ensoc magazine najaar'13 def

27
onafhankelijk nieuws- en opinieblad over de energiemarkt jaargang 03 * nummer 03 * najaar 2013 in dit nummer onder meer: Thema: energiemonitoring Slimme meter in Duitsland onrendabel 'Monitoring belangrijk om te besparen' Van Beek helpt Maassluis met meten En verder: Schaliegas: kans of bedreiging? Minister Blok over energiebesparing *

Upload: norbert-cuiper

Post on 13-Jan-2015

325 views

Category:

Technology


2 download

DESCRIPTION

Ensoc Magazine najaar 2013 heeft als thema energiemonitoring. Het bevat nieuws over de slimme meter in Duitsland, een reportage over gemeente Maassluis en een interview met minister Blok over energiebesparing

TRANSCRIPT

Page 1: Ensoc magazine najaar'13 def

o n a f h a n k e l i j k n i e u w s - e n o p i n i e b l a d o v e r d e e n e r g i e m a r k t

j a a r g a n g 0 3 * n u m m e r 0 3 * n a j a a r 2 0 1 3

i n d i t n u m m e r o n d e r m e e r :

Thema: energiemonitoringSlimme meter in Duitsland onrendabel'Monitoring belangrijk om te besparen'Van Beek helpt Maassluis met meten

En verder:Schaliegas: kans of bedreiging?Minister Blok over energiebesparing

*

Page 2: Ensoc magazine najaar'13 def

3

De slimme meter zorgt voor energiebespa-

ring, waardoor huishoudens de investering

terugverdienen. Die boodschap meldde

toezichthouder NMa vorig jaar tijdens een

congres over energiemonitoring. De business

case van de slimme meter voor Nederland

is positief, waardoor de grootschalige uitrol

in 2014 kan beginnen. Daar was geen speld

tussen te krijgen.

Maar ik begin te twijfelen, na slecht nieuws

uit het buitenland. Duitsland weigert de

slimme meter voor 2022 grootschalig uit te

rollen, omdat de kosten voor huishoudens

hoger uitvallen dan de opbrengsten. Ook in

Engeland, waar de overheid nog wel groen

licht geeft aan de slimme meter, beginnen

experts te twijfelen aan de economische

voordelen. Moet Nederland ook de grootscha-

lige uitrol voor 2020 heroverwegen?

Het is lastig om de baten van de slimme

meter te voorspellen. Dit hangt vooral af van

de mate waarin consumenten inzicht krijgen

in de gegevens uit de meter. Bekijken ze

dagelijks hun energieverbruik via een display

in de huiskamer, dan kunnen ze het verbruik

verminderen. Dan wordt het een spel, of een

sport, om zoveel mogelijk energie te bespa-

ren. Maar welke consumenten doen dat en

hoe lang houden ze dat vol? Deze vraag is

in diverse projecten onderzocht, maar een

definitief antwoord laat nog op zich wachten.

Minister Kamp van Economische Zaken neemt

eind dit jaar een besluit over de grootschalige

uitrol van de slimme meter in Nederland. Zal

hij ook de situatie in Duitsland en Engeland

melden? Netbeheer Nederland vindt dat

niet nodig. Die twijfelt niet. Maar wat is nu

verstandig?

Norbert Cuiper, hoofdredacteur

w w w . e n s o c . n l

coverfoto: het najaar

is weer begonnen. tijd

om naar den bosch te

gaan voor de vakbeurs

energie, dit jaar van 24

t/m 26 september. zoals

de kinderen op de foto met

hun handen ‘inzoomen’

op de lucht boven hun

hoofd, zo oriënteren

beursbezoekers zich op

lezingen en exposanten

die hen vertellen hoe ze de

stijgende energiekosten

kunnen beteugelen. eén

van de manieren om dat te

doen is energiemonitoring.

lees hierover meer in dit

ensoc magazine.

Page 3: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n le n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 34 5

info-graphic

argumentenkaart

de voors en tegens

bij de winning van

schaliegas.

maassluis mikt op forse

energie-besparing

van beek helpt gemeente

met monitoring

energiegebruik.

recht klaar voor

schaliegasnederland hoeft geen

aparte wet te maken voor

winning van schaliegas.

top-15 ener-giezuinige

kantoren waar in

nederland

staan de meest

energiezuinige

kantoren?

agendaalle beurzen, cursussen

en bijeenkomsten voor het

komende kwartaal op

een rij. pagina 48

‘monitoring belangrijk om te besparen’energiemeetbe-

drijf2020 wil energie-

verbruik van bedrijven

in kaart brengen.

monitoring is noodzaakbedrijven moeten

ambitieuze doelen

stellen voor

energiebesparing,

en vooral ook hun

energieverbruik

bijhouden.

opinie, pagina 43

slimme meter in duitsland

onrendabelmoet nederland

grootschalige uitrol

van slimme meter

uitstellen?

windhandelindustrie kan groene

stroom benutten zegt

columnist hamilcar knops.

meer grip op energie door

monitoringslimme meter zorgt voor

groei in energieverbruiks-

managers. pagina 16

‘zonnepanelen blijven goedkoop’

directeur roel cals van

energiebau solar

power benelux

aan het woord.

‘meer actie nodig voor energiebesparing’minister blok opent

vakbeurs energie 2013.

energieakkoord: winst voor milieu?is de milieubeweging

terecht blij met dit

akkoord? opinie,

pagina 19

schaliegas: kans of bedreiging?tno: nederland moet

schaliegas niet bij

voorbaat

uitsluiten.

in opdracht van:

© 2011gemaakt door:

Wat zijn voor Nederland de

argumenten voor en tegen de winning van

schaliegas?

EconomieEconomie

TegenVoorSchaliegaswinning kost veel geld en het is onduidelijk hoeveel het oplevert

Proefboringen kosten de belastingbetaler geld omdat de Nederlandse staat hierin investeert.Het verontreinigde afvalwater kan alleen tegen zeer hoge kosten volledig gezuiverd worden.De complexiteit van de Nederlandse ondergrond vraagt om veel proefboringen wat veel geld kost.Het is onduidelijk hoeveel rendabel winbaar schaliegas er in Nederland beschikbaar is.

Schaliegaswinning levert Nederland geld op

Het Rijk verdient als aandeelhouder aan de verkoop van schaliegas.Gasproducenten betalen het Rijk belasting over het gewonnen schaliegas.

Het Nederlandse gastransportnetwerk wordt langer benut dus investeringen hierin renderen beter.Nederland kan de kennis en ervaring rond schaliegaswinning exporteren.

Schaliegas geeft Nederland meer mogelijkheden om te handelen in gas (voorraad, in- en verkoop).

Schaliegaswinning vergroot de lokale economische bedrijvigheid

Schaliegaswinning biedt ondernemingskansen voor lokale bedrijven.Schaliegaswinning leidt tot regionale werkgelegenheid.

EnergieEnergie

Schaliegaswinning bemoeilijkt de overgang naar duurzame energie

Financiering van schaliegaswinning verdringt financiering van duurzame energie.Schaliegaswinning stelt de noodzaak uit om over te schakelen op duurzame energie.Schaliegaswinning vergroot de gasafhankelijkheid en versterkt hiermee de lobbykracht van de gasindustrie.

Schaliegaswinning draagt bij aan de energievoorziening van Nederland

Schaliegas kan de dalende Nederlandse gasvoorraad en gasproductie (deels) compenseren.Schaliegas kan de benodigde energie leveren tijdens de transitie naar duurzame energie.

Schaliegas kan pieken in de energievraag opvangen als levering van duurzame energie tekortschiet.Schaliegaswinning levert kennis die gebruikt kan worden voor andere energiewinning, zoals voor geothermie.

Milieu

Milieu

Schaliegaswinning schaadt het milieu

Schaliegaswinning kan leiden tot grondwaterverontreiniging wat onder meer de drinkwaterkwaliteit schaadt.Schaliegaswinning behoeft veel water waardoor de grondwaterstand kan dalen.Schaliegaswinning noodzaakt tot veel transport, zoals van materialen en water, hetgeen het milieu belast.Boorputten die na winning achterblijven kunnen op termijn gaan lekken en zo het grondwater verontreinigen.

Schaliegaswinning beperkt de ruimte en ontsiert het landschap

Schaliegaswinning beperkt de ondergrondse ruimte voor andere toepassingen, zoals voor geothermie.Schaliegaswinning behoeft boorputten die het landschap ontsieren.

Schaliegas is relatief milieuvriendelijk

Verbranding van schaliegas levert per eenheid energie minder broeikasgas dan van steenkool en olie.Het directe alternatief, geïmporteerd (vloeibaar) aardgas, kan elders tot zwaardere milieuproblemen leiden.

Nederland kan opgedane kennis inzetten voor milieuvriendelijke schaliegaswinning in het buitenland.

Veiligheid

Veiligheid

Schaliegaswinning is gevaarlijk voor werknemers en omwonenden

Schaliegaswinning brengt het risico van kleine aardschokken en bodemdaling met zich mee.Schadelijke stoffen in de schalielaag kunnen naar de oppervlakte komen wat gezondheidsrisico’s oplevert.Over de effecten van schaliegaswinning en effectieve maatregelen bij ongelukken is weinig kennis.Schaliegaswinning kan leiden tot ongelukken, bijvoorbeeld als gevolg van brandgevaarlijke gaslekken.

Schaliegaswinning draagt bij aan veiligheid

Schaliegaswinning maakt gebruik van bewezen technologie waardoor veiligheidsrisico’s beperkt zijn.Schaliegaswinning kan leiden tot extra investeringen in het onderhoud van de gasinfrastructuur.

Politiek

Politiek

Schaliegaswinning vereist aanpassing van bestaande wet- en regelgeving

Proefboringen hebben mogelijk milieu-effecten, de Mijnbouwwet vereist geen inventarisatie hiervan.Het wettelijke toezicht is onvoldoende toegespitst op de specifieke techniek van schaliegaswinning.

Schaliegaswinning stuit op weerstand bij het publiek

Materiaaltransport en boringen leiden tot hinder voor omwonenden.Omwonenden vrezen dat huizenprijzen in de omgeving van de boorputten dalen.Informatie over schaliegaswinning loopt erg uiteen, burgers weten niet wat ze kunnen geloven.Schaliegaswinning is een stap terug: grotere afhankelijkheid van gas in plaats van duurzame energie.Gasproducenten zijn weinig transparant wat wantrouwen opwekt bij het brede publiek.

Schaliegaswinning versterkt de positie van de Nederland

Schaliegas verkleint de politieke afhankelijkheid van Nederland van internationale energieleveranciers.Schaliegaswinning verkleint de kans dat Nederland betrokken raakt bij internationale conflicten rondom gas.

Schaliegaswinning brengt rust in het kernenergiedebat

Schaliegaswinning maakt (de bouw van) nieuwe kerncentrales in Nederland voorlopig onnodig.

Wat is schaliegas?Schaliegas is aardgas dat

“opgesloten” zit in kleisteenlagen (schalies) in de ondergrond. Deze lagen bevinden zich in Nederland meestal op meer dan twee kilometer diepte.

Er zijn proefboringen nodig om te bekijken hoeveel gas er aanwezig is en of dit economisch rendabel

gewonnen kan worden.

Deze kaart geeft een overzicht van de argumenten voor en

tegen winning van schaliegas in Nederland. De argumenten voor en tegen proefboringen, anders dan als eerste stap in

het winnings-proces, zijn buiten beschouwing gehouden.

De kaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronder-zoek en twee denksessies met

deskundigen vanuit verschillende achtergronden. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk.

1 1

26

20

30

12

22

4435

06 28

Page 4: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n l 76 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

m o e t n e d e r l a n d g r o ot s c h a l i g e u i t r o l v a n s l i m m e m e t e r u i t s t e l l e n ?

Slimme meter in Duitsland onrendabel

Duitsland weigert de slimme meter grootschalig in te voeren voor 2022. Voor huishoudens vallen de kosten hoger uit dan de opbrengsten, zo blijkt uit een studie van Ernst & Young in opdracht van het Duitse ministerie van Economische Zaken. Moet Nederland de grootschalige uitrol voor 2020 ook uitstellen, in navolging van Duitsland?

Tekst: Norbert Cuiper, F&B

Nederland is van plan om volgend jaar de slimme meter grootschalig uit te rollen. ‘Het voornemen is om vanaf begin 2014 over te gaan tot het groot-schalig aanbieden van slimme meters aan alle huishoudens,’ schrijft minister Kamp van Eco-nomische Zaken op 18 februari van dit jaar aan de Eerste en Tweede Kamer. Hij verwacht eind dit jaar een besluit te nemen over de start van de grootscha-lige uitrol. Het wachten is nog op de resultaten uit onderzoeken van de Autoriteit Consument & Markt (ACM, het voormalige NMa) en Agentschap NL. Van het onderzoek van ACM geven tus-sentijdse resultaten aan dat de kleinschalige uitrol van slimme meter ‘op hoofdlijnen goed ver-loopt en consumentvriendelijk wordt uitgevoerd’. Agentschap NL onderzoekt het besparings-

effect van de slimme meter, al dan niet in combinatie met een display. Daarvan zijn nog geen resultaten bekend.

VerplichtEuropa stelt de invoering van de slimme meter verplicht als de opbrengsten hoger zijn dan de opbrengsten. Net als alle andere Europese landen kan Nederland ervoor kiezen om de slimme meter te introduceren, afhankelijk van een maatschap-pelijke kosten-batenanalyse. Zo’n analyse is al uitgevoerd door Kema, die concludeerde dat de business case voor de slimme Nederland positief uitviel, met een netto opbrengst van 770 mil-joen euro. De studie is echter be-kritiseerd, omdat Kema uitging van onverifieerbare uitgangs-punten, zoals 1,5 miljard euro voordeel door energiebesparing en baten van 680 miljoen euro doordat consumenten sneller zouden overstappen op een andere energieleverancier. Door de oneigenlijke voordelen te schrappen en de kosten hoger in te schatten, zou de balans door kunnen slaan naar een negatief business scenario. Nederland hoeft dan niet massaal aan de slimme meter.

DuitslandDuitsland weigert een snelle invoering van de slimme meter, meldt GreenTech Media. De Duit-se regering heeft besloten om de slimme meter niet voor 2022 op grote schaal in te voeren vanwege een negatief business scenario. Het Duitse ministerie van Economische Zaken baseert zich op een analyse van ac-countancybureau Ernst & Young.

Hierin staat dat de slimme meter huishoudens meer zal kosten dan het voor hen zal opbrengen. Als alleen huishoudens die een slimme meter krijgen daarvoor betalen, zijn ze jaarlijks 89 euro kwijt aan de meter en installatie. Als de kosten over alle consu-menten worden verdeeld vanaf de start van de uitrol, inclusief klanten die geen slimme meter plaatsen, dalen de kosten naar 29 euro per jaar. Zelfs onder optimistische aannames is de slimme meter voor de meeste huishoudens niet rendabel, zo concludeert Ernst & Young in haar rapport.

Aanpak efficiënter‘Deze resultaten laten zien dat we de grootschalige uitrol efficiënter moeten aanpakken, en in lijn moeten brengen met ons beleid voor de energietransitie,’ meldt de Duitse staatssecretaris van Economische Zaken Stefan Kapferer. Hij doelt op de Energiewende, de overgang naar een duurzame energievoorziening, zonder kernenergie. ‘Grove benaderingen zijn ongeschikt voor de huidige situatie.’ Opmerkelijk is dat hiermee een discrepantie ontstaat tussen de Duitse ambitieuze doelstellingen voor duurzame energie en het ontbreken van een beknopte strategie voor de slimme meter. Dit laatste komt deels door vertraging van de slimme meter door de bijzondere nadruk op dataveiligheid en interoperabiliteit (waardoor it-systemen met elkaar kunnen communiceren). Duitsland heeft pas onlangs een technische

Page 5: Ensoc magazine najaar'13 def

8 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3 9w w w . e n s o c . n l

richtlijn over dataveiligheid voltooid. Dit wordt gezien als een belangrijke opstap.

Na Duitsland moet Nederland eind dit jaar ook een besluit nemen over de slimme meter. Moet ons land de grootschalige uitrol ook uitstellen, in navolging van Duitsland?

NederlandOok in Nederland lijkt de busi-ness case voor huishoudens negatief. ‘De uitrol van slimme meters voor consumenten met kleinverbruik meters is onrenda-bel,’ zo bevestigt manager meten & monitoring Mark Massier van ingenieursbureau Ebatech. ‘Consumenten gebruiken te weinig energie om de investe-ring in slimme meters terug te verdienen. Daarnaast ligt het voordeel van energiebesparing bij een andere partij dan waar de kosten voor de uitrol liggen,’ zegt Massier. Hij benadrukt dat slimme meters wel interessant zijn voor grootverbruikers en voor zakelijke klanten met veel aansluitingen, zoals waterschap-pen of woningcorporaties. ‘Deze organisaties kunnen besparen door de meteropname niet met de hand te doen en door de administratie voor de energie-rekening te automatiseren. Dat kan met de slimme meter.’

MeerwaardeVanuit de Tweede Kamer bestaat weerstand tegen de grootscha-lige uitrol van de slimme meter. Dat blijkt uit een reactie van Kamerlid Paulus Jansen van de SP: ‘We willen geen verplichte uitrol voordat de slimme meter aantoonbare meerwaarde voor

de consument heeft. Onderdeel van die meerwaarde is dat hij meer oplevert dan dat hij kost. Wat ons betreft is dat nog steeds niet het geval: daarom nog geen verplichte uitrol.’ Koepelorga-nisatie Netbeheer Nederland benadrukt echter dat van een verplichting geen sprake is. ‘De slimme meter wordt vrijwillig aangeboden.’

