welkom in groep 5/6. informatieavond 3 nieuwe cito normering doelen voor de komende periode, ...

Post on 12-May-2015

219 Views

Category:

Documents

3 Downloads

Preview:

Click to see full reader

TRANSCRIPT

Welkom in groep 5/6

Informatieavond 3 Nieuwe CITO normering

Doelen voor de komende periode,

Overige informatie

Cito heeft de opdracht om landelijk genormeerde toetsen te ontwikkelen. Onlangs hebben zij de

normering van de toetsen Rekenen & Wiskunde, Spelling en Begrijpend lezen aangepast.

Waarom nieuwe Cito normen?

De oude normen bleken te soepel te zijn. Leerlingen

haalden te gemakkelijk een hoge score. Dit komt door:

• Grotere focus op opbrengsten• Bekendheid met de toetsen• Verandering in de leerling populatie

Effect nieuwe normenCito legt dit als volgt uit:Heel vroeger was je lang wanneer je 1.70 cm was. Je behoorde dan met deze lengte tot de 25% langste mensen van het land.

Tegenwoordig is 1.70 cm helemaal niet lang. Je behoort nu tot de 35% langste mensen van het land.

De norm wanneer je lang genoemd wordt is dus opgeschoven in de loop der tijd. Dat gebeurt met toetsen ook.

Kirsten vorige toets periode

Kirsten haalt eind groep 4 in het schooljaar 2012-2013 op de Cito-toets Rekenen-Wiskunde

een vaardigheidsscore van 60. Ze valt hiermee, volgens de oude landelijke normen,

binnen het B-niveau.

Kirsten, nu met de oude norm

Stel: bij de volgende toets medio groep 5 behaalt Kirsten een vaardigheidsscore van 75.

Ook hiermee zou ze binnen het B-niveau scoren als de oude landelijke normen nog

geldig zouden zijn. Kirsten is qua vaardigheidsscore gegroeid van 60 naar 75.

Haar rekenvaardigheid gaat dus vooruit.

Kirsten, nu met de nieuwe norm

Doordat Cito de landelijke normen heeft verzwaard past bij de vaardigheidsscore 75 op de medio-toets geen B-niveau meer, maar een C-niveau. Alhoewel de rekenvaardigheid van

Kirsten niet is gedaald, valt ze wel binnen een lager Cito-niveau. Ze lijkt dus nu ‘gezakt’. In

werkelijkheid zijn de echter de normen aangepast. Hierdoor is de plaats van Kirsten binnen de landelijke rangorde is nu reëel.

Welke problemen lost Cito op?

• betere aansluiting op de referentieniveaus• tussentoetsen sluit beter aan op Cito-Eindtoets• nieuwe normen beter in lijn met

inspectienormen• soepeler overgang op de derde generatie

toetsen

Rekenen groep 5

Doelen blok 3:Bewerkingen: Optellen en aftrekken tot en met 100 en 1000 Delen automatiseren Vermenigvuldigen 10 x 57 15 x 57 Schattend rekenen in geldcontext Delen met rest 21 : 5 Handig rekenen (halve prijs)

Tijd:KalenderKlokkijken analoog en digitaal (kwartier later)

Getallen:Verkenning van de getallen tot 2000Getallen tot en met 1000 samenstellen (betaal

€1000 op 3 verschillende manieren)

Meten:Lengte, introductie mmLengte, km m dm cm mm (welke kies je) Inhoud, introductie dlOmtrek en oppervlakte

Structureren:Plaatswaarde van het cijfer in het getal

Doelen blok 4:

Meten: Herhaling cm dm m (wat is langer 6 dm of 55 cm) Oppervlakte, verhoudingen (hoeveel betalen) Diagrammen (lijngrafiek temperatuur)

Bewerkingen: Optellen en aftrekken tot en met 1000 Vermenigvuldigen (schattend rekenen), 1 kaartje

kost €19,95 wat kosten 3 kaartjes ongeveer? Vermenigvuldigen 4 x 2 x 3 4 x 2 x 30 Handig rekenen, wat is meer 10 x 6 of 60 + 16 Delen 72 : 3 147 : 7

Tijd:Berekenen reistijdTijdsduur, kijk op het programmabord

Getallen:Kommagetallen in geldcontext (wat krijgen ze

terug)Getallen tot en met 2000 (wat ligt het dichts bij) Getallen tot en met 2000 (tellen met sprongen)

Verhoudingen:Tijd-afstand (verhoudingstabel)

Geld:Gepast betalen

Rekenen groep 6

Doelen blok 3:Bewerkingen: Cijferend optellen en aftrekken Delen: 60:6, 120:6, 1200:6 Uitrekenen van het gemiddelde Vermenigvuldigen en optellen van

geldbedragen Schattend rekenen, optellen Kolomsgewijs vermenigvuldigen Werken met een verhoudingstabel Optellen, vermenigvuldigen en delen in

context Delen met rest met grote getallen: 1010 : 50

Tijd:Verschillende instrumenten op tijd te metenAflezen lijstje met openingstijden

Getallen:Oriëntatie in de getallen tot 100000Kies bij elke context het passende getalPositioneren, welk tienduizendtal ligt het dichtst

bij

Meten:Herhalen inhoudsmaten Inhoud, introductie van de cm3Schaal, berekenen van afstandenHoogte, referentiematen en verhoudingenWegen, verschillende weeginstrumentenKommagetallen bij kilogram en gram

Combinatoriek:Hoeveel getallen zijn er mogelijk met 3 cijfers?

