innovatie 2011 - brandweer · 2018-10-04 · innovatie 2011 nederlandse vereniging voor...
TRANSCRIPT
Innovatie 2011
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding
NVBR
De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding
in Nederland. Wij willen de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding
verhogen en daarmee de fysieke veiligheid van onze samenleving vergroten.
Als landelijke netwerkorganisatie zetten wij ons in voor een intensieve samenwerking
tussen organisaties die betrokken zijn bij de fysieke veiligheidszorg en crisisbeheersing.
InhoudsopgaveVoorwoord p. 06
Pilot wijst uit: voorlichting werkt! p. 08
Meer doen met het ‘Dollhouse’ p. 10
Blusdeken formaat XXL voor natuurbranden p. 12
Technasiumleerlingen bedenken innovatieve oplossingen p. 14
Digitale registratie maakt duiken veiliger p. 16
Mentale vorming steeds belangrijker p. 18
MobiDaT doet wat-ie moet doen p. 20
Marikosa-sticker als ‘houvast’ voor verkeersslachtoffers p. 22
Nooit meer voor niets naar de kazerne p. 24
Speciaal voertuig lost bezettingsprobleem op p. 26
Woonwachters dragen bij aan veilige woonomgeving ouderen p. 28
Watermist: blussen met beleid p. 30
Volg- en zoeksysteem draagt bij aan succesvolle en veilige inzet p. 32
Veilig het autodak op p. 34
Smokey moet brandveiligheid onder de aandacht brengen p. 36
iPad onmisbaar instrument voor Officier van Dienst p. 38
Effectief lesgeven met interactief systeem p. 40
Camera’s op hoogwerker leveren extra informatie p. 42
Lesblok en speldag van brandweer boeien jeugd p. 44
Iedereen op hetzelfde moment dezelfde informatie p. 46
Met speciale, smalle kar snel ter plekke p. 48
8
Voor de vierde keer hebben we Brandweer Nederland gevraagd om ideeën voor innovaties in te
zenden en zo mee te dingen naar de Jan van der Heydenprijs. De regiegroep heeft de inzendingen
nauwkeurig bekeken en beoordeeld. Dat waren dit jaar 23 innovatieve ideeën, waarvan er 21 aan
de selectiecriteria voldeden.
Nieuw dit jaar was dat via de website van de NVBR kon worden gestemd op de inzendingen. De
regiegroep was aangenaam verrast door het grote aantal stemmen dat is uitgebracht. Op basis
van het aantal verkregen stemmen en het oordeel van de vakjury zijn vervolgens drie inzendingen
genomineerd: ‘Iedereen op hetzelfde moment dezelfde informatie’, de ‘Marikosa-sticker’ en
‘Technasium’. Op de NVBR-site zijn deze in een kort filmpje toegelicht. Daarop kon Brandweer
Nederland weer haar stem uitbrengen en dat werd door een overweldigende hoeveelheid mensen
gedaan. Zelfs via Twitter en de media werden de ideeën gepromoot! De regiegroep is niet alleen
de inzenders, maar ook al die stemmende brandweermannen en -vrouwen bijzonder erkentelijk
voor hun betrokkenheid en enthousiasme.
Het is goed om te zien dat er veel ideeën worden ingezonden, maar ook dat het de mensen in
het veld stimuleert om deze verder te ontwikkelen. Zoals ook gebeurt met het winnende idee
van 2010: ‘Brááánd!!! Jij, de brandweer en veiligheid’. De Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
werkt momenteel aan de doorontwikkeling van het lespakket. Samen met de NVBR en een paar
andere regio’s zullen daarvoor metingen worden verricht, zowel bij de kinderen als hun ouders.
Zo krijgen we inzicht in hun brandveiligheidsbewustzijn en de effectiviteit van het lespakket. Met
de gewonnen geldprijs is overigens ook de website van ‘Billy Brandkraan’ (www.brandweer.nl/
billybrandkraan) interactiever gemaakt.
Brandweermensen in de regio’s dragen hun kennis en ervaringen steeds vaker over op anderen
en zo blijven we van elkaar leren. In navolging op de succesvolle uitgave van het boekje ‘Innovatie
2009/2010’ ben ik er trots op u dit nieuwe boekje te kunnen presenteren. Ik ben heel benieuwd
welke innovatie dit jaar als beste uit de bus komt tijdens het NVBR-congres eind september.
Gerard van Klaveren
Voorzitter Regiegroep Innovatie Moed
VoorwoordFo
togr
afie:
Ren
s Pl
asch
eck
9
Inzendingen voor de Jan van der Heydenprijs 2012 kunnen worden gezonden aan:
[email protected]. Bel voor meer informatie: (079) 330 46 64 of kijk op
www.nvbr.nl/innovatiemoed
Wie was Jan van der Heyden?
De NVBR-innovatieprijs is niet zomaar vernoemd naar Jan van
der Heyden. Hij leefde van 1637 tot 1712 en vond onder andere
de slangbrandspuit uit. Hij ontwikkelde een beter pompsysteem
en een leren brandslang, die brandweerlieden in staat stelde een
brandhaard dichter te benaderen.
Hoewel hij brandmeester was bij het brandspuitgilde, was Jan van
der Heyden van beroep geen brandweerman maar architectonisch
landschapsschilder. Hij behoort tot de belangrijkste 17de-eeuwse
schilders van Nederlandse stadsgezichten. Opvallend, volgens
kenners, was zijn vaardigheid in het weergeven van perspectief.
Dat Jan van der Heyden stierf als bemiddeld man was niet te
danken aan zijn schilderijen. De geboren Gorinchemmer (maar
vanaf zijn 12e woonachtig in Amsterdam) had ook veel gevoel voor
werktuigbouw. Zo ontwierp hij in 1669 een betere straatverlichting
voor de stad Amsterdam. Ruim 1.800 door hem ontworpen
lantaarns werden geplaatst. Later volgden er nog vele duizenden in
onder meer Haarlem, Groningen, Den Haag en Berlijn.
De verbeterde slangbrandspuit van Jan van der Heyden kwam in
1672 op de markt. Hij demonstreerde zijn uitvinding bij het stadhuis
en vanaf de Westertoren. De burgemeester was zo onder de
indruk dat hij gelijk voor alle zestig wijken van de stad een nieuwe
brandspuit bestelde.
In de brandweerwereld is een verschuiving van
werkzaamheden zichtbaar naar de voorkant
van de veiligheidsketen. Hieruit is ‘Brandveilig
Leven’ voortgekomen. Het betekent dat de
brandweer meer naar de burger toegaat om
het veiligheidsbewustzijn en de brandveiligheid
te vergroten. Ook van bewoners, instellingen
en organisaties wordt een actievere rol
verwacht.
Een manier om iets aan het
veiligheidsbewustzijn van mensen te doen
is het geven van huis-aan-huis advies. Een
aanpak die eerder in Engeland met succes is
beproefd, zoals ook het geven van voorlichting
kort na een woningbrand. Om te meten of
deze gecombineerde aanpak effectief is heeft
Brandweer Amsterdam-Amstelland een pilot
uitgevoerd onder de naam: ‘(Brand)veilig leven
in de praktijk: wetenschappelijk verantwoorde
voorlichting over brandveiligheid’.
Annette de Wolde van het korps:
“Veel korpsen geven voorlichting over
brandveiligheid, maar of die voorlichting
daadwerkelijk leidt tot een brandveiliger
situatie, is niet bekend. Dat hebben we met de
pilot willen onderzoeken.”
Voorlichting effectief
De uitkomst is zonneklaar: voorlichting over
brandveiligheid is zowel effectief in het geval er
geen brand is geweest als kort na een brand.
In het laatste geval is het effect nog groter.
Dankzij de voorlichting neemt de kennis over
brandveiligheid toe en zijn mensen zich meer
bewust van het gevaar van brand. Hun houding
ten opzichte van brandveiligheid verandert
en daarmee neemt de bereidheid toe om
brandveiligheidsmaatregelen te nemen.
Annette de Wolde: “Omdat bekend is dat
brand discrimineert, hebben we gekeken naar
wijken in Amsterdam met relatief veel lage
inkomens en veel sociale huurwoningen. Op
basis van deze criteria is ervoor gekozen het
project uit te voeren in Amsterdam-West.
In deze wijken is ongeveer de helft van de
bewoners van niet-westerse afkomst. Van deze
mensen is bekend dat zij slecht zijn te bereiken
met mediacampagnes.”
Invullen vragenlijst
De bewoners vulden een vragenlijst in over
brandveiligheid (nulmeting) en deden dat
nog een keer nadat ze voorlichting hadden
gekregen van twee brandweermannen.
Twee maanden na die bijeenkomst vulden
alle deelnemers nogmaals een vragenlijst in.
Daaruit bleek het effect van de voorlichting.
Het project werd gesubsidieerd door het
Ministerie van VROM. Naast Brandweer
Amsterdam-Amstelland werkten eraan mee
de Nederlandse Brandwondenstichting, de
Stichting Consument en Veiligheid, de Vrije
Universiteit Amsterdam, de NVBR en het NIFV.
