leiderschap. planner les 22 / 23 2-11-2011 / 4-11-2011 5.1 omspanningsvermogen 5.2 theorie x en...
TRANSCRIPT
Leiderschap
Planner
Les 22 / 23 2-11-2011 / 4-11-2011 5.1 Omspanningsvermogen
5.2 Theorie X en theorie Y5.3 Leiderschapsstijlen5.4 Managerial Grid5.5 Managementmethoden
leren theorie enmaken wb 5.1 tm 5.12
5.1 Leiderschap
• Leider – Iemand die in staat is invloed op anderen uit
te oefenen en die de bevoegdheden van een manager heeft • Idealiter zijn alle managers leiders• Niet alle leiders zijn ook effectieve
managers• Leiderschap
– Het beïnvloeden van anderen om bepaalde doelen te behalen
Managementlagen
Topmanagement
Middenmanagement
Lager management
Hoger management
Niet-leidinggevend personeel
Spanwijdte en Omspanningsvermogen
• Spanwijdte = aantal ondergeschikten aan wie direct leiding wordt gegeven (feitelijke situatie / span of control)
• Omspanningsvermogen = aantal medewerkers aan wie een chef doelmatig leiding kan geven
• Ideaalplaatje: Spanwijdte = omspanningsvermogen
Effectiviteit van leiderschap afhankelijk
van:• Persoon van de leider• Kennis, ervaring en motivatie van
medewerkers• De situatie (moeilijkheidsgraad,
routine of niet?)
Platte structuur
In een platte structuur heb je minder leidinggevenden, snellere communicatielijnen, maar…. een grotere spanwijdte van een leidinggevende.
Steile structuur
In een steile structuur: meer niveaus, langzamere beslissingsprocedures.
Orders worden geaccepteerd als ze:
• Worden begrepen• Niet strijdig zijn met het
bedrijfsdoel• Niet strijdig zijn met het
persoonlijk doel• Ze door de persoon kunnen
worden uitgevoerd (fysiek en mentaal)
5.2 Theorie X en Theorie Yvan McGregor
Theorie X
personeel• houdt niet van
werken
• moet worden gedreigd met straffen
• ontwijkt verantwoordelijkheid
• zoekt formele leiding
• verlangt zekerheid
• heeft weinig ambitie
Theorie Y
personeel• ziet werk als iets
natuurlijks
• zelfleidend
• oefent zelfsturing
• aanvaardt verantwoordelijkheid
• verlangt verantwoordelijkheid
• is creatief
Theorie X• Manager ziet werknemers als lui.• Ze moeten gedwongen worden om te
werken. • Ze moeten dus nauw gecontroleerd
worden • Er is een hiërarchische structuur nodig • Werknemers hebben weinig ambitie• De manager vermoed dat de enige reden
waarom een werknemer werkt, het loon is.
Het resultaat is dat managers een autoritaire stijl aannemen en dat motivatie wordt bekomen via bestraffing, beloning en strikte controle.
Theorie Y• Het tegengestelde mensbeeld (binnen een
organisatie) noemde McGregor theorie Y. • Bij deze theorie gaat men ervan uit dat
mensen van nature graag werken, zichzelf onder controle kunnen houden en creatief zijn.
Motivatie wordt in deze situatie bekomen via betrokkenheid en inspraak
De leider zal…
5.3 Leiderschapsstijlen• Autocratisch
– Leider – “alleenheerser” – schrijft voor– Taakgericht
• Democratisch – Het betrekken van werknemers in het
beslissingsproces; mensgericht– Het gebruiken van feedback om
werknemers te begeleiden; ruimte voor creativiteit en innovatie
• Laissez-faire – Volledige vrijheid voor werknemers – Delegeren van taken en leiding is eerder
passief
5.3 Leiderschapsstijlen• Ondersteunend
– Werkklimaat en welbevinden centraal– Gericht op teamgeest (met gevaar dat
taken en doelstellingen verwateren)• Participeren
– De leider en ondergeschikten hebben een even groot aandeel in de besluitvorming; de voornaamste rol van de leider bestaat uit ondersteunen en communiceren
– Voorwaarden: positieve houding allen, door iedereen gedragen, voldoende kennis en vaardigheiden vereist!