Jansen is niet volledig tegen. Hij denkt dat de slimme meter nodig is voor de verduurzaming van de energievoorziening. Dat is ook de reden dat hij met zijn VVD-collega René Leegte een motie heeft ingediend voor de ‘killer-app’. Dat houdt in dat kleinver-bruikers een variabel elektrici-teitstarief kunnen krijgen, naast de bestaande contractvormen. Jansen hoopt dat consumenten hierover enthousiast raken.

Koffiedik‘De business case valt voor Duitsland negatief uit, maar dat betekent niet automatisch dat dat ook voor Nederland geldt,’ zegt Herman Jonkman, voorzitter van de vereniging van meet-bedrijven VMNED. Hij verwijst naar de kosten-batenanalyse van Kema. ‘Hieruit blijkt dat de business case positief uitvalt als gebruikers dankzij de slimme meter energie besparen. De investering is dan terug te verdienen via de besparing op energiekosten.’ Vraag is of huishoudens voldoende ener-giebesparing zullen halen om de slimme meter terug te verdienen. Jonkman noemt dat ‘koffiedik kijken’. ‘Het is lastig om vooruit te lopen op het effect van de slimme meter op energiebespa-

ring bij grootschalige uitrol. Er is nog geen evident bewijs. Ik ver-wacht dat pas na de grootscha-lige uitrol. Dat is een kwestie van afwachten.’

VerschillenJonkman benadrukt de grote verschillen tussen Nederland en Duitsland. ‘Duitsland is al jaren-lang voortrekker met duurzame energie. Het land heeft dankzij de gigantische groei van wind-molens en zonnepanelen een significant andere brandstofmix dan Nederland. Wellicht heeft Duitsland ook al flinke ener-giebesparingen gerealiseerd. Daardoor is het voor Duitsland relatief moeilijker om nog meer energie te besparen.’ Dit kan volgens Jonkman de negatieve business case van Duitsland ver-klaren. Ook hangt de uitkomst van een kosten-batenanalyse af van de uitgangspunten, zegt Jonkman. ‘In de Nederlandse business case is niet gerekend met een reële CO2-prijs om de milieueffecten in geld uit te drukken. Als Duitsland dat wel heeft gedaan, zorgt dat voor een negatief effect op de business case.’

Geen uitstelKoepelorganisatie Netbeheer Nederland ziet in de Neder-landse situatie geen aanleiding om de aanbieding van de slimme meter uit te stellen. Dat meldt woordvoerder Martijn Boelhou-wer, die ook verwijst naar de kosten-batenanalyse van Kema uit 2010. ‘Deze analyse heeft een neutraal - positieve uitkomst. Op basis hiervan nam het kabinet het besluit om te starten met de aanbieding van de slimme meter.

m o e t n e d e r l a n d g r o ot s c h a l i g e u i t r o l v a n s l i m m e m e t e r u i t s t e l l e n ?

De Britse regering geeft de uitrol van de slimme meter groen licht, maar experts twijfelen aan de economische voordelen, meldt Computer Weekly. De overheid stelt de netto opbrengst van de slimme meter op een winst van 4,9 miljard Britse ponden, terwijl het Britse ingenieurs-bureau Mott MacDonald de netto waarde bepaalt op een verlies van 4,0 miljard. Volgens econoom en adviseur Alex Henney stelt de Britse

overheid de uitrol van de slimme meter te positief voor. Hij zegt dat de Britse uitrol twee keer zo duur is dan dat van Spanje en Italië. In Enge-land hangt de uitrol af van de energieleveranciers en is een extra grote database nodig om informatie te verzamelen over van wie de meter is, bijbehorende kosten en het verhelpen van fouten. Henney denkt dat de slimme meter waarschijnlijk geen effect zal hebben op het energiever-

bruik van consumenten. Veel huizen in Engeland gebruiken al efficiënte verwarmings-ketels en energiezuinige verlichting. Ross Anderson, hoogleraar techniek & veilig-heid aan de Universiteit van Cambridge, waarschuwt dat de slimme meter in Enge-land niet zal zorgen voor de beoogde energiebesparing omdat ze wordt beheerd door energieleveranciers die erop zijn gericht om de verkoop van energie te maximaliseren.

Dit gebeurde mede met het oog op de beoogde energiebesparing die nodig is om aan de Europese richtlijn te voldoen.’ Overigens is de slimme meter niet verplicht voor consumenten, zegt Boel-houwer. Hij noemt naast energie-besparing ook andere voordelen voor consumenten, zoals tarief-differentiatie. Hierdoor kunnen consumenten op termijn bespa-ren op hun energiekosten als ze stroom gebruiken op momenten dat de stroomprijs laagt ligt.

Indicatie?Hoe het ook zij, minister Kamp verwacht eind dit jaar een besluit te nemen over het tempo van de grootschalige uitrol. ‘Als er indicaties zijn dat zich negatieve effecten voordoen ten aanzien van de maatschappelijke business case dan zal ik u dat laten weten,’ schreef minister Kamp in februari. De vraag is of de negatieve business case in Duitsland geldt als indicatie voor Nederland. Als dat het geval is

zal het ministerie van Economi-sche Zaken zich ook moeten verdiepen in de Duitse kosten-batenanalyse. Of hebben onderzoekers van ACM en Agentschap NL dit al gedaan? Dat ligt niet voor de hand, omdat het rapport van Ernst & Young midden in de zomer werd gepubliceerd. Er is geen betere tijd om rapporten over het hoofd te zien dan tijdens de vakantie. Wellicht dat dit artikel daar iets tegen kan doen.

Britse uitrol onder vuur

Page 6: Ensoc magazine najaar'13 def

11w w w . e n s o c . n l10 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

overschotten aan energieweggooien?

Alle beetjes helpen in deze tijden van economische crisis, ook een lagere energierekening. Besparen op de energiekosten begint natuurlijk met inzicht krijgen in het verbruik: energiemonitoring. Op basis daarvan kunnen bedrijven of huishoudens dan hun energieverbruik gaan managen. Met als doel om uiteindelijk minder te gaan verbruiken waardoor ze minder hoeven te betalen.

Dat is energiemanagement ‘oude stijl’. Want in de toekomst kan het wel eens zo zijn dat juist méér energie verbruiken geld oplevert, terwijl het ook nog eens goed is voor het milieu. Hoe kan dat?

Tot nu toe waren elektriciteit en gas altijd schaars en hoorde bij momenten van piekvraag ook steeds een hoge prijs. Energiemanagement ‘oude stijl’ richt zich dan ook op het beperken van de energievraag, in het bijzonder wanneer de prijs hoog is. Een extreem voorbeeld gebeurde tijdens de elektriciteitscrisis in Californië: daar legde een industrie haar hele productie stil omdat het bedrijf meer geld kon verdienen met het doorverkopen van zijn (goedkoop ingekochte) stroom dan met het eigen bedrijfsproces.

Dit kan echter radicaal gaan veranderen. In Europa zijn we op steeds grotere schaal windmolens en zonnepanelen aan het installeren. Hun elektri-citeitsproductie is zeer variabel en niet volledig voorspelbaar. Er zullen momenten komen dat zowel wind- als zonne-energie bijna maximaal produceert en er een ‘overschot’ aan elektriciteit bestaat: het aanbod van elektriciteit overstijgt dan de vraag op dat moment. In Denemarken gebeurt dit al met enige regelmaat. De Denen exporteren hun overschot dan naar Noorwegen, waar het gebruikt wordt om water omhoog te pompen naar

de reservoirs van hun waterkrachtcentrales. Maar als straks ook Duitsland, Nederland en andere landen voor overschotten gaan zorgen, kan het oppompen van water niet meer altijd de oplos-sing zijn. We kunnen ook niet alle conventionele centrales uitzetten, want die blijven nodig voor de stabiliteit van het systeem. De experts vrezen dan ook dat we op bepaalde momenten overschotten aan windenergie en zonne-energie weg moeten gooien. In ouderwetse veilingtermen zullen we dan ‘wind moeten doordraaien’: het aanbod van stroom is groter dan de vraag, waardoor de prijs van elektriciteit nul wordt of zelfs negatief!

Toch ben ik niet bang dat we straks echt windener-gie ‘weg moeten gooien’. Ik verwacht namelijk dat er partijen komen die slim gebruik gaan maken van die lage (of negatieve) prijzen voor elektrici-teit. Partijen die op die momenten juist voor een toename van de vraag gaan zorgen.

Een van de kandidaten is de industrie. Zelf ben ik betrokken bij een project in de haven van Rotter-dam om overschotten van stroom te gebruiken in chemische of industriële processen. Verschillende ideeën worden bekeken: elektriciteit omzetten in warmte of ook elektriciteit ‘omzetten’ in stof-fen, zoals waterstof. Juist de combinatie met de bestaande infrastructuur en industrieën in het havengebied biedt vele kansen. De projectpartijen vatten het idee samen als ‘overslag van windener-gie’: windenergie komt de haven binnen en verlaat het havengebied weer in de vorm van producten…

Zo zorgt de ‘oude economie’ straks voor maximaal gebruik van groene stroom en geeft energiema-nagement ‘nieuwe stijl’ het begrip ‘windhandel’ weer een heel nieuwe betekenis.

column

Hamilcar Knops

Page 7: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n l 1312 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

Ondernemers kunnen meer consumenten verleiden om te investeren in energie-besparende maatregelen voor hun woning. Dat zegt minister Blok in een interview. Hij ziet dat er meer actie nodig is om energiebesparing in woningen op een hoger niveau te brengen, maar denkt op de goede weg te zijn met een fonds voor energiebesparing en een gratis energielabel.

Tekst: Norbert Cuiper; foto: Rijksoverheid

Energiebesparing bij woningen heeft een steuntje nodig in de rug. Dat blijkt uit het plan van de over-heid om een nationaal energiebesparingsfonds fonds voor huiseigenaren op te zetten. Minister Stef Blok voor Wonen en Rijksdienst ondertekende daartoe in juli een intentieovereenkomst met de Rabobank. Het fonds moet goedkope leningen verstrekken aan woningbezitters om te investeren in energiebesparende maatregelen. ‘Nog voor het eind van dit jaar kunnen zij een beroep doen op het nationaal energiebesparingsfonds voor een goedkope lening om hun huis energiezuiniger te

maken,’ meldt minister Blok. Hij verricht op dins-dag 24 september a.s. de officiële opening van de vakbeurs Energie. In een gesprek met Ensoc Maga-zine gaat hij in op de maatregelen van de overheid om energiebesparing in woningen te stimuleren.

Het kabinet wil energiebesparing voorrang geven. Waarom is energiebesparing belangrijk? ‘Daarvoor bestaan een aantal goede redenen. Voor de huishoudens is het goed voor hun por-temonnee, zeker in deze tijd waarin ze minder te besteden hebben. Ook is energie duurder gewor-den. Begin deze eeuw betaalde een huishouden jaarlijks gemiddeld 700 euro aan gas, nu ligt dat bedrag op 1200 euro. Elke Nederlander kan echter op deze kostenpost besparen door het huis goed te isoleren. Dat geldt niet alleen voor de particu-liere sector, maar vooral voor de huurwoningen omdat daar de lagere inkomens zitten. Daarom hebben verhuurders convenanten ondertekend voor energiebesparing. Ik zie dat daarmee grote stappen vooruit worden gezet. Verder stellen we hogere eisen aan de energiezuinigheid van een woning, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie. De overheid als grootste bezitter van gebouwen in Nederland geeft hierin ook het goede voorbeeld.’

‘Meer actie nodig voor

energie-besparing’

m i n i s t e r b l o k o p e n t v a k b e u r s e n e r g i e 2 0 1 3

Stef Blok (Emmeloord, 10

december 1964) is sinds 5

november 2012 minister voor

Wonen en Rijksdienst. Na het

stedelijk gymnasium in Leiden

studeert hij bedrijfskunde aan de

Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn

studie werkt hij bij ABN-Amro. Ook is

hij gemeenteraadslid in Nieuwkoop,

waar hij voorzitter is van de VVD-frac-

tie. Vanaf 1998 is Blok voor de VVD lid

van de Tweede Kamer, waar hij zich

bezig houdt met financiën, eco-

nomische zaken, sociale zaken en

rijksuitgaven. Van oktober 2010 tot

september 2012 is Blok fractievoorzit-

ter van de VVD. Blok staat Mark Rutte

bij als secondant in de kabinets-

formatie, waarbij hij onderhandelt

met Diederik Samsom en Jeroen

Dijsselbloem. Blok is pleitbezorger

van een grotere marktwerking en

terugdringing van ‘overheidsregels,

administratieve lasten en bureaucra-

tie’ in de non-profitsector, waaronder

‘zorg, woningbouw en onderwijs’.

Page 8: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n l 1514 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

Gebeurt er in Nederland voldoende om woningen energiezuiniger te maken? ‘Er gebeurt al veel, maar er is nog meer nodig. We hebben in het woonakkoord afgesproken om het nationaal energiebesparingsfonds op te richten. Hiermee kunnen goedkope leningen worden verstrekt waarmee huiseigenaren en verhuurders kunnen investeren in energiebesparende maatregelen zoals isolatie en de aanschaf van zuinige ketels. Voor het fonds stelt de overheid 150 miljoen euro beschikbaar, maar bedrijven, banken en andere investeerders zullen dit fonds aanvullen tot 600 miljoen euro. Met de Rabobank hebben we al een overeenkomst gesloten, maar we zitten nog met meer banken om de tafel. Die hebben nog niet getekend, maar we verwachten wel dat het fonds in het najaar van start kan gaan. Dit betekent een forse impuls voor de bouw- en installatiesector. En er wordt in de komende drie jaar 400 miljoen uitgetrokken voor subsidies om sociale huurwoningen te verduurzamen, zo is afgesproken in het energieakkoord.’

Hoe scoort Nederland ten opzichte van omliggende landen met energiebesparing? ‘Nederland heeft op het gebied van energiebesparing al grote stappen gezet als je ons land vergelijkt met andere Europese landen. In de huursector hebben we al veel gedaan aan isolatie en andere besparende maatregelen. Via de bouwregelgeving scherpen we de eisen voor de energiezuinigheid aan, zodat isolatie verder wordt doorgevoerd. Dit gebeurt vooral bij nieuwbouw, maar de grote opgave blijft de bestaande bouw. Daarvoor moeten we huiseigenaren stimuleren om te investeren in energiebesparing. Dat kan onder meer met het nationaal energiebesparingsfonds, dat ook onderdeel uitmaakt van het energieakkoord. Daarnaast zorgen we dat het energielabel bij woningen standaard wordt. Ook

is de btw voor arbeidskosten bij renovatie, herstel en tuinonderhoud van woningen met 6 procent verlaagd tot maart 2014. Dat is écht een kans. Voor de consument en de markt.’

Het energielabel voor woningen is een langlopend dossier voor Nederland. ‘Het energielabel is voor alle Europese landen een langlopend dossier, niet alleen voor Nederland. Dat komt vooral doordat de richtlijn voor energiezuinige gebouwen te ingewikkeld is gemaakt. Het kabinet streeft echter naar een eenvoudig energielabel, zoals ook in het energieakkoord staat. Het nieuwe wetsvoorstel voor het label komt tegemoet aan de bezwaren uit de Tweede Kamer, die tegen verplichte invoering stemde. Dat houdt in dat een laagdrempelig energielabel beschikbaar komt, naast een energieprestatiecertificaat dat alleen een specialist kan vaststellen, om bijvoorbeeld in aanmerking te komen voor een bijdrage uit een fonds of een korting op de hypotheek. Het label is inmiddels voorgelegd aan de Europese Commissie. Uit een eerste gesprek blijkt het dit goed is ontvangen, maar op papier hebben we nog geen groen licht. Dit hangt nog af van de uitwerking. Er is eerst een goed systeem nodig om het energielabel via internet beschikbaar te maken.’

Verwacht u dat het energielabel voor woningen gemeengoed wordt in Nederland? ‘Ja, ik denk dat het energielabel bij woningen in Nederland de komende jaren steeds meer zal worden ingevoerd, zeker als het tegen lage kosten kan worden verstrekt zoals nu wordt voorgesteld. Nederlanders letten over het algemeen goed op hun portemonnee. Daarom denk ik dat ze hun woningen graag willen voorzien van een energielabel als ze dat goedkoop kunnen krijgen. Ik ben daar heel enthousiast over.’

Het energielabel wordt gekoppeld aan de huurprijs van huurwoningen. Dit moet verhuurders stimuleren te investeren in energiebesparende maatregelen. Gebeurt dat ook voldoende?‘Ja. Het energielabel heeft invloed op de huurprijs via het woningwaarderingsstelsel. Dat biedt

woningcorporaties ruimte om energiebesparing te financieren. Maar er speelt ook een discussie over de heffing voor verhuurders. Dat moet woningcorporaties stimuleren om de financiën op orde te krijgen. Als de huren stijgen gebeurt dit niet vanzelf. De heffing zorgt ervoor dat woningcorporaties zich weer richten op hun kerntaak, namelijk het verhogen van de kwaliteit van de woningvoorraad.’

Soms gaat het mis, zoals bij het Hilwis-complex in Amsterdam, waar huurders extreem hoge stookkosten hebben, terwijl de eigenaar weigert om mee te werken aan isolatie. ‘Het Hilwis-complex betreft een oude flat in Amsterdam, waar de huurders met de verhuurder in discussie zijn over de snel oplopende stookkosten. Recent heeft de huurcommissie bepaald dat voor de jaren 2007 tot en met 2010 een doorberekening van 50% van de werkelijke kosten redelijk is. De huurders kunnen de verhuurder ook via de rechter verplichten bepaalde energiebesparende maatregelen aan te brengen, op voorwaarde dat daar een redelijke huurverhoging tegenover staat. Overigens zijn verhuurders in het algemeen goed bezig, dankzij het huurconvenant energiebesparing. Bovendien kunnen ze op termijn gebruik maken van het nationaal energiebesparingsfonds.’