Korpsen die het project willen overnemen
krijgen de beschikking over een werkmap,
werkbeschrijving, standaardpresentatie en
andere communicatiemiddelen, zoals posters,
brieven en persberichten. Aan het project kan
uitvoering worden gegeven met een minimum
aan training.
Meer informatie:
Annette de Wolde
Categorie: Organisatie en Maatschappelijke relevantie
Korps: Brandweer Amsterdam-Amstelland
Project: Brandveilig Leven in de praktijk: voorlichting over brandveiligheid
Initiator: Annette de Wolde (i.s.m. Rob Baardse van de Brandwondenstichting)
Geïmplementeerd: Ja
Pilot wijst uit: voorlichting werkt!
10
2011
Behulpzaam Deskundig Daadkracht ig
BRANDWEER AMSTERDAM-AMSTELLANDJuni 2011, jaargang 11, nr. 3
Voorlichting na brand
Amsterdams college stemt in met voorstel bezuinigingen brandweer
Shishalounge: ‘Alsof je in de woonkamer staat te barbecueën’
Opkomsttijden onder druk
Categorie: Techniek
Korps: Brandweer Zuid-Limburg
Project: Doorontwikkeling ‘Dollhouse’
Initiator: Hans Nieling en Bryan Clear
Geïmplementeerd: Ja
De meeste brandweermensen weten wat een
‘Dollhouse’ is. Een ‘demonstratiehuis’ van
spaanplaat van 80 bij 80 bij 30 centimeter,
dat is verdeeld in vier compartimenten. Het
Dollhouse wordt gebruikt om het verloop
van een brand te laten zien. Ook het
effect van meer of minder zuurstof en van
rookgasontbrandingen kan goed zichtbaar
worden gemaakt. Het Dollhouse levert het
aansprekende bewijs dat rook ook brandstof
is.
Via de vinding van de Zweed Krister Giselsson
komen we bij de innovatie van Hans Nieling
en Bryan Clear, instructeurs bij Brandweer
Zuid-Limburg. Zij noemen hun bedenksel ‘een
doorontwikkeling van het Dollhouse, die het
veiligheidsniveau en de bewustwording bij
de bestrijding van binnenbranden aanzienlijk
verbetert’.
Dat zit zo. Met gebruikmaking van het
Dollhouse slaan Hans Nieling en Bryan
Clear een brug tussen theorie en praktijk
Meer doen met het ‘Dollhouse’
als het gaat om branden in containers en
stookhuizen. Hans Nieling: “Je hebt altijd de
fysische factoren rook, stroming, temperatuur
en vlammen (RSTV). Daarop in speelt de
ventilatie. Met onze doorontwikkeling van
het Dollhouse maken we het verloop van een
brand voor iedereen duidelijk en tonen we het
gevaar aan van rookgassen.”
‘Het lezen van rook’
Bij de brandweer worden medewerkers
bijgeschoold op de RSTV-factoren. Populair
gezegd kom de scholing neer op ‘het lezen
van rook’. Doel daarvan is om aan de hand
van verklaarbare fysische verschijnselen, een
beeld te krijgen van de ontwikkeling van een
brand en de juiste beslissing nemen bij het wel
of niet uitvoeren van een binnenaanval.
Bryan Clear: “Het lezen van een brand werd
altijd geoefend in containers. Het nadeel van
zo’n training op vaardigheden is, dat de tijd
ontbreekt om te observeren wat het gedrag
is van rook en temperatuur als gevolg van het
eigen handelen. Met de doorontwikkeling van
het Dollhouse ondervangen we dat nadeel.
Door te spelen met de openingen van de
compartimenten zijn situaties na te bootsen
en kunnen rookgasontbrandingen zichtbaar
worden gemaakt. Bovendien wordt de invloed
van je eigen straalpijptechnieken zichtbaar.”
De demonstratie die hoort bij de door-
ontwikkeling van het Dollhouse wordt in
Zuid-Limburg inmiddels regiobreed toegepast.
Voorafgaand aan de demonstratie is een
presentatie te zien van ongeveer 30 minuten
met voorbeelden van incidenten.
De initiatoren: “Het Dollhouse is een
goedkoop leermiddel dat op een hele
efficiënte wijze ondersteunend kan zijn aan
andere leermodellen. Onze mensen hebben
het signaal opgepikt. Met als gevolg dat ze
zich bij een inzet kunnen concentreren op hun
eigen handelen.”
Meer informatie
Bryan Clear
12
2011
12
Een natuurbrand is heel anders dan een brand
waarbij een huis of gebouw in de hens staat.
Neem alleen maar eens de omstandigheden.
Als het verharde pad ophoudt, kan in de regel
geen brandweerauto meer verder. Vervolgens
doemen andere problemen op. De slechte
watervoorziening bijvoorbeeld en slangen die
te kort zijn om bij het vuur te komen.
Hein van Dijk van Brandweer Skarsterlân
Lemsterland Gaasterland-Sleat was er bij
toen op 25 april 2011 in het natuurgebied
Fochteloërveen bij Bovensmilde in Drenthe een
flinke brand woedde. Vanwege de omvang van
de brand verleenden ze hun collega’s bijstand.
Van Dijk: “We zijn vooral in de weer geweest
met de vuurzweep. Op zich kon dat prima,
omdat het vooral gras was dat brandde. Toch
vond ik het behelpen met die zwepen. Ze zijn
eigenlijk niet lang genoeg om in die hitte goed
je werk te kunnen doen.”
Weer veilig thuis dacht Hein van Dijk nog eens
na over de inzet in Drenthe. Het idee van een
blusdeken van het formaat XXL borrelde in
hem op en liet hem niet meer los. Inmiddels
heeft het korps waarbij Van Dijk werkzaam is
een prototype van de deken op de auto.
Vuurlijn is smal
Van Dijk: “Bij een brand zoals in het
Fochteloërveen zijn het voornamelijk grassen
die branden. Het vuur verspreid zich snel en
vaak over een grote lengte, maar de vuurlijn
is meestal smal, een paar meter maar. Mijn
gedachte was dat je dergelijke branden
effectief kunt bestrijden met een grote
blusdeken. Als je de deken er overheen trekt,
stikt het vuur in z’n eigen rook.”
De technische dienstmedewerker van de Friese
brandweer ging snuffelen op internet en
kwam uit bij een bedrijf in Steenwijk, dat wel
iets in het idee zag. Zij hadden al blusdekens in
het assortiment en de vraag was in feite alleen
of het formaat groter kon en de uitvoering
zwaarder.
In samenspraak met Hein van Dijk werd een
proefmodel gemaakt, waarmee testen werden
uitgevoerd. Een aantal verfijningen leidde
daarna tot het - gepatenteerde - prototype,
dat nu in gebruik is bij Brandweer Skarsterlân
Lemsterland Gaasterland-Sleat. De prijs:
ongeveer 800 euro.
Multifunctioneel
Hein van Dijk: “Het is een deken van 4 bij
6 meter met aan alle hoeken een brandvrij
koord. Door de deken over het vuur te
slepen dooft het. Eventueel kunnen met een
vuurzweep de laatste vlammen worden uit
geslagen. De deken kan nog groter worden
gemaakt door er stukken aan te klikken.
Bovendien is hij multifunctioneel. Ook bij auto-
en containerbranden is hij goed bruikbaar.”
De initiatiefnemer voorziet een gouden
toekomst voor zijn vinding. “Zoals met alles
dat nieuw is, heeft het even tijd nodig.
Mensen zijn afwachtend. Maar ik geloof er
heilig in dat er op een gegeven moment vraag
naar de deken komt.”
Meer informatie
Hein van Dijk
Categorie: Techniek
Korps: Brandweer Skarsterlân Lemsterland Gaasterland-Sleat
Project: Blusdeken voor natuurbranden
Initiator: Hein van Dijk
Geïmplementeerd: Ja, in eigen korps
Blusdeken formaat XXL voor natuurbranden
2011
‘Een formule voor beter bèta-onderwijs’. Dat
is de slogan van de Stichting Technasium, een
landelijk netwerk van 41 scholen verspreid
over het land, die op Havo- en Vwo-niveau
leerlingen uitdagen in de techniek. De aanpak is
praktisch, op basis van concrete problematiek.
Brandweer Midden- en West-Brabant heeft
technasiumleerlingen (brugklassers) van
Scholengemeenschap ’t Rijks in Bergen op
Zoom gevraagd innovatieve oplossingen
te bedenken voor de brandpreventie in
woningen. Gedurende tien weken zetten
72 leerlingen zich voor het project in. De
uitkomsten waren verrassend.
Jochem van de Graaff: “De sleutelbegrippen
waren ‘brand’, ‘het ontstaan van brand’ en
‘brandverloop’. Daar zijn de leerlingen mee
aan de slag gegaan en daar kwamen heel
aardige dingen uit. Een model bijvoorbeeld
van een blusdeken, die is geïntegreerd in een
contact met een technasium in de buurt en de
kans is groot dat de brandweer opdrachtgever
van een project wordt. In totaal heeft het
ons ongeveer 100 uren gekost, inclusief
een intensieve ochtend op de kazerne. De
leerlingen samen hebben er minstens 3.000
uren in zitten. Qua diepgang en rendement
vinden wij het een project dat voor herhaling
vatbaar is.”
