jvb nask t2h3 uitwerkingen

Upload: kingboko

Post on 08-Jul-2015

5.272 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

31

water

3.1 Water, water, waterMijn antwoord op de introvraag is: A Gewoon water, want sneeuw en ijs zijn te koud voor de pingun. B Een pingun eet sneeuw of ijs dat in zijn mond smelt. C Als er water is, dan drinkt de pingun water en anders sneeuw of ijs. Schrijf achter de volgende zeven omschrijvingen het juiste woord. Kies uit: ijs, wolk, mist, regen, sneeuw, hagel, waterdamp. onzichtbaar water een laag vast water fijne waterdruppeltjes hoog in de lucht vaste korrels water een wolk dicht bij de grond vlokjes vast water druppels vloeibaar water

2

waterdamp ijs wolk hagel mist sneeuw regen

3

Noem vier landen met veel water in vaste vorm.1 2 3 4

IJsland Groenland Alaska Siberi

4

Zet in volgorde van klein naar groot: beek, meer, zee, rivier, oceaan klein

beek

meer

rivier

zee

oceaan

groot

5 6

Een ander woord voor fase is toestand

waarin een stof voorkomt

a Steek een waxinelichtje aan.Welke faseovergang zie je direct naast de pit.

van vaste stof naar vloeistofb In de figuur zijn de plaatsen aangegeven waar de stof waxine in een anderefase voorkomt. Geef de naam van deze fasen.1 2 3 3

vast vloeibaar gas

1

2

c Blaas het lichtje uit. Welke faseovergang zie je na een poosje naast de pit?

van vloeistof naar vaste stof.

52 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

7

Rijp bestaat uit ijskristallen. Rijp is een vaste / vloeibare / gasvormige fase van water. Omcirkel het juiste woord. Zet de verschillende vormen van water in de tabel. Vul in: ijs, mist, sneeuw, regen, stoom, dauw, nevel, damp, hagel, uitgeademd water, wolk vormen van water vast vloeibaar gasvormig

8

ijs hagel sneeuw wolk

regen dauw nevel uitgeademd water mist wolk

stoom damp

9

Kleur in elke rij het vakje onder de naam van de faseovergang. stollen vast gas gas vast gas vloeistof vloeistof gas vast vloeistof vloeistof vast smelten rijpen vervluchtigen verdampen condenseren

10

Schrijf op welke faseovergang bij de volgende gebeurtenissen hoort.

a Diepvriesspinazie wordt zacht in de pan. b Vloeistof in een aansteker wordt gas. c Grassprietjes bevriezen in een koude vriesnacht. d Uitgeademde lucht geeft een wolkje nevel. e Als een kaarsje uitgaat, dan wordt het vet hard. f Een blok luchtverfrisser verspreidt een lekkere geur op het toilet.11Loop naar het raam. Houd je adem even in en adem dan tegen het glas.

smelten verdampen stollen condenseren stollen vervluchtigen

a Wat zie je op het glas? b Welke fase heeft het water op het glas?c Welke fase heeft het water dat je uitademt?

het glas beslaat vloeibaar gasvormig condenseren temperatuur daling

d Welke faseovergang heeft plaats gevonden? e Wat veroorzaakt deze verandering?

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

53

12

Ook andere stoffen dan water komen in de drie fasen voor. Geef van de stoffen aan in welke fase ze voorkomen bij kamertemperatuur. Omcirkel de juiste fase.

a olijfolie b ijsje c lood d aanstekergas e margarine f parfumgeur13

vaste stof / vloeistof / gas vaste stof / vloeistof / gas vaste stof / vloeistof / gas vaste stof / vloeistof / gas vaste stof / vloeistof / gas vaste stof / vloeistof / gas

Verbind links en recht met elkaar met n of met twee lijnen. water in de bodem hiervan maak je drinkwater water in een kanaal oppervlaktewater grondwater

14

Maak de volgende zinnen af. Gebruik de woorden: grond bron rivier beek zee kraanwater

a Oppervlaktewater stroomt de zee in via een rivier b Zout water komt het meest voor in de c Drinkwater komt van water uit de d Een kleine rivier is een e Mineraalwater komt uit een f Een ander woord voor leidingwater is15

zee grond beek bron kraanwater

Op de foto zie je een kaart van een stukje van Nederland. a Welk soort water wordt op deze kaart aangegeven?

oppervlakte waterb Welke kleur heeft dit soort water op kaartjes meestal?

blauwc Kleur het water op het kaartje blauw.

blauw

54 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

16

De waterkringloop a Zet in goede volgorde. 1 Regen 2 Gletsjerijs smelt. 3 Water stroomt via rivieren naar de zee. 4 Condensatie van waterdamp. 5 Water uit de zee verdampt. 6 De zon verwarmt de zee. 7 Waterdruppeltjes bevriezen in de lucht. Begin met 6 De zon verwarmt de zee.

5 4 7 1 2 3

water uit de zee verdampt condensatie van waterdamp water druppeltjes bevriezen in de lucht regen gletsjerijs smelt water stroomt via rivieren naar de zee

b Teken de waterkringloop hieronder. Laat met blauwe stippels zien waarwater is. Schrijf de cijfers 1 t/m 7 op de juiste plaats in de tekening.

7

4 6 1 2

5

3

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

55

IJskristallen17Zet in goede volgorde. 1 IJsbloemen ontstaan op een ruit. 2 De deeltjes van waterdamp worden vast. 3 Een ijskristal groeit aan door de deeltjes van waterdamp. 4 Er ontstaat een ijskristal. De goede volgorde is

2

4

3 1

18

Teken in de vakken vier andere ijskristallen. Gebruik je fantasie. Let op een ijskristal heeft altijd een zeshoek als basisvorm.

Eigen tekening.

Eigen tekening.

Eigen tekening.

Eigen tekening.

56 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3.1 Test jezelf1Verbind wat bij elkaar hoort, met elkaar gasvormige fase vloeibare fase vaste fase hagel waterdamp mist

2

Vul in: vloeistof, vaste stof of gas.

a steen b olie c lucht d frisdrank e grondwater3

vaste stof vloeistof gas vloeistof vloeistof

Vul in: rijpen, stollen, smelten, condenseren of verdampen.

a In de winter ontstaan door waterdamp ijsbloemen op het raam. rijpen b De natte was droogt in de zon. c Bij het uitademen ontstaan waterdruppels op het raam. d Het ijsje smelt als je het te langzaam opeet. e De sloot bevriest.4

verdampen condenseren smelten stollen

Schrijf de nummers in de tekening voor de soort water dat op de genummerde plaats voorkomt.

2

= grondwater,

3

= oppervlaktewater;

1

= zeewater

3 1 2

5

Geef aan of de zin goed of fout is. Omcirkel wat juist is.

a Drinkwater wordt gemaakt uit grondwater en uit oppervlaktewater. b Regen boven de zee bevat zout. c Door verdamping ontstaan hoog in de lucht regendruppels. d Door de kringloop van water blijft de hoeveelheid water in een rivierongeveer gelijk.

goed / fout goed / fout goed / fout goed / fout

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

57

3.2 Water zuiveren1Mijn antwoord op de introvraag is: A Ja, misschien dat je even ziek van het water wordt, maar je overleeft het wel. B Nee, de mens heeft geen weerstand tegen de bacterin die in het water voorkomen. C Nee, voor de mens is alleen zuiver water veilig te drinken. Zet de woorden afgieten, bezinken en suspensie op de juiste plaatsen.

2

suspensie3

bezinken

afgieten

Puur sinaasappelsap is een mengsel / een zuivere stof. Omcirkel wat juist is. Puur sinaasappelsap is een heldere vloeistof / een suspensie. In slootwater zitten zand en drijvende plantendeeltjes.

4

a Is slootwater grondwater of oppervlaktewater? Omcirkel het juiste woord. b Leg je keus uit.

Je kunt het zien.

5

In een bekerglas zit een schep modder van de bodem van een rivier. De modder wordt gefiltreerd. a Kleur in de tekening de plaatsen waar zand zit, bruin. b Schrijf de juiste woorden bij 1, 2 en 3. Kies uit: suspensie, filtraat en residu.1= 2= 3=

2

1

suspensie residu filtraat bruin

3

58 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

6

Zet de volgende stappen bij het filtreren in de goede volgorde. T Schenk een beetje troebel water in het filter. F Vouw het filter tweemaal. R Herhaal de laatste twee stappen. E Wacht tot het water door het filter is gezakt. L Doe het filter in de trechter. Plak het filter vast met water. I Zet de trechter in de reageerbuis De letters voor de zinnen vormen het woord FILTER

7

Jesse gooit een krijtje in een bekerglas met water. Na een tijd ontstaat een witte troebele stof.

a Welk soort mengsel is ontstaan?Een oplossing / suspensie. Omcirkel wat juist is.

b Elmar wil nagaan of een heel klein beetje krijt is opgelost. Hij stelt voor omhet mengsel in het bekerglas te filtreren en daarna het filtraat in te dampen. Voorspel wat Elmar ziet als hij het mengsel gaat filtreren. Het filtraat is Het residu is

helder wit krijtpoeder

c Teken de filtratieopstelling hiernaast. d Als Elmar gelijk heeft, wat kan hij dan na het indampen waarnemen?

Dan ziet hij witpoeder dat achterblijft.

8

Kleur de smiley groen als de bewering waar is. Kleur de weepy rood als de bewering niet waar is. a Zout kun je oplossen in water. groen b Suiker lost niet op in water. c Een oplossing is helder. d Door indampen scheid je de opgeloste stoffen van het water. e Het residu gaat door het filter heen. f Het filtraat is altijd helder. Sommige waterleidingbedrijven maken gebruik van grondwater. Grondwater hoef je minder te reinigen dan oppervlaktewater. Waardoor komt dat?

rood

9

Tijdens het in de grond zakken is het al voor een deel gefiltreerd.

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

59

10

Je kunt water zuiveren met een filtreeropstelling met zand erin. Het waterleidingbedrijf reinigt rivierwater op eenzelfde manier. Verbind de volgende zinnen met de juiste plaats in de tekening. Het waterbedrijf vangt het gefiltreerde water op. Het waterbedrijf pompt troebel rivierwater in de duinen. Het zand van de duinen filtreert het rivierwater.

11

Omcirkel wat juist is of vul de open plaatsen in. Kraanwater is zuiver / niet zuiver. Kraanwater bevat de stoffen calcium en magnesium . De calcium zouten zijn goed voor onze botten.

In kraanwater zitten veel stoffen door elkaar. Kraanwater is dus een

mengsel

.

Deze stoffen zijn opgelost / niet opgelost, want kraanwater is helder / niet helder. Een oplossing is een helder / troebel mengsel van een oplosmiddel en een

opgeloste12

stof.

Voor jou staan drie bekertjes met water. En bekertje bevat drinkwater. Drink wat van elk soort water, proef goed en noteer in de tabel of je het water lekker (+), matig (+/) of niet lekker () vindt. Omcirkel het nummer, waarvan jij denkt dat het jouw eigen drinkwater is. Haal bij de docent de namen van de soorten water. smaak1 2 3

naam van het soort water

Heb jij je eigen drinkwater herkend? ja / nee

13

Een mens kan maximaal drie dagen zonder water, anders droogt hij uit. Op zee is voldoende water. Maar je kunt op zee toch doodgaan door een waterprobleem. Hoe is dat mogelijk?

Ons lichaam kan niet tegen zout water.

60 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

14

Trek lijnen tussen de woorden (in de vakken) rechts en n van de tekeningen links. puur water suspensie kraanwater hard water troebel water suikerwater zeewater zuurstofrijk water bronwater

15

Je kunt deeltjes in een oplossing wel / niet zien, want

een oplossing is helder16De hardheid van drinkwater in enkele plaatsen in Zuid-Nederland. plaats Aalst Best Breda Eindhoven Kerkrade Oosterhout Oudewater Schijndel Veghel Zwijndrecht hardheid (oDH) 6,4 9,0 11,3 6,3 4,0 11,3 8,6 8,4 13,1 14,6

a Geef een oorzaak voor de verschillen in hardheid van drinkwater in de verschillende plaatsen.

Per plaats verschillen de hoeveelheden opgeloste stoffenb Welke plaats beschikt over zeer zacht water?

Kerkradec Welke plaats heeft het hardste water?

Zwijndrechtd Hoe kunnen de inwoners van Zwijndrecht de hardheid van hun water verminderen?

Het water ontharden. Je haalt dan calcium- en magnesiumzouten uit het water.e Welke twee plaatsen krijgen waarschijnlijk water van hetzelfde waterbedrijf?

Breda en Oosterhout

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

61

17

Is het drinkwater in jouw woonplaats hard of zacht? Omcirkel wat juist is. Hoe weet je dat?

18

Wat blijft achter als je zeewater indampt?

zout19Welke vaste stoffen houd je over als je hard water indampt?

Calcium en magnesium zouten.

Hoe komt een vis aan zuurstof?20Op welke twee manieren komt zuurstof in het water?1 2

Voor een deel uit de lucht Door de waterplanten

21

Omcirkel wat goed is.

a Gassen kunnen wel / niet oplossen in water? b Vloeistoffen kunnen wel / niet oplossen in water? c Vaste stoffen kunnen wel / niet oplossen in water?22Wat bij elkaar past, geef je dezelfde kleur.hoge temperatuur

veel zuurstof

weinig zuurstof

lage temperatuur

62 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3.2 Test jezelf1Verbind links met rechts. Gebruik steeds twee lijnen drinkwater zouten kraanwater mineralen slootwater magnesium suspensie bronwater tomatensap

2

Welke van de volgende mengsels zijn suspensies? Omcirkel de suspensies. jenever bronwater verf modder jus dorange cola

3

Waar of niet waar? Omcirkel wat juist is.

a Een oplossing is troebel. b Kraanwater bevat calciumzouten. c Zout lost op in water. d Ranja is een oplossing.4

waar / niet waar waar / niet waar waar / niet waar waar / niet waar

Kraanwater wordt vijf minuten lang gekookt. Na afloop

a bevat kraanwater meer / minder zuurstof. b is het kraanwater meer / minder hard. c is het kraanwater wel / geen oplossing. d is het kraanwater wel / geen suspensie.Omcirkel wat juist is.

5

Deze vraag gaat over verschillende soorten oplossingen. Vul op de open plaatsen in: vloeistof, gas, zuurstof, modder, water, aquariumwater een vaste stof bijvoorbeeld: water + modder Een oplossing is een vloeistof + een vloeistof bijvoorbeeld: water

+ limonadesiroop

een gas

bijvoorbeeld: zuurstof + aquariumwater.