Op Prinsjesdag komt het kabinet met een begroting. Welke stimulerende maatregelen op gebied van energiebesparing zijn daarin opgenomen? ‘Daar kan ik nog niets over zeggen. Dat ziet u op Prinsjesdag. We hebben een indrukwekkende lijst aan maatregelen opgebouwd die we dan laten zien.’

Op 24 september a.s. mag u de vakbeurs Energie openen. Hoe kijkt u aan tegen deze beurs? ‘Het is voor mij de eerste keer dat ik de Energievakbeurs zal bezoeken. De beurs trekt me omdat energiebesparing voortkomt uit innovatie door ondernemers. De crux is dat ondernemers het verhaal aan de consument moeten vertellen, hoe zij op financieel voordelige wijze energie kunnen besparen. Dat gebeurt nu nog te weinig. Ik zit regelmatig met ondernemers aan tafel, maar zie te weinig gebeuren dat ze hun klanten benaderen, zoals met een folder in de bus. Ook bij installatiebedrijven gebeurt dat te weinig. Ik heb zelf mijn huis laten isoleren en heb zelf een energielabel aangevraagd, omdat het me niet direct werd aangeboden. Dit betekent dat ondernemers nog meer kunnen doen om klanten over de drempel te halen teneinde te investeren in energiebesparing. Die boodschap zou de Energievakbeurs goed kunnen uitdragen. Ondernemers kunnen meer consumenten verleiden om te investeren in energiebesparende maatregelen.’

m i n i s t e r b l o k o p e n t v a k b e u r s e n e r g i e 2 0 1 3

‘ Het woonakkoord voorziet in de oprichting van een nationaal energiespaarfonds’

‘ Het energielabel heeft invloed op de huurprijs, waardoor woningcorporaties energiebesparing kunnen financieren’

‘ Op Prinsjesdag presenteren we een indrukwekkende lijst aan maatregelen’

‘ Ondernemers kunnen meer consumenten verleiden om te investeren in energiebesparende maatregelen’

Page 9: Ensoc magazine najaar'13 def

17w w w . e n s o c . n l16 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

s l i m m e m e t e r z o r g t v o o r g r o e i i n e n e r g i e v e r b r u i k s m a n a g e r s

MEER GRIP OP ENERGIE MET MONITORING Tekst: Puk van Meegeren,

manager communicatie Milieu Centraal

HUISHOUDENS: GEEN IDEE VAN ENERGIEVERBRUIK

Een groot deel van de huishoudens heeft geen in-zicht in eigen energieverbruik: 44 % geeft aan niet te weten of men eind dit jaar moet bijbetalen voor de energierekening, of geld terugkrijgt; 31 % zegt het wel te weten, en 26% antwoordt neutraal. Dat blijkt uit onderzoek van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal, in oktober 2012 uitgevoerd onder 1038 huishoudens door onderzoeksbureau GfK. Het gebrek aan inzicht heeft te maken met een gebrek aan informatie.

JAARLIJKSE NOTA BIEDT ONVOLDOENDE INfORMATIE

Europa is al langere tijd afhankelijk van import De meeste huishoudens zijn voor inzicht in hun energieverbruik afhankelijk van hun jaarlijkse energienota. Dat is onvoldoende frequent voor inzicht in eigen verbruik. Bovendien is voor een

consument de belangrijkste boodschap of hij of zij moet bijbetalen. Met andere woorden: was het maandelijkse voorschot voldoende of onvol-doende? Deze terugkoppeling kan consumenten op het verkeerde been zetten. Geld terug krijgen wil nog niet zeggen dat je weinig hebt verbruikt, het kan ook betekenen dat je voorschot hoog is. Energieverbruiksmanagers bieden huishoudens de mogelijkheid om veel vaker informatie te krijgen over hun energieverbruik, sommige producten geven zelfs het actuele verbruik aan. Ze brengen het verbruik in het hier en nu.

SLIMME METERS CREëREN PRAKTISCHE MOGELIJKHEDEN

Regelmatige feedback op energieverbruik wordt al lange tijd gezien als een effectieve manier om consumenten te helpen met energie besparen. De eerste initiatieven in Nederland dateren uit de jaren tachtig. Destijds was het grote probleem hoe je huishoudens op een praktische en kostenef-fectieve manier voorziet van gegevens over hun energieverbruik. Mensen moesten met pen en pa-pier wekelijks hun meterstanden opnemen, en hun weekverbruik vergelijken met een standaard week-verbruik (afhankelijk van de buitentemperatuur in die week) dat in lokale bladen werd gepubliceerd. Het was een nogal omslachtige werkwijze, die voor veel huishoudens te veel moeite was. De komst van persoonlijke pagina’s op een website (begin deze eeuw) waar huishoudens hun meetgegevens konden invoeren, betekende een verbetering van de dienstverlening. De correctie naar buitentem-peratuur (“graaddagen”) gebeurt automatisch, en de mogelijkheden voor presentatie zijn veel groter. Toch blijft het wekelijks handmatig registreren en invoeren van meterstanden een drempel.

De komst van de slimme meter heeft het aanbod drastisch veranderd. Een slimme meter is een digi-tale meter voor het gas- en elektriciteitsverbruik. Een slimme meter op zichzelf biedt geen uitgebrei-de dienstverlening voor inzicht in energieverbruik. Maar als huishoudens een energieverbruiksma-nager aan de slimme meter koppelen, krijgen ze moeiteloos dagelijks of zelfs op ieder moment (real time) informatie over het eigen gebruik.

Energieverbruiksmanagers

zijn producten en diensten

die huishoudens

en kleinzakelijke

gebruikers inzicht geven

in hun energiegebruik.

Het inzicht helpt

hen te besparen op

energiekosten. Het is een

nieuwe productcategorie

waar velen nog onbekend

mee zijn. Afgelopen

twee jaar zijn 20 tot 25

energieverbruiksmanagers

op de markt gekomen,

dankzij de komst van de

slimme meter.

Dit artikel gaat in op het belang van meer inzicht in energie-verbruik voor het beheersen van energiekosten. Ook wordt beschreven op welke productkenmerken gelet kan worden bij de aanschaf van een energieverbruiksmanager. Dit is in eerste instantie gericht op huishoudens, maar is ook van toepassing op kleinzake-lijke energiegebruikers.

Page 10: Ensoc magazine najaar'13 def

18 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3 w w w . e n s o c . n l 19

BESPARING DOOR ENERGIEVERBRUIKS-MANAGERS

Het gebruik van apps, displays en websites voor meer inzicht in energieverbruik kan leiden tot een besparing van zo’n vijf procent op de energierekening. Voor een gemiddeld huishouden komt dit neer op een besparing tussen de 100 euro per jaar. Milieu Centraal baseert deze indicatie van de besparing op een inventarisatie van pilots met energieverbruiksmanagers en van wetenschappelijke experimenten met feedback op energieverbruik. In de praktijk zal de besparing meer of minder zijn. De ene tool is de andere niet. Er zijn verschillen in functionaliteit en presentatie, die van invloed zijn op het besparingseffect. Bovendien is de ene gebruiker meer gemotiveerd dan de andere. En heeft de ene gebruiker meer mogelijkheden tot verandering (denk aan investeringen in energiebesparende maatregelen) dan de ander.

KENMERKEN ENERGIEVERBRUIKS-MANAGERS

Op basis van ervaringen en onderzoeken lijken on-derstaande kenmerken van belang voor het kiezen van een energieverbruiksmanagers.

Elektra én gas Als een tool naast het elektriciteitsverbruik ook gegevens biedt over het gasverbruik, levert dat meer handelingsperspectieven voor besparing op. Ongeveer twee derde van het energieverbruik in huis is gas, een derde is elektra.

Energieverbruik én kosten in euro Consumenten kunnen zich meer voorstellen bij euro’s dan bij kilowattuur (de maat voor elektriciteitsverbruik)en kubieke meter gas. Tools die de gebruiker in staat stellen zelf te kiezen tussen een weergave in euro’s en een weergave in kilowattuur en kubieke meter gas, zijn het meest effectief.

Totaal verbruik én afzonderlijk verbruik Als een tool naast het totale verbruik van gas

en elektriciteit ook informatie geeft over het gasverbruik van verwarming en warm water afzonderlijk en van het elektriciteitsverbruik van afzonderlijke apparaten, is er meer inzicht in wat bijdraagt aan een hoog energieverbruik. Dat biedt meer handvatten voor besparing.

Vergelijkingen Door het verbruik van een huishouden te vergelijken met anderen in dezelfde situatie, of met een vergelijkbare periode, of met gestelde doelen krijgt de informatie meer betekenis. Uit verschillende sociaalpsychologische onderzoeken blijkt dat vergelijking met anderen (sociale vergelijking) een sterke motivatie kan opleveren. Sociale vergelijking lijkt zeker voor de startfase een essentieel kenmerk, waarmee een gebruiker in geval van ‘meer verbruik dan anderen’ geprikkeld wordt om aan de slag te gaan. In geval van inzicht in afzonderlijk verbruik vergroot het presenteren van referentiegegevens het inzicht. Bijvoorbeeld gegevens over het energieverbruik van jouw koelkast afzetten tegen die van een vergelijkbare, meest zuinige koelkast.

Handelingsperspectief bieden Tips en adviezen (op maat) zijn belangrijk voor het bieden van een handelingsperspectief voor besparen.

Voldoende opvallend Opvallende tools krijgen meer aandacht van de gebruiker. Displays in de woonkamer hebben daarbij een voordeel boven een persoonlijke webpagina.

Leuk In algemene zin geldt: applicaties die leuk zijn om te doen, een soort spelelement of uitdaging of competitie bevatten, en de nieuwsgierigheid prikkelen, trekken meer de aandacht.

OVERZICHT ENERGIEVERBRUIKS-MANAGERS

Milieu Centraal presenteert op www.energiever-bruiksmanagers.nl een beschrijving van alle beschikbare producten en diensten.

Voor de zomervakantie werd een energieakkoord op hoofdlijnen gepresenteerd. De belangrijkste vraag die na het bestuderen van het akkoord overblijft: is de milieubeweging terecht blij met dit akkoord?

Tekst: Henri Bontenbal

Wie door een pessimistische bril naar het energieakkoord kijkt, ziet dat het weinig nieuws biedt. Zo is energiebesparing terecht een belangrijke pijler in

het akkoord. Het maatregelenpakket moet een energiebesparing van 100 PJ in 2020 opleveren en tenminste 1,5% energiebesparing per jaar, maar was 100 PJ niet ook al de doelstelling van het programma Meer met Minder, overeengekomen in 2008? En is 1,5% energiebesparing per jaar niet allang verplicht volgens de Europese richtlijn voor energiebesparing?

Oud nieuwsDe maatregel voor energiebesparing is illustratief voor andere maatregelen uit het energieakkoord. De 6.000 MW aan windenergie op land is staand beleid. De korting op de energiebelasting voor energiecoöperaties die zonnestroom aan hun leden leveren, stond al in het regeerakkoord. Het kabinet gaat z’n best doen in Brussel voor een verbeterde emissiehandel, zo staat in het akkoord, maar deed dat op verzoek van de Tweede Kamer allang. Ook worden de vijf oudste kolencentrales gesloten, maar met een Europees emissiehandelssysteem zet dat niet veel zoden aan de dijk, want het plafond voor de emissie van broeikasgassen in de EU verandert daardoor niet.

InvesterenStaan er dan niets positiefs in het energieakkoord? Natuurlijk wel. We gaan fors investeren in

windenergie op zee en beperken het bijstoken van biomassa in kolencentrales. Er komt een expertisecentrum voor de ondersteuning bij de meest effectieve energiebesparingsmaatregelen, de Wet Milieubeheer gaat intensiever gehandhaafd worden en er komt een soort APK voor energie-efficiency bij bedrijven. Tevens komt er een innovatieprogramma voor cleantech-demonstratieprojecten. Maar is dit voldoende voor de natuur- en milieuorganisaties? Hebben zij voldoende ‘binnengehaald’?

In de verdedigingMilieuorganisaties krijgen het moeilijk, zo ver-wacht ik. Zij moeten immers verdedigen dat de doelstelling voor het aandeel hernieuwbare ener-gie in de energiemix van 2020 wordt bijgesteld van 16% naar 14%. Zij krijgen daar de sluiting van vijf oude kolencentrales, meer windenergie op zee en een beperkte inzet van biomassa in kolencen-trales voor terug, maar waren deze maatregelen niet ook zonder het energieakkoord genomen door de Tweede Kamer? Tegelijkertijd zullen zij alle andere maatregelen uit het energieakkoord moeten verdedigen.

Lastige opgaveHet energieakkoord bevat te weinig harde afspraken en mist creativiteit. De milieuorganisaties hadden het akkoord met opgeheven hoofd kunnen verdedigen als daarin was afgesproken dat er een klimaatwet kwam, waarin harde doelstellingen voor CO2-reductie worden vastgelegd; of een energieakkoord waarin er een koppeling werd gemaakt tussen energiebelasting van grootverbruikers en de daadwerkelijk gerealiseerde energiebesparing; of waarin er sprake was van vergaande fiscale vergroening; of waarin tal van creatieve en vernieuwende beleidsmaatregelen stonden die in de praktijk voor een omslag zouden zorgen. Nu staan zij echter voor een lastige opgave.

Energie-akkoord: winst

voor milieu?

Henri Bontenbal is zelfstandig adviseur

bij Buro Bontenbal (www.burobontenbal.

nl) en was voorheen beleidsmedewerker

energie en duurzaamheid bij de CDA-fractie

in de Tweede Kamer

Page 11: Ensoc magazine najaar'13 def

21w w w . e n s o c . n l20 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

e n e r g i e b a u s o l a r p o w e r b e n e l u x o p d e v a k b e u r s e n e r g i e 2 0 1 3

De markt voor zonnepanelen zit dit jaar flink in de lift. Dat is te merken aan de groei van de geïnstalleerde capaciteit in Nederland.

In 2012 is naar schatting circa 175 megawatt PV geïnstalleerd, verwachting is dat er dit jaar onge-veer 250 MW zal worden geïnstalleerd. ‘De markt is vorig jaar aangeslagen en groeit nu heel snel,’ zegt Roel Cals aan het begin van een telefonisch interview. De directeur van PV-leverancier Energie-bau Solar Power Benelux heeft al bijna drie jaar de leiding over de organisatie in Nederland, België en Luxemburg. Hij is zeer te spreken over de positieve ontwikkeling in Nederland. ‘De groeiende omzet in Nederland compenseert de dalende verkoop in Vlaanderen, waar de subsidies zijn terugge-schroefd waardoor de Belgische markt is ingezakt,’ vertelt Cals.

Ping-pongVooruitkijken naar de toekomst is een stuk las-tiger, geeft Cals toe. Zo is nog onduidelijk of de Europese importheffing op Chinese zonnepanelen een blijvend effect zal hebben. Dat geldt ook voor het terugschroeven van subsidies, zoals onlangs in Spanje is gebeurd. Toch kan Cals wel iets zeg-gen over de invloed van deze maatregelen op het aankoopgedrag van particulieren. ‘Het effect van subsidies op zonnepanelen is vooral psycho-logisch. Mensen wachten met de aankoop van zonnepanelen als ze geen subsidie meer kunnen krijgen. Ze denken dan dat ze iets missen en dat men beter kan wachten totdat er weer een subsi-die potje beschikbaar is. Een stabiel en langdurig beleid vanuit Den Haag zou gunstiger zijn voor de zonne-energiemarkt, of er nu veel of geen subsi-die gegeven zou worden. Dat voorkomt namelijk dergelijke ping-pong effecten.’

ImportheffingEU Prosun diende vorig jaar een klacht in bij de Europese Commissie over Chinese producenten die goedkope panelen op de Europese markt dumpten. De klacht werd gehonoreerd, waarop een importheffing op Chinese panelen werd inge-voerd. Verder overleg resulteerde in een minimum exportprijs voor Chinese panelen als compromis. Cals: ‘Die minimumprijs ligt op 56 eurocent per Wattpiek, al komen daar nog kosten bij voor transport, handeling, ingangscontroles, rente en

douane. Verder geldt per producent een maxi-maal exportvolume, verdeeld over circa honderd producenten. Dit resulteert waarschijnlijk in een snellere consolidatie onder de Chinese panelen-producenten. Dat is positief voor de branche en de gemiddelde kwaliteit van zonnepanelen. De kleine kwalitatief laagwaardige Chnese producenten zul-len dan afvallen.’

OnbekendEuropa kan volgend jaar maximaal 7 gigawatt aan zonnepanelen uit China importeren onder deze re-geling. Bij Energiebau gaat dat gepaard met zorg-vuldige ingangscontroles, vertelt Cals. ‘Er bestaan nog steeds verschillen in kwaliteit tussen diverse zonnepanelen en verschillende productielocaties, maar die zijn niet meer zo groot als voorheen.’ De dreiging van de Europese importheffing zorgt ervoor dat Chinese producenten hun fabricage verplaatsen naar andere landen, zoals Maleisië, Korea, India of Taiwan. Ook zijn in deze landen nieuwe spelers ontstaan. Dat merkt Cals aan de ‘meest rare aanbiedingen met lagere prijzen’. ‘Niet-Chinese producenten zie je nu ook stunten met lage prijzen. Dat zijn tal van onbekende merken. Of daartussen een betrouwbare partner zit? Die heb-ben we tot nu toe nog niet echt gevonden. Dat is niet eenvoudig gezien de garanties van oorsprong en de kwaliteit die wij eisen.’

