interview 'self-tracking is verslavend' - emerce - november 2011

6
EMERCE NOV 2011 18 Interview ‘Self- tracking is verslavend’ Om te achterhalen hoe gezond je bent, heb je tegenwoordig geen gediplomeerde huisarts of dokter meer nodig. Slimme self- tracking apparaatjes, online platformen en talloze communities maken je minder afhankelijk van het bestaande zorgsysteem. Een van de early adaptors op gebied is Maarten den Braber. “Gezondheid wordt op termijn een vast onderdeel van je netwerkprofiel.” DOOR RONALD TER VOERT FOTOGRAFIE ALEK BRUESSING

Upload: maarten-den-braber

Post on 21-Oct-2015

41 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Interview over self-tracking en Quantified Self

TRANSCRIPT

Page 1: Interview 'Self-tracking is verslavend' - Emerce - November 2011

EMERCENOV 201118

Interview

‘�Self-�tracking�is��verslavend’

Om te achterhalen hoe gezond je bent, heb je tegenwoordig geen gediplomeerde huisarts of dokter meer nodig. Slimme self- tracking apparaatjes, online platformen en talloze communities maken je minder afhankelijk van het bestaande zorgsysteem. Een van de early adaptors op gebied is Maarten den Braber. “Gezondheid wordt op termijn een vast onderdeel van je netwerkprofiel.”DOOR ronald ter voert FOTOgRaFie alek bruessing

Page 2: Interview 'Self-tracking is verslavend' - Emerce - November 2011

Ontzorgen door slimme connected devices

EMERCENOV 2011

>19

‘�Self-�tracking�is��verslavend’

Page 3: Interview 'Self-tracking is verslavend' - Emerce - November 2011

Interview

Tijdens� zijn� studie� Indu-strial� Engineering�&�Management� aan�de�Universiteit�Twente�was�Den�Braber�(28)�al�gefascineerd�door�de�businessmo-gelijkheden�op�het�gebied�van�‘Healthcare�Technology�&�Management’,�zoals�zijn�af-studeerrichting�destijds�officieel�heette.�Nadien�resulteerde�zijn�interesse�in�in-novaties�op�het�gebied�van�gezondheid�in�het�opzetten�van�events�op�dat�gebied,�met�klinkende�namen�als�‘Health�2.0’�en�‘Next�health’.�“Door�de�focus�op�technolo-gie�lijkt�het�alsof�de�gehele�gezondheids-zorg�bezig�is�met�verandering.�Dat�was�en�is�niet�het�geval.”�Een�andere�mispercep-tie�is�volgens�Den�Braber�dat�online�tools�mensen� eerder� gezond� zouden� kunnen�maken�dan�zaken�uit�de�offline�wereld.�“Het�is�tegenwoordig�meer�een�samenspel�tussen�beide�gebieden.�Om�af�te�vallen�of�conditie�op�te�bouwen�zul�je�je�toch�echt�fysiek�moeten�inspannen.�Dat�kan�geen�computer,�iPhone�of�iPad�voor�je�doen.”�Doordat�een�van�de�medeorganisatoren�van� MobileMonday,� waar� Den� Braber�inmiddels� ook� aan� verbonden� was,� in�2008� kanker� kreeg� en� zijn� ervaringen�daaromtrent�online�zette,�kwam�hij�er-achter�dat�het�zelf�meten,�analyseren�en�interpreteren�van�data�middels�self�trac-king�apparaten�zeer�zinvolle�informatie�kan�opleveren.�“Door�het�connecten�van�

allerlei� devices� aan� een� online�platform�bleek�het�ineens�moge-lijk�om�zelf�inzage�te�krijgen�in�je�

gezondheid,�zonder�dat�je�er�voor�langs�de�dokter�hoeft.�Dat�was�voor�mij�

een�absolute�eyeopener.”