6

Omcirkel de juiste woorden. Zacht water bevat veel / weinig kalk en magnesium. Door zacht water ontstaat veel / weinig kalksteen.

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

63

3.3 Stoffen scheiden1Mijn antwoord op de introvraag is: A gewoon zeewater drinken B regenwater opvangen C zeewater filtreren Zeewater bevat veel zout. Beantwoord de volgende vragen met ja of nee. Omcirkel jouw antwoord.

2

a Is het zout opgelost in het water? b Kun je het zout van het water scheiden door het mengsel te filtreren? c Kun je het zout van het water scheiden door in te dampen? d Kun je drinkwater maken door het mengsel in te dampen? e Leg je antwoord op vraag d uit.

ja ja ja ja

nee nee nee nee

zeewater indampen. De dampen laten condenseren. Het gecondenseerde water opvangen.

3

Omcirkel de faseovergangen die een rol spelen bij destilleren. smelten stollen condenseren verdampen sublimeren rijpen

4

Hieronder zie je een destillatieopstelling. Vergelijk deze opstelling met die van bron 1.thermometer naar gootsteen

1 toevoer koelwater

2

a Het bolglas in deze opstelling heeft dezelfde functie als een erlemeyer b De reageerbuis in het leerboek heeft dezelfde functie als de erlemeyer c Hoe wordt de damp hier gekoeld?

in bron 1.

Door koelwaterd In de tekening zijn twee plaatsen met een getal aangegeven. Wat hoort bij welk getal? Vul de woordendestillaat en residu in.1

residu

2

destillaat

64 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

5

Bekijk de waterkringloop.

2 1

3

4

a Welke fase heeft water bij plaats 1 t/m 4 in de waterkringloop?Bij 1 = Bij 2 = Bij 3 = Bij 4 =

gas vloeistof vaste stof vloeistof

b Welke faseovergangen vinden plaats?Van 1 naar 2 = condenseren Van 1 naar 3 = condenseren Van 3 naar 4 = smelten Van 4 naar 1 = verdampen

+ stollen

c Op welke plaats in de kringloop van water vindt destillatie plaats?van 1 naar 2 van 1 naar 3 van 3 naar 4 van 4 naar 1 Omcirkel wat juist is.

6

Hieronder zijn drie situaties beschreven. Situatie 1 Je hebt een mengsel van alcohol en water. Je wilt de stoffen scheiden, waarbij beide vloeistoffen bewaard blijven. Omcirkel wat je het beste kunt doen om de stoffen te scheiden. indampen destilleren filtreren

Situatie 2 Je hebt zeewater. Je wilt graag het zout uit het zeewater halen. Het water mag verdwijnen. Omcirkel wat je het beste kunt doen om het zout uit het zeewater te halen. indampen destilleren filtreren

Situatie 3 Je hebt een mengsel van zand en water. Je wilt het zand afzonderen. Het water mag verdwijnen. Omcirkel wat je het beste kunt doen om het zand van het water af te zonderen. indampen destilleren filtreren

7

Gedestilleerd water bevat geen zouten. Leg uit hoe je gedestilleerd water uit mineraalwater kunt maken.

Mineraalwater verwarmen. De damp laten condenseren en het condensaat opvangen.

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

65

8

Wat betekent adsorberen?

Door absorberen kun je geur- kleur en smaak stoffen uit mengsels halen.9Het mondmasker van de Graffitikunstenaar Basz. 1 Graffitikunstenaar Basz gebruikt een mondmasker als hij met een spuitbus verf spuit. 2 In het mondmasker zit een filter met koolstof. 3 Kleine verfdeeltjes zweven in de buitenlucht. 4 Als hij inademt, dan hechten de giftige verfdeeltjes zich aan de koolstof in het filter. 5 Basz ademt schone lucht in. Welke zin omschrijft het adsorberen? In welke zinnen wordt het adsorptiemiddel genoemd? Welke zin omschrijft het vervuilde mengsel? Welke zin omschrijft de gereinigde stof? 1 1 1 1 2 2 2 2 3 4 3 4 3 4 3 4 5 5 5 5

10

Wendy zegt: Ik wil graag kleurloze cassis. Kan dat? Ilse zegt: Ja hoor, dan moet je gaan adsorberen. Ik doe wel een schepje norit bij de cassis. Wendy snapt er niks van. Je maakt er alleen maar nog meer troep van, hoor! Hoe stelt Ilse Wendy op haar gemak? Ilse zegt: Het

mengsel van cassis en norit moet nog gefilterd worden.

11

Spiritus is een blauw gekleurde vloeistof. Sulema heeft de blauwe kleurstof met het adsorptiemiddel koolstof geadsorbeerd. Na filtreren krijgt ze een kleurloos filtraat. Dit is in het schema getekend.

a Omcirkel wat goed is. Een rondje is kleurloze spiritus / kleurstof / koolstof.Een zwart puntje is kleurloze spiritus / kleurstof / koolstof. Een zwart driehoekje is kleurloze spiritus / kleurstof / koolstof

b Beschrijf situatie 1.

Bekerglas met blauwe spiritus.c Beschrijf wat er gebeurt in situatie 2.

Bij de spiritus wordt een adsorbtie middel gedaan (koolstof)d Beschrijf wat er gebeurt in situatie 3.

Het mengsel van spiritus en koolstof wordt gefiltreerd.

66 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

12

In een aquarium wordt het water door een filter gepompt. In het aquariumfilter zit heel fijn glaswol met daartussen laagjes Norit. In het aquariumwater zitten opgeloste verontreinigingen en vaste deeltjes. Omcirkel wat juist is. De norit wordt gebruikt voor adsorberen / filtreren. Hierdoor verwijder je de opgeloste verontreinigingen / de vaste deeltjes. Het glaswol wordt gebruikt voor adsorberen / filtreren. Hierdoor verwijder je de opgeloste verontreinigingen / de vaste deeltjes.

13

Met Norit kun je van bruine suiker witte suiker maken. Teken in stripvorm hoe je dit doet. Schrijf bij je tekeningen op de juiste plaats: filtreren, oplossen, adsorberen, indampen, filtraat, residubruine suiker norit

residu

filtraat

oplossen

adsorberen

filtreren

filtraat indampen

14

Suiker extraheren uit suikerbieten. Zet de volgende zinnen in de goede volgorde. R Kook het mengsel. A Suiker lost op in het warme water. T Meng het extractiemiddel water met de stukjes biet. X Hak de suikerbieten fijn. T Door indampen ontstaat het extract suiker. E Spoel de suikerbieten schoon. C Door filtreren scheid je pulp en suikerwater. De zinnen in de goede volgorde geven het woord

E

X

T R

A C

T

15

Omcirkel de goede woorden. Bij extraheren doe je een vloeistof / vaste stof bij een mengsel van twee vaste stoffen / twee vloeistoffen / een vaste stof en een vloeistof. Van de twee stoffen in het mengsel lost de ene stof wel op en de andere niet / verdampt de ene stof wel en de andere niet. Het oplosmiddel heet extractiemiddel / extract. Het ontstane mengsel wordt daarna gefiltreerd. Na indampen van het filtraat houd je het extractiemiddel / extract over.

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

67

16

Giftige afvalstoffen Door een berg afvalstoffen sijpelt regenwater. verandering1 De deeltjes van giftige stoffen gaan tussen de waterdeeltjes in zitten. 2 Het vervuilde regenwater wordt door koolstof geleid.

naam van het proces

oplossen transporteren

De giftige stoffen hechten zich aan de koolstof. Vul achter elke zin in of sprake is van oplossen / adsorberen of van extraheren.

17

Schrijf achter elke omschrijving welke scheidingsmethode beschreven wordt. omschrijving1 Een van de stoffen lost op. 2 Een stof condenseert. 3 Een stof verdwijnt in de lucht. 4 Een stof hecht zich. 5 Deeltjes kunnen niet door de gaatjes.

scheidingsmethode

extraheren destilleren indampen adsorberen filtreren.

Een vlekje wegwerken18Doe twee druppels limonadesiroop op verschillende plaatsen op een doekje. Maak een ander doekje vochtig met water. Wrijf dit doekje over de ene druppel limonadesiroop. Maak een ander doekje vochtig met wasbenzine. Wrijf dit doekje over de andere druppel limonadesiroop. De limonadesiroop verdwijnt wel / niet met het vochtige doekje met water. De limonadesiroop verdwijnt wel / niet met het vochtige doekje met wasbenzine. Het goede extractiemiddel voor limonadesiroop is water

19

Doe twee druppels smeervet op verschillende plaatsen op een doekje. Bevochtig een ander doekje met water. Wrijf het doekje met water over een druppel smeervet. Bevochtig een ander doekje met wasbenzine. Wrijf het doekje met wasmachine over de andere druppel smeervet. Het smeervet verdwijnt wel / niet met het vochtige doekje met water. Het smeervet verdwijnt wel / niet met het vochtige doekje met wasbenzine. Het goede extractiemiddel voor smeervet is wasbenzine

20

Welke twee gevaren hebben agressieve vlekverwijderaars?

Licht ontvlambaar, giftig

68 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3.3 Test jezelf1Waar of niet waar? Omcirkel wat juist is.

a Een oplossing kun je scheiden. b Een suspensie kun je scheiden. c Een oplossing kun je filtreren. d Een suspensie kun je filtreren.2

waar / niet waar waar / niet waar waar / niet waar waar / niet waar

De volgende scheidingmethoden horen bij de zinnen. filtreren, adsorberen, extraheren, destilleren, indampen Zet achter de volgende zinnen de juiste scheidingsmethode.

a Droogkoken b Een stof hecht zich aan een andere stof. c En vaste stof lost wel op, de andere niet. d De verdampte vloeistof condenseert. e Sommige deeltjes gaan door een filter.3

indampen adsorberen extraheren destilleren filtreren

Een mengsel bestaat uit een oplossing van vloeistoffen. De ene vloeistof kookt eerder dan de andere. Je wilt beide vloeistoffen apart hebben. Voor welke scheidingsmethode kies je? A filtreren B indampen C destilleren D extraheren Welke twee scheidingsmethoden gebruik je bij koffie zetten? A filtreren en destilleren B filtreren en extraheren C extraheren en destilleren Wat van links hoor bij rechts? Verbind dat met elkaar. Opgeloste vetvlek op een schoonmaakdoekje Extractiemiddel bij thee zetten Om oploskoffie te krijgen wordt water uit koffie verwijderd Voor een verfijnde smaak voeg je een kaneelstokje aan rode kool toe extraheren indampen water extract

4

5

6

In Nederland wordt door extractie zout uit de bodem gehaald. Zet de zinnen in goede volgorde. 1 Zout wordt tot product verwerkt. 2 Zout lost op in het water. 3 De pekel wordt ingedampt. 4 Heet water wordt in de bodem gepompt. 5 De pekel wordt omhoog gepompt. De juiste volgorde van de zinnen is

heet water warme pekel

aarde

4

2

5 3 1

pekel zoutlaag

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

69

3.4 Zure mengsels1Mijn antwoord op de introvraag is: A Dan gebeurt er niks. B Dan krijgt de tand een zwarte aanslag. C Dan zitten er kleine gaatjes in de tand. Leg uit dat een cosmetisch product nooit heel zuur is.

2

Cosmetische producten zijn niet erg zuur omdat zuur de huid irriteerd.

3

Joost wil een muur schoonmaken. Hij gebruikt hiervoor zoutzuur. Teken in de afbeelding met rode stift hoe Joost zich moet beschermen tegen het zoutzuur.

4

a Zet de volgende woorden op de eerste drie rijen in de tabel:glibberig, 7-14, zuur, zeepachtig, 0-7, bijtend

b Geef twee voorbeelden van een zure oplossing en van een basische oplossing.zure oplossing Hoe smaakt de vloeistof? Hoe voelt de stof aan? pH-getal van voorbeeld 1 voorbeeld 2 tot ? basische oplossing

zuur bijtendvan

zeepachtig glibberigtot

0

7

van

7

tot

14

b.v. citroen b.v. augurk

b.v. zeep b.v. gootsteenontstopper

70 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

5

Hieronder zie je de pH-schaal.0 7 14

donker

geeltot

licht 14

licht

blauw

donker

a De zuurgraad loopt van 0

b De pH-schaal bij een zure oplossingen loopt van 0

tot

7

c Kleur het deel waarin zure oplossingen voorkomen geel. Kleur de meest zureoplossing donkergeel en de minst zure oplossing lichtgeel.

d De pH-schaal bij basische oplossingen loopt van 7

tot

14

e Kleur het deel waarin basische oplossingen voorkomen blauw. Kleur demeest basische oplossing donkerblauw en de minst basische oplossing lichtblauw.

f De pH van water is 7 g Wat is zuurder maagsap of citroensap? maagsap h Welke stof heeft de hoogste pH, accuzuur of ammonia? ammonia i Kan een zure vloeistof een pH van 10 hebben? ja / nee j Leg uit.

Een zure vloeistof heeft een pH van 0 tot 7. blauw rood

6

Schoonmaakmiddelen

blauw rood

rood

Kleur in de tekening drie basische schoonmaakmiddelen blauw en drie zure schoonmaakmiddelen rood.

afwasmiddel

zee p

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

71

7

Een indicator verandert van kleur

onder invloed van een zure

of basische stof

8

Je doet rode koolsap bij water, zeepsop en azijn.water zeepsop azijn

p a a r s

g r o e n

r o o d

Geef aan welke kleur de vloeistoffen in de reageerbuisjes krijgen.

9

In welke zinnen wordt een indicator gebruikt?1 Jodium wordt blauw bij contact met zetmeel. 2 Een herfstblad verkleurt. 3 Rodekoolsap wordt groen in ruitenreiniger. 4 Door suiker in de urine verkleurt een suikerteststaafje. 5 Door indampen ontstaat een bruine vaste stof.

wel / geen indicator wel / geen indicator wel / geen indicator wel / geen indicator wel / geen indicator

10

Vul aan: Je moet een klein stukje pH-papier afscheuren, want je

gebruikt ook maar een klein stukje als indicator verkleurt de indicator de volgende keer niet verkleurt het pH papier door stoffen

Je moet een roerstaaf na gebruik afspoelen, want anders

goed, door achter gebleven stoffen.Je moet de pH op de pH-papiertjes direct aflezen, want anders

in de lucht.11Omcirkel een zure stof met rood. Omcirkel een basische stof met blauw. afwasmiddel zeepsop water maagsap grapefruit zoutzuur sodawater azijn sinaasappelsap ontkalkingsmiddel

blauw rood

72 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

12

Vul in. Frisdrank bestaat voor het grootste gedeelte uit water Drie voorbeelden van frisdranken zijn: cola , sinas en cassis

13

Cola is erg zuur.

a Proef je dat?

ja / nee

b Waardoor komt dat?

In cola zit veel suikerc Welke stoffen in cola maken cola zuur?

koolzuur en fosforzuur.d Welke stof in cola zorgt voor de prikkeling?

Koolzuur14Streep door.

a De meeste frisdranken hebben een lage / hoge pH-waarde. b Als je de dop van een colafles draait, dan komt koolstofdioxidegas uit de cola /gaat koolstofdioxidegas in de cola.

15

In de tabel staat het drankgebruik van de gemiddelde Nederlander in 2002 . soort drank frisdranken vruchtensappen koffie thee melk bier wijn consumptie (L per jaar) 94 24 146 100 50 mijn favoriete dranken

blauw

80 19

a Kleur de namen van de alcoholische dranken blauw. b Kleur de vakken achter de namen van de dranken die jij drinkt geel. c Welke drank wordt het meest gedronken? koffie d Welke drank drink jij het meest?16Noem drie verpakkingen voor frisdranken.

blikje, flesje, pakjeJe kunt met een magneet ijzerafval uit huisvuil halen. Welke soort frisdrankverpakking kun je hergebruiken door gebruik te maken van een magneet?

blikje

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

73

Gaatjes in je tanden17Als je frisdrank drinkt, dan krijgen jouw tanden een dubbele zuuraanval te verduren. Leg uit welke twee zuuraanvallen dat zijn.

Het zuur dat bacterin maken van suiker en de zure stof die in frisdrank is opgelost.

18

Op welke manieren kun je het speeksel in je mond minder zuur maken? Omcirkel wat juist is.

a Je tanden poetsen. b Water drinken. c Frisdrank drinken. d Snoep eten. e Gebitsverzorgende kauwgom eten.

ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee

74 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3.4 Test jezelf1Omcirkel de woorden die bij een zure oplossing horen met rood. Omcirkel de woorden die bij een basische oplossing horen met blauw. ontkalkingsmiddel pH van 4 pH van 10 zeepsop appelsap cola pH van 7 voelt glibberig aan ammonia bijtend water

blauw rood2aZet de stoffen water, citroensap en zeepsop op de juiste plaats in de vakjes:0 7 14

citroensap

(rood)

water (groen)

zeepsop

(blauw)

b Kleur het vakje met de zure oplossing rood, het vakje met de neutrale stofgroen en het vakje met de basische oplossing blauw.

3

Hoe doe je een pH-meting met pH-papier? Zet in goede volgorde. 1 Breng met de roerstaaf n druppel sinasappelsap op het papier. 2 Scheur een klein stukje van het pH-papier af. 3 Lees op de controlestrook de pH-waarde af. 4 Spoel de roerstaaf schoon met water. 5 Vergelijk de kleur van het pH-papier met de kleuren op de controlestrook. De juiste volgorde van de zinnen is

24

1

5 3

4

Verbind links en rechts op de juiste manier met elkaar. geeft smaak aan frisdrank prikkelend gas smaak en lage pH-waarde grootste bestanddeel van frisdrank voedingszuur water koolstofdioxide aroma

5

Britney laat koolstofdioxidegas langdurig door water borrelen.

a Welke kleur heeft rodekoolsap in water? b Wat is de pH van water? c Welke kleur heeft rodekoolsap in koolzuurhoudend water? d Wat is de pH van koolzuurhoudend water?

blauw / rood / groen kleiner dan 7 / 7 / groter dan 7 blauw / rood / groen kleiner dan 7 / 7 / groter dan 7

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

75

Deltawerken1Stel je voor dat er geen dijken in Nederland waren. Hoeveel procent van Nederland zou dan onder water lopen? A ongeveer 10% B ongeveer 25% C ongeveer 50% Hieronder zie je twee kaartjes van Nederland. a Kleur in het linker kaartje het deel van Nederland onder de zeespiegel blauw. b Kleur in het rechter plaatje de duinen geel. c Geef in het rechter plaatje dammen en dijken aan met rode lijnen. d Als je de plaatjes nog mooier wilt maken, dan kleur je beide plaatjes in de kleuren van bron 2.

2

geel blauw

geeluw bla uw bla

geel

Water Onder water gelopen land Land; boven 1 m. N.A.P.

Water Onder water gelopen land Land; boven 1 m. N.A.P.

