fame magazine najaar 2007

36
André van den Berg Herstructurering: meer dan stenen Johan Blokland frisse ideeën Corb!no bijzondere ontmoetingen F AMEmagazine over ontwerp en ontwikkeling van vastgoed najaar 07

Upload: fame

Post on 16-Mar-2016

232 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

FAME Magazine najaar 2007

TRANSCRIPT

Page 1: FAME Magazine najaar 2007

André van den BergHerstructurering: meer dan stenen

Johan Blokland frisse ideeën

Corb!no bijzondere ontmoetingen

FAMEmagazineover ontwerp en ontwikkeling van vastgoed

najaar 07

Page 2: FAME Magazine najaar 2007

Zwols designin de Randstad

18

Zorg isHot item

32

architectuur en stedenbouwplanontwikkelingbouwmanagement

Jaargang 1 nummer 2

Fame Magazine is een uitgave van

FAME GroepArnhem-Zuidwolde-ZwolleSpiekampenweg 27921 PA ZuidwoldePostbus 407920 AA Zuidwolde(0528) 229 700www.famegroep.nl

EindredactieHenk Vonk

FotografieCorb!nowww.corbino.nl

VormgevingBy Frank, vormgeving bnowww.byfrank.nl

Coördinatie en realisatieRoyal Publisherswww.royalpublishers.nl

Inhoud

Page 3: FAME Magazine najaar 2007

Voorwoord

In de maand mei van dit jaar presenteerde de

FAME Groep haar eerste magazine. Ruim 3000

exemplaren gingen naar ontwikkelaars, beleg-

gers, instellingen, gemeenten en bedrijven.We

werden verrast door de vele reacties per tele-

foon, mail en zelfs per brief, waarvoor onze

hartelijke dank.

Met ons magazine geven wij telkens een kijkje

in de wereld van FAME.We doen dat het liefst

via onze medewerkers, klanten en relaties. In

dit herfstnummer laten we architect/vesti-

gingsmanager Johan Blokland ruimschoots aan

het woord. In januari 2005 nam hij de leiding

over van onze vestiging Architectuur &

Stedenbouw in Arnhem. Sindsdien heeft hij

een belangrijke bijdrage geleverd aan het

gedachtegoed van de FAME Groep en weet hij

op een bijzondere en inspirerende manier de

vestiging te laten groeien met nieuwe mensen

en prachtige projecten.

Fotograaf Maarten Corbijn (Corb!no) is voor-

al bekend van zijn eigenzinnige opnames van

bekende persoonlijkheden en popgroepen in

binnen- en buitenland. Sinds 2004 heeft hij

de hand in de fotografiestijl van de FAME

Groep. In dit magazine een portret van deze

man achter onze schermen.

Ik wens u veel leesplezier!

Henk Vonk

Directeur FAME Groep

Corb!no

Bijzondereontmoetingen

28

Johan Bloklandfrisse ideeën

4

fame 3

Page 4: FAME Magazine najaar 2007

JohanBlokland

Page 5: FAME Magazine najaar 2007

fame 5

Na zijn studie aan de TU in Delft werkte Johan als projectleideraan de oprichting van de eerste woningcorporatie in Zuid-Afrika, waarna hij terug in Nederland als architect en later als partner werkzaam was bij Atelier PRO in Den Haag. Daarmaakte hij zijn eerste spraakmakende projecten zoals FloriandeEiland 12 in Hoofddorp, De Paschalisschool in Den Haag(bekroond met een prestigieuze Amerikaanse prijs), de Van Heekgarage in Enschede en het opvallende NieuwlandPoldermuseum in Lelystad.

Johan, wat was de reden voor jou om naar FAME te gaan?

‘In de eerste plaats had ik met mijn vrouw besloten om vanuit

Den Haag naar het oosten van het land te gaan. We wildenrustiger wonen in de omgeving waar mijn vrouw vandaan komt.FAME kwam op mijn pad door een oproep in het blad DeArchitect. Om een lang verhaal kort te maken komt het er opneer dat het profiel van FAME mij wel aanstond en dat ik ineen heel zelfstandige rol de vrijheid kreeg om een eigen divisieaan te sturen. Bij FAME leeft de ambitie om de architectuurqua schaal en stijl op een hoger plan te krijgen. Ik was toe aandie zelfstandige rol. Verder wilde ik toch graag voor een grootbedrijf werken. Dat geeft veel voordelen qua kennis en net-werk. De snelheid waarmee we mijn divisie in Arnhem hebbenuitgebouwd was me zelfstandig nooit gelukt. De gestaagheidwaarmee we nu de doelstellingen realiseren geeft mij heel veelvoldoening.’

Architect ir. Johan Blokland is sindsjanuari 2005 het gezicht van FAMEArchitectuur & Stedenbouw inArnhem. In relatief korte tijd bouwdehij deze vestiging verder uit met eenjong en gedreven team van profes-sionals. Hij weet zich met succes te onderscheiden in prijsvragen en selecties. Een portret van eengedreven architect.

FRISSE IDEEËN

Page 6: FAME Magazine najaar 2007

Je kwam ook in de situatie waarin je voor een groot deelje eigen team kon samenstellen.

‘Ja, enerzijds door groei en anderzijds door wat verloop in hetteam. Daardoor heb ik de mogelijkheid gekregen om het teamrond mijn visie te selecteren. Eigenlijk was dat een cadeautje.Het is voor mij ook een heel bewust traject geweest.’

Waar heb je op gestuurd in dat proces?

‘Het belangrijkste was dat ik mensen heb aangenomen die een opgave in z’n geheel kunnen bekijken, ongeacht de bijdrageaan het project. Ik wil niet dat mijn projecten puur design entechnisch georiënteerd worden opgepakt, maar dat het heleteam rond een project ook nadenkt over het concept en maatschappelijke relevantie. Een project wordt teamgerichtopgepakt en iedereen is van begin tot eind betrokken. Je hebt voor zo’n aanpak hoog opgeleide mensen nodig dieook abstract kunnen denken en opnieuw naar dingen kunnenkijken. Zo krijg je frisse ideeën.’

Je hebt ook een stedenbouwkundige in dienst genomen

Ja, dat paste in het plaatje. Een stedenbouwkundige kijkt anders naar een opgave en heeft meer dan een architect begrip voor de plek. Een architect kijkt veel directer vanuit het gebouw en begint met het programma. De projecten waarwij mee bezig zijn worden ingewikkelder. We doen bijvoor-beeld veel herstructureringsprojecten. In de opvatting van mijnteam is stedenbouw dus geen aparte discipline, maar versterkthet de totaalaanpak. Dat heeft alles te maken met mijn visie dat de plek de drager is van het ontwerp. Wat je nieuw bouwtmoet de plek versterken.’

Je hebt in de afgelopen drie jaar een vrij hechte klantengroep opgebouwd.

