Reflectieverslag stage HF2 Emma de Man

Reflectieverslag stage HF2 Emma de Man

Inhoud1: “IK”13: “Stagebegeleider”24: “Halo-stagebegeleider”35: “ROS-bijeenkomsten”46: “Visie op LO van de stageschool”47: “Eindbeoordeling”6

1: “IK”

Ik kijk met een opgeheven hoofd terug op mijn stage periode. Ik heb een zeer goed gevoel gehad bij mijn stage. Elke maandag ging ik met plezier op de fiets naar mijn stage. Ook de klik met de andere docenten was zeer goed aanwezig. Dit kwam mede omdat het mijn oude middelbare school is en ik nog les heb gehad van deze docenten. Als ik naar mijzelf kijk dan ben ik erg gegroeid in deze stageperiode. In het begin vond ik het nog heel spannend om storend gedrag te corrigeren. Er was 1 klas die best wel ‘pittig’ was om aan les te geven. Hierdoor heb ik geleerd om storend gedrag te corrigeren. Nu heb ik daar al veel minder moeite mee en sta heel zelfverzekerd voor de groep. Een puntje waar ik nog wel aan moet werken is mijn onzekerheid. Deze onzekerheid toon ik niet zo zeer naar de leerlingen toe, maar in mijn zelf reflecties ben ik zeer kritisch en vind ik het lastig om waar te nemen wat nu mijn kracht is en wat er goed ging in een les.

Tijdens deze en vorige stages is gebleken dat ik heel enthousiast ben. Dit heeft een positief effect op de leerlingen. Door mijn enthousiasme stimuleer ik de leerlingen om te bewegen. Zeker gezien de doelgroep VMBO is het van belang om heel positief naar de leerlingen te zijn.

Mijn kernkwaliteit is dus dat ik energiek en vrolijk ben. Deze kwaliteit kwam ook naar voren tijdens de stages van propedeuse en hoofdfase 1. Waar ik wel achter ben gekomen deze stage is dat de manier van organisatie ook een kwaliteit van mij is. Dit komt mede doordat ik heel veel zie gebeuren in de zaal en hier het overzicht van zie. Bewust maak ik daarom wel eens de keuze om niets van het ‘storende gedrag’ te zeggen maar door midden van non-verbale communicatie dit te corrigeren. Waar ik nog iets meer lef voor moet gaan creëren is het afwijken van mijn organisatie. Juist omdat ik dit altijd precies zo in mijn hoofd heb zitten hoe ik het wil. Dit ga ik proberen te verbeteren door in mijn volgende stage aan mijn stagebegeleider te vragen om bewust iets te laten gebeuren waardoor ik van mijn organisatie moet afwijken. Hierdoor zal ik een stuk weerbaarder zijn en werk ik dus aan mijn uitdaging. Mijn allergie is humeurige kinderen. Ik merk dat ik daar steeds minder allergisch voor word, omdat ik hen heel positief benader en zij daarom voor mij gaan werken. Waar ik nog wel naar toe wil is dat mijn leerlingen niet voor mij als docent werken, maar voor zichzelf. Ik verwacht dat dit een lang traject is en ik dit pas kan toepassen wanneer ik een goede band met de leerlingen heb.

Het feedback wat mij het meest is bijgebleven was op een maandag voor de kerstvakantie. Ik gaf toen een les in meerdere vakken waarbij 1 vak de wendsprong met hulpverlenen. Het kostte mij toen veel tijd omdat ik steeds opnieuw uitlegde wat de bedoeling was. Het feedback wat ik toen kreeg was om de les stil te leggen en benoemen wat ik nou eigenlijk wil. Dus dat ik concreet moet zijn naar de leerlingen. Nadat ik dit had toegepast liep de les als een trein.

In mijn volgende stage zal ik gerichter aan de slag gaan met mijn persoonlijke leerdoel; zelfverzekerd zijn. Mijn verwachting is dat dit een tijdje zal gaan duren. Dit wil ik bereiken door aan het eind van elke les gericht de positieve dingen te bespreken met mijn stagebegeleider en vervolgens pas mijn verbeterpunten. Zo hoop ik zelf was steviger in mijn schoenen te staan. Daarnaast zoals eerder genoemd wil ik af en toe bewust van mijn organisatie afwijken om nog weerbaarder te worden.

Het aller grootste leermoment uit de stage is dat ik mijzelf heb ontwikkeld tot een zelfverzekerde docente die organisatorisch heel sterk is.

Als ik nu naar mezelf kijk dan sta ik zelfverzekerd voor de groep. Daarnaast heb ik mijzelf zo ontwikkeld als docente dat ik de leerling consequent behandel. Dit doe ik door voor mijzelf de rust te nemen wanneer ik ga uitleggen. Zodra het nog niet stil is in de klas begin ik nog niet met praten. Als er iemand door mijn uitleg heen praat dan durf ik nu consequenties te nemen door een leerling erop aan te spreken of eventueel langs de kant te zetten. Daarnaast denk ik voorafgaand aan de les heel goed na over de organisatie en hoe ik daarin overzicht kan houden.

3: “Stagebegeleider”

Ik verwacht dat mijn stagebegeleider, net als ik, zich open opstelt. Hierin geeft hij/zij mij eerlijk feedback op mijn lesgeven. Wat ik fijn vind is dat de stagebegeleider van de voren de les controleert en feedback geeft.

Mijn verwachtingen t.a.v. mijn stagebegeleider zijn geheel uitgekomen. Naast het geven van feedback voerde wij samen vaak inhoudelijke gesprekken over het vak L.O. Dit deed mij heel goed en gaf mij een vertrouwd gevoel. Ik had zeker een klik met mijn stagebegeleider. Dit komt mede omdat dit zelf ook mijn oude gymleraar was geweest.

Wat ik in de begeleiding anders had willen zien is de communicatie tussen ons. Soms kwam Jeroen tijdens de les even achter mij staan en benoemde wat er anders moest. Dit gaf mij een onzeker gevoel. Ik zou dan liever d.m.v. trial and error zelf willen ondervinden waar ik tegenaan zou lopen. Dit vond ik moeilijk om aan te geven. De manier van reflecteren was steeds kort tussen de lessen door. Uit mijn vorige stage heb ik meegenomen om uitgebreid de les door te bespreken. Dit was nu even wennen, maar heeft mij wel steviger in mijn schoenen doen staan.

Wat voor mij echt een eyeopener was, is hoe de docenten met de leerlingen om gaan. Dit vind ik echt super leuk om te zien. Zo ontvangen de leraren de leerlingen altijd bij de buitendeur. Dit geeft de leerlingen een vertrouwd gevoel. Dit had ik van te voren niet bedacht om leerlingen zo open en hartelijk te ontvangen, maar het effect hiervan was zeer goed.

Wat ik echt heel fijn vond is dat ik heel vrij was om te doen wat ik wilde zolang ik het maar kon verantwoorden. Er was een periodeplanning wat ik als leidraad hield. Zo kon ik leren om als een mede ‘collega’ te werken in een vaksectie met een planning. Dit van ik heel fijn omdat ik hier later ook zeker mee te maken ga krijgen en er nu dus al wat vanaf weet.

4: “Halo-stagebegeleider”

Het bezoek van de HALO-stagebegeleider heeft een positief effect gehad op mij. Van te voren hebben wij contact gehad over het stagebezoek. Ook heb ik mijn tussentijdse beoordeling opgestuurd, zodat hij op de hoogte is hoe ver ik al ben. Het effect dat de stagebegeleider op mij heeft gehad is dat ik mijzelf er bewust van ben geworden wat ik in een les doe. Alle keuzes die ik heb gemaakt, de manier van opstarten alles wat ik als docent in een les doe hebben wij uitgebreid geëvalueerd. Ik vind het heel goed om dit te weten, omdat je er zo bewust van bent wat voor effect dit kan hebben op de leerlingen. Het was voor mij echt een eyeopener om te starten met het benoemen wat er allemaal goed ging binnen mijn les. Dit vond ik heel lastig om te benoemen, omdat dit juist mijn leerdoel is. Daarnaast moest ik mijzelf een eindcijfer geven. Ik gaf mijzelf toen een 6,5 en mijn stagebegeleiders gaven mij juist een 8. Dit gaf een positief effect op mijn zelfvertrouwen.

Het bezoek heeft ook een positief effect gehad op mijn lesgeven. De positieve en ook de verbeterpunten van mij als lesgever zijn besproken. Zo moet ik nog meer uit de organisatie durven stappen en iets compleet anders aanpakken.

Tijdens het stagebezoek was ik heel nerveus. Van tevoren had ik deze spanning nog niet zo zeer. Dit kwam omdat het voor mijn gevoel een moment was waarop ik mijzelf moet bewijzen. Wel had ik mij er van te voren op ingesteld dat het fijn is om te weten hoe ik er nu voor sta. Dat het feedback altijd mooi meegenomen is om mijzelf te verbeteren. Ik was extra nerveus, omdat er een hoop mede studenten waarvan ik het niet had verwacht hun stage niet hadden gehaald. In de toekomst ga ik proberen meer met mijzelf bezig te zijn i.p.v. met anderen. Ik weet van het feedback van de stagebegeleiders wel of ik op schema lig of niet. Hierdoor kan ik een hoop spanning verminderen.

Wat ik heel leuk vond om te horen is dat meneer Hoeboer mij een sterke lesgever vindt, met name in mijn enthousiastheid en organisatie. De organisatie was een mede leerdoel van de stage van vorig jaar. Ik ben hierin dus zeker wel gegroeid aangezien het nu een kwaliteit van mij is. Het puntje wat ik binnen mijn organisatie moet verbeteren is het durven afwijken hiervan. Dit heeft ook weer te maken met mijn andere persoonlijke leerdoel zelfverzekerd zijn. Dit was wel echt een Eye opener voor mij omdat ik juist voor mijzelf als leerdoel de totale organisatie verbeteren had.

5: “ROS-bijeenkomsten”

Tijdens dit stageblok hebben wij tijdens de ROS-bijeenkomsten gereflecteerd op stagegebeurtenissen. De opdracht die wij steeds kregen om een situatie uit de stage te filmen en deze te laten zien tijdens de ROS-bijeenkomst. Hierbij moeten wij een vraag stellen. De medestudenten kijken het filmpje en vragenderwijs komen zij met een antwoord op de vraag. Hierbij voorkom je situaties waarin iemand zegt: ‘ja, maar ik zou het zo doen’. Dit vond ik heel goed. In het begin was het lastig om alles met een vraag aan elkaar te stellen. Ook is het lastig, want je mag niet reageren op de vragen.

Een aantal keer heb ik mijn eigen video beelden laten zien tijdens de ROS lessen. In eerste instantie voelde ik mij heel kwetsbaar om dit te laten zien, omdat in mijn ogen ik totaal geen goede les draaide. Dit gaf mij een heel onzeker gevoel, maar hieruit kwam naar voren dat ik juist heel erg goed ben in de organisatie en dat ik de leerlingen juist meer moet laten bewegen. Dit was voor mij echt een Eye opener en heeft mijn zelfbeeld zeker positief doen veranderen.

Zelf denk ik ook actief mee tijdens de ROS-bijeenkomst. Door mijn ervaringen te delen met mijn studiegenoten kunnen zij hier ook puntjes uit mee nemen voor in hun eigen stage. Wanneer ik een inbreng geef aan een medestudent dan vertaal ik de situatie eerst naar mijn eigen stage hoe ik het zou aanpakken.

6: “Visie op LO van de stageschool”

Visie van de stageschool:

De visie van de Charles de Foucauld Mavo gaat erover dat elke leerling zich op de school thuis voelt. Dat hij/zij gerespecteerd wordt door alle anderen binnen die school, maar ook dat hij respect leert opbrengen voor anderen in en rondom de school. De mentor is de begeleider van de leerling. Wanneer een ouder/verzorger behoefte heeft aan vragen zal de mentor hier altijd voor open (moeten) staan.

De werkwijze binnen de vakken in de school gaat vooral om een dusdanige sfeer te creëren waarbij leerlingen met respect met elkaar om leren gaan. Binnen alle lessen gaat het dus voornamelijk om het pedagogisch klimaat. Dit is dominant in alle lessen, daarna wordt gekeken naar de didactiek.

De didactische werkwijze binnen de school is voor alle vakken verschillend. Binnen lichamelijke opvoeding is het belangrijk dat leerlingen echt bezig zijn. Het creëren van beweegplezier is binnen de lessen de meest dominante factor. Het doel van het vak LO is om leerlingen beter te leren bewegen. Naast het creëren van beweegplezier, moet er ook daadwerkelijk wat geleerd worden. Bij andere vakken, zoals Frans en Engels, wordt er vooral gewerkt met leren als doel.

Over de gehele school is het belangrijk dat er respect getoond wordt naar de docent en naar elkaar om zo een veilige sfeer te creëren. Er moet voor de leerling plezier zijn om te kunnen leren, zowel alleen als met andere leerlingen. De docent is hierin de bepalende factor, want hij of zij biedt wat aan waardoor de leerlingen leert te leren. De docent of mentor geeft voor de leerling de rode draad aan door het leerproces op school.

De vakdocent beoordeeld de leerlingen door middel van een cijfer. In dit cijfer zijn de kennis en vaardigheden van de leerling uitgedrukt. Niet alle cijfers tellen even zwaar mee bij het bepalen van het periodegemiddelde voor het vak. De weging van het cijfer wordt aan de leerling meegedeeld en is terug te vinden op magister. Tevens krijgen ouders een inlogcode waarmee zij op ieder moment van de dag via internet kunnen zien hoe hun kind er voor staat.

Mijn eigen visie sluit heel goed aan bij de visie van de school. Ik vind het belangrijk dat het pedagogisch klimaat zeer goed is op een school. Voor mij als docent is dit een voorwaarde om iets te kunnen leren. Daarnaast krijgen de leerlingen bij gym ook een inzet cijfer. Hier sluit mijn eigen visie zeker bij aan, omdat ik zelf van mening ben dat het proces een zeer belangrijke factor is om te komen tot het eindresultaat. Tijdens de gym wordt verplicht in een schooltenue gegymd. Dit vind ik ook heel goed omdat iedereen dan gelijk ik. Als ik later op een school zou solliciteren dan zou ik dat zeker op deze school doen.

7: “Eindbeoordeling”

8

Pagina 8 | 16