bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

30
RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Het interculturele cabaret en de wederzijdse beeldvorming van allochtonen en autochtonen Bachelorthesis Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies Linda Fernandez Beiro Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies Radboud Universiteit Nijmegen Begeleider: Toon van Meijl 5 juli 2013

Upload: linda-fernandez-beiro

Post on 26-Mar-2016

223 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN

Het interculturele cabaret en de wederzijdse beeldvorming van allochtonen en

autochtonen

Bachelorthesis Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies

Linda Fernandez Beiro

Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies

Radboud Universiteit Nijmegen

Begeleider: Toon van Meijl

5 juli 2013

Page 2: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

2

Inhoudsopgave

Inleiding ..................................................................................................................................... 3

1. Intercultureel cabaret .............................................................................................................. 5

1.1 Intercultureel cabaret……………………………………………………………………..5

1.2 Opkomst van het interculturele cabaret in Nederland ....................................................... 6

1.2.1 Etnische grappen ..…………………………………………………………………………...6

1.2.2 Comedytrain………………………..…………………………………………………...........7

1.2.3 Cabaretiers met meervoudige identiteiten………….........…………………………………..8

1.3 Verandering na 11 september en de moord op Theo van Gogh ..................................... 10

2. De invloed van het interculturele cabaret op wederzijdse beeldvorming ............................ 13

2.1 Wederzijdse beeldvorming ............................................................................................. 13

2.2 Positieve invloed ............................................................................................................. 15

2.3 Negatieve invloed ........................................................................................................... 18

Conclusie .................................................................................................................................. 25

Referentielijst ........................................................................................................................... 28

Page 3: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

3

Inleiding

Afgelopen jaar stond Najib Amhali weer op de planken met zijn nieuwe voorstelling ‘Alles

komt goed’. De voorstelling was minder gebaseerd op de integratieproblematiek dan de

vorige voorstellingen. Toch kwamen ook nu weer scherpe migrantengrappen terug alsook het

Marokkaanse typetje ‘Mo’. Opvallend was de diverse samenstelling van het publiek. Van

jong tot oud, van man tot vrouw en met verschillende culturele achtergronden. Dit riep de

volgende vraag bij me op: als het Najib Amhali lukt al deze mensen bij elkaar te krijgen en

samen te laten lachen, welke invloed kan het interculturele cabaret dan nog meer hebben op

de beeldvorming tussen diverse culturele groepen in onze samenleving?

De afgelopen jaren is de Nederlandse bevolkingssamenstelling sterk veranderd door de

komst van verschillende groepen migranten. We hebben te maken met een culturele diversiteit

in onze samenleving, door sommigen ook wel aangeduid als een multiculturele samenleving.

Een multiculturele samenleving kan worden gedefinieerd als een samenleving die is

opgebouwd uit mensen met verschillende culturele achtergronden (Sleegers 2007). Migratie

leidt ertoe dat mensen met diverse culturele achtergronden directe buren van elkaar worden.

Dit brengt allerlei nieuwe inzichten met zich mee, maar levert ook nieuwe problemen op.

In Nederland maar ook in andere landen zijn er spanningen te vinden tussen

verschillende culturele groepen in de samenleving. In Nederland gaat het dan met name om

Turken, Marokkanen, Surinamers en Antilianen. De eerste politici die hun ontevredenheid

over deze etnische minderheden durfden te uiten waren Bolkestein, Paul Scheffer en Pim

Fortuyn. De discussie over etnische minderheden en over de integratie van deze groepen in de

Nederlandse samenleving werd prominenter door de aanslagen van 11 september in de

Verenigde Staten en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Ook de populariteit van

Wilders enkele jaren geleden toont aan dat er nog steeds spanningen bestaan tussen de

allochtone en autochtone bevolking. Het publieke debat houdt zich dan ook al jaren bezig met

de vraag hoe autochtonen en allochtonen in Nederland vreedzaam met elkaar kunnen

samenleven (Gijsberts en Dagevos 2004).

Terwijl de multiculturele samenleving voor de meeste Nederlanders steeds gewoner

werd, kwam er ook een eerste generatie allochtone cabaretiers op. In 1998 brak Najib Amhali,

de Marokkaan van de Jordaan, door toen hij het Leids Cabaret Festival won met zijn show

‘vol=vol’. Ondertussen veranderden ook autochtone cabaretiers als Hans Teeuwen en Theo

Maassen het cabaret door migranten er voor het eerst een rol in te laten spelen. Dit leidde tot

een hardere en brutalere vorm van cabaret. Na de aanslagen van 11 september lijken

Page 4: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

4

cabaretiers zich echter bewuster te zijn geworden van de effecten die hun grappen kunnen

hebben op de allochtone en autochtone bevolking. Ze worden sneller beschuldigd van racisme

en krijgen vaker negatieve reacties op hun grappen. Dit betekent niet dat cabaretiers het

onderwerp tegenwoordig helemaal niet meer aansnijden, ze zijn echter wel voorzichtiger

geworden in hun uitspraken (Niemantsverdriet en van Wiechen 2006).

Het doel van deze scriptie is om meer inzicht te verkrijgen in de opkomst van het

interculturele cabaret en de invloed die deze vorm van cabaret kan hebben in de Nederlandse

multiculturele samenleving. De vraagstelling luidt als volgt: ‘welke rol kan het interculturele

cabaret en de hiermee gepaard gaande etnische humor spelen in de beeldvorming tussen

verschillende culturele groeperingen in Nederland’? Belangrijke deelvragen zijn; hoe is de

publieke humor ten opzichte van etnische groepen door de jaren heen veranderd en welke

gebeurtenissen hebben daar aan bijgedragen? Wat zijn de positieve en negatieve invloeden

van etnische humor op de beeldvorming tussen etnische groepen en is er een verschil tussen

allochtone en autochtone humoristen en hun geschiktheid om culturele verschillen te

overbruggen middels etnische grappen?

Deze scriptie zal eerst ingaan op de definitie van het interculturele cabaret en de

opkomst van het interculturele cabaret in Nederland. Hierbij wordt verder ingegaan op

etnische grappen, het ontstaan van de Comedytrain en de opkomst van cabaretiers met

meervoudige culturele identificaties. Vervolgens wordt gekeken naar de gevolgen van 11

september en de dood van Theo van Gogh op het cabaret. Is er iets veranderd na deze

gebeurtenissen in de manier waarop cabaretiers omgaan met culturele thema’s? Tot slot wordt

besproken hoe de wederzijdse beeldvorming tussen verschillende culturele groepen, met name

Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen en autochtonen, er uit ziet en welke positieve

of negatieve rol het interculturele cabaret kan spelen in deze beeldvorming.

Page 5: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

5

1. Intercultureel Cabaret

1.1 Wat is intercultureel cabaret?

Alvorens in te gaan op de opkomst van het interculturele cabaret en de invloed daarvan is het

belangrijk te definiëren wat intercultureel cabaret precies is. De theatervorm ‘cabaret’ is

ontstaan in Frankrijk, waar het in het begin van de twintigste eeuw een brug wilde slaan

tussen de cultuur van het volk en de cultuur van de elite, tussen serieusheid en komedie en

waarheid en onwaarheid. Belangrijk in het cabaret is dat alle groepen waar het cabaret over

gaat het ook grappig moeten vinden (Ellian 2013). Daarnaast is het ook van belang het cabaret

niet te verwarren met toneel. Anders dan bij toneel speelt de cabaretier meestal zichzelf of

doet hij in elk geval alsof hij zichzelf is. Dit leidt ertoe dat het publiek de uitspraken van de

cabaretier ook als echt beschouwen. Volgens Van Heuven (2005) heeft deze

echtheidssuggestie gevolgen voor de uitspraken die de cabaretier doet. Deze uitspraken zullen

door de toeschouwers eerder als echt worden gezien dan die van een acteur.

Het cabaret is een vorm van communicatie. Cabaretiers proberen met hun voorstelling

een boodschap over te brengen aan het publiek. In deze scriptie staat echter niet gewoon

cabaret, maar een specifieke vorm hiervan centraal: het interculturele cabaret. Intercultureel

wordt in de van Dale 2010 beschreven als ‘de betrekkingen tussen verschillende culturen

betreffend’. Intercultureel cabaret wordt vaak omschreven als cabaret waarbij allochtone

cabaretiers een rol spelen (Veenman 2008). Hierbij wordt echter buiten beschouwing gelaten

dat er ook autochtone cabaretiers zijn die het multiculturele als thema voor hun

theaterprogramma kiezen, en andersom zijn er ook enkele allochtone cabaretiers die dit juist

weigeren te doen. Bovenstaande definitie is mijn inziens dan ook geen complete definitie. Het

doel van het interculturele theater is om interculturele communicatie te stimuleren. Dit

probeert men te bereiken door een gemengd publiek te laten kijken en deze na te laten denken

over wat er gebeurt in een multiculturele samenleving (Veenman 2008).