‘Ik denk dat een goede opdrachtgever zich wil laten verrassenen bereid is zijn eigen visie te laten aanscherpen. Als deopdrachtgever het zelf wel weet, heeft hij mij niet nodig. De opdrachtgever komt met een opgave waar hij zelf al denk-beelden over heeft en daar gaan wij mee aan de slag. Ik bekijk

de opgave vanuit een ander en breder perspectief. De stad, de plek, de omwonenden en de gebruikers zijn voor mij ookopdrachtgevers. Dat geldt andersom ook. Ik leer als architectook altijd van de positie en argumenten van opdrachtgevers.Door deze wederkerigheid ontstaat per definitie een positieveconflictsituatie. In de relatie tussen mij en mijn opdrachtgeverswordt dat begrepen en we zijn beiden bereid om dat proces te doorlopen. Uiteindelijk wordt het product daar beter van.Mijn relaties kenmerken zich daarin. Ik wil hier nog aan toevoegen, dat architectuur in een ontwik-kelingsproces bijna altijd een aanjager is voor het enthousiasme en de verbondenheid van alle betrokkenen. Wanneer je datproces als architect maximaal wilt benutten moet je met frisseideeën komen waarover gediscussieerd kan worden.

Wat kenmerkt jouw ontwerpen?

‘Ik heb niet een vast herkenbaar handschrift. Ik vind het spannend om niet altijd hetzelfde kunstje te doen. De krachtvan een heel goed ontwerp zit in de visie en het concept. De stedenbouwkundige visie, de maatschappelijke relevantie,functionaliteit etc. Als het concept heel sterk is kun je het opverschillende manieren uitwerken. In die uitwerking heb ik eenhedendaags handschrift. Ik gebruik een moderne beeldtaal, maarals het project er om vraagt gebruik ik historische archetypen.De constante in mijn werk zit in mijn werkwijze en de aanpak.Frisse ideeën, aandacht, zorgvuldigheid en detaillering.’

Laten we in het kort een aantal lopende projecten doornemen

Winkelcentrum Stadsdennen

‘Ja, daar heb ik me een beetje op voorbereid. Ik vind het project Stadsdennen in Harderwijk een leuk voorbeeld van een herstructureringsproject waarvan we er veel in portefeuillehebben. Ik doe dat project in opdracht van Lingotto Vastgoeden Rodamco Nederland. Het gaat om de revitalisering en uitbreiding van een winkelcentrum met een toevoeging van 45 appartementen. Het winkelcentrum maakt deel uit van eenherstructureringswijk. In mijn eerste visie heb ik dat aspect meegenomen door het centrum in de brede context van dewijk te plaatsen.

‘Als de opdrachtgever het zelfwel weet, heeft hij mij niet nodig’

Page 7: FAME Magazine najaar 2007

fame 7

Dat resulteerde in meer begrip en medewerking bij met namede gemeente. Voor het ontwerp ben ik op zoek gegaan naarde kwaliteiten in de bestaande architectuur en sluit die aan op mijn ontwerp voor de nieuwbouw. Ik heb daar gezocht naar de vorm om van oud en nieuw een nieuw geheel temaken met een nieuw eigentijds gezicht in de wijk.

De functie van winkelcentrum bij het oorspronkelijke gebouwkwam heel slecht tot uitdrukking. Je werd eigenlijk alleen geconfronteerd met blinde gevels en laad- en lospunten. Het volledig naar binnen gekeerde winkelcentrum heeft in het ontwerp ook een sterk gezicht naar buiten gekregen en in het centrum wordt het aantrekkelijker winkelen.

Page 8: FAME Magazine najaar 2007

Juliahof Wateringen

‘Juliahof in Wateringen is ook een leuk voorbeeld. Het gaat omdrie appartementencomplexen met een verrassende typologie.3, 4 en 5 woningen per laag, met een grote variëteit aan platte-gronden. In het concept zitten heel royale terrassen en de com-plexen zijn stedenbouwkundig zo gesitueerd dat je altijd mooiuitzicht hebt. We hebben veel tijd en aandacht besteed aan hetconcept op de plek. Ik wilde dat de appartementen een relatiekregen met de grondgebonden woningen. Het moeten geenwezensvreemde gebouwen worden in zo’n wijk, maar ook nietopgeblazen woningen. Het is een heel eigentijdse invullinggeworden met veel buitenruimte, royaal parkeren onder deappartementen en ze zijn in een landschappelijke settinggegroepeerd.’

Page 9: FAME Magazine najaar 2007

fame 9

Kulturhus IJsselmuiden

‘De opdracht voor het Kulturhus in IJsselmuiden heb ik vanuiteen visie selectie gewonnen. In mijn visiepresentatie heb ik bijnavolledig de nadruk gelegd op de ruimtelijke relaties en hetbeheer. Het wordt een vrij omvangrijk concept, met een bredeschool, muziekschool, kinderdagverblijf, medische voorzieningen,sociaal centrum en appartementen. In dit soort processen denken de gebruikers eigenlijk alleen maar aan de invulling van hun eigen ruimte. Ik moet ze warm krijgen voor één gebouw.Buiten de verschijningsvorm is het allermooiste aan het gebouwhet concept van de ruimtelijke relaties met het Kulturplein alscentrum. In de loop van het proces zijn alle betrokkenen heelenthousiast geworden, juist over dat totaalconcept.’

Laat ik afronden met je te vragen of je nog iets aan jeverhaal toe wilt voegen.

‘Ja, ik heb het al gezegd, maar ik wil het graag nog eens bena-drukken. Ik vind dat het thema van de ruimtelijke relaties vooralle publieke gebouwen en herstructureringsprojecten geldt. De verschillende functies zijn vaak wel goed ingevuld, maar deruimtelijke relaties zijn vaak te mistig terwijl juist daar de essen-tie van het complex of gebied ligt. De kunst is voor mij niet omeen gebouw met een functie te maken, maar een goede invul-ling te geven aan de publieke ruimte. Dat maakt het gebouwsterk en is voor mij een maatschappelijke drijfveer.’ �

Prijsvraag Kulturhus IJsselmuiden

Page 10: FAME Magazine najaar 2007

ONBEKEND EN

PimKoelemij

Page 11: FAME Magazine najaar 2007

fame 11

Hoe is het project Juliahof ontstaan?

‘Het project heeft altijd na aan mijn hart gelegen. Er lagen eindvorige eeuw grote ambities voor uitbreiding van Wateringen.Het kassengebied waar nu Juliahof op ontwikkeld wordt, waseen prachtige plek om het dorp Wateringen uit te breiden en

TOCH BEMIND

meer glans te geven. Er kwam een kink in de kabel toenWateringseveld werd geannexeerd en Essellanden voorrangkreeg. Toen de tijd voor Juliahof wel rijp was heb ik de eersteverwervingen gedaan. Op dat moment was ik in dienst bijVolker Wessels Vastgoed. We hebben er direct een lokaalgoed ingevoerde ontwikkelaar bij gezocht. Dat is Webomageworden. In een later stadium is Bouwfonds ook aan tafelgekomen.’

De ontwikkelingspartners waren het snel eens over het con-cept. In tegenstelling tot het dichte en stedelijke Wateringseveldmoest Juliahof een dorps karakter krijgen, met als fundament despecifieke kwaliteiten en waarden van het Westland. Kandekharwerd aangewezen als stedenbouwkundig adviseur en ontwikkel-de een open en groen concept met water en veel laagbouw.

Jullie willen het plan een dorps karakter geven,Wat zijn daar de kenmerken van?

‘Ja, dat is heel erg lastig. Uiteindelijk maken de mensen die er wonen de wijk tot wat het is. Als ontwikkelaar wil je debeïnvloedbare ingrediënten voor dat sociale proces optimaalfaciliteren. Het plan draait in stedenbouwkundig opzicht om de kerk als drager van het plan. Daardoor heb je altijd letterlijkhet gevoel bij het dorp te horen. Er is veel openbaar groen,korte straatjes en we hebben hoogbouw vermeden.

