nieuwe wildernis 20

8
'" -Zç"\.' . .' . - ~óntuur vän de Natuur, jaargang 6, nummer 2 - 2000 " .

Upload: rene-zanderink

Post on 19-Mar-2016

215 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

cover, inhoud en 1 artikel

TRANSCRIPT

Page 1: Nieuwe Wildernis 20

'" -Zç"\.' . . ' . -

~óntuur vän de Natuur, jaargang 6, nummer 2 - 2000" .

Page 2: Nieuwe Wildernis 20

12

Droevendaalsesteeg 3aPostbus 241

6700 AB Wageningen

.. ;'

2 RedactioneelKoeien met uitzicht.

4

IO

16

20

22

28 SnippersNieuwsrubrie

Page 3: Nieuwe Wildernis 20

4

'RAVEN EN WOLVENSAMENWERKINGSVERBAND TUSSEN TWEE DIERSOORTEN

Tekst B[ illustraties: Micha Dudek

Alle grote grazers zullen eens

het tijdelijke voor het eeuwige

verwisselen. Meer dan 90% van

alle hoefdieren sterft daarbij aan

ouderdom, ziekte of

gebrek, of een combi-

natie daarvan. Het

zijn in de natuur, dit

in tegenstelling tot

wat alle prachtige

natuurfilms ons wil-

len doen geloven, niet

altijd de kaken van

predatoren die zorg-

dragen voor de regula-

tie van wilde popula-

ties. Voor de verwer-

king van veel van dit

dode materiaal zorg-

den op ons noordelijk

halfrond raven en wolven.

NfEUWE

De auteur Micha Dudek, is naast bioloog actief kunstschilder.

WILDERNIS NUMMER

Men is snel geneigd te denken dat over deraaf en de wolf al alles is gezegd. Dat geldtechter niet voor de verrassende samenwer-king die er tussen beide soorten blijkt te be-staan. Dit artikel gaat inop deze symbiotischesamenwerking waarvan ooit zelfs de mensdeel uitmaakte. Echter, wat betreft hun sa-menwerking met, c.q. beeldvorming bij demens, hebben zowel raaf als wolf in de loopder eeuwen een metamorfose doorgemaakt.De raaf verwerd van een 'bode der goden' totgalgenvogel. De wolf veranderde van jager opgroot wild tot morgenster die onze vuilnisbel-ten afstruint op eetbare resten.

TotemIn de genesis van veel natuurvolken spelen raafen wolf vaak de rol van Schepper. Zij hebben al-les gecreëerd, van planten, dieren, maan ensterren, tot de n:ens. Kortom, zij stonden aande basis van de wereld zoals wij die kennen.

Wolven en-raven zijn daarbij feitelijk symbo-len voor alle hondachtigen en kraaiachtigen,zoals de coyote en de ekster, die ook vaak inmythen voorkomen. Zo wil een oude indianen-legende dat een coyote bij de schepping van dewereld al zijn materiaal had verbruikt aanplanten dieren. Toen hij door kreeg dat hij ooknog mensen moest maken, keek hij eens gron-dig rond in zijn werkplaats, veegde de reste-rende rotzooi op één hoop en creëerde daaruitde eerste mens. Indianide volken van tegen-woordig weten wat deblanken graag horenwillen. In een moderner verhaal bakt de coyotezijn eeuwige tegenstander de wolf dan ook eenpoets. Hij maakt een mooie ladder die tot in dehemel reikt. De nieuwsgierige wolven bestij-gen de ladder, maar eenmaal boven verande-ren zij in sterren. Vanaf dat moment haddende coyotes de prairie voor zich alleen.

Ook de oudste Euraziatische scheppingsverha-len beginnen positief voor beide soorten. Zozijn wolf en raaf heilig soorten bij de oude

2 200 0 4

Page 4: Nieuwe Wildernis 20

Germanen. Dat gaat zelfs zo ver dat de hoogsteen meest heilige god, Odin, wordt begeleiddoor twee raven en twee wolven. Iedere mor-gen stuurt Odin de twee raven Hugin enMunin naar de aarde om na te gaan wat erdaar beneden allemaal gebeurt om dat aanhem door te geven. Hugin heeft als bijnaam'de slimme' en belichaamt de gedachte. Muninnoemt men 'de wijze' en belichaamt de herin-nering. Odin is weliswaar bang dat Hugin wel-iswaar niet terugkeert, maar dat geldt in nogheviger mate voor Munin. Misschien symboli-seren deze twee vogels de verschijningsvor-men van de ziel, die zich bij Sjamaanse ritue-len buiten het lichaam kan bewegen.

De wolven, Geri en Freki, symboliseren jacht-lust en jachtinstinct. Zij verwijderen het vleesvan Odins tafel, die sinds het verlangen omwijsheid te verkrijgen nog slechts mede totzich neemt. Interessant detail is dat de namenvan drie van Odins dierlijke metgezellen in hetnoorden terugkomen in het woord voor 'dis-cussie', namelijk 'munnhuggeri'. En verbaalbegaafd zijn beide soorten. Nog afgezien vanhet feit dat ze modern, intelligent en zeer so-ciaal zijn, hebben wolf en raaf ook met elkaarmoeten leren omgaan. Zelfs de taal van beidedieren is op elkaar afgestemd, zo willen de le-genden: het verre geluid van een raaf lijkt welop geblaf van de straathond, het gedomesti-ceerde vervolg van de wolf.

Bij de Romeinen en de Mongolen speelde dewolf als pleegmoeder van hun aartsvaders eenbelangrijke roL Het verhaal van Romulus enRemus, die door de kapitolinische wolf werdengezoogd, is genoegzaam bekend. DjenghisKahn, de stichter van het Mongoolse rijk, zowerd verteld, stamde zelfs direct van een wèlfaf. De wolf staat hier dus voor kracht, intelli-gentie en volharding. Het is waarschijnlijk te-gen deze achtergrond dat veel dictators zichgraag laten afbeelden met wolven. Hitler lietzich zelfs graag 'Onkel Wölfchen' noemen.

Daarbij moet wel worden opgemerkt dat dit al-les aan de ecologische werkelijkheid voorbij-gaat. Immers, in het wolvenpak is er geen ab-soluut, laat staan autoritair, leiderschap. Ookniet voor de alfadieren.

Oude taarten en bakvissenDe Germanen lieten de op het slagveld geval-len krijgers liggen voor de raven en de wolven,zodat zij via deze boodschappers van de godende hoogste eer werd verleend. Toch is het ookde wolf die Odin verklikt en mede schuldig isaan de ondergang van de-goden. Euraziatischeen Amerikaanse natuurvolken en hun nako-melingen tonen dus een mengeling van angsten respect jegens de wolf.

Met de opkomst van het Christendom verandertde houding van de Europese volken echter je-gens de wolf en de raaf definitief Niet de raaf,maar de duif wordt de vredesbode, sinds zij meteen olijftak in haar snavel naar Noah terug-keerde en zo het einde van de zondvloed aan-kondigt. De eerder uitgezonden raaf keert nietterug. Waarschijnlijk waren er als gevolg van dezondvloed genoeg ronddrijvende lijken en ver-vulde hij braaf zijn Germaanse verplichtingen,hetgeen in de leviantische regio niet in juisteaarde (!) viel, Het is dan ook niet de raaf, maarde duif die Jezus bij zijn Hemelvaart begeleidt.

Dat het beeld van het vredelievende duifjeniet opgaat weten wij ook sinds KonradLorenz, maar de raaf is vanaf dat moment de-finitief in het defensief gedrongen. "Nethemtwas als de raven, ze zaaien niet, ze oogsten nieten hebben ook geen opslagkelder noch 'schuren entoch voorziet God hen van voedsel", zo zegt onshet Nieuwe Testament (Mattheus 6,24). Maarhet zijn de raven en niet de duiven die de ge-storvene naar het hiernamaals begeleiden,daarmee misschien gelijk een voorschot ne-mend op de reputatie de hen in de Middel-eeuwen te wachten stond. De wolf leeft on-dertussen noodgedwongen steeds meer van

NIEUWE WILDERNIS NUMMER

Totem-raaf Met da.nk aan het wildparkHagenbecks Tierpark.

vee en aas omdat de natuurlijke prooidierenuitgeroeid raken. Voor de onderdrukkendebovenlaag wordt daarmee een prima vijandgeleverd om de onvrede bij boeren, burgersen buitenlui te kanaliseren. Grootschaligedrijfjachten worden door de adel georgani-seerd en de kleine man moet daaraan deelne-men teneinde een goed beeld van de ware vij-and te krijgen. Toch blijven wolf en raaf wijd-verbreid voorkomen. Nog met gepaste regel-maat komen er witte raven voor en ze broe-den zelfs nog in en rond de dorpen en steden.

2 2 0 0 0 5

Page 5: Nieuwe Wildernis 20

Pas nft de opkomst van de verreikende vuur-wapens en de ontbossing van de laatste toe-vluchtsoorden, worden West- en Midden-Eu-ropa leheel ontdaan van wolven en raven. Ookverandert in deze nieuwe tijd de rol van dewolf en de raaf zoals we die tot ver in de Mid-deleeuwen kenden: ze worden symbolen vanhet kwaad, het domme en het gierige. Denkmaar aan de fabels' van de vos en de raaf en dehond en de wolf zoals we die van Aesop ken-nen (in de vijfde eeuw voor het eerst doorHerodotus opgetekend), of van de gebroedersGrimm (I8e, 1ge eeuw). Bij Wilhelm Busch

" '

DenaliNiJhOrld! PMk

• Huidige verspreidingsgebied van e wolf

l'S Voormalige verspreidingsgebiedfllan de w f

11 Verspreiding van de raaf

~

die aantoonden dat zowel wolven als ravenhoogontwikkelde en zeer sociale soorten zijn.Helaas bleek dat beeld nog niet voldoende inde hoofden van de bevolking te zitten toen infebruari 1976 negen wolven ontsnapten uitde onderzoekscompound van het NationalePark Beierse Woud. Even lijkt het goed tegaan. Er wordt zelfs een lokale burger-beweging opgericht die als logo het beeld vanroodkapje gebruikt en haar volmondig laatzeggen: uLaat de wolf leven, de wolf is niet de -vijand van de mens, maar de mens is de vijandvan de wolf'. Helaas worden de dieren toch

Isle RovaleNarional Park

lIndSuperior

National Fotest

Rave around the worldOndanks hun verschillende leefstijlen - wol-ven leven het liefst in een pak en raven hetliefst als een territoriaal paar of in grote zwer-men van soms honderden vogels - bevolkenbeide soorten van oorsprong het gehele noor-delijk halfrond. Hun verspreidingsgebiedenzijn nagenoeg gelijk. De raaf is het als vlie-gende soort gelukt om Ilsland, Midden-Ame-rika en Noord-Afrika te veroveren, waarbij devraag of het hier dezelfde soort of een aparte(onder)soort betreft, nog steeds onderwerpvan discussie is. Het gemeenschappelijke ver-

Verspreiding van de wolf vroeger en nu, alsmede het overigens vrijwel gelijke verspreidingsgebied van de raafGewijzigd naar Grzimek 1969, Machahon 1992 Cl( Mech 1992.

(1832-1908) wil Fritz, zoals alle jongens eenraaf hebben. Maar ook dit verhaal loopt slechtaf voor alle partijen. Alleen in het verhaal vanHans Huckebein (Busch 1867) verandert dehouding jegens de wolf en wordt het slechtesatire. Bepaalde 'slechte' eigenschappen vande wolf worden zo overdreven dat er hartelijkom gelachen kan worden.

Pas in de laatste decennia van de 20e eeuwwordt dit beeld van wolf en raaf gecorrigeerd.Bijvoorbeeld door het onderzoek van KonradLorenz (19°3-1989) en zijn leerling Zimen

NIEUWE

vervolgd en bejaagd. Binnen twee jaar zijn zealle gedood. Er werden zelfs grote drijfjachtengeorganiseerd die ternauwernood op drin-gend verzoek van de Duitse grenswachtenworden weerhouden om met gevaar voor ei-gen leven het dan nog streng communisti-sche Tsjecho-Slowakije in te trekken op zoeknaar Het Kwaad op vier poten. Zo vervormdwas het vijandbeeld bij sommigen. Maar toch,dit alles is het begin van een andere beeldvor-ming ten aanzien van de wolf.

WILDERNIS NUMMER

spreidingsgebied is misschien ook wel de ba-sis voor een aantal overeenkomsten dan welvormen van symbiose.

Wolven leven het liefst in een pak van IO tot ISdieren, bestaande uit mannetjes, wijfjes enjonge dieren. Wanneer het aantal toeneemt totboven deze IS dieren, dan vermindert de on-derlinge tolerantie en komen de grenzen vande vreedzame coëxistentie snel in zicht enbreekt de groep in stukken. In het pak bestaanbij zowel de mannen als de vrouwen duidelijkerangorden. In de regel mogen of kunnen

2 62 000

Page 6: Nieuwe Wildernis 20

slecht~weinig vrouwelijke dieren jongen krij-gen. Htt is echter wel zo dat de rest van degroep zich intensief bemoeit met de opvoe-ding. \b:eemd is dat niet, want meestal zijn zijgenetisch zeer verwant met het alfapaar. Hetbetreft dan zoons, dochters, of broers en zus-sen. Vanwege deze onderlinge verwantschaploont het zich ook om tijd te investeren in deopvoeding van andermans jongen. Indirectvergroten zij daarmee de kans om hun eigengenen door te geven. En mogelijk komt hetooit zover dat zij toch zelf jongen kunnen krij-gen. Reden voor deze solidariteit is dat het - integenstelling tot wat vaak wordt gesuggereerd- zeer moeilijk is om te 'emigreren' en een ei-gen jachtgebied te veroveren, dan wel eennieuwe hoge plaats in de rangorde van een an-der pak te verwerven. Wat betreft het laatstebeginnen de nieuwkomers meestal onder aande ladder. Sterker nog, de fitste blijven in degroep en het zijn veelal de laagste in rang diede sociale druk niet meer kunnen weerstaanen gaan zwerven.

In de toppositie van het pak komt het eens inde paar jaar tot een wisseling van de wacht.Waarbij uiteraard niet noodzakelijk alfa-mannetje en -vrouwtje tegelijk aftreden. Watdat betreft is chimpanseepolitiek ook in hetwolvenrijk aan de orde van de dag en kan hetbeeld van de wolf als symbool van eeuwigetrouw aan leider en partner als een waar fabel-tje worden beschouwd.

De reden waarom wolven in een pak jagen iseen mix van interne en externe factoren. Metandere woorden: het beroeps- en privélevenmoeten met elkaar in harmonie zijn. De ba-lans tussen jacht in een pak en het leven ineen pak moet in ieder geval energetisch lo-nend zijn. Zo geeft Promberger al aan dat dedruk die op het bestaan van wolven wordt uit-geoefend door aaseters zoals de raaf, een bij-drage levert aan de noodzaak tot het leven inpaks. Immers; als aaseter moet de wolf con-curreren met dieren die door hun vliegvermo-gen beter zijn geëquipeerd als aaseter, waar-door het voor de wolf loont om zelf prooien tedoden (en bij voorkeur grote prooien).

Raven leven daarentegen zo veel mogelijk inparen. Hun monogamie of huwelijkse trouwkan, wanneer daar niets tussenkomt, meer danvijftig jaar duren. Zo lief als beide partners je-gens elkaar zijn (ze leven bijna voortdurend ineen toestand van baltsen) zo agressief zijn zijjegens buitenstaanders. Om zich tegen dezedominante agressieve paren te weren, vormeneenlingen (jongeren, ouderen, zwervers, etc.)op hun beurt grotere groepen.

NIEUWE

De raaf is als vertegenwoordi-ger van de kraaiachtigen eenzangvogel (ondersoortOscines). Zangvogels geldenin evolutionaire termen alsde jongste en meest ontwik-kelde klasse van de vogels(Aves). Daarbinnen vormende kraaiachtigen, en metname de raven, weer de laat-ste evolutionaire stap. Onderde zoogdieren gelden dehoefdieren (Artiodactyla) ende roofdieren (Carnivora) enspeciaal de hondachtigen, alsde laatste loot aan deevolutionaire boom. En daar-binnen staan weer de raaf ende wolf aan de absolute top,net zoals de mens dat is bin-nen de primaten.

De raaf heeft zich als enigehaaiachtige volledig op aasgespecialiseerd. Daarbij geldtde dood als een zeer goedrenderend bedrijf, omdat al-les wat leeft nu eenmaal eensmoet sterven en de buit dusmet een zekere regelmaat enrelatief eenvoudig binnen be-reik komt. De kunst is echterom de extreem korte periodetussen het sterven en hetverrottingsproces te benut-ten. Overigens staan zelfs dedieren die leven van hetverrottingsproces onder grotetijdsdruk, want in tegenstel-ling tot dood hout is eendood dier snel tot op het botafgekloven. Vlees, of dat nuin de vorm van zelf gevangenprooien of in de vorm van aaswordt gegeten, bevat vol-doende fosfaten en eiwittenom daaruit relatief grote her-senen en een hogere intelli-gentie te vormen. Waarbijomgekeerd geldt dat wanneereen en ander eenmaal is be-reikt, er ook weer voldoendebouwstoffen moeten wordenopgenomen om dit te onder-houden. Wolf en raaf hebbendus beiden hoogwaardigvoedsel nodig. Maar daarvoorzijn meer redenen. Wolven-pups worden na een draagtijdvan ongeveer twee maanden

WILDERNIS NUMMER 7

Schijnparingen voorafgaand- aan de paartijd versterkende sociale band. Foto: ETik Zimen.

Een nest raven welpen. Foto: Thomas GrÜnkom.

De 'driehoek' mens, raaf en wolf. Foto: Micha Dudek, metvriendelijke medewerking van ZIM, Hamburg.

2 2 .0 0 0

Page 7: Nieuwe Wildernis 20

in ~et voorjaar geboren. Als we aannemen dateerYlwolfmet een gemiddeld gewicht van 500gram ter wereld komt en als eenvolwassendieêrussen de 30 en 50 kilo weegt, dan is hetgeboortegewicht van een wolf ongeveer I à 2%van zijn gemiddelde eindgewicht. Met 4 tot 8welpen worden bov~ndien voor een zoogdier

/met de grootte van een wolf relatief veel jon-gen ter wereld gebracht.

(

De jongen zijn, net als de jongen van raven,volledig afhankelijk van hun ouders. Ze zijnblind en kunnen nauwelijks lopen en moeteneerst een periode in de bescherming van hethol verblijven. Wolven en raven zijn dus geennestvlieders. Wolven komen onderontwikkeldter wereld om het smalle geboortekanaal tekunnen passeren. Des te verbazingwekkenderis het dat jonge wolven de eerstvolgende herfstal nagenoeg op hun eindgewicht zitten, hoewelze tussen de oren dan nog echte welpen zijn.Aan de ene kant is dat nodig omdat in deherfst het kleine jachtgebied in de directe om-gftving van het hol waar de welpen zijn gebo-ren, niet meer voldoet en het volledige territo-rium benut moet worden. En dat vereist eenzekere fysieke rijpheid. Andersom gerede-neerd, kan men zeggen dat door de fysiekewasdom van de jongen het volledige jachtge-bied kan worden benut, zonder dat de groepregelmatig naar het hol terugmoet.

WolfsjongenDaarbij komt dat een relatief groot lichaamrelatief minder warmte aan de omgeving af-staat (wet van Bergman, 1814-1865), hetgeenin noordelijke streken een belangrijke voor-waarde is om te overleven, dan wel een voor-deel is ten opzichte van andere soorten. Dit isvermoedelijk ook de reden waarom wolven innoordelijke gebieden ook zo vroeg in hetvoorjaar worden geboren, namelijk om deeerste vuurproef van het leven, de koude win-ter, te kunnen doorstaan. Bovendien is hetaannemelijk dat de vrouwtjes zwanger zijn,c.q. hun jongen werpen in de periode dat deprooi het makkelijkst te pakken is, namelijkin de late winter.

De basis voor de samenstelling van de groepzijn enerzijds de verzorging van het zogendewijfje en haar jongen en anderzijds degeboortebeperking die binnen de groep geldt.Zoals we al hebben aangegeven helpen alle le-

. \den van het pak mee bij het grootbrengen vande jongen, zij zijn immers ook hun toekom-stige jachtpartners. Het gezamenlijk op-groeien in familieverband en de intensievebijdrage aan de opvoeding van de jongen dooralle groepsleden leiden ertoe dat alle leden el-

NIEUWE

kaar goed leren kennen, hetgeen vervolgensweer de basis vormt voor een succesvolle ge-meenschappelijk jacht. Bij samenwerkinggaat het er immers om dat de dieren precieskunnen inschatten wat de andere leden vande groep gaan doen. Vele verzorgers in degroep dragen bij tot een constante stroom vanhoogwaardig voedsel die de jongen een snellegroei tot volwassenheid garanderen. Desal-niettemin is een hoge sterfte onder de eerste-jaars zeer gebruikelijk.

RavenjongenOok ravenjongen komen uitgesproken onvol-ledig in de volgens de mythen door hen zelfgeschapen wereld uit het ei. Een raveneiweegt 30 gram, dat is ongeveer 204% van heteind gewicht van een volwassen vogel, diedoorgaans 1250 gram weegt. Dit is op de aal-scholver na relatief het kleinste ei van de in-heemse vogels. De jonge raaf kruipt, na eenbroedperiode van drie weken in de late win-ter uit het ei. In Midden-Europa is dit onge-veer medio maart.

De draagtijd van de raaf bedraagt ongeveer 6weken. De 4 tot 6 eieren worden 3 wekenbebroed. Daarna bevolken de jongen zo'n 40dagen uitermate luidruchtig het nest, dat ove-rigens soms beter als een horst kan wordenomschreven. Dan begint het stadium alstakkeling. Ze hebben hun eind gewicht be-reikt, maar kunnen nog niet of matig vliegenen houden zich in de omgeving van het nestop. Opvallend is dus dat de vogels zeer snelhun eindgewicht bereiken. Sterker nog, som-migen vallen later aan het einde van dekuikentijd nog wat af om te kunnen vliegenen het nest te kunnen verlaten.

InprentingMidden mei, wanneer de jonge raven op dehelft van hun puberale takkelingenperiode zijn,worden de jonge wolven geboren. Daar, in eenkleine ruimte onder de grond, leren ze door di-rect lichaamscontact alleen de moeder en haarzusters als verzorgsters kennen. Het waarne-mingsvermogen van de jongen beperkt zich indeze vroege periode tot het waarnemen van delichaamswarmte. De ogen en oren gaan pasrond de 12e-I4e levensdag open. In deze pe-riode zijn de nog zeer jonge dieren zeer gevoe-lig voor prikkels en staat het socialisatieprocescentraal. Naar Lorenz wordt dit inprenting ge-noemd. Wat de dieren in deze fase leren, ver-geten zij nooit meer. Na deze inprentingsfasevolgt de fase waarin het jong zich meer op zijnsoortgenoten richt. De kleine wolf leert het ka-rakter van zijn gezellen kennen.

WILDERNIS NUMMER

De inprenting van de raaf is eerder voltooid.Deze begint al in de eindfase in het ei en isna het uitkomen reeds voltooid. Het is duidelijk: wolf en raaf leven reeds vanaf hun kin-derjaren in onderlinge nabijheid en sym-biose, waarbij de raaf zich op de wolf richt.De luidruchtigheid van de jonge raven bereilondertussen haar hoogtepunt. Met hun grot!open rode bekken bedelen zij bij hun oudersom voedsel, terwijl de jonge wolven 'diep inhet hol hun oren beginnen te spitsen. Alsdeze dan een week later buiten de ingang va:het hol verschijnen, kennen zij de ravenreeds zonder ze ooit gezien te hebben. Dejonge raven zijn ondertussen druk bezig omhun vleugelspieren te oefenen en leren ondetoezicht van de ouders te vliegen. Daarnaastleren ze ook de wolven kennen en dan vooraook waar zij nuttig voor zijn.

Zesde zintuigOnder natuurlijke omstandigheden gaan woven in de herfst met de aanwas van dat jaardoor hun IOO tot IOO.OOOkm' grote territo-rium zwerven. De jonge raven verlaten ronddeze tijd eveneens het ouderlijk nest en slui-ten zich aan bij grote niet-territoriale zwer-vende groepen. Dan begint voor de jonge ra-ven een tot het zevende levensjaar durendeleerperiode, waarin zij weliswaar eerder ge-slachtsrijp worden, maar omdat zij nog nietin staat zijn om een territorium te verwerverniet eerder tot broeden komen.

Raven kunnen zich een dergelijke lange jeugdpermitteren vanwege hun zeer hoge levensver-wachting van 50 jaar. Raven zien zelfs vele genraties wolven komen en gaan. Wolven hebbenonder natuurlijke omstandigheden een gemid-delde levensverwachting van hoogstens 5 jaar.

Raven doorlopen in principe twee entwikke-lingsfasen. De eerste is de zwermfase, waarinzij de aanwezigheid van grote aantallen soort-genoten op prijs stellen en geen vaste woon-en verblijfplaats hebben en gezamenlijkeslaapplaatsen gebruiken. De tweede fase is divan 'cocoonen'. Ze hebben dan een partner eleen territorium gevonden en zijn voor zoverbekend, strikt monogaam en uitermate agressief jegens soortgenoten. Het omgekeerdegeldt voor wolven. Hoe kleiner het pak is, desvriendelijker zijn ze tegen soortgenoten. Omvan 'einzelgangers' nog maar te zwijgen.

SamenwerkingWolven en raven kennen onderling diversevormen van samenwerking. En hoe meer zijsamenwerken, des te makkelijker is hun be-staan. Territoriale ravenpaartjes houden zich

2 2 o : 0 0 8

Page 8: Nieuwe Wildernis 20

ook ~nneer zij geen jongen hebben, hetliefst~p in de omgeving van hun horst, waar-bij deze het liefst in de omgeving van eenwolveàhol gesitueerd is. Zo'n horst is dan inieder geval tot in de zomer een geschikteplaats om de activiteiten van de wolven in degaten te houden. En hoewel het raven paar ge-durende de winter misschien een meernomadisch bestaan moet leiden, is in deze pe-riode de tafel gedekt. Rond de wolvenburchtbevindt zich namelijk een grote hoeveelheidaas en daarmee samenhangend voedsel, varië-rend van kevers, aasvliegen, maden en alle an-dere dieren wier zintuigen worden geprikkelddoor de dood. De raaf is er daar één van, zij

tere dode dieren open te scheuren. Het wol-vengebit moet dat doen. Wolven zijn boven-dien de beste garantie dat de prooi daadwerke-lijk dood is. Raven reageren daarom ook op hetgehuil van wolven. De vraag of dit gedrag erfe-lijk of aangeleerd is, is nog niet beantwoord.

Daarnaast moet worden opgemerkt dat wol-ven een zeker gezondheidsrisico vormen vooreen onvoorzichtige raaf. Maar het omge-keerde geldt ook! Aan de ene kant kan het g~-krijs van raven de wolven op het spoor zettenvan gevonden aas. Aan de andere kant kun-nen raven door het eten van prooiresten endoor het vermogen van raven om een deel

Het prooiaandeel van raven in de woljkills, afhankelijk van de pakgrootte.Christopn Promberger, 1992.

het dat deze zich meer op de wolf richt dan opde dode materie, zoals vliegen dat doen.