ConsolidatieZonnestroom is sinds vorig jaar goedkoper dan elektriciteit uit het net. Blijft dat zo? Cals: ‘Ja. De systeemprijzen stabiliseren zich, hoewel het gaat om een kunstmatig lage prijs vanwege de 50 tot 70 gigawatt wereldwijde overcapaciteit. Op lange termijn worden de prijzen niet hoger omdat producenten zonnepanelen op grotere schaal en effectiever kunnen gaan produceren.’ Ook ziet Cals dat sommige Chinese producenten geen verlies meer draaien en over het tweede kwartaal positieve cijfers laten zien. ‘Er zijn circa 600 tot 700 Chinese producenten, maar daarvan zullen er vele verdwijnen of worden overgenomen. Na deze consolidatie blijven er tientallen grotere producen-ten over. Die kunnen hun activiteiten grootschali-ger en efficiënter opzetten. Dan is de huidige lage prijs haalbaar, en wordt het opwekken van eigen stroom financieel nog aantrekkelijker.’

‘�zonne-panelen�blijven

�goedkoop’De prijs voor zonnepanelen kan laag blijven doordat de productie grootschaliger en efficiënter zal plaatsvinden na de consolidatie onder producenten. Dat zegt directeur Roel Cals van PV-groothandel Energiebau, die dit jaar weer aanwezig is op de vakbeurs Energie. ‘Het zelf opwekken van stroom blijft financieel aantrekkelijk,’ zegt Cals.

Tekst: Norbert Cuiper

Roel Cals (geboren 18 september 1965

te Beek) studeerde chemische technolo-

gie en kunststoftechnologie. Cals begon

zijn loopbaan als kunststoftechnoloog bij

DSM. Van 1994 tot 1998 was hij directeur

voor Dyka Kunststofleidingsystemen in

Tsjechië om daar twee verkoopkantoren

te openen. Daarna bekleedde hij diverse

managementfuncties bij isolatieproducent

Rockwool, waar hij twaalf jaar werkte,

waarvan twee voor Rockfon UK in Lon-

den. Sinds 2011 is hij algemeen directeur

van Energiebau Solar Power Benelux,

een dochter van het van origine Duitse

Energiebau dat zich de laatste jaren heeft

toegelegd op de verkoop en distributie

van zonne-energie systemen. Daarnaast

voert hij de regie over de verkoop in

Duitsland en Oostenrijk als sales director

Central Europe. Naast zijn werk zit Cals ook

in het bestuur van brancheorganisatie

PV Vlaanderen.

‘Zonnepanelen en monitoring goede partners’

Zonne-energie en het monitoren van stroomverbruik en opbrengst uit de zon-nepanelen passen goed bij elkaar. Dat geldt vooral voor grotere PV-installaties, zegt directeur Roel Cals van Energiebau Solar Power Benelux. ‘Bij grotere installaties is monitoring onontbeerlijk. Hoe groter de in-stallatie des te aantrekkelijker het wordt om verbruik en productie continue te volgen,’ zegt Cals. Hij kent diverse praktijkvoorbeel-den, zoals een groot PV-systeem met 365 zonnepanelen van Eneco op het DSM-terrein in Sittard-Geleen. De PV-installatie is gekoppeld aan een meetsysteem. Van projecten in Duitsland weet Cals dat meten belangrijk is om fouten in het PV-systeem te signaleren. ‘Defecten moeten we zien te voorkomen, want die halen het rendement omlaag.’ Volgens Cals is de juiste manier om de stroomproductie te meten ten opzichte van de zonintensiteit, waardoor afwijkingen goed zijn te verifiëren.

Page 12: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n l 2322 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

‘De aanwezigheid van schaliegas is niet nieuw, maar wel de economische winning ervan,’ zegt directeur gastechnologie René Peters van TNO aan het begin van een conferentie van Ensoc bij f&B in Hilversum. Schaliegas is de laatste tijd volop in het nieuws, vanwege weerstand tegen plannen om in Nederland te boren naar schaliegas. ‘Vijf jaar geleden wist het grote publiek weinig van schaliegas, nu wekt het onderwerp veel discussie op,’ vertelt Peters. Een recente opiniepeiling rondom de verhouding tegen-standers en voorstanders bleek rond de 50 tegen 50. Peters ziet dat de publieke opinie over de winning van schaliegas negatief wordt beïnvloed vanwege 'slordig boren en fracken' in de VS, zoals in de documentaire Gas-land te zien is, waarbij gas uit de waterkraan stroomt. Dit extreme incident uit de VS halen tegenstanders veelvuldig aan als het gaat om de risico’s voor mens en milieu.

FrackenDe winning van schaliegas kan net zoals bij aardgas op verschillende ma-nieren gebeuren, vertelt Peters. Verticaal boren is de makkelijkste manier om een voorraad gas te bereiken, maar soms is het nodig om horizontaal te boren. Daarnaast is het nodig om een mengsel van water, zand en che-micaliën onder hoge druk in de boorput te spuiten teneinde het schalie-gesteente te breken. ‘Deze techniek noemen we fracken,’ zegt Peters. Hij vertelt dat in Nederland al honderden putten zijn gefrackt bij conventionele gasvelden, vaak in verticale putten. Bij het horizontaal boren gebeurde dat tot nu toe slechts 10 tot 20 maal. Het fracken, dat is uitgevonden door George Mitchell in de VS, vormt een doorbraak bij de winning van gas. In-middels passen diverse bedrijven deze techniek toe om aardgas te winnen. fracken is daarmee een bewezen techniek.

ReservesOpmerkelijk is dat soms ook veel schaliegas voorkomt in landen die weinig olie en aardgas bezitten. Dat blijkt uit een recent rapport van het Ameri-kaanse ministerie van Energie. Peters: ‘China kan met schaliegas zelfvoor-zienend worden. Dat geldt mogelijk ook voor Polen, dat nu nog volledig afhankelijk is van Rusland voor de import van aardgas,’ zegt Peters. Voor Nederland gaat die vlieger niet op, al bezit ons land wel degelijk aanzien-lijke voorraden aan schaliegas. Die zijn nog altijd een stuk kleiner dan het gasveld in Groningen. Dankzij dit gasveld was Nederland lange tijd minder afhankelijk van import uit het buitenland, maar de bodem van het gasveld is in zicht. Schaliegas kan de import van aardgas uit het buitenland enkele jaren uitstellen. Dat zou vooral een uitkomst zijn voor Engeland, zegt Peters.

Import‘De Britten zijn sterk afhankelijk van import. De winning van schaliegas kan deze importafhankelijkheid sterk verminderen,’ zegt Peters. Het Britse gas-bedrijf Cuadrilla heeft in Engeland toestemming om te boren naar schalieg-as. Het bedrijf toont ook belangstelling om in Nederland naar schaliegas te boren. Daarbij heeft ze vooral de provincie Brabant op het oog. ‘Brabant bevat zowel gesteentes uit de Carboon als uit de Jura.

v e r s l a g c o n g r e s s c h a l i e g a s

SCHALIE-GAS: KANS OF BEDREIGING?

Proefboring bij het Britse

Blackpool. Cuadrilla wil

ook in Nederland boren

naar schaliegas

(foto Fibronot.nl)

TNO: Nederland moet schaliegas niet bij voorbaat uitsluitenTekst: Norbert Cuiper

Schaliegas heeft

een belangrijke

impact op de

energiemarkt.

Vormt het een

bedreiging of biedt

het juist kansen?

Risico’s voor

mens en milieu

zijn beheersbaar

en economisch

is winning

interessant. Dat

zijn redenen om

proefboringen toe

te staan, meldt

TNO.

Page 13: Ensoc magazine najaar'13 def

25w w w . e n s o c . n l24 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

Die kunnen beiden schaliegas bevatten,’ zegt Peters. Nadelig is dat Brabant een dichtbevolkt gebied is waardoor omwonenden last kunnen hebben van geluid en trillingen als gevolg van de boringen. Voor bewo-ners in Brabant is dat reden om tegen schaliegas te zijn.

Tegenstanders van de winning van schaliegas vrezen ook aantasting van het milieu. Zo kunnen chemicaliën in de ondergrond terecht komen en kunnen zware metalen of radioactieve materialen meekomen met het gas, waardoor ze mogelijk in het grondwater zouden komen. ‘In Nederland komen in de ondergrond veel natuurlijke breuken voor. Het is zaak om dan bij het fracken uit de buurt te blijven van die breuken,’ zegt Peters. Gelukkig heeft Nederland veel kennis van de ondergrond: voor de winning van aardgas zijn al 5000 putten geboord. Om te voor-komen dat er lekken van chemicaliën naar grondwater kunnen ontstaan door een slechte afdichting bestaat een oplossing, vertelt Peters. ‘Dat is een kwestie van het verbuizen van de boor en een goede afdichting met cement. Deze techniek wordt ook in conventionele gaswinning toegepast en heeft in Nederland nog niet tot lekkage geleid.’

WaterPeters stelt tegenstanders van schaliegas gerust door te wijzen op het verleden. ‘Nederland heeft vijftig jaar praktijkervaring met de winning van aardgas. Er is volgens Nogepa nog geen enkele lekkage geconsta-teerd. Waterbedrijven controleren het grondwater goed voordat ze het oppompen. Hieruit blijkt dat in Nederland nog geen vervuiling van het water door de winning van olie of aardgas is opgetreden. Water bevat in Nederland altijd een spoortje aardgas, maar het wordt pas span-nend als chemicaliën in het water terecht komen. We moeten het water dus controleren voordat we het gebruiken voor drinkwater, maar dat gebeurt ook permanent.’ Nederland moet schaliegas niet bij voorbaat uitsluiten op basis van negatieve verwachtingen, zegt Peters. ‘We moeten technieken verder ontwikkelen om de winning van schaliegas te verbeteren.’

BrabantZowel provincie Brabant als Cuadrilla zijn vertegenwoordigd in het publiek. Van Cuadrilla is technisch directeur Henk Duyverman aanwe-zig, maar die stelt geen vragen tijdens de conferentie. Beleidsmedewer-ker duurzaamheid Kristie van Damme-Swolfs van de regio West-Bra-bant volgt de discussie over de winning van schaliegas op de voet. Ze vraagt of schaliegas wel past in de overgang naar een duurzame energievoorziening. ‘De gemeenten in West-Brabant dragen duurzaam-heid hoog in het vaandel. De winning van schaliegas kan economisch rendabel zijn, maar dat betekent nog niet dat het past in een duurzame energievoorziening.’ Tom Schurmans van Cargill acht de kans klein dat Nederland schaliegas gaat winnen, in verband met de vermeende risico’s. Bovendien zijn er hogere energieprijzen nodig om schaliegas rendabel te laten zijn, aldus Schurmans.

v e r s l a g c o n g r e s s c h a l i e g a s

'SCHALIEGAS STEUNT DUURZAME ENERGIE'

De winning van schaliegas kan de ontwikkeling van duurzame energie ondersteunen. Dat meldde energieadviseur Marten Turksema tijdens het congres bij f&B in Hilversum. Volgens Turksema zal schaliegas bijdragen aan een groter aanbod van aardgas, waardoor de gasprijs zal dalen. ‘Dit heeft een gunstige uitwerking op het rendement van gascentrales, die geschikt zijn om flexibel elektriciteit te produceren. Dit hebben we nodig om te anticiperen op een groeiend en variabel aanbod aan wind- en zonne-energie,’ zegt Turksema. Hij denkt dat de gasprijs kan stijgen als de vraag

naar aardgas groeit door de bouw van meer gascentrales. Turksema verwacht dat aardgas kolen gaat verdringen omdat gascentrales flexibeler kunnen opereren dan kolencentrales. Zijn visie is opmerkelijk, omdat schaliegas en duurzame energie over het algemeen als twee tegengestelde bronnen worden gezien. Volgens Turksema zijn de bronnen eerder aanvullend en kunnen ze elkaar versterken.

LAGERE GASPRIJS DOOR SCHALIEGAS

De winning van schaliegas kan de gasprijs in Nederland en Europa in 2035 verlagen tot zes procent. Dat blijkt uit een studie van consultant A.T. Kearney, meldt expert olie & gas Cyril Widdershoven. Hij

noemt het effect van schaliegas op de gasprijs 'niet structu-reel.' Volgens A.T. Kearney zal het aandeel van schaliegas 7,9 procent per jaar moeten stijgen tot 45% in 2035. Widdershoven verwacht niet dat Nederland een leidende rol zal spelen bij de winning van schaliegas. Hij verwacht dat Nederland meer aardgas zal importeren dan zich zal richten op het zelf winnen van schaliegas. De import zal vooral komen uit landen als Rusland. Import van vloeibaar aardgas (LNG) is kostbaar omdat LNG te duur is om te maken. ‘Het was slim om te investeren in LNG totdat de olieprijs ging stijgen terwijl de gasprijs daalde. Nu is er geen hond meer om LNG naar de VS te exporteren’, aldus

Widdershoven.

In de documentaire

Gasland stroomt gas

uit de waterkraan

(foto Wanttoknow.nl)

..........................

..........................

..........................

‘ DEZE TECH-NIEK WORDT OOK IN CON-VENTIONELE GASWINNING TOEGEPAST EN HEEfT IN NEDERLAND NOG NIET TOT LEKKAGE GELEID.’

..........................

..........................

..........................

‘ WE MOETEN HET WATER DUS CONTRO-LEREN VOORDAT WE HET GEBRUI-KEN VOOR DRINKWATER, MAAR DAT GEBEURT OOK PERMANENT.’

..........................

..........................

..........................

‘ DE WINNING VAN SCHALIE-GAS KAN ECONOMISCH RENDABEL ZIJN, MAAR DAT BETEKENT NOG NIET DAT HET PAST IN EEN DUURZAME ENERGIEVOOR-ZIENING.’

..........................

..........................

..........................

Page 14: Ensoc magazine najaar'13 def

in opdracht van:

© 2011gemaakt door:

Wat zijn voor Nederland de

argumenten voor en tegen de winning van

schaliegas?

EconomieEconomie

TegenVoorSchaliegaswinning kost veel geld en het is onduidelijk hoeveel het oplevert

Proefboringen kosten de belastingbetaler geld omdat de Nederlandse staat hierin investeert.Het verontreinigde afvalwater kan alleen tegen zeer hoge kosten volledig gezuiverd worden.De complexiteit van de Nederlandse ondergrond vraagt om veel proefboringen wat veel geld kost.Het is onduidelijk hoeveel rendabel winbaar schaliegas er in Nederland beschikbaar is.

Schaliegaswinning levert Nederland geld op

Het Rijk verdient als aandeelhouder aan de verkoop van schaliegas.Gasproducenten betalen het Rijk belasting over het gewonnen schaliegas.

Het Nederlandse gastransportnetwerk wordt langer benut dus investeringen hierin renderen beter.Nederland kan de kennis en ervaring rond schaliegaswinning exporteren.

Schaliegas geeft Nederland meer mogelijkheden om te handelen in gas (voorraad, in- en verkoop).

Schaliegaswinning vergroot de lokale economische bedrijvigheid

Schaliegaswinning biedt ondernemingskansen voor lokale bedrijven.Schaliegaswinning leidt tot regionale werkgelegenheid.

EnergieEnergie

Schaliegaswinning bemoeilijkt de overgang naar duurzame energie

Financiering van schaliegaswinning verdringt financiering van duurzame energie.Schaliegaswinning stelt de noodzaak uit om over te schakelen op duurzame energie.Schaliegaswinning vergroot de gasafhankelijkheid en versterkt hiermee de lobbykracht van de gasindustrie.

Schaliegaswinning draagt bij aan de energievoorziening van Nederland

Schaliegas kan de dalende Nederlandse gasvoorraad en gasproductie (deels) compenseren.Schaliegas kan de benodigde energie leveren tijdens de transitie naar duurzame energie.

Schaliegas kan pieken in de energievraag opvangen als levering van duurzame energie tekortschiet.Schaliegaswinning levert kennis die gebruikt kan worden voor andere energiewinning, zoals voor geothermie.

Milieu

Milieu

Schaliegaswinning schaadt het milieu

Schaliegaswinning kan leiden tot grondwaterverontreiniging wat onder meer de drinkwaterkwaliteit schaadt.Schaliegaswinning behoeft veel water waardoor de grondwaterstand kan dalen.Schaliegaswinning noodzaakt tot veel transport, zoals van materialen en water, hetgeen het milieu belast.Boorputten die na winning achterblijven kunnen op termijn gaan lekken en zo het grondwater verontreinigen.

Schaliegaswinning beperkt de ruimte en ontsiert het landschap

Schaliegaswinning beperkt de ondergrondse ruimte voor andere toepassingen, zoals voor geothermie.Schaliegaswinning behoeft boorputten die het landschap ontsieren.

Schaliegas is relatief milieuvriendelijk

Verbranding van schaliegas levert per eenheid energie minder broeikasgas dan van steenkool en olie.Het directe alternatief, geïmporteerd (vloeibaar) aardgas, kan elders tot zwaardere milieuproblemen leiden.

Nederland kan opgedane kennis inzetten voor milieuvriendelijke schaliegaswinning in het buitenland.

Veiligheid

Veiligheid

Schaliegaswinning is gevaarlijk voor werknemers en omwonenden

Schaliegaswinning brengt het risico van kleine aardschokken en bodemdaling met zich mee.Schadelijke stoffen in de schalielaag kunnen naar de oppervlakte komen wat gezondheidsrisico’s oplevert.Over de effecten van schaliegaswinning en effectieve maatregelen bij ongelukken is weinig kennis.Schaliegaswinning kan leiden tot ongelukken, bijvoorbeeld als gevolg van brandgevaarlijke gaslekken.

Schaliegaswinning draagt bij aan veiligheid

Schaliegaswinning maakt gebruik van bewezen technologie waardoor veiligheidsrisico’s beperkt zijn.Schaliegaswinning kan leiden tot extra investeringen in het onderhoud van de gasinfrastructuur.