De definitie die ik in deze scriptie zal hanteren luidt als volgt: intercultureel cabaret is

een vorm van cabaret waarbij de thematiek van culturele diversiteit wordt gebruikt als

onderwerp van het programma, zij het door autochtone of allochtone cabaretiers. Ik richt me

in deze paper dan ook op twee onderdelen van het interculturele cabaret: de opkomst van

etnische grappen in het cabaret en de opkomst van cabaretiers met meervoudige culturele

identificaties.

Page 6: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

6

1.2 Opkomst van het interculturele cabaret in Nederland

1.2.1 Etnische grappen

Het was in Nederland lange tijd taboe grappen te maken over etnische groepen. Tot in de

jaren negentig beperkten de meeste etnische grappen zich tot Jodenmoppen en de Indische

tante Lien van Wieteke van Dort (Niemantsverdriet en van Wiechen 2006). Grappen over

allochtonen en etnische verschillen waren taboe. Men vond dat deze grappen vooroordelen in

stand hielden en de rechtse stroming in de politiek steunde die de multiculturele samenleving

aanviel (Meijer 2004). Als er al grappen werden gemaakt over etnische minderheden

gebeurde dat binnen de grenzen van de politieke correctheid. Dit in tegenstelling tot

Amerikaanse comedians die in de jaren zeventig al harde grappen maakten over ras en geloof

(Niemantsverdriet en van Wiechen 2006).

Volgens antropologe Giselinde Kuipers (2005) kan deze manier van omgaan met

etnische grappen worden gezien als een weerspiegeling van de manier waarop de

Nederlanders over het algemeen omgaan met etnische verschillen. In Nederland heerst de

gedachte dat een etnische grap per definitie discriminerend bedoeld is. Dit is ook een van de

redenen waarom etnische grappen vrijwel nooit in het openbaar verteld worden. Hoewel deze

grappen dus niet in het openbaar verteld worden, bestaan ze wel. Grappen over Turken,

Marokkanen, Surinamers, negers en Joden zijn veelvuldig aanwezig in de Nederlandse

samenleving. De grappen zijn in de loop der jaren wel verschoven van Surinamers en negers

via Turken naar de Marokkanen. Het zijn grappen die eigenlijk niet mogen, en daarom

worden ze alleen binnenshuis verteld.

Pas in de loop van de jaren negentig werd het onderwerp minder taboe. De

multiculturele samenleving begon een dagelijkse realiteit te worden. Allochtonen waren

overal en zo ontstond er ook een eerste generatie allochtone cabaretiers die het onderwerp

bespreekbaar maakten (Niemantsverdriet en van Wiechen 2006). Ook Kuipers (2005) geeft

aan dat er tussen 1995 en 2005 meer ruimte is gekomen om te spreken over etnische

minderheden. Het klimaat in Nederland is verhard, er wordt nu gesproken over

‘geitenneukers’ en ‘kut Marokkanen’ in plaats van Turkse en Marokkaanse mensen. Ondanks

deze verharding en de opkomst van dit soort uitspraken, blijft het maken van etnische grappen

in de publieke sfeer echter taboe. Een van de redenen hiervoor zijn de strenge regels van de

etnische grap.

Hoewel het niet gewaardeerd wordt in het openbaar grappen over migranten te maken,

is het wel toegestaan om grappen te maken die over migranten gaan met als doel het racisme

Page 7: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

7

tegen te gaan. Hier maken grappenmakers dan ook graag gebruik van. Op deze manier zijn ze

in staat etnische grappen te kunnen maken, zonder voor racist uit te worden gemaakt. Dit

kwam zowel naar voren in de shows van Freek de Jong, die uitviel tegen zijn publiek als ze

lachten om zijn grappen over negers of boekverbrandingen, alsook in de shows van Hans

Teeuwen en Theo Maassen die zich regelmatig verstopten achter domme typetjes om een

dergelijke grap te kunnen maken (Kuipers 2005).

Een kenmerk van etnische grappen is dat ze korter zijn dan andere grappen. Het is

vaak al genoeg om even de grens over te steken. Helaas durven veel cabaretiers het niet aan

dit thema als onderwerp van hun grappen te gebruiken. Kuipers (2005) is echter van mening

dat het belangrijk is dat er etnische grappen gemaakt kunnen worden in de publieke sfeer. Het

kan verlichting en lucht bieden in een serieus en ongemakkelijke omgeving.

1.2.2 Comedytrain

Een omslag in de taboesfeer over etnische grappen was de opkomst van stand up comedy in

Nederland. In de jaren negentig bereikte deze vorm van theater Nederland vanuit Amerika

(Niemantsverdriet en van Wiechen 2006). Eind jaren tachtig werden jongerencentra,

buurthuizen en studentensociëteiten wegbezuinigd, terwijl aankomende cabaretiers juist op

deze plaatsen het vak hadden geleerd. Vrijwel de enige andere optie om het vak in te rollen

was door middel van cabaretfestivals. Raoul Heertje hield zich al een tijdje bezig met cabaret,

en merkte dat het lastig was buiten deze festivals om aan optredens te komen. Hierop besloot

hij een eigen comedy club te beginnen, de ‘Comedytrain’ (Meijer 2004).

De Comedytrain bleek een aantrekkelijke plaats te zijn voor jonge Nederlanders van

buitenlandse afkomst. De groep had een hoge status, veel ervaring, en meedoen leverde

betaald werk op. Eric van Sauers, Howard Komproe, Najib Amhali en Roué Verveer zijn

voorbeelden van succesverhalen voortgekomen uit de Comedytrain. Ze maakten vooroordelen

en stereotyperingen belachelijk en vertelden hun persoonlijke verhaal. Een optreden bij stand-

up comedy moet meteen aanslaan (Meijer 2004). Zoals Giselinde Kuipers al aangaf: 'Grappen

over je eigen afkomst en die van anderen spelen een belangrijke rol bij het stand uppen. Als je

maar tien minuten de tijd hebt om een rumoerig café aan het lachen te krijgen, is het een

dankbaar onderwerp’ (Niemantsverdriet en van Wiechen 2006).

Grappen over integratie zijn dan ook een dankbaar onderwerp voor stand-uppers. Dit

ook vanwege het feit dat humor zich meestal bezighoudt met thema’s waarop zich

verschuivingen voordoen in de samenleving. Wanneer etnische minderheden bezig zijn met

integratie dan zijn ze vaak onderwerp van grappen en maken ze zelf ook grappen (Meijer

Page 8: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

8

2004). In de Verenigde Staten is stand up comedy vooral een manier voor minderheden om

hun stem te kunnen laten horen. Ook in Nederland kunnen we dit terug zien, zij het in lichtere

mate omdat de sociale tegenstellingen hier niet zo scherp zijn als in de Verenigde Staten

(Niemantsverdriet en van Wiechen 2006).

Vanaf het begin presenteerden de comedians zich als leden van een minderheid. Dit

geldt niet alleen voor comedians van allochtone afkomst maar ook voor comedians als Theo

Maassen en Hans Teeuwen die zich regelmatig presenteerden als domme Brabanders,

inclusief dialect. Grappen over minderheden en zelfspot bleken het goed te doen. In 1993

kwam Eric van Sauers bij de groep, die scherpe grappen wist te maken over minderheden in

een tijd waarin er in Nederland grote angst heerste voor racisme en het in het openbaar niet

gebruikelijk was etnische grappen te maken. Door middel van etnische grappen probeerden de

comedians bestaande vooroordelen te ontkrachten (Meijer 2004).

