technische handleiding en aansluitingsdocument niet-dragende
TRANSCRIPT
Product
YTONG/Hebel separatiepanelen type G4/600 en G5/800 conform ETA-03/0007
Houder
Xella Nederland bv Mildijk 141 4214 DR Vuren Postbus 23 NL-4200 AA Gorinchem The Netherlands
Algemeen type en gebruik van het bouwproduct
Kit voor scheidingswanden voor toepassing als niet-dragende binnenwand met verdiepinghoge panelen van geautoclaveerd cellenbeton (dikte 70, 75 en 100 mm)
Fabrieken
Xella Nederland bv Productie-unit Meppel: Industrieweg 14 NL-7944 HS Meppel Xella Nederland bv Productie-unit Vuren: Mildijk 141 NL-4114 DR Vuren
Dit NL-aansluitingsdocument bevat: 8 pagina’s en een Annex bestaande uit 18 pagina’s
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Nummer : IKB1146/15 Uitgegeven : 01-10-2015 Geldig tot : 31-03-2018 Vervangt : IKB1146 d.d. 27-03-2009
NL-aansluitingsdocument bij Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Nummer: IKB1146/15 pagina 2 van 8
Uitgegeven: 01-10-2015
INLEIDING Dit NL-aansluitingsdocument verzorgt de aansluiting van Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 1 aan het Nederlandse Bouwbesluit en de Nederlandse bouwpraktijk die is afgegeven voor de YTONG/Hebel separatiepanelen type G4/600 en G5/800 (kit voor scheidingswanden voor toepassing als niet dragende binnenwand met verdiepinghoge panelen met geautoclaveerd cellenbeton). Dit NL-aansluitingsdocument is opgebouwd uit twee gedeelten. Het eerste gedeelte behandelt de aansluiting aan het Bouwbesluit. Het tweede gedeelte, in de vorm van een annex, betreft een nadere invulling van de te hanteren toepassingsvoorwaarden en verwerkingsrichtlijnen welke specifiek zijn afgestemd op de Nederlandse bouwpraktijk. AANSLUITING AAN HET BOUWBESLUIT De relatie van de in de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 vermelde prestaties met de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 is aangegeven in tabel 1. TECHNISCHE HANDLEIDING (NL) De toepassingsvoorwaarden en verwerkingsrichtlijnen, die zijn opgenomen in de technische handleiding die met de kit wordt meegeleverd, liggen ten grondslag aan de Europese Technische Goedkeuring ETA 03/0007. De belangrijkste aan de technische handleiding ontleende voorschriften, met inbegrip van principedetails voor de uitvoering, zijn in hoofdstuk 4 van de ETA vermeld. De Nederlandse versie van de technische handleiding is onverkort opgenomen in Annex 1 van dit aansluitingsdocument en geldt als voorwaarde voor juiste toepassing in de Nederlandse bouw. VERKLARING SKG-IKOB SKG-IKOB verklaart dat de kit op basis van YTONG/Hebel separatiepanelen type G4/600 en G5/800 overeenkomstig de Europese Technische Goedkeuring ETA 03/0007 geschikt is voor het vervaardigen van niet dragende scheidingswanden voor toepassing in gebouwen zodanig dat deze in die toepassing kunnen voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit, mits de onderdelen van de kit voldoen aan de in de ETA vastgelegde technische specificatie en mits de vervaardiging van de scheidingswanden geschiedt overeenkomstig de in de Technische handleiding vastgelegde toepassingsvoorwaarden en verwerkingsrichtlijnen, zoals opgenomen in Annex 1 van dit certificaat. SKG-IKOB verklaart tevens dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de door de producent vervaardigde separatiepanelen aan de in de ETA 03/0007 vastgelegde technische specificaties voldoen. In het kader van dit NL-aansluitingsdocument is de productie van de YTONG/Hebel separatiepanelen en de YTONG Panelenlijm fix P onderhevig aan een periodieke kwaliteitscontrole op het productieproces door SKG-IKOB.
Voor SKG-IKOB, ir. H.A.J. van Dartel Certificatiemanager
1 ETA-03/0007 d.d. 2013-03-31 geldig tot 2018-03-31.
NL-aansluitingsdocument bij Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Nummer: IKB1146/15 pagina 3 van 8
Uitgegeven: 01-10-2015
Tabel 1 - Relatie van de uitspraken in de ETA met de voorschriften van het Bouwbesluit
BOUWBESLUITINGANG
Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Toelichting
Nr Afdeling (omschrijving)/
Artikel
Grenswaarde /
bepalingsmethode
Referentie RBP (Richtlijn
bouwproducten)
ER: Essentiële eis
ID: Basisdocument
Prestaties volgens de ETA
2.1 Algemene sterkte van de
bouwconstructie
Uiterste grenstoestand,
berekening volgens NEN-EN
1990-serie.
ER 4 Gebruiksveiligheid
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 3.3.1.2 Vallen tengevolge van
niveauverschillen of plotselinge
hoogteverschillen
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 3.3.2.3 Mechanische sterkte
en stabiliteit
Scheidingswand voldoet aan de
eisen voor Use category IVb van
ETAG 003:
• Bestand tegen een
stootbelasting veroorzaakt door
een zacht lichaam van 500
Nm.
Bestand tegen een
stootbelasting veroorzaakt door
een hard lichaam van 10 Nm
Use category IVb houdt in dat er
bij bezwijken sprake is van risico
om te vallen op een vloer die op
een lager niveau is gelegen
De met de kit te vervaardigen
scheidingswanden zijn op grond
van de indeling in Use category
IVb toepasbaar t.p.v.
niveauverschillen
2.8 Beperking van het ontstaan van
een brandgevaarlijke situatie
Brandklasse A1, A2 of D en
rookklasse s2 bepaald conform
NEN-EN 13501-1
De brandklasse
(materiaalgedrag bij brand) van
de YTONG/Hebel
separatiepanelen en de YTONG
Panelenlijm fix P is A1.
(Klassering op basis van
beschikking 94/611/EG en
2000/605/EG)
De producten kunnen op grond
van de indeling in de
brandklasse A1 (geen bijdrage
aan de brand, onbrandbaar) als
materiaal aan de binnenzijde van
een schacht, een koker of een
kanaal worden toegepast
2.9 Beperking van ontwikkelen van
brand en rook
Brandklasse B, C of D en
rookklasse s2 bepaald conform
NEN-EN 13501-1
ER 2 Brandveiligheid
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 4.2.3.3.1. Beperking van
ontwikkeling en verspreiding van
brand en rook binnen de ruimte
waar de brand ontstaan is.
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 4.3.1.1. Producten waaraan
eisen worden gesteld ten
aanzien van hun brandgedrag –
wanden
De brandklasse
(materiaalgedrag bij brand) van
de YTONG/Hebel
separatiepanelen en de YTONG
Panelenlijm fix P is A1.
(Klassering op basis van
beschikking 94/611/EG en
2000/605/EG)
Aan de brandklasse A1 (geen
bijdrage tot de brand) is geen
aanvullende klassering met
betrekking tot de rookproductie
gekoppeld. (rookontwikkeling is
nihil, product is onbrandbaar).
De producten kunnen op grond
van de indeling in brandklasse
A1 worden toegepast voor het
vervaardigen van niet-dragende
binnenwanden voor
gebruiksfuncties waarbij
brandklasse A1 en of rookklasse
s2 is vereist..