Breuken: Breuken met teller >1 Vergelijken van breuken

Doelen blok 4:

Tijd en meten: Oppervlakte en omtrek Herhalen van gewichten en kommagetallen bij

gewicht Herhalen lengtematen

Bewerkingen: Aftrekken tot 10000 (kleine verschillen) Schattend rekenen in een geldcontext Optellen en aftrekken tot 10000 Cijferend optellen van meerdere getallen Optellen en vermenigvuldigen van geldbedragen

Getallen:Verkenning van de getallen tot 100000

Breuken:Toepassingen: ¼ deel van 80 cmKoppeling van breuken en kommagetallen

Kommagetallen:Bij lengte, inhoud, gewicht en geld

Diagrammen: Introductie van beelddiagram en staafdiagram

Meetkunde: Ruimtelijke figuren en tekenen van uitslagen

Doelen blok 7:

Woorden op –eren –euren –oren beren, kleuren, sporen

Woorden met ei meiden, geheim

Woorden op –eeuwen –iewen leeuwen, nieuwe

-uwen duwen

Woorden met ij bijna, altijd

Woorden met meer klankgroepen praten, trappen

Doelen blok 8:

Woorden met kleefletters twaalf, durven

Woorden met –f finale, framboos

Woorden met ie vlieger, schieten

Woorden met –s soldaat, soepel

Woorden met meer klankgroepen praten, trappen

Doelen blok 7:

Woorden met –tie operatie, notitie

Woorden met een –b rib, club

Woorden met ea, ia, io en ioeoceaan, dia, studio en kampioen

Woorden met –y baby, hobby

Oefenen met lange woordenwandelingen

Doelen blok 8:

Drie persoonsvormen: ik, hij, wijik loop, hij loopt, wij lopen

Woorden met een x (ks) examen, extra

Persoonsvorm van onregelmatige werkwoordenik heb, hij heeft, wij hebben

Woorden die hetzelfde klinken goed schrijvenmei-mij, wij-wei, moet-moed, hard-hart

Woorden die beginnen met ‘s ‘s zondags

Doelen blok 7: Woorden onthouden door een plaatje Woorden onthouden door er over te schrijven

Dezelfde en tegengestelde betekenis Verwijswoorden leren gebruiken Verbindingswoorden (maar en want)

Tegenstellingen Hoofdletters, punten, vraagtekens en

uitroeptekens Wanneer gebruik je een komma

Moeilijk woord uitleggen ( met dezelfde of tegengestelde betekenis)

Doelen blok 8:

Verschillende manieren woorden onthouden

Op verschillende manieren leren praten Je gedachten kunnen vertellen

Doe-woorden Het onderwerp (wie) Hoofdletters en leestekens

Zelf een weettekst schrijven Zelf een toneelstuk schrijven

Doelen blok 7: Woorden onthouden door een plaatje en bijschrift Woorden onthouden door er over te schrijven Woorden onthouden door ze uit te beelden

Leren om informatie te ordenen Leren om informatie te rangschikken Leren om op een goede manier informatie te

geven

De indirecte en directe rede Dubbele punt en aanhalingstekens Lidwoorden en voorzetsels

Verschillen opschrijven Overeenkomsten opschrijven Vergelijkingen maken

Doelen blok 8:

Verschillende manieren woorden leren Verschillende manieren woorden onthouden Woorden leren en onthouden

Beter luisteren door te letten op verschillende zaken Juiste manier om informatie te geven en verslag te

doen Hoe voer je een gesprek en hoe trek je een conclusie

Onderwerp, persoonsvorm en gezegde Tegenwoordige en verleden tijd Enkelvoud en meervoud Directe en indirecte rede Punten en aanhalingstekens

Leren om een weettekst te schrijven Leren om een gedicht of toneelstuk te

schrijven Zelf bepalen wat voor tekst te schrijven

Zwemmen C diploma en Zwemvaardigheid: Week 22 (26 mei) oefenenWeek 23 (2 juni) diplomazwemmen

A diploma en B diploma:Week 27 (30 juni) oefenen Week 28 (7 juli) diplomazwemmen

Spreekbeurt

Vragen?

top related