>

EMERCENOV 201120

Page 4: Interview 'Self-tracking is verslavend' - Emerce - November 2011

EMERCENOV 2011 21

>

nu�het�begrip�bekender�wordt.�Niet�al-leen�blijken�er�ineens�meer�mensen�mee�bezig�te�zijn,�het�aantal�online�gezond-heidstools,�van�NikePlus�tot�allerlei�he-alth-apps,�neemt�ook�met�de�dag�toe.�En�dan�hebben�we�het�nog�niet�eens�over�de�sportscholen�die�deels�ook�data�verzame-len,�maar�er�vaak�online�nog�weinig�mee�doen.�Daar�ligt�nog�een�grote�potentie.”

Is de FitBit een concurrent van het Nike-Plus-concept? “Nee,�dit�apparaatje�kan�veel�meer.�NikePlus�is�vooral�gericht�op�hard-lopers�en�de�eigen�community.�De�FitBit�is�hier�nog�niet�eens�te�koop.�Ik�heb�er�met�moeite,�via�een�van�de�investeerders,�25�kunnen�importeren.�Het�meet�onder�meer�de�hoeveelheid�stappen�die�je�doet,�de�af-gelegde�afstand,�het�aantal�verbrande�ca-lorieën,�hoe�je�conditie�is�bij�traplopen�en�-�middels�een�armband�-�hoe�goed�je�slaapt.�Er�komen�overigens�steeds�meer�van�dit�soort�slimme�apparaatjes�op�de�markt.”

Heb je geen medische kennis nodig om de data op waarde te kunnen schatten? “Voor�wat�ik�gebruik�niet.�Je�hebt�geen�medi-sche�achtergrond�nodig�voor�zaken�als�gewicht,�een�stappenteller�of�het�analy-seren�van�een�slaapcyclus.�Dat�doe�je,�gebaseerd�op�momentopnames,�over�een�langere�tijdsperiode.Je�hebt�eerder,�technologische�kennis�no-dig�voor�de�achterliggende�API’s,�als�je�der-gelijke�tools�aan�een�of�meerdere��online�platformen�wilt�koppelen.�De�echte�geeks�die�aan�Quantified�Self�doen�(een�andere�benaming�voor�self�tracking�die�erg�in�op-komst�is,�red),�gaan�overigens�vaak�nog�een�stapje�verder.�Zij�knutselen�bijvoor-beeld�zelf�applicaties�in�elkaar�die�van�al-les�en�nog�wat�kunnen�meten.�Dat�is�heel�fascinerend.�Voor�hen�is�het�verzamelen,�verwerken�en�visualiseren�van�data�een�sport�op�zich.�Een�tussentijdse�conclusie�is�bij�hen�veelal�het�hoogtepunt,�waarna�de�feedbackloop�weer�van�voor�af�aan�begint.�Dat�is�self�tracking�in�optima�forma.”

Wat heb je aan de data als je met klachten bij de huisarts of dokter komt? “Vooralsnog�

Self tracking klinkt heel vernieuwend, maar in wezen is het niets anders dan het online verzamelen en analyseren van persoonlijke data. “In�essentie�is�dat�zo.�Alleen�maken�we�bij�self�tracking�gebruik�van�innova-tieve�apparaatjes,�soms�ter�grote�van�een�usb-stick,�die�je�de�gehele�dag�met�je�kunt�meedragen�en�die�bijvoorbeeld�meten�hoeveel�stappen�je�hebt�gezet,�hoeveel�calorieën�je�hebt�verbrand,�of��-�’s�nachts’�-�laten�zien�hoe�goed�je�slaapt.�Door�die�informatie�vervolgens�op�een�online�plek�te�verzamelen,�te�verrijken�met�andere�data,�te�delen�en�te�vergelijken�met�gelijk-gestemden,�maakt�dat�je�je�heel�bewust�wordt�van�je�eigen�gezondheid.”