Politiek

Politiek

Schaliegaswinning vereist aanpassing van bestaande wet- en regelgeving

Proefboringen hebben mogelijk milieu-effecten, de Mijnbouwwet vereist geen inventarisatie hiervan.Het wettelijke toezicht is onvoldoende toegespitst op de specifieke techniek van schaliegaswinning.

Schaliegaswinning stuit op weerstand bij het publiek

Materiaaltransport en boringen leiden tot hinder voor omwonenden.Omwonenden vrezen dat huizenprijzen in de omgeving van de boorputten dalen.Informatie over schaliegaswinning loopt erg uiteen, burgers weten niet wat ze kunnen geloven.Schaliegaswinning is een stap terug: grotere afhankelijkheid van gas in plaats van duurzame energie.Gasproducenten zijn weinig transparant wat wantrouwen opwekt bij het brede publiek.

Schaliegaswinning versterkt de positie van de Nederland

Schaliegas verkleint de politieke afhankelijkheid van Nederland van internationale energieleveranciers.Schaliegaswinning verkleint de kans dat Nederland betrokken raakt bij internationale conflicten rondom gas.

Schaliegaswinning brengt rust in het kernenergiedebat

Schaliegaswinning maakt (de bouw van) nieuwe kerncentrales in Nederland voorlopig onnodig.

Wat is schaliegas?Schaliegas is aardgas dat

“opgesloten” zit in kleisteenlagen (schalies) in de ondergrond. Deze lagen bevinden zich in Nederland meestal op meer dan twee kilometer diepte.

Er zijn proefboringen nodig om te bekijken hoeveel gas er aanwezig is en of dit economisch rendabel

gewonnen kan worden.

Deze kaart geeft een overzicht van de argumenten voor en

tegen winning van schaliegas in Nederland. De argumenten voor en tegen proefboringen, anders dan als eerste stap in

het winnings-proces, zijn buiten beschouwing gehouden.

De kaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronder-zoek en twee denksessies met

deskundigen vanuit verschillende achtergronden. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk.

w w w . e n s o c . n l 2726 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

Argumentenkaart schaliegaswinning

Page 15: Ensoc magazine najaar'13 def

Met het slinken van de conventionele gasvoorra-den is de belangstelling voor schaliegas de laatste tijd toegenomen. Schaliegas is aardgas, net als conventioneel gas, maar het zit opgesloten in een andere, compacte aardlaag (leisteenlaag), veelal dichter bij het aardoppervlak. Om het schaliegas uit die aardlaag te winnen wordt ‘fracking’ toege-past. Dat is een techniek waarmee, kortweg, de aardlaag waarin het gas besloten zit door middel van water, zand en chemicaliën wordt opengebro-ken en opengehouden, zodat het gas vrijkomt en gewonnen kan worden. Optimistische scenario’s veronderstellen dat er wereldwijd grote schalieg-asreserves zijn. De schattingen voor de Neder-landse schaliegasvoorraad lopen uiteen van 200 tot 500 miljard m3. Daarmee kan de energievoor-ziening voor vele tientallen jaren veiliggesteld worden.

Onderzoek Op dit moment wordt er nog geen schaliegas gewonnen in Nederland. Niet in de laatste plaats omdat er op maatschappelijk vlak nog de nodige reserves bestaan bij schaliegaswinning. De vrees bestaat dat schaliegaswinning risicovol is en een gevaar vormt voor de veiligheid en het milieu.

Zo heeft waterbedrijf Vitens zich bezorgd getoond over het risico van vervuiling van

de ondergrondse watervoorraden, doordat bij het ‘fracken’ (kraken) van het schalie-gesteente het grondwater vervuild zou kunnen raken. Verder bestaat er angst

voor aardbevingen en bodemdaling.Minister Kamp van Economische Zaken gaf

opdracht tot een onderzoek naar de mogelijke risico’s en gevolgen van de opsporing en winning van schaliegas voor met name de veiligheid voor natuur, mens en milieu. De resultaten van het on-derzoek zijn gepubliceerd in het rapport ‘Aanvul-lend onderzoek naar mogelijke risico’s en gevol-gen van de opsporing en winning van schalie- en steenkoolgas in Nederland’. Het rapport conclu-deert dat de mogelijke gevolgen en risico’s van het opsporen en winnen van schaliegas voor natuur, mens en milieu beheersbaar zijn. Hiermee is een belangrijke stap gezet richting het eventueel winnen van schaliegas in Nederland. Reden ge-noeg om in deze bijdrage kort stil te staan bij het juridisch kader rond schaliegaswinning.

Recht klaar voor schaliegas

Het wettelijk kader in

Nederland biedt voldoende

handvatten om potentiële

risico’s van opsporing en

winning van schaliegas bij

de besluitvorming mee te

nemen en af te wegen.

Het recht is in die zin

klaar voor de juridische

afweging rond de

winning van schaliegas.

Dit betekent echter niet

dat schaliegaswinning

ook daadwerkelijk wordt

toegestaan in Nederland.

Tekst: Robin Aerts en Iman Brinkman,

advocaten bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn N.V.

Vergunningen betekent dat voor de opsporing en winning van schaliegas een opsporings- respectievelijk win-ningsvergunning van de minister van Economische Zaken vereist is. Een opsporingsvergunning is een marktordeningsvergunning die een onderneming het alleenrecht geeft om binnen een bepaald gebied en binnen een bepaalde periode (doorgaans drie jaar) tot opsporing over te gaan c.q. één of meer proefboringen uit te voeren. Een winningsvergun-ning verleent het alleenrecht om in een bepaald gebied te winnen.

De Mijnbouwwet kent een begrensd aantal gronden om een aangevraagde opsporings- of winningsver-gunning te weigeren. Dit betekent echter niet dat de afwegingsruimte om een aangevraagde vergunning al dan niet te verlenen beperkt is. Integendeel, zo kan de minister een aanvraag om een vergunning afwijzen op grond van de wijze waarop de aan-vrager van plan is de te vergunnen activiteiten te verrichten. Hoewel de parlementaire geschiedenis er veeleer op lijkt te duiden dat deze weigerings-grond een efficiënte en doelmatige winning beoogt te bereiken, lijkt bijvoorbeeld niet uitgesloten te zijn dat deze weigeringsgrond ruimte laat voor het meewegen van het aantal boorputten voor schalieg-aswinning.

Winningsplan Zou de minister een vergunning verlenen voor schaliegaswinning, dan dient de vergunninghouder voorafgaand aan daadwerkelijke winning nog een winningsplan op te stellen. Hierin worden onder meer de wijze en duur van winning beschreven en

de maatregelen die getroffen worden ter voor-koming van schade door bodembeweging. Het winningsplan moet goedgekeurd worden door de minister. Daarbij wordt advies ingewonnen van de technische commissie bodembeweging en – desge-wenst – van de Mijnraad.

De eisen waaraan de (proef)boringen zelf moeten voldoen, zijn opgenomen in de Mijnbouwwet en de Wabo. In de Mijnbouwwet zijn met name de artikelen van belang die zien op de bescherming van veiligheid en milieu, een planmatig beheer van voorkomens van delfstoffen en het beperken van schade ten gevolge van bodembeweging. In de Wabo zijn daarnaast artikelen opgenomen die bepa-len dat het bevoegd gezag onder meer de bestaande toestand van het milieu en de gevolgen van het mijnbouwwerken voor het milieu dient te betrek-ken bij de beslissing op de aanvraag voor een omge-vingsvergunning ten behoeve van het oprichten en in werking hebben van het mijnbouwwerken.

Conclusie Uit het bovenstaande blijkt volgens ons dat het

geldend wettelijk kader voldoende handvatten biedt

om potentiële risico’s van opsporing en winning van

schaliegas bij de besluitvorming mee te nemen en af

te wegen. Het recht is in zoverre klaar voor (de

juridische afweging rond) de winning van schaliegas.

Dit betekent echter niet dat schaliegaswinning ook

daadwerkelijk wordt toegestaan in Nederland. Dit is

in belangrijke mate een beleidsmatige keuze. Een

eventueel kabinetsbesluit over het toestaan van

(proef)boringen moet nog worden genomen en wordt

op z’n vroegst verwacht medio 2014.

n e d e r l a n d h o e f t g e e n a pa r t e w e t t e m a k e n v o o r w i n n i n g v a n s c h a l i e g a s

e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 328 29w w w . e n s o c . n l

SliM Met

in geBouwenenergie Uitnodiging

voor het beurscongres tijdens Energie2013 op 25 september van 10.30 tot 13.00 uurinclusief entree en lunch

Page 16: Ensoc magazine najaar'13 def

30 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3 31w w w . e n s o c . n l

e n e r g i e v e r b r u i k v a n b e d r i j v e n i n k a a r t b r e n g e n

‘monitoring belangrijk om te besparen’

‘Het is een nieuwe wereld, maar ik leer snel,’ zegt Joost Schalekamp aan het begin van het gesprek met Ensoc

Magazine. Bij discussies over duurzame energie is het hem opgevallen dat gesprekken vaak terugkomen op het energieverbruik, dat wisselt in de tijd. Schalekamp: ‘Om het energieverbruik te weten, moet je beschikken over meetgegevens, maar die zijn niet altijd even goed beschikbaar. Meetbedrijven beschikken over deze gegevens.’ Meetbedrijven meten en verzamelen het stroom- en gasverbruik voor grootverbruikers. Elke grootverbruiker is wettelijk verplicht om het energieverbruik te laten meten door een door ACM en TenneT erkend meetbedrijf. Dat kunnen aan energiebedrijven gelieerde meetbedrijven zijn, maar kunnen ook onafhankelijke meetbedrijven zijn dankzij de liberalisering van de energiemarkt.

Schalekamp heeft vorig jaar het onafhankelijke EnergieMeetbedrijf 2020 (EMB2020) overgenomen. Het bedrijf bestond onder een andere naam als onderdeel van Dyzle Metering. Inmiddels is de opstartfase achter de rug en beschikt het bedrijf sinds vorig jaar over de benodigde ISO-certificaten. ‘We zijn nu vol bezig met het binnenhalen van onze klanten. Dat lukt

goed,’ vertelt Schalekamp. Circa 200 klanten heeft hij meegenomen van Dyzle, maar hij is ook op zoek naar nieuwe klanten. Die moet hij regelmatig uitleggen wat het verschil is tussen een energiemeetbedrijf en een energieleverancier. ‘Ons meetbedrijf is onafhankelijk van de leverancier. Als grootverbruiker kan je zelf kiezen voor een eigen erkend meetbedrijf. Het is dus mogelijk om over te stappen naar een ander meetbedrijf.’

EMB2020 heeft niet voor niets het jaartal 2020 in de naam, zo geeft Schalekamp aan. ‘We willen dat het energieverbruik daalt en dat we energieverspilling tegengaan. Op die manier komen de doelstellingen voor 2020 dichterbij.’ Het jaar 2020 komt echter ook met rassé schreden naderbij, zegt Schalekamp. Hij merkt dat de regering hiermee bezig is gezien de doelstellingen die vaker in de krant staan dankzij het nationale energieakkoord dat overheid, bedrijven en milieuorganisatie hebben gesloten. ‘Nog maar zeven jaar, dan is het al zover.’ Om de doelstelling voor 20 procent energiebesparing in 2020 te halen moet er nog veel gebeuren. Schalekamp denkt met zijn meetbedrijf hieraan een bijdrage te kunnen leveren.

Het bijhouden van het energieverbruik is van zeer groot belang voor bedrijven om kosten te besparen. Dat zegt ondernemer Joost Schalekamp van EnergieMeetbedrijf 2020. ‘De investering in energiemonitoring is snel terug verdiend.’

Tekst: Norbert Cuiper

Joost Schalekamp(geboren 22 januari 1972

in Rotterdam) studeerde

technische bedrijfskunde

in Groningen, waarna hij

begint als procesontwerper,

daarna als programmama-

nager bij KPN in Den Haag.

Daarna werkt hij als algemeen

manager bij cartografiebedrijf

Eurocartografie dat o.a. wegen-

kaarten maakte voor de ANWB.

Vervolgens begint Schalekamp

voor zichzelf en bestiert hij

hamburgerrestaurant Nul10 in

Rotterdam. Als het restaurant

goed loopt richt hij zich op

de energiesector. Schalekamp

besluit om het meetbedrijf van

Dyzle Metering uit Almere over

te nemen, samen met zijn neef

Eric Koster en voormalig Cogas-

medewerker Jack Ten Bolscher.

Het bedrijf bestaat al sinds

2004. Schalekamp en consorten

dopen dit bedrijf op 1 juli 2012

om tot EnergieMeetbedrijf2020.

Page 17: Ensoc magazine najaar'13 def

33w w w . e n s o c . n l32 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

e n e r g i e v e r b r u i k v a n b e d r i j v e n i n k a a r t b r e n g e n

Hoe belangrijk is energiemonitoring?‘Dat is van zeer groot belang. Bedrijven krijgen hiermee meer inzicht in hun energieverbruik, waar-mee ze effectievere maatregelen kunnen nemen om te besparen op hun energiekosten. Zo heeft uitzendbureau Randstad haar energieverbruik en besparingsdoelen vastgelegd in het jaarverslag. Of Randstad haar doelen kan waarmaken hangt voor-al af van hoe de lokale vestigingen dit oppakken. Dat vereist een goede communicatie en effectieve handvatten om te besparen op energiekosten.’

Zijn bedrijven bewust van het belang van energiebesparing?‘Grootverbruikers beseffen vaak al het belang van energiebesparing, maar bij kleinere bedrijven is dat besef nog vaak ver te zoeken. Kleinere bedrij-ven zijn niet gericht op hun energieverbruik (qua tijdsbesteding). Zij zijn vooral bezig met hun core-business. Ze zien wel de energierekening, maar ze brengen een verhoging vaak alleen in verband met de gestegen energieprijzen, terwijl ze beter kun-nen kijken naar mogelijkheden om hun verbruik te verminderen. Er is nog een wereld te winnen.’

DOOR ENERGIEMONITORING WORDT ENERGIEVERSPILLING VOOR EEN GROOT GEDEELTE PIJNLIJK ZICHTBAAR

Een recessie zorgt voor meer nadruk op energiebesparing.‘Ja, dat is waar. De economische crisis maakt ons in die zin ook creatiever. Het dwingt je om naar je uitgavenpatroon te kijken in het algemeen. Het besparen van energiekosten is een manier om geld te besparen en kan zeer eenvoudig. Door energiemonitoring wordt energieverspilling voor een groot gedeelte pijnlijk zichtbaar. Onnodig verbruik is echter eenvoudig te vermijden zonder in te grijpen in bedrijfsprocessen. Het toepassen van energiebesparende maatregelen in het bedrijfsproces of gebouw is een volgende stap.’

Waarom meten bedrijven niet zelf hun energieverbruik?‘Bedrijven komen er vaak niet aan toe om zelf het energieverbruik in kaart te brengen. Meetbedrij-ven kunnen helpen en hebben daarin een flinke

toegevoegde waarde. We trekken bedrijven over de streep om meer energie te besparen. Elke euro die we kunnen besparen is er één. Bedrijvenkun-nen minstens 15% te besparen op energiekosten met monitoring, zonder te investeren in energiebe-sparende maatregelen. Een bedrijf dat honderden panden bezit kan tonnen besparen door het ener-gieverbruik bij onzuinige panden terug te dringen.’

GROOTVERBRUIKERS KUN-NEN DOOR BESPARING IN HET KLEINVERBRUIKSEGMENT TE-RECHT KOMEN

Wat is het effect van energiebesparing?‘Het gevolg van besparingen kan zijn dat bedrijven weer op andere vlakken kunnen besparen. Dat kom ik ook tegen in de praktijk, zoals een bedrijf met een te groot gecontracteerd vermogen. Dat is het vermogen dat een netbeheerder voor je ter beschikking houdt op basis van afname uit het verleden. Dit beschikbaar houden kost geld. Door besparingen was het verschil tussen het be-schikbare vermogen en het werkelijk afgenomen piekvermogen veel te groot geworden als gevolg van de besparing. De klant was hier niet van op de hoogte en dat kostte hem onnodig veel geld. Met één simpel telefoontje is dit gecontracteerd vermogen omlaag te brengen. Ook kunnen grootverbruikers door besparing in het kleinverbruiksegment terecht komen. Ik voel me moreel verplicht om klanten daarop te wijzen.’

Op wat voor klanten richt EMB 2020 zich?‘We richten ons op grootverbruikers, maar we kunnen ook bij kleinverbruikers meten. Onder onze klanten bevinden zich veel ondernemers, afkomstig uit de landbouw en akkerbouw, productie- en evenementenhallen, maar ook bedrijven die tussen de wal en het schip belanden bij het uitlezen van de data. Deze laatste bedrijven hebben een zogenaamd E3-profiel en zijn daarmee grootverbruiker. Voor deze groep is het niet wettelijk verplicht om dagelijks de meetdata uit te lezen en te valideren. Doordat hun data maandelijks uitgelezen en gevalideerd wordt door het meetbedrijf, en niet dagelijks, is er nauwelijks inzicht in het energieverbruik. Wij

halen de meetgegevens bij deze grootverbruikers wel dagelijks op zodat zij een gedetailleerd inzicht hebben.’

Hoe kan dit leiden tot energiebesparing? Kunt u een voorbeeld geven?‘Ik zal een voorbeeld geven van een trend die pas zichtbaar wordt door te meten. ’s Nachts kan het verbruik nog hoog liggen, doordat computers, airco en verlichting nog aanstaan. Je reinste verspilling. Meten van het verbruik levert meer inzicht op. Meetbedrijven kunnen hiermee helpen en kunnen ook adviezen geven om het verbruik te verminderen.’