2.10 Beperking van uitbreiding van
brand
WBDBO ten minste > 30
minuten volgens NEN 6068
ER 2 Brandveiligheid
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 4.2.3.4.2.b Beperking van
verspreiding van brand en rook
buiten de ruimte waar de brand
ontstaan is – onderdelen (met
brandwerende functie)
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 4.3.1.3.5.1. Producten
waaraan eisen worden gesteld
ten aanzien van de
brandwerendheid –
scheidingswanden
Classificatie van de brand-
werendheid m.b.t. scheidende
functie *) is opgenomen in tabel
2 van de ETA:
a) Vlamdichtheid (E) :
ten minste klasse E 120
b) Vlamdichtheid en thermische
isolatie (EI):
ten minste klasse EI 60.
*) classificatie volgens EN
13501-2
De vermelde is van toepassing
op scheidingswanden met een
naadafdichting op basis van
polyurethaanschuim van het type
«Fire resistant».
De producten kunnen op grond
hiervan worden toegepast voor
het vervaardigen van niet-
dragende binnenwanden voor
gebruiksfuncties waarbij voor de
volgens NEN 6068 bepaalde
weerstand tegen branddoorslag
en brandoverslag (WBDBO)
een grenswaarde van 60
minuten is aangegeven.
Voor de Nederlandse situatie zijn
aanvullende gegevens
beschikbaar voor voegen met
Xellastic®foam al dan niet in
combinatie met brandwerend
PUR-schuim. Deze leveren een
prestatie van 20 tot en met 60
minuten conform NEN 6069. Zie
2.11 Verdere beperking van
uitbreiding van brand en
beperking van verspreiding van
rook
Behorend tot rookklasse s2
volgens NEN-EN 13501-1
NL-aansluitingsdocument bij Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Nummer: IKB1146/15 pagina 4 van 8
Uitgegeven: 01-10-2015
BOUWBESLUITINGANG
Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Toelichting
Nr Afdeling (omschrijving)/
Artikel
Grenswaarde /
bepalingsmethode
Referentie RBP (Richtlijn
bouwproducten)
ER: Essentiële eis
ID: Basisdocument
Prestaties volgens de ETA
hoofdstuk 2.
De rookwerendheid van de
scheidingswanden bedraagt ten
minste 90 minuten.
(Deze waarde resulteert uit
toepassing van NEN 6075, die
aangeeft dat de rookwerendheid
van de scheidingsconstructie
gelijk mag worden gesteld aan
1,5 maal de WDBD van de
scheidingsconstructie).
3.1 Bescherming tegen geluid van
buiten
Karakteristieke geluidwering ten
minste 20 dB(A) volgens NEN
5077
ER 5 Geluidwering
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 2.3.1 Bescherming tegen
luchtgeluid van buiten
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 4.3.2 De akoestische
grootheden en hun weergave
De gewogen luchtgeluidisolatie
van de scheidingswand in
relatie tot de referentiecurve
voor luchtgeluid RW(C;Ctr) is
vermeld (ISO 717-1).
RW(C;Ctr) bedraagt 34(-2;-3) dB
voor type G4/600 met dikte 70-
100 mm en G5/800 met dikte
70-75 mm, respectievelijk 37(-
1;-3) dB voor type G5/800 met
dikte 100 mm.
Alleen bij toepassing van de
scheidingswand als binnenwand
tussen een verblijfsruimte en een
besloten ruimte die aan de
buitenlucht grenst (bijvoorbeeld
een serre of een besloten galerij)
moet worden nagegaan of de
scheidingswand aan de eis
inzake de karakteristieke
geluidwering voldoet. Immers in
standaard toepassingen is het
de uitwendige
scheidingsconstructie (gevel en
dak) die de vereiste
bescherming tegen geluiden van
buiten moet bieden.
3.3 Beperking van galm
Geluidsabsorptie (in m2) ≥ ⅛ *
inhoud ruimte (in m3) volgens
NEN-EN 12354-6
Nagalmtijd ≤ 1 of 1,5 seconde
volgens NEN 5077
ER 5 Geluidwering
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 2.3.5 Bescherming tegen
overmatige galm
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 4.3.2 De akoestische
grootheden en hun weergave
Geen prestatie bepaald (NPD),
aangezien de geluidabsorptie
afhangt van de toe te passen
afwerking
Of voldaan wordt aan de eisen
van galm dient per project te
worden bepaald. Zie hiervoor
ook NPR 5071 Geluidwering in
woongebouwen.
3.4 Geluidwering tussen ruimten
Karakteristieke lucht-
geluidniveauverschil
DnT,A,k ≥ 32, 47 of 52 dB,
volgens NEN 5077
ER 5 Geluidwering
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 2.3.2 Bescherming tegen
luchtgeluid tussen besloten
ruimten
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 4.3.2 De akoestische
grootheden en hun weergave
De gewogen luchtgeluidisolatie
van de scheidingswand in
relatie tot de referentiecurve
voor luchtgeluid RW(C;Ctr) is
vermeld (ISO 717-1).
RW(C;Ctr) bedraagt 34(-2;-3)
dB voor type G4/600 met dikte
70-100 mm en G5/800 met
dikte 70-75 mm, respectievelijk
37(-1;-3) dB voor type G5/800
met dikte 100 mm.
Voor scheidingswanden tussen
verblijfsruimten van dezelfde
functie moet gebruik worden
gemaakt van het type G5/800
met een dikte 100 mm.
In NPR 5079 worden
rekenregels gegeven voor het
omrekenen van de in de ETA
vermelde RW waarden naar
DnT,A,k –waarden.
NL-aansluitingsdocument bij Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Nummer: IKB1146/15 pagina 5 van 8
Uitgegeven: 01-10-2015
BOUWBESLUITINGANG
Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Toelichting
Nr Afdeling (omschrijving)/
Artikel
Grenswaarde /
bepalingsmethode
Referentie RBP (Richtlijn
bouwproducten)
ER: Essentiële eis
ID: Basisdocument
Prestaties volgens de ETA
Gewogen contact-geluidniveau
LnT,A,k ≤ 54, 59, 64 of 79 dB,
volgens NEN 5077
Geen vermelding Aangezien de isolatie van
contactgeluid in hoofdzaak door
de constructie van de vloeren
wordt bepaald en maar in zeer
geringe mate door de
aansluitende wanden, is het
niet mogelijk om de LnT,A,k in de
beoordeling te betrekken.
Of aan de eis voor LnT,A,k wordt
voldaan, dient per project te
worden beoordeeld.
3.5 Wering van vocht
Waterdicht volgens NEN 2778 ER 3 Hygiëne, gezondheid en
milieu
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 3.3.1.2 Vocht
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 3.3.1.2.3.2.e1 Muren en
materialen voor muren
Geen prestatie bepaald (NPD),
(niet relevant)
In de situatie dat de uitwendige
scheidingsconstructie zelf
waterdicht dient te zijn, wordt
aan de waterdichtheid van de
binnenwand geen eis gesteld.
Alleen bij toepassing van de
scheidingswand als binnenwand
tussen een verblijfsruimte en
bijvoorbeeld een serre, schuur of
garage, moet worden nagegaan
of de binnenwand waterdicht is.
Controle prestaties conform
tabel 3,20; factor van de
temperatuur van de
binnenoppervlakte ten minste
0,5 volgens NEN 2778
Geen vermelding Deze eis is bijvoorbeeld van
toepassing indien de
scheidingswand wordt
toegepast als binnenwand
tussen een verblijfsruimte en
een toilet- of badruimte, serre of
garage.
In dat geval dient per project te
worden nagegaan of de f-factor
ten minste 0,5 bedraagt
Wateropname gemiddeld ≤ 0,01
kg/(m².s1/2) en overal ≤ 0,2
kg/(m².s1/2) volgens NEN 2778
Geen vermelding Om te kunnen voldoen aan de
eisen inzake de wateropname,
moeten de delen van de wand
waarop de eis van toepassing
is worden afgewerkt met
bijvoorbeeld tegelwerk.
