afspraken met je begeleider.

Week 39 - 28 september 2016 Week 45 - 10 november 2016 Week 46 - 18 november 2016

Je werkt deze dagen op school aan je sectorwerkstuk.

Week 47 - 21 november 2016

Uiterste inleverdatum van het verslag bij je be-geleider. Aan de hand van dit verslag maak je samen met je partner de presentatie. Ook oefen je de presentatie in een klas bij je begeleider.

Tussen 21 november en 28 november 2016 plan je nog minstens één overlegmoment met je begeleider over de presentatie.

Week 48 - 28 november 2016

De presentatieavond van je sectorwerkstuk. Je presenteert je sectorwerkstuk aan je begeleider, ouders, medeleerlingen en andere genodigden.

5

4. Afsprakenlijst

Datum Onderwerp gesprek

1.

2.

3.

4.

5.

6

5. Planning

Blok 1: samenwerken en kiezen van onderwerp

Begindatum: week 35

Inleveren bij de heer Hamenyimana:

met wie je samenwerkt;

welke 2 of 3 vakken verband hebben met jullie sectorwerkstuk;

welk onderwerp jullie in gedachte hebben.

De uitgekozen vakken zijn:

1. ………………………………………………………………………

2. ………………………………………………………………………

Ons onderwerp is geworden:

…………………………………………………………………………..

…………………………………………………………………………

………………………………………………………………………….

7

5. Planning

Nadat jullie de deelvragen hebben gemaakt gaan jullie op zoek naar informatie over de deelvragen en verzamel je dat. Vind je bruikbare informatie, sla dat dan op en schrijf op je bronnenlijst waar je het hebt gevonden. Doe het meteen, want het is lastig om achteraf dezelfde site of dat ene boek terug te vinden. Verdeel de taken goed en maak afspraken wie wat doet. 8

Wat is de hoofdvraag van jullie sectorwerkstuk?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Blok 2: hoofd– en deelvragen maken

Begindatum: week 36

Wat willen jullie onderzoeken?

…………………………………………………………………………

………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………..

…………………………………………………………………………..

Hoofdvraag maken

Zonder een goede vraagstelling is het onmoge-lijk om een goed product te maken. Zorg ervoor dat je vraagstelling niet te algemeen is. De hoofdvraag staat centraal in je werkstuk. Er zijn verschillende soorten vragen:

Beschrijvend: op basis van onderzoek beschrijf je een situatie.

Vergelijkend: je presenteert overeenkomsten en verschillen binnen een onderwerp.

Verklarend: je zoekt een antwoord op de vraag: “Hoe komt dat?”

Waardebepalend: je geeft een oordeel of een waarde over een onderwerp.

Voorspellend: Je onderzoekt hoe iets in de toekomst zou kunnen zijn.

Probleemoplossend: je probeert op basis van onderzoek een probleem op te lossen of een bijdrage aan een oplossing te leveren.

5. Planning

Deelvragen

In welke kleinere onderdelen (deelvragen) kun je je hoofdvraag verdelen? Met de deelvragen beantwoord je verschillende onderdelen van de hoofdvraag.

1. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

3. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

4. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...

9

Op deze werkdagen gaan gaan jullie het sectorwerkstuk vormgeven en ervoor zorgen dat het verslag op 21 november bij jullie begeleider ligt.

Elke werkdag kom je van 08.30 tot 15.00 uur op school om aan je sectorwerkstuk te werken. De lokalen worden nog bekend gemaakt.

6. Werkdagen

Datum Werkafspraken Aftekenen

2 september

28 september

10 november

18 november

Als je genoeg informatie hebt gevonden, beant-woord dan uitgebreid de deelvragen. Schrijf in overleg met jullie begeleider het verslag en lever dit vóór 21 november in.

Het verslag moet bevatten:

Voorblad.

Inhoudsopgave.

Beantwoording van de deelvragen. Je kunt per deelvraag een hoofdstuk gebruiken.

Beantwoording van de hoofdvraag is de conclusie.

Bronnenlijst. Neem onderstaande lijst als voorbeeld.

Bronnenlijst

Daarnaast staat aan het einde van het verslag:

7. Het verslag

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Auteur:

Titel/site:

Datum inleveren verslag:

……………………………………………………………………….

Handtekening begeleider:

………………………………………………………………...…...

10

8. Presentatie

Er zijn vele verschillende presentatievormen. Wees creatief in het kiezen van een vorm. Jullie presentatie duurt ongeveer 10 minuten.

Wij hebben gekozen voor:

posterpresentatie

powerpoint

film

ontwerp (bijvoorbeeld maquette)

practicum

toneelstuk

stand inrichten

tentoonstelling

collage

foto/dia reportage

website

anders, nl. …………………………………………………

Maak goede afspraken wie wat doet en overleg met je begeleider over jullie presentatie.