De vraag is natuurlijk of één van de ideeën de
status van model zal ontstijgen. Maar zelfs als
dat niet zo is, is Jochem van de Graaff positief.
“In ons geval zijn 72 jongeren tien weken
bezig geweest met brand en alle aspecten
die daarmee samenhangen. Dat draagt ook
bij aan het bewustwordingsproces dat we als
brandweer zo graag in gang zetten.”
Meer informatie
Jochem van de Graaff
afzuigkap. En een ‘omhoogdeurklink’, die
uitschuifbare delen in een deur activeert om de
deur extra zuurstofdicht te maken. De ‘hitfire’
was ook een leuke vondst. Een apparaat
waarmee zeer gericht op hete locaties wordt
geblust. Er zat ook een branddichte kluis
bij voor elektrische apparatuur in huis. Heel
creatief allemaal.”
Uitleg op de kazerne
Na een eerste presentatie op school zijn de
leerlingen op de kazerne geweest. Daar kregen
ze uitleg over de manier waarop de brandweer
aankijkt tegen brand en het ontstaan ervan.
Vervolgens was het tien weken lang de
beurt aan de leerlingen. Bij de presentaties
ter afronding van het project waren drie
brandweermedewerkers aanwezig. Samen met
de technasiumdocenten beoordeelden ze de
ideeën.
Volgens Jochem van de Graaff is het
eenvoudig dit project te kopiëren. “Leg
Categorie: Techniek en Maatschappelijke relevantie
Korps: Brandweer Midden- en West-Brabant
Project: Technasium
Initiator: Jochem van de Graaff, Bertwin van Setten, Leon Havermans, Rob van Bussel
Geïmplementeerd: Ja
Technasiumleerlingen bedenken innovatieve oplossingen
16GENOMINEERD
2011
2011
18
Nu steeds meer brandweervoertuigen zijn
uitgerust met een mobiele data terminal,
zijn er ook mogelijkheden voor aanvullend
gebruik van deze voorziening. Brandweer
Hoorn bekeek in hoeverre duiken en
duiktijdmonitoring digitaal kunnen worden
verwerkt en ontwierp daarvoor een applicatie.
In dit duikregistratieprogramma kan alle
relevante informatie eenvoudig worden
ingevoerd.
In de nieuwe situatie voert de duikploegleider
voor de oefening of inzet de namen van de
duikers, de begindruk van de duiksets en de
te verwachten duikdiepte in in de mobiele
terminal. Als deze informatie is ingevoerd,
geeft de applicatie automatisch de te
verwachten inzettijd weer (bij zowel hoog- als
laagverbruik), totdat de duik moet worden
afgebroken.
Aangekomen op locatie wordt de mobiele
terminal meegenomen naar de waterkant en
op het moment dat de duiker te water gaat
wordt de duiktijdmonitoring gestart door
het indrukken van de startknop. In het geval
de tussendruk van de duiker in de applicatie
is ingevoerd, wordt voortdurend het reële
luchtverbruik berekend en weergeven.
Gerard Zomer van Brandweer Hoorn: “Er
wordt altijd gewerkt met het werkelijke
luchtverbruik van de duiker. Niet met
gemiddelden of indicaties. Om te zorgen dat
de tussendruk regelmatig wordt opgevraagd,
volgt iedere tien minuten na het begin van
de duik een optisch- en akoestisch alarm. We
hebben dat als extra veiligheidsvoorziening
toegevoegd.”
Duik afsluiten
Als de duiker weer aan de oppervlakte komt is
het invoeren van de einddruk en het indrukken
van de stopknop voldoende om de duik af
te sluiten. Als de duiker boven water komt
maar mogelijk nog een keer tijdens dezelfde
duik wordt ingezet, kan ook een pauzestand
worden gebruikt. Elke handeling wordt door
de applicatie opgeslagen, zodat alle gegevens
kunnen worden achterhaald in het geval de
data terminal onverhoopt uitvalt.
De gegevens die door de duiktijdmonitoring
worden verzameld, worden in het
registratieprogramma samengevoegd tot
een compleet duikregistratieformulier. Op
dit formulier worden alle vereiste gegevens
verzameld en opgeslagen. Momenteel worden
vervolgens nog met behulp van een print
de duiklogboeken en de korpsregistratie
handmatig ingevuld.
Gerard Zomer: “Doordat alle gegevens
direct zichtbaar zijn op het scherm heeft de
duikploegleider een beter inzicht in het reële
luchtverbruik van de duiker. Als de duiker
onder water zware arbeid moet verrichten,
bijvoorbeeld het bergen van een slachtoffer,
wordt de resterende duiktijd voortdurend
herberekend aan de hand van dat verbruik.
Op basis van die actuele informatie wordt de
nieuwe, maximum duiktijd bepaald.”
Meer informatie:
Gerard Zomer
Categorie: Techniek
Korps: Brandweer Hoorn
Project: Digitaliseren duikregistratie
Initiator: Gerard Zomer
Geïmplementeerd: Ja
Digitale registratie maakt duiken veiliger
2011
18
Inmiddels is er in het district Oost van de
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond een pilot
gehouden. Deze bestond uit een oefendag
die helemaal draaide om kennismaking
met het onderwerp en bewustwording. De
ervaringen van deze dag zijn verwerkt in
een beleidsdocument dat binnen de hele
veiligheidsregio is verspreid.
Leo de Lange: “De oefendag heeft geleid
tot het besef dat mentale vorming belangrijk
is. De actie mag dus niet beperkt blijven tot
deze pilot. Mentale vorming moet structureel
onderdeel uit gaan maken van ons reguliere
opleidings- en oefenprogramma. Hoe we dat
gaan inbedden weet ik ook nog niet. Dat is de
uitdaging waar we nu voor staan.”
Meer informatie
Leo de Lange
Bij de brandweer heeft het trainen van
procedures en het op peil houden van de
fysieke gesteldheid altijd prioriteit gehad in het
oefen- en opleidingsprogramma. Als gevolg
echter van een taakverschuiving (o.a. AED)
en tegelijkertijd een normvervaging in de
maatschappij (agressie tegen hulpverleners), is
een zwaarder accent komen te liggen op de
mentale aspecten van het brandweervak. De
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond speelde
daar op in met het project Mentale Vorming.
Mentale vorming is een complex onderwerp
dat met zorg moet worden ingevuld. Zowel
voor het individu als voor een groep. Het is
dat deel van het opleidings- en trainingsproces
waarmee we persoonseigenschappen en
houdingsaspecten willen verbeteren. En wel
zo dat in bepaalde situaties beter kan worden
gepresteerd.
Maar er is meer, zegt districtcommandant
Leo de Lange van Rotterdam-Rijnmond. “Het
begint altijd met de bewustwording van
brandweermensen dat ze naast hun lichaam
ook hun geest moeten trainen om het werk
goed te kunnen doen. Pas als dat bewustzijn
er is, kun je aan de slag met vormingaspecten.
Onze bedrijfspsycholoog zegt altijd dat er in
gesprekken vaak ‘oud zeer’ naar boven komt.
Dan gaat het over incidenten die zich hebben
voorgedaan. Dat zegt veel over het mentale
aspect.”
Eenduidige visie op mentale vorming
Het resultaat van onderzoek en
brainstormsessies is het rapport ‘Mentale
vorming bij de brandweer’. Hierin wordt een
aanzet gegeven voor een eenduidige visie op
mentale vorming, met daaraan gekoppeld een
methodiek. Het document geeft informatie,
handvatten, praktische programma’s en
instrumenten voor de individuele vorming
en ploegvorming van brandweermensen.
Onderdeel van het rapport is een opsomming
van gewenste persoonseigenschappen
(competenties), in relatie tot begrippen als
inzetbereidheid, teamwork en weerbaarheid.
Categorie: Organisatie en Maatschappelijke relevantie
Korps: Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Project: Mentale Vorming
Initiator: Leo de Lange
Geïmplementeerd: Deels
Mentale vorming steeds belangrijker
2011
20
Helemaal ontwikkeld voor en door de
brandweer. Dat is de mobiele data terminal
MobiDaT van Brandweer Brabant Noord. Een
systeem dat is gemaakt naar de wensen van
bevelvoerders en manschappen, dat doet
wat het moet doen. Dat zeggen althans de
ontwerpers.
De MobiDaT werkt via internet (webbased)
en kan dus met een druk op de knop worden
geüpdatet. De terminal kan zowel voor als
achter in de brandweerauto worden gebruikt
en is ‘hufterproof’.
Eén van de sterke punten van de MobiDaT
is, volgens Patrick Steijn van Brandweer
Brabant Noord, dat het apparaat zeer
gebruikersvriendelijk is. Steijn: “De
bediening is heel eenvoudig. De uitruk wordt
weergegeven en verder zitten er op het
scherm alleen knoppen die van toepassing
zijn. Bijvoorbeeld voor het aanvalsplan en de
waterwinning. Is er geen aanvalsplan, dan is
de knop daarvoor ook niet zichtbaar.”
“Je zet gewoon de terminal aan en extra
handelingen zijn niet nodig. Via een GPS-
systeem is de wagen ook in de kazerne te
volgen door de achterblijvers. De Officier van
Dienst overziet in real time waar alle wagens
zich bevinden.”
