nieuwe wildernis 23

8

Upload: rene-zanderink

Post on 03-Mar-2016

222 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Nieuwe Wildernis 23, cover, inhoud en 1 artikel

TRANSCRIPT

Page 1: Nieuwe Wildernis 23
Page 2: Nieuwe Wildernis 23

2 RedactioneelLof der zotheid. Een korte terugblik op de MKZ vanuit een natuurbeschermers perspectief.

4 Wilde paarden in NederlandDe fascinerende wereld van konikkudden.

ra De Millingerwaard in vogelvluchtEen blik in dit natuurontwikkelingsgebied door middel van een fotoverhaal.

14 De Gelderse PoortDe diverse natuurgebieden in de Gelderse Poort ondergaansteeds meer uitbreiding. Het areaal natuur wordt er nietalleen steeds groter, de gebieden raken ook steeds meer aaneengesloten.

16 Begrazing in Letse wildernisNatuurontwikkeling en natuurlijke begrazing worden gemeengoed in Europa.Ook Letland draagt haar steentje bij met een begrazingsproject.

20 Heckrunderen Op de HellegatsplatenHeekrunderen benaderen het dichtst de uitgestorven stamvader allerhuis runderen, de oeros. Net als deze blijken Heekrunderen een fijnzinnigesociale structuur te onderhouden.

26 Waterberging in Ooijpolder en RijnstrangenWaarschijnlijk zal ons klimaat door menselijk toedoen veranderen.Er zijn aanwijzingen dat dat zal leiden tot meer neerslag. Hoe gaanwij om met rivieren die steeds meer water te verwerken krijgen?

28 WatermanagementColumn van Tom Bade.

30 De Ark vaart voortvarend voortStichting Ark heeft inmiddels veel praktische ervaring opgedaan met hetbeheer van natuurontwikkelingsgebieden. Wat zijn de ervaringen?

32 Nieuwe natuur leidt tot nieuwe economieVreesden critici aanvankelijk een verlies aan arbeidsplaatsen,natuurontwikkeling kan ook arbeidsplaatsen genereren.

34 Veters los en klompen aan in de OoijpolderIn dit artikel wordt een samenwerking met boeren voorgesteld zodat debeboste Nijmeegse stuwwal in ecologisch opzicht beter kan aansluitenop de natuurontwikkelingsgebieden langs de Waal.

38 Herboren zandrivierDe Zandmaas nieuw leven ingeblazen.

42 SnippersRubriek met boeken, Cd-roms en uiteenlopende berichten

Omslagfoto'sOmslag: Zachthoutooibos in de Millingerwaard. Inhoudsopgave: lelietje van dalen. Colofon: hopenlijk beschadigenwe niet uw wildernisbeeld. Een merelnest op een racefiets. De eigenaar heeft deze zomer moeten omzien naar een anderrijwiel omdat de bewoners van dat nest meenden tot in augustus meerdere broedsels te moeten grootbrengen. Dan demonniksgieren nabij Vladivostok.Dit gezelschap wordt daar tegenwoordig regelmatig gevoederd met dode dieren omdat desoort er de laatste jaren aanzienlijk is achteruitgegaan.

Page 3: Nieuwe Wildernis 23

Fokko Erhart, Gijs Kurstjens 8{Renée Meissner.Foto '5: Ruud Lardinois.

Na afwezigheid van honderden,

misschien zelfs duizenden jaren,

zijn ze weer terug in ons land-

schap: kudden in het wild levende

paarden. Voor het eerst zijn we in

staat om het natuurlijk gedrag in

sociaal complete kudden te bestu-

deren. Deze studies leveren in-

zichten op die belangrijk zijn voor

het kuddebeheer, het welzijn van

de dieren, de relatie tussen de

grazers en het publiek. Dit artikel

geeft een tussentijds overzicht

van de ervaringen die Stichting

Ark met vrij levende konikpaarden

heeft opgedaan. Verschillende as-

pecten zijn nog onvolledig be-

kend en zullen nog nader moeten

worden onderzocht. Toch zijn de

voorlopige resultaten zo

boeiend dat we u deze niet

willen onthouden.

