fosfor 2-2015

16
WERKEN ZONDER RECHTEN nummer 2

Upload: fos-socialistische-solidariteit

Post on 22-Jul-2016

235 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Driemaandelijkse magazine van FOS - Socialistische Solidariteit. Editie mei - juni - juli 2015.

TRANSCRIPT

Page 1: fosfor 2-2015

WERKEN ZONDER RECHTEN

nummer 2

Page 2: fosfor 2-2015

fosfor | 2

COVERFOTO © REPORTERS

inhoud

04 10

07 08 12

mET dE STEun van

GENDER EN taalTermen zoals ‘werknemer’, ‘werkgever’

en andere beroepsnamen die in de tekstengebruikt zijn voor groepen van mensen,

slaan telkens zowel opvrouwen als op mannen.

04

07

08

10

12

15

focusalS wE OnS laTEn vERjagEnTEkEnEn wE OnS dOOdvOnniS

interviewER mOET vOORuiTgang kOmEn

uit het ZuidenERkEn OnzE REaliTEiT!

en BiJ ons? flExibElER wERkEn vOORhETzElfdE lOOn kan niET!

in BeweGinGfOS-camPagnEOP vOllE TOEREn

oP BeZoeK BiJwim in nicaRagua

Fosfor is een uitgave van fos - fonds voor Ontwikkelingssamenwerking ElFDE jaaRGaNG num-mer 2 (april - mei - juni 2015) samENstElliNG EN EiNDREDactiE dries merre voRmGEviNG sp.a grafische dienst DRukkERij Druk in de weer - gedrukt met vegetale inkten op 100% gerecycleerd papier mEDEwERkERs Rita Cloet, Caroline Bal, Lien Bauwens, Naomi De Bruyne, Frank Lensink, Wim Leysens, Ann Verbeke, Françoise Vermeersch en David Verstockt Foto’s © fos tenzij anders vermeld. mEER NiEuws van fos ontvangen? abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief via www.fos-socsol.be en word fan van fos op via www.facebook.com/fossocsol

Page 3: fosfor 2-2015

fosfor | 3

edito

Annuschka Vandewalle,

algemeen secretaris

Wie werkt in het informeel circuit wordt aan zijn lot over gelaten. daarom zet de internationale Arbeidsconferentie informele economie boven-aan de agenda.

beter formeel!de jaarlijkse bijeenkomst van de internationale ar-beidsorganisatie (IAO) zal veel aandacht schenken aan de honderden miljoenen mensen die volgens officiële cijfers geen job hebben, maar dagelijks wel hard moeten werken. Anno 2015 is meer dan de helft van de actieve wereldbevolking één van hen. Het zijn mensen zonder formeel arbeidsstatuut, contract of vast loon. Ze hebben nauwelijks toegang tot sociale bescherming, want wie officieus werkt bouwt geen sociale zekerheid op. De IAO schrijft daarom aan een aanbeveling die arbeiders moet helpen om de stap naar de formele economie te zetten.

We hopen dat de aanbeveling eindelijk tot verande-ring zal leiden. Want er zijn veel mensen die actie ondernemen, maar toch eten we dagelijks suiker die geoogst is door arbeiders zonder enig geschre-ven contract. Ook in België blijven we intussen een

trend naar informalisering zien. denk daarbij maar aan de druk die werknemers voelen om altijd be-schikbaar te zijn, zonder dat daar een compensatie bij hoort.

De geschiedenis heeft aangetoond dat waardig werk en sociale rechtvaardigheid enkel afdwingbaar zijn als werknemers zich efficiënt organiseren. Maar hoe kunnen straatventers en rietkappers die gedwongen zijn om informeel te werken zich verenigen? Ze con-curreren dagelijks met elkaar om de eindjes aan el-kaar te knopen! het gebrek aan vakbondsvorming bij informele arbeiders is dan ook een enorm probleem. Dat zorgt er voor dat ze het moeilijk hebben om hun stempel te drukken op het beleid. Daarom wil FOS in dit magazine het thema grondig belichten. We hopen dat deze FOSFOR meer inzichten kan bieden in de wereld van informele arbeid.

stelling éhoge loonlasten zorgen voor meer informele arbeid

in honduras zijn de loonlasten de laatste jaren enkel voor grote ondernemingen gedaald. die daling kwam er omdat ze veel minder moeten bijdragen aan soci-ale zekerheid dan vroeger. Intussen bleef informele arbeid groeien, vooral door nieuwe flexibiliserende arbeidswetten.

die zorgden enerzijds voor een wildgroei aan tijdelijke ar-beidsplaatsen en een toename aan onderaannemers. Ook dat was positief voor de grote bedrijven die hier actief zijn. Ze kunnen nu gemakkelijk hun verantwoordelijkheden ontlopen door onderaannemers in te schakelen en mensen snel te ontslaan als die eens een dag minder hard kunnen werken. Hoge loonlasten bestaan hier dus gewoon niet voor grote bedrijven. ze zijn dus ook niet de oorzaak van informele ar-beid. Bij kleine bedrijven is dat wel het geval. Daarom moet onze overheid dringend werk maken van een eerlijk fiscaal regime. Een systeem waarbij de grootste ondernemingen de zwaarste lasten dragen in de plaats van de kleinste.