Op zijn kantoor in het zonnigeWateringen hebben we een gesprekmet Pim Koelemij, directeur/eigenaarvan Weboma Ontwikkeling. Koelemijis namens Grondvest Westland BV(een samenwerking tussen Webomaen Van Mierlo) directeur van de v.o.f.Juliahof, die een nieuwe woonwijk realiseert bij Wateringen. Het projectwordt ontwikkeld in samenwerkingmet Volker Wessels Vastgoed inZoetermeer en Bouwfonds MABOntwikkeling Delft. In 2006 werdJohan Blokland van de FAME Groepgeselecteerd als architect voor één vande deelprojecten.We hebben eengesprek over Juliahof, projectambities enhet selectieproces van de architecten.

Page 12: FAME Magazine najaar 2007

Verder is er een grote variëteit aan woningen zodat de bevol-kingssamenstelling een afspiegeling wordt van het dorp zelf.’

Eind 2006 hebben jullie een architectenselectie georganiseerd. Hoe gaat dat in z’n werk?

‘De zogenaamde longlist wordt samengesteld met architectenwaarvan je weet dat ze in staat zijn om een beeldtaal te makendie aansluit op het geformuleerde concept. Verder wil je graagbureaus waar je plezierig mee kunt werken. Ervaring in het verleden speelt dus een grote rol. In die zin had FAME geenvoorsprong. We kenden jullie helemaal niet.

Wat bedoel je met plezierig werken

‘Een architect moet je verrassen door met een frisse kijk eenvorm te bedenken, die past in het concept. Daarover ga je discussiëren, maar er moet ook weer geen vermoeidheid in het proces optreden. Je moet dus met een architect gewerkthebben om daar achter te komen.’

Je zegt dat FAME op achterstand stond

‘Zeker. En ook nadat we de keuze hadden bepaald waren weeerlijk gezegd onzeker. FAME was op de lijst gezet door éénvan de partners. Ook die had nog nooit met jullie gewerkt,maar had er een heel goed gevoel bij en wilde het een kans

geven. Johan Blokland maakte het ons met zijn visiepresentatieook niet gemakkelijker. We hadden vijf architectenbureaus uit-genodigd voor een visiepresentatie waar alle bureaus veel vaneigen werk lieten zien, behalve FAME. Johan ging behoorlijkdiep in op de verdere uitwerking van het stedenbouwkundigconcept naar woningtypologieën en concepten voor apparte-mentgebouwen. Nog behoorlijk abstract dus. Verder liet hij veel voorbeelden zien van woningen die hij zelf niet hadontworpen. Wat ik hier wil maken heb ik in het verleden nog nooit gedaan, zei hij. Ja, achteraf kan ik erom lachen, want de samenwerking verloopt heel erg goed.’

Hoe is de verdeling van de projecten onder de architectenbureaus gegaan

‘Om eerlijk te zijn hebben we FAME een paar projecten gege-ven, die we zelf op het eerste gezicht iets minder interessantvonden. Achteraf bleek het de moeilijkste opgave te zijn.Appartementencomplexen maken die volledig worden opgeno-men in het dorpse concept en dan ook nog met de juiste prijs-kwaliteit verhouding. Johan is daar fantastisch in geslaagd.Qua beeld zijn de appartementen het voorbeeld gewordenvoor de grondgebonden woningen. Alle opdrachtgevers zijnheel enthousiast. Niet alleen over het ontwerp, maar ook overde aanpak, de communicatie en efficiëntie. Het kan dus raarlopen, van onbekend maakt onbemind heeft hij zichzelf heelbemind bij ons gemaakt.’ �

‘Een architect moet verrassen’

Page 13: FAME Magazine najaar 2007

fame 13

In aanbouw

17.500 m2 kantoren en 80 appartementen Apeldoorn.

In opdracht van BEMOG Projectontwikkeling uit Zwolle verzorgt FAME Bouwmanagement het projectmanagement en toezicht voor de bouw van een grootschalig kantorencentrum en een appartementencomplex in Apeldoorn.

Opdrachtgever: BEMOG Projectontwikkeling ZwolleArchitect: Rijnboutt Van der Vossen Rijnboutt bvProjectmanager: Jan Belksma. FAME Bouwmanagement ZwolleProjectinformatie: www.minxkantorencentrum.nl

Page 14: FAME Magazine najaar 2007

HERSTRUCTURERING:MEER DAN STENEN

Page 15: FAME Magazine najaar 2007

fame 15

Het typeert de cultuur van deze kleine corporatie, met eendirecte communicatie en korte lijnen. Ook directeur André vanden Berg, - ‘zeg maar jij’ - heeft geen lange formele introductienodig om tot de kern te komen. Hij praat graag over ‘zijn’Westland en de corporatie. En houdt er hier en daar eeneigenzinnige visie op na die hij niet onder stoelen of bankensteekt. We praten over de visie en de positie van de corporatieen over de herstructurering van de Hofwijk en de Oranjewijkwaarvoor FAME Planontwikkeling de kartrekker is.

Bij aankomst bij WoningcorporatieWateringen aan de Dorpskade wordik doorverwezen naar de zijingang van het gebouw wegens verbouwing.Bij binnenkomst hoef ik me niet aante kondigen: ‘U komt voor de heer Van den Berg’ zegt een vriendelijkedame.‘De trap op en de eerste kamer rechts’.

Andrévan den Berg

Hoe zou je de positie en de visie van de corporatie in hetkort beschrijven?

Woningcorporatie Wateringen heeft bijna 2000 woningen inbezit en het beleid is gericht op de instandhouding daarvan.‘Het grootste deel van ons bezit bestaat uit eengezinswoningenof kan op eenvoudige wijze aan de toekomstige woonbehoeftevan de doelgroepen worden aangepast. Daarbij heeftWateringen geen noemenswaardige leefbaarheidproblemen’,

Page 16: FAME Magazine najaar 2007

betoogt Van den Berg. ‘De woningen worden planmatig en opverzoek van de bewoners aangepast’.

Die positie wordt vooralsnog gekoesterd. ‘We hebben besloten zelfstandig te blijven temidden van het tumult aanfusies en overnames. De belangrijkste reden hiervoor is dat decorporatie zich niet wil vervreemden van de huurders. Een deelvan onze klanten zit in een kwetsbare positie. Wij voelen onsverantwoordelijk om heel dicht bij die huurders te staan enlaagdrempelig te blijven. Ik word aan de lijn van het voetbalvelddoor huurders aangesproken. Dat moet kunnen. Ik zie om mijheen het effect van schaalvergroting. Projectontwikkeling wordtmijns inziens té sexy en sociale volkshuisvesting komt in dehoek van kostenpost terecht. In dat opzicht is er echt een belevingsverschil. We zijn nog steeds heel gezond, dus blijvenwe onze rol op deze manier invullen.’

Hoe ben je met FAME Planontwikkeling in contact gekomen?