3.9 Beperking van de aanwezigheid
van schadelijke stoffen en
ioniserende straling
Artikel 3.9
Controle prestaties conform
tabel 3.62
ER 3 Hygiëne, gezondheid en
milieu
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 3.3.1.1 Luchtkwaliteit
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 3.3.1.1.3.2. a Emissie en
afgifte van verontreinigde stoffen
Invloed op luchtkwaliteit:
geen gevaarlijke materialen.
Op moment van afgifte van dit
aansluitingsdocument is alleen
een Ministeriële Regeling van
kracht die betrekking heeft op
een beperking van de
aanwezigheid van
formaldehyde in een ruimte.
Aangezien cellenbeton geen
formaldehyde bevat is de
bijdrage van dit materiaal aan
de formaldehydeconcentratie in
een ruimte nihil.
4.1-
4.7
Bruikbaarheid Controle prestaties betreffende
tabellen
Geen vermelding De in de afdeling 4.1 t/m 4.7
van het Bouwbesluit
opgenomen voorschriften
hebben hoofdzakelijk
betrekking op het ontwerp van
een gebouw, die over het
algemeen door of namens de
opdrachtgever per project
NL-aansluitingsdocument bij Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Nummer: IKB1146/15 pagina 6 van 8
Uitgegeven: 01-10-2015
BOUWBESLUITINGANG
Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Toelichting
Nr Afdeling (omschrijving)/
Artikel
Grenswaarde /
bepalingsmethode
Referentie RBP (Richtlijn
bouwproducten)
ER: Essentiële eis
ID: Basisdocument
Prestaties volgens de ETA
dienen te worden beoordeeld
en dus in het kader van dit
aansluitingsdocument niet zijn
beoordeeld.
5.2 Energieprestatiecoëfficiënt
Verwijzing naar 5.3 Geen vermelding Per project dient te worden
bepaald of aan de eisen inzake
energiezuinigheid wordt voldaan.
Voor de berekening van de
eventuele bijdrage van de
inwendige scheidingsconstructie
daaraan dient de
warmteweerstand te worden
bepaald overeenkomstig NEN
1068. Hierbij kan voor
cellenbeton worden gerekend
met onderstaande
warmtegeleidingscoëfficiënten:
λ reken droog binnenmilieu
• voor G4/600: 0,160 W/(m.K);
• voor G5/800: 0,210 W/(m.K).
Deze waarden zijn
overeenkomstig tabel c.4 van
NPR 2068 bij een volumieke
massa van resp. 560 - en 760
kg/m3.
NL-aansluitingsdocument bij Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Nummer: IKB1146/15 pagina 7 van 8
Uitgegeven: 01-10-2015
BOUWBESLUITINGANG
Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Toelichting
Nr Afdeling (omschrijving)/
Artikel
Grenswaarde /
bepalingsmethode
Referentie RBP (Richtlijn
bouwproducten)
ER: Essentiële eis
ID: Basisdocument
Prestaties volgens de ETA
5.3 Thermische isolatie
Warmteweerstand volgens NEN 1068
ER 6 Energiebesparing en warmtebehoud
Cor. ID Paragraaf voor werken:
§ 4.2 Beperking van energiegebruik.
Cor. ID Paragraaf voor
producten:
§ 4..3.2.2 Ruwbouw-componenten; tabel 4.2 Eigenschappen van ruwbouwcomponenten die, indien van toepassing, in aanmerking genomen moeten worden.
De ETA vermeldt in tabel 6
afhankelijk van het type
separatiepaneel en de dikte de
RT in m2.K/W berekend volgens
EN-ISO 6946
In het bouwbesluit wordt een eis
gesteld aan de Rc-waarde
bepaald volgens NEN 1068.
In de ETA is vermeld de RT –
waarde bepaald volgens EN-ISO
6946.
RT is de totale warmteweerstand
(omgeving op omgeving).
Rc kan worden berekend uit RT
volgens met de formule:
RC = RT - 0,26
Door of namens de
opdrachtgever dient de
warmteweerstand te worden
bepaald overeenkomstig NEN
1068. Hierbij kan voor
cellenbeton worden gerekend
met onderstaande
warmtegeleidingscoëfficiënten:
λ reken droog binnenmilieu
• voor G4/600: 0,160 W/(m.K);
• voor G5/800: 0,210 W/(m.K).
Deze waarden zijn
overeenkomstig tabel c.4 van
NPR 2068 bij een volumieke
massa van resp. 560 - en 760
kg/m3.
5.4 Beperking van
luchtdoorlatendheid
Luchtvolumestroom (van het
totaal aan gebieden en ruimten)
≤ 0,2 m³/s volgens NEN 2686
Geen vermelding Of voldaan wordt aan de
beperking van
luchtdoorlatendheid dient per
project te worden bepaald.
Bij beproeving volgens NEN
2686 van een scheidingswand
inclusief voegaansluitingen
(uitgevoerd volgens de
verwerkingsvoorschriften) is
gebleken dat de
luchtdoorlatendheid van de
wand verwaarloosbaar klein is.
NL-aansluitingsdocument bij Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007
Nummer: IKB1146/15 pagina 8 van 8
Uitgegeven: 01-10-2015
TITELS VERMELDE DOCUMENTEN Bouwbesluit
Bouwbesluit 2012 Bouwbesluit 2012 met bijbehorende ministeriele regelingen Richtlijn bouwproducten (CPD) Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake voor de bouw bestemde producten (gewijzigd bij de richtlijn 93/68/EEG van de Raad van 22 juli 1993), vervangen door CPR. Verordening bouwproducten (CPR) Verordening 305/2011/EU van de Raad van 9 maart 2011tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad. De CPR heeft de CPD vervangen, ETA 03/0007 is afgegeven onder condities zoals deze zijn gesteld vanuit de CPD. De ETA blijft tot de geldigheidsdatum 31-03-2018 van kracht tenzij de ETA tussentijds is ingetrokken. Zie http://valideta.eota.eu/pages/valideta/ voor geldigheid. Beschikkingen Beschikking 94/611/EG van de Commissie van 9 september 1994 ter uitvoering van artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG inzake voor de bouw bestemde producten Beschikking 2000/605/EG van de Commissie van 26 september 2000 houdende wijziging van Beschikking 96/603/EG tot vaststelling van de lijst van producten die behoren tot de klassen A “geen bijdrage tot de brand” van Beschikking 94/611/EG ter uitvoering van artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG inzake voor de bouw bestemde producten Overige referenties ETAG 003 Lichte Scheidingswanden [Guideline for European Technical Approval for Internal partition kits for
use as non-loadbearing walls (edition December 1998)] NEN-EN-ISO 717-1 Akoestiek – ééngetalsaanduiding voor de geluidisolatie in gebouwen en van bouwelementen -
Deel 1: Isolatie van luchtgeluid NEN 1068 Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden NPR 2068 Thermische isolatie van gebouwen – Vereenvoudigde rekenmethoden NEN 2686 Luchtdoorlatendheid van gebouwen. Meetmethoden NEN 2778 Vochtwering in gebouwen – Bepalingsmethoden NPR 5070 Geluidwering in woongebouwen - Voorbeelden van wanden en vloeren in steenachtige
draagconstructies NPR 5071 Geluidwering in woongebouwen. Voorbeelden van maatregelen tegen galm, lawaai door slaande
deuren en dergelijke in gemeenschappelijke ruimten, afgestemd op NEN 1070 NEN 5077 Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de grootheden voor luchtgeluidisolatie,
contactgeluidisolatie, geluidwering van scheidingsconstructies en geluidniveaus veroorzaakt door installaties.