Dat bewustzijn krijg je ook tijdens het spor-ten. Net zo effectief. “Ik�vind�het�gewoon�leuk�om�met�dit�soort�vernieuwende�tech-nieken�aan�de�slag�te�gaan�en�te�kijken�wat�je�ermee�kunt.�Door�het�kunnen�koppe-len�aan�andere�data,�wordt�het�wel�versla-vend.�Zo�ben�ik�momenteel�bezig�met�het�koppelen�van�mijn�gewicht�aan�de�data�van�mijn�FitBit,�die�onder�meer�het�aan-tal�stappen�die�ik�dagelijks�zet,�bijhoudt.�Door�dat�te�koppelen�aan�de�gegevens�van�mijn�draadloze�WiFi-weegschaal,�waar-onder�gewicht�en�vetpercentage,�kan�ik�bijvoorbeeld�herleiden�dat�periodes�van�relatief�weinig�activiteit�voorafgaan�aan�een�gewichtstoename.�Geen�rocketscien-ce,�maar�wel�stimulerend.�En�dus�loop�ik�met�regelmaat�toch�net�iets�meer�dan�ik�normaliter�zou�doen.”

Hoeveel mensen in Nederland doen eigenlijk aan self tracking? “Dat�is�een�groeiende�groep,�denk�aan�een�paar�duizend.�Zeker�

bar�weinig.�De�meesten�worden�toch�nog�opgeleid�met�oude�manier�van�patiëntbe-handeling.�Het�meenemen�van�je�iPad�of�even�online�inloggen�om�je�data�te�delen,�wordt�veelal�niet�op�prijs�gesteld.�Ook�al�zouden�sommigen�van�hen�daar�best�een�stap�in�willen�zetten.”

Welk online platform heeft volgens jou de beste kaarten als health-aggregator? “Dat�is�voor�mij�zonder�meer�HealthGraph�van�RunKeeper.�In�2008�begonnen�als�app�op�de�iPhone,�maar�vandaag�de�dag�op�bijna�alle�mobiele�devices�beschikbaar.�Hun�platform�overstijgt�de�rest,�waarvan�er�inmiddels�vele�soorten�en�maten�zijn,�ook�die�van�NikePlus,�niet�alleen�omdat�zij�het�voor�ontwikkelaars�openstellen�middels�een�API,�maar�te�meer�het�momenteel�ge-connect�kan�worden�aan�zo’n�23�verschil-lende�devices.�Dat�doet�niemand�hen�nog�na.�Het�vergt�namelijk�veel�tijd�en�moeite�om�met�al�die�marktpartijen�afspraken�te�maken�op�softwareniveau.�Desondanks�is�er�nog�genoeg�ruimte�voor�andere�plat-formen�met�hun�eigen�mogelijkheden.”

Nu Facebook onlangs haar OpenGraph aan-kondigde, lijkt het me dat ze er een serieuze concurrent bij hebben. “Klopt.�Face�book�zal�door�het�opengooien�van�de�‘Like’-button�in�rap�tempo�terrein�winnen.�Daar�doet�een�platform�als�RunKeeper,�met�zo’n�zes�miljoen�leden,�weinig�aan.�Nu�buttons�zo-als�‘I�Run’,�‘I�Walked’�en�‘I�Cycled’�tot�de�mogelijkheden�behoren,�kan�er�een�geheel�eigen�datastroom�ontstaan�die�weer�aller-lei�subgroepjes�binnen�het�netwerk�ople-vert.�Als�dat�soort�zaken,�zonder�enige�in-teractie,�kan�worden�getrackt�en�gedeeld,�gaat�het�hard,�en�zullen�self�trackingpar-tijen�vanzelf�aanhaken.�Gezondheid�wordt�op�termijn�volgens�mij�ook�een�vast�on-derdeel�van�je�netwerkprofiel.�De�vraag�is�alleen�of�iedereen�dat�wel�wil�delen.�Het�kan�ook�tegen�je�werken.”

Of Facebook gaat met je gegevens aan de haal. “De�uitdaging�voor�social�media�kanalen�is�in�deze�om�hun�platformen�zo�betrouwbaar�te�maken�dat�mensen,�hoe�

‘Face bOOk zOu eeN ­nieuwe­­sTandaard­kuNNeN NeerzetteN’

Page 5: Interview 'Self-tracking is verslavend' - Emerce - November 2011

Maarten den Braber

Carrière: COO startup Sky-lin.es (2011) / Co-founder Quantified Self Europe (2011) / Mede-organisator Mobile-Monday NL (2008-2011) / Oprichter Health 2.0 Uncon-ference en Nexthealth- beweging(2008) Opleiding: Master Industrial Engineering & Manage-ment, track Healthcare Technology and Manage-ment aan Universiteit Twente (2005-2008) Interesses: Gezondheid en innovatie Passie: Voor mensen en businessmodellen Wil altijd nog: Startup beginnen op het gebied van Nexthealth Nerdgehalte: Laag. “Als het moet, ben ik het een beetje.”