Hever sarmiento | coördinator intersyndicaal platform Honduras

Als hoge loonlasten tot meer informele ar-beid zouden leiden, is het dé oplossing om de totale loonkost in de formele economie gelijk te stellen aan die van de informele economie. Die situatie, waarbij de lonen volledig overgelaten worden aan vraag en aanbod, bestaat in heel wat landen. Het valt

enerzijds op dat net daar het grootste deel van de bevolking geen waardig leven kan leiden omdat de lonen veel te laag zijn en de sociale bescherming ontoereikend. Anderzijds is het opmerke-lijk dat de informele economie daar dikwijls groter is dan in lan-den waar de formele economie zwaarder belast is. We kunnen dus concluderen dat informeel werk niet plotseling zal verdwij-nen als je formeel werk minder belast, laat staan dat de werk-nemers erop vooruit gaan. Een waardige levensstandaard en sociale bescherming kosten nu eenmaal geld. Dat in België die inkomsten uit belastingen op loon komen is historisch gegroeid. Door sociale bijdragen systematisch als een ‘last’ te omschrijven maakt men eigenlijk een duidelijke ideologische keuze: minder gemeenschappelijke solidariteit, minder sociale bescherming, maar wel meer eigenbelang.

koen Detavernier | beleidsmedewerker sociale bescherming 11.11.11

Page 4: fosfor 2-2015

fosfor | 4

als we ons laten verjagen,tekenen we ons doodvonnisin Harare vind je verkopers op elke hoek van de straat. De mannen en vrouwen

in de hoofdstad van Zimbabwe verhandelen tomaten, schoenen, horloges of zelfs

viagra. je kan het zo gek niet bedenken of iemand biedt het je aan.

Page 5: fosfor 2-2015

fosfor | 5

De overheid biedt geenwaardig alternatief aanvoor de informele werkers

Het lijkt misschien handig voor een onvoorziene om-standigheid, maar de harde realiteit is dat de straatver-kopers als informele werkkrachten amper genoeg ver-dienen om rond te komen. Bovendien hebben ze geen wettelijke garanties en krijgen ze geen sociale bescher-ming. Nu de Zimbabwaanse overheid straatverkopers en andere informele arbeiders hard wil aanpakken, zet-ten vakbondsorganisaties de tegenaanval op.

De vele straatventers en andere kleine bedrijfjes die in-formeel werken, zijn een doorn in het oog van de Zimbab-waanse overheid. De informele werkers zouden volgens hen een bedreiging voor de volksgezondheid vormen. De maatregelen die de overheid in het verleden nam mis-ten hun effect. Onlangs kondigde de overheid aan dat ze alle informele activiteiten wil verbannen. Intussen biedt men geen waardig alternatief aan voor de vele informele werkers. Over een gegarandeerd basisinkomen of meer formele tewerkstelling reppen ze met geen woord.

Straatverkopers reageren dan ook op de plannen van de overheid. Ze voelen zich tegen de muur geduwd en dreigen met verzet. ‘Voor ons maakt het geen verschil of ze ons hiervoor vermoorden. Want als we ons van de straten laten jagen, tekenen we sowieso ons doodvon-nis’, hoor je hen zeggen.

uitDaGiNGEN vooR DE vakboNDENVakbonden zijn erg belangrijk voor informele werkers. Dat komt omdat die kwetsbare groep weinig tot geen inspraak heeft op hun werkplek en dus geen rechten kan afdwingen. Daarom sloegen in Zimbabwe in 2001 de Commonwealth Trade Union Council en de Zimbab-we Congress of Trade Unions de handen in elkaar. Ze hebben een project opgezet om de kloof tussen de vak-bondsbeweging en de informele werkers te dichten. De vakbondsorganisaties wilden de informele werkers ver-sterken en samen hun economische en sociale rechten

opeisen. Ze richtten de Zimbabwe Chamber of Informal Economy Association (ZCIEA) op, een ledenorganisatie die de belangen van de informele werkers behartigt. Die legt de focus op kwetsbare groepen zoals vrouwen, jon-geren, mensen met een beperking en mensen met hiv/aids. De ZCIEA leert hen hoe je efficiënt een onderne-ming kan leiden. Daarnaast zet de organisatie zich in om sociale diensten uit te breiden zodat ook de kwetsbare groepen ervan gebruik kunnen maken.

opmaRs iNFoRmElE EcoNomiEIn de jaren 80 was de informele economie in Zimbabwe relatief klein. Nog geen tien procent van de arbeid was in-formeel. Nu, dertig jaar later, werken vier op vijf Zimbab-wanen in de informele economie. In 2013 was die goed voor een vijfde van het bnp, in totaal 1,73 miljard Ame-rikaanse dollar. Steeds meer mensen zijn genoodzaakt om een informele job aan te nemen. Er zijn gewoonweg niet voldoende vacatures voor het aantal werkzoeken-den in het land. De lonen zijn bovendien laag en worden meestal maar voor een stuk uitbetaald. Daarom houden veel formele werkers er naast hun job nog een informele activiteit op na. Op creatieve manieren gaan mensen op zoek naar extra inkomsten. Sommigen kweken bijvoor-beeld groenten en fruit, anderen herstellen auto’s in hun garagebox. Bijna elke job die je je kan inbeelden heeft in Zimbabwe een informele variant. Van taxichauffeurs, bierbrouwers, straatverkopers tot kappers en ga zo maar door.

Focus

wat is informele economie?

De informele economie bestaat uit alle wettelijke en on-wettelijke economische activiteiten die men niet in officiële cijfers kan weergegeven. Wie werkt in de informele arbeid voert dus een job uit buiten het erkende formele systeem.

In het algemeen kunnen we twee vormen onderscheiden. Enerzijds de informele zelfstandige tewerkstelling zoals de straatverkoper of kleine boer. Anderzijds de loontrekken-den die niet over een contract beschikken. Het gaat in beide gevallen om werkende mensen zonder contract, vooraf be-paald loon of inkomen, sociale zekerheid, enzovoort.

Wie werkt in de informele economie en zijn job verliest, zwanger wordt of een arbeidsongeval heeft, verliest zijn inkomen en krijgt geen vervangingsinkomen. Door het ge-brek aan bescherming kloppen informele arbeiders vaak meer uren op onregelmatige tijdstippen, maar meestal verdienen ze desondanks te weinig om rond te komen. In-formeel werken en waardig werken zijn dus onmogelijk te vereenzelvigen. Meer dan de helft van de wereldwijde actie-ve bevolking is werkzaam in de informele economie.

Page 6: fosfor 2-2015

fosfor | 6

Heel wat verschillende factoren hebben bijgedragen tot die situatie. Na de onafhankelijkheid van Zimbabwe in 1980 trokken veel mensen naar de steden in de hoop dat ze een betere toekomst tegemoet gingen. Het land, de bedrijven, de winkels, het zou allemaal terug in Zimbabwaanse han-den komen. Het geloof in de toekomst was groot en mensen wilden delen in de vruchten die de onafhankelijkheid met zich zou meebrengen. Alleen waren er niet voldoende jobs in de steden voor alle heilzoekers uit de rurale gebieden. Alsof dat nog niet erg genoeg was, voerde Zimbabwe in 1991 het economisch structureel aanpassingsprogramma van de Wereldbank in. Er volgde een liberaliserings- en pri-vatiseringsgolf waardoor de lonen daalden. Mensen moes-ten plots betalen voor publieke diensten, iets waarop de

economie helemaal niet afgestemd was. Door een resem aan maatregelen kreeg wie in de stad werkte, het moeilijk om zijn loon op te sturen naar familie op het platteland. Zo verarmden veel Zimbabwanen in landbouwgebieden en migreerden ze naar de steden in de hoop daar een job te vinden. Veel van hen belandden in de informele economie.

cRisisTussen 1997 en 2008 ging Zimbabwe gebukt onder een eco-nomische crisis. Buitenlandse investeerders trokken zich terug. Dat kwam omdat er enerzijds oneerlijke concurrentie in de bedrijven was die de lokale bevolking bevoordeelde. Anderzijds droeg de grote onzekerheid over de toekomst er-aan bij. De internationale competitiviteit van het land daalde en de economie slabakte. De overheid onderhield de infra-structuur niet langer, publieke diensten werden steeds min-der efficiënt, grondstoffen en producten moest men impor-teren, de inflatie was hoog. Kortom, de problemen stapelden zich op en steeds meer mensen zochten hun toevlucht in de informele economie.

Tot slot heeft Zimbabwe regelmatig te kampen met periodes van extreme droogte. Gunstig weer is er heel belangrijk, want landbouw is de ruggengraat van de Zimbabwaanse economie. Slechte zomers zijn altijd een serieuze aderlating geweest. Tijdens de zomer-maanden van 2014-2015 was het heel droog waardoor de oogst maar mager zal zijn. 2015 wordt dus opnieuw een moeilijk jaar voor de Zimbabwanen. De overheid anticipeert er al op en kondigde in april serieuze bespa-ringsmaatregelen aan. ✪

tEkst naOmi dE bRuynE & liEn bauwEnS Foto’s fOS & REPORTERS

Focus

Informele werkers hebbenweinig inspraak en kunnen geenrechten afdwingen

FOS-partner LEDRIZ is het oneens met de aanpak van de overheid en eist een alomvattend beleidskader om de om-standigheden van werkers in de informele economie te verbeteren. Vijf afgebakende doelstellingen moeten hierbij voor een duidelijk kader zorgen.

DivERsiFicatiE vaN HEt bElEiDDe aanpak voor informele arbeid in loondienst enerzijds en voor zelfstandige informele arbeid anderzijds moeten verschillend zijn. Elke groep heeft andere noden waaraan men moet tegemoetkomen.

GElijkE kaNsENEr moeten maatregelen komen die de sociale en economi-sche rechten van informele werkers garanderen. Een voor-beeld hiervan is toegang tot sociale zekerheid.

publiEkE oNDERstEuNiNGInfrastructuur, aanmoedigende maatregelen, toegang tot kapitaal, bijscholen van arbeiders, enzovoort. Publieke ondersteuning is noodzakelijk om de productiviteit van de informele ondernemingen te doen stijgen.

iEDEREEN EEN stEmBij het opstellen van het beleidskader is het essentieel dat de informele werkers eigen inbreng krijgen. Alleen zo kan je een sociaal verantwoord beleid uitstippelen.

GRoEi vooR iEDEREENEconomische groei kan alleen een land ten goede komen als ook de armen erop vooruitgaan.

eisen van ledriz

Page 7: fosfor 2-2015

fosfor | 7

julio Delgado ziet er uit als een doorsnee boli-viaanse landarbeider. samen met zijn collega’s woont hij in een gedeelde tent in san julian, vlakbij het veld dat ze dagelijks bewerken. ach-teraan die tent is een ruimte afgebakend met planken, verscholen tussen kleren die te drogen hangen en een stapel matrassen. Daar is julio’s kantoor en van daaruit coördineert hij de natio-nale confederatie van landarbeiders van bolivia (cNtacb), een koepelorganisatie die zes vak-bondsfederaties samenbrengt. De pas verkozen voorzitter van de nieuwe confederatie is een ernstige man. Het is dan ook een zware taak om vooruitgang af te dwingen voor zijn kameraden.

hoe ben je in dit tentenkamp terechtgekomen?Ik ben eigenlijk afkomstig van het departement Potosi in het zuiden van Bolivia. Daar was er geen grond voor mij om te bewerken, dus ging ik op zoek naar andere manieren om rond te komen. Als jong-volwassene deed ik mijn le-gerdienst in Montero, in het oosten van Bolivia, en daar ben ik na mijn dienstjaren ge-bleven. Eerst was ik suikerrietkapper en erna ben ik van de ene plaats naar de andere getrokken. Ik plukte katoen, verzorgde graasland, teelde soya en andere groenten. Als je niet veel geld hebt doe je alles om rond te komen.

het is waarschijnlijk moeilijk om zoveel te veranderen van job als je een gezin hebt?Ik ben eigenlijk nog altijd vrijgezel. Door mijn on-zekere financiële situatie is het bijna onmogelijk om een gezin te stichten. Veel van mijn vrienden hebben dat wel gedaan, maar moesten hun fa-milie achtergelaten. Sommige arbeiders keren af en toe terug om hen te bezoeken. Ik hoor dat ze zich soms schamen omdat ze dikwijls met lege handen naar hun kinderen terugkeren.

hoe komt het dat zoveel landarbeiders het fi-nancieel lastig hebben?In Bolivia zijn alleen de katoenplukkers en suiker-rietarbeiders beschermd. Door het gebrek aan regelgeving werken heel wat landarbeiders via tussenpersonen, vaak zonder geschreven con-tract. Die onderaannemers zijn dikwijls malafide figuren die slechts een stuk van het overeengeko-

men loon uitbetalen. Zo ken ik verschillende ge-vallen van arbeiders die na weken hard en soms gevaarlijk werk maar een deel krijgen uitbe-

taald. Een bijkomend probleem is het gebrek aan sociale bescherming, dat komt door het informele karakter van onze job. Bij arbeidsongevallen ho-pen we altijd dat de werkgever de behandeling wilt betalen, maar jammer genoeg weigert die dat meestal. Als je hier rondkijkt in het tentenkamp zie je ook heel wat oude mensen. Dat komt omdat we moeten blijven werken om nog eten te kunnen kopen op onze oude dag.

Kunnen jullie voor die problemen niet terecht bij de verantwoordelijke overheidsinstanties?In principe zou het ministerie van Arbeid ons kun-nen helpen, maar hun inspecteurs luisteren bijna nooit naar ons. Als ze onze klachten behandelen kiezen ze bijna altijd de kant van de landeigenaars. Het is frustrerend om van bijna onbereikbare ge-

bieden naar het ministerie te trekken en dan bot te vangen. We proberen daarom druk op het ministerie uit te oefenen en ook via beleidsmakers willen we dat er verandering komt.

en dat lukt via de nieuw ge-vormde confederatie?Ja, maar het is toch moeilijk om vooruitgang te boeken. De regering van de Boliviaanse president Evo Morales zit wel samen met de grote onderne-mers uit de regio, maar nooit met ons. Bovendien hebben we weinig fondsen. We heb-ben zelfs onvoldoende midde-len om samen te komen om te vergaderen. Daarom zijn we erg blij met de steun van CIP-CA Santa Cruz en FOS die ons helpen met onze statuten en juridisch advies. ✪

tEkst RiTa clOETFoto’s fOS & REPORTERS

er moet vooruitgang komen

julio delgado,vOORziTTER naTiOnalEcOnfEdERaTiE vanlandaRbEidERS vanbOlivia (cnTacb)

Ik kan zelfsgeen gezin stichten

interview

informele arbeid in boliviaIn Bolivia zijn naar schatting 40.000 landarbeiders aan de slag via een mondeling contract. De Boliviaanse ar-beidswet kent hen geen rechten toe omdat hun statuut niet is opgenomen in de wetgeving. In 2015 kan daar gelukkig verandering in komen. Dan wordt namelijk een nieuwe arbeidswet gestemd. Julio Delgado pro-beert met zijn confederatie zo veel mogelijk te wegen op de eenheidsvakbond (COB) die nauw bij het wetsont-werp betrokken is. Zo hoopt hij dat er snel verbetering komt voor de landarbeiders.

Page 8: fosfor 2-2015

fosfor | 8

uit HEt ZuiDEN

Ongeveer zeventig procent van de Hondurese be-roepsbevolking heeft geen formeel werk. Ze wer-ken zonder zekerheden en zonder arbeidsrechten. Een groot deel van hen overleeft als straatverkoper, fietstaxichauffeur, geldwisselaar of schoenmaker en dat zonder bekommernis van de overheid of enig toekomstperspectief. FOS en haar syndicale part-ners strijden al jaren voor de erkenning van hun rechten. Beetje bij beetje krijgen de informele ar-beiders meer aandacht. Zowel op het internationaal toneel, als in Honduras zelf.

Erken onzerealiteit!

In juni 2015 buigt de jaarlijkse confe-rentie van de Internationale Arbeids-organisatie (IAO) zich over de proble-matiek van de informele economie. Tijdens de conferentie willen werkge-vers en werknemers een aanbeveling goedkeuren over het vereiste beleid om het probleem aan te pakken. “Som-migen zeggen dat de aanbeveling die op tafel ligt vooral symbolisch is, maar wij vinden dat er een belangrijke stap wordt gezet”, zegt Luís Rivera, voorzit-ter van de syndicale federatie van zelf-standige arbeiders ANAVIH.

De Centraal-Amerikaanse vakbon-den zijn nochtans vaak ontevreden over de teksten die uit IAO-conferen-ties voortvloeien. Uit hun ervaring blijkt dat internationale afspraken in Centraal-Amerika moeilijk afdwing-

baar zijn en weinig verandering brengen aan de houding van regerin-gen. “Maar nu is het de eerste keer dat een aanbeveling zich expliciet over informele economie uitspreekt. Zoiets brengt een heus debat op gang”, gaat Luís Rivera verder. Het gaat deze keer dus niet zomaar om een symbolisch document, maar om de ontwikkeling van een visie.

EEN aNDERE kijkDat het uiteindelijk slechts om een aanbeveling zal gaan, in de plaats van een conventie, geeft aan dat de visie van werkgevers en werknemers op de informele economie sterk uiteenloopt. “Voor ons is het belangrijk dat de IAO erkent dat mensen in de informele economie werken door een gebrek aan alternatieven. Als er een groot tekort

is aan formele arbeids-plaatsen, zijn mensen gedwongen om in de informele economie aan de slag te gaan”, aldus luís rivera.

Ook werkgevers willen dat de infor-mele economie formaliseert. Volgens hen concurreren zelfstandige arbei-ders in de informele economie op een oneerlijke manier met formele bedrij-ven. “Ze denken daarom dat scherpe-re controles door de overheid de enige oplossing zijn. Ze zijn er dan ook van overtuigd dat wij luilakken zijn en dat de enige oplossing is om ons te dwin-gen om te formaliseren. Dan zouden we pas echt werken. Maar we werken ons nu al kapot om de eindjes aan el-kaar te knopen”, legt Luís Rivera uit.

Page 9: fosfor 2-2015

fosfor | 9

oNvRijwilliG iNFoRmEElHet verwijt van de werkgeversorganisaties dat informele arbeid een keuze is, klopt niet. “Het gros van onze leden zou graag formeel werken, maar er zijn te grote finan-ciële obstakels”, vertelt Francesca Canales, voorzitster van de syndicale federatie FENTAEH. Haar organisatie vertegenwoordigt zelfstandige arbeiders in Honduras, waaronder heel wat straatverkopers. “Voor het grootste deel van hen zou het betalen van belastingen de dood-steek betekenen. Amper tien procent van onze leden is in staat om nog een deel van hun kleine loon af te staan”, gaat ze verder. “Ze blijven daarom noodgedwongen in het informele circuit.”

De voorlopige IAO-tekst hamert op het belang van so-ciale zekerheid, beroepsvorming en sociale dialoog, zowel bij formele als informele arbeid. “Daarnaast geeft de IAO toe dat sommige werkgevers zelf schuldig zijn aan de groei van de informaliteit. Veel grote bedrij-ven registreren hun tijdelijke arbeiders niet en dragen geen sociale zekerheidsbijdrage voor hen af. Daardoor stijgt het aantal informele arbeiders”, zegt Francesca Canales.

EEN NatioNaal wEtsvooRstElInformele arbeid staat niet alleen internationaal op de agenda. Vakbonden merkten al langer op dat Hondurese informele arbeiders het hard te verduren hebben. “Nog steeds zijn er gedwongen ontruimingen van verkoop-plaatsen. Dat is rampzalig voor de betrokken arbeiders”, vertelt Luís Varela, schoenmaker en vakbondslid van ANAVIH. Het gebrek aan rechten uit zich ook bij ziekte en werkongevallen. “De families van betrokkenen kunnen geen beroep doen op compensatie door de afwezigheid van sociale zekerheid bij informele arbeid.”

Daarom werkten Hondurese vakbonden, met steun van FOS, sinds 2009 aan een eigen nationaal wetsvoorstel voor de informele economie. “Die oefening heeft gehol-pen om de vakbondsorganisaties te verenigen en om een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen”, aldus Luís Varela. Als de wet er komt, zal het een belangrijke uit-gangsbasis vormen voor dialoog met lokale en nationale overheidsinstanties. Een van de grote veranderingen is dat men alle onderhandelingen openbaar zal kunnen ma-ken. “Dat zal onze onderhandelingspositie versterken. Op die manier kunnen we de komende jaren meer gewicht in de schaal leggen als er een beleid wordt uitgetekend”, zegt Luís Varela.

Omdat informele economie op het internationale toneel een hot item is, krijgt het nationale voorstel belangrijke rugdekking van CSA, de continentale vakbondsconfedera-tie van Latijns-Amerika, en het regionale IAO-programma. Door die internationale context wil het nationale ministe-rie van Arbeid het wetsvoorstel nog dit jaar ter goedkeu-ring voorleggen aan het parlement en dat ondanks het protest van de Hondurese werkgeversorganisatie COHEP. Toch zal de goedkeuring niet alle problemen in één keer oplossen. “Maar het belangrijkste is dat er iets beweegt. We zullen sowieso sterker in de schoenen staan tijdens toekomstige onderhandelingen”, besluit Luís Varela. ✪

tEkst fRank lEnSink | Foto’s fOS & REPORTERS

Veel grote bedrijven registrerenhun tijdelijke arbeiders niet

Page 10: fosfor 2-2015

fosfor | 10

Flexibeler werken voorhetzelfde loon kan niet!Bart Van Malderen is Vlaams volksvertegenwoordiger voor sp.a. Als lid van de commissie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin buigt hij zich over interes-sante politieke vraagstukken over mens en werk. Vanuit zijn ervaring in het Vlaams Parlement en zijn werk als commissielid heeft hij ook een duidelijke mening over informele arbeid. We legden ons oor bij hem te luisteren en kwamen meer te weten over hoe informalisering in ons land zowel noodza-kelijk als overbodig kan zijn.