De corporatie heeft voor de toekomst één groot herstruc-tureringsproject in de vorm van Oranjewijk in Wateringen. Het project omvat een gebied met op dit moment bijna totaal duizend woningen, waarvan circa de helft huurwoningen. Te groot om met de eigen mensen te ontwikkelen. ‘Ik kwam in contact met FAME via Johan Blokland, die één van de architecten is voor Juliahof, een nieuwbouwproject in

Methode: Multi Criteria Analyse

Het voorkeursmodel voor de Oranjewijk is ontwikkeld aande hand van een bij FAME Planontwikkeling beproefdemethode voor herstructureringsprojecten waarbij het groteaantal betrokken belangengroepen en het multifunctionelekarakter van de opgave twee unieke karakteristieken zijn. Erzijn vier ontwikkelingsmodellen geformuleerd met als bouw-stenen: duurzaamheid van de wijk, leefbaarheid en sociaalbeheer, wonen, zorgvoorzieningen, overige voorzieningen,groen en grijs; wijkeconomie en haalbaarheid op basis vaneen grond- en vastgoedexploitatie. De ontwikkelingsmodel-len variëren van handhaven en renoveren tot herstructure-ren en inbreiden.

In het Plan van Aanpak zijn de werkzaamheden, overlegstruc-tuur en besluitvorming vastgelegd. De beschikbare informa-tie voor nieuwe voorzieningen en de aanpak van hetbestaande vastgoed is geanalyseerd en uitgezet in een meer-jarenplanning. Alle bestaande en toekomstige stakeholderszijn geïnterviewd. Van de bouwstenen zijn SWOT-analysesgemaakt en de gewenste duurzaamheid van de wijk isbeschreven op basis van strategische uitgangspunten van de corporatie. Het uiteindelijke beslismodel is een matrix waarin de concepten (wijkontwikkelingsmodellen) wordengerelateerd aan de verschillende bouwstenen.

Wateringen. In Aedes Magazine had ik een artikel gelezen overde herstructureringsprojecten van FAME Planontwikkeling. Hetbeeld en gevoel bij FAME was goed, dus alle reden om ook eenafspraak te maken over de Oranjewijk. Daarbij moet ik zeggendat ik het een groot voordeel vind dat FAME niet uit de buurtkomt. De onbevangenheid die daarmee gepaard gaat is eengroot pluspunt en heeft ook zeker bijgedragen aan het resul-taat.’

Wanneer is de corporatie begonnen met de plannen voor de herstructurering?

‘We zijn in 2004 gestart met het maken van plannen, plannetjes en visies. Maar dat voelde niet goed. In alle plannenwerd te veel vanuit de techniek en planeconomie gedacht.Herstructurering gaat niet alleen om stenen. Ook maatschap-pelijke en sociale kwaliteiten en structuren zijn in het geding.Tot nu toe waren die aspecten niet aan bod gekomen. FAMEPlanontwikkeling is na een heel snelle en efficiënte offerterondein januari 2007 aan de slag gegaan en nu, na een half jaar, ligt ereen volledige rapportage en een voorkeursmodel dat is goed-gekeurd door alle betrokkenen, inclusief de gemeente en onzeraad van commissarissen. We hebben in een korte periode eengigantische inhaalslag gemaakt. Daar ben ik best een beetje trotsop. We kunnen nu beginnen met de ontwikkeling van eenMasterplan.’

Wat was de belangrijkste reden van de snelle voortgang?

In de eerste plaats vormt de methode van FAME Planontwik-keling een heel compleet beeld op basis waarvan je goed kunt beslissen. Alle ontwikkelaspecten zijn meegenomen. De geïntegreerde stedenbouwkundige visie bleek daarbij een aanjager in de beeldvorming en het enthousiasme bij alle partijen.Paul Westenbrink heeft zo’n twintig belangenorganisaties geïnter-viewd en in beeld gebracht. De gemeente is goed in het procesbetrokken en het eindresultaat spreekt politiek en ambtelijk ergaan. Maar ook geld, techniek en ruimtelijke ordening maken inte-graal deel uit van het proces. Een ander sterk punt is geweest datPaul op een hele frisse manier tegen de materie aan heeft geke-ken. Hij zet je aan het denken en weet heel goed waar hij naartoe wil. Hij luistert goed en weet breed draagvlak te kweken.

Wat voor wijk wordt het, als het straks allemaal klaar is?

Het allerbelangrijkste is dat het de wijk blijft die het nu ook al is, een wijk van mensen. Wateringen is een mooi dorp, metontzettend veel kwaliteiten. De wijk wordt minder dicht danzou mogen. We houden het open en groen. Het voorzienin-genniveau gaat sterk omhoog. De wijk wordt completer. Heel belangrijk vinden wij dat de kwaliteit hoog is. Het is onzeervaring dat mensen zuiniger zijn op kwaliteit. Het geeft meerhet gevoel dat het van henzelf is. Qua woningtypologie wordthet heel gevarieerd. Mensen moeten in hun eigen wijk eenwooncarrière kunnen maken. Je moet er kunnen starten en oud kunnen worden. �

Page 17: FAME Magazine najaar 2007

fame 17

Opgeleverd

Fase 1. Woningbouw Het Palet Assen

Opdrachtgever:Ter Steege Ontwikkeling Rijssen

Architect:FAME Architectuur & Stedenbouw Arnhem

Page 18: FAME Magazine najaar 2007

Op de negende verdieping van de Blauwvingervestein Zwolle heb je een uitstekend overzicht van de ont-wikkelingsprojecten in Zwolle. Direct aan de anderekant van de A28 vindt op dit moment een groot-schalige ontwikkeling plaats van het Deltion College:een clustering van onderwijsrichtingen in één grootcomplex. Architectenbureau FAME is ook betrokkenbij zo’n ontwikkeling, maar dan in Delft. Een interviewmet projectarchitect Jules van der Linden.

Opdrachtgever van het schoolgebouw tussen de Schie en het centrum van Delft is de Mondriaan Onderwijs Groep, met ruim 70 vestigingen in de Randstad. Na een voorselectie werdFAME Architectuur & Stedenbouw uit vijf architectenbureausop basis van een visiepresentatie gekozen als architect voordeze grootschalige ontwikkeling.

Op welke manier heb je het project benaderd om als winnaar uit de bus te komen?

‘Ik vind dat je je bij dit soort opgaven in de eerste plaats heelgoed moet realiseren voor wie het gebouw optimaal gefacili-teerd dient te worden. In dit geval een ROC met drie clusters:

Techniek en ICT, Zakelijke dienstverlening en Mens enMaatschappij. In het complex wordt onderwijs gegeven aanruim 5000 leerlingen. Zes dagen in de week, overdag en ’s avonds. Dat wordt dus een geweldig dynamische omgevingwaar mensen dagelijks letterlijk en figuurlijk hun weg moetenvinden. Dat betekent dat het hele project logistiek perfect inelkaar moet zitten, maar temeer dat de gebruikers het ook alseen thuis moeten aanvoelen. Je moet je voorstellen dat daarzo’n 55 nationaliteiten rondlopen! Het tweede aspect in mijnbenadering is gericht op de verschijningsvorm van het gebouwin de specifieke stedelijke setting. In dit geval tussen de Schie enhet centrum van Delft. Ik heb van de opdrachtgever begrependat mijn collega-concurrenten vooral geïnteresseerd waren inde buitenkant van het gebouw’.

Kun je wat meer vertellen over het concept?