Kleine aanpassingen
Een aantal tankautospuiten van Brandweer
Brabant Noord is inmiddels, in het kader
van een uitgebreide pilot, met het systeem
uitgerust. Opmerkingen en wensen hebben
geleid tot kleine aanpassingen, waardoor het
systeem steeds beter functioneert. Ook de
uitbreiding van het systeem is nog in volle
gang. Vrijwel wekelijks worden er nieuwe
aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten
toegevoegd.
Patrick Steijn: “De MobiDaT is mede
ontwikkeld door Bram Eerkens, een
brandweervrijwilliger uit Deventer, die we
voor dit project ook hebben ingehuurd als
projectleider. Hij heeft tevens de implementatie
van de pilot gedaan. Achter het systeem
staan bovendien stabiele leveranciers die de
betrouwbaarheid garanderen. Gezien de status
van het project denken we dat dit een goed
moment is om er mee naar buiten te treden.
Het is een systeem waar zeker ook andere
korpsen hun voordeel mee kunnen doen.”
Meer informatie
Patrick Steijn
Categorie: Techniek
Korps: Brandweer Brabant Noord
Project: MobiDaT (Mobiele Data Terminal)
Initiator: Patrick Steijn
Geïmplementeerd: Ja
MobiDaT doet wat-ie moet doen
2011
24
Brandweerman Richard Bousma had de
gewoonte om bij een auto-ongeval met een
vet krijtje een teken aan te brengen op de
voorruit van het gecrashte voertuig. Een teken
dat was bedoeld als referentiepunt voor de
slachtoffers in de auto. De gedachte was dat
slachtoffers, door er naar te blijven kijken,
hun hoofd minder bewegen en dat komt later
het herstel van bijvoorbeeld een whiplash ten
goede. Inmiddels is het teken dat Richard op
de ruit aanbracht bij Brandweer Kennemerland
vervangen door een sticker, de Marikosa-
sticker.
Met de Marikosa-sticker als richtpunt, kan de
persoonlijke schade worden beperkt. Als er
meerdere personen in de auto zitten, kan de
sticker uiteraard ook op de achterkant van een
hoofdsteun worden geplakt. Ook is er een
aparte sticker beschikbaar voor jonge kinderen
die nog niet kunnen lezen.
De Marikosa-sticker is bedoeld voor de
hulpverlener die als eerste ter plaatse is.
Het plakken past in het huidige protocol
met handoplegging, ook wel de ‘Jomanda-
methode’ genoemd. Zeker wanneer er
meerdere slachtoffers bij het ongeval
zijn betrokken, is de sticker handig. De
hulpverlener, bijvoorbeeld een motoragent,
kan zijn aandacht richten op het slachtoffer
dat de eerste hulp het meest nodig heeft,
terwijl hij mondeling de overige slachtoffers op
de sticker wijst.
Richard Bousma: “Je geeft de slachtoffers
een figuurlijk ‘houvast’, waardoor ze
minder geneigd zijn hun hoofd te bewegen.
Daarnaast stelt de sticker slachtoffers gerust.
De kleuren, groen en wit, dragen daar nog
eens extra toe bij. Maar misschien nog wel het
belangrijkste is dat wij denken dat met het
gebruik van de sticker het aantal mensen dat
last blijft houden van langdurige nekklachten
als gevolg van een auto-ongeval, zal dalen.”
Naam is verzinsel
De Marikosa-sticker is een bedenksel van
Richard Bousma, beroepsbrandweerman op
post Velsen, en zijn zwager Sander Witte.
De naam ‘Marikosa’ is een verzinsel van
Richards jongste dochter. Marikosa was haar
denkbeeldige vriendinnetje. Toen bleek dat
deze naam nog niet als domeinnaam was
geclaimd, vonden de initiatiefnemers het een
mooie gelegenheid dat te doen voor de door
hen bedachte sticker.
In april 2011 is bij de GGD van Kennemerland
een test gestart met de Marikosa-sticker. De
brandweerkorpsen van Zaanstad, Texel en
Velsen, alsmede de politie van Zaanstreek
Waterland, hebben zich aangesloten bij deze
pilot. Op basis van de verzamelde gegevens
heeft de GGD een evaluatierapport opgesteld.
Dit rapport was voor de veiligheidsregio
aanleiding de Marikosa-sticker in te voeren.
Meer informatie
Richard Bousma
www.marikosa.nl en [email protected]
Categorie: Techniek, Organisatie en Maatschappelijke relevantie
Korps: Brandweer Kennemerland post Velsen
Project: Marikosa-sticker
Initiator: Richard Bousma en Sander Witte
Geïmplementeerd: Ja
Marikosa-sticker als ‘houvast’ voor verkeersslachtoffers
GENOMINEERD 2011
2011
24
Bij vrijwillige brandweerkorpsen worden
momenteel voor de uitruk van één
tankautospuit 12 tot 24 personen
gealarmeerd. Hiervan rukken er uiteindelijk
6 uit. Alle anderen die zich bij de kazerne
melden, kunnen onverrichter zake terug naar
huis. Ze krijgen wel een vergoeding, wat
inhoudt dat er wel kosten worden gemaakt. Al
met al een niet wenselijke situatie. Bovendien
werkt het wel opkomen maar niet kunnen
uitrukken, demotiverend voor de mensen die
het betreft.
Goede raad is duur. Of toch niet? Bij
Brandweer Achterhoek Oost van de
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
hebben ze een idee hoe het anders kan.
‘Selectief alarmeren’ is het project gedoopt.
Theo Veerkamp van Brandweer Achterhoek
Oost verduidelijkt: “We hebben het over
een alarmeringssysteem dat beschikt over de
mogelijkheid van aan- of afmelden in het geval
je als brandweerman wordt opgeroepen. Als er
voldoende aanmeldingen zijn is het wachten
tot iedereen er is, en dan kan met precies
genoeg mensen worden uitgerukt. Er worden
geen mensen teleurgesteld en er worden geen
onnodige kosten gemaakt.”
Veel lastiger dan het benoemen van
het probleem en de oplossing, is de
technische invulling. De initiatiefnemers
onderzoeken momenteel de mogelijkheden
om de traditionele wijze van alarmeren
(op een pager), in te ruilen voor het
werken met een soort sms-applicatie met
bevestigingsmogelijkheid. Dat zou ofwel via
de mobiele telefoon moeten, ofwel via het
C2000-systeem, aangevuld met een nieuw te
ontwikkelen pager met deze mogelijkheid. Het
gealarmeerde personeel bevestigt (accepteert)
of annuleert de oproep met een simpele
handeling, en spoedt zich vervolgens naar de
kazerne.
Theo Veerkamp: “Bevestigt of annuleert een
persoon de oproep niet binnen de afgesproken
tijd, dan wordt de volgende persoon
opgeroepen. Net zo lang tot het gewenste
aantal mensen heeft bevestigd dat ze in
aantocht zijn. Eventueel kan bij onvoldoende
opkomst direct worden opgeschaald naar een
volgende post.”
Om het systeem te perfectioneren kan
het zo worden uitgevoerd dat eerst de
brandweermensen die zich het dichtst bij
de kazerne bevinden worden gealarmeerd.
Als bij het nieuwe systeem gebruik wordt
gemaakt van GPS is dit mogelijk. Ook
kunnen persoonlijke omstandigheden
van medewerkers vooraf in het systeem
worden ingebracht, zoals een tijdelijke
opkomstvertraging of niet-inzetbaarheid.
Bevestigen of annuleren?
Theo Veerkamp: “De voordelen van selectief
alarmeren zijn overduidelijk, maar er zitten nog
wel haken en ogen aan. Daar moeten we niet
voor weg lopen. De communicatietechniek
heeft zich sinds de invoering van C2000 enorm
ontwikkeld. De kunst is nu de goede dingen
van bestaande systemen te combineren.”
Meer informatie
Theo Veerkamp
Categorie: Techniek en Organisatie
Korps: Brandweer Achterhoek Oost
Project: Selectief alarmeren
Initiator: Theo Veerkamp
Geïmplementeerd: Nee
Nooit meer voor niets naar de kazerne
2011
26
alarmering uit. In het geval de bezetting
niet op niveau is, wordt een tweede en
eventueel een derde TS van een andere post
gealarmeerd. Uitgangspunt is dat er op de
incidentlocatie minimaal één tankautospuit
en zes personen onder wie een bevelvoerder
ter plaatse zijn. Nu we beschikken over een
SEI is de situatie in de praktijk dat de eerste
tankautospuit en de SEI meestal vrijwel
gelijktijdig arriveren op de plek van het
incident.” Omdat de betrouwbaarheid van
de auto essentieel was voor het slagen van
deze innovatie, is gekozen voor een speciaal
ingericht voertuig, gebouwd op basis van
eerder opgedane ervaring in Denemarken.
Bezetting voertuig
Het vinden van geschikte mensen voor het
voertuig was ook een uitdaging. Aanvankelijk
was het de bedoeling dat vrijwillige
brandweermensen in gemeentelijke dienst de
SIE zouden bemannen. Later werd bepaald
dat elk district een bijdrage aan de bezetting
zou leveren. Beide benaderingen leidden
tot onvoldoende aanmeldingen, waarop
de bezetting van de SIE is aangevuld met
vrijwilligers werkzaam bij andere organisaties
en verschillende beroepsbrandweerlieden,
onder wie vier officieren. Op dit moment loopt
een wervingstraject om deze officieren te
vervangen door ander opgeleid personeel.