NPR 5079 Geluidwering in gebouwen – Het bepalen en hanteren van ééngetalsaanduidingen voor de geluidwering in gebouwen en van gebouwelementen
NEN 6068 Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten NEN 6075 Bepaling van de weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten NEN-EN 1991-1-1 Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-1: Algemene belastingen – Volumieke
gewichten, eigengewicht en opgelegde belastingen voor gebouwen, inclusief nationale bijlage NEN-EN 1996-1-1 Eurocode 6: Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk – Deel 1-1: Algemene regels
voor constructies van gewapend en ongewapend metselwerk, inclusief nationale bijlage NEN-EN-ISO 6946 Componenten en elementen van gebouwen – Warmteweerstand en warmtedoorgangscoëfficiënt –
Bepalingsmethode NEN-EN 12354-6 Geluidwering in gebouwen – Berekening van de akoestische eigenschappen van gebouwen met
de eigenschappen van bouwelementen – Deel 6: Geluidabsorptie in gesloten ruimten NEN-EN 13501-1 Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen – Deel 1: Classificatie op grond van
resultaten van beproeving van het brandgedrag NEN-EN 13501-2 Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen – Deel 2: Classificatie op grond van
resultaten van brandwerendheidsproeven behalve voor producten voor gebruik in ventilatiesystemen
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 1 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
INHOUDSOPGAVE
` Pagina
1. AANDACHTSPUNTEN VOOR DE AFNEMER 2
2. ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED 2
2.1 Toepassingsvoorwaarden 3
2.1.1 Bijkomende doorbuiging vloeren 3
2.1.2 Massa woningscheidende vloerconstructie 4
3. TECHNISCHE SPECIFICATIE OVERIGE MATERIALEN 5
3.1 Overige materialen 5
4. VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN 6
4.1 Algemeen 6
4.2. Berscherming tegen weersinvloeden en vochtindringing tijdens transport, opslag en verwerking 6
4.3 Montageseparatiepanelen 6
4.3.1 Aansluitingen 6
4.3.1.1 Vloeraansluitingen 6
4.3.1.2 Plafondaansluitingen 6
4.3.1.3. Wandaansluitingen 7
4.3.1.4 Hoeken en ontmoetingen 8
4.3.1.6 Dilataties 8
4.4 Montage voorzetwand 8
4.5 Afwerking separatiepanelen 8
4.6. Afwerking voorzetwand 9
4.7. Bevestiging van voorwerpen aan de cellenbeton wand 9
4.8. Bevestiging van voorwerpen aan de voorzetwand 9
5. DETAILTEKENINGEN 10
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 2 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
1. AANDACHTSPUNTEN VOOR DE AFNEMER De volgende punten zijn voor de afnemer van belang. A. Bij aflevering van de in de technische specificatie vermelde producten alsmede van de in de verwerkingsvoorschriften
vermelde producten wordt aangeraden te inspecteren of:
• geleverd is wat is overeengekomen;
• het merk en de wijze van merken juist zijn;
• de producten geen zichtbare gebreken vertonen als gevolg van transport en dergelijke, voor zover deze de toepasbaarheid nadelig beïnvloeden (zie NEN 3838 par. 4.1 en 6.1).
B. Indien op grond van het onder A gestelde tot afkeuring wordt overgegaan wordt aanbevolen contact op te nemen met: Xella Nederland bv te Gorinchem en zo nodig met SKG-IKOB te Geldermalsen. C. Opslag, transport en verwerking dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften. D. De toepassingsvoorwaarden dienen in acht te worden genomen. 2. ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED Deze technische handleiding heeft betrekking op niet-dragende scheidingswanden. In de zin van het Bouwbesluit gaat het om niet-dragende verticale inwendige scheidingsconstructies. Deze wanden zijn toepasbaar in gebruiksfuncties zoals omschreven in het Bouwbesluit 2012 artikel 1.1.1. In deze handleiding worden twee typen uitvoeringen beschreven. Type 1 is een enkelwandige uitvoering voor standaard toepassing. Type 2 is een dubbelwandige uitvoering voor toepassing als woningscheidende wand of woningbegrenzende wand *). *) een woningbegrenzende wand is bijvoorbeeld een wand tussen een woning en een corridor.
• Bij de enkelwandige uitvoering (type 1) is de wand opgebouwd uit onderling gelijmde cellenbetonnen separatiepanelen van het type G4/600 of G5/800. Om voor kamerscheidende wanden effectief aan de geluidseis karakteristieke lucht-geluidniveauverschil ≥ 32 dB te voldoen is een minimale wanddikte van 100 mm in de kwaliteit G5/800 vereist.
In de dubbelwandige uitvoering (type 2) bestaat de scheidingswand uit een ankerloze spouwmuur die, afhankelijk van de eisen met betrekking tot de geluidsisolatie, kan worden gecombineerd met een voorzetwand. De spouwbladen zijn opgebouwd uit onderling gelijmde cellenbetonnen separatiepanelen, dik 70 of 100 mm van het type G4/600 of G5/800. De spouw heeft een breedte van ten minste 50 mm en is gevuld met minerale wol. De voorzetwand is bevestigd tegen één van de spouwbladen. Aanvullende prestaties Brandwerendheid conform NEN 6069: Wanddikte Voeg ter plaatse van plafond- en wandaansluiting WBDBO conform NEN 6069:
volledig gevuld met: 70 mm 70 mm Xellastic®foam 20 minuten 70 mm 40 mm Xellastic®foam en 30 mm brandwerend PUR-schuim* 30 minuten 70 mm 70 mm brandwerend PUR-schuim* 60 minuten 100 mm 100 mm Xellastic®foam 30 minuten 100 mm 70 mm Xellastic®foam en 30 mm brandwerend PUR-schuim* 60 minuten 100 mm 100 mm brandwerend PUR-schuim* 120 minuten *zie 3.1 voor de materiaalomschrijving
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 3 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
2.1 TOEPASSINGSVOORWAARDEN De volgende toepassingsvoorwaarden dienen in acht te worden genomen:
- Bijkomende doorbuiging vloeren - Massa woningscheidende vloerconstructie
2.1.1 Bijkomende doorbuiging vloeren Met betrekking tot de bijkomende doorbuiging van de vloerconstructie dienen onderstaande toepassingsvoorwaarden in acht te worden genomen:
• Bij de keuze van de flexibele plafond- en wandaansluiting dient rekening te worden gehouden met de bijkomende doorbuiging van de vloerconstructies, zoals gedefinieerd in NEN-EN 1991-1-1 inclusief nationale bijlage en mag niet groter zijn dan 0,002 van de vloeroverspanning. (ubijk ≤ 0,002·Lrep).
• Voor de toepassing van de plafond- en wandaansluiting met montageschuim mag het verschil in bijkomende doorbuiging van de vloer en de bovenliggende vloer- c.q. dakconstructie niet meer dan 10 mm bedragen (∆ ubijk ≤ 10 mm).
• Indien het verschil in bijkomende doorbuiging van de vloer en de bovenliggende vloer- c.q. dakconstructie meer dan 10 mm bedraagt, maar minder is dan 15 mm (10 < ∆ ubijk ≤ 15 mm) dient de plafondaansluiting te worden gemaakt met een opvangprofiel in combinatie met een strook EPS. De wandaansluiting kan met montageschuim worden gerealiseerd.
• Indien het verschil in bijkomende doorbuiging van de vloer en de bovenliggende vloer- c.q. dakconstructie meer dan 15 mm bedraagt (∆ ubijk > 15 mm) dient een bouwkundige sponning te worden gemaakt, waarmee dit verschil, alsmede de verkanteling van de wand kan worden opgevangen.