Page 4: Nieuwe Wildernis 23

WILDE PAARDEN IN NEDERLANDDE FASCINERENDE WERELD VAN KONIKKUDDEN

Sinds 1982, toen er op de Ennemaborg in Gro-ningen de eerste kudde vrijlevende paardenwerd losgelaten, grazen er koniks in Neder-landse natuurgebieden. De konik Polski (letter-lijk: Pools paardje) wordt beschouwd als hetpaardenras dat het meest verwant is aan hetoorspronkelijke Europese wilde paard, de tar-pan. De laatste wilde paarden in Polen zijn in1780 gevangen en ondergebracht in wildparken.In het begin van de 19" eeuw zijn deze paardenverspreid onder boeren, die ze kruisten methun eigen paarden. Ruim een eeuw later ismen begonnen met het terugkruisen. In feite isde konik het resultaat van een succesvol Poolsfokprogramma. gericht op het terugkrijgen vaneen op de tarpan gelijkend paardenras.

Van de ruim 25°0 koniks die er inmiddels opde wereld leven, lopen er bijna 1200 in Neder-land (zie tabel I) en aangrenzende Belgische ge-bieden. De grootste populaties leven in de Oost-vaardersplassen (530), het Lauwersmeergebied(120) en het rivierengebied (360). De koniks inhet rivierengebied worden wel als één populatiebeheerd, maar hun leefgebied is nog versnip-perd, hoewel in de Gelderse Poort de gebiedenaan elkaar beginnen te groeien. Om inteelt tebeperken worden in het rivierengebied regel-matig dieren tussen deelpopulaties uitgewis-seld. Daarbij is van de nood een deugd gemaakten van al deze dieren zijn DNA-haarmonstersgenomen zodat hun stamboom bekend is.

Van de 35 bloedlijnen waarmee vanaf 1923 inPolen begonnen is, hebben er 22 (16 vrouwe-lijke en 6 mannelijke) de Tweede Wereldoor-log overleefd. Hiervan zijn er 17 aanwezig inde Nederlandse populatie langs de rivieren. Deresterende 5 bloedlijnen zijn nog wel aanwezigin Polen. In de Oostvaardersplassen is men be-gonnen met 9 bloedlijnen. De Nederlandse si-tuatie is uniek in de wereld. De tientallen klei-nere en grotere semi-wild levende paarden-kudden verschaffen een schat aan informatie

NIEUWE

over het sociale gedrag van deze dieren en hunrol in het ecosysteem.

Globaal aantal konikpaarden inNederland per I januari 200I

Oostvaardersplassen 530Lauwersmeer 120Groninger Landschap 70Elders (SBB, Ecoplan &Aminal België) ca 70

+ 79°

Loowaard 26Meinerswijk 25Millingerwaard 23Blauwe Kamer 23De Rug 22Beuningse Uiterwaarden 20Klompenwaard 17Geuldal 12

+ 168

Elders in 50 diversekleinere terreinen 235

+ 235

Totaal ca 1200

veulensterfte. verdrinking en natuurlijke dood.Dit betrof 30% van de uitval. De menselijke se-lectie is vooral gericht op 'slechte' eigenschap-pen, zoals hoefbevangenheid. zomereczeem.en bepaalde ongewenste uiterlijke kenmerken(o.a. witaftekening). Het gros van de dierenweet zich echter goed aan te passen aan de na-tuurlijke omstandigheden en ontwikkelt voort-durend nieuwe vaardigheden die hun overle-ven in de natuur vergemakkelijken. Hunterreinkennis neemt toe, ze leren zwemmentijdens hoogwaters. er vindt geleidelijkaan eensynchronisatie van de geboorten plaats en inhun natuurlijke kuddeverband ontwikkelen zetal van sociale vaardigheden.

DedomesticatieWas het Poolse fokprogramma in eerste in-stantie gericht op het verkrijgen van een paardmet de uiterlijke kenmerken van de tarpan, bijStichting Ark ligt het accent vooral op het ont-wikkelen van een paard dat goed aangepast isaan het leven in het wild. De meeste stam-ouders van de Nederlandse konikpopulatiezijngeboren in Poolse stoeterijen en hebben zichin ons land moeten aanpassen aan het leven inde vrije natuur. Dit proces van dedomesticatieverloopt uiteraard niet geheel probleemloos.Sommige dieren hebben het niet gered, waar-bij onderscheid gemaakt kan worden tussennatuurlijke uitval en menselijke selectie. On-der natuurlijke uitval rekenen we bijvoorbeeld

WILDERNIS NUMMER

Sociale kuddenDuizenden jaren van domesticatie hebbenons bijna doen vergeten dat paarden oor-spronkelijk kuddedieren zijn. In maneges of(kinder)boerderijen zie je daar weinig van,maar ook in natuurgebieden waar paardenworden ingezet als "goedkope grasmaaiers"wordt het sociale karakter van deze kudde-dieren dikwijls veronachtzaamd. De keuzevan Stichting Ark voor sociaal complete kud-den is niet alleen ingegeven door het strevennaar meer natuurlijkheid {zelfredzaamheid),maar komt ook voort uit respect voor het dieren zijn sociale vermogens. Alleen op diewijze kunnen ze zich ontplooien als volwaar-dig deelnemer in het ecosysteem.

Het kudde gedrag van paarden kan deels ver-klaard worden als een reactie op hun natuur-lijke vijand, de wolf. Ook al hebben ze van hunoorspronkelijke predator niets meer te duch-ten, de groepsalertheid en het goed ontwik-kelde vluchtgedrag zijn gebleven. Wel actueelin de meeste terreinen is dat een sterkepaardenkudde dominant is ten opzichte vanandere grazers en dus de beste stukken kanbegrazen. Groepsvorming biedt natuurlijk nogmeer sociale voordelen, zoals het doorgevenvan ervaringen, het spelenderwijs meten van

2 3 5

Page 5: Nieuwe Wildernis 23

elkaars krachten, het onderhouden van elkaarsvacht, enzovoort. De kudde biedt de individuenhet onderdak dat nodig is om zich ten volle tekunnen ontplooien. Voor zover de omvang vande natuurterreinen dat toelaat streeft StichtingArk naar kudden met een natuurlijkegeslachts- en leeftijdsopbouw. Kleinere terrei-nen moeten op zijn minst een sociale eenheid(kleine harem- ofhengstengroep, zie hierna)kunnen huisvesten.

KuddestructuurDe ervaring leert dat elke groep paarden an-ders is, afhankelijk van de omvang en samen-stelling van de kudde, maar ook door verschil-len in individuele karakters en de omstandig-heden waarin de paarden leven (voedsel, kli-maat, gevaren e.d.). Wat de samenstelling be-treft spelen leeftijdsopbouw en geslachts-verhoudingen een belangrijke roL Daarnaastverandert de structuur in de loop der jaren.Toch zijn er wel min of meer vaste structurenen wetmatigheden te herkennen. Zo kan eronderscheid gemaakt worden tussen harem-,puber- en hengstengroepen. Gevallen van soli-taire hengsten zijn ook bekend.

De kern van de kudde wordt gevormd door éénof meer haremgroepen. Een haremgroep be-staat uit een volgroeide leidhengst (meestalouder dan vijf jaar) en enkele - genetischonverwante - merries met hun veulens. Somswordt de leidhengst geassisteerd door één ofmeer ondergeschikte hengsten, de secondan-ten. Het leiderschap van de leidhengst bestaatuit het tijdige signaleren van gevaar, het be-schermen van de kudde, het bijeenhouden vande kudde en het handhaven van de rust onderde kuddeleden en uiteraard het dekken van demerries. De leidhengst is gemakkelijk te her-kennen. Hij staat meestal iets apart van dekudde en waar mogelijk op een verhoging.Zonder ervoor te hoeven vechten, een drei-gende blik is al voldoende, krijgt hij de bestehapjes. Met zijn blik dwingt de leider de an-dere dieren om tijdens het grazen van koers teveranderen. De groep wordt door hem bijeen-gejaagd door met schuin naar beneden ge-strekte nek om de paarden heen te lopen.