– Zowel welzijn werker als kwaliteit/kwantiteit werk
M-theorie & L-stijlen• Klassieke theorie /
Scientific management…
• Human Relations…
• Contingentiebenadering?
• Autocratisch – Laissez-faire
• Democratisch – Ondersteunend – participerend
• Flexibel: de situatie bepaald wat nodig is…
5.4 Managerial Gridvan Blake en Mouton
Leiderschapsmatrix in een assenstelstel:
• x-as taakgericht
• y-as sociaal gericht
Leiderschapsmatrix
5 leiderschapsstijlen (1)
1.1 Verschraald leiderschap: geen aandacht voor resultaat of mensen (alleen voor zichzelf)
1.9 Relatiegericht leiderschap: aandacht voor mensen maar het werk schiet er bij in
5 leiderschapsstijlen (2)9.1 Autoritair leiderschap: doel is alles, mensen zijn niet belangrijk, leider gaat over lijken
5.5 Middle of the road manager: alles komt aan bod (en niets helemaal)
9.9 Teamgericht leiderschap: zowel mensen als taak komen aan de orde (integratiegericht)
Types leiderschap in de matrix?
• De zendeling• De compromissenzoeker• De autocraat (eigenmachtig
heerser)
• De deserteur• De doelmatige leider
• 1.9• 5.5• 9.1• 1.1• 9.9
5.5 Managementmethoden
• De methoden waarop managers al hun taken – niet alleen leiding geven (maar ook…) – vervullen worden ook wel genoemd
“management-by-technieken”• Een uitzondering is het integraal
management, waarbij management verantwoordelijk is voor alle beleidsaspecten, waarmee “kokervisie” (richten op één aspect) voorkomen wordt en er veel gebruik is van stafdiensten.
‘Management by’-technieken (1)
• Management by Delegation (MBD)– Hierbij delegeert de manager werk (met bevoegdheden en
verantwoordelijkheden) aan medewerkers, die deskundig en gemotiveerd zijn.
• Management by Direction and Control (MBDC)– Dit is een autoritaire stijl van leidinggeven, waarbij de
manager alles zelf beslist en zijn medewerkers scherp controleert.
• Management by Objectives (MBO)– Manager en medewerker stellen vooraf de doelen vast die de
medewerker in een bepaalde periode moet bereiken. Vaak gebeurt dat in de vorm van een contract (contractmanagement).
– De manager stuurt op de realisatie van de doelstellingen (output); de medewerker is resultaatverantwoordelijk.
‘Management by’-technieken (2)
• Management by Exception (MBE)– Hierbij krijgt een medewerker veel vrijheid,
alleen grote afwijkingen van de planning (exceptions) moet hij aan zijn manager rapporteren.
• Management by Walking Around (MBWA)– De (top)manager stuurt zijn organisatie voor
een belangrijk deel aan door een bepaalde bedrijfscultuur te stimuleren. Hij stelt zich (door walking around) persoonlijk op de hoogte of managers en medewerkers de bedrijfscultuur adopteren.
Delegeren
• Delegeren behelst overdracht van taken
• Voor het delegeren van taken moet aan volgende voorwaarden voldaan worden:– Voldoende deskundigheid uitvoerder– Voldoende tijd/middelen uitvoerder– Voldoende duidelijke opdracht– Acceptatie door uitvoerder
• Twee vormen– Incidenteel: tijdelijk– Structureel: permanent, blijvend
Voorbeeld SE-vraag
• Waar is er sprake van inspraak?
Vallen SE-resultaten tegen?
Vragen?
• http://123management.nl/index.html
• http://www.gp-training.net/training/leadership/results.htm