Volgens Giselinde Kuipers (1999, 43) zijn er bij de comedytrain drie regels bij het

maken van etnische grappen. Ten eerste is zelfspot de beste humor. Dit beaamt ook Najib

Amhali in een interview: ‘Marokkanen hebben heel veel zelfspot’ (Verbraak 2001). Toen hij

merkte dat dit zo goed aansloeg, wist hij wat hem te doen stond. Hij besloot persoonlijke

verhalen te vertellen. Dit leidt ertoe dat zijn eerste programma ‘vol = vol’ bestond uit veel

Marokkanengrappen die geen enkele autochtoon zich zou kunnen permitteren (Verbraak

2001). Dit brengt ons meteen bij het tweede en derde punt: grappen moeten altijd gericht zijn

tegen hogere of gelijke in de hiërarchie en grappen gebaseerd op vooroordelen zijn fout, maar

grappen over vooroordelen van anderen zijn goed (Kuipers 1999). Hier zal ik later nog op

terug komen.

1.2.3 Cabaretiers met meervoudige identiteiten

Een grote rol in de opkomst van allochtone cabaretiers in Nederland is dus weggelegd voor de

Comedytrain. Veel cabaretiers van Surinaamse, Antilliaanse of Marokkaanse afkomst zijn via

stand up comedy terecht gekomen in het cabaretcircuit. Volgens de cabaretjury zijn deze

artiesten een verrijking geweest voor het cabaret. Allochtone cabaretiers zouden allochtoon

publiek aangetrokken hebben, dat voorheen niet zo snel naar het theater ging. Daarnaast

kregen ze ook een voorbeeldfunctie voor andere jonge allochtone comedians (VSCD

Cabaretjury 2012).

Behalve eerder genoemde cabaretiers zijn er inmiddels meer voorbeelden van

cabaretiers met een meervoudige culturele achtergrond: Nilgün Yerli (Turks), Jörgen

Raymann (Surinaams), Eric van Sauers (Surinaams) en Dara Faizi (Afghaans). Allemaal

Page 9: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

9

voorbeelden van Nederlanders die het thema van de meervoudige culturele identificaties

verwerken in hun theaterwerk. Deze vorm van theater maken wordt ook wel identiteitskunst

genoemd. Opvallend is dat de relatie van theater met identiteit en etniciteit vaak een negatieve

klank krijgt. Cabaretiers met wortels in andere culturen dan de Nederlandse zouden deze

vorm van kunst alleen gebruiken als opstap om toe te kunnen treden tot de echte wereld van

het cabaret (Van der Geest 2005). Het wordt nog niet gezien als volwaardig cabaret.

Veel cabaretiers met een multiculturele achtergrond ontkomen er echter niet aan na te

denken over deze achtergrond. Deze generatie allochtonen leeft vaak tussen verschillende

culturele werelden, waarvan sommigen gewoonten en gebruiken kunnen botsen (Buikema en

Meijer 2004, 7-17.) De achtergrond van een allochtone cabaretier is altijd betekenisvol. Ook

wanneer hij geen grap maakt over zijn achtergrond in een voorstelling, maakt hij alsnog

bewust of onbewust een statement daarmee (Van Heuven 2005). Volgens antropologe

Giselinde Kuipers is een allochtone cabaretier dan ook altijd gedwongen zichzelf te

positioneren en zijn achtergrond mee te nemen in de voorstelling (Kuipers 1999, 43).

Er zijn echter ook cabaretiers die hier niets van moeten hebben. De van oorsprong

Surinaamse Eric van Sauers vindt het verschrikkelijk tot de allochtone cabaretiers gerekend te

worden. Hij is Surinamer maar heeft zelf het gevoel weinig met Suriname te maken te hebben.

Hij is opgegroeid in Nederland en wil ook als een Nederlander beschouwd worden zonder het

stempel allochtoon opgedrukt te krijgen. Hij ziet niet in wat er zo interessant is aan allochtone

cabaretiers. Hoewel hij begrijpt dat cabaretiers als Najib Amhali hun achtergrond bewust

inzetten, wil hij dat mensen naar zijn show komen omdat ze hem een goede cabaretier vinden

en niet vanwege zijn Surinaamse achtergrond. “Tuurlijk, een cabaretier als Najib Amhali

gebruikt zijn Marokkaanse achtergrond heel bewust. Maar dat is ook volkomen logisch (…)

Rond de Marokkaanse gemeenschap is veel meer aan de hand: “kut-Marokkanen”, de islam,

moskeeën, ronselen voor de jihad… Maar wat moet ik nou zeggen over Suriname? We zijn

geïntegreerd, hebben zelfs een eigen slavenmonument. Nu is het kláár!” (Verbraak 2003).

Volgens van Heuven (2005) is het belangrijk op te merken dat de allochtone cabaretier

niet alleen een andere culturele achtergrond heeft maar ook een Nederlandse. Er is vaak

sprake van een ‘dubbele’ identiteit. Ik spreek zelf liever van meervoudige identificatie, omdat

identiteit een te afgebakend begrip is. Identiteit wordt vaak gezien als iets dat je hebt in plaats

van iets waar je constant in dialoog mee bent (Buitelaar 2009). Vandaar dat ik liever de term

identificatie gebruik. Identificatie kan omschreven worden als een proces van het creëren,

onderhouden en breken van relaties. Het is een dynamisch proces. Mensen voelen zich vaak

verbonden met meerdere groepen of culturen en dit gevoel van verbondenheid kan in de loop

Page 10: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

10

van tijd ook toe- of afnemen (WRR 2007).

Najib Amhali legt in zijn voorstellingen heel bewust de nadruk op zijn meervoudige

identificaties. Zo zegt hij: ‘Ik weet nog dat Pim Fortuyn werd vermoord. Ik dacht: als het

maar geen buitenlander is. Da’s gek, heel gek, maar dat dacht ik. Ik woon hier al tweeëndertig

jaar. Ik voel me één van ons. Maar mensen denken in hokjes, hè?’ Amhali jongleert in zijn

programma met zijn culturele identificaties: soms heeft hij het over zichzelf als Marokkaan,

dan weer als Nederlander en dan weer als ‘besnedelander’.

1.3 Verandering na 11 september en de moord op Theo van Gogh

In de tijd tussen de opkomst van de eerste cabaretiers met meervoudige culturele identificaties

en vandaag de dag is er veel veranderd. Met name twee belangrijke gebeurtenissen hebben

ertoe geleid dat het cabaret in de loop der jaren veranderd is. Het eerste keerpunt was 11

september, de dag waarop extremistische Islamieten terroristische aanslagen pleegden op de

Twin Towers in New York en het Pentagon in washington D.C. De tweede gebeurtenis is de

moord op filmmaker, regisseur en columnist Theo van Gogh in 2004. De dader was een 26-

jarige moslim met zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit. Deze

gebeurtenissen hebben geleid tot angst in Nederland. Cabaretiers, columnisten en politici

passen in het openbaar op hun woorden wanneer zij spreken over de multiculturele

samenleving en de islam. Wat vroeger allemaal gezegd kon worden, was nu omstreden en

zelfs gevaarlijk (Van Essen 2005). De vraag is in welke mate deze gebeurtenissen ook invloed

hebben gehad op de uitspraken en voorstellingen van cabaretiers en stand-up comedians.

In 2001 sprak journalist Coen Verbraak (2001) met Najib Amhali over de gevolgen

van 11 september. Amhali gaf toe de poster voor zijn nieuwe programma ‘Freefight’ te

hebben vernietigd, omdat dat na 11 september echt niet meer zou kunnen. Het betrof een

afbeelding van Najib Amhali in free fight houding met op zijn schouder de tatoeage: “In Allah

we trust”. Dit maakt duidelijk dat 11 september iets heeft losgemaakt, waardoor men

voorzichtiger is geworden en niet meer vanzelfsprekend aanneemt dat alles gedaan en gezegd

kan worden.

Op 11 september zag Amhali de ramp gebeuren op tv. Hij hoopte dat het geen

islamitische terroristen waren, want dan zouden het zijn geloofsgenoten zijn. Helaas bleek dit

wel het geval. Sindsdien is het thema angst voor de gevolgen en onmacht sterker geworden

volgens Amhali. Marokkanen hadden al geen goede naam, en dit maakte het er niet veel beter

op. Na 11 september werd hij regelmatig gebeld door radio- en televisieprogramma’s met de

vraag of hij zijn mening erover wilde geven. Hij vond het onrechtvaardig: ‘Ik ben iets aan het

Page 11: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

11

opbouwen, probeer verdomme iets van de grond te krijgen door heel hard te werken. Maar

dáár bellen ze niet over. Het gaat alleen maar over 11 september en over lastige Marokkaanse

jongeren.’ Het toneel is zijn uitlaatklep, daar probeert hij te laten zien dat niet alle

Marokkanen hetzelfde zijn. Helaas heeft hij het gevoel na 11 september dat al zijn werk voor

niks is geweest. Dat alles weer terug bij af is (Verbraak 2001).