Overal op aarde waar wolven jagen, is vastge-steld dat zij worden begeleid door raven. Ravenkunnen door hun vliegvermogen heen en weerpendelen tussen jager en gejaagde, waarbij zijdriftig aan de hemel krijsen. Raven zijn daarbijechter geen zelfstandige correspondenten,maar richten zijn volledig op de wolven. R~venmaken niet alleen gebruik van wolven doordatdeze hun prooien doden, maar hebben wolvenvaak ook nodig voor het aas. Immers, de 7,5 tot9,5 cm grote snavel is wel krachtig, maar nietsterk genoeg om bijvoorbeeld de huid van gro-

NIEUWE

van de prooi te stelen en te verbergen, dehoeveelheid beschikbaar voedsel voor de wolfnegatief beïnvloeden. Deze invloed is echterafhankelijk van de grootte van het pak. Min-der wolven betekent dat de raven meer tijdhebben om te handelen. Hier beweegt de raafzich van commensialisme naar parasitisme,terwijl symbiose zich eigenlijk ontwikkelt uitparasitisme. Toch lijkt het er op dat raaf enwolf echte symbionten zijn, waarbij afwisse-lend de een van de ander profiteert. Menmoet daarbij wel een bredere kijk op sym-biose hebben dan die tussen een poetsgarnaalen een grondel die hun hele leven in eenkleine holletje doorbrengen. Vooral in de

WILDERNIS -.NUMMER

noordelijke regionen, en dan met name in dewinter, neemt de afhankelijkheid van de raaften opzichte van de wolf sterk toe, daar zichbuiten aas en wolfkills weinig andere voeding-smogelijkheden voordoen. Toch geldt ook datin deze voedselarme gebieden de wolf zijnenergetische grenzen bereikt en zijn gevleu-gelde partner leert waarderen. Het leven isenergie winnen en informatie inwinnen enmet name informatie inwinnen om energie tewinnen. Met daarbij uiteraard een positieveterugkoppeling, want alle energiewinningleidt weer tot een beter vermogen om infor-matie in te winnen. Wolven en raven onder-houden met hun soortgenoten een bijzonderuitgebreid scala aan communicatievormen.Zij zijn echter ook in staat om de communica-tie van de andere soort te begrijpen en zijnmisschien zelfs in staat om onderling te com-municeren. Het is niet duidelijk of deze we-derzijdse verstandhouding een vorm van co-evolutie is, of dat de soorten zelfstandig dezevaardigheid hebben eigen gemaakt.

MensZeker is ook dat de mens ooit deel uitmaaktevan dit symbiotisch verbond. Deels is dat ooknu nog het geval. De raaf heeft geleerd geweer-schoten te koppelen aan aas, terwijl de wolf, bijgebrek aan prooidieren, (veelal door diezelfdemens veroorzaakt) zich richt op het vee dat demens argeloos laat rondlopen. Daarmee warenwij mensen niet altijd even blij. Dat moet4°.000 jaar geleden anders zijn geweest, toende jager-verzamelaars het gekraai van de raafverbonden met de aanwezigheid van voedsel,niet zelden gedood door de wolf. Beide soortenzullen waarschijnlijk het respect van dezemensen gehad hebben.

Ondanks de veranderende omstandighedenhebben wolven en raven nog één ding ge-meen. Zij bleken in staat om te overleven ingoede en slechte tijden, terwijl hun leefgebiedzich grondig en soms rampzalig veranderdeen waarbij de dieren door de mens zeer inten-sief vervolgd werden. Beide diersoorten zijnop dit moment op diverse plekken op de we-reld en onafhankelijk van elkaar bezig omoude leefgebieden terug te veroveren. Somsmet, soms zonder de hulp van de mens, ensoms zelfs ondanks de tegenwerking van demens. De raaf ligt daarbij uiteraard een vleu-gelslag voor op de wolf. En ook nu horen demensen hem alweer voordat zij hem gezienhebben. Dat ;zal ook weer gelden voor de wolf.En het is aan ons om toe te staan dat er weereen nieuwe en zuiver klinkende triangel in devorm van een driehoekssymbiose ontstaat tus-sen wolf, mens en raaf. lil

2 2 0 0 0 9