ALS JE WEET WAAR DE Af-NAMEPIEKEN ZITTEN DAN KUN JE BEPALEN Of JE DEZE KUNT VERMIJDEN

Zijn bedrijven voldoende bewust van het belang van energiemonitoring?‘Nee, veel bedrijven zijn zich onvoldoende bewust van de mogelijkheden. Monitoring is de bron van inzicht en besparing. Zo kun je door behulp van je verbruiksprofiel scherper energie inkopen. Als je weet waar de afnamepieken zitten dan kun je bepalen of je deze kunt vermijden. Uiteindelijk is het meest efficiënt als aanbod en vraag van energie perfect op elkaar zijn afgestemd en dus compleet voorspelbaar is. De slimme meter kan ons daarbij verder helpen. Dat vormt een aanzet tot een smart grid, het elektriciteitsnet van de toekomst. Dan schakelt bij huishoudens hun wasmachine automatisch in op het moment dat er een energieaanbodoverschot is, en dus de prijs het laagst. Dat zorgt ervoor dat de pieken verdwijnen, waardoor het totale energieverbruik zal dalen.’

Kent u een bedrijf dat energiemonitoring succesvol toepast?‘Ja. Een logistiek bedrijf dat ik ken heeft besloten om de elektrische vorkheftrucks verspreid op te laden, in plaats van allemaal tegelijk. Hierdoor kan het bedrijf pieken in het stroomverbruik vermijden en kan het toe met een lager aansluitvermogen. Daarnaast moeten de gebruikers zelf ook bewust omspringen met energie. Als ze dat niet doen zie

je onherroepelijk een hoger verbruik. Dat zie wij ook terug in de meetresultaten.’

Wordt energiemonitoring komende jaren belangrijker?‘Ik denk het wel. Ik verwacht dat energiekosten in de toekomst een groter deel zullen uitmaken van de bedrijfsvoering. Dat betekent dat monitoring van het energiegebruik aan belang wint. Ook zal de behoefte toenemen aan gedetailleerdere sub-bemetering, waarbij het energieverbruik per afdelingsruimte of per bedrijfsmiddel wordt gemeten. Ik verwacht ook dat net als bij de telefonie nog meer applicaties komen waardoor gebruikers met hun mobiel hun energiegebruik direct kunnen bekijken. Dit kan via de energieleveranciers, maar ook via de onafhankelijke dienstaanbieders en de meetbedrijven. Zo heeft Eneco hiervoor een display ontwikkeld, maar wat gebeurt er dan bij de overstap naar bijvoorbeeld Nuon? Dan is het wellicht beter om te kiezen voor een onafhankelijk dienstenaanbieder. Die is leveranciersonafhankelijk. Dat lijkt me een goede rolverdeling.’

HET IS ALSOf DE SLAGER JE ZEGT DAT JE VEGETARIëR MOET WORDEN

Waarom moeten meetbedrijven onafhankelijk zijn?‘Meetbedrijven hebben als primair doel om het verbruik te meten en krijgen een vaste vergoeding voor hun diensten. Dat is onafhankelijk van het aantal geleverde kWh. Daarom past hen de rol om energiebesparende diensten aan te bieden zeer goed. Dat is een verschil met energieleveran-ciers, die verdienen aan het aantal kWh’s die zij verkopen, maar ze bieden toch energiebesparende diensten aan. Maatschappelijk goed, maar toch is het alsof de slager je zegt dat je vegetariër moet worden: dat conflicteert.

EMB2020 werkt altijd in opdracht van haar klanten. Door onze onafhankelijkheid van netbeheerder en leverancier hoeven wij niet bang te zijn voor de schijn van belangenverstrengeling of het dienen van twee heren.’

Page 18: Ensoc magazine najaar'13 def

35w w w . e n s o c . n l34 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

aandeel duurzaam stijgt marginaalHet aandeel duurzame energie in het totale Nederlandse energieverbruik is in 2012 slecht marginaal toegenomen. Dat meldt het CBS in een jaarlijkse rapportage. Vorig jaar is in Nederland 4,4% van het totale energieverbruik duurzaam is opgewekt. In 2011 was het 4,3%. Vorig jaar is wel fors meer zonne-energie opgewekt. Het gaat om ruim een verdub-beling. Dat komt doordat de prijs van zonnepanelen de afgelopen twee jaar is gekelderd dankzij Chinese massaproductie. Op het totale energieverbruik is zonne-energie nog altijd te verwaarlozen: 0,04% (1% van alle groene energie). De meeste groene energie wordt in Nederland opgewekt met biomassa (70%) en wind (bijna 20%). Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord afgesproken om te streven naar 16% in 2020. In het ener-gieakkoord is 16% opgeschoven naar 2023 en is afgesproken om in 2020 uit te komen op wat in Europa eerder is afgesproken: 14%.

heroriëntatie de-on in flevoland Flevoland gaat de 6,5 miljoen euro uit de opbrengsten van Nuon- en Essent-aandelen steken in een stichting voor duurzame energieontwikkeling. Het idee voor de stichting komt voort uit een heroriëntatie van de Duurzame Energie- en ontwikkelingsmaatschappij Flevoland (DE-on). In 2009 al besloot de provincie Flevoland om de gelden uit de verkoop van energieaandelen in te zetten voor de ontwikkeling van duurzame energie. Daarvoor werd DE-on destijds opgezet in samenwerking met een brede coalitie van Flevolandse gemeenten. Eind 2012 bleek echter dat deze opzet niet haalbaar was en daarom komt de provincie nu met het alternatief: stichting DE-on. De

uitgangspunten bij de nieuwe opzet zijn: geen winstoog-merk en geen directe poli-tieke betrokkenheid. In de nieuwe opzet is het ook mogelijk voor gemeenten om te participeren in DE-on, bijvoorbeeld door het verstrekken van subsidie

of lening aan een specifiek project.

reparatiewijze scheuten-panelen okDe nieuwe reparatieme-

thode voor de defecte zon-nepanelen van Scheuten is

gecertificeerd en goedgekeurd. Inmiddels is de methode door de

Nederlandse en Belgische autoriteiten aanvaard.In februari dit jaar meldde de Neder-landse Voedsel – en Warenautoriteit op haar website dat in Europa ongeveer zeshonderdvijftigduizend zonnepane-len van het merk Scheuten Solar (type Multisol) brandgevaarlijk waren. In de afgelopen maanden is het repara-tieproces aangepast, gecertificeerd en goedgekeurd door het Fraunhofer-Institut. De nieuwe reparatiemethode wordt geïntroduceerd door Suncycle samen met YPS uit België. Bij de repa-ratiemethode wordt de junctionbox op de achterzijde van de zon-nepanelen gerepareerd. De reparatie zorgt ervoor dat de defecte panelen weer veilig functioneren.

huis sneller verkocht mét zonnepanelen Een huis met zonnepanelen ver-koopt beter dan zonder zonnepanelen. Dit blijkt uit afstudeeronderzoek van masterstudent Thomas Wissink van de Technische Universiteit Eindhoven. De meeste kopers zijn ook bereid om een extra bedrag voor een zonne-energie

installatie te betalen. Uit het onderzoek van Wissink dat

ruim zestig procent van de bestaande systemen op koophuizen ligt. Hij ondervroeg 227 mensen in de regio Eindhoven of

ze de aanwezigheid van zonnepanelen waarderen

op het dak van een potentieel koophuis. Uit deze steekproef bleek dat kopers eerder bereid een woning aan te schaffen mét een systeem. Van de ondervraagden bleek 78 procent bereid extra te betalen voor een zon-nepaneelsysteem op een koopwoning. De gemiddelde prijs die mensen extra wilden betalen was 7.000 euro, verge-lijkbaar met de aanschafprijs van een dergelijk systeem. Volgens Wissink zijn zonnepanelen een goede investering voor huizenbezitters.

oettinger waarschuwt duitslandDuitsland moet voorzichtig zijn met het verlagen van beloofde energiesubsi-dies voor duurzame energie. Dat meldt Europese commisaris voor energie Gunther Oettinger. ‘Dat gaat schade toebrengen aan de investeerders-vertrouwen’, zegt Oettinger in het Handelsblatt. Politieke partijen en energiebedrijven zijn voor het verande-

ren van de Duitse wet voor duurzame energie. Investeerders hebben

al gewaarschuwd dat bij het veranderen van de voor 20 jaar gegarandeerde inves-teringen, eventuele toe-komstige investeringen

voor de energietransitie (550 miljard euro) op losse

schroeven komen te staan. In de Europese landen Spanje,

Tsjechië en Bulgarije hebben deze ontwikkelingen geleid tot flinke kritiek van de investeerder.

Du

ur

za

mE

En

Er

gi

E maassluis mikt op forse energie-besparing

Gemeenten hebben de afgelopen jaren het thema duurzaamheid omarmd en ambitieuze doelstellingen geformuleerd rond energiebe-sparing. Het realiseren ervan blijkt niet altijd eenvoudig. Maassluis zet vooral in op energiebesparing. Hiervoor gebruikt de gemeente als eerste de roadmap energiebesparing en energiemonitoringtoepas-sing ErbisOnline om haar doelen te bereiken.

Tekst: Roy Roessink, Van Beek Ingenieurs

Page 19: Ensoc magazine najaar'13 def

36 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3 37w w w . e n s o c . n l

v a n b e e k h e l p t g e m e e n t e m e t m o n i t o r i n g e n e r g i e g e b r u i k

Potentieel in kaartSpeciaal voor gemeenten ontwikkelden we de roadmap energiebesparing: een programma van haalbare energiebesparende maatregelen op zowel korte als lange termijn. ErbisOnline, ons online informatiesysteem voor energiemonitoring, maakt vervolgens het energieverbruik meetbaar en de bereikte besparingen zichtbaar. Het traject begint met het via workshops in kaart brengen van het aanwezige potentieel, en resulteert in een praktische routekaart met een besparingsprogram-ma voor alle gemeentelijke locaties, inclusief de te verwachten besparing en investering.

Termijnen en scenario’sOm kosten te spreiden en elke gemeente hun eigen ambitieniveau te bieden, kent de roadmap meerdere scenario’s. Het eenvoudigste, sobere scenario bestaat vooral uit snel te realiseren korte-termijnmaatregelen tegen geringe investeringskos-ten; het levert ongeveer 6% energiebesparing op.

Het voorzichtige scenario levert 12% energiebe-sparing op, maar vraagt ook ruwweg 500.000 euro aan meerinvesteringen. Gemeenten die meer wil-len kiezen een ambitieus scenario. Dat levert een energiebesparing van 20% of meer, maar vraagt 1,5 tot 2 miljoen euro meerinvesteringen, vooral in duurzame energie. Bij gefaseerde planning kan de besparing van de ene maatregel worden gebruikt om de investering van de ander te dekken.

Veel mogelijkhedenDe gemeente Maassluis zet vooralsnog in op een ambitieus scenario, stelt fred van Ispelen. ‘Uit de workshops blijkt dat we alleen al in onze gebou-wen een besparing van ruim 20% op de totale gemeentelijke energielasten kunnen boeken. Van daaruit kijken we naar andere mogelijkheden, bijvoorbeeld op het terrein van openbare verlich-ting, rioolgemalen en, op langere termijn, warmte-koudeopslag in de bodem. Ook met eenvoudige ingrepen is al veel mogelijk. We onderzoeken on-der meer de mogelijkheid om op allerlei plaatsen tijdschakelklokken te installeren en de tl-verlich-ting in het stadhuis te vervangen door led.’

Inzicht met ErbisOnlineVan Beeks energiemonitoringsysteem ErbisOn-line biedt gemeenten inzicht in het resultaat van al deze energiebesparende maatregelen. In een beveiligde internetomgeving is het gemeentelijke energieverbruik inclusief trends tot op gebouwni-veau beschikbaar. De benodigde energiedata zijn afkomstig van bestaande meetpunten – slimme meters of handmatig ingevoerde gegevens.

ErbisOnline vertaalt de data vervolgens naar bruikbare, inzichtelijke informatie op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Elke betrokken gemeentelijke medewerker beschikt met ErbisOn-line over de informatie die nodig is om zijn of haar deel van de duurzaamheidambities te verwezen-lijken. Het systeem is bijzonder gebruiksvrien-delijk, beschikbaar waar internet is, vraagt geen administratieve handelingen en evenmin een hoge investering.

KlankbordDe gemeente kan ervoor kiezen een aantal aanvullende Van Beek-diensten af te nemen,

Energie-management

bij Jumbo Supermarkten

Voor supermarktketen

Jumbo is de functionaliteit

van ErbisOnline zodanig

ingericht dat goede verge-

lijkingen of benchmarking

tussen locaties leidt tot

inzicht in mogelijkheden

voor besparingen. Ge-

richte rapportages over

energiekosten, facturen en

budgetten leiden tot be-

wustwording van kosten op

operationeel winkelniveau.

Op gebied van energie-

beheer wordt informatie

beheerd over gerealiseerde

en nog mogelijke energiebe-

sparende maatregelen. Via

de ErbisOnline website kan

een Jumbo ondernemer of

filiaalhouder de vergunning-

verlener in één oogopslag

alle informatie presenteren

die hij wettelijk verplicht is

te rapporteren. Daarnaast

helpt ErbisOnline Jumbo in

haar organisatiedoelstel-

ling om de voortgang van

het MVO-beleid op de juiste

manier te presenteren naar

haar medewerkers en klan-

ten. Naast dit inzicht draagt

de informatie uit ErbisOnline

significant bij aan kostenbe-

sparing door de verantwoor-

delijke managers informatie

te bieden over factuurcon-

trole, te hoge energiegebrui-

ken en de voortgang van

energiebesparingsplannen.

Maassluis wil, net als veel andere gemeenten, in 2050 klimaatneutraal opereren. De komende jaren wil men 2%

energie per jaar besparen, duurzame energie gebruiken en de uitstoot van broeikasgassen reduceren (20% tegen 2020). De gemeente kreeg dit niet zelfstandig van de grond. Fred van Ispelen, coördinator Energiebeheer bij de gemeente: ‘Onze eerste zorg is het energiezuiniger maken van onze gebouwen, maar het gebouwbeheer is versnipperd in de gemeentelijke organisatie.’ De gemeente kwam in contact met Van Beek. Hun specialisme: gemeenten begeleiden bij de realisatie van hun duurzaamheidsambities. Wethouder Huub Eitjes: ‘Dat was precies wat we nodig hadden.’

Page 20: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n l 3938 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

Monitoring en besparen bij KPN

Sinds 2008 maakt KPN

gebruik van de energiedien-

sten en de monitoring van

Van Beek. Naast het moni-

toren van ruim 500 gebou-

wen heeft Van Beek in het

verleden bij ruim 100 kleine

en grote technische instal-

laties van KPN onderzoeken

uitgevoerd naar energiebe-

sparende maatregelen. In

het bijzonder maatregelen

op het gebied van koeling

zijn geïnventariseerd en ge-

implementeerd. Via energie-

monitoring met Erbis wor-

den de effecten van deze

maatregelen vastgesteld.

De uitgevoerde activiteiten

en de goede samenwerking

heeft geleid tot een ener-

giereductie van ongeveer

12.000 MWh in 1 jaar, goed

voor een besparing van

meer dan € 1,5 miljoen op

jaarbasis. Met deze kennis

en ervaring is een vervolg-

traject bij 45 grote techni-

sche centrales gestart. Re-

centelijk heeft Van Beek nog

geadviseerd bij de verbete-

ring van de vrije koeling van

de centrales, door ombouw

van TSA's van parallel naar

serie. Tevens lopen er nog

andere verbeterprojecten en

onderzoeken.

Energiemonitoring bij Fontys Hoge-scholen

Bij Fontys Hogescholen

ondersteunt Van Beek de

verschillende gebouwen

op de diverse locaties met

energiemonitoring. Ener-

giegegevens zijn nodig,

omdat deze in het kader

van de MeerJarenAfspra-

ken gerapporteerd moeten

worden. Daarnaast worden

de gegevens gebruikt voor

het opsporen van bespa-

ringsmogelijkheden en het

kunnen inschatten van de

benodigde energiehoeveel-

heden voor de energie-

v a n b e e k h e l p t g e m e e n t e m e t m o n i t o r i n g e n e r g i e g e b r u i k

waaronder actieve bewaking van het elektriciteits- en gasverbruik en de controle van de data in ErbisOnline. Daarnaast kan één van de specialisten van Van Beek fungeren als projectmanager, voorzitter en coach van een actieteam van gemeentelijke medewerkers. De gemeente Maassluis heeft voor dat laatste gekozen, vertelt wethouder Huub Eitjes. ‘We gebruiken dit jaar om onszelf vertrouwd te maken met het systeem en om de eerste energiebesparende maatregelen

door te voeren. Van Beek fungeert als klankbord. Vanaf 2013 nemen wij zelf de verantwoordelijkheid voor de voortgang over. Maar dan ligt er al een stevige, praktische basis waarop we verder kunnen bouwen. Ik kan elke gemeente deze werkwijze aanbevelen.’

Dit artikel is gebaseerd op informatie afkomstig van

www.vanbeek.com en www.erbisonline.nl

inkoop. Daarnaast heeft Van

Beek onderzoek gedaan

naar het inzetten van de be-

staande Warmte Kracht Kop-

peling (WKK) bij één van de

grotere gebouwen. Door een

goede kosten-baten ana-

lyse, waarbij ook gekeken is

naar teruggaaf van energie-

belasting, bleek dat de inzet

van de bestaande WKK wel

degelijk rendabel is.

Academisch Zieken-huis Maastricht

Academische ziekenhuizen

zijn vaak grote complexen

met hoge energiegebruiken.

Het Academisch Ziekenhuis

Maastricht heeft om in

hun energievoorziening te

voldoen een eigen ener-

giecentrale waar energie

en bedrijfsstoffen worden

aangeboden aan het zieken-

huis en de universiteit. Erbis

wordt door het ziekenhuis

gebruikt voor de monitoring

van alle energiestromen.

Hierbij fungeert Erbis als

centrale database die de

data uit de meters omzet

naar bruikbare

informatie voor het

ziekenhuis. Functionaliteiten

van Erbis die het ziekenhuis

gebruikt zijn kostenrappor-

tages, milieurapportages,

analyses van installaties en

benchmarking. Vanwege het

grote opgestelde vermogen

is Academisch Ziekenhuis

Maastricht tevens verplicht

deel te nemen aan de NOx

emissiehandel. Van Beek

heeft de verplichte NOx

emissiehandel in Erbis ge-

implementeerd en begeleidt

het ziekenhuis met de an-

dere verplichtingen omtrent

de NOx en CO2 emissiehan-

del.

Van Beek is al meer dan 30 jaar actief op

het gebied van energiemanagement. Door

de unieke combinatie van hoogwaardige

kennis en energiemonitoring systemen

maakt Van Beek maatschappelijk en finan-

cieel verantwoord energiemanagement

mogelijk.

De visie van Van Beek bestaat uit een

3-fasen aanpak, waarmee structureel ener-

gie- en kostenbesparing wordt gerealiseerd:

1. Maak energie zichtbaar

2. Stel een roadmap op

3. Volg en bewaak het resultaat

Page 21: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n l 4140 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

Tekst: Jan-Willem Tolkamp, sales manager Benelux

van Ceramic Fuel Cells B.V.

De BlueGEN wordt net over de grens bij Roermond geproduceerd in het Duitse Heinsberg, is geschikt is voor de particuliere en kleinzakelijke markt, be-spaart tot 5 ton CO2 uitstoot per jaar en verlaagt de energierekening. In Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn inmiddels honderden systemen in gebruik. In Nederland zijn de eerste 15 systemen inmiddels geïnstalleerd in Amsterdam, Haren, Apeldoorn, Groningen en Arnhem.

Bij optimaal gebruik levert de BlueGEN een elektrisch vermogen van 1,5 kW en een ther-misch vermogen van 0,6 kW. Bij dit vermogen zet BlueGEN aardgas (gemiddeld 2.200 m3 per jaar) of groengas (CO2 neutraal) eerst om in waterstof en vervolgens in elektriciteit en warmte. Daarmee produceert het apparaat 13.140 kWh per jaar op waardoor het met name geschikt is voor kleine kantoorpanden, winkels (bijvoorbeeld bakkerijen), boerenbedrijven, scholen, klinieken, openbare ge-bouwen en grote (of meervoudige) huishoudens. COMPACT fORMAATDe BlueGEN heeft het compacte formaat van een wasmachine en maakt gebruik van de geruisloze Gennex brandstofcel module, die op dit moment het hoogste elektrische rendement ter wereld levert (60% netto elektrisch rendement). Daar-mee produceert de BlueGen meer elektriciteit met dezelfde hoeveelheid brandstof dan welke traditionele elektrische generator ook. Daarnaast

is de BlueGEN uitgerust met een geïntegreerde warmtewisselaar om de warmte die bij de produc-tie vrij komt om te zetten in bruikbaar warm water. Daarmee komt het totale rendement van het systeem uit op 85 tot 90%. BAANBREKEND IN WKK BlueGEN is baanbrekend op het gebied van klein-schalige warmtekrachtkoppeling (WKK). Traditio-nele WKK-technologieën zijn gewoonlijk 'warmte-gestuurd’; het elektrisch vermogen is afhankelijk van de warmtebehoefte. Als die er niet is, wordt een gewone WKK normaliter uitgeschakeld. De BlueGEN is juist ontworpen als stroomgenerator. De hoge elektrische efficiëntie en lage warmte-afgifte van de BlueGEN, maakt het apparaat het hele jaar door, ook in de zomer als er nauwelijks warmtevraag is, betrouwbaar als ‘’base-load” voor gebruiker en netbeheerder. Ongeacht de warm-tevraag kan de BlueGEN namelijk gewoon dag en nacht, zomer en winter doordraaien.

BESPARINGOp jaarbasis kan een huishouden of kleine on-derneming met de BlueGEN (bij optimale benut-ting), zo’n 1.200 euro op de elektriciteitsrekening besparen en circa 1.600 euro als de warmte-opbrengst wordt meegerekend. Het eventuele surplus aan stroom kan worden gebruikt voor het laden van een elektrische auto of het aandrijven van een warmtepomp. Bij zeer goed geisoleerde nieuwbouwwoningen wordt een traditionele CV daardoor overbodig en kan de BlueGEN-woning volledig voorzien in de eigen energiebehoefte.

Daarnaast wordt de CO2-uitstoot met 50% tot 70% gereduceerd vergeleken met de huidige stroom-mix uit ons stopcontact (tot 5 ton CO2 per BlueGEN per jaar!). Op groen gas is de BlueGEN zelfs nagenoeg CO2 neutraal. Installatie van een BlueGEN heeft daardoor een sterk positief effect op het energielabel van een gebouw, zoals bij de installatie van de BlueGEN in een kantoorpand in het oude centrum van Amsterdam. Bij dit soort panden zijn alternatieve mogelijkheden zeer beperkt vanwege het monumentale karakter. De verhuurbaarheid en verkoopwaarde van het pand werd daarmee fors verbeterd. Ook in het het bezoekerscentrum Sonsbeek in Arnhem, dat is gevestigd in een 15e eeuwse watermolen, werd onlangs een BlueGEN in gebruik genomen.

SMART GRIDSDe BlueGEN kan een belangrijke rol spelen in zo-geheten smartgrids, slimme geïntegreerde lokale energiesystemen. De toekomst van elektriciteits-productie ligt in decentrale netwerken, waarin elektriciteit kan worden opgewekt en gebruikt in de directe omgeving. Decentrale netwerken bieden een oplossing voor de stijgende en fluctuerende vraag naar, maar tegelijk ook aanbod van elektri-citeit, de beperkingen van de traditionele manier van stroomproductie, verliezen door transport van energie en de aanzienlijke investeringen op het gebied van infrastructuur. In zo’n lokaal energiesysteem kunnen via internet gekoppelde BlueGENs een ‘Virtual Power Plant’ vormen, en zo een bijdrage leveren aan de flexibiliteit en stabiliteit van het lokale net. Het sterk wisselende productieniveau van wind- en zonne-energie in

lokale netwerken kan door brandstofcellen met hun constante output worden gecompenseerd.aansluitingen.

PILOTS• Bij EnTranCe (Energy Transition Center) in

Groningen, de proeftuin van de Energy Academy Europe, een initiatief van de Hanzehogeschool Groningen, bouwbedrijf BAM, GasTerra, Gasunie, DNV-KEMA en Imtech, is eind 2012 een proef gestart met een serie van negen BlueGENs in een smartgrid opstelling.

• Alliander heeft in Duitsland onlangs de aanschaf van 600 BlueGEN’s bekendgemaakt. Die zullen voor 2015 worden geïnstalleerd. Alliander wil daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van decentrale energievoorzie-ning en de invoering van brandstofceltechno-logie op de Duitse markt in het kader van de Energie Wende.

• In het kader van ‘Power2Nijmegen’ zijn plan-nen gemaakt om op korte termijn een geheel klimaatneutraal Eco-dorp in Nijmegen-Noord te bouwen. In het lokale energie netwerk van dit dorp zal volgens die plannen naast zonne- en windenergie de BlueGEN een belangrijke (stabili-serende) rol gaan spelen.

• In Engeland heeft het consortium AIMC4 Blue-GEN’s geplaatst in 12 proefwoningen die op een aantal locaties zijn gebouwd. De AIMC4-wonin-gen worden gezien als de toekomstige standaard voor woningen met laag energiegebruik. Partner in dit project is Crest Nicholson, een grote ont-wikkelaar op het gebied van duurzame woningen in Engeland.

BlueGEN verlaagt energierekening

k e r a m i s c h e b r a n d s t o f c e l w e k t e f f i c i ë n t e n d u u r z a a m e n e r g i e o p

Vorig jaar won Ceramic Fuel Cells

voor de BlueGEN de Spirit of

Innovation Award op de vakbeurs

Energie. Ook dit jaar staat Ceramic

Fuel Cells weer op de beurs.

De BlueGEN heeft het compacte formaat van een wasmachine (foto Ceramic Fuel Cells).

Energieopwekking uit waterstof via keramische brandstofcellen geldt als één van de meest veelbelovende technologieën voor duurzame lokale energieproductie. Het Australische Ceramic Fuel Cells Limited heeft met de BlueGEN als één van de eerste ondernemingen ter wereld een werkend systeem op de Europese markt gebracht op basis van deze technologie.

Page 22: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n le n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 342 43

kleinverbruiker zuinig met gas en lichtZakelijke dienstverleners verbruiken relatief weinig aardgas en elektriciteit. Slechts 10% van het ver-bruik van deze typen energie in de dienstensector komt op het conto van de zakelijke dienstverlening. Binnen de sector is de ICT branche relatief de grootste verbruiker van elektra. Dit blijkt uit een verschenen publicatie van ING Economisch Bureau. In de zakelijke dienstverlening vinden veel werkzaamheden in of vanuit een kantoor plaats. De klimaatregeling is dus een belangrijke energieverbruiker. Binnen de dienstensector behoort de zakelijke dienstverlening echter niet tot de grootverbruikers, gemeten in ge-bouwgebonden energiegebruik. Zelfs als de ICT branche wordt meegenomen, blijft de sector net onder de 10% steken. Dit is veel minder dan bijvoor-beeld het aandeel in de toegevoegde waarde (29%). In de zakelijke diensten wordt jaarlijks gemiddeld 1.649 m3 gas verbruikt op een bedrijfsvestiging en 14.826 kWh aan elektriciteit.

horeca ziet kansen in energiebesparingDe horeca ondervindt dit jaar duidelijk last van het lage vertrouwen bij consu-menten. Een sterk kostenbe-wustzijn is een belangrijk element om de zaak gezond te houden. Met name op energiekosten valt te besparen zonder dat de kwaliteit afneemt. Dat schrijft het ING Economisch Bureau in een rapport over de ontwikkelingen binnen de horeca. ING verwacht dat na twee jaar van krimp de afzet in de horeca in 2014 mogelijk een lichte (0,5%) verbetering gaat laten zien. ING verwacht dat de verkopen over heel

2013 1% lager uitkomen dan vorig jaar. “Vooral in de hotellerie is men vanuit kostenoverwegingen al attent op de mogelijk-heden voor energiebe-

sparing”, aldus Jan van der Doelen, sectormanager

Leisure van het Economisch Bureau. “Tegelijkertijd dringt bij steeds meer ondernemers het besef door dat met eenvoudige maatregelen of de aanschaf van energiezuinige apparaten veel te winnen valt”.

energieakkoord stelt eisen aan besparing Het energieakkoord stelt eisen aan energiebespa-ring. Elk jaar moet er in Nederland 1,5 procent meer energie worden bespaard. Dat blijkt uit het definitieve resultaat uit onderhandelingen tussen overheid, bedrijven en milieuorganisaties onder leiding van de Sociaal-Economische Raad (SER). Belangrijkste conclusies

blijven dat kolencentrales moeten sluiten en meer windmolens

gebouwd moeten worden. In 2020 moet 14 procent van de energie duurzaam worden opgewekt, nu is dat nog maar 4 procent.

Minister Kamp van Economische Zaken wil wel

onderzoeken of er ook andere milieuvriendelijke alternatieven zijn

voor wind op zee, zoals het gebruik van aardwarmte om stroom op te wek-ken. Een borgingscommissie zal in de gaten houden of de afspraken worden nageleefd.

ledverlichting verrassend snel ingevoerdTL-buizen en -armaturen, spaarlampen en halogeenverlichting worden in een

verrassend hoog tempo vervangen door zuinige ledlampen. Dat consta-teert de stichting LightRec in haar jaar-verslag, op basis van verkoopcijfers en ingezamelde oude lampen. De verkoop van ledverlichting steeg in 2012 met 36,6 procent tot 2,6 miljoen lampen. TL-armaturen in kantoren en fabrieken worden vervangen door de ledinaire, een armatuur waarin ledverlichting is geïntegeerd. Daarvan werden er vorig jaar 692.000 verkocht, een stijging van 45 procent. Lampenproducenten

dachten in de zomer van 2012 nog dat het zeker tien jaar zou

duren voordat tl-buizen zou-den zijn vervangen door lichtbronnen op basis van led. Desondanks zal het volgens de stichting Light-

Rec nog geruime tijd vergen voordat alle 450 miljoen

lampen van de oude generaties in huishoudens zijn vervangen.

'energiebelasting stijgt minder' Een verhoging van de energiebelasting pakt komend jaar minder fors uit dan beoogd. Dat meldt de Telegraaf op basis van Haagse bronnen over het be-grotingsoverleg tussen VVD en PvdA. ‘Nederlanders zullen ook merken dat een verhoging van de energiebelasting komend jaar minder fors uitpakt dan beoogd. Die maatregel is afgesproken in een uitgewerkt energieakkoord, waar het kabinet zich naar verwachting vrijdag over buigt. De laatste onder-handelingen daartoe hoopt minister Kamp (Economische Zaken) deze week af te ronden. Naar verluidt ligt de milieubeweging nog dwars in het overleg. Voor de zomer lekten de con-touren van de energiedeal al uit.’ Alle plannen worden officieel pas bekend met Prinsjesdag.

Bedrijven moeten niet alleen ambitieuze doelen stellen voor energiebesparing, maar vooral ook hun energieverbruik bijhouden om te kijken of ze die doelen kunnen halen.

Tekst: Leo Smit

De aandacht voor CO2-reductie en een efficiënte energiehuishouding is groot, maar zakt ook met regelmaat weer weg van de agenda. De uitdaging om de huidige welvaart in stand te houden met een verantwoorde energievoorziening is de grootste uitdaging van onze tijd. Het is onverantwoord om dit over te laten aan de waan van de dag. Het is sympa-thiek dat ‘nieuwe’ technieken veel aandacht krijgen, maar zonder duidelijke visie schuiven aandacht en middelen veelal niet naar de belangrijkste thema’s. De slechte staat van onze schoolgebouwen, oude stadswijken, (deels) verouderde industrie en be-perkte visie op mobiliteit zijn hier voorbeelden van.

OOK KENNEDY WIST VOORAf NIET Of HET HAALBAAR WAS OM MENSEN OP DE MAAN TE ZETTEN.

Ambities ongrijpbaar Kijkend naar de doelen voor CO2-reductie die landelijke en regionale overheden stellen constateer ik dat de politieke ambitie deels aanwezig is om grote stappen te zetten, maar de realiteitszin voor wat hiervoor moet gebeuren grotendeels ontbreekt. Op zichzelf hoeft een beleidsmaker niet te weten hoe het doel behaald gaat worden. Ook Kennedy wist vooraf niet of het haalbaar was om mensen op de maan te zetten. Maar de consequenties van het gestelde doel moeten door de maatschappij worden geaccepteerd, zoals de benodigde investeringen en verschuivingen om onze welvaart in stand te houden. Een dergelijke transitie kan alleen verant-woord verlopen door goede monitoring en sturing

op de vele veranderingen die hiervoor in gang moet worden gezet.

Meten en beoordelen Monitoring is onderdeel van de kwaliteitscirkel met daarin de bekende stappen plan, do, check, act. Stuursystemen strui-kelen vaak over het gebrek aan betrouwbare infor-matie en ook bij het energievraagstuk speelt dit een belangrijke rol. Het meten en beoordelen van behaalde resultaten is cruciaal. Monitoring draait uiteindelijk ook om het inzicht in het verbruik van de energieverbruikers.

AMBITIE ZONDER MONITORING IS NET ZO AVONTUURLIJK ALS OP VAKANTIE ZONDER WEGENKAART

In feite kan gesteld worden dat het neerleggen van een ambitie zonder monitoring net zo avontuurlijk is als op vakantie gaan zonder wegenkaart. Het levert ongetwijfeld een dynamisch en interessante reis op, maar de bestemming en het moment van aankomst blijft wel erg ongewis.

Start grootschalig De urgentie van energiebe-sparing is voor iedereen duidelijk. Waarom gaat alles dan toch zo traag? Door het ontbreken van regelmatige confrontatie met waar we nu staan in relatie tot de grote uitdaging krijgen de benodigde oplossingen geen voorrang en blijft het vaak bij een ideologische discussie met dito oplossingen. Veel bedrijven zijn al gestart met monitoring en een actief beleid, maar de kritische massa in de sector ontbreekt om gezamenlijke doelen te bereiken. Daarom moeten we grootschalig van start met gede-gen monitoring. Hierdoor zal blijken dat de besparingskansen enorm zijn, innovatie meer ruimte krijgt, bedrijven elkaar verder kunnen versterken en we die dingen gaan doen die onze concurrentiepositie in het buitenland daadwerkelijk gaat verbeteren.

monitoring is nood-

zaak

Leo Smit is docent

PHOE-opleiding

Energiebeheer en

oprichter van CO2

Management BV

En

Er

gi

Eb

Es

pa

ri

ng

Page 23: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n l 45e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 344

Top 15 energie-zuinige kanToren

d e m e e s t e n e r g i e z u i n i g e k a n t o r e n

Waar in Nederland staan de meest energiezuinige kantoren? Souverein Advies zocht het uit.

1 Houthandel Wicherson, Steenwijk 2 Besseling Installatie- groep BV, Alkmaar 3 Bonfix BV, Zwolle 4 Villa Flora, Venlo 5 Search Ingenieurs- bureau BV,Heeswijk 6 Search Ingenieurs- bureau BV, Amsterdam 7 Interface Flooring BV,

Scherpenzeel 8 Vredenburg Steenwijk BV, Steenwijk 9 DWA Holding BV, Bodegraven 10 WTH Vloerverwarming BV, Dordrecht 11 Eneco, Rotterdam 12 Invent Advies BV,

Beilen 13 Ceves Vergeer BV, Deventer 14 Openbaar Ministerie, Lelystad 15 Bakker Groep BV, Coevorden

Meest energiezuinige kantoor in Steenwijk Houthandel Wicherson uit Steenwijk heeft het meest energiezuinige kantoor van Nederland. Dat blijkt uit een top 15 van de meest energie-zuinige panden die Souverein Advies heeft gepubliceerd op de website www.energiezuinigste-kantoor.nl.