‘De visie over het onderwijssysteem bij dit ROC is veranderdvan star en klassikaal naar flexibel en individueel. Leerlingenhebben een grotere vrijheid en zijn meer op het eigen initiatiefaangewezen. Het totale complex is opgedeeld naar drie domeinen. Vanwege de flexibiliteit hebben we dat niet op een bouwkundige manier opgelost, maar in sferen. Leerlingenkunnen de weg naar hun eigen cluster vinden door middel

Zwols design

Page 19: FAME Magazine najaar 2007

fame 19

van servicebalies en een signingconcept met kleuren en sym-bolen. Er is heel veel aandacht besteed aan de grote openbareontmoetingsruimtes. Met veel glas, natuurlijke materialen enzachte kleurstellingen wordt een fraaie binnenwereld gecreëerdmet als doel de leerlingen ook buiten de lesuren in het gebouwte kunnen houden. In de huidige gebouwen vliegen de leerlin-gen direct uit als de lessen voorbij zijn. Aan mij dus de taak om een concept te ontwerpen waarbij het openbaar gebied en devoorzieningen in het gebouw aanleiding geven voor verblijf.

Is dat moeilijk?

‘Ja, omdat er buiten het gebouw, zeker in Delft, ook heel watvalt te beleven. In mijn ontwerp ga ik de concurrentie aan metde stad en dat is een hele opgave’.

En hoe gaan we de buitenkant van het gebouw beleven?

‘De buitenkant is in contrast met de binnenwereld. Naar destad toe heeft het complex een hele markante kop en tweefraaie groots uitgepakte entrees die ook dienen als verblijfsruimte.Het geheel wordt uitgevoerd in een robuuste baksteen om de beschermde binnenwereld mee te accentueren. Aan de‘binnenkant’ van het complex richting de Schie liggen veel

groene verblijfsruimten en sportfaciliteiten. Hoewel het gebouween eyecatcher wordt, benadrukt de buitenkant dat het gebruiknaar binnen gekeerd is. In tegenstelling tot bijvoorbeeld eenwinkelcentrum gaat dit gebouw functioneel geen relatie aanmet de buitenwereld. Het wordt dus pas een echte sensatiewanneer je door het gebouw heenloopt’.

Wordt dit weer een echte ‘Jules van der Linden’?

‘Absoluut! De essentie van mijn concepten ligt altijd in de optimale verhouding tussen gebruik en beleving en dat gaat hier heel goed lukken’. �

FAME Architectuur & Stedenbouw Zwolle

Concept:Ir. Jules van der Linden en Ir. Bart BurgerhoudtArchitectuur:Ir. Jules van der LindenProjectleiding:Ing. Jan Klijn

in de randstad

Page 20: FAME Magazine najaar 2007

DRENTHENIEREN 2.0

Page 21: FAME Magazine najaar 2007

fame 21

Ruim 30 procent van de Nederlanders droomt van meer rust en ruimte.Wat zou het Noorden en specifiekDrenthe kunnen en moeten doen om de grote groep rust- en ruimtezoekers te lokken?

Dat het onderwerp leeft, blijkt uit het feit dat er op vrijdag 7 september jongstleden onafhankelijk van elkaar twee discussies over ‘verhuizen van de stad naar het Noorden’ plaats-vonden. Eentje in Groningen, georganiseerd door de PvdA, en eentje in Zuidwolde, alwaar opuitnodiging van de FAME Groep een tiental bestuurders en beslissers discussieerden over ‘kansenvoor het Noorden’. Aanleiding voor deze bijeenkomst was het onderzoek ‘De nieuwe landver-huizers’, waarin de FAME Groep participeerde.

Pioniers

Doel van de bijeenkomst was het benoemen van kansrijke nieuwe bevolkingsgroepen en het inkaart krijgen van de wensen en eisen van deze groepen en zelfs de plaatsen waar deze groepenzich thuis zouden kunnen voelen. Vooral de ruwe veengebieden, waar ‘men wars is van regels’,bieden bij uitstek ruimte aan de vrijgevochten pioniers. Voor hen staat een vrijere mentaliteitbovenaan de wensenlijst. Bovendien zijn ze op zoek naar lagere lasten en minder regels.De ontdekkers hebben Drenthe al ontdekt als een ideale plaats voor vrij wonen. Deze groepvindt al jaren de weg naar deze provincie, waar het verlangen naar meer ruimte, minder hectieken een mooie omgeving ingewilligd wordt. Dat deze groep ook tot economische groei leidt,blijkt uit het toenemende aantal kleine adviespraktijken en vrije beroepen. Kleine ondernemingen,die zich zonder ‘witte schimmel’ aan de snelweg vestigen in dorpskernen en zich met het landschap verweven.’

Trendbreuk

Voor de settlers, de gewone gezinnen die de Randstad verlaten vanwege de hectiek, lijken vooralde middelgrote Drentse steden aan te sluiten bij de verlangens. Met goede voorzieningen voorgezin en kind, maar zonder de overweldigende veelheid en druk van de Randstad, moeten deze

Page 22: FAME Magazine najaar 2007

steden het kleinschalige karakter pogen te behouden. 'De trendbreuk waaraan we moeten wennen, zo wordt gesteld, is de breuk met het dogma van de groei.’ Het nog prille inzicht datgroter niet altijd beter hoeft te zijn, is nog niet overal doorgedrongen. ‘We zullen ons moetenrealiseren dat volume van wonen en werken niet altijd te verkiezen is boven de kwaliteit.’ Vanuit lange termijn scenario’s wordt gewezen op het belang van het bondgenootschap tussenprivate en publieke partijen. Waarbij niet de tegenstelling, maar het gemeenschappelijk belang(Drente mooi en plezierig te houden) voorop staat. ‘Het is jammer dat we zo vaak tegenoverelkaar lijken te staan’ Dit uitgesproken verlangen sluit naadloos aan bij een toekomstscenario‘Samenleven in Nederland.’ Waar vertrouwen in elkaar en een als gezamenlijk ervarenNederland de hoofdmoot vormen. Leisure (toerisme, recreatie, vrije tijd), zorg, kleinschaligedienstverlening en zelfs duurzaamheid worden genoemd als grote kanshebbers voor een gezonde economie van overmorgen. ‘In de landbouw zien we momenteel veel dynamiek.Dit resulteert in nieuwe waardevolle bestemmingen van de grond, als landschappelijke waardeen in de opbrengst van onder andere kleinschalige landbouw.’

Page 23: FAME Magazine najaar 2007

fame 23

Uitstroom

De aanwezigen maakten zich geen zorgen over de uitstroom naar aantrekkelijke woonplaatsennet over de Duitse grens. De mensen die naar deze region verhuizen, passen hier misschien niet zo, werd gesteld. Meer zorgen maakte men zich over grootschalige emigratie en over hetgebrek aan borging met vertrekkende jongeren.