In de eerste zes maanden dat de SIE
beschikbaar was werd 61 keer alarm geslagen.
In 34 gevallen (56%) heeft de SIE de bezetting
gecompleteerd, anders sprake geweest
van een incomplete uitruk. Van die 34 keer
werd 26 keer ook de bevelvoering gedaan.
Acht keer fungeerde de bemanning van de
SIE alleen als personele aanvulling op de
tankautospuit. Bert Ubaghs: “Cijfers die de
investering in de SIE rechtvaardigen.”
Meer informatie:
Bert Ubaghs
Van de nood een deugd maken. Dat deed
Brandweer Zuid-Limburg toen onderbezetting
in de daguren, bij de korpsen van drie
gemeenten, een structureel probleem werd.
Sinds februari 2010 is in Simpelveld, Gulpen-
Wittem en Vaals een Snel Inzetbare Eenheid
(SIE) operationeel als aanvulling op de reguliere
uitruksterkte.
In het verleden moesten vaak meerdere
voertuigen van een korps van een
buurgemeente worden opgeroepen om
een voltallige ploeg bij elkaar te krijgen. Nu
wordt bij een melding overdag altijd een
tankautospuit én de SIE gealarmeerd. De
bezetting van de SIE bestaat uit een chauffeur
(minimaal opgeleid tot hoofdbrandwacht)
en een ervaren bevelvoerder. Mocht er op de
uitgerukte tankautospuit ook een bevelvoerder
aanwezig zijn, dan wordt ter plaatse bekeken
wie de bevelvoering doet.
Bert Ubaghs van de Brandweer Zuid-Limburg:
“De TS’en rukken uiterlijk vijf minuten na
Categorie: Organisatie
Korps: Brandweer Zuid-Limburg
Project: Snelle Inzetbare Eenheid (SIE)
Initiator: Bert Ubaghs
Geïmplementeerd: Ja
Speciaal voertuig lost bezettingsprobleem op
272011
30
De vergrijzing is een actueel thema. De
verwachting is dat Nederland in 2039 meer
dan 4½ miljoen inwoners telt van 65 jaar
en ouder. Het beleid van de overheid is erop
gericht mensen langer zelfstandig in hun
eigen huis te laten wonen. Dat vraagt wel om
aandacht voor de veiligheid van deze senioren
in en om hun woning. Daarom ontwikkelde
de Veiligheidsregio Haaglanden samen met
zorginnovatiebedrijf Focus Cura het project De
Maatschappelijke Woonwachter.
‘Een maatschappelijk concept, ontwikkeld
vanuit een publiek/private filosofie’,
zeggen de betrokkenen. Jack Ruibing,
oud-brandweercommandant en nu
programmadirecteur Innovatie bij de
Veiligheidsregio Haaglanden, legt uit. “De
Woonwachter is een wijkbewoner die zorgt
voor een veilige woonomgeving, zodat
senioren langer thuis kunnen blijven wonen.
Zo’n veilige woonomgeving wordt gerealiseerd
door een actieve signalering richting de
alarmcentrale.”
De Woonwachters zijn vrijwilligers die via een
cursus hebben geleerd hoe probleemsituaties
snel kunnen worden doorgrond. In het geval
van een calamiteit worden alle Woonwachters
in de buurt gewaarschuwd via een Wijk SMS
Alert. Zij nemen een kijkje en melden wat er
aan de hand is aan de woonwachterscentrale.
Bij calamiteiten wordt direct de professionele
opvolging (112) ingeschakeld. Als het een
‘kleinigheid’ betreft of loos alarm, dan hoeven
de professionele hulpdiensten uiteraard niet in
actie te komen.
Concept bestaat nog niet
Jack Ruibing vindt het project De
Maatschappelijke Woonwachter een mooi
voorbeeld van vernieuwend denken. “Dit
concept bestaat nog niet in Nederland. Het
unieke zit in de combinatie van meerdere
aspecten. Enerzijds de inzet van moderne
technologie in de vorm van een alarmnetwerk,
anderzijds de inzet van buurtbewoners, zo
nodig aangevuld met professionele krachten.
Het resultaat is een effectieve zorgopvolging
en hulpverlening.
De Maatschappelijke Woonwachter
vertoont gelijkenis met een andere vorm
van personenalarmering. Deze dienst
bestaat uit een communicatiekastje dat op
een telefoonlijn wordt aangesloten en een
draadloos apparaatje dat ouderen om hun nek
dragen. Een gebruiker slaat alarm door op een
knopje te drukken, waarna een verbinding met
de meldkamer tot stand komt. Na triage op
basis van een protocol wordt eventueel een
mantelzorger gealarmeerd.
Jack Ruibing: “Voor de Maatschappelijke
Woonwachter gebruiken we inderdaad
dezelfde techniek. Maar dan heb je het
slechts over een deel van het project. Het hele
concept is zeker vernieuwend.”
Meer informatie:
Jack Ruibing
Categorie: Techniek en Organisatie
Korps: Veiligheidsregio Haaglanden
Project: De Maatschappelijke Woonwachter
Initiator: Jack Ruibing
Geïmplementeerd: Nee
Woonwachters dragen bij aan veilige woonomgeving ouderen
2011
32
Blussen en blussen is twee. Dat vonden ook de
mensen bij de Veiligheidsregio Haaglanden die
zich bezighouden met innovatie. Waarom altijd
de volle waterstraal erop als het effect van een
andere manier van blussen soms beter is en
bovendien schadebeperkend? De oplossing
werd gevonden in een nevelblussysteem, dat
de toepasselijke projectnaam Watermist mee
kreeg.
Watermist is een geautomatiseerd
nevelblussysteem. Het systeem is zeer geschikt
voor stallen, bedrijfs- en tentoonstellingshallen,
disco’s, verzorgings- en verpleeghuizen,
ondergrondse parkeergarages, tunnels
en monumentale gebouwen. Watermist
kan worden gebruikt als selfsupporting
systeem, maar in combinatie met een
buitenaansluiting (Oetiker-knikkoppeling) ook
als hulpmiddel voor de veiligheid van het eigen
brandweerpersoneel. Dit geldt met name als
het gaat om containerbranden en branden
in portiekwoningen en moeilijk toegankelijke
objecten.
Bij Watermist wordt water door spruitstukken
tot een mist verneveld. Het verlengt de
evacuatietijd en voorkomt flash overs en back
drafts. Het systeem heeft een beperkend
effect als het gaat om brand- en waterschade,
en vormt tevens een barrière bij brand,
vergelijkbaar met fysieke brandscheidingen.
Daarnaast is de veiligheid van de eigen
mensen er mee gediend, doordat geen
binnenaanval hoeft worden uitgevoerd.
Past in integrale visie
Jack Ruibing, oud-brandweercommandant
en nu programmadirecteur Innovatie bij de
Veiligheidsregio Haaglanden: “Watermist
is gericht op het brandveilig opereren in de
preventieve fase en past het in onze integrale
visie op brandveiligheid. Door te blussen
zonder binnen te treden is de veiligheid van de
brandweermensen niet in het geding. Als het
systeem al in de voorfase in werking treedt,
wordt de brand beheerst en de vluchttijd van
mensen in het pand verlengd. Daarnaast werkt
het systeem schadebeperkend.”
Volgens Jack Ruibing komt het systeem
precies op het juiste moment, nu het aantal
incidenten in parkeergarages en stallen
toeneemt. “De opzet van dergelijke gebouwen
bemoeilijkt de brandbestrijding en leidt dus
tot een toenemend veiligheidsrisico voor
brandweermedewerkers. Het inzetten van
Watermist is daarop een prima antwoord.”
Meer informatie:
Jack Ruibing
Categorie: Techniek en Organisatie
Korps: Veiligheidsregio Haaglanden
Project: Watermist
Initiator: Jack Ruibing
Geïmplementeerd: Ja
Watermist: blussen met beleid
2011
34
Het apparaat is tot dusver slechts één keer
in de praktijk gebruikt. En niet eens omdat
een collega was vermist, maar om een
uitgang te vinden in een parkeergarage vol
rook. Dat neemt niet weg dat het volg- en
zoeksysteem Tracker en Baken van Brandweer
Gooi en Vechtstreek een interessante vinding
is. “Het verhoogt het veiligheidsgevoel van
brandweermensen en daarmee draagt het
systeem bij aan een succesvolle en veilige
inzet”, aldus Mark van Eck van de post
Hilversum.
Het systeem bestaat uit een
lokaliseringsapparaat, de Tracker, en een
instrument dat in combinatie ermee gebruikt
wordt, het Baken. Met de Tracker kunnen
brandweerlieden hun opgesloten, vermiste
of gedesoriënteerde collega’s opsporen en
vervolgens zelf de weg terugvinden naar
collega’s of de uitgang van een gebouw. De
Tracker is een laagfrequentie zendontvanger
die niet wordt gehinderd door muren of
andere obstakels. Het digitale display geeft de
afstand tot vermiste collega’s weer in meters.
Het Baken maakt zelfredding mogelijk voor
gedesoriënteerde brandweermensen en
ondersteunt een veilige terugkeer naar een
vaste uitgang. De Bakens kunnen strategisch
worden geplaatst op veilige punten rond een
complex gebouw.
Hein Jan Plat, coördinator innovaties
Brandweer Gooi en Vechtstreek: “Het systeem
is al enige tijd op de markt verkrijgbaar, maar
het gebruik ervan door de brandweer is wel
nieuw en vandaar dat we het idee hebben
ingestuurd.”
Systeem behoort tot standaarduitrusting
Voor de post Hilversum hoort het Tracker
en Baken-systeem al enige tijd tot de
standaarduitrusting. Voor het gebruik zijn
procedures en instructies ontwikkeld die ook
zijn ingebed in het oefenprogramma. Volgens
Hein Jan Plat en zijn collega Mark van Eck kan
het systeem zonder al te veel moeite door
andere korpsen worden gekopieerd.
“Het begint met een heldere en eenduidige
instructiebijeenkomst over de werking en
vervolgens moeten de procedures worden
afgestemd met andere processen tijdens een
uitruk. Op zich is dat het werk niet en daarna
is het alleen een kwestie van oefenen. In de
wetenschap dat je het hebt over een systeem
waarmee mensenlevens kunnen worden
gered.”
Meer informatie:
Mark van Eck en Hein Jan Plat
Categorie: Organisatie
Korps: Brandweer Gooi en Vechtstreek
Project: Tracker en Baken
Initiator: Mark van Eck en Hein Jan Plat
Geïmplementeerd: Ja
Volg- en zoeksysteem draagt bij aan succesvolle en veilige inzet
2011
36
Op de daken van veel voertuigen die niet
zijn uitgerust met een speciaal, goedgekeurd
ladderrek, zijn dakrailingen aangebracht om
te voldoen aan de arbo-regels voor werken
op hoogte. Hiervoor moet de gebruiker
eerst via de ladder op het voertuig klimmen,
om vervolgens het rek omhoog te tillen. De
gebruiker staat dan los op de ladder of op het
dak van de auto, en moet vanuit die positie
het vrij zware veiligheidsrek omhoog hijsen.
Dat kan beter, vonden medewerkers van
de Post Huizen van Brandweer Gooi en
Vechtstreek. In eigen beheer maakten ze de
rekken van de voertuigen met een pneumatisch
gestuurde luchtcilinder automatisch werkend.
Op het moment dat de ladder van het voertuig
naar beneden wordt bewogen, komt het rek
automatisch omhoog. Terwijl de gebruiker naar
boven klimt, heeft hij nu een veilige leuning
waaraan hij zich kan vasthouden.
Hein Jan Plat van Brandweer Gooi en
Vechtstreek: “De besturing, deels elektrisch
en deels pneumatisch, en de montage van
het systeem zijn in eigen beheer uitgedacht
en gerealiseerd. Ook is gedacht aan een
zogenaamde wegrijdbeveiliging. Zodra de
auto van de handrem wordt gehaald, klapt het
hekwerk automatisch in.”
Minimaal onderhoud nodig
De Post Huizen heeft het systeem inmiddels
enige tijd in gebruik en de ervaringen met het
systeem zijn zeer goed. Bijkomend voordeel is
dat het systeem minimaal onderhoud nodig
heeft en zeer gebruiksvriendelijk is. Edwin
Schaap van de Technische Dienst post Huizen:
“Er kan eigenlijk niets fout gaan. Het enige
is dat je rekening moet houden met een paar
seconden wachttijd tot het rek staat. Maar dan
heb je wel gelijk een stevig houvast om veilig
van de ladder over te stappen naar het dak
van de auto.”
De automatische dak- valbeveiliging is
eenvoudig door andere korpsen is in te
voeren, enigszins afhankelijk van de wijze
waarop de rekken zijn geconstrueerd. De
grootste aanpassing is dat de gasveer moet
worden verwijderd en moet worden vervangen
door een luchtcilinder. Voor het aansturen
van deze cilinder heeft de Post Huizen een
bedieningskast gebouwd met daarin de
benodigde ventielen en relais die worden
aangestuurd door magneetcontacten.
Hein Jan Plat: “Het denkwerk is door ons
gedaan. Het kost anderen nu alleen nog wat
las- en inbouwwerk.”
Meer informatie:
Edwin Schaap en Hein Jan Plat
Categorie: Techniek
Korps: Brandweer Gooi en Vechtstreek
Project: Geautomatiseerde dak-valbeveiliging
Initiator: Edwin Schaap en Hein Jan Plat
Geïmplementeerd: Ja
Veilig het autodak op
2011
38
Bijna ieder kind heeft wel een knuffel. Zonder
deze vriend-voor-het-leven kunnen ze de slaap
maar moeilijk vatten en zeker bij logeerpartijen
moet ‘knuf’ mee. Dat bracht Brandweer
ZuidWest Drenthe op een idee toen de vraag
was hoe jonge kinderen (4 t/m 7 jaar) en hun
ouders het best kunnen worden bereikt.
Met een knuffel dus, en dat wordt Smokey,
een hond in brandweeroutfit. Knuffel Smokey
gaat uitgereikt worden op basisscholen en
de bedoeling is dat hij elke week te gast is
bij een ander kind. Smokey heeft natuurlijk
wat bij zich. Een map om precies te zijn, met
daarin verhalen, informatie en opdrachten
die allemaal te maken hebben met brand
en brandveiligheid. De bedoeling is dat de
kinderen daar thuis mee aan de slag gaan
en er schriftelijk verslag van doen. Zodra alle
kinderen aan de beurt zijn geweest gaat de
map terug naar de brandweer.
Sandy Put, educatief medewerker van
Brandweer ZuidWest Drenthe: “De verslagen
in de map moeten de mensen die Smokey
straks in huis hebben een beeld geven van
hoe gezinnen omgaan met brandveiligheid.
Bovendien is het voor ons een enorme
informatiebron.”
Voorlopig verkeert het idee nog in de
planfase. Een hindernis leek te kunnen zijn
dat het concept niet nieuw is. Zo werkte NTR
Schooltv al eens met een logeerbeer (‘Flip’).
Deze organisatie heeft echter geen bezwaren.
Sandy Put: “We hebben met de NTR overlegd.
Ze vinden ons Smokey-project dermate
sympathiek, dat ze ondanks de overeenkomst
met Flip de Beer geen bezwaar maken.”
Inhoud lespakket
Onderwerp van discussie de afgelopen
maanden was de inhoud van het lespakket. In
grote lijnen zal dat gaan bestaan uit ‘een zeer
knuffelbare Smokey’, een brandweerpyjama
(want Smokey gaat natuurlijk ook mee naar
bed), een map, opdrachten in de vorm van
een fotostrip, het verhaal van ‘Smokey de
Logeerhond’, informatie in Jip en Janneketaal,
spelletjes en tekeningen. Uiteraard wordt in de
map ruimte vrijgehouden voor de persoonlijke
verslagen.
Sandy Put: “We denken dat dit een goede
manier is om kinderen en gezinnen aan het
denken te zetten over brandveiligheid in
huis. Ik heb destijds zelf logeerbeer Flip van
de NTR in huis gehad. Mijn kinderen vonden
dat een feest en tegelijkertijd een grote eer.
Ze deden er alles aan om het hem naar zijn
zin te maken. Onze Smokey is natuurlijk
pas tevreden als het in de huizen waar hij
komt veilig is en als er gesproken wordt over
brandveiligheid. Het mooiste is als kinderen
de knuffel overal mee naar toe gaan nemen.
Want dat betekent dat er ook bij opa en oma,
bij de tandarts en bij de supermarkt over
brandveiligheid gepraat gaat worden.”
Meer informatie:
Sandy Put
Categorie: Maatschappelijke relevantie
Korps: Brandweer ZuidWest Drenthe
Project: Smokey komt logeren
Initiator: Sandy Put, Annet Hulshof, Annemarieke Leene
Geïmplementeerd: Nee
Smokey moet brandveiligheid onder de aandacht brengen
2011
40
Veel innovaties die in dit boekje de revue
passeren zijn gericht op het veiliger maken
van het brandweervak. Ook Brandweer Zuid-
Limburg is daar voortdurend mee bezig en
maakt daarbij gebruikt van de enorme digitale
mogelijkheden die deze tijd biedt. Nieuw is de
aanpak om Officieren van Dienst met behulp
van digitale apparatuur te beoordelen.
“Ook een Officier van Dienst moet oefenen
om te weten wat hij moet doen als de nood
een keer echt aan de man is”, zegt Michel
Zewald, teamleider Vakbekwaamheid van
Brandweer Zuid-Limburg. “Daarom beleggen
we zes keer per jaar een oefensessie. Laatst
hebben we gespeeld dat we twee mannen
moesten redden die onwel waren geworden
in een gierkelder. Tijdens zo’n incident is de
Officier van Dienst de leidinggevende. Hij
beslist, afhankelijk van de situatie, en dan is
het goed als zo iemand eens in een bepaalde
situatie heeft verkeerd.”
Sinds kort wordt tijdens dit soort oefeningen
gebruik gemaakt van een iPad. Resultaten
kunnen dan direct digitaal worden verwerkt.
Bram Zewald: “De oefengegevens worden
via de iPad direct doorgezonden naar ons
webbased vakbekwaamheidsysteem AG5.
De eerste keer dat we dat oefenden liep het
al vrij behoorlijk en het gaat steeds beter. Je
moet leren inspelen op elkaar.Vandaar dat die
oefeningen zo belangrijk zijn.”
Nog geen definitieve vorm
De nieuwe manier van werken is nog niet
in een definitieve vorm uitgewerkt, maar
dat is een kwestie van tijd. Momenteel
worden de resultaten en bevindingen van de
oefeningen verwerkt in het Vakbekwaamheids
Management Systeem (VMS) van Brandweer
Zuid-Limburg. Het grote voordeel is dat er
geen extra administratieve handelingen
nodig zijn en de Officier van Dienst direct de
resultaten van de oefening terug kan zien.
Hij krijgt een volledig beeld en is dankzij het
webbased systeem altijd online te benaderen.
Michel Zewald: “Het digitale tijdperk biedt
onvoorstelbaar veel mogelijkheden. Als
brandweer maken we daar nog onvoldoende
gebruik van, maar gelukkig zie je wel dat
overal stapjes worden gezet. Op onze manier
doen wij dat als Brandweer Zuid-Limburg
ook.”
Meer informatie:
Michel Zewald
Categorie: Techniek en Organisatie
Korps: Brandweer Zuid-Limburg
Project: Digitale beoordeling Officier van Dienst
Initiator: Michel Zewald
Geïmplementeerd: Nee
iPad onmisbaar instrument voor Officier van Dienst
2011
42
Onderzoeken hebben aangetoond dat
interactieve lessen met directe feedback
zeer effectief zijn. Dat gegeven was voor de
afdeling Vakbekwaamheid van Brandweer
Zuid-Limburg reden te gaan experimenteren
met een audience response-systeem in
de leergangen voor manschappen en
bevelvoerders.
Een audience response-systeem is een middel
dat gebruikt wordt om interactieve lessen en
presentaties te geven. Het werkt als volgt. Er
wordt via een powerpoint-presentatie een
vraag gesteld en alle studenten of cursisten in
de zaal geven met behulp van een persoonlijk
stemkastje hun antwoord (vaak betreft het
multiple choice-vragen). De docent krijgt
direct de resultaten voor zich op een scherm
en kan die met behulp van een beamer ook
projecteren op een scherm, zodat ze voor
iedereen zichtbaar zijn.
Het programma houdt in het geheugen de
resultaten per cursist bij en geeft deze via
excel-rapporten vrij voor persoonlijke evaluatie
en registratie. Dat kan per sessie of zelfs
cumulatief per seizoen. De resultaten worden
tevens teruggekoppeld met de betreffende
leerwerkplekbegeleiders. Een ‘snelle’ manier
van lesgeven, waarmee bij andere organisaties
dan de brandweer reeds in breed verband
goede ervaringen zijn opgedaan.
Actieve bijsturing mogelijk
Michel Zewald, teamleider Vakbekwaamheid
van Brandweer Zuid-Limburg: “Er zijn maar
weinig technologieën met de mogelijkheden
van audience response. Dat is ook de reden
dat we juist hiervoor hebben gekozen. Als
uit de antwoorden blijkt dat een groot deel
van de groep moeite heeft met een bepaald
onderdeel van de stof, kan de docent
daar ook direct met expliciete vragen en
probleemstellingen op inzoomen. Door die
mogelijkheden van actieve bijsturing is het een
heel efficiënte manier van lesgeven.”
De eerste ervaringen van Brandweer Zuid-
Limburg met het audience response-systeem
zijn goed, maar Michel Zewald houdt nog wel
een paar slagen om zijn arm. “Twijfels over het
systeem heb ik niet. Dat werkt perfect. Wel
moeten we nog ontdekken of deze manier
van werken in de praktijk ook daadwerkelijk
de toegevoegde waarde heeft die we er van
verwachten”.
Meer informatie:
Michel Zewald
Categorie: Techniek en Organisatie
Korps: Brandweer Zuid-Limburg
Project: Audience response-systeem
Initiator: Michel Zewald
Geïmplementeerd: Ja
Effectief lesgeven met interactief systeem
2011
44
Categorie: Techniek
Korps: Brandweer Nijmegen
Project: Beelden hebben en beelden delen
Initiator: Oskar van Dorst, Paul Geurts
Geïmplementeerd: Nee
Al sinds 2006 maakt Brandweer Nijmegen
bij incidenten video-opnamen vanuit een
hoogwerker. De beelden zijn ‘live’ te zien op
mobiele data terminals, zodat operationeel
leidinggevenden tijdens een inzet hetgeen ze
zien mee kunnen laten wegen bij het nemen
van beslissingen.
De camera’s, die vanaf de aanwezige mobiele
terminal kunnen worden bediend, zijn al bij
diverse inzetten gebruikt en de ervaringen
zijn positief. Jeroen Ewalts van Brandweer
Nijmegen geeft een voorbeeld van de
toegevoegde waarde. “Bij een inzet in de
nacht van oud op nieuw was een vuurpijl
tussen dakpannen van een rijtjeswoning
terechtgekomen. Van buitenaf leek het mee
te vallen. Je zag tussen de pannen door alleen
een klein vlammetje. De camerabeelden lieten
echter zien dat het vuur zich al veel verder had
verspreid dan verwacht. Dankzij de beelden
konden we snel op de situatie inspelen. Er zijn
bijvoorbeeld heel gericht pannen verwijderd.
Mede dankzij de beelden hadden we de
situatie snel onder controle en bleef de schade
beperkt.”
De onbemande Nijmeegse hoogwerker is
niet alleen uitgerust met een zoomcamera
die het gebied rond en onder de korf scherp
in beeld kan brengen. Tegelijkertijd maakt
ook een warmtebeeldcamera opnamen. Bij
hevige rookontwikkeling maakt deze camera
personen en vuurhaarden tot op 300 meter
afstand zichtbaar. De combinatie van camera’s
maakt dat branden effectiever kunnen worden
bestreden. Hierbij speelt ook een rol dat de
camera’s beelden leveren van hoge kwaliteit.
Warmtesensoren registreren
De kooi van de hoogwerker is beschermd
door sensoren die de warmte registreren. Als
de temperatuur te hoog dreigt op te lopen
en de kans bestaat dat de camera’s worden
beschadigd, kan de kooi worden weggedraaid
of er kan een waterscherm voor worden
gelegd. Een test heeft uitgewezen dat het
gebruik van een waterkanon of pre-wetting
(korfbescherming door fijne waternevel) geen
negatieve invloed heeft op de kwaliteit van de
beelden.
Jeroen Ewalts: “We kijken nu nog hoe we
de beelden in de systemen van andere
hulpdiensten zichtbaar kunnen maken.
Bijvoorbeeld die van het Commando Plaats
Incident (CoPI) en het Regionaal Operationeel
Team (ROT). Dat zou de besluitvorming
in dat soort organen vergemakkelijken.
Voorlopig zien we dat als laatste stap in dit
project. Onze overtuiging is dat beelden
hebben en vervolgens beelden delen, een
duidelijke toegevoegde waarde heeft bij de
brandbestrijding en hulpverlening waar wij als
brandweer voor staan.”
Meer informatie:
Jeroen Ewalts
Camera’s op hoogwerker leveren extra informatie
2011
46
Voor de leerlingen van de groepen 6 van vijf
basisscholen uit Sint Michielsgestel was 19
mei een bijzondere dag. Op het programma
stond een speldag van de plaatselijke
brandweervereniging. De dag werd in de
verschillende klassen voorafgegaan door een
lesblok, geheel gewijd aan brandveiligheid en
de brandweerorganisatie. Uiteraard werden de
lessen verzorgd door brandweermensen.
Het begon allemaal vorig jaar met het
75-jarig jubileum van Brandweervereniging
Sint Michielsgestel. Samen met leerkrachten,
ouders en brandweerlieden werd de invulling
van lessen en speldag ter hand genomen.
“Onze bedoeling was de brandweer
maatschappelijk onder de aandacht te
brengen”, zegt Ton Kapteijns van de
brandweervereniging. “Ik mag wel zeggen
dat dat is gelukt. Als organisatie hebben we
van alle kanten veel aandacht gekregen. Er is
zelfs besloten het evenement een structureel
karakter te geven. Vanaf nu wordt het ieder
jaar georganiseerd. Mede dankzij sponsoring is
dat mogelijk geworden.”
Veel tijd en energie geïnvesteerd
Dat de eerste aflevering een succes werd
was niet in de laatste plaats te danken aan
de brandweervereniging zelf, die veel tijd en
energie investeerde in de organisatie. Zo werd
de lesdag afgesloten met een vragenblok en
een rondleiding om en in een tankautospuit.
Ook kregen de leerlingen een boekje mee met
tips over brandveiligheid. De speldag draaide
eveneens helemaal rond de brandweer. Tussen
de spellen door werden twee demonstraties
verzorgd, waarvan vooral de demo ‘vlam in de
pan’ veel indruk maakte op de kinderen.