Op de tweede plaats staat het pand van installatiebedrijf Bes-seling uit Alkmaar. Het kan-toorpand van installatiebedrijf Bonfix uit Zwolle staat op de derde plaats. Opmerkelijk is dat in Steenwijk nog een energiezui-nig pand staat dat dat voorkomt in de top 15. Door de komst van

Wicherson met stip op nummer 1 ging Vredenburg Installatie-techniek van plek 7 naar plek 8. Leuke bijkomstigheid is dat de installaties bij Wicherson zijn aangelegd door Vredenburg Installatietechniek.

Maat voor energiezuinigheidDe panden zijn gerangschikt op basis van gebouwgebon-den energiezuinigheid onder standaard omstandigheden. Hierbij is de maat voor ener-giezuinigheid uitgedrukt in de E/E-verhouding (voorheen Q/Q-verhouding). Dit is de verhouding tussen de behaalde Energieprestatiecoëfficient (EPC) van het pand en de EPC die maximaal is toegestaan

volgens het Bouwbesluit. Van de meeste panden in de top 15 heeft Souverein Advies onlangs gecontroleerd of de energiezui-nigheidsindex klopt en of alle energetische maatregelen ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd. De laatste update werd eind augustus 2013 uitgevoerd.

Top 15 nuttig voor bedrijvenInitiatiefnemer Erik Souverein: ‘Uit gesprekken met diverse directies blijkt dat de top 15 van nut kan zijn voor bedrijven die hun pand willen vergelijken met die van andere energiezuinige kantoren. Hiermee kunnen be-drijven communiceren over hun prestaties op gebied van ener-giebesparing. Daarnaast blijkt de

rangschikking van belang voor het vaststellen van de waarde van het vastgoed. Nieuwe, ener-giezuinige kantoren verliezen minder snel hun waarde dan kantoren die meer energie ver-spillen. Energiezuinige kantoren zijn daardoor aantrekkelijker als belegging.’

Tip: wees uniek Om een gebouw in aanmerking te laten komen voor een topno-tering in de top 15 is het volgens Souverein niet meer voldoende om te kiezen voor gebruike-lijke maatregelen, zoals goede isolatie, een zuinige warmte-pomp, koeling met grondkoude, HR-warmteterugwinning van ventilatieluchtwarmte, TL5/led-

verlichting en zonnepanelen. ‘Bedrijven kunnen een hoge notering verdienen door het voorkomen van verlichting door bovengemiddelde daglichttoe-treding (bijv. met een atrium), automatische verlichting daglichtafhankelijk te dimmen, het voorkomen van onzuinige installaties, ventilatie af te stem-men op de behoefte middels CO2-sensors, en/of door relatief veel zonnepanelen te plaatsen. Ongebruikelijke maatregelen zoals triple glas, heat pipe zon-necollectoren, een adsorptie-machine of een biomassaketel kunnen ook een goed idee zijn als de terugverdientijd inclusief fiscale voordelen en subsidie gunstig uitvalt,’ aldus Souverein.

14

2

3

6

89

105

7

Page 24: Ensoc magazine najaar'13 def

47w w w . e n s o c . n l46 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

meer centrales moeten sluiten De Nederlandse stroom-

sector blijft last houden

van grote overcapaciteit,

ondanks sluitingen van

gas- en kolencentrales. Dat

meldt het FD op basis van ei-

gen inventarisatie. Consultants van

accountantsorganisatie PwC schreven

eerder dit jaar in een rapport, opge-

steld in opdracht van de stroomsector,

dat tot 2020 er een overcapaciteit

is van 7300 MW. Diverse centrales

zouden hun deuren moeten sluiten om

weer evenwicht op de markt te krijgen.

De aangekondigde sluitingen, inclusief

die van de vijf kolencentrales, telt op

tot een capaciteit van 4000 MW. Dat

betekent dat er nog 3300 aan overca-

paciteit resteert. Uitgaande van een

omvang van 600 MW voor een gemid-

delde centrale, zou dat betekenen dat

er nog ruim vijf centrales te veel zijn.

acm: stroommarkt minder liquideOp de elektriciteitsmarkt

zijn de handelsvolumes

vorig jaar gestegen

terwijl de liquiditeit is

afgenomen. Dat meldt ACM

in het liquiditeitsrapport 2013.

De elektriciteitsmarkt laat een wis-

selend beeld zien; handelsvolumes zijn

in 2012 gestegen terwijl de liquiditeit

is afgenomen. Dit sterkt ACM in haar

ambitie om in te blijven zetten op ver-

dere marktintegratie met omringende

landen, waarbij de harmonisatie van

beleid voor duurzame energie een

belangrijke randvoorwaarde is om deze

integratie tot een succes te maken.

ACM ziet de harmonisatie van beleid

voor duurzame energie als belangrijke

randvoorwaarde voor succesvolle

integratie van energiemarkten

in Europa.

enexis boekt iets meer omzetNetbeheerder Enexis heeft

in het eerste halfjaar een

procent meer omzet geboekt

dan in de eerste zes maanden

vorig jaar. De omzet kwam uit op

688,5 miljoen euro. Dat meldt

de netbeheerder maandag.

De nettowinst van Enexis

steeg met zes procent

naar 124 miljoen euro. De

netbeheerder investeerde

eveneens zes procent

meer ten opzichte van het

eerste halfjaar in 2012. Het aan-

tal klantaansluitingen bleef nagenoeg

gelijk. Met name door een omvangrijke

stroomstoring in Enschede viel de

elektriciteit van Enexis langer uit in

het eerste halfjaar. Huishoudens aan-

gesloten op het netwerk moesten

het gemiddeld 14,4 minuten

zonder stroom doen. In het

eerste halfjaar van 2012

was dit nog elf minuten.

spd belooft lagere

stroomprijzen De Duitse oppositiepartij SPD zegt

dat Duitse gezinnen kunnen rekenen

op een lagere elektriciteitsrekening

als de partij de Bondsdagverkiezingen

wint. De SPD, die vooralsnog weinig

kans lijkt te maken om bij de

krachtmeting van 22 sep-

tember de grootste partij

te worden, wil dat de

marktautoriteiten de mo-

gelijkheid krijgen om in

te grijpen als de prijzen de

pan uit rijzen. Als een tarief

10% of meer hoger is dan het laagste

tarief in een regio, moet de toezicht-

houder in actie komen. Dat meldt

kanselierskandidaat Peer Steinbrück

in een tienpuntenprogramma. Als deze

mogelijkheid er vorig jaar al was, had-

den de huishoudens gemiddeld € 40

minder betaald voor hun stroom. In

totaal was dit een verlichting geweest

van € 1,5 mrd.

tennet: resultaat stijgt 41% Netbeheerder Tennet

heeft in de eerste helft

van 2013 een 41% hoger

onderliggend operationeel

resultaat geboekt. De omzet

nam toe door investeringen in

offshorewindparken in Duitsland en

de verkoop van de gasactiviteiten van

energiebeurs APX. De groei van het

onderliggend operationeel resultaat

wordt vooral veroorzaakt door verdere

investeringen in de aansluiting van

tien offshoreaansluitingen voor

windparken in het Duitse deel van

de Noordzee. De impact ervan op het

resultaat is € 46 mln. De verkoop van

APX leverde een plus van € 25 mln

op. Tennet deed bij de presentatie

van de halfjaarcijfers geen uitspraken

over de mogelijke privatisering van de

netbeheerder, waarbij een gedeelte-

lijke beursgang tot de mogelijkheden

behoort. In de komende tien jaar

investeert het concern in totaal € 13

mrd, waarvan € 5 mrd in Nederland.

El

Ek

Tr

ic

iT

Ei

T

ensoc magazine wenst u dit najaar veel inspiratie

Page 25: Ensoc magazine najaar'13 def

w w w . e n s o c . n le n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 348 49

19 septembergreen buildings holland 2013rai, amsterdamInformatie: Building Hollandtelefoon (020) 549 32 [email protected]

24-25-26 septemberenergie 2013vakbeursbrabanthallen, den boschVNU Exhibitionstelefoon +31 302 952 [email protected]

25 september‘slim met energie in gebouwen'beurscongresbrabanthallen, den boschInformatie: F&Btelefoon: (035) 683 88 [email protected]

26 septemberplanvorming & ontwikkeling van windparkenworkshopamsterdamInformatie: Euroforumtelefoon (040) 297 49 [email protected]

2 oktober 2013afvalconferentie 2013driebergenInformatie: CommGrestelefoon (0418) 63 73 [email protected]

4 oktoberenergierecht op locatieutrechtInformatie: Groningen Centre of Energy Lawwww.rug.nl/research

7 oktober - 27 november energie managementverkorte opleidingamsterdamInformatie: IIRtelefoon (020) 580 54 [email protected] www.iir.nl/energy/event

9 - 11 oktober greenport 2013antwerpen, belgiëInformatie: Mercator [email protected]/congress

15 – 16 oktober warmtedistributieopleidingf&b training center, hilversumInformatie: FedECtelefoon (035) 683 88 [email protected]; www.fedec.nl

15 - 17 oktober european utility week 2013amsterdamInformatie: Synergy,telefoon (0346) 59 09 [email protected]

28 oktober 2013 – 31 maart 2014 (21 avonden)energiebeheerpost hbo-opleidingf&b training center, hilversuminformatie: PHOEtelefoon (035) 683 88 [email protected]; www.phoe.nl

29 oktober – 12 december (7 avonden en 1 dag)duurzame energiepost hbo-opleidingf&b training center, hilversuminformatie: PHOEtelefoon (035) 683 88 [email protected]

30 - 31 oktoberhydrogen & fuel cells energy summitberlijn, duitslandInformatie: ACI,telefoon +44 203 14106 [email protected]/aci/conferences/eu-ehf1.asp

30 - 31 oktober schaliegas, congresmercure hotel, amersfoortInformatie: IIR,[email protected] telefoon (020) 580 54 95www.iir.nl

31 oktober - 30 januari 2014 inkoop van energiepost hbo-opleidingf&b training center, hilversuminformatie: PHOEtelefoon (035) 683 88 [email protected]

5 – 13 novemberepn- nieuwbouwopleiding f&b training center, hilversuminformatie: FedECtelefoon (035) 683 88 [email protected]

7 novemberparticuliere energienetten 2013wtc, rotterdamInformatie: IIRtelefoon (020) 580 54 00www.iir.nl

SE

pT

Em

bE

r

ok

To

bE

r

no

vE

mb

Er

bagage voor gesprek over energie

De opleiding Energiebeheer geeft bagage mee om op een hoger niveau te spreken over energie. Dat zegt docent Ewoud van der Koogh. Wie is hij en wat vindt hij belangrijk in de opleiding?

‘Energie is de rode draad in mijn achtergrond,’ zegt Ewoud van der Koogh (51 jaar) tijdens een gesprek buiten voor het kantoor van f&B in Hilversum. Van der Koogh studeerde aan de TU Delft energietechniek. Na zijn afstuderen in 1991 werkte hij 15 jaar als onafhankelijk energieadviseur, eerst als consultant en part-ner bij S&D de Melker en later voor zijn eigen bureau KO/Enco Raadgevend Ingenieurs. In die functies gaf hij onder meer advies voor energiebesparing aan steenbakkers, datacen-ters, ziekenhuizen en andere bedrijven.

Kennishiaten‘Mijn specialisme is mijn breedheid. De rol van adviseur ligt me daarom goed,’ vertelt Van der Koogh. Hij is sinds kort de nieuwe docent voor de opleiding Energiebeheer die f&B voor de stichting Post Hoger Onderwijs Energiekunde (PHOE) organiseert. ‘Als adviseur merk ik grote kennishiaten bij niet-technische gesprekspart-ners. Dit belemmert een goede afweging van de adviezen en ook een afgewogen besluitvor-ming. Het belangrijkste deel is vaak niet het advies zelf, maar het inzicht in energiehuis-houding. Dat maakt de stap voor mij naar een functie als docent logisch.’

Hoger niveauVolgens Van der Koogh is de opleiding Ener-giebeheer zinvol, omdat deelnemers bagage meekrijgen om op een hoger niveau te spreken over energie. ‘Gesprekspartners van energie-adviseurs moeten weten waarover het gaat. Dat maakt dat ze met meer gelijkwaardigheid met hun adviseurs en installateurs kunnen

praten en betere, meer afgewogen beslissin-gen kunnen nemen. Dat maakt het werk van de adviseur doelmatiger, maar ook uitdagender.’

BasisVan der Koogh vindt de opleiding Energie-beheer van een hoog niveau. Als belangrijk onderdeel noemt hij thermodynamica, het onderwerp waarin hij les gaat geven. ‘Dat is de basis. En de kracht van de opleiding is dat hij niet bestaat uit zomaar wat informatie over diverse technieken, maar dat het een compleet en geïntegreerd beeld geeft van het vakgebied Energiekunde en van de wijze van denken van de ingenieur. Juist op dat laatste punt ont-breekt er buiten de techniek veel kennis.’

u i t g e l i c h t : p o s t h b o - o p l e i d i n g e n e r g i e b e h e e r

De post-HBO opleiding Energiebeheer van

stichting PHOE vindt plaats van 28 oktober

2013 tot en met 31 maart 2014. De opleiding

is verdeeld over 21 avonden.

Locatie is het f&B Training Center in

Hilversum. Voor meer informatie over de

opleiding kijk op www.phoe.nl

of bel 035 – 683 88 33.

Page 26: Ensoc magazine najaar'13 def

50 e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 3

het thema van het komende ensoc magazine is

verlichtingzin en onzin van led-verlichting De opkomst van led-verlichting gaat gepaard met veel onzin. Diverse experts gaan in op de mogelijkheden en de onmogelijkheden van leds.

School bespaart energie met daglicht een mbo-school in Brabant bespaart energie door energiezuinige lampen met daglicht te combineren. ensoc Magazine bezoekt de school en vraagt naar de ervaringen.

kijkje in de keuken bij philipseen lichtexpert van Philips vertelt over de mogelijkheden voor energiebesparing zonder kwaliteitsverlies en effecten van lichttoepassingen voor de eindgebruiker.

En verder:Duurzame energie maakt stroom duurder De impact van grootschalige wind- en zonne-energie zal voor nederlandse consumenten in de papieren gaan lopen. Dat blijkt uit onderzoeksrapporten van diverse instituten.

Spirit of innovation award De Spirit of innovation Award gaat naar de meest energiebesparende innovatie onder exposanten van de vakbeurs energie 2013. De prijswinnaar vertelt over zijn vinding.

Het volgende nummer verschijnt medio december 2013

*

ensoc magazine is een uitgave

van f&b specialisten in energie en

milieu. het vakblad publiceert nieuws

en kennis voor bedrijven om hun

energiekosten te verlagen via besparing

en slimme inkoop van energie. het maakt

onderdeel uit van het multimediale

platform www.ensoc.nl, platform voor

betaalbare energie. ensoc magazine

verschijnt vier keer per jaar en wordt

verspreid op basis van abonnementen.

uitgever: c.h. (karin) de ferrante,

f&b specialisten in energie en milieu

postbus 77, 1200 ab hilversum,

tel: 035 - 683 88 33, fax: 035 - 683 36 88

hoofdredactie: n. (norbert) cuiper,

f&b specialisten in energie en milieu

medewerkers: robin aerts, henri

bontenbal, iman brinkman, hamilcar

knops, puk van meegeren, roy roessink,

leo smit, erik souverein, jan-willem

tolkamp.

advertenties: branche connect,

ron de tyssonsk, tel: 0226 - 354 007

mobiel: 06 - 10 89 33 59

e-mail: [email protected]

druk: drukkerij badoux, houten,

www.gewoonbadoux.nl

foto pagina 47: arjanneke van den berg

ontwerp en lay-out: paulien hassink,

www.phontwerp.nl

abonnementen: 137,- per jaar (excl. btw),

abonnementen worden per 1 januari

automatisch verlengd, tenzij

uiterlijk 4 weken vooraf schriftelijk

bericht van opzegging is ontvangen

www.ensoc.nl

issn: 2212-795x

opleidingen en examens

in-company opleidingen

kwaliteitsborging

en certificering

workshops, symposia

en excursies

interactieve website

jaarlijkse gids van energieadviseurs

haal energie uit onze opleidingen

postbus 771200 ab hilversum (035) 683 88 33

www.fedec.nl

Page 27: Ensoc magazine najaar'13 def

e n s o c m a g a z i n e n a j a a r 2 0 1 352

Energiebau Solar Power Benelux bvFlorijnruwe 111-9 | 6218 CA Maastricht | Tel. +31(0) 43 329 20 50

Als toonaangevende groothandel levert Energiebau al 30 jaar

zonnepanelen, omvormers, LORENZ® montagesystemen en ac-

cessoires voor elk photo vol taïsch systeem. Wij bieden uitsluitend

producten van fabrikan ten met de hoogste kwa li teits normen.

Onze producten ondergaan diverse kwaliteits con tro les volgens

ISO 859, waardoor wij u een betrouwbaar systeem aan bieden.

Zonnepanelen kan iedereen leveren,Energiebau levert kwaliteit.

ww

w.e

nerg

ieb

au.n

l

Lees hier meer over de kwaliteitscontrole

van Energiebau:

AZ_Ensoc_magazine_210x297_RZ.indd 1 31.05.2013 10:43:52