EMERCENOV 201122

Page 6: Interview 'Self-tracking is verslavend' - Emerce - November 2011

EMERCENOV 2011 23

> sportief�of�ziek�dan�ook,�informatie�wil-len�delen.�Als�je�bedenkt�hoeveel�soor-ten�ziektes�er�zijn�of�het�aantal�sporten�die�kunt�beoefenen�kan�dit�uitmonden�in�honderden�verticals.�Facebook�zou�door�haar�omvang�absoluut�een�nieuwe�standaard�kunnen�neerzetten,�waar�weer�andere�partijen�aan�gekoppeld�kunnen�worden.”

Een soortgelijk initiatief van Google is inmid-dels gestopt vanwege ‘te weinig belangstel-ling’. Dat voorspelt weinig goeds. “Google�heeft�volgens�mij�onderschat�hoe�moeilijk�het�is�om�een�plekje�te�veroveren�binnen�het�bestaande�ecosysteem.�Daarnaast�hadden�ze,�tot�het�besluit�viel,�geen�re-levant�social�netwerk�binnen�de�gelede-ren,�zoals�Facebook�wel�heeft.�Google�had�op�zich�goede�kaarten�en�de�kracht�om�in�een�keer�een�wereldwijde�consumen-tenstandaard�neer�te�zetten.�Een�andere�grote�speler,�Microsoft,�heeft�overigens�ook�een�soortgelijk�initiatief,�HealthVault�genaamd,�alleen�is�dat�meer�gericht�op�ziekenhuizen,�dus�daar�zal�de�consumer�driven�innovation�in�ieder�geval�niet�van-daan�komen.”

Lopen we in Nederland voorop wat betreft self tracking? “In�Europa�wel,�maar�verge-leken�met�de�Verenigde�Staten�weer�niet.�Dat�komt�omdat�er�nog�te�weinig�positieve�signalen�zijn�om�op�dit�gebied�aan�de�slag�te�gaan.�Mensen�wanen�zich�hier�relatief�veilig�vanwege�de�goede�gezondheidszorg,�maar�dat�beeld�begint�al�scheurtjes�te�ver-tonen.�De�achterstand�geldt�ook�voor�het�bedrijfsleven.�Ondanks�dat�wij�bijvoor-beeld�een�techpartij�als�Philips�hebben,�die�aan�b2b-oplossingen�doet�op�medisch�gebied,�lijken�ze�niet�drukdoende�op�con-sumentniveau.�Ze�hebben�weliswaar�een�eigen�variant�van�de�FitBit�ontwikkeld,�DirectLife�geheten,�inclusief�een�lijntje�naar�een�echte�coach,�maar�daar�zijn�ze�niet�heel�open�over.�Waarom?�Geen�idee.�Ze�zijn�aan�de�andere�kant�namelijk�wel�weer�hoofdsponsor�van�het�Quantified�Self�Europe-event�dat�eind�deze�maand�plaatsvindt.�Juist�nu�is�een�goede�timing�

om�in�te�stappen�en�first�mover�te�zijn.�Dat�zie�je�in�de�Verenigde�Staten�al�veel�meer�gebeuren.�Denk�vanuit�kansen�in�plaats�van�risico’s.”

Wellicht is het runnen van een community niet hun ding? “Haha,�nee,�dat�zal,�maar�wil�je�vandaag�de�dag�een�product�suc-cesvol�maken,�dan�zul�je�ook�online�ac-tief�moeten�zijn.�Kijk�naar�NikePlus.�Zij�benutten�de�achterban�ten�volle�door�een�online�platform�te�faciliteren�en�gebrui-kers�te�betrekken�bij�productintroducties�in�NikePlus-shops,�waar�ze�als�eerste�de�NikePlus-producten�mogen�testen.�Uitein-delijk�verkrijgt�Nike�hiermee�gratis�mar-ketingdata.�Dat�is�een�‘win-win’-situatie�voor�iedereen.”