In het meest futuristische scenario zijn we ‘los van tijd en plaats’. De plek waar we leven is dan een keuze en de onze link naar de buitenwereld is het internet. In dat scenario past de uitgesproken droom om meer met elkaar te delen, Partijen naast in plaats van tegenover elkaar. Een aanzet daartoe werd deze middag gegeven, waarvoor hartelijk dank aan:

P. Snijders, wethouder gemeente Coevorden (thans Burgemeester gemeente De Wolden)K. Boer, concern staf gemeente HoogeveenMr. W. Urlings, burgemeester gemeente HoogeveenIr. H. Bouwman, directeur HKB StedenbouwkundigenDrs. J. Elfrink, jurist/planoloog HKB StedenbouwkundigenH. Hartog, Directeur Recreatieschap DrentheE. van der Bilt, Directeur Stichting Het Drentse LandschapDrs. Justine Marseille, Directeur The Future Institute RotterdamH. Vonk, FAME GroepJ. Fieten, FAME Planontwikkeling

Page 24: FAME Magazine najaar 2007

Janvan Goor

‘Ik voel me een echte FAMER. Dat heeft me een aantal mooie aanbiedingen gekost’. De verbondenheid en trouw aan de streek waar hij geboren is, zijn gezin,zijn vrienden en dus ook FAME blijkt de rode draad in

de levenshouding van Jan van Goor, projectleider bij FAME Bouwmanagement in Zwolle.

Page 25: FAME Magazine najaar 2007

fame 25

Jan is een vlotte prater, recht door zee, vol met humor en anekdotes. Het gesprek loopt dus vlot en hij heeft er geen moeite mee het achterste van z’n tong te laten zien. ‘Ik groeide op in een boerengezin. Mijn vader was varkenshouder en we woonden midden in de weilanden, afgesloten vanhet dorp. Een paar honderd meter verderop woonde nog een boer met kinderen en dat was het.Zo’n jeugd heeft veel invloed op je ontwikkeling. We werkten als kinderen mee op het bedrijf enook bouwen deden we zelf. Het was een mentaliteit van aanpakken en doorzetten. Je moest hethebben van je eigen initiatief, een ander deed het niet voor je. Veel van mijn vrienden gingen na hunschooltijd op de bouw werken of werden vrachtwagenchauffeur. Helemaal niets mis mee, maar ikzag dat niet zo zitten’.

Samen

Na zijn schooltijd begon hij als uitvoerder bij een bouwbedrijf. ‘Machtig mooi werk. Veel geleerd.Vooral door het gewoon te doen en goed luisteren naar de ouwe rotten op de bouw. Als je alsbroekie de wijsneus gaat uithangen laten ze je als een baksteen vallen. Ik heb daar geleerd dat jebouwen samen doet. Maar ik werd ook in het diepe gegooid. We bouwden een fabriek in Delfzijlvoor een Amerikaanse klant. Jantje was de enige die een beetje Engels kon praten, dus moest ík als uitvoerder dat project doen. Met handen en voeten natuurlijk, maar het liep perfect. Ik heb alsuitvoerder heel veel technisch inzicht ontwikkeld. Daar heb ik nog steeds veel profijt van’.

De volgende stap voor Jan werd projectontwikkeling. ‘Ik was de eerste bezoldigde werknemer bij Vestia Ontwikkeling. Prachtig, wat een mooie tijd. Ik deed alles, inkopen en aansturen van de adviseurs, verzorgen van de vergunningen, bouwbegeleiding, kopersbegeleiding. Alleen maar woning-bouw, overal in Nederland. Ik heb daar de essentie van goed ontwikkelen geleerd: onderhandelen,goed communiceren en eerlijk zijn. En heel erg op de klant gericht. Toch trok de techniek mij meer.Ik werd gebeld door Johan Fieten van FAME om eens een praatje te komen maken. Ik heb op eenvrijdagmiddag na werktijd een uur met hem gesproken. Het was een prettig gesprek en we haddenwel een click. Het zat direct wederzijds goed. Het is inmiddels alweer elf jaar geleden dat ik begon. Bij FAME heb ik inmiddels veel mooie projecten gedaan.’

Sociaal rijk

Jan woont nog steeds in de streek waar hij geboren is: Hoogeveen. Hij voelt zich een echte Drent en hij klinkt als een echte Drent. Net als in zijn werk is Jan ook privé gedreven en betrokken.‘Wij hebben een rijk sociaal leven. Ik zit in het bestuur van de school, ik ben voorzitter van demodelvliegtuigvereniging en ben behoorlijk betrokken bij het jeugdvoetbal. Daarnaast probeer ik een keer per week nog een tennisraket vast te houden. Wel bijzonder is, dat de vriendengroep van de lagere school nog steeds heel hecht is. Negen jongens. Er is er geen één uitgevallen. Ook de meiden kunnen goed met elkaar.’

Maar je grootste passie is toch het modelvliegen? ‘Ja, maar passie, dat woord gebruik ik nooit.Zeg maar een hele mooie hobby. Het is prettig om een avond in alle rust aan een modelvliegtuig te bouwen. Ik werk soms twee jaar aan één vliegtuig. Als ‘ie de lucht ingaat is het altijd spannend. Hij kan de eerste vlucht al crashen. Maar het leukste is de bonte verzameling aan mensen die in de club zitten. Allen met een voorliefde voor de luchtvaart. Er zit werkelijk van elk pluimage bij. Ja, contact met mensen, het is de relatie die er voor mij toe doet’. �

Recht door zee

Page 26: FAME Magazine najaar 2007

SOCIALE‘Wat mooi is,wordt minder snelvernield’

RudiGnirrep

Projectteam FAME

Conceptontwikkeling en procesmanagement:Tom VerloopStedenbouwkundige visie en ontwerp:Ir. Johan BloklandProjectmanagement uitvoering:Eric Lassche

Page 27: FAME Magazine najaar 2007

fame 27

We hebben een gesprek met Rudi Gnirrep, Manager Beheer & Onderhoud bij Patrimonium Woonstichting enopdrachtgever voor diverse revitaliseringsprojecten voor FAME Bouwmanagement.

Kun je in het kort uitleggen voor welke taakPatrimonium staat met haar portefeuille

‘Binnen de strategie voor instandhouding is het doel de woningen volledig volgens de eisen van deze tijd aan te passenen te onderhouden. We maken gebruik van moderne materialenen installaties en dragen zorg voor hedendaagse voorzieningenals glasvezelkabel en duurzame energie. We hebben de ervaringdat op die manier onze huurders hun woning als eigen gaanervaren. Wij zorgen er met planmatig onderhoud, bij mutatiesen op verzoek van de huurders voor dat de woningen er topuitzien. Dat is op zich niets bijzonders. De problemen beginnenechter op het niveau van sociale samenhang in de buurt. Wehebben een aantal wijken met een slechter imago. Een slechtfunctionerend openbaar gebied, gecombineerd met een matig

SAMENHANGPatrimonium Woonstichting is in

Veenendaal de grootste van drie

corporaties. Met haar woningbezit is

Patrimonium gericht op doelgroepen

aan de onderkant van de markt.

De projecten in portefeuille voldoen

prima aan de vraagontwikkeling

bij de doelgroepen.Vandaar, dat de

strategie is gericht op instandhouding

van de bestaande woningen.

voorzieningen niveau in de woonwijk zorgt voor overlast, vernieling en het feit dat veel mensen niet meer in die wijkenwillen wonen. Onze zorg is gericht op de problemen die zichafspelen op de grens van openbaar gebied en privé domein.Je kunt mensen niet dwingen om in een bepaalde wijk te gaanwonen. Om dat te bereiken moet je echt gaan herstructureren.Revitaliseren in combinatie met sloop en nieuwbouw. Dat is nietonze keus. De wooncomplexen zijn gewoon goed en het pastniet in onze visie om wat goed is te slopen. We zoeken duseerst naar andere middelen om de problemen op te lossen.’

Je moet dus in dat domein het gedrag van mensen gaanbeïnvloeden. Hoe doe je dat?