Of de brandweer daadwerkelijk profijt
ondervindt van het initiatief, of dat de
brandveiligheid in Sint Michielsgestel is
toegenomen, durft Ton Kapteijns niet te
zeggen. “Dat is altijd lastig te meten. Het
belangrijkste is dat iedereen er een goed
gevoel aan over heeft gehouden en dat er een
vervolg komt. We hebben ook overwogen in
plaats van dit project een jeugdbrandweer op
te richten en op die manier de betrokkenheid
bij de brandweer te stimuleren. Maar het
nadeel daarvan is dat je dan maar een relatief
kleine groep bereikt, tegen ruim 200 kinderen
nu. Plannen voor een jeugdbrandweer zijn er
trouwens nog steeds. Mogelijk gaat dat er ook
nog van komen.”
Ton Kapteijns beveelt het initiatief van harte
aan bij andere korpsen. “Het idee is relatief
simpel te implementeren, omdat kennis
en materiaal bij ieder korps aanwezig zijn.
Vervolgens kun je het net zo uitgebreid maken
als je zelf wilt.”
Meer informatie:
Ton Kapteijns
Categorie: Maatschappelijke relevantie
Korps: Brandweervereniging Sint Michielsgestel
Project: Jeugdproject
Initiator: Ton Kapteijns
Geïmplementeerd: Ja
Lesblok en speldag van brandweer boeien jeugd
2011
48
De brandweer maakt vanaf 2002 gebruik
van de mobiele data terminal (MDT). Met
de MDT kan informatie worden opgevraagd
over objecten en informatiekaarten. In de
praktijk blijkt echter dat de MDT in veel
gevallen alleen als navigatiesysteem wordt
gebruikt. Brandweer Twente ontwikkelde
daarom in aanvulling op de MDT een
applicatie die informatie vanuit de meldkamer
in real time voor iedereen beschikbaar stelt.
Van bevelvoerder tot Commandant van
Dienst, iedereen heeft de mogelijkheid de
incidentinformatie live te volgen.
Max Krisman, Portefeuillehouder Repressie
van Brandweer Twente, licht toe. “De MDT is
een prachtige vinding, maar de terminal met
objecten en kaarten is geen volledig antwoord
op de informatiebehoefte van de betrokkenen.
Omdat het met de huidige innovatieve
technieken mogelijk is een grote hoeveelheid
gegevens te combineren, hebben we daar
een applicatie voor ontwikkeld. Daarmee kan
informatie op eenvoudige en laagdrempelige
manier worden uitgewisseld. Iedereen op
hetzelfde moment dezelfde informatie. Ons
korps ervaart het werken met de nieuwe
applicatie als een flinke verbetering.”
Informatie van veiligheidsnet
De applicatie maakt gebruik van de informatie
die op het veiligheidsnet staat. Als zodanig
is het multidisciplinaire veiligheidsnet de spil
in de informatievoorziening. De software is
voorzien van een incidentmodule (actieve
incidenten, actueel beeld incidenten en
incidentenhistorie), een objectmodule
(objecten in de buurt en objecten zoeken) en
informatiekaarten (richtlijnen bij optredens
en procedures van de meldkamer). Informatie
die aanvullend is, waardoor de mogelijkheden
bij brand- en incidentbestrijding worden
verruimd.
Sinds de start van de pilot in februari
van dit jaar staan de ontwikkelingen niet
stil. Evaluaties hebben geleid tot enkele
aanpassingen en er is gekozen voor een
verdere multidisciplinaire aanpak. Ook de
politie heeft inmiddels interesse getoond in
een vergelijkbare pilot met 26 Ipads. Daarnaast
zijn er ideeën om vanuit het multidisciplinaire
karakter van het project een koppeling te
maken met het Landelijk Crisis Management
Systeem (LCMS). De objectenmodule wordt
tevens in lijn gebracht met de landelijke
standaard (de digitale bereikbaarheidskaart)
en de applicatie Crash Recovery System wordt,
in samenwerking met leverancier Moditech,
geschikt gemaakt voor de mobiele applicatie.
Max Krisman: “Alle applicaties stellen we
beschikbaar via het landelijke App Store-
centrum van de brandweer. Het centrum
kan prima dienen als landelijk platform voor
het uitwisselen van ontwikkelde applicaties.
Daarmee voorkomen we dat alle korpsen
en veiligheidsregio’s voor zich het wiel gaan
uitvinden. Door kennis en kosten te delen,
vergroten we onze slagkracht.”
Meer informatie:
Max Krisman
Categorie: Techniek
Korps: Brandweer Twente
Project: Informatie delen
Initiator: Max Krisman
Geïmplementeerd: Ja
Iedereen op hetzelfde moment dezelfde informatie
GENOMINEERD 2011
2011
50
Twee meter lang en slechts 80 centimeter
breed is de bluswagen die bij Brandweer
Skarsterlân Lemsterland Gaasterland-Sleat in
gebruik is. “Maar alles kan erop, 300 kilo aan
materiaal”, zegt Hein van Dijk niet zonder
trots. De medewerker van de technische dienst
van het korps stond aan de wieg van wat hij
noemt ‘de MSA’, de motorspuitaanhanger.
De MSA is uit nood geboren. In Echten,
een kern in de gemeente Lemsterland, is
een buitengebied met recreatiewoningen
dat slechts bereikbaar is via een smal pad.
Bewoners kunnen alleen met de fiets of
bromfiets bij hun huis komen. De verste
woning ligt op ongeveer een kilometer van
de verharde weg. Bij Hein van Dijk werd de
vraag neergelegd of hij een oplossing wist. In
samenspraak met de blusgroep van Echten
kwam daar het idee voor een smalle kar uit
voort.
“De mensen die in het gebied wonen of
verblijven hebben in geval van nood ook
recht op hulp van de brandweer. Maar het
probleem was dat we ze heel moeilijk konden
bereiken. Ik zie ons nog met de motorspuit
en alle andere spullen sjouwen over dat
pad. Dat was geen doen. Nu koppelen we
de motorspuitaanhanger gewoon achter de
brandweerauto. Aangekomen bij het pad
koppelen we hem los en trekken hem over het
pad naar het buitengebied.”
Melkbussen
Het idee voor de MSA is ontleend aan karren
waarop vroeger melkbussen werden vervoerd.
Op de aanhangwagen is plaats voor een
motorspuit, drie korte zuigslangen, een
aanvalskrat en een bak met drie duimers. Is
er meer materiaal nodig, dan moet de kar
leeg worden gemaakt, en vervolgens kan
bij de tankautospuit meer materiaal worden
opgehaald.
Inmiddels is de MSA vier keer ingezet. Eén
keer in verband met een brand en drie keer
om mensen mee te vervoeren. “Want dat kan
natuurlijk ook”, zegt Hein van Dijk. “Ook voor
een ambulance is het gebied niet toegankelijk.
In voorkomende gevallen zorgen wij voor het
vervoer van patiënten. De kar is daar bij uitstek
voor geschikt.”
In het geval er brand is of wanneer iemand
in nood is in het buitengebied, wordt de
brandweer automatisch attent gemaakt op het
feit dat het een adres betreft in het gebied.
Een koppeling in het systeem zorgt hiervoor.
Hein van Dijk: “Dan weten we dus dat we
de aanhangwagen achter de auto moeten
hangen voor we uitrukken.”
De bedenker van de MSA beseft dat zijn
vinding vooral een praktische oplossing
is en geen hoogstandje op bijvoorbeeld
technisch gebied. “Een op maat gemaakte
melkbussenkar, dat klinkt inderdaad niet
flitsend, maar daarom is de MSA niet minder
innovatief. De keren dat we de kar nu hebben
gebruikt, is gebleken dat wij en de mensen die
in nood verkeren er veel voordeel van hebben.
Dat is waar het uiteindelijk toch om gaat.”
Meer informatie:
Hein van Dijk
Categorie: Techniek
Korps: Brandweer Skarsterlân Lemsterland Gaasterland-Sleat
Project: Blusaanhangwagen
Initiator: Hein van Dijk
Geïmplementeerd: Ja. Prototype is in gebruik
Met speciale, smalle kar snel ter plekke
2011
Colofon
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR)
Kemperbergerweg 783
Postbus 7010
6801 HA Arnhem
t (026) 355 24 55
f (026) 351 50 51
www.nvbr.nl
Tekst en redactie: Daan Appels, Appels Communicatie
Vormgeving: Carlo Polman, Oud.Zuid Ontwerp
Illustratie voorzijde: Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
Drukwerk: Rikken Print
© NVBR, september 2011
Innovatie blijft speerpunt voor Brandweer Nederland
In de afgelopen jaren werd de brandweersector geconfronteerd met een vreemde paradox. Aan
de ene kant het beeld van een behoudende branche, aan de andere kant een organisatie die in
staat blijkt om steeds weer goede, innovatieve ideeën voort te brengen. Voor de NVBR en de Raad
van Regionale Commandanten (RRC) was dat in 2009 aanleiding om het programma ‘Innovatie
Moed’ te lanceren. Hiermee willen we het innoverende vermogen van Brandweer Nederland
verder vergroten. Het programma staat niet op zich, maar heeft zijn ankers in de visie ‘De
brandweer over morgen’ en het programma Lerend Vermogen.