Aan de ene kant zijn cabaretiers blij dat het sinds 11 september en de moorden op Pim

Fortuyn en Theo van Gogh weer ergens over gaat op het podium. Cabaretiers hebben weer

iets om over te praten, om iets bij te dragen aan de Nederlandse maatschappij. Van de andere

kant zijn ze zich echter ook bewust dat het klimaat is verhard in Nederland. Ze zijn zich

bewust dat sommigen onderwerpen erg beladen zijn, waardoor het grappen erover maken

gevoelig ligt. Cabaretier en stand-up comedian Murth Mossel geeft aan na 11 september al

zijn optredens te hebben afgezegd. Hij wist een week lang niet waar hij het op het podium

over moest hebben. Na de moord op Theo van Gogh had hij echter een enorme drang om te

spelen (Niemantsverdriet en van Wiechen 2006). Hoewel 11 september aanleiding was voor

een veranderend cabaret klimaat, was het de moord op Theo van Gogh op 4 november 2004

die de meeste invloed heeft gehad.

Van Gogh werd vermoord vanwege zijn openlijke kritiek en spot met de islam.

Anderhalve week na de moord op Theo van Gogh werd het toneelstuk ‘het zijn allemaal

flikkers bij de tv’ van Ahmed Aynan in Den Haag afgelast. Reden hiervoor? De Marokkaanse

acteurs in het stuk durfden het niet meer te spelen uit angst voor wraak vanuit de zaal. Dit

voorbeeld laat goed zien hoe de angst leefde in Nederland. Columnisten werden bedreigd,

cabaretiers durfden niet meer alles te zeggen, en als ze al iets zeiden gebeurde dat in bedekte

termen (Van Essen 2005).

Hans Teeuwen kondigde in 2005 na de moord op Theo van Gogh aan te stoppen met

cabaret (Niemantsverdriet en van Wiechen 2006). Hij had het gevoel dat hij niet alles meer

durfde te zeggen na de moord op zijn vriend van Gogh (Van Essen 2005). Ook is Hans van

mening dat zijn collega’s afgelopen jaren terughoudender zijn geworden. Hij neemt het ze

niet kwalijk, maar vindt wel dat ze er eerlijk voor uit moeten komen dat dit uit angst voor

oproer is. Vroeger zochten cabaratiers juist die onderwerpen op die taboe waren, nu beweren

veel cabaretiers dat ze geen behoefte hebben grappen te maken over de islam. Zijn collega

Theo Maassen geeft echter aan op het podium nog steeds te kunnen zeggen wat hij wil, maar

dat betekent niet dat hij ook daadwerkelijk alles roept. Volgens hem zijn cabaretiers te

vergelijken met politici, beiden moeten op hun woorden passen (Niemantsverdriet en van

Wiechen 2006).

Page 12: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

12

Cabaretier Andre Manuel is het met Hans Teeuwen eens dat er angst heerst onder

artiesten. De stemming in Nederland is behoorlijk omgeslagen. De cartoonist tekent anders,

de filmer filmt anders en ook de cabaretier speelt anders. Terwijl de meeste theatermakers na

4 november 2004 hun toon matigden, besloot Andre Manuel zijn toon echter nog wat te

versterken. Hij deed dit echter niet als zichzelf, maar besloot een typetje in te zetten om nog

verder te kunnen gaan met zijn grappen (Niemantsverdriet en van Wiechen 2006). Ook bij

hem is het bewustzijn gekomen dat in het huidige klimaat grenzen zijn aan een grap.

Page 13: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

13

2. De invloed van het interculturele cabaret op wederzijdse beeldvorming

2.1 Wederzijdse beeldvorming tussen allochtonen en autochtonen

In de afgelopen jaren is de bevolkingssamenstelling van Nederland flink gewijzigd waardoor

mensen met verschillende culturele achtergronden samen kwamen te leven. De komst van

deze groepen nieuwe Nederlanders verliep niet altijd zonder problemen. Ik zal me in deze

paper voornamelijk richten op vier specifieke groepen migranten: Antillianen, Surinamers,

Turken en Marokkanen. De meningen over de komst van deze nieuwe Nederlanders lopen

sterk uiteen. Autochtonen voelen vaak een sociale afstand tegenover een andere etnische

groep, de drempel om contact met een andere etnische groep te hebben is dan vaak ook hoog

(Wetering 2010). Andersom zijn ook de nieuwkomers niet altijd even blij met het gedrag van

de autochtone Nederlanders. Dit is geen nieuwe ontwikkeling. Uit verschillende onderzoeken

komt naar voren dat mensen de neiging hebben positieve kenmerken toe te kennen aan de

eigen groep en negatieve aan de andere. Ook overdrijven ze bepaalde kenmerken van de eigen

en de andere groep, en hebben ze de neiging om de andere groep te generaliseren (Gijsberts

en Dagevos 2004).

In 2004 lieten Gijsberts en Dagevos al zien dat de onderlinge beeldvorming niet altijd

even positief is. Zo oordeelde 43% van de autochtone bevolking negatief over Marokkanen,

36% over Turken en 25% over Surinamers. Turken dachten het meest negatief over

autochtonen (35%), terwijl Surinamers het meest positief waren (26%). De opvattingen van

Marokkanen en Antillianen lagen hier tussen in (Gijsberts en Dagevos 2004, 6).

De denkbeelden die autochtonen en allochtonen over elkaar hanteren zijn vaak

gebaseerd op stereotyperingen. Een stereotype is de benadrukking van een bepaald kenmerk

van een groep en het toeschrijven van dit kenmerk aan alle leden van die groep. Positieve

kenmerken die aan allochtonen worden toegeschreven door autochtonen zijn dat ze gastvrij,

beleefd en vriendelijk zijn. Daartegenover staan echter ook minder positieve kenmerken als

minder netjes, verdraagzaam, hulpvaardig en eerlijk. Over Marokkanen zijn autochtonen het

minst te spreken, zij worden het minst verdraagzaam, eerlijk en hulpvaardig gevonden.

Allochtonen lijken over het algemeen iets positiever te zijn over autochtonen dan omgekeerd.

Positieve eigenschappen die aan autochtonen worden toegeschreven zijn vriendelijk, gezellig,

netjes en hulpvaardig. Negatieve eigenschappen zijn dat autochtonen als niet erg gastvrij

worden gezien, en minder verdraagzaam en beleefd (Gijsberts en Dagevos 2004).

De vraag is hoe deze wederzijdse beeldvorming in de loop der jaren veranderd is. De

moord op Theo van Gogh heeft een grote rol gespeeld in de veranderende beeldvorming

Page 14: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

14

tussen bevolkingsgroepen in de steden. Uit een enquete van communicatiebureau MCA, op

verzoek van Trouw, waarin ruim achthonderd inwoners van de vier grote steden werden

ondervraagd, van Nederlandse, Surinaamse, Turkse en Antilliaanse komaf, blijkt dat binnen

elke etnische groep een ruime meerderheid van mening is dat de moord op Theo van Gogh

een negatieve of zeer negatieve invloed heeft gehad op de manier waarop bevolkingsgroepen

in Nederland samenleven (Bessems 2005).

Gegevens over de periode 2002-2011 laten zien dat de opvattingen over de

maatschappelijke acceptatie van migrantengroepen inderdaad somberder zijn geworden. Meer

migranten zijn van mening dat het maatschappelijke klimaat is verslechterd, de

maatschappelijke acceptatie is volgens hen verminderd (Huijnk en Dagevos 2012, 10). Dit

hangt onder andere samen met ervaringen van discriminatie. Met uitzondering van de Turkse

groep, is het aandeel personen dat zelf ervaringen met discriminatie heeft toegenomen tussen

2002 en 2011. Bij de Marokkaanse en Antilliaanse groep is er een lichte stijging te zien. Bij

de Surinaamse groep is deze toename groot (ibid. 11).