Acht tips voor een presentatie

1. Wees opgewekt; je mag glimlachen.

2. Heb je apparatuur nodig? Regel dat dan ruim van tevoren.

3. Zorg dat je ruim van tevoren aanwezig bent, voor het geval er iets aan de apparatuur ontbreekt.

4. Start pas als het stil is.

5. Probeer oogcontact te krijgen met het hele publiek en richt je niet op één persoon of alleen maar de eerste rij.

6. Neem een losse houding aan. Je handen in je zakken en armen op de rug zijn geen goede houdingen.

7. Zorg ervoor dat het beeld functioneel is. Gebruik niet teveel tekst. Zorg dat het beeld toegevoegde waarde heeft zoals humor, belangrijke cijfers, of iets dat visueel meer zegt dan woorden.

8. Schrijf een presentatie niet uit om hem daar-na voor te lezen. Schrijftaal is geen spreek-taal. Maak liever een schema met kernbe-grippen of steekwoorden.

11

Vraag na je presentatie een top en een tip aan het publiek. Schrijf die hieronder:

8. Presentatie

Top! Tip!

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

12

9. Inleveren logboek

Lever dit logboek in op 29 november 2016 bij je begeleider. Dat is de dag na je presentatie.

Het logboek is dan helemaal ingevuld.

De begeleider zal de punten invullen en het cijfer uitrekenen.

Maak een afspraak wanneer jullie het cijfer mogen komen ophalen. Het logboek wordt samen met je verslag bewaard in de examendossiers.

13

10. Evaluatie door de leerlingen

Wat vond je er zelf van? Wat zou je de volgende keer

weer doen?

Keuze onderwerp (hoofd– en deelvragen)

Het maken van het verslag

De presentatie

Is je doel bereikt?

De samenwerking

De begeleiding

15

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Waarom is dat beter?

11. Beoordeling proces

Er worden drie onderdelen beoordeeld: het proces, het product en de presentatie. Met het totaal aantal punten kan de begeleider het cijfer bepalen.

1 2 3 4 5

Logboek

Zijn de afspraken nagekomen?

Samenwerking

Is ICT juist gebruikt?

Zelfstandige werkhouding

Totaal (maximaal 25 punten, 5 per onderdeel)

16

12. Beoordeling product

Er worden drie onderdelen beoordeeld: het proces, het product en de presentatie. Met het totaal aantal punten kan de begeleider het cijfer bepalen.

1 2 3 4 5

Vakoverstijgend

Onderzoeksvragen

Uitwerking deelvragen

Conclusie

Bronnenlijst

Totaal (maximaal 25 punten, 5 per onderdeel)

17

13. Beoordeling presentatie

Er worden drie onderdelen beoordeeld: het proces, het product en de presentatie. Met het totaal aantal punten kan de begeleider het cijfer bepalen.

1 2 3 4 Punten

maximaal 10 per

onderdeel

Structuur

Moeilijk te volgen. Geen duide-lijk begin, midden, einde.

Moeilijk te volgen. Presentator loopt teveel heen en weer.

Goed te volgen. Duidelijk begin, mid-den en einde.

Interessant. Duidelijk begin, midden en einde.

Kennis

Weinig tot geen kennis als er vragen worden gesteld.

Kan alleen eenvoudige vragen beantwoor-den.

Goede kennis van het onderwerp.

In staat extra uitleg te geven en met voor-beelden te komen.

Gebruik van illustratie

Geen plaatjes of geen juist gebruik van plaatjes.

Weinig plaatjes, of plaatjes passen niet goed bij tekst.

Plaatjes passen bij de presentatie en de tekst.

Plaatjes maken de presentatie extra duidelijk.

Oogcontact

Voorlezen zonder oogcontact.

Vooral voorlezen en soms oogcontact.

Oogcontact maar te vaak aante-keningen inzien.

Oogcontact en soms aantekenin-gen inzien.

Originaliteit

Weinig originele presentatie.

Standaard presentatie met een paar aparte onderde-len.

Originele presentatie met standaard elementen.

Zeer originele presentatie-vorm.

Totaal (maximaal 50 punten, 10 per onderdeel)

18

14. Beoordeling sectorwerkstuk

De leerlingen:

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………….

hebben met goed gevolg het sectorwerkstuk afgesloten.

Totaal aantal punten: ……………………. Cijfer: ……………………………………………………………..

Voordracht prijs “beste sectorwerkstuk”

Ik vind dat bovenstaande leerlingen goede kandidaten zijn voor de prijs “beste sectorwerkstuk”, omdat:

………………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………………..

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

Datum: …………………………………………. Begeleider: 19