Tabel 1: Plafond- en wandaansluitingen
∆ ubijk (mm) Plafondaansluiting Wandaansluiting Situatie – opmerkingen
≤ 10
montageschuim+ 20 mm stelblokjes
of
Xellastic®foam
montageschuim
10 < ∆ ubijk ≤ 15 opvangprofiel montageschuim
Bijvoorbeeld:
� Beganegrondvloer op het zand
� Dak van kanaalplaatvloeren
> 15 bouwkundige sponning bouwkundige sponning Toelichting op de bijkomende doorbuiging van vloeren In onderstaande figuren wordt aangegeven welke plafondaansluiting in een bepaalde situatie standaard wordt toegepast. In situatie 1, 2 en 4 kan de wandaansluiting aan de bouwmuur met montageschuim worden gemaakt. Bij de toepassing van kanaalplaatelementen voor de dakvloer (situatie 4) moet rekening gehouden worden met (tijdelijke) opbuiging en moet derhalve een opvangprofiel worden gebruikt voor de plafondaansluiting.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 4 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
ubijk1
ubijk2
Lrep
3 inbouwmethode Bouwkundige sponning
ubijk
0,002·L rep ubijk1 - ubijk2 > 15 mm
Situaties De standaard inbouwmethode voor YTONG separatiepanelen is Xellastic®foam of PUR20. Met deze aansluitingen kan een verschil in doorbuiging van maximaal 10 mm worden opgenomen (=situatie 1) Indien niet, of gedeeltelijk aan de toepassingsvoorwaarden voor deze inbouwmethodes wordt voldaan dient bij de vaststelling van de inbouwmethode rekening te worden gehouden met de optredende situatie. Te onderscheiden situaties: a) De ondergelegen vloer (bijvoorbeeld vloer op het zand) buigt minder door dan de bovenliggende vloer of het bovengelegen
dak, waardoor het verschil in bijkomende doorbuiging groter is dan 10 mm. Indien dit verschil kleiner is dan 15 mm kan voor de plafondaansluiting het opvangprofiel in combinatie met een 20 mm dikke strook EPS worden gebruikt. De wandaansluiting kan met montageschuim worden uitgevoerd. (= situatie 2)
b) Indien het verschil in bijkomende doorbuiging meer is dan 15 mm dient voor de plafond- en wandaansluiting een bouwkundige sponning te worden toegepast, waarmee rekening gehouden wordt met: 1) het optredende verschil in doorbuiging en; 2) de verkanteling van de wanden die in de richting van de vloeroverspanning staan. Vanuit de bouwmuur dient op maximaal 1500 mm een extra dilatatie te worden aangebracht. (= situatie 3)
c) Indien de twee betrokken vloeren meer doorbuigen dan 0,002.Lrep dienen de wanden die in de richting van de overspanning staan extra te worden gedilateerd. Vanuit de bouwmuur dient op maximaal 1500 mm een extra dilatatie te worden aangebracht.
d) Indien het dak van kanaalplaatvloeren is dient de plafondaansluiting te worden gemaakt met een opvangprofiel in combinatie met een 13 mm dikke strook EPS. Om het andere paneel dient een (veer-)anker te worden aangebracht. De wandaansluiting kan met montageschuim worden uitgevoerd (= situatie 4).
2.1.2 Massa woningscheidende vloerconstructie
• Bij toepassing van YTONG separatiepanelen op de ruwe betonvloer in woongebouwen dient, afhankelijk van de te realiseren geluidsisolatie, een woningscheidende vloerconstructie een minimale massa (kg/m2) te hebben zoals in tabel 2 is aangegeven. Dit is conform de NPR 5070.
• Om voor kamerscheidende wanden effectief aan de geluidseis DnT,A,k, ≥ 32 dB te voldoen is een minimale wanddikte van 100 mm in de kwaliteit G5/800 vereist.
Tabel 2: minimale massa woningscheidende vloerconstructie (kg/m2)
Geluidseisen
(dB)
Massa WSV
(kg/m2)
Massa afwerkvloer
(kg/m2)
Dikte verende laag zwevende dekvloer
(mm)
DnT,A,k ≥ +54 en LnT,A,k, ≥ 59 ≥ 700 ≥ 100 --- DnT,A,k ≥ +54 en LnT,A,k, ≥ 59 ≥ 500 ≥ 100 25
DnT,A,k ≥ +59 en LnT,A,k, ≥ 64 ≥ 650 ≥ 100 30 * Met ∆ Llin ≥ 10 dB conform NEN-EN-ISO 140-8.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 5 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
3. TECHNISCHE SPECIFICATIE OVERIGE MATERIALEN 3.1 Overige materialen De navolgende materialen kunnen door de producent worden vervaardigd en/of meegeleverd:
• Lijmmortel YTONG Panelenlijm fix P, geleverd onder KOMO-Productcertificaat, met een representatieve druksterkte van de lijmmortel (f'rep) ≥ 10,0 N/mm2, bepaald overeenkomstig NEN-EN 1015-11. • Metselmortel De metselmortel wordt niet meegeleverd door de producent. Als metselmortel voor cellenbeton, onder andere voor het onderkouwen van de panelen wordt de volgende mortelsamenstelling aanbevolen: één volumedeel cement : vier volumedelen zand. Iedere metselmortel klasse M 5 volgens EN 998-2 is ook geschikt voor deze toepassing.
• Reparatiemortel YTONG-fill; samengesteld uit zand, cement en organische hulpstoffen. Het bezit een hoog vullend vermogen. Met de reparatiemortel kunnen onder andere leidingsleuven worden gedicht, kleine gaten worden gevuld, spleten worden gedicht en oppervlaktebeschadigingen worden bijgewerkt. • Gipskartonplaat type A Ten behoeve van voorzetwanden dienen de gipskartonplaten te voldoen aan NEN-EN 520. Lengte: variabel tot max. 3000 mm ± 0,5 mm Breedte: 1200 mm ± 0,5 mm Dikte: 12,5 mm ± 0,5 mm
• Isolatiemateriaal Minerale wolplaten, volumieke massa 30 ± 5 kg/m2 Lengte: 1000 mm ± 3 mm Breedte: 600 mm ± 3 mm
Dikte: ≥ 25 mm ± 0,5 mm. • Voegmateriaal
- Polystyreenschuim breed 67 mm of 97 mm, dik 13 mm of 20 mm, type EPS conform NEN-EN 13163 met een volumieke massa van 15 kg/m3;
- Rubberblokjes (rubbergranulaat) 60 x 40 x 20 mm, - Montageschuim (Illbruck ElasticFoam; 1K isolatie pistoolschuim); - Brandwerend montageschuim (Illbruck Flame Shield; NBS brandwerend Purschuim); - Xellastic®foam. Stroken Celband gelamineerd en geprofileerd van wit polyethyleen Afmetingen: 600 x 68 x 20 mm en 600
x 98 x 20 mm. Aan één zijde voorzien van een grijze antisliplaag. Voorzien van voorgevormde sparingen t.b.v. elektraleidingen en ankers.