Behalve discriminatie zijn er meer factoren die een positieve wederzijdse

beeldvorming in de weg staan. Deze factoren zijn een toegenomen etnische concentratie; een

verslechterd maatschappelijk klimaat, ofwel negatievere opvattingen over ervaren acceptatie

van migrantengroepen en beeldvorming over moslims; betekenis van religie en de gestegen

werkloosheid (Huijnk en Dagevos 2012, 23). De toegenomen etnische concentratie blijkt

onder andere uit het feit dat tussen 1994 en 2011 sprake is van een dalende tendens in de mate

waarin er in de vrije tijd contact is tussen migranten en autochtonen (ibid. 13).

De factor religie speelt voornamelijk een rol met betrekking tot de islam. Er heerst

angst in Nederland. Autochtonen zijn bang geworden voor de islam en een teveel aan

allochtonen in het land. Dit blijkt onder meer uit de angst van autochtonen voor teveel

moskeeën in het straatbeeld en voor Marokkaanse burgemeesters die Nederland zouden

overnemen. Ze zijn bang dat de Nederlandse identiteit verloren gaat. Tegelijkertijd heerst er

ook angst onder de allochtonen en met name onder de moslims die bang zijn gedwongen te

worden hun religie op te geven (Vedder et al. 2012).

Tot slot blijkt uit het integratierapport van 2009 dat de wederzijdse beeldvorming

tussen allochtonen en autochtonen negatiever is geworden sinds de verharding van het

integratie klimaat in Nederland. Een eerste indicatie hiervoor is de populariteit van de PVV.

De populariteit van de PVV laat zien dat veel mensen negatieve denkbeelden hebben etnische

minderheden en met name ook de islam. Daarnaast werden er van de kant van niet-westerse

migranten en hun kinderen signalen opgevangen dat zij zich minder geaccepteerd voelden, en

Page 15: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

15

sommigen dachten er zelfs over na te emigreren (Integratierapport 2009).

Evenals de wederzijdse beeldvorming zijn ook etnische grappen vaak gebaseerd op

stereotyperingen. De vraag is welke rol deze grappen alswel de opkomst van het intercultureel

cabaret kunnen spelen in de wederzijdse beeldvorming tussen allochtonen en autochtonen in

Nederland.

2.2 Positieve invloed

Humor is belangrijk. Ik ben bij de Comedytrain heel goed bevriend geraakt met Raoul

Heertje. Hij is jood, ik ben moslim. Je ziet dat overal in de wereld joden en moslims

met elkaar overhoop liggen. Wij zien de goede kanten van elkaar, terwijl we echt

vreselijke grappen over elkaar maken. Humor en comedy brengt mensen juist samen. –

Najib Amhali (Verbraak 2001)

Volgens Najib Amhali hebben humor en comedy de kracht om mensen samen te

brengen. Dit zou er toe kunnen leiden dat de bovenstaand beschreven beeldvorming

tussen culturele groepen ook zou kunnen verbeteren. Dat humor over het algemeen van

groot belang kan zijn is duidelijk. Volgens Cabaretier Howard Komproe (2013) lost

een lach meer op dan een scheldpartij. Hoewel een goede scheldpartij op korte termijn

voor opluchting kan zorgen, blijft het een negatieve uiting. Grappen maken en hierom

lachen is echter een positieve manier om iemand te helpen loskomen van vastgeroeste

denkpatronen en gewoontes. Door een goede grap realiseren mensen zich soms dat ze

jarenlang anders naar dingen hebben gekeken dan ze daadwerkelijk zijn. Humor en

comedy zet dus aan tot denken. In het interculturele cabaret wordt dit gedaan door

verschillende culturele groepen met elkaar te confronteren. Dit kan leiden tot

verwarring, maar leidt vooral ook tot meer kennis en inzicht in de ander en zichzelf

(Van Heuven 2005). Wat cabaretiers binnen het interculturele cabaret proberen te doen

komt sterk overeen met wat antropologen trachten te bereiken: het bekende onbekend

maken en het onbekende bekend.

Een manier waarop interculturele cabaretiers dit proberen te bereiken is door

tegenstellingen minder zwart-wit te maken door stereotyperingen en vooroordelen in

hun shows te gebruiken en deze vervolgens te relativeren. Shadid (1994) is van mening

dat positieve interculturele communicatie tussen verschillende etnische groepen niet

kan ontstaan wanneer de wederzijds toegeschreven culturele identiteiten voornamelijk

gebaseerd zijn op generalisaties en vooroordelen. Om allochtonen en autochtonen

Page 16: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

16

dichter bij elkaar te brengen is het belangrijk aandacht te besteden aan de wederzijdse

beeldvorming, en met name aan de aanwezige vooroordelen en generalisaties. Volgens

Van Heuven (2005) is het theater een uitstekende plek hiervoor. In het theater kan op

een veilige manier geëxperimenteerd worden met het loslaten van vertrouwdheden en

het is een plek waar de confrontatie kan worden aangegaan met vooroordelen die wij

allemaal hebben.

Van Heuven (2005) laat zien hoe het interculturele cabaret van Najib Amhali

omgaat met heersende wij-zij denken. Najib Amhali probeert hier mee om te gaan door

culturen met elkaar in botsing te brengen. Het ene moment neemt hij de positie van de

Nederlander in ten opzichte van allochtonen, het andere moment laat hij Nederlanders

zien hoe er door allochtonen over hen gedacht wordt. Door deze beide posities in te

nemen kan hij dus zowel aan allochtonen als autochtonen laten zien welke

vooroordelen er over hen bestaan. Een voorbeeld uit zijn meest recente show ‘Alles

komt goed’ gaat over het vooroordeel dat Marokkanen iets tegen homoseksuelen

zouden hebben. Op de vraag of hij iets tegen homoseksuelen heeft reageert Najib als

volgt: “ikke niet he dat is een vooroordeel … Ik heb een hele goede vriend, een van

mijn beste vrienden, en die kent iemand en die heeft een broer en zijn neef woont naast

een homo”. Door het vooroordeel te ontkennen en tegelijkertijd het vooroordeel weer

naar voren te brengen en er een grap over te maken probeert hij te laten zien dat het

allemaal niet zo zwart-wit is. Hij brengt de beeldvorming tussen allochtonen en

autochtonen in zijn show in beeld, en probeert deze door middel van humor te

beïnvloeden. Volgens Giselinde Kuipers (2005) is deze rol van tussenpersoon

voornamelijk weggelegd voor cabaretiers met meervoudige culturele identificaties

omdat zij zowel grappen over autochtonen als allochtonen kunnen maken en zo met

vooroordelen kunnen spelen. Zij krijgen de kans etnische verschillen te benoemen.

Autochtone cabaretiers kunnen dit ook, maar vaak ligt het gevoelig als een autochtoon

grappen maakt over allochtonen. Grappen kunnen dan nog wel eens verkeerd vallen en

juist tot irritaties en frustraties leiden.

Dit blijkt ook uit het feit dat het programma ‘Ushi en Dushi’ van Wendy van

Dijk in 2009 tot veel verontwaardiging heeft geleid, vanwege het spelen van een

Antilliaanse typetje Lucretia Dushi Martina. Het typetje heeft geleid tot kritiek binnen

Surinaamse en Antilliaanse kringen en werd door sommigen zelfs racistisch gevonden.

Albert Verlinde zei hierover het volgende: “Het is natuurlijk logisch als je een

donkergekleurd type speelt dat je kan voorstellen dat mensen daar niet op zitten te

Page 17: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

17

wachten” (Haakman 2013). Dit is opvallend omdat het niet zoveel anders is dan wat de

Surinaamse cabaretier Jörgen Raymann al jaren doet. Zijn shows bestaan vaak uit

grappen over Surinamers, en ook de uitvergrootte Surinaamse tante Es is een

terugkerend type die hij speelt in zijn show. Raymann speelde dit type ook in een

reclame van Robijn, waar hij als tante Es de was op hangt, met alle stereotyperingen

van dien. Dit alles kan hij doen zonder beschuldigd te worden van racisme of het

beledigen van mensen. In de volgende paragraaf zal ik verder ingaan op de vraag hoe

het kan dat autochtonen dit soort grappen niet kunnen maken en cabaretiers die lid zijn

van een etnische minderheidsgroep wel.

Een andere reden waarom cabaretiers met meervoudige culturele identificaties

het meest geschikt lijken te zijn om grappen te maken voor zowel het allochtone als het

autochtone publiek, is vanwege de cultuurverschillen. Humor verschilt van cultuur tot

cultuur. Nederlanders vinden andere dingen grappig dan Marokkanen. Dit leidt er ook

toe dat Nederlanders zichzelf vaak humoristisch vinden en stellen dat andere groepen

zoals Marokkanen en Turken geen humor zouden hebben (Kuipers 1994). De kunst is

echter om te ontdekken waar beiden om kunnen lachen.