‘Voor dat vraagstuk hebben we Tom Verloop van FAMEBouwmanagement ingehuurd. Hij heeft onder andere de plannen gemaakt voor één van de probleemwijken, het JanRoeckplantsoen. Dat heeft een integrale visie opgeleverd overde aanpak van het openbaar gebied, de inrichting van entreesen een upgrading van de gevels en galerijen. Wat opviel aan deaanpak van FAME was dat er een volledig geïntegreerde visie is gemaakt. In de eerste plaats is vanuit een doelgroep analyseeen marktvisie gemaakt. Een stedenbouwkundige en architec-tonische visie, aangevuld met een technische en financiële analyse, maakt het ontwikkelmodel met een aantal keuzevarian-ten compleet.

Wat viel er op aan het advies?

‘Het advies voor het reduceren van problemen in het openbaargebied was gericht op het creëren van openheid en een hoog-waardige transparante materialisering van entrees en galerijen,met aanvullend de herinrichting van de groene verbindingszones.Dat was het tegenovergestelde van wat wij in gedachten had-den, namelijk afsluiten en vandaalbestendig maken. Het werd bijons ervaren als een gewaagde oplossing, maar de argumentenwaren wel sterk en de schetsen aantrekkelijk. Eigenlijk is debasisgedachte dat wat mooi is minder snel wordt vernield.Je kunt je niet richten op een paar vandalen. Ik heb een goedgevoel over de plannen en we gaan ze ook uitvoeren. Deideeën van Tom zijn heel verfrissend geweest. Maar het belang-rijkste is dat deze zijn vertaald in een mooi en haalbaar plan.’ �

Page 28: FAME Magazine najaar 2007

Bijzondere

Corb!no

Page 29: FAME Magazine najaar 2007

fame 29

Wie de website van ‘Corb!no’ bekijkt, ziet als eerste een beeldvan een breeduit lachende Dolly Parton. Toch kan de kijkerzich niet aan de indruk onttrekken dat die grote lach eenbepaalde treurigheid maskeert. Corb!no: ‘Ja, dat klopt wel. Door het licht en de setting lijkt het net of ze daar in haar eentje tegen een muur staat. Maar de werkelijkheid was dat er wel dertig mensen omheen stonden: stylistes, visagisten, pr-medewerkers... noem maar op. Maar door de regie van het moment zie je de drukte om haar heen niet. Het ging razendsnel, maar ik wist dat ik de juiste foto had. Dat voel je dan tot in je tenen.’

Tragiek

Die foto is eigenlijk het schoolvoorbeeld van Corb!no’s maniervan fotograferen. Voor de kijker is niet duidelijk wáár de foto is genomen. De geportretteerde neemt een aparte pose aan, er is geen statief of flits gebruikt en het licht is ‘dramatisch’.Corb!no: ‘Maar die zweem van tragiek is een essentieel onderdeel, want foto’s met alleen maar lachende mensen beklijven minder. En ik ben nu eenmaal meer aangetrokken tot tragiek. Het leven is immers onvoorspelbaar.’

Wie nu denkt dat Corb!no een pessimistisch mens is, heeft het mis. Hij kan namelijk urenlang gepassioneerd en blijmoedigover zijn vak praten. ‘Ik ben foto’s maken nooit zat en over tien jaar fotografeer ik nog. Ik denk dat ik mezelf inhoudelijkverder ontwikkel, simpelweg omdat de bibliotheek in mijnhoofd groeit. Hierdoor wordt mijn handtekening hopelijk nogzichtbaarder. Want ook al zijn sommige foto’s in een paarseconden gemaakt, er gaat wel research aan vooraf.’

Vooral bij de hotemetoten van Nederland, zoals directeuren enministers, wil ik goed voorbereid zijn want anders krijg ik nietdat ene, heftige beeld dat ik zoek. Zij hebben namelijk weinigtijd en zijn bovendien al zo vaak op de foto gezet dat er al sneleen zekere verveling bij ze optreedt. Dan is het zaak ze te ver-rassen. Zo mocht ik laatst Gerrit Zalm fotograferen die toennog minister van Financiën was. Ik heb dagen lopen dubben watik nu precies met hem wilde. Totdat ik bedacht dat ik gewoonvis in zijn borstzakje zou doen. Het bleek een even simpel alsdoeltreffend idee. Naderhand bedankte hij me hartelijk. Het isprettig als de gefotografeerde de foto ook ziet als een cadeau.’

Corb!no heeft inmiddels vele grote namen voor zijn lens gehad: Wim Kok, Pim Fortuyn, Joop van den Ende, Jaap van Zweden, Madeleine Albright, Paul Huf, Prinses Irene,maar ook popgroepen en artiesten als Marco Borsato, Bløf en Dulce Pontes. ‘Meestal had ik een bijzondere ontmoeting, ook al duurde die soms maar een paar minuten. Maar die ontmoeting probeerde ik vervolgens wel zo goed mogelijk vast te leggen. Dat is iets anders dan kiekjes schieten, want mijn foto’s moeten wel bestand zijn tegen de tand des tijds.’

Mijn core business is eigenlijk mensen ontmoeten. Als ik eengoede ontmoeting heb, dan is de foto waarschijnlijk ook goeden kan ik een moment van betekenis vastleggen. Een enkelekeer lukt het me niet en moet ik iets anders verzinnen om contact te krijgen met de geportretteerde. Zo heb ik in eenhectische omgeving aan Joop van den Ende gevraagd of we niet even naar de wc konden om daar een portret te maken.Toen was het ijs tussen ons wel gebroken. Maar zulke raremaatregelen zijn gelukkig maar zelden nodig.’

‘Mijn core business is mensen ontmoeten.’

En die ontmoetingen probeert fotograaf Corb!no (pseudoniem

van Maarten Corbijn) vervolgens zo bijzonder mogelijk

vast te leggen. In zijn foto’s zit in veel gevallen een mistroostig

accent. ‘Ik ben nu eenmaal aangetrokken tot tragiek.’

ontmoetingen

Page 30: FAME Magazine najaar 2007

30 fame

Rolletjes

In dit digitale tijdperk is het nauwelijks voor te stellen, maar Corb!no fotografeert nog met een analoge camera. ‘Ik heb zelfs niet eens een digitale camera. Maar de vraag is hoelang ik dit nog kan volhouden. Filmrolletjes zijn namelijk steedsmoeilijker te krijgen; die worden te duur om te maken. Tochheeft het veel voordelen om analoog te werken, onder meeromdat het meer vraagt van mijn vakmanschap. Ik moet immersin één keer een goede foto maken, want ik kan én wil niethonderden portretten schieten in de hoop dat er één goede bij zit. Verder willen de eerder genoemde hotemetoten of hunpersvoorlichters altijd de foto zien als het digitaal is. Er wordtdan een druk gelegd op je onafhankelijkheid. Hun keuzes zijn

vaak anders dan wat ik gedachten heb. Nu hoef ik die discussieniet aan te gaan. Ik ben overigens helemaal niet bang dat doorde komst van digitale fotografie het vak in aanzien daalt. Onzehele samenleving wordt overspoeld met beelden. Daardoorwordt het juist moeilijker om goed en onderscheidend te zijn.’