• Ankers en profielen Ankers kunnen zijn vervaardigd uit bandstaal, voorzien van een zinklaagdikte ten minste 15 µm conform NEN-EN-ISO 1461 of van kunststof; profielen zijn vervaardigd van kunststof of metaal. Voor de afmetingen zie tabel 3. Tabel 3: afmetingen ankers en profielen
type anker/profiel lengte
( mm)
breedte
(mm)
dikte
(mm)
- stalen haaks veeranker
- stalen hoekanker/kozijnanker
- kunststof hoek-/veeranker
- kunststof zicht-opvangprofiel, flenshoogte ≥ 25 mm
- metalen opvangprofiel, flenshoogte ≥ 25 mm
- kunststof T-profiel
110 x 30 x 30 x 70
90 x 40
110 x 50
tot max. 5600
variabel
tot max. 5300
20
20
20
paneeldikte + 2
paneeldikte + 2
50
1,0
1,0
1,8
1,5
1,5
1,5
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 6 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
4. VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN 4.1 Algemeen Een niet-dragende scheidingswand wordt samengesteld uit onderling gelijmde massieve panelen van cellenbeton. De wand kan zijn voorzien van een voorzetwand. De voorzetwand wordt opgebouwd met stalen Z- of C-profielen voorzien van gipskartonplaten. De spouw tussen wand en voorzetwand wordt gevuld met minerale wolplaten. Tevens is het mogelijk de voorzetwand uit te voeren met minerale wol platen, waarop éénzijdig een gipsplaat is verlijmd. 4.2 Bescherming tegen weersinvloeden en vochtindringing tijdens transport, opslag en verwerking Afhankelijk van de omstandigheden, dienen passende maatregelen te worden getroffen om de separatiepanelen tegen vocht en vervuiling te beschermen. Zij dienen op de bouwplaats te worden opgeslagen op een droge en vlakke plaats. Lijm- en reparatiemortel, worden geleverd in zakken. Zowel het transport als de opslag dienen droog en vorstvrij te geschieden. Isolatie-dekens/platen dienen droog te worden vervoerd en opgeslagen. Gipskartonplaten moeten droog worden vervoerd en droog en vlak worden opgeslagen; de pakketten met gipskartonplaten dienen te worden ondersteund hart op hart circa 400 mm. Losse gipskartonplaten dienen verticaal te worden vervoerd. 4.3 Montage separatiepanelen De separatiepanelen moeten winddroog "vol en zat" worden gelijmd met YTONG Panelenlijm fix P met een voegdikte van 2 à 3 mm. De lijmmortel dient te worden bereid volgens het op de YTONG-fix-P-verpakking vermelde bereidingsvoorschrift. De aangemaakte lijm dient binnen 4 uur te worden verwerkt. Verwerking bij temperaturen rond het vriespunt is mogelijk, mits passende maatregelen worden genomen. Eén en ander conform de richtlijnen van het Bureau Verletbestrijding van het Technisch Bureau Bouwnijverheid. 4.3.1 Aansluitingen (zie ook detailtekeningen) 4.3.1.1 Vloeraansluitingen De panelen kunnen zowel op afgewerkte als op onafgewerkte betonvloeren worden aangebracht. Tevens is het mogelijk de separatiepanelen op een houten vloerconstructie aan te brengen. a. Onafgewerkte en afgewerkte betonvloer
Op een afgewerkte en onafgewerkte vloer worden de panelen met behulp van een stelkoevoet opgedrukt en met houten zij- en kopwiggen zodanig vastgezet dat zowel de zijkant als de voorzijden van de panelen te lood staan. Kopwiggen dienen om het andere paneel te worden aangebracht, te beginnen bij het tweede paneel vanuit de bouwmuur. Bij elke wandbeëindiging dient een kopwig te worden geplaatst. Nadat de panelen geplaatst zijn en de lijmverbindingen voldoende zijn verhard (minimaal 48 uur) worden de zijwiggen verwijderd en wordt de stelruimte onder de panelen onderkouwd met aardvochtige specie.
b. Houten vloer Bij houten vloeren worden de panelen op een houten regel van minimaal 45 mm dikte gesteld. Om het andere paneel dient een hoekanker te worden aangebracht, te beginnen bij het tweede paneel vanuit de bouwmuur. Tevens dient bij iedere wandbeëindiging een hoekanker te worden aangebracht. De hoekankers worden met twee gegalvaniseerde draadnagels aan de cellenbeton bevestigd, waarbij de draadnagels halverwege het inslaan enigszins krom geslagen moeten worden om uittrekken te voorkomen. Ter voorkoming van geluidlekken kan tussen de houten vloer en de regel elastisch materiaal worden aangebracht.
4.3.1.2 Plafondaansluitingen De plafondaansluiting kan op één van de volgende manieren worden uitgevoerd, rekening houdend met de bijkomende doorbuiging van de vloerconstructie(-s) conform tabel 1: a. Met montageschuim en stelblokjes. Aan de bovenzijde van het paneel wordt aan weerszijden op 100 mm vanaf de zijkant van het paneel een stelblokje van
granulaatrubber, lang 60 mm, breed 40 mm en dik 20 mm, genageld of gelijmd. Bij het opwiggen van het paneel worden de stelblokjes circa 3 mm samengedrukt. De ruimte tussen de bovenzijde van de panelen en het plafond wordt afgedicht met montageschuim. Om het andere paneel dient een haaks (veer)anker te worden aangebracht, te beginnen bij het eerste paneel vanuit de bouwmuur. Tevens dient bij elke wandbeëindiging een hoekanker te worden aangebracht. Het haaks (veer)anker wordt met twee gegalvaniseerde draadnagels aan de cellenbeton bevestigd, waarbij de draadnagels halverwege het inslaan enigszins krom geslagen moeten worden om uittrekken te voorkomen. De bevestiging van het haaks (veer)anker aan het plafond dient met een daarvoor geschikt verbindingsmiddel plaats te vinden, bijvoorbeeld door middel van boren of schieten.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 7 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
b. Met Xellastic®foam Op de bovenzijde van het paneel wordt een strook Xellastic®foam met draadnagels bevestigd, zodanig dat de strook foam vlak blijft ten opzicht van de zijkanten van het paneel. De grijze antisliplaag moet boven (=plafondzijde) gehouden worden. Bij het opwiggen van het paneel tegen het plafond wordt deze strook foam circa 3 mm ingedrukt. Om het andere paneel dient een veeranker te worden aangebracht, te beginnen bij het eerste paneel vanuit de bouwmuur. Het veeranker eerst bevestigen tegen de zijkant van het paneel. Hiervoor dient een kleine sparing aan het uiteinde van de strook foam te worden verwijderd. Tevens dient bij elke wandbeëindiging een haaks anker te worden aangebracht. De ankers worden met twee gegalvaniseerde draadnagels aan de cellenbeton bevestigd, waarbij de draadnagels halverwege het inslaan enigszins krom geslagen moeten worden om uittrekken te voorkomen. De bevestiging van het haaks (veer)anker aan het plafond dient met een slagplug (boren) plaats te vinden. Voor een elektraleiding(en) vanuit het plafond dient één of beide gestanste sparingen uit de strook foam te worden verwijderd. Aan één zijde dient met een scherp mes de strook foam te worden ingesneden zodat de leiding door de zijkant in de betreffende sparing gedrukt kan worden. Belangrijk is dat de strook Xellastic®foam over de volledige breedte van het paneel tegen het plafond aanwezig is.
c. Met een bouwkundige sponning. Een bouwkundige sponning is ook mogelijk, waarbij de verticale verplaatsing van het bovengelegen oppervlak onbelemmerd
kan plaatsvinden ten opzichte van de panelen. Een bouwkundige sponning kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door stroken houten plaatmateriaal tegen het plafond te bevestigen. Op de bovenzijde van het paneel wordt over de volle breedte een strook polystyreenschuim genageld of gelijmd. De dikte van de strook polystyreenschuim dient afgestemd te zijn op te verwachten verticale verplaatsing van de bovengelegen verdiepingsvloer. Deze strook wordt bij het opwiggen van het paneel circa 3 mm samengedrukt. De panelen worden aan weerszijden opgesloten door een houten plint. Bij elke wandbeëindiging dient een hoekanker te worden aangebracht.
d. Met kunststof of metalen opvangprofielen. De kunststof-opvangprofielen worden met contactlijm tegen het plafond bevestigd. Het plafond dient droog en stofvrij te zijn. De
metalen opvangprofielen worden mechanisch bevestigd tegen het plafond. Bij toepassing van profielen kunnen de (veer)ankers zoals vermeld onder a. achterwege blijven, mits het onderlinge verschil in bijkomende doorbuiging tussen vloer en plafond niet groter wordt dan 10 mm. Indien het plafond een dakvloer van kanaalplaatelementen betreft, moet altijd om het ander paneel een (veer)anker worden toegepast, te beginnen bij het eerste paneel vanuit de bouwmuur.
In het profiel dient over de volle breedte een strook polystyreenschuim te worden aangebracht. De dikte van de strook polystyreenschuim dient afgestemd te zijn op te verwachten verticale verplaatsing van de bovengelegen verdiepingsvloer. Deze strook wordt bij het opwiggen van het paneel circa 3 mm samengedrukt.
Overige mogelijke plafondaansluitingen: e. Kunststof T-profiel. Het kunststof T-profiel, afmetingen 50x50x1 mm, wordt met contactlijm tegen het plafond bevestigd. In de bovenzijde van het
paneel wordt gecentreerd een zaagsnede aangebracht waarvan de dikte overeenkomt met de dikte van het profiel. Aan weerszijden van het lijf van het profiel wordt een strook polystyreenschuim aangebracht. De dikte van de strook polystyreenschuim dient afgestemd te zijn op de te verwachten verticale verplaatsing van de bovengelegen vloer en tevens op het onderlinge verschil in bijkomende doorbuiging, die niet meer dan 10 mm mag bedragen. Het paneel wordt zodanig verticaal geplaatst dat het lijf van het kunststof T-profiel in de zaagsnede wordt gedrukt. Bij het opwiggen van het paneel worden de stroken polystyreenschuim circa 3 mm samengedrukt.
f. Tussen houten latten. In geval van een aansluiting tegen een houten vloerconstructie, en indien er geen eisen worden gesteld aan de geluidisolatie,
kunnen de panelen onder de balklaag tussen houten rachels te worden geplaatst. Indien er eisen worden gesteld aan de geluidisolatie, dienen de panelen tussen de balklaag te worden aangebracht en aan de
bovenzijde te worden voorzien van een strook minerale wol, die bij het stellen van de panelen iets wordt ingedrukt. 4.3.1.3 Wandaansluitingen De wandaansluiting dient op een van de volgende manieren te worden uitgevoerd: a. Met montageschuim. Ter plaatse van de wandaansluiting met de bouwmuur wordt een naad van 10 tot 15 mm breed aangehouden. De voeg wordt
volledig gevuld met montageschuim. b. Met een bouwkundige sponning. Een bouwkundige sponning kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een strook houten plaatmateriaal tegen de bouwmuur
te bevestigen. De panelen worden "koud" tegen de strook plaatmateriaal geplaatst en aan weerszijden opgesloten met een houten plint.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 8 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
c. Met YTONG Panelenlijm fix P. De wandaansluiting mag met YTONG Panelenlijm fix P worden uitgevoerd, mits de wandlengte kleiner is dan 600 mm. Indien de wand aansluit op een woningscheidende wand mag de wandlengte niet groter zijn dan 150 mm. 4.3.1.4 Hoeken en ontmoetingen Hoeken en ontmoetingen worden flexibel uitgevoerd. De voeg van 10 - 15 mm breed wordt volledig met montageschuim gevuld. Indien geen verplaatsing van de betreffende wanden is te verwachten, bijvoorbeeld bij wanddelen met een lengte van maximaal 600 mm, kan een vaste aansluiting worden gerealiseerd door middel van verlijming en een drietal draadnagels (125 mm x 5,6 mm bij een paneeldikte van 70 mm en 160 mm x 6,1 mm bij een paneeldikte van 100 mm). 4.3.1.5 Kozijnaansluitingen Er dienen bij voorkeur verdiepinghoge montagekozijnen te worden geplaatst. De kozijnen dienen te worden bevestigd conform de verwerkingsvoorschriften van de desbetreffende producent. Boven kozijnen is het mogelijk een niet-dragend vulstuk van cellenbeton toe te passen. Het kozijn mag daarbij niet breder zijn dan 1250 mm en het vulstuk dient minimaal 200 mm hoog te zijn. Het niet-dragend vulstuk wordt geplaatst op twee stalen versterkingshoeken van minimaal 60x60x57x2 mm, die met 2 spaanplaatschroeven 5,0x70 mm gecentreerd op de zijkant van de betreffende panelen zijn bevestigd. Aan beide uiteinden van het vulstuk, alsmede aan het plafond dient een voeg van circa 15 mm breed te worden aangehouden. Deze voegen worden volledig gevuld met montageschuim. Het vulstuk dient aan de onderzijde met één spaanplaatschroef 5,0x50 mm per stalen hoek te worden verankerd. 4.3.1.6 Dilataties De lengte van een wandgedeelte mag niet langer zijn dan twee keer de betreffende hoogte van deze wand met een maximale wandlengte van 5,00 m. Wanden langer dan 5,00 m dienen dus te worden voorzien van een dilatatievoeg. Deze voeg wordt circa 15 mm breed en met montageschuim volledig gevuld. Deze dilatatie dient ook in de eventuele voorzetwand te worden aangebracht. (zie afwerking cellenbetonwanden) Hoeken en ontmoetingen worden flexibel uitgevoerd, tenzij geen verplaatsing van de betreffende wanden is te verwachten. Bijvoorbeeld bij wanddelen met een lengte van maximaal 600 mm, kan een vaste aansluiting worden gerealiseerd door middel van verlijming. Voor wanden die in de richting van de overspanning staan geldt dat altijd een dilatatie moet worden gemaakt als de wandlengte meer is dan de halve vloeroverspanning. 4.4 Montage voorzetwand De voorzetwand kan op de volgende manieren worden aangebracht: a. Met gebruikmaking van Z-profielen. Op de wanden waar de voorzetwand zal worden aangebracht, moeten na een verhardingsperiode van minimaal 72 uur van de
specie, verticaal stalen Z-profielen worden bevestigd. Deze Z-profielen worden bij het op lengte knippen 10 mm tot 15 mm korter gehouden dan de afstand tussen vloer en plafond en rusten tijdens het bevestigen op de vloer. De Z-profielen worden met de flens van 30 mm tegen de wand bevestigd, met behulp van spaanplaatschroeven met een diameter van 5 mm en 50 mm lang, hart op hart circa 600 mm. De minerale wolplaten dienen met enige overmaat aan plafond- en vloerzijde te worden ingebracht. De gipskartonplaten worden eveneens 10 mm tot 15 mm korter gehouden dan de afstand tussen vloer en plafond en dienen tijdens het bevestigen op de Z-profielen tegen het plafond te worden gedrukt.
De platen worden aan de Z-profielen bevestigd met platverzonken gefosfateerde stalen plaatschroeven met trompetkop, afmetingen 4,2 mm x 25 mm, hart op hart maximaal 250 mm.
b. Met gebruikmaking van C-profielen. Een voorzetwand op basis van stalen C-profielen en gipskartonplaten dient conform de verwerkingsvoorschriften van de desbetreffende leverancier te worden aangebracht.
c. Met minerale wolplaten. Een voorzetwand op basis van minerale wol platen waarop éénzijdig een gipsplaat is verlijmd dient conform de verwerkingsvoorschriften van de desbetreffende leverancier te worden aangebracht.
4.5 Afwerking separatiepanelen Reparaties aan beschadigde panelen, het aanwerken van elektriciteitsdozen en sleuven ten behoeve van leidingen, dienen te worden verricht met YTONG-fill of met een vul- en vlakmiddel op basis van gemodificeerd gips. In vochtige ruimten moet altijd YTONG-fill worden toegepast. De panelen zijn voldoende vlak om na het bijwerken van de naden en van eventuele plaatselijke beschadigingen en oneffenheden te worden afgewerkt met tegels, behang of andere dunne afwerklagen. Het afwerken van de naden kan bijvoorbeeld gebeuren met een vul- en vlakmiddel op basis van gemodificeerd gips, e.e.a. conform de verwerkingsvoorschriften van betreffende leverancier. Daar waar de wand wordt afgewerkt met spac-spuitwerk of sierpleister dienen de naden met montageschuim te worden voorzien van een strook glasvezel gaasband, minimaal 50 mm breed.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 9 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
Bij toepassing in natte ruimten dient de wand dusdanig te worden afgewerkt, dat wordt voldaan aan artikel 3.26 van het Bouwbesluit (bijvoorbeeld door de toepassing van tegels, zie BRL 1017). De aansluitingen aan andere wanden en ter plaatse van de vloer dienen blijvend waterdicht te worden afgewerkt. Tegels dienen te worden aangebracht met een elastisch blijvende tegellijm; afhankelijk van de verwerkingsvoorschriften van de lijmproducent dient al of niet een voorstrijkmiddel te worden aangebracht. De tegelvlakken dienen op afstanden van maximaal de wandhoogte te worden gedilateerd. Alle aansluitingen van betegelde wanden onderling, op vloeren of op sanitair (bijvoorbeeld baden, douchebakken, e.d.) dienen te worden voorzien van elastisch blijvende kitvoegen van minimaal 6 mm. 4.6 Afwerking voorzetwand De naden van de gipskartonplaten en de inwendige hoeken dienen te worden afgewerkt met een wapeningsstrook van versterkt papierband of zelfklevend gaasband en voegmateriaal op basis van gips. Uitwendige hoeken kunnen worden beschermd door middel van een aluminium hoekbeschermingsprofiel, afmetingen 25 mm x 25 mm x 0,5 mm, dat wordt opgenomen in het voegmateriaal op basis van gips. Indien de wand wordt behangen, moet de wand voor het behangen bij voorkeur worden behandeld met een behangvoorstrijk- of grondeermiddel, zodat het behang gemakkelijk kan worden verwijderd. Indien de wand wordt behangen met een zwaar behang op basis van kunststof o.d. dient de wand te worden voorbehandeld met een speciale primer, conform de verwerkingsvoorschriften van de producent van het behang c.q. van de gipskartonplaat. Bij toepassing van de wand in natte ruimten dienen de volgende voorzieningen te worden getroffen: - Het wandoppervlak dient te worden behandeld met een waterbestendig voorstrijkmiddel. Een dergelijk middel kan achterwege blijven bij toepassing van gipskartonplaten van het type H1. - De wand dient dusdanig te worden afgewerkt, dat wordt voldaan aan artikel 3.26 van het Bouwbesluit (bijvoorbeeld d.m.v.
tegelwerk, zie BRL 1017). - De wand dient aan de onderzijde tot een hoogte van ten minste 50 mm boven de afgewerkte vloer te worden beschermd tegen
toetreding van water, bijvoorbeeld door het toepassen van kunststoffolie of een zelfklevende vochtwerende band. - De voegen van de gipskartonplaten dienen bij toepassing van keramische tegels alleen ter plaatse van de afgeschuinde kanten
te worden uitgevuld met voegmateriaal. - De voegen wand-wand en wand-vloer alsmede eventuele beëindigingen van wandbekleding (bijvoorbeeld ter plaatse van de
douchehoek) dienen te worden afgewerkt met een elastisch blijvende kit. - Voor het aanbrengen van een waterdichte afwerklaag, zoals tegels, dient de A-plaat te worden behandeld met een primer, een
en ander conform de verwerkingsvoorschriften van de producent van de tegellijm dan wel van de gipskartonplaat. De voegen van de tegels dienen waterdicht te worden afgewerkt door het inwassen met daartoe geschikte middelen.
- De wand mag niet aan beide zijden dampremmend worden afgewerkt - Er dienen bij voorkeur gipskartonplaten van het type H1 te worden toegepast. 4.7 Bevestiging van voorwerpen aan de cellenbetonnen wand Lichte voorwerpen kunnen met lijm, nagels of spaanplaatschroeven worden bevestigd. Zware voorwerpen dienen te worden bevestigd met voor cellenbeton speciaal ontwikkelde bevestigingsmiddelen of doorgaande bouten. 4.8 Bevestiging van voorwerpen aan de voorzetwand Lichte voorwerpen kunnen met lijm of door middel van schroeven, nagels of plaatpluggen worden bevestigd. Voor zware voorwerpen dienen speciale voorzieningen te worden getroffen.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 10 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
5. DETAILTEKENINGEN
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 11 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 12 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 13 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 14 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 15 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
6. BIJZONDERE TOEPASSINGEN EN SITUATIES
Voor een aantal situaties dient er aandacht te zijn voor de toepassing van separatiepanelen in relatie tot aanvullende afwerkmaterialen. Een onjuiste detaillering kan dan tot ongewenste effecten leiden.
MDF
Eén ervan is de toepassing van onbehandelde mdf ( medium density fibreboard) op recent gemonteerde cellenbetonnen wanden. Droog mdf zal vergroten door vochtuittreding uit de cellenbeton. Indien het mdf vast bevestigd is, zal er een toenemende trekspanning in de cellenbeton ontstaan met uiteindelijk scheurvorming tot gevolg. De toepassing van mdf tegen cellenbeton komt veelal voor bij wandbeëindigingen en meterkasten. Voor beide situaties zijn onderstaande oplossingen mogelijk.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 16 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
Badkamer De toepassing van verdiepinghoog wandtegelwerk in badkamers dient zorgvuldig te worden gedetailleerd. Strak tegelwerk tegen de bouwmuur en het plafond kan het vervormen van de niet-dragende scheidingswanden belemmeren, waardoor ontoelaatbare trekspanningen ertoe zullen leiden dat scheurvorming zal optreden. Voor de aansluitingen van wandtegelwerk geldt dat een ruime (> 6 mm) kitvoeg moet worden aangehouden. Ook dienen korte wandgedeelten die niet kunnen verkantelen altijd te worden gedilateerd. Dilataties De plaats van de dilataties dient overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften en toepassingsvoorwaarden te worden bepaald. In onderstaande voorbeeld plattegronden zijn de dilataties schematisch aangegeven. De plaats van de dilataties moet zodanig worden gekozen dat de niet-dragende scheidingswanden de vervorming van de onderliggende vloerconstructie kunnen volgen. Tevens is het van belang dat de werking in de dilatatievoegen zo min mogelijk zichtbaar wordt.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 17 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
Schachtwanden In woongebouwen worden schachten veelvuldig toegepast voor de doorvoer van verticale leidingen. De belangrijkste eisen die aan de schachtwanden worden gesteld hebben betrekking op geluidwering en brandwerendheid. Indien beide aspecten van toepassing zijn dienen de schachtwanden grenzend aan een verblijfsruimte te worden uitgevoerd met 100 mm dikke separatiepanelen in de kwaliteit G5/800. Voor zowel de akoestische ontkoppeling als de brandwerendheid dienen de wand- en plafondaansluitingen brandwerend te worden uitgevoerd.
NL-aansluitingsdocument bij de Europese Technische Goedkeuring ETA-03/0007 Nummer: IKB1146/15 ANNEX 1
Uitgegeven: 01-10-2015 pagina 18 van 18
Technische Handleiding Niet-dragende scheidingswanden met YTONG separatiepanelen
Vulstuk boven kozijn De toepassingsvoorwaarden en verwerkingsvoorschriften betreffende een vulstuk boven een kozijn zijn beschreven in hoofdstuk 4.3.1.5.