informatie brochure afstuderen - amto...

Avond Middelbare Technische Opleidingen (AMTO)

1

Informatie brochure afstuderen

Deze brochure geeft informatie voor studenten

die hun afstudeer eindopdracht extern uitvoeren.

Versie 0.0

Datum: 1 oktober 2011

Opstellers: directie AMTO


2

Inhoud Inleiding ........................................................................................................................... 4

Begrippen en definities ................................................................................................ 4

Doel van de afstudeereindopdracht ............................................................................. 4

Eisen aan een afstudeerplaats ..................................................................................... 5

Voorbereiding van de afstudeereindopdracht .................................................................. 5

Het verwerven van een afstudeerplaats ....................................................................... 5

Aanmelding voor de afstudeereindopdracht................................................................. 5

Opdrachtbevestiging .................................................................................................... 5

Overeenkomst-contract ................................................................................................ 6

Vrijstelling..................................................................................................................... 6

Uitvoering van de afstudeer eindopdracht ....................................................................... 6

Korte beschrijving van het afstuderen .......................................................................... 6

Oriëntatiefase ........................................................................................................... 6

Onderzoeksfase........................................................................................................ 7

Oplossingsfase/uitwerkfase. ..................................................................................... 7

Afrondingsfase .......................................................................................................... 7

Begeleiding door de AMTO .......................................................................................... 7

Begeleiding door de opdrachtverlener ......................................................................... 7

Werkplan/logboek ........................................................................................................ 7

Het afstudeerverslag ....................................................................................................... 8

Bezint eer gij begint ! ................................................................................................... 8

Hoe ziet het verslag eruit? ......................................................................................... 11

Hoe schrijf ik het verslag? .......................................................................................... 14

Wat moet ik doen als ik denk dat ik al klaar ben met het verslag? ............................. 15

De afstudeerpresentatie ................................................................................................ 17

Waaraan moet je presentatie voldoen? ..................................................................... 17

De voorbereiding ........................................................................................................ 17

De presentatie zelf ..................................................................................................... 18

Na afloop.................................................................................................................... 19


3

Afronding van de afstudeereindopdracht ....................................................................... 20

Eindproduct ................................................................................................................ 20

Beoordeling afstudeeropdracht .................................................................................. 20

Toelating tot de afstudeerzitting en diplomering......................................................... 20

Aanmeldingsformulier afstudeeropdracht ...................................................................... 21


4

Inleiding Begrippen en definities Een afstudeer eindopdracht is het sluitstuk van het eindexamen en duurt ca. 8 tot 12 weken. Dit examenonderdeel is ingesteld om te beoordelen of de betreffende student in staat is, de tijdens de studie gedeeltelijk verworven kennis, inzichten en vaardigheden geïntegreerd toe kan passen. Hierbij wordt van de opdrachtverlener een goede begelei-ding vereist.

De opdrachtverlener is de externe organisatie (bedrijf) waar de student zijn/haar afstudeer eindopdracht uitvoert.

De mentor is de persoon die binnen de opdrachtverlener die de student begeleidt

De coördinator is de persoon die van de AMTO de afstudeer eindopdrachten coördineert d.w.z. algemeen voorbereidt en ondersteuning geeft bij organisatorische zaken.

Doel van de afstudeereindopdracht Het doel van de afstudeereindopdracht is de student te leren zelfstandig te functioneren in een praktijksituatie op aankomend Mideelbaar technisch-niveau om zodoende zijn/haar kennis en vaardigheden toe te passen en verder te vergroten.

Kennis en vaardigheden hebben mede betrekking op “mens en werk” en op de mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid,

Om het doel te bereiken zijn de volgende randvoorwaarden aan de orde:

De werksituatie moet enige overeenkomst vertonen met een mogelijke toekomstige werkkring van de studen

De student dient te ervaren hoe zijn kennis en vaardigheden in een praktijksituatie kunnen worden toegepast.

De uit te voeren opdracht dient te liggen in de discipline waarin de student zijn/ haar studie heeft gevolgd.


5

Eisen aan een afstudeerplaats Algemene eisen aan het bedrijf Bij de beoordeling van de afstudeerplaats gelden de volgende algemene criteria:

• de organisatie verricht werkzaamheden binnen het werkveld waarvoor u wordt opgeleid;

• de organisatie biedt de mogelijkheid om te werken aan taken/problemen die representatief zijn voor het beroep waarvoor u wordt opgeleid;

Voorbereiding van de afstudeereindopdracht Het verwerven van een afstudeerplaats Het vinden van een goede afstudeerorganisatie kan een tijdrovende bezigheid zijn. Hieronder staan wat tips en aanbevelingen voor het vinden van een geschikte organisatie:

• Zorg dat u volledig op de hoogte bent van alle voorwaarden voor het afstuderen wanneer u uw organisatie benadert.