3

Bekijk je gekleurde kaartjes van opdracht 2 goed. a Was je antwoord op vraag 1 goed? ja / nee b Schat zo nauwkeurig mogelijk hoeveel % van Nederland onder water zou staan als er geen dijken waren. Ik schat 45 %

4

Door het aanleggen van dammen wordt de kustlijn een stuk korter. Noem drie andere positieve gevolgen van het aanleggen van dammen?1 2 3

Minder sterke en hoge dijken nodig De landbouw kan veel beter beschikken over zoet water Bij laag water in de rivieren kan je water binnenlaten door de sluizen

76 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

5

Maak de eb en vloed puzzel. Bekijk ook bron 1.

5

s t t o r m v l o e b d

s p o r m v l i 6n o o r g t ij

3

m 4 v l o e d t o e d k e r i r d z e e

1

2

m a a n g

horizontaal 4 Als het hoogwater wordt, dan is het 5 Gaat alleen dicht bij stormvloed. 6 Nederlandse zee 7 Als het laagwater wordt, dan is het

7

verticaal 1 In Nederland is het verschil tussen eb en vloed ongeveer 1,5 2 Eb en vloed ontstaan door de aantrekkingskracht van de 3 Extra hoog water bij volle maan en nieuwe maan 5 Extra hoog water veroorzaakt door harde wind

6

Waarom zitten er zoveel driehoeken in de stormvloedkering? Vul de hokjes van de goede zinnen. Om de constructie beter te stroomlijnen. Om de constructie steviger te maken. Om de constructie lichter te maken. De ontwerpers van de stormvloedkering hebben heel slim gebruik gemaakt van water om de stormvloedkering te laten bewegen. Hoe ze dat gedaan hebben, staat in de volgende tekst. Vul in de tekst de volgende woorden op de juiste plaats in. water bodem zinken drijven (2x) stormvloed Bij stormvloed worden de dokken gevuld met water.

7

Daardoor gaan de holle deuren drijven Zo kunnen de deuren de Nieuwe Waterweg op draaien. Als de twee deuren tegen elkaar komen, dan lopen de holle ruimten in de deuren vol water en zinken ze tot op de bodem Zo sluiten ze een opening van 360 meter af.

Zodra het hoogwater voorbij is, worden de deuren leeggepompt. De constructie gaat weer drijven Als het gevaar voor hoogwater verdwenen is, dan kunnen de deuren terug in hun dok.

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv

3 Water >>

77

8

De Maeslantkering is maar heel af en toe dicht. Dan draaien de deuren naar elkaar toe.in rusttoestand in gesloten toestand

ren bolscharnie

vakwerk armen

Teken in het rechterplaatje de deuren als ze dicht zijn. Kijk ook in bron 3.

9

Een stormvloedkering die kan bewegen, kost veel geld. Het is goedkoper om een vaste dam te bouwen. Bedenk twee redenen waarom in de Nieuwe Waterweg geen vaste dam is gebouwd.1 2

Voor de scheepsvaart Het water van de rivier moet naar zee stromen.

10

Eb en vloed Het ontstaan van eb en vloed heeft te maken met de beweging van de maan. De maan trekt het water op een bepaalde manier aan. Om dat in woorden te vertellen, is erg ingewikkeld. Een animatie zegt veel meer. Je kunt mooie animaties op Internet vinden. Zoek in een zoekmachine met de zoekwoorden: eb vloed animatie. Bepaal met behulp van de animatie of de volgende zinnen juist of onjuist zijn.

a Alleen als het volle maan is, dan is het springvloed. b Door de aantrekkingskracht van de maan wordt het water rond de aardeeen soort eivorm. Er zijn dan twee vloedbergen.

juist /onjuist

juist /onjuist juist /onjuist juist /onjuist

c Doordat de aarde draait, wordt het twee keer per dag eb en vloed. d Je kunt de stand van de maan gebruiken als een soort eb en vloed klok11

Constructie van de Maeslantkering De Maeslantkering bestaat uit de twee grootste beweegbare deuren ter wereld. Natuurlijk moet zon constructie aan bepaalde eisen voldoen. Je gaat op internet op zoek naar antwoord op de volgende vragen. Zoek in een zoekmachine met de zoekwoorden: Maeslantkering constructie.

a Is de constructie groter of kleiner dan de Eiffeltoren? b Waarom zijn de buizen hol?

groter / kleiner

gewichtsbesparingc Hoe wordt water gebruikt om de deuren te bewegen?

Als de deuren bewegen drijven ze omdat ze bol zijn. Liggen de deuren op hun plaats, dan wordt er water ingepompt. De deuren zinken.d In de constructie zitten bolscharnieren en vakwerkarmen. Geef in de tekening op deze bladzijde aan waarde bolscharnieren en vakwerkarmen zitten. Zet een pijltje naar de onderdelen en schrijf er bij: bolscharnier en vakwerkarm. e Waarom is een bolscharnier gebruikt en geen gewoon scharnier?

Omdat de deuren horizontaal en verticaal moeten bewegen.

78 >> 3 Water

Pulsar 12 vmbo-kgt uitwerkingen

2006 Wolters-Noordhoff bv