Momenteel bestaan er zo’n 9000 apps op de iPhone die health gerelateerd zijn. Is de mobiel in deze de ultieme hub? “Zeker�we-ten.�Hardware�blijft�een�lastig�ding;�het�is�moeilijk�om�fysieke�producten�in�korte�tijd�overal�beschikbaar�te�maken.�Naast�het�succes�van�apps,�zal�de�telefoon�straks�zijn�uitgerust�met�nog�meer�sensoren.�We�staan�nog�maar�aan�het�begin.�Je�kunt�nu�al�je�hartslag�meten�middels�de�flitser�van�je�camera.�Technieken�als�‘Lab-on-a-chip’,�waarbij�je�middels�nanotechno-logie�zelf�kunt�meten�wat�erin�je�bloed�zit,�komen�eraan.Bovenal�is�de�smartphone�de�ideale�hub�om�mee�te�connecten:�het�is�altijd�online,�heeft�voldoende�rekenkracht�en�kan�in�no�time�apps�wereldwijd�wegzetten�tegen�re-latief�lage�kosten.”

Wat is de nieuwste trend op het gebied van self tracking? “Die�zal�zitten�in�wearables,�zoals�kleding.�Denk�aan�een�t-shirt�die�je�doorbloeding�en�vetpercentage�meet.�Dat�kan�al.�Deze�is�dan�gemaakt�van�geleidend�draad�en�middels�‘bluetooth�low�energie’-techniek�verbonden�aan�je�telefoon.�De�nieuwste�iPhone-�en�Androidtoestellen�(4.0)�kunnen�daar�al�mee�overweg.�Dit�soort�dingen�kunnen�natuurlijk�ook� in�andere� kledingstukken,� van� een� hoed�tot�je�sokken.Daarnaast� hoop� ik� dat� initiatieven� als�RunKeeper�door�hun�communitykracht�eens� serieus� worden� genomen� binnen�de�gezondheidswereld.�En�dat�een�partij�als�Philips�spoedig�inziet�dat�het�inbou-wen�van�een�minichip�in�een�electrische�tandenborstel�zeer�zinvol�is,�omdat�het�nieuwe�business�kan�genereren�en�een�hoop� interessante� data� kan� opleveren.�Ook�marketingwise.”

Tot nu toe lijkt self tracking vooral een leuk eigentijds gadget. Zal het door haar gefrag-menteerdheid ook echt iets kunnen veran-deren? “Ondanks�dat�sommige�mensen�wellicht�depressief�worden�als�ze�continu�zouden�weten�hoe�het�is�gesteld�met�hun�gezondheid,�zal�de�innovatie�toch�uit�die�hoek�komen.�Steve�Jobs�was�ook�een�geek�die�in�zijn�begintijd�heel�alleen�moederbor-den�in�elkaar�zat�te�solderen.�De�Quantified�Self-beweging,�die�inmiddels�35�groepen�wereldwijd�kent�(en�breder�gaat�dan�alleen�health,�red.)�trekt�steeds�meer�partijen�uit�het�bedrijfsleven�en�‘normale’�mensen�aan.�Het�zijn�daardoor�niet�alleen�maar�nerds�en�geeks,�als�je�ze�al�zo�wilt�noemen.�Daarnaast�neemt�het�aantal�geïnteresseer-den�alleen�maar�toe�door�onder�meer�de�groeiende�populariteit�van�health-apps,�het�vrijkomen�van�steeds�meer�API’s,�de�mogelijkheden�voor�mashups�en�de�kan-sen�die�dit�alles�biedt�voor�nieuwe�busi-nessmodellen�online.�Veel�bedrijven�heb-ben�überhaupt�nog�nooit�nagedacht�over�zakendoen�op�het�gebied�van�Nexthealth.�Wie�weet�welke�bestaande�producten�met�een�minimale�aanpassing�een�second�life�kunnen�hebben.” <

Interview

‘HeT­zijn­nieT­alleen­maar­nerds­en­geeks, als je ze al zO wilt NOemeN’