• Maak duidelijke afspraken met de afstudeergever over de te verrichten werkzaamheden en de invulling van de werkdagen

• Zorg dat uw afstudeeropdracht door uw bedrijf schriftelijk wordt goedgekeurd •

Aanmelding voor de afstudeereindopdracht Voor het aanmelden voor afstuderen vul je het aanmledingsformulier in en lever je dat in bij je coordiantor. Je coordinator stelt namens jou een schrijftelijk verzoek op tot opname van afstuderen namens de AMTO aan het bedrijf waar je wilt afstuderen.

Opdrachtbevestiging De student dient ervoor te zorgen dat ereen schriftelijke bevestiging (mag een e-mail zijn) van je opdracht is.. In alle gevallen dien je de coördinator volledig op de hoogte te brengen en te houden van de gemaakte afspraken. In het document verzoek op tot opname van afstuderen bevindt zich ook een bevestiging dat het bedrijf dient te accoderen alvorens met het afstuderen kan worden beginnen.


6

Overeenkomst-contract Sommige opdrachtverleners hebben een schriftelijke overeenkomst die je dient te tekenen, voordat je met de opdracht begint. Meestal worden in dergelijke overeenkomsten zaken zoals werktijden, verzekering en vergoeding geregeld. In sommige gevallen dien je een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen waarin je verklaart dat je geen informatie naar buiten zult brengen.

Vrijstelling Studenten die menen op grond van vooropleiding of anderszins (andere studie afgerond, ruime werkervaring) in aanmerking te komen voor een vrijstelling van de afstudeereindopdracht moeten contact opnemen met de coördinator. Na een gesprek zal meestal een “verzoek tot vrijstelling met opgave van redenen” moeten worden opge-steld.. Wanneer de opleiding instemt met de verlening van de vrijstelling ontvangt de student hierover een schriftelijke mededeling.

Uitvoering van de afstudeer eindopdracht Korte beschrijving van het afstuderen Binnen het afstuderen werkt u vrijwel geheel zelfstandig of samen met een andere student. Indien u de opdracht samen met een andere student uitvoert, dan moet elke student individueel een afgebakend onderzoeksdeel of deel van de opdracht maken dat zelfstandig aan de eisen van het afstuderen voldoet. Bij het afstuderen gaat het om het kunnen integreren van uw verworven kennis, vaardigheden en houding; zodat u in een gegeven situatie competent weet te handelen. In de organisatie moet u laten zien u bewust te zijn van de verschillende werkprocessen die er spelen .

Het afstuderen is in de volgende fasen in te delen:

Oriëntatiefase

Tijdens deze fase maakt u zo breed mogelijk kennis met het werkterrein. U oriëntereert zich naar de verschillende aspecten van uw. Op basis hiervan scherpt u de probleemstelling en doelstelling. Tevens beschrijft u –voor zover mogelijk-volgens welke methode het onderzoek zal plaatsvinden en welke literatuur daarvoor nog wordt gebruikt.


7

Onderzoeksfase

In deze fase vindt het diepteonderzoek plaats.

Oplossingsfase/uitwerkfase.

Op basis van de gegevens uit uw onderzoek ontwikkelt u oplossingen en verbetervoorstellen. U weegt de voor-en nadelen van de verschillende oplossingen en komt tot een beredeneerde keuze

Afrondingsfase

U levert uw afstudeerrapport in. U sluit het afstuderen af met de eindpresentatie en de verdediging.

Begeleiding door de AMTO Voor aanvang van de opdracht wordt de opdracht in eerste instantie met de coördinator besproken .Deze laatste kan je, vóór de aanvang van je opdracht, adviseren over het door jou voorgesteld plan van aanpak

Begeleiding door de opdrachtverlener Vanuit de opdrachtverlener krijg je begeleiding, en wel door de mentor. Deze treedt op als dagelijkse begeleider en zal je helpen bij het wegwijs worden bij de opdrachtverlener en je de nodige informatie verstrekken.

Werkplan/logboek Aan het begin van de opdracht zal het misschien lijken dat de opdracht erg lang zal duren. In de praktijk blijkt echter dat opdrachtperiode zo voorbij is. Het is daarom erg belangrijk om de tijd zo nuttig mogelijk te gebruiken. Maak voorafgaand aan de opdracht een globaal werkplan met de activiteiten die je gaat uitvoeren. Tevens is het raadzaam om een logboek bij te houden waarin je vermeldt wat je per dag hebt gedaan. Op die manier heb je aan het einde van je opdracht alle benodigde informatie bij elkaar om een goed eindverslag te kunnen schrijven.


8

Het afstudeerverslag Bezint eer gij begint ! Nagenoeg een groot deel van de studenten die ik tot nu toe heb mogen begeleiden, hebben hetzelfde probleem. Ze weten niet hoe of waar ze moeten beginnen met hun (afstudeer)verslag. Of het nu studenten waren van het NATIN, AMTO, LOMBO, PTC of de Universiteit. Het blijkt dat de oorzaak ligt in het niet goed of het helemaal niet (kunnen) plannen. Er wordt geen overzicht gemaakt van de komende afstudeerperiode; hoe ziet deze periode eruit en wat kan ik verwachten. Hoe moet ik mijn tijd indelen?