de informele economie lijkt een probleem van het zuiden. is er in bel-gië dan geen informele economie?Natuurlijk bestaat het ook bij ons. Zo spreken

we bijvoorbeeld over zwartwerk. Wij noemen het zwart omdat het niet on-der regelgeving valt. Een zwartwerker betaalt geen sociale bijdrage, maar krijgt geen sociale zekerheid en geen bescherming via het arbeidsrecht. Een bekend voorbeeld is die van de au pairs. Er is heel wat huishoudper-

soneel dat op vaste dagen extra uren klopt om voor de kinderen te zorgen. Het gezinshoofd vraagt dat vaak zon-der dat daar een loon of aangepast contract tegenover staat. Ook vrijwilli-gerswerk is een vorm van zwartwerk. Denk maar aan mantelzorgers of vrij-willigers die een handje toesteken bij een bejaardentehuis. Een ander voor-beeld zijn mensen die deel uitmaken van een deeleconomie. Via internet doen ze dan gratis klusjes voor el-kaar in ruil voor een maaltijd of een kinderoppas. Vrijwilligers kiezen er wel zelf voor om informeel te werken

en niet vanuit achterstelling of andere problematieken. Dat is natuurlijk een groot verschil.

werkt men in belgië zwart omdat men met formeel werk niet genoeg verdient of doet men het om belas-tingen te ontwijken?Het is moeilijk om daar een eenduidig antwoord op te geven. Mensen met vast werk hebben in België gemak-kelijker toegang tot zwartwerk. Als je een job hebt, is het niet moeilijk om na je uren nog wat door te werken zonder belastingen te betalen. Maar er zijn

Page 11: fosfor 2-2015

fosfor | 11

veel mensen die zwartwerken omdat ze werkloos zijn. Voor hen is het de enige manier om geld te verdienen. Het idee dat je met belastingverlaging het zwartwerk tegengaat, blijkt ook niet te kloppen. Hoe verklaar je an-ders dat in landen zoals Denemarken, waar er toch heel hoge belastingen zijn, amper zwartwerk bestaat? In België werkt een mengeling van eco-nomische, sociologische en culturele factoren zwartwerk in de hand.

dan is er ook nog de informalise-ring van arbeid (zie kader). in belgië spreekt de politiek er niet echt over, maar er is nochtans wel meer en meer flexibilisering op de arbeidsmarkt. Dat klopt. Informalisering van arbeid is een proces dat je erg ruim kan invul-len, zowel positief als negatief. Het feit

dat werknemers steeds minder zeker-heid hebben in hun leven omdat ze op onregelmatige uren moeten werken is zo’n negatief aspect. Als je eist dat mensen flexibeler werken voor het-zelfde loon, zet je de manier waarop ze leven onder druk. De regering heeft bijvoorbeeld onlangs beslist om nacht-werk in pakjesbedrijven toe te laten. Hierdoor moeten de werknemers hun levensritme volledig omgooien zonder dat daar een eerlijke tegemoetkoming tegenover staat. Flexibilisering kan nochtans positief zijn. Zoals de moge-lijkheid voor een werknemer om een jaar bij te studeren en zichzelf verder te ontwikkelen. Een ander voorbeeld zijn de glijdende uren. Waarom zou een werknemer op vrijdag niet vroe-ger naar huis mogen gaan om voor zijn

kinderen te zorgen als hij de hele week extra hard heeft gewerkt?

die positieve vormen van flexibilise-ring staan vandaag toch steeds meer onder druk? In België holt men de rechten van werknemers uit omdat er geen al-ternatief zou zijn. We zouden moeten inboeten om onze concurrentieposi-tie ten opzichte van de buurlanden te handhaven. Die redenering gaat ervan uit dat de mens ondergeschikt is aan de economie. Bovendien is de stelling intellectueel oneerlijk. Had-den we 100 jaar geleden dat argu-ment ook gebruikt, dan gingen onze kinderen niet naar de scholen maar naar de fabrieken. Als samenleving hebben we besloten dat de economie in functie van de mens staat en niet

omgekeerd. We kunnen opnieuw zo’n beslissing nemen, maar dan over de negatieve vormen van flexibilisering.

welke combinatie van maatregelen is volgens jou nodig om de informele economie aan te pakken?Je moet enerzijds inzetten op de for-malisering van de informele econo-mie. In België moeten we dringend meer zwartwerk wit maken. Zo wa-ren de dienstencheques een goede aanpak. We weten dat het systeem niet perfect is, maar het was al bij al een succes. Door de cheques kon een grote groep Belgische arbeiders sociale zekerheid opbouwen. Ander-zijds moeten we ook erkennen dat informeel werk een maatschappe-lijk nut heeft. Een basisinkomen zou

ervoor kunnen zorgen dat we vaker vrijwilligerswerk doen of duurzamer samenleven door gebruik te ma-ken van deeleconomieën. Informeel werk zal altijd blijven bestaan en ergens is dat zelfs wenselijk. Als je alles formaliseert haal je de warmte uit de samenleving. Het is belang-rijk dat mensen altijd een vrije keu-ze hebben om informeel te kúnnen werken, maar dan met een sterke wettelijke omkadering. Tenslotte moet er, zoals de Internationale Ar-beidsorganisatie ook aangeeft, een goede publieke dienstverlening zijn. Een goede publieke gezondheidszorg zal er voor zorgen dat mensen in de informaliteit toch toegang hebben tot kwalitatieve zorg! ✪

Als samenleving moeten we de economie in functie van de mens stellen en niet omgekeerd

tEkst dAvid verstocKtFoto’s REPORTERS & SP.a

en BiJ ons

In het Westen verwijst de term informalisering meestal naar de-regulering op de arbeidsmarkt. Het beschrijft een proces waarbij de zekerheden, rechten en voor-delen die bij een job horen, wor-den uitgehold. Ook in België zien we meer en meer vormen van atypische arbeid opduiken. Tijde-lijke arbeid, deeltijdse arbeid en contracten die voorbehouden zijn voor uitzendkrachten zijn hiervan het perfecte voorbeeld.

wat is informalisering?

Page 12: fosfor 2-2015

DoE mEE!

KicK-off foS-campagne

Op 5 maart lanceerde FOS de campagne ‘sociale be-scherming voor iedereen’! We lieten tijdens de start-dag heel wat specialisten aan het woord. Onder andere Koen de Tavernier (11.11.11), Jef Maes (ABVV), Wel-lington Chibebe (ITUC) en Christophe Vanroelen (VUB) kwamen hun analyses delen. Over één ding waren ze het alvast eens: we moeten strijden voor sociale be-scherming in het Zuiden, maar in Vlaanderen moeten we er ook over waken dat we onze sociale bescherming in stand houden.”

alain andré (sp.a), paul callewaert (NVSM) en miranda Ulens (Vlaams ABVV) kwamen luisteren en supporteren alvast mee voor sociale bescherming!

SUpporter mee!

Wil jij ook lid worden van ons supportersteam? Vind je dat iedereen die door ziekte of ouderdom niet meer kan werken, een inkomen verdient? Supporter dan mee! Hoe meer supporters, hoe hoger de druk op onze politici om iets te veranderen.

✒ Kleef de supporterpleisters op jezelf (en op anderen) ✒ Heb je geen pleisters? Geen probleem, je kan de pleis-

ters bestellen of gewoon een foto online zetten zonder pleisters.

✒ Maak er een (groeps)foto van en upload hem op www.socialebescherming.be

✒ Deel je foto via sociale media en gebruik #socialebe-scherming. Roep zo vrienden, familie en kennissen op om mee te supporteren!

Of kom gewoon naar de FOS-stand op feest in ’t park (zaterdag 27 juni, Minnewaterpark Brugge), dan maken wij een mooie foto van jou!

meer Sociale beScherming

Nog meer info over sociale bescherming? Noteer alvast volgende data in je agenda:

✒ Op zaterdag 19 september is er het jaarlijks solidari-teitsfeest manifiesta in Bredene. Dit jaar zal er naast de grote FOS-stand, samen met ABVV en NVSM, een internationale spreker zijn persoonlijke ervaring ko-men delen over het thema sociale bescherming!

✒ Op zaterdag 3 oktober sluit 11.11.11 samen met de andere campagnepartners de campagne in schoon-heid af met een heus concert!

Voor meer info moet je zeker de FOS-website en Face-bookpagina in de gaten houden!

fos-socsol.be & facebook.com/fosngo

FOS-CAMPAGNE OP VOLLE TOEREN!

Page 13: fosfor 2-2015

internationale vroUwendag

Daags na de startdag van de campagne was FOS weer van de partij op de internationale vrouwenmars op 6 maart. Dat het beleid rond vrouwenrechten wereldwijd nog een lange weg af te leggen heeft hoeven we je niet meer te vertellen. Annuschka Vandewalle (FOS) nam het op voor sociale bescherming voor vrouwen wereldwijd. Vrouwen hebben namelijk het minst toegang tot sociale bescherming. Tijd voor verandering!

toUrnee Sociale

In maart kreeg FOS bezoek van noé nerio en iris munguía. Noé is algemeen secretaris van STEIA, de vakbond van suikerrietarbeiders in El Salvador. Iris is leidster van het vrouwensecretariaat binnen Festagro, de Honderese fe-deratie van de agro-industrie. Ze kwamen getuigen over de erbarmelijke werk- en leefomstandigheden van de sui-kerrietkappers en legden ons uit hoe hun vakbonden het leven van arbeiders verbeteren. Arbeiders zonder sociale bescherming? Iris en Noé kennen er te veel en proberen er iets aan te doen!

Tijdens hun bezoek hielden ze een ‘Ronde van Vlaande-ren’. Ze gingen getuigen in Lommel, Halle, Oostende, He-rentals, Kapellen en Aalst over hun strijd voor sociale be-scherming. Ze leerden ook onze beweging en Vlaanderen beter kennen. Zo leerden ze meer over de werking van de Haven van Antwerpen, ontmoetten ze hun overzeese col-lega’s van ABVV-HORVAL, brachten een bezoek aan het Glazen Huis in Lommel en ontdekten ze dat Leuven bana-nensoorten naar alle uithoeken van de wereld verscheept.

SolidariteitSmaaltijd

Naar jaarlijkse traditie nodigde FOS de personeelsleden van ABVV, NVSM en sp.a uit om aan te schuiven voor een (h)eerlijke Zuiderse maaltijd. Dit jaar konden de honder-den deelnemers genieten van een plato típico uit El Sal-vador. Dat er heel wat af gesmuld werd, konden we zien aan de lege borden!

meer info?Voor meer foto’s, activiteiten en

informatie kan je altijd terecht op

www.fos-socsol.be of

www.facebook.com/fosngo

Page 14: fosfor 2-2015

fosfor | 14

oP bezoeK bijwim lEysENsprogrammabegeleidervoor FOS in Nicaragua.

wim woont in Managua, de hoofdstad van nica-

ragua. hij laat ons een dag met hem meelopen.

Het was weer plakken vannacht. De temperaturen in de Nicaraguaanse slaapkamers zakken ook ´s nachts niet onder de 30 graden. Dus een-maal ik mijn bed uit ben ga, ik vlug onder de douche. Tussen zes en acht uur ´s morgens zijn de aangenaam-ste uren in de hoofdstad Managua. Dan zit ik in mijn tuintje in de scha-duw en drink ik een tasje koffie, eet ik een boterham met kaas en wat fruit en yoghurt. Met de laptop erbij bekijk ik mijn persoonlijke mails en chat ik kort via Facebook met het thuisfront. Ik kijk via internet ook nog snel naar het VRT-nieuws van de avond ervoor.

Om acht uur heb ik een afspraak met Martha van Puntos de Encuentros, een vrouwenvereniging uit Nicaragua. We zijn op zoek naar een ervaren be-geleidster voor de jaarlijkse regionale workshop. In juni komen alle FOS-ge-zondheidspartners van Nicaragua, El Salvador en Honduras naar Managua om ervaringen uit te wisselen over hun projecten die gaan over seksuele en reproductieve gezondheid. Het zal boeiend worden, maar het geeft me toch nu wel al wat stress.

Nadat we een uurtje ideeën heb-ben uitgewisseld, stap ik naar het FOS-kantoor en neem ik de wagen voor een volgende afspraak. Met Ser-

gio van CTCP, de vakbond van de in-formele sector, overloop ik hun jaar-planning en de bijhorende begroting. Ze zijn dit jaar vrij laat met het indie-nen van de planning. Maar goed, vori-ge week was het vakantie en de week daarvoor hadden ze het heel druk. Ze waren toen de gastheer voor een re-gionale ontmoeting van de vakbonden van de arbeiders voor eigen rekening.

Eenmaal ik terug op kantoor ben, bel ik met Marlon van FNT, een vakbond waarbij FOS een gezondheidspro-gramma ondersteunt. Hij had be-

loofd om morgen een medewerker van het ministerie van Gezondheid uit te nodigen voor een belangrijke vergadering. Dan komen vier ge-zondheidspartners van FOS luisteren hoe de overheid de wet over sociale verkoop van geneesmiddelen aan-gepast heeft. Na een lang gesprek is het duidelijk dat we de vergadering zullen moeten uitstellen omdat het ministerie niemand kan afvaardigen.

´s Middags ga ik zoals gewoonlijk eten met mijn collega Frank. Gis-

teren aten we vegetarisch, maar vandaag heb ik zin in kip. We be-sluiten om naar Los Almuerzos te gaan, een restaurantje vlakbij het FOS-kantoor. In de vroege namid-dag komen Monica en Mario van

het reisagentschap Wayman Tours me ophalen. We gaan samen een aantal hotels bezoeken; één van de laatste voorbereidingen voor het bezoek van ABVV West-Vlaan-deren dat halverwege mei gepland is. De rondrit duurt wel iets te lang naar mijn zin. Het artikel voor de FOSFOR zal ik morgen dan maar moeten afwerken. Intussen is het al kwart voor zes en ga ik te voet naar huis. Het is leuk om zo dicht bij het kantoor te wonen, het bespaart me veel tijd.

Het nakende bezoek van de FOS-partners geeft me al een beetje stress

Wim in Nicaragua

Page 15: fosfor 2-2015

fosfor | 15

Omdat ik snel thuis ben, heb ik een uurtje de tijd om in mijn hangmat te liggen. Met de krant op mijn schoot bengel ik boven het terras van mijn huisje. Het is boeiend om de Nicaraguaan-se actualiteit op te volgen. Vorige week vrijdag werd een hotel in aanbouw op het eiland Ome-tepe gesloopt zonder enige officiële verorde-ning. Misschien is het wel een tegenmaatregel omdat de eigenaar de tegenstanders van het interoceanisch kanaalproject heeft gesteund. Vanavond heb ik eigenlijk niets speciaals ge-pland, maar toch vliegt de tijd voorbij. Avond-eten, een zapronde op TV, een paar bladzijden uit een boek en het is al slapenstijd. Ik ga me misschien in België belachelijk maken, als ik zeg dat ik hier al om half tien in bed lig, maar het zij zo. ✪

Foto’s fOS, REPORTERS & wikiPEdia

Sopa de frijoles is een rode bonensoep waar de Nicaraguanen op ver-lekkerd zijn. Normaal gezien is de soep vegetarisch, maar je kan het gerecht ook met vlees serveren.

ingrediënten- 1 kg. kleine rode bonen- 1 grote ajuin- 1 grote zoete paprika- 1 grote tomaat- 1 bosje bieslook- 200 gr. boter- 1,5 tas zure melk- 4 eieren- 2 el azijn- Zout, peper en look naar smaak

Je kan er ook varkensribbetjes, stukjes worst of spek aan toevoe-gen. Wil je echt Nicaraguaans eten? Serveer de soep dan met een maistortilla!

bereiding Kook de bonen tot ze zacht zijn, maar let erop dat je het vocht niet volledig uitkookt. Schep daarna de bonen uit het kookvocht ■

Snij de ajuin, de paprika en de bieslook fijn ■ Stoof de groenten in de boter. Blijf stoven tot de ajuin geel is en het vel van de tomaat loskomt ■ Voeg daarna het kookvocht van de bonen toe. Om de soep aan te dikken, mix je een deel van de gekookte bonen tot puree en meng het in het vocht ■ Zet het kookvocht opnieuw op het vuur en voeg er de zure room en de fijn gesneden lookteentjes aan toe ■ Meng er de drie opgeklopte eieren bij eenmaal de soep kookt. Blijf roeren tot de eieren helemaal in de soep opgenomen zijn ■ Voeg op het einde de azijn toe en laat de soep nog wat koken ■ Smakelijk!

Sopa de frijoleskEukENtip vaN wim

Page 16: fosfor 2-2015

Driemaandelijks tijdschrift11de jrg. - nr. 2 - april - mei - juni 2015v.u. Annuschka Vandewalle tel 02 552 03 00 - [email protected] gent x - P 308571

voor ¾ van de wereld is dit geen fictie

Iedereen heeft recht op sociale bescherming• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

PB- PP BELGIE(N) - BELGIQUE