In de haremgroep bevindt zich meestal ookeen leidmerrie. Dit is een door de wol ge-verfde, oudere merrie die uit ervaring weetwaar het beste voedsel te vinden is, waar veiliggedronken kan worden, enzovoort. Zij neemtvaak het initiatief terwijl de rest volgt. Als desociale banden in een kudde goed ontwikkeldzijn, bestaat er een extra hechte band tussende leidhengst en de leidmerrie. In een ouderwordende harem kunnen ze elkaar daardoor

NIEUWE

langer op de troon houden. Als de harem uit-eindelijk uiteen valt, kunnen ze elkaar tochtrouw blijven en als kleine harem doorgaan.

Bij paarden worden normaal net zoveel man-nelijke als vrouwelijk dieren geboren. Het isdaarom een logische gevolg van het harem-systeem dat er ook hengsten zijn die geenmerries bezitten. Deze veelal jonge hengstenverzamelen zich in hengstengroepen. Daarmeten ze elkaars krachten en ontwikkelen zespelenderwijs hun vaardigheden om latereventueel tot leidhengst te kunnen promove-ren. Soms ook voegen er zich jonge merriesbij enkele mannelijke leeftijdgenoten. Er ont-staan dan zogenaamde pubergroepen die rela-tief instabiel zijn. Vanuit deze pubergroepenkunnen zich weer nieuwe harems vormen,maar de jonge dieren kunnen zich ook her-verdelen over bestaande harems of hengsten-groepen. De kudde in de Oostvaardersplassenkent ook oudere solitaire hengsten die als een-lingen opereren en zo nu en dan proberen omtoch een merrie uit één van de harems te dek-ken. Het is een wat onzekere voortplantings-strategie, maar daar staat tegenover dat ze ookweinig energie kwijt zijn met het verdedigenvan een harem.

Rangorde bepalingIn een sociale kudde-zijn zowel de mannelijkeals de vrouwelijke dieren voortdurend bezigom de onderlinge machtsverhoudingen te be-palen. Deels wordt de rangorde in de kudde albepaald bij de geboorte. Het veulen van deleidmerrie staat bijvoorbeeld vaak ook al hoogin rang. Maar natuurlijk veranderen de posi-ties in de loop van de tijd. Hierbij dient be-dacht te worden dat bij het bekijken van hetgedrag van de paarden de schijn nogal eens wilbedriegen. Bij paardengedrag wordt actie ge-volgd door reactie. Winnen kun je alleen maarals de ander je laat winnen. Stelen kun je al-leen maar als een ander paard zich laat stelen,enzovoort. Als er meerdere hengsten in eengroep lopen is het niet zo dat degene die hethardst vecht de sterkste is. Of met anderewoorden: de agressiefste hengst is nog langgeen leidhengst. Veel gebeurt er op basis vanuitstraling (persoonlijkheid, wilskracht en ka-rakter zijn woorden die hierbij passen) en dekunst om sociale banden te smeden. Een mooivoorbeeld doet zich voor in de 200 ha groteBeuningse uiterwaarden. Daar lopen 7 volwas-sen merries en 7 volwassen hengsten. De leid-hengst heeft geen schrammetje. De hengstenonder hem vechten en rennen wel veeL Uitein-delijk moeten ze zich toch onderdanig opstel-len ten opzichte van de leidhengst die sociaalvaardiger is. Toch hoeft deze rangorde niet

WILDERNIS NUMMER 2 3 6

voor altijd zo te blijven. Het kan zo zijn dat opeen dag een van de hengsten zich niet meeronderdanig gedraagt, waardoor de rangordekan veranderen.

Grootte van de haremTot voor kort was het nog gebruikelijk om bijbegrazing uit te gaan van groepen paarden diebestonden uit I hengst met IO of meer mer-ries. Pas recent komt informatie beschikbaarover de natuurlijke grootte van harems in d~Oostvaardersplassen en in enkele grotere be-graasde terreinen in het rivierengebied

(Blauwe Kamer, Beuningen, Gelderse Poort).Uit onderzoek van Esther Nieuwdorp (I998) inde Oostvaardersplassen is gebleken dat hetaantal volwassen paarden in de 32 onderschei-den harems gemiddeld 8 was. De kleinste ha-rem bestond uit I hengst met I merrie. Degrootste bestond uit 24 volwassen dieren enomvatte 5 volwassen hengsten, 6 jonge heng-sten, 8 volwassen merries en 5 jonge merries.Bij deze groep leek het er op dat er twee leid-hengsten waren. Opmerkelijk is trouwens datin de Oostvaardersplassen gemiddeld 2 volwas-

Page 6: Nieuwe Wildernis 23

Zelfs in het uitgestrekte New Forest in Zuidoost-Engeland, misschien wel het bekendste begrazingsgebied met paarden, leven de dieren niet in eennatuurlijk kuddeverband, zoals dat wel het geval is in sommige Nederlandse natuurgebieden zoals hier in de Ennemaborg in Groningen.

sen hengsten in een harem zitten (spreiding 1-

6 volwassen hengsten per harem).

In de diverse natuurgebieden langs de grote ri-vieren zijn per harem 3-6 merries aanwezig.Een ander ijkpunt voor de grootte van een ha-rem is te vinden bij de aan paarden verwantezebra's in Afrika. De gemiddelde groeps-grootte van de verschillende soorten lag tussende 4 en bijna 8 dieren. Onder natuurlijke om-standigheden wordt de harem grootte niet al-leen bepaald door de kracht of vaardigheid vande hengst. De ervaring leert dat de merrie be-

paalt bij welke hengst ze wil lopen. Dat wasbijvoorbeeld mooi te zien in de Loowaardlangs het Pannerdens Kanaal waar een merrieop een leeftijd van drie jaar verhuisde naar eenandere harem (de leidhengst had dezelfde va-der als zij). Vervolgens is ze een klein jaar lateropnieuw van harem veranderd. Deze wisselverliep vreedzaam. De merrie liep rustig vande ene groep naar de andere. Maar er zijn ookgevallen bekend, zoals de kudde langs deGrensmaas, waar een merrie door de leid-

NIEUWE

hengst met zijn secondant uit een puber-groepje werd geïsoleerd en gekaapt.

Leeftijd van vertrekNa enkele jaren vertrekken de jonge (genetischverwante) dieren uit de harem. Wat ook deaanleiding moge zijn, feit is dat op deze wijzeinteelt wordt voorkomen. Als de mogelijkheidzich voordoet vertrekken de dieren in eersteinstantie naar een pubergroep. Als ze ervarengenoeg zijn sluiten ze zich aan bij een be-staande harem, of stichten ze een nieuwe ha-rem. Het is gebleken dat de merries vertrek-

ken bij de eerste hengstigheid. De merries vanStichting Ark, waarvan het merendeel in deuiterwaarden van de grote rivieren loopt, krij-gen gemiddeld op driejarige leeftijd het eersteveulen (spreiding: 30% in tweede levensjaar,50% in het derde en 20% in het vierde jaar),wat er op neerkomt dat ze gemiddeld op twee-jarige leeftijd gedekt worden.

Deze gegevens stemmen overeen met die vande mustangs in Amerika. Ook daar verlaten demerries hun geboortegroep bij de eerste

WILDERNT$ NUMMER

hengstigheid. Wat zich in 80% van de gevallenvoordoet in het tweede levensjaar. Bij de ove-rige 20% van de merries is dat in het derde le-vensjaar. Het blijkt dat onder natuurlijke om-standigheden jonge hengsten doorgaans op Itot 3 jarige leeftijd hun moedergroep verlaten.Het spreekt voor zich dat de leeftijd van ver-trek ook wordt bepaald door de mogelijkheidom te vertrekken. Paarden zijn kuddedierenen zullen altijd het gezelschap van soortgeno-ten opzoeken. Liever onderdanig aan de leid-hengst, dan een solitair bestaan, zo lijkt daar-bij het motto. Bijvoorbeeld in Meinerswijk bij

Arnhem, waar destijds maar één groep paar-den liep. Daar bleef de zoon van de leidhengsttot zijn vijfde levensjaar bij de harem. Hierfungeerde hij als adjudant of secondant. Pasop vijfjarige leeftijd heeft hij zich afgezonderd.

Daarnaast speelt het karakter van de leid-hengst vermoedelijk ook een rol. Bijvoorbeeldin de Millingerwaard, waar een eenjarige tege-lijkertijd met twee tweejarige hengsten uit deharemgroep werd gegooid. Vanaf dat momentverdween dit groepje uit het zicht van de ha-

2 3 7

Page 7: Nieuwe Wildernis 23

rem. Hoe een dergelijk vertrek in zijn werkgaat is mooi te illustreren aan de hand vanwaarnemingen in de Loowaard bij Duiven. Optweejarige leeftijd werden de jonge hengstenaanvankelijk met de merries mee bij elkaar ge-dreven door de leidhengst. In de volgende faseliet de leidhengst de jonge hengsten links lig-gen als de merries bij elkaar werden gedreven.Ten slotte werden ze weggejaagd. Een hengstis in het vijfde levensjaar volgroeid en het lijkter op dat hij dan ervaren genoeg is om zijn ei-gen harem te stichten. Hierbij dient opge-merkt te worden dat er in Nederland nog nau-welijks ervaring mee is opgedaan. Bij vrij-levende pony's in Maryland (VS) bleken demeeste hengsten voor het derde levensjaar deouderlijke groep te verlaten (gemiddeld ge-beurde dit bij een leeftijd van 20 maanden),om zich vervolgens aan te sluiten bij een pu-ber- ofhengstengroep. Het verlaten van deouder groep ging maar voor een klein deel vande gevallen (ca. ro%) gepaard met geweld.

Beheer van sociale kuddenDeels door schade en schande heeft StichtingArk geleerd om bij het beheer van paarden-kudden steeds beter rekening te houden methet natuurlijke kuddeverband. Aanvankelijkwerden individuele dieren puur om genetischeredenen tussen kudden uitgewisseld. Het ver-wijderen van een leidhengst ofleidende mer-rie leidde echter dikwijls tot ontwrichting vande achtergebleven groep (grote onrust, uitbra-ken e.d.). Eenlingen die in een nieuwe groepwerden geplaatst konden soms niet aarden -.

Een voorbeeld hiervan was te zien inIsabellagreend langs de Grensmaas. waareen z y-jarige merrie van hoge status eenconflict met de heersende leidmerrie kreeg.Ook komt het voor dat merries een nieuwejonge hengst niet accepteren. In de KleineWeerd in Maastricht kreeg een merrie inhaar derde levensjaar haar eerste veulen. Inde volgende vier jaren bleven veulens uit.Pas na het wisselen van de hengst kwam erprompt weer een veulen. Wanneer zich te-genwoordig de noodzaak van aantalsregula-tie voordoet in een bepaald natuurgebied,bijvoorbeeld door overbevolking, dan wordtde ingreep zoveel mogelijk afgestemd op denatuurlijke kudde-eenheden binnen dat ge-bied. Als het even kan wordt dan een afge-splitste pubergroep of een harem- ofhengstengroep in zijn geheel verplaatst. Degenetica komt nu op de tweede plaats, maardie is weer wel belangrijk bij de keuze vanhet terrein waar de dieren heen gaan, zekerals daar al andere koniks lopen.

De aspecten 'kennis' en 'traditie' zijn ookvan belang bij het kuddebeheer. Doornieuwe terreinen te bevolken met ervarenharemgroepen kan de beheerder zich eenhoop ellende (uitbraken, verdrinkingen,vergiftiging) besparen. In natuurlijk opge-bouwde kudden bestaat bovendien meer ac-tie (rennen, stoeien, vechten) dan inpaardengroepen van één leeftijd of sekse.Die extra lichaamsbeweging houdt de die-ren fit en verkleint de kans op aandoenin-gen zoals hoefbevangenheid.