Neem aan dat het project 14 weken duurt. Dat betekent dat u in 14 weken het project afgerond moet hebben, inclusief het verslag en zal u eventueel ook een presentatie gehouden moeten hebben binnen het bedrijf of de instelling. U zou dan kunnen beginnen met het maken van een overzicht.

Week Periode Activiteiten Aantekeningen 1 2 apr – 6

apr Orientatie in het bedrijf; informatie over het bedrijf

6 apr is Goede Vrijdag

2 9 apr – 13 apr Inleiding schrijven 9 apr is 2de Pasen

.... ....................

.... ....................

13 18 jun – 22 jun

Concept verslag af; Nederlands !!! Verjaring

14 25 jun – 29 jun

Presentatie; verslag overhandigen

Figuur 1 : Voorbeeld overzicht afstudeerperiode


9

Dit overzicht kan daarna in een weekoverzicht gemaakt worden, waarbij alle activiteiten erin moeten voorkomen, ook prive activiteiten.

Maandag 2 April 2007 08:00 – 15:00 Afstudeerproject (bedrijf x) 18:00 – 19:30 Vak 1 (AMTO) 19:30 – 21:00 Vak 2 (AMTO)

Dinsdag 3 April 2007 08:00 – 15:00 Afstudeerproject (bedrijf x) 18:00 – 19:30 Vak 1 (AMTO) 19:30 – 21:00 Vak 2 (AMTO)

Woensdag 4 April 2007 08:00 – 15:00 Afstudeerproject (bedrijf x) 18:00 – 19:30 Vak 1 (AMTO) 19:30 – 21:00 Vak 2 (AMTO)

Donderdag 5 April 2007 Paasvakantie (AMTO) 08:00 – 15:00 Afstudeerproject (bedrijf x) 19:30 – 23:00 Verjaardag familie (Paradise)

Vrijdag 6 April 2007 Goede Vrijdag Paasvakantie (AMTO)

Zaterdag 6 April 2007 Paasvakantie (AMTO) Kleren wassen 08:00 – 09:00 naar de markt

Zondag 7 April 2007 Eerste Pasen Paasvakantie (AMTO) Inleiding afstudeerverslag invoeren

Te doen : 2 April – 7 April Informatie afstudeerbedrijf vragen (2 April) Kado kopen voor familie (4 April) Bellen docent over oude deelexamen vak 1 (5 April) Digitale foto maken bedrijf (5 April) Mailen naar zus in Nederland (6 April)

Figuur 2 : Voorbeeld van een agenda

In het “Te doen” vakje zet je de zaken die gedaan moeten worden op uiterlijk de aangegeven datum, waarbij het eigenlijk niet uitmaakt wanneer daar vóór het wordt uitgevoerd. Het moet gedaan worden. De bedoeling is om deze zaken niet uit te stellen. Dit is één van de valkuilen van en bij studenten : uitstellen ! Het is goedgebruik om te plannen. Belangrijker nog is om na elke periode de afgelopen periode te evalueren. Evalueer na elke dag, na elke week, enz. Zaken die deze week zijn uitgevoerd, hoe waren zij uitgevoerd. Zaken die niet zijn uitgevoerd, zijn ze nog belangrijk? Indien niet, dan afhaken -> eruit gooien. Zij die niet zijn uitgevoerd en belangrijk zijn uitgevoerd te worden, opnieuw plannen.

Er is een Engels gezegde: “Failing to Plan is Planing to Fail”


10

Een methode om te sorteren als iets in uw agenda of in uw “Te doen”-lijst moet is het plaatsen van de activiteiten in 1 van de 4 vakken :

Niet Belangrijk

Belangrijk

Urgent Niet Urgent

Figuur 3 : Matrix voor het categoriseren van activiteiten

Indien de activiteit valt in het vakje : 1 Urgent en Belangrijk : dit komt in uw agenda met dag, datum en eventueel de

tijdsduur. 2 Niet Urgent en Belangrijk : dit komt in uw “Te doen”-lijst. Naarmate de datum

nadert en de activiteit is nog niet uitgevoerd, gaat deze activiteit zich verplaatsen naar het vakje Urgent en Belangrijk.

3 Urgent en Niet Belangrijk : u mag hier zelf beslissen als u dit wil uitvoeren. 4 Niet Urgent en Niet Belangrijk : als u deze activiteit niet uitvoert zal toch niemand

er iets van merken.


11

Hoe ziet het verslag eruit? In verschillende boeken kunnen er verschillende voorbeelden komen hoe de indeling van het verslag eruit kan zien. Voor het schrijven van het afstudeerverslag voor het AMTO zou dit een gangbare kan zijn :

1 Titelblad 2 Voorwoord 3 Inhoudsopgave 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding; probleemstelling/doelstelling 5 Hoofdstuk 2 : Het bedrijf; de omgeving 6 Hoofdstuk 3 : Het project 7 Hoofdstuk 4 : De resultaten van het project 8 Hoofdstuk 5 : Conclusies en aanbevelingen 9 Bijlagen Ad. 1 Titelblad Op het titelblad moeten minstens voorkomen :

De naam van de opleiding, eventueel met de logo van de opleiding; in dit geval “AMTO ”. (boven – midden)

De titel van het project. Eventueel daaronder een subtitel. De subtitel geeft de afbakening van het project weer. (titel : ietsje boven midden – midden; subtitel : daaronder)

De plaats van uitgave; in dit geval “ Paramaribo”. (links beneden) De datum van uitgave; dit is de datum waar het verslag definitief wordt afgestaan

aan de opleiding en het afstudeerbedrijf. (links beneden naast de plaats van uitgave, gescheiden middels een komma)

De naam van de afstudeerder; bijvoorkeur: voornaam, spatie, voorletter(s) met punt(en) en de familienaam. (onder de plaats en datum van uitgave)

Let op: De tekst moet overzichtelijk en zakelijk overkomen, dus geen sierschrift, waarbij letters onherkenbaar worden. Indien er ook voor gekozen wordt een tekening of een foto te plaatsen, mag deze de tekst niet storen. De titel mag/moet groter zijn dan de rest van de tekst op de titelpagina. Op de titelpagina komt er geen paginanummer voor.

Ad. 2 Voorwoord In het voorwoord wordt opgenomen de achtergronden van het project, soms ook een verklaring waarom voor dit project gekozen is. Er kan dan globaal vertelt worden hoe het project is verlopen; ook zaken die niet echt in het verslag verder aan de orde komen. Aan het eind van het voorwoord kunnen de personen die hebben gezorgd voor het welslagen c.q. goed afronden van het project en misschien ook de totale studie, ook bedankt worden. Er wordt dan afgesloten met de plaats en datum van uitgave en daaronder de naam van de schrijver/schrijfster. Ad. 3 Inhoudsopgave De inhoudsopgave is de wegwijzer van het verslag. Hierin wordt


12

aangegeven op welke pagina welk hoofdstuk of paragraaf gevonden kan worden. Ook de plaats van het Voorwoord moet hierin gevonden kunnen worden. Let op : Aan het eind van het verslag, als u denkt dat u klaar bent met het verslag, overtuigt uzelf dat de paginanummering klopt met wat er in de Inhoudsopgave staat.

Ad. 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding; probleemstelling/doelstelling In het eerste hoofdstuk schrijft u de projectopdracht. Meestal is deze reeds omschreven vanuit het afstudeerbedrijf of de afstudeerinstelling. De projectopdracht kan dan onderverdeeld worden in de probleemstelling en de doelstelling. De probleemstelling geeft aan het probleem of het te onderzoeken project aangegeven door het bedrijf of de instelling. De doelstelling geeft aan wat het doel is van uw project met betrekking tot de probleemstelling. In het hoofdstuk Conclusies zal er antwoord gegeven moeten worden op de probleemstelling. Probeer de probleemstelling zo nauwkerig mogelijk te formuleren. Probeer het zodanig te omschrijven dat het kwantificeerbaar gemaakt kan worden. Dus niet : we zullen nagaan als de stroomsterkte goed is, maar : we zullen meten hoe groot de stroomsterkte is; indien de stroomsterkte 1,2 Ampere ± 5% is, dan is deze goed.

Ad. 5 Hoofdstuk 2 : Het bedrijf; de omgeving Omdat u ergens geplaatst wordt om uw afstudeerproject uit te voeren, zult u ook die omgeving moeten beschrijven. Het bedrijf of de instelling is ergens gevestigd. Geef nauwkeurig aan waar deze dan gevestigd is. Soms is een plattegrond als wegwijzer handig. Ga na welke (ondernemings)vorm het bedrijf of de instelling is. Is het een overheidsinstelling, is het een stichting, etc. Wie heeft de leiding daar. Vraag als er een organogram aanwezig is. Deze kunt u dan ook in het verslag verwerken. Geef de struktuur aan, inclusief de plaats die u als afstudeerder inneemt in het bedrijf. Welke positie of functie bekleed uw project- of veldbegeleider? Indien u in een bepaalde afdeling moet werken, geef dan ook aan uit hoeveel afdelingen de afstudeerplaats bestaat. Probeer ook een kort historisch overzicht te geven van de afstudeerplaats en de plaats van het aftudeerproject met betrekking tot de ontwikkeling van het bedrijf anno deze tijd.


13

Ad. 6 Hoofdstuk 3 : Het project Omschrijf het project zo duidelijk mogelijk. In dit hoofdstuk geeft u aan wat u gaat onderzoeken, waaraan u gaat werken en hoe u het zal uitvoeren. Een activiteitenschema zou hier handig zijn.

Nr. Activiteit Wk 1 Wk 2 Wk 13

Wk 14

1 Orientatie in bedrijf XXXX

2 Inleding schrijven XXXX XXXX

3 ... 12 13 Concept

verslag af X XXXX

14 Presentatie project

XXXX

Figuur 4 : Activiteitenschema afstudeerproject

Ad. 7 Hoofdstuk 4 : De resultaten van het project De resultaten van het project worden in dit hoofdstuk geplaatst. Voor elektrotechniek kunnen de resultaten overwegend metingen of analyses van tekeningen of schema’s zijn. De resultaten van de metingen zullen overzichtelijk in tabellen geplaatst moeten worden. Er zal ook een lijst van de gebruikte meetinstrumenten in dit hoofdstuk moeten komen. Wanneer het gaat om het analyseren van tekeningen en schema’s, dan kunnen de tekeningen, voorzover ze duidelijk leesbaar zijn op een A-4, in dit hoofdstuk geplaatst worden. Grotere tekeningen, b.v. A-3 worden geplaatst in de bijlage. Let op : Onder elke tabel moet er een tekst komen met een korte uitleg. Tekeningen en schema’s moeten voorzien zijn van een nummer. Alle tekenregels zullen hier ook gelden: het kader, het tekenhoofd, de tekst, etc. Bij de resultaten worden er nog geen conclusies getrokken. Conclusies horen in het volgend hoofdstuk.

Ad. 8 Hoofdstuk 5 : Conclusies en aanbevelingen Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen: conclusies en aanbevelingen. Conclusies : Aan de hand van de resultaten van het onderzoek of het project worden er conclusies getrokken. Deze conclusies geven antwoord op de probleemstelling in hoofdstuk 1. Aanbevelingen : De aanbevelingen volgen uit de conclusies en geven weer uw zienswijze hoe het probleem of de problemen op te lossen. Of om b.v. efficiënter te werken.


14

Let op :

Conclusies en aanbevelingen horen bij het verslag van het project; niet bij de totale studie.

Ad. 9 Bijlagen De bijlagen geven ondersteuning aan het verslag. De stukken die niet in het verslag passen, maar wel van belang zijn om het verslag te lezen of te beoordelen. Wanneer het gaan om formules, theoriën, etc. die niet uitgewerkt zijn in het verslag, maar toch wel belangrijk zijn voor het onderzoek. De boeken waaruit deze formules en theoriën zijn gehaald, worden opgesomd in de lijst van geraadpleegde boeken. Bij het maken van deze lijst is het belangrijk de volgende gegevens op te nemen:

• De volledige titel van het boek; • De schrijver van het boek; • Plaats en datum van uitgave; • De uitgever; • De druk. • Evenzo een lijst van geïnterviewde personen. • Volledige naam van de geïnterviewde; • Zijn positie of functie in relatie met het afstudeerproject. • Een overzicht van de uitgevoerde activiteiten over de 14 weken kan ook in de

bijlage toegevoegd worden. • Dan ook de tekeningen en schema’s.

Hoe schrijf ik het verslag? Het schrijven van het verslag zelf, kan eigenlijk al vanaf week 1 gebeuren. In principe houd u een stapel blanco papier voor u en doet alsof dat het verslag is. U maakt alvast een onderverdeling zoals aangegeven in de hoofdstukken hiervoor. Alles wat u alvast kunt invullen of invoeren doet u alvast. Dan maakt u een concept inhoudsopgave. In principe kan de inleiding reeds geschreven worden. Ook hoofdstuk 1 dat handelt over het bedrijf en de omgeving kan in de weken daarna geschreven worden.

De hoofdstukken die te maken hebben met het inhoudelijke van het project zelf, komen als laatst aan de orde. Eigenlijk betekent dit dat wanneer het project 14 weken gepland is, het project eigenlijk in de 13

de week afgerond moet worden. Want dan moet het

verslag in concept ook af zijn.

Het verslag moet zodanig opgebouwd worden, dat het verhaal dat bij de hoofdstukken hoort, ook daarover gaat. Het zal dus steeds een wisselwerking zijn van : inhoudsopgave checken, hoofdstukken checken, inhoud checken. Ondertussen gaat het project door. Een vuistregel dat gehanteerd kan worden is : werk gedurende de afstudeerperiode gemiddeld 2 uren per week aan het schrijven van het verslag. Tijdens het project maakt u aantekeningen in uw dagboek en uw dagboek gebruikt u om aan het verslag te werken. Bij de één voor de laatste week zult u meer tijd moeten besteden


15

aan het verslag.

Soms weten studenten niet hoe ze moeten beginnen. Mijn advies is : begin met schrijven. Er kan later altijd gecorrigeerd worden. Maar u moet alvast beginnen. Net als bij een elektrische installatie, mag u bij het schrijven ook met schema’s werken. Wat moet eerst, wat daarna en wanneer is de installatie af. Dit is dan uw klad. U mag dan in telegramstijl de punten opsommen.

Wanneer u echter aan het netverslag werkt, moeten de zinnen natuurlijk in algemeen beschaafd Nederlands geschreven zijn. Het verhaal moet dan een logische opbouw hebben. Sommige computers hebben de Nederlandse (Dutch) spelling in zich. Dit kan handig zijn bij het schrijven van het verslag. Sommige technische begrippen moet u juist niet vertalen. Zeker wanneer deze begrippen algemeen aanvaard zijn in het bedrijf of bij de instelling en de vertaling van dat begrip juist verwarring kan veroorzaken.

Foto’s, tabellen, tekeningen, etc. moeten passen bij de tekst. Als deze figuren geen waarde toevoegen aan het verslag, neem ze dan niet op in het verslag. Alle figuren behoren genummerd te zijn met een korte tekst met uitleg.

Aan het eind van het maken van het verslag kan dan “ruim” aandacht besteed worden aan de lay-out. Doe dat niet tijdens het schrijven, want dat leidt alleen maar de aandacht af van het schrijven.

Gangbare font bij het schrijven van het verslag is font : Times New Roman en font size : 12 met line spacing : single.

Wat moet ik doen als ik denk dat ik al klaar ben met het verslag? Wanneer u denkt dat u klaar bent met het schrijven van het verslag, is het te adviseren om het verslag minstens 2 keren helemaal opnieuw te lezen. U moet het minstens 1 keer lezen als schrijver en minstens 1 keer als lezer. Als lezer moet u zichzelf zodanig instellen, dat u doet alsof u het verslag voor het eerst leest en dat u niets weet over het afstudeerproject.

Het is ook handig om een checklist voor u zelf te maken: Lay-out

Ziet het verslag er verzorgd uit? Ziet de kaft er goed uit? Is het verslag netjes ingebonden? Geniet? Klopt de paginanummering? Ziet de achterkaft er goed uit? Is de tekst op de titelpagina goed leesbaar?


16

Titelblad ......................................................................

Inhoudsopgave ......................................................................

Voorwoord ......................................................................

Hoofdstuk 1 : Inleiding; probleemstelling/doelstelling .......................................................................

Hoofdstuk 2 : Het bedrijf; de omgeving .......................................................................

Hoofdstuk 3 : Het project .......................................................................

Hoofdstuk 4 : De resultaten van het project .......................................................................

Hoofdstuk 5 : Conclusies en aanbevelingen .......................................................................

Bijlagen .......................................................................

Het spreekt voor zich dat het verslag een duidelijk leesbaar verhaal moet zijn. Zorg voor een heldere structuur, zet alles wat bij elkaar hoort ook bij elkaar, verdeel de tekst in paragrafen en zet aanvullende informatie in bijlagen. Leg vaktermen uit en verduidelijk de tekst met figuren en tabellen. Richtlijn voor de omvang van een totaal verslag is minimaal 20 pagina’s, exclusief bijlagen.

Het is ook goed om het concept verslag door anderen te laten lezen. Misschien kunt u een leraar Nederlands vragen om het verslag te screenen op Nederlands en een collega op het inhoudelijke.

Laat zo mogelijk een ruwe versie van je verslag zien aan je mentor en eventueel je begeleidend docent. Beter dat zij in het begin aanwijzingen en/of kritiek geven dan wanneer je het definitieve verslag inlevert U maakt minstens vier identieke exemplaren. Eén voor het bedrijf of veldbegeleider, één voor de school, één voor de schoolbegeleider en één voor uzelf. Het exemplaar dat u indient op school moet voorzien zijn van de beoordeling van de veldbegeleider en schoolbegeleider met hun handtekeningen.

De meeste studenten gaan in de fout om geen identieke verslagen te maken.


17

De afstudeerpresentatie Waaraan moet je presentatie voldoen? Het doel van je presentatie is het overdragen van de kern van je afstudeeropdracht. Voor details of het geven van opdrachten aan de zaal is daarom geen ruimte. Naast de inhoud van je presentatie, moet ook de vorm van je presentatie aan verschillende eisen voldoen. We verwachten dat je een aantrekkelijk gepresenteerd, enthousiast verhaal houdt, dat met visuele middelen wordt ondersteund. Hoe je deze doelen kunt bereiken lees je hierna.

De voorbereiding Voor een goede presentatie is je voorbereiding het allerbelangrijkst. Dat begint met het bedenken van een heldere structuur. Simpel gezegd bestaat een presentatie uit: - een inleiding (10% van je tijd), waarin je uitlegt wat je onderwerp is, waarom je dat hebt gekozen en hoe je presentatie is opgebouwd: wat ga je in welke volgorde behandelen? - de kern (80% van je tijd), waarin je de hoofdlijn van je afstudeeropdracht bespreekt. Ook hier is een heldere structuur van groot belang. - een conclusie (10% van je tijd), waarin je de hoofdpunten van je afstudeeropdracht samenvat en je een goede slotzin hebt bedacht. Hier maak je duidelijk wat je gehoor van je presentatie in elk geval zou moeten onthouden. Je moet NIET je presentatie helemaal uit je hoofd leren of voorlezen van een papiertje. Dat leidt er alleen maar toe, dat je je presentatie gaat ‘opzeggen’, waardoor luisteraars al snel afhaken. Bovendien maakt die aanpak je alleen maar onzekerder: je loopt namelijk het risico dat je je tekst vergeet. Bij het oefenen maak je alleen gebruik van de kernwoorden, die je bijvoorbeeld op kleine kaartjes schrijft en die je tijdens je presentatie kunt gebruiken als ‘spiekbriefje’. De kernwoorden kun je ook gebruiken voor een flip-over (waar je met viltstift de kern voor of tijdens je presentatie opschrijft) of een PowerPoint-presentatie. Je kunt dus niet alleen volstaan met gesproken tekst, maar je dient ook te zorgen voor visuele ondersteuning. Zo kun je de aandacht van je toehoorders namelijk beter vasthouden en is de rode draad makkelijker te volgen. Jij kiest zelf voor de wijze van ondersteuning. Niets is wat dat betreft verplicht. Wij zorgen dat er een flip-over klaarstaat, een overhead-projector, een laptop met Powerpoint, een beamer en een projectiescherm. Voor het maken van een Powerpoint-presentatie zijn allerlei goede boeken op de markt. Bovendien kun je op het internet met even zoeken tal van tips vinden. Het allerbelangrijkste is echter oefenen, oefenen, oefenen. Aan de hand van je kernwoorden ga je hardop je presentatie oefenen. Dat zal in het begin misschien moeizaam gaan, maar je zult merken dat het steeds beter wordt. Je zult dan ook beter


18

zicht krijgen of je binnen de tijd blijft. Je presentatie moet immers niet te lang, maar ook niet te kort zijn. Verder ontdek je makkelijker of je verhaal logisch opgebouwd is. Oefen niet alleen de tekst, maar ook je lichaamshouding, liefst staand voor de spiegel. Jij weet immers als geen ander dat non-verbale communicatie enorm belangrijk is..

De presentatie zelf Op de dag van de presentatie is het onverstandig om helemaal niets te eten. Eet niet te veel of te zwaar, maar bijvoorbeeld een paar bruine boterhammen. Drink geen koffie, want die zorgt voor een droge mond. Waarschijnlijk zul je die dag best wat spanning voelen. Het is tenslotte ‘live’ en er hangt best het een en ander van af. Die spanning is helemaal niet erg en alle sprekers hebben dat. Het is bovendien goed te bedenken dat jij van het onderwerp van je afstudeeropdracht vermoedelijk veel meer weet dan de mensen in de zaal. Ga er verder vanuit dat je best wel een fout zal maken en dat dan echt de wereld niet vergaat. In de zaal zitten allemaal welwillende mensen, die het beste met je voor hebben. Zorg dat je ruim op tijd - uiterlijk een half uur voor je presentatie - aanwezig bent in. Er zal iemand met je meegaan naar de zaal en samen kun je dan nagaan of alles in orde is. Als je PowerPoint gebruikt, zorg dan dat je je presentatie op cd rom en/of USB-stick beschikbaar hebt. Ga na hoe je bijvoor-beeld de laptop moet bedienen. Controleer of je goed verstaanbaar bent. Kijk ook welke route je neemt als je naar voren loopt en waar je gaat staan. Zorg ook voor een glaasje water, want de kans is groot dat je een droge mond hebt of krijgt. Probeer tijdens je presentatie aan de volgende tips te denken:

• Ga niet achter een lessenaar staan. Dat vergroot alleen maar de afstand tussen jou en jouw gehoor. Blijf ook niet stokstijf staan, maar beweeg je kalm heen en weer.

• Ga niet met je handen in je zakken staan of met je armen over elkaar. Dat straalt onverschilligheid of afstand uit.

• Kijk de mensen in de zaal aan en vergeet daarbij de mensen achteraan en opzij niet.

• Probeer rustig en duidelijk te praten. • Probeer enthousiasme uit te stralen. Gebruik daarvoor afwisseling in je stem:

zorg voor verschil in intonatie en stemvolume. • Gebruik gewone mensentaal, vermijd vakjargon of leg moeilijke begrippen of

onderwerpen helder uit. Ga ook geen lange zinnen maken of schrijftaal (ten behoeve van, teneinde, wellicht) gebruiken. Blijf zo dicht mogelijk bij je eigen spreekstijl.


19

• Probeer veelvuldig gebruik van stoplappen als ’uh…’, ‘hmmmm…’ of ‘dan heb ik zoiets van…’ te vermijden. Vaak worden die gebruikt om even na te kunnen denken. Beter is dan om even een stilte te laten vallen.

• Vermijd een overmaat aan details en opsommingen. Hou de hoofdlijn goed in de gaten.

• Als je PowerPoint gebruikt, ga dan niet je tekst van de dia’s voorlezen. Mensen lezen sneller dan jij kunt spreken. Op de dia’s zet je alleen de kern, jij vertelt de rest.

• Houd je stipt aan de tijd en zorg dat je presentatie echt niet langer duurt dan 25 minuten. We moeten anders je verhaal afbreken.

• Zodra je je presentatie hebt beëindigd, is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Dat kunnen vragen zijn van de examencommissie, maar ook vragen van het publiek. De presentatie is namelijk openbaar. Dus bijvoorbeeld je afstudeeropdrachtbegeleider, vrienden en kennissen, maar ook andere belangstellenden kunnen vragen stellen. Bij het beantwoorden van reacties is het belangrijk dat je de vraag in je eigen woorden herhaalt. De anderen in de zaal horen dan ook welke vraag er is gesteld en je kunt ermee aangeven dat de vraag je duidelijk is. Daarnaast moet je de vragen natuurlijk zo helder mogelijk beantwoorden. Als je het antwoord niet weet, ga er dan niet omheen draaien, maar zeg dat gewoon.

Na afloop Na afloop van het vragenrondje ga je samen met een lid van de examencommissie naar een aparte ruimte, waar de presentatie gedurende 15 minuten wordt nabesproken. Centraal daarin staat de inhoud en de vorm van je presentatie: is duidelijk geworden waar je afstudeeropdracht over gaat en hoe heb je die kennis overgebracht? Je krijgt in dit evaluatiegesprek direct je cijfer voor je presentatie te horen. Bij een voldoende wordt he gevraagd om je uitreksel van CBB in te leveren zodat er overgegaan kan worden tot het opmaken van je diploma. Voordat het zover is, heb je echter nog het nodige te doen. We wensen je daar heel veel succes bij.


20

Afronding van de afstudeereindopdracht Eindproduct Het eindproduct van uw afstuderen is een afstudeerverslag dat u presenteert en verdedigt voor uw coordinator, een gecommitteerde en eventueel de bedrijfsbegeleider. het afstudeerverslag levert u in tweevoud in bij de administratie van de AMTO, dan wel de coördinator. Uiteraard levert u ook een exemplaar in bij uw praktijkbegeleider en heeft uzelf ook een exemplaar. U dient uw afstudeerverslag ook digitaal in te leveren bij de coördinator.

Beoordeling afstudeeropdracht Elementen van de beoordeling afstudeeropdracht U krijgt deelcijfers voor:

A. Presentatie en verdediging (20%) B. Inhoud afstudeeropdracht (80%)

A en B moeten allebei voldoende zijn. Het eindcijfer is hiervan het gewogen gemiddelde.

Toelating tot de afstudeerzitting en diplomering Op de afstudeerzitting moet u het afstudeerwerk verdedigen. De coordinator bepaalt op basis van het concept afstudeeropdracht, of de ze voldoende niveau heeft, zodat de afstudeerder ingeroosterd wordt voor de afstudeerzitting.

Als de kwaliteit van de definitieve afstudeeropdracht zodanig is dat er geen reële kans is dat u slaagt voor de afstudeeropdracht, kan alsnog worden besloten de eindpresentatie en de verdediging uit te stellen. Als dit het geval is, neemt de docentbegeleider (telefonisch) contact met u op.

Afstudeerzitting Een afstudeerzitting duurt 30 minuten en vindt plaats in een lokaal met beamer. Het verloop van een afstudeerzitting is als volgt:

• De coordinator heet ieder welkom, licht kort de procedures toe en geeft de student het woord voor een presentatie van het afstudeerwerk (15 minuten).

• Na afronding van de presentatie vindt een vragenronde plaats. Bij een afstudeerzitting met 2 of meer studenten (waarbij de studenten onafhankelijk van elkaar beoordeeld dienen te worden) duurt de zitting 15 minuten per extra student langer.


21

Aanmeldingsformulier afstudeeropdracht

Onvoldoende ingevulde en/of niet ondertekende aanmeldingsformulieren worden niet in behandeling genomen.

Deel I gegevens van de student

Naam student:………………………… ……………………………………………..

Studentnummer:……………………………………………………………………...

Klas:…………………………………………… ………………………………….....

Telefoonnummer:………………………………… … ………………………………

Mobiel:…………………………………….................................................................

E-mailadres:………………………………………….................................................

Deel II Opdrachtgevend bedrijf

Naam bedrijf:…………………………………………………………………………...

Adres:…………………………………………….....………………….....…………..... ..

Plaats:……...………………………………..............................................................

Naam bedrijfsbegeleider:…………………...……………………………….…..

Telefoonnummer bedrijfsbegeleider:……………………………………………………

E-mailadres bedrijfsbegeleider: …………………………………….……………………

Opdracht omschrijving

…………………………………………………………………………………………..

…………………………………………………………………………………………..

informatie brochure afstuderen - amto...

Documents