Kan Corb!no verklaren waarom één gezin twee grote fotografen heeft voortgebracht? ‘Nee, eigenlijk niet. Maar behalve mijn broer Anton zijn er nóg een broer en zus metsterke, ondernemende karakters. Kennelijk brengen sterkeouders sterke kinderen voort want zowel mijn vader als moeder zijn sterke figuren. Mijn vader was dominee in een kleine gemeente en had veel aanzien. Hij verkondigde als het ware de waarheid aan de wereld. En op een bepaalde manier doe ik dat natuurlijk ook. Ik laat de werkelijkheid op een bepaalde manier zien. Of dat kunst is?Daar ga ik niet over. Maar sommige mensen hebben het welover ‘schilderijen’ als ze het over mijn foto’s hebben. Daar benik natuurlijk toch wel een beetje trots op. Ik heb lang getwijfeldof ik wel fotograaf moest worden. Maar nu denk ik dat hettoch wel terecht is geweest dat ik dit ben gaan doen. Ik hebgaandeweg een eigen stijl gekregen. Mijn handtekening zie jeterug in iedere foto’. �

www.corbino.nl

Corb!no en FAME

Sinds 2003 fotografeert Corb!no voor de FAME Groep.

‘Het begon met een groepsfoto en wat portretten, maar we ont-

dekten meer parallellen in onze visies. FAME wilde bij het vast-

leggen van hun projecten meer de ontmoeting met de gebouwen

benadrukken in een herkenbare en onderscheidende sfeer. Mijn

benadering levert niet standaard architectuurfoto’s op, maar

benadrukt vooral hoe ikzelf het gebouw op dat moment ervaar’.

Page 31: FAME Magazine najaar 2007

‘Mijn foto’smoeten wel bestand zijntegen de tanddes tijds’

Page 32: FAME Magazine najaar 2007

ZORG IS

Page 33: FAME Magazine najaar 2007

fame 33

Zorg is een hot item in ontwikkelend Nederland. SGBB uit

Hoofddorp is een landelijk opererende corporatie met zorg als

specialiteit. Deze corporatie heeft de afgelopen vijf jaar met een

slagvaardige verwerving- en ontwikkelstrategie haar portefeuille

sterk vergroot met toekomstgerichte zorgconcepten.

FAME Planontwikkeling ontwikkelt in opdrachtvan SGBB uit Hoofddorp achttien woon-zorgpro-jecten in het westen, oosten en midden van hetland. Rinus van der Maas is als manager project-ontwikkeling verantwoordelijk voor de uitvoeringvan het ontwikkelbeleid. De corporatie richt zich landelijk op huisvesting van senioren en hulpbe-hoevenden in een viertal categorieën: onbezorgdwonen, beschermd wonen, verpleegd wonen enklinisch verblijf.

De kracht van SGBB is gericht op het bedenkenen organiseren van gebiedsgerichte woon-zorg-concepten. De zorgvorm wordt afgestemd op de marktbehoefte en de mogelijkheden van hetdiensten aanbod in de bestaande markt. Eén vande taken van SGBB is om de dienstverlenendeprofit- en non-profit instellingen te contracterenen indien nodig te clusteren in een nieuwe woonservice zone. De tweede taak is het ontwik-kelen van woonprogramma’s binnen het aangemerkte gebied.

De visie op zorg is in de afgelopen jaren sterk veranderd. De nieuwe ouderen zijn rijker, willen langer thuis wonen, willen zorg op maat en hebben veel behoefte aan veiligheid. De oude type verzorgingshuizen voldoen in dat perspectief nietmeer aan de vraag. Daarbij is de trend zichtbaar van standaardzorg naar individualisering van de vraag. Vandaar dat per markt-

gebied vraagspecifieke concepten worden bedacht. SGBB heeftgekozen voor een hoogproductieve ontwikkelvorm. In de eersteplaats wordt met name geacquireerd op lopende initiatieven van ontwikkaars en collega corporaties die turnkey worden afgenomen. Daarbij werkt de relatief kleine ontwikkelafdelingvan SGBB nauw samen met FAME Planontwikkeling. SGBB heeftgekozen voor een allround partner die met een minimale aanstu-ring volledig de belangen van SGBB in projecten kan behartigen. �

HOT ITEMFoto links: Ontwikkelteam Zorg, Jan de Witte, Ton ten Brinke en Peter Vermeulen

Page 34: FAME Magazine najaar 2007

Tjeerd Meijer

Page 35: FAME Magazine najaar 2007

Met mensenFAME Bouwmanagement wordt gevraagd om samen met en namens opdrachtge-vers bouwprojecten te begeleiden vanaf de initiatieffase tot en met de oplevering.Dit vertrouwen brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee.

Immers, het waarmaken van de verwachting zoals afgesproken voor de start van hetproject, blijkt keer op keer een grote uitdaging. Elk project kent zijn eigen uniekebelangen en uitgangspunten waarbij onze kennis en vaardigheden als smeerolie dientvoor heldere keuzes, het zichtbaar maken van risico’s en optimale projectvoortgang.

Zichtbaar

Ik spreek bewust van ‘zichtbaar’ omdat onze kritische opdrachtgevers grip willen houden op hun projecten. Het managen van de verwachting van het eindproduct en budget staat op ons netvlies gegrift. Wij begeleiden bijvoorbeeld een gemeente in Friesland bij het maken van een gefundeerde locatiekeuze voor een multifunctionele accommodatie.

Vastgoedeigenaren als gemeenten, woningcorporaties en beleggers die hun vastgoedportefeuille in conditie willen houden consulteren FAME Bouwmanagement. Wij faciliteren hun strategische discussies door heldere scenarioanalyses te maken van hun bestaand of toekomstig vastgoed. Of de uitkomst nu is sloop/nieuwbouw, renovatie of een basale opknapbeurt, wij brengen ons advies in praktijk door (her)programmering en realisatie van de gewenste scenario keuze. Zo hebben wijWoningcorporatie ‘De Alliantie’ onlangs geadviseerd bij de aanpak van een aantal complexen in een herstructureringswijk.

FAME Bouwmanagement is bereid risico’s te nemen. Door onze uitgebreide expertise op het gebied van kosten, techniek en proces- en projectmanagement zijn wij in staat om bijvoorbeeld voor Ahold Vastgoed voor eigen rekening en risico een winkelcentrum met appartementen in Dronten te realiseren.

Lef

FAME Bouwmanagement is een ondernemende adviseur met lef. Je kunt alleen je nek uitsteken als je zeker weet dat je alle kennis in huis hebt om risico’s te beheersen. Onze organisatie is heterogeen opgebouwd, zodanig dat collega’s elkaar in kennis en vaardigheden versterken en aanvullen. Kennis van winkels, woningen en bedrijfs onroerend goed is in onze organisatie gebundeld ten behoeve van integrale vastgoedvraagstukken.

Door onze gedifferentieerde teamsamenstelling worden vaardigheden op de juiste niveaus binnen projecten ingezet. De input van specialisten van FAME in projectenwordt gestimuleerd. Wij zijn een lerende organisatie en bieden door onze maniervan werken up-to-date expertise en continuïteitborging in projecten. Er heerst eenklimaat om persoonlijk groei en ambities te realiseren. Bouwen doe je met mensen,dat is de kern van de zaak. �

Tjeerd MeijerDivisiemanager FAME Bouwmanagement

Page 36: FAME Magazine najaar 2007

www.famegroep.nl