Sociale kudden en publiekEen kudde paarden met een goed ontwikkeldesociale structuur in de vrije natuur is een at-tractie op zich. Wie op enige afstand de dierengadeslaat kan veel zien van wat hiervoor be-schreven is, temidden van een prachtig decor.In de praktijk is het voor veel mensen echtermoeilijk om gepaste afstand te bewaren. Veelbezoekers van de natuurgebieden zijn huis- enmanegepaarden gewend en zoeken contact metde dieren. De meeste koniks lopen inderdaadniet weg voor mensen, maar dat wil niet zeg-gen dat ze niet wild zijn. Wild betekent: zelfred-

Rusten en slapen verloopt eveneens in sociaal verband. Millingerwaard.

Page 8: Nieuwe Wildernis 23

zaam, goed aangepast aan de natuur en magniet verward worden met schuw. Aaien en voe-ren is uit den boze. De paarden worden er op-dringerig van, hetgeen gevaarlijke risico's totgevolg kan hebben. Zeker bij sociale kuddenkan de verleiding voor het publiek extra grootzijn om de dieren te dicht te naderen. Een pas-geboren veulentje wekt vertedering, een 'zie-lige' verstoten hengst met een bloedende wondroept bezorgdheid op. De ervaring leert datpaarden in grote sociale kudden zich minderdoor mensen laten afleiden dan paarden in eenkleine minder evenwichtig samengestelde

groep. De dieren zijn vooral druk met elkaar.Dit kan een extra argument zijn om in begra-zingsgebieden die voor publiek toegankelijkzijn met sociaal complete kudden te werken.

Ecologische betekenis vansociale kuddenDe natuurlijke rol van het paard in het eco-systeem is die van een paard als kuddedier.We stellen dit zo nadrukkelijk omdat vaakgedacht wordt dat het ecologisch gezienniet veel uitmaakt of paarden in een natuur-lijk kuddeverband leven of in een groep

Het hele paardenleven staat in het teken van sociale interacties. Millingerwaard.

zonder natuurlijke opbouw. Het terrein-gebruik van een sociale kudde kent een aan-tal kenmerkende aspecten:

• er is een ruimere spreiding door het gebied,omdat afgesplitste groepen op afstand vande haremgroepen verblijven. De jongehengsten en merries bezoeken delen vanhet terrein, die door de harem gemedenworden;

• in perioden met veulens is de groep mindermobiel, waardoor bepaalde terreindelen tij-delijk intensiever begraasd worden en an-dere delen juist niet;

• hengsten bakenen hun onderlinge in-vloedssfeer af met grote latrines. In het ter-rein treedt daardoor differentiatie op tussendelen met verschraling er bemesting.

Het onderzoek naar dit aspectvan socialekudden staatnog in de kinderschoenen. Ditkomt vooreen deelom-dat de huidige terreinen waar de konikkudden lopenvaaknog zeer homogeen ofklein zijn.

Grotere meer gevarieerde terreinenDe ervaringen met sociale paardenkuddenzijn opgedaan in één groot terrein (Oostvaar-dersplassen) en vele kleinere (100-200 ha)terreinen in het rivierengebied. Eigenlijk isdit nog te beperkt om het sociale gedrag vanpaarden tot volle ontplooiing te laten komen.De meeste terreinen in het rivierengebied zijnnog te klein en worden begraasd door paar-den én runderen, in een dichtheid die bepaaldwordt door de hoeveelheid voedsel in de win-ter (doorgaans I dier per 2-4 ha). Voor gebie-den van een dergelijke omvang betekent ditdat er slechts plaats is voor 15 tot 20 paarden.Wij willen daarom afsluiten met een pleidooivoor de ontwikkeling van grotere aaneenge-sloten begrazingsgebieden. In het rivieren-gebied zouden die zich liefst van de hogeregronden naar het rivierdal moeten uitstrek-ken. Naar verwachting zal dan ook seizoens-gebonden trek onderdeel worden van hetkuddegedrag. In zulke dimensies kunnen degrote grazers zich tot een comRlete ecologi-sche component ontplooien. lilDit artikel is samengesteld met medewerking vande kuddebeheerders van Stichting Ark, WereldNatuur Fonds, Staatsbosbeheer, Utrechts Land-schap en Limburgs Landschap.

Stichting Ark heeft verschillende aspecten vanhet natuurlijk kuddegedrag van koniks ver-werkt in een videofilm voor educatieve doelein-den. Zie de rubriek Snippers.