Andermans humor is soms lastig te begrijpen vanwege het feit dat we vaak te

weinig kennis over de ander hebben. Grappen zijn vaak gebaseerd op impliciete

verwijzingen naar cultuur die alleen voor leden van die cultuur te begrijpen zijn.

Daarnaast is humor ook sterk verbonden aan de grenzen, waarden en normen van een

cultuur (Kuipers 2001). Cabaretiers met meervoudige culturele identificaties hebben

zowel kennis van de Nederlandse alswel van een andere cultuur. Zij voelen zich

behoren tot beiden en kunnen hierdoor treffende grappen maken die door zowel het

allochtone als het autochtone publiek grappig gevonden worden.

Behalve het opheffen van wij-zij tegenstellingen heeft het intercultureel cabaret

ook de potentie om maatschappelijke spanningen te verminderen. Door thema’s op een

luchtige manier aan te snijden in het theater, wat in het publieke domein niet mogelijk

is, vallen spanningen weg. Na een avond lachen ben je meer ontspannen, opgelucht en

dan voorheen. Grappen over jezelf, en elkaar is volgens Howard Komproe de manier

om met sluimerende en gevaarlijke sentimenten om te gaan. Als er niet over gepraat

wordt komen deze sentimenten uiteindelijk tot een ontploffing. Door er over te praten

en grappen over te maken, gaat de spanning eraf (Komproe 2013).

Eén van de drie belangrijkste humortheorieën, the relief theory van Spencer,

onderschrijft dit effect van humor. Een grap kan leiden tot opluchting wanneer hij

Page 18: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

18

ingezet wordt om spanning of stress te verminderen, voornamelijk bij spanningen

tussen meerdere partijen. Spencer vergelijkt dit effect met het openen van het ventiel

van een stoompijp; de druk wordt er af gehaald. Dit betekent dat een grap sociale

gevoelens van spanning en onderdrukking op een positieve manier kan uiten, zodat

deze sluimerende gevoelens niet op een negatieve manier tot een uitbarsting komen

(Lynch 2002). Ook de antropologische theorie van Radcliffe-Brown over joking

relationships laat zien dat het belangrijk is via humor spanningen te uiten. Joking

relationships zijn relaties die zijn aangetroffen in verschillende culturen waarin het

verplicht is grappen te maken met en over elkaar. Radcliff Brown ziet deze relaties als

een manier om spanningen in moeilijke relaties in de hand te houden. Zowel in

situaties waarin er een potentieel conflict is maar ook de noodzaak om vreedzaam met

elkaar om te gaan. Grappen maken ten koste van de ander is in dit geval een manier

om negatieve gevoelens niet tot een ontploffing te laten komen (Kuipers 2001).

Juist doordat humor ‘niet serieus' is, waarmee ik bedoel dat het niet allemaal

waarheden zijn, kunnen er door middel van een grap dingen worden uitgesproken en

gevoelens worden geuit die normaal onderdrukt worden. Een voorbeeld hiervan is de

eerdergenoemde angst voor de islam en allochtonen, die een goede verstandhouding

tussen beide groepen in de weg staat. Najib Amhali probeert via grappen deze

gevoelens van angst uit te spreken en minder serieus te maken met uitspraken als: ‘Ik

zie mensen om zich heen kijken: “O jee komen er Marokkanen binnen”? Nee, wees

niet bang het is alleen Marokkaanse muziek’ en ‘wij waren vroeger bang voor de

Nederlanders, kun je het je voorstellen? Nu lijkt het wel andersom’.

In het geval van wegnemen van spanningen zijn het niet alleen cabaretiers met

meervoudige culturele identificaties die hierin een rol kunnen spelen. Ook autochtone

cabaretiers zijn in de positie om grappen over zichzelf en anderen te maken met

betrekking tot cultureel maatschappelijke thema’s, zij het verschuild achter domme

typetjes. Autochtone cabaretiers kunnen namelijk onderdrukte gevoelens van het

autochtone publiek verwoorden, die wanneer zij niet uitgesproken zouden worden

zouden kunnen leiden tot uitbarstingen.

2.3 Negatieve invloed

Hoewel etnische humor en cabaretiers met meervoudige culturele identificaties dus positieve

invloeden zouden kunnen hebben op de beeldvorming tussen allochtonen en autochtonen zijn

er ook auteurs die deze positieve rol in twijfel trekken. Ten eerste zou het interculturele

Page 19: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

19

cabaret en de hierbij naar voren komende etnische grappen een uiting zijn van racisme of

mensen kunnen aanzetten tot racisme. In zijn boek El racismo, una introducción beschrijft

Michel Wierviorka drie onderdelen waaruit racisme bestaat: vooroordelen, segregatie en

raciale discriminatie (Mosquera Rosero-Labbe en Rodriguez Morales 2009). Het onderdeel

vooroordelen en de daarmee gepaard gaande stereotyperingen leidt tot de veronderstelling dat

etnische grappen een uiting zouden zijn van racisme. Volgens Zamudio en Rios (2006) is het

lachen om etnische minderheden een moderne vorm van racisme. Het is discriminatie met een

lach en wordt ook wel laissez faire racism genoemd, wat betekent dat er voortdurend wordt

gesproken op basis van negatieve stereotyperingen.

Hoewel Shadid (1994), Van Heuven (2005) en Kuipers (2005) beargumenteren dat

juist het interculturele cabaret geschikt is om met inzet van humor stereotyperingen te kunnen

ontkrachten en door elkaar te husselen, blijkt niet iedereen hier hetzelfde over te denken. Zo

zijn Ramudio en Rios (2006) van mening dat wanneer een cabaretier dergelijke grappen met

betrekking tot stereotyperingen maakt, hij steeds weer stereotyperingen op blijft halen en

zodoende bijdraagt aan het in stand houden van negatieve opvattingen tussen allochtonen en

autochtonen. Stereotyperingen over minderheden leiden namelijk tot ‘othering’. ‘Othering’ is

een bepaalde manier van praten over anderen waarbij de nadruk wordt gelegd op hun

vreemdheid, marginaliteit en anders zijn. Het impliceert dat allochtonen anders zijn dan

normale mensen, en daarom is het een eerste indicator van racisme (Ramudio en Rios 2006).

Behalve de gedachte dat etnische grappen een uiting van racisme zijn zouden etnische

grappen ook racisme in de hand kunnen werken. Een cabaretier die aan den levende lijve

heeft ondervonden dat een grap over stereotyperingen negatief uit kan pakken, en kan leiden

tot racistische reacties is Howard Komproe. Op 9 maart 2012 begon Brian Hirman op

humoristische wijze online een nationale negerdag. Deze dag zou gebruikt moeten worden om

de neger en zijn stereotiepe gedrag eens in het zonnetje te zetten. Iedereen mocht dingen doen

die negers graag zouden doen zoals uitslapen, lang douchen en ontbijten met een warme

maaltijd van gisteren. Hirman vroeg zijn vriend Howard Komproe of hij mee wilde doen aan

deze grap en Howard greep deze kans met beide handen aan. Op 9 en 10 maart was de grap

een populair onderwerp op Twitter, meer dan zesduizend tweets werden er over de grap

geschreven (Komproe 2013).

De leuke sfeer sloeg echter snel om. Er verschenen berichten op Twitter waarvan

sommigen zonder meer kwetsend bedoeld waren. De grap gemaakt door Hirman en Komproe

werd gebruikt om vervelende en zelfs racistische opmerkingen te maken over negers. Deze

racistische opmerkingen waren een onbedoeld gevolg van de grap. Als bedenkers van de grap

Page 20: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

20

werd ze dit kwalijk genomen, zeker door enkele mede-Surinamers, waarvan sommigen zelfs

zo gekwetst waren dat ze doodsbedreigingen stuurden (Komproe 2013). In plaats dat deze

grap mensen dichter bij elkaar bracht, wat uiteindelijk de bedoeling was, heeft het ertoe geleid

dat de twee groepen juist lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan.

De vraag is hoe dit heeft kunnen gebeuren? De vorm waarin Komproe deze grap

gemaakt heeft, via de sociale media, is misschien niet de juiste geweest. Bij het gebruik van

sociale media ligt het gevaar op de loer dat mensen met de grap aan de haal gaan, zij het op

een positieve of negatieve manier. Wanneer Komproe dezelfde grap in een van zijn

cabaretvoorstellingen gemaakt had, dan had hij de grap voor zichzelf kunnen houden. Nu lag

de grap op straat en kon iedereen ermee doen wat hij wilde (Komproe 2013). Het is niet de

eerste keer dat een geschreven grap tot oproer leidt. Bijna alle cabaretiers noemen het

probleem van ‘zwart op wit’. Wanneer cabaretiers optreden dan weten ze dat het publiek

graag naar ze wilde komen kijken. Als ze erover schrijven worden echter ook mensen bereikt

die niet op deze grappen zitten te wachten. Theo Maassen zegt hierover: “Ik ben blij dat ik op

het podium sta en niet schrijf. Zwart op wit staan de dingen een stuk harder. Je voelt de ironie

niet. Op het podium ben ik er zelf bij. Ik voel de stemming in de zaal en kan de boel in de

hand houden” (Niemantsverdriet en Van Wiechen 2006).

Komproe is dan ook niet de eerste cabaretier die zich de woede op de hals heeft

gehaald van mensen vanwege een uitspraak of grap. Najib Amhali heeft ditzelfde ook ervaren

toen hij in een interview in de Vara-gids een Hans Teeuwen-sketch over het in de kont

neuken van de koningin citeerde. Een woedende lezer stelde voor Najib “met kop en kont

over de grens zetten en nooit meer toe te laten”. Ook de Turkse cabaretier Nilgün Yerli kreeg

ermee te maken. Naast haar cabaretshows schreef Yerli ook een aantal jaren wekelijks een

column voor Het Parool. In haar columns behandelde zij meestal dezelfde thema’s als in haar

voorstellingen: de vooroordelen en misverstanden rondom allochtonen. Na de moord op Theo

van Gogh kreeg ze echter heftige reacties op haar columns. Ze kreeg voortdurend haatbrieven.

Als ze kritisch schreef over Turken, werd ze uitgescholden voor nestbevuiler. Wanneer ze

opmerkingen maakten over de onverdraagzaamheid van Nederland was ze een “vuile Turk die

moest oprotten naar haar eigen land” (Niemantsverdriet en Van Wiechen 2006). Dit laat zien

dat hoewel cabaretiers een positieve invloed kunnen hebben op mensen terwijl ze op het

podium staan, het soms negatiever uit kan pakken wanneer ze hun grappen en mening aan het

papier toevertrouwen.

Een bijkomend tekortkoming van het interculturele cabaret is dat alleen cabaretiers

met meervoudige culturele identificaties grappen kunnen maken over etnische

Page 21: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

21

minderheidsgroepen. Hoewel het al een vooruitgang is dat er eindelijk cabaretiers zijn die de

problemen aan de kaak kunnen stellen zonder hier negatieve reacties mee uit te lokken houdt

deze arbeidsverdeling de regels rondom de etnische humor in stand (Kuipers 2001). Komproe

(2013) is van mening dat het in de ideale situatie zo zou moeten zijn dat een autochtone

cabaretier een grap over negers kan maken, en dat negers hier zelf ook om kunnen lachen. In

dat geval zouden de verhoudingen compleet zijn, en kunnen zowel autochtone als allochtone

cabaretiers zwart-wit tegenstellingen op heffen en de wederzijdse beeldvorming beïnvloeden.

Helaas blijkt dit nu nog niet het geval te zijn. Over het algemeen geldt de regel dat

iedereen grappen mag maken over zijn eigen groep en ook minderheidsgroepen onder elkaar

mogen dit doen. Grappen maken over groepen met een lagere status wordt echter niet

geaccepteerd. Een grap over obesitas verteld door een dikke comedian wordt anders

ontvangen dan dezelfde grap door een mager persoon. Ditzelfde geldt voor etnische grappen

(Komproe 2013). Ook de jury van het Leids cabaret festival beaamt dit. In 2012 won de uit

Marokko afkomstige Omar Ahaddaf het Leids Cabaret Festival. Het commentaar van de jury

luidde: “Hij durft gevoelige thema’s aan te snijden, en hij kan het maken. Hij mag grappen

maken over integratie en allochtonen, want hij weet waar hij het over heeft” (Leids Cabaret

Festival 2012). Dit soort uitspraken laten zien dat het nog steeds niet wenselijk is dat

autochtonen grappen maken over allochtonen, omdat zij niet op de hoogte zouden zijn van de

situatie van deze groep. Ze kunnen niet spreken uit ervaring.

Het kunnen maken van etnische grappen heeft niet alleen te maken met het spreken uit

ervaring maar vooral met de machtsverschillen in de samenleving. In Nederland vormt de

autochtone bevolking de dominante meerderheid en de allochtone bevolking bestaat uit

meerdere etnische minderheidsgroepen (Verkuyten 2010). Een etnische minderheid kan

worden gedefinieerd als een groep die in aantal inferieur is aan de rest van de bevolking, die

politiek niet-dominant is en die wordt weergegeven als een etnische categorie (Eriksen 2002,

121). Wanneer ik spreek over allochtonen,en de minderheidsgroepen waaruit deze bestaat, is

het van belang in acht te nemen dat deze groep net zo min homogeen is als de autochtone

bevolking. Tussen en binnen de verschillende etnische minderheidsgroepen zijn belangrijke

verschillen te zien in denkbeelden en waarden (ibid. 26).

Veel interetnische relaties in samenlevingen zijn sterk asymmetrisch met betrekking

tot de toegang tot politieke macht en economische hulpbronnen. Dit is ook het geval bij de

meerderheidsgroep en de diverse etnische minderheidsgroepen in de Nederlandse

samenleving. Veel Europese industriële landen, waaronder ook Nederland, hebben de

afgelopen jaren vele arbeidsmigranten verwelkomd. Deze migranten blijken vaak een lagere

Page 22: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

22

positie te bekleden op de arbeidsmarkt en op het gebied van huisvestiging dan de autochtone

bevolking (Eriksen 2002, 133). Dit is niet alleen toe toeschrijven aan hun etnische

achtergrond, en als gevolge hiervan de discriminatie die ze ondervinden, maar heeft ook te

maken met andere factoren waaronder gender, klasse en leeftijd (ibid. 49). De etnische

achtergrond speelt er echter wel een belangrijke rol in (ibid. 50).

Over het algemeen is het de dominante groep in de samenleving die de macht heeft om

te beslissen wie erbij hoort en wie niet (Eriksen 2002, 144). De dominante groep ziet de eigen

sociaal gangbare opvattingen over hoe je moet zijn, als normaal en vanzelfsprekend.

Diegenen die zich niet aan deze normen houden, waaronder ook etnische groeperingen,

wijken af van het normale. Deze houding kan leiden tot uitsluiting van etnische

minderheidsgroepen. Wanneer de nationale identiteit door de dominante autochtone

bevolking bepaald wordt is het voor nieuwkomers lastig om zich opgenomen en betrokken te

voelen. Het kan leiden tot gevoelens van vernedering, frustratie en achterstelling (Verkuyten

2010).

De verwarring en onzekerheid van niet weten wat je plaats is in een samenleving is

moeilijk. Mensen hebben graag houvast. Wanneer ze deze niet kunnen vinden in de

Nederlandse samenleving, grijpen ze terug naar hun oorspronkelijke culturele identiteit en

waarden. Dit geeft ze zekerheid en houvast, maar ook warmte, verbondenheid en het gevoel

iets voor te stellen. Het leidt tot meer zelfverzekerheid. Wanneer echter de eerder genoemde

gevoelens van vernedering, frustratie en achterstelling in het spel zijn kan het teruggrijpen op

de eigen culturele identiteit ook leiden tot een defensieve houding ten opzichte van diegenen

die deze identiteit aanvallen (Verkuyten 2010). Deze houding komt voort uit het gevoel de

eigen culturele identiteit te moeten beschermen tegen de autochtone dominante cultuur.

Wanneer we dit in acht nemen kunnen we beter begrijpen waarom het voor autochtone

cabaretiers zo lastig is grappen te kunnen maken over etnische minderheidsgroepen. De

minderheidsgroepen beschermen hun culturele identiteit juist tegenover de autochtone

meerderheidsgroep. Wanneer autochtone grappenmakers deze identiteit aanvallen wordt dit

niet gewaardeerd. Allochtone cabaretiers zoals Najib Amhali en Howard Komproe kunnen

hiervan profiteren. Zij zijn in staat de grappen te maken die een autochtoon publiek graag wil

horen, maar die autochtone cabaretiers niet durven of kunnen maken (Kuipers 2005).

Tot slot is het nog maar de vraag hoe groot het bereik van het interculturele cabaret is.

Wanneer cabaretiers optreden weten ze dat het publiek graag naar ze wil komen kijken. Ze

trekken dus mensen aan die al interesse hebben in het multiculturele thema of die er in elk

geval al voor open staan. Juist de mensen die nog niet zover zijn worden vaak niet bereikt.

Page 23: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

23

Daarnaast blijkt ook dat de eerder genoemde positieve invloeden van het interculturele

cabaret niet volledig tot hun recht kunnen komen vanwege de geringe deelname aan cultuur-

evenementen door allochtone jongeren. Hoewel het interculturele cabaret invloed zou kunnen

hebben op de denkwijzen van autochtonen, verandert er niet veel in de beeldvorming van

allochtonen ten opzichte van de autochtonen. Het blijft dan eenrichtingsverkeer. ̀

Uit een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat jongeren met een niet-

westerse achtergrond de laatste jaren meer gebruik zijn gaan maken van het culturele aanbod.

De allochtonen blijven echter wel nog steeds achter bij de autochtone jongeren op het gebied

van cultuurparticipatie. De cultuurparticipatie is onder autochtonen het hoogst en onder

Marokkanen en Turken het laagst. Antillianen en Surinamers nemen een positie daar tussen

in. Een deel van deze verschillen komt voort uit het lager opleidingsniveau en de lagere

leeftijd van allochtonen (Van den Broek, De Haan en Huysman 2009). Elffers et al. (2004)

stelt dat jongeren die laag opgeleid zijn, minder snel geneigd zijn een theatervoorstelling te

bezoeken.

De factor van een lager opleidingsniveau verklaart echter niet de gehele achterstand.

Uit onderzoek van Van den Broek, De Haan en Huysman (2009) blijkt dat allochtone

jongeren zelfs na statistische correctie voor het opleidingsniveau een lagere cultuurparticipatie

kennen. Dit kan mede verklaard worden door de invloed van hun culturele achtergrond.

Allochtonen met ouders die niet in Nederland geboren zijn, voelen zich minder betrokken bij

de Nederlandse cultuursector. Toch is er wel vooruitgang te zien. De tweede generatie niet-

westerse allochtonen is op het gebied van cultuurparticipatie al meer op de Nederlandse

cultuur gericht dan de eerste generatie (Van den Broek, De Haan en Huysman 2009).

Musical- en cabaretvoorstellingen zijn cultuuractiviteiten die laagdrempelig zijn voor

allochtonen (Romeijn 2010). En met name voorstellingen die iets te maken hebben met hun

culturele achtergrond. De belangstelling voor het cabaret is de laatste jaren gegroeid. In 2007

bezocht 16% van de autochtone bevolking een cabaretvoorstelling. Ook bezocht 4% van

Turkse en Marokkaanse afkomst en 7% van Surinaams en Antilliaanse afkomst een

voorstelling. Niet-westerse allochtonen lopen er dus nog steeds minder warm voor dan

autochtonen (Van den Broek, De Haan en Huysman 2009). Een belemmering die zij ervaren

is dat ze het aanbod als te wit ervaren (Van Iperen 2003).

Hoewel het cabaret nu nog te weinig allochtonen trekt, blijkt uit voorgaande dat deze

vorm van culturele activiteiten wel het meeste potentie heeft om allochtonen te trekken door

de laagdrempeligheid. Zeker door middel van het interculturele cabaret valt hier nog veel

winst te behalen. Cabaretiers met meervoudige culturele identificaties die zowel de

Page 24: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

24

Nederlandse cultuur alswel een andere cultuur gebruiken in hun voorstellingen hebben de

potentie om allochtonen aan te trekken die zich hierin herkennen. Dit zou ertoe leiden dat

allochtonen het theater als minder ‘wit’ ervaren. Positieve invloeden van het interculturele

cabaret kunnen dan ook deze groep bereiken.

Page 25: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

25

Conclusie

Het doel van deze scriptie was meer inzicht te verkrijgen in de opkomst van het interculturele

cabaret en de positieve en negatieve rol die deze vorm van cabaret kan spelen in de

wederzijdse beeldvorming tussen autochtonen en allochtonen. Ook kwamen de volgende twee

vragen aan bod; hoe is de publieke humor ten opzichte van etnische groepen door de jaren

heen veranderd en welke gebeurtenissen hebben daar aan bijgedragen en is er een verschil

tussen allochtone en autochtone humoristen en hun geschiktheid om culturele verschillen te

overbruggen door middel van etnische grappen?

Laten we beginnen met het beantwoorden van deze twee laatste vragen. Vanaf de jaren

negentig kwam er een groep cabaretiers op met meervoudige culturele identificaties, die de

taboesfeer rondom de etnische grap langzaam wist te doorbreken. De grappen werden

scherper, en migranten werden er voor het eerst onderwerp van. Het cabaret veranderde echter

na de aanslagen op 11 september en de moord op Theo van Gogh in 2004. Cabaretiers

durfden minder te zeggen op het podium over de multiculturele samenleving en de islam. De

angst regeerde. Dit betekende niet dat cabaretiers er geen grappen meer over maakten, ze

werden echter wel voorzichtiger en verschuilden zich sneller achter gespeelde typetjes.

Door de oprichting van de Comedytrain en de opkomst van cabaretiers met

meervoudige culturele identificaties werden de etnische grappen minder taboe, hoewel er nog

steeds strenge regels aan de etnische grap zijn. Zo is het voor autochtone cabaretiers lastig om

grappen te maken over etnische minderheden, terwijl allochtone cabaretiers die zelf uit een

etnische minderheid afkomstig zijn dit wel kunnen, Een reden hiervoor zijn de

machtsverschillen die tussen de meerderheid en de minderheden in de samenleving bestaan.

Interetnische relaties zijn vaak asymmetrisch met betrekking tot de toegang tot politieke

macht en economische hulpbronnen. Zo blijken minderheidsgroepen in Nederland vaak ook

een lagere positie te bekleden op de arbeidsmarkt en op het gebied van huisvestiging dan de

autochtone bevolking.

Daarnaast is het vaak de dominante groep in de samenleving die de eigen sociaal

gangbare opvattingen over hoe je moet zijn, als normaal en vanzelfsprekend vinden. Deze

houding kan leiden tot uitsluiting van etnische minderheidsgroepen. Wanneer de nationale

identiteit door de dominante autochtone bevolking bepaald wordt is het voor nieuwkomers

lastig om zich opgenomen en betrokken te voelen. Als reactie hierop gaan minderheden zich

terug trekken in de eigen groep en grijpen ze terug naar hun oorspronkelijke culturele

identiteit en waarden. Dit leidt tot meer houvast maar tegelijkertijd ook tot een defensieve

Page 26: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

26

houding ten opzichte van diegenen die deze identiteit aanvallen.

Uit voorgaande blijkt al dat de relaties tussen de autochtone meerderheidsgroep en de

allochtone minderheidsgroepen niet altijd vlekkeloos verloopt en de wederzijdse

beeldvorming blijkt dan ook niet altijd even positief te zijn. De hoofdvraag van deze scriptie

luidt: welke rol kan het interculturele cabaret en de hiermee gepaard gaande etnische humor

spelen in de beeldvorming tussen verschillende culturele groeperingen in Nederland? Het

interculturele cabaret blijkt zowel positieve als negatieve invloeden te hebben.

Een eerste positieve invloed kan zijn dat cabaretiers net als antropologen het bekende

onbekend kunnen maken en het onbekende bekend. Het interculturele cabaret kan

verschillende culturele groeperingen met elkaar confronteren. Dit leidt vervolgens tot meer

kennis en inzicht in de ander en zichzelf. Hierdoor kunnen negatieve stereotyperingen waarop

de wederzijdse beeldvorming vaak gebaseerd is, verkleind worden. Dit brengt ons meteen bij

de tweede positieve invloed: cabaretiers met meervoudige culturele identificaties zijn in staat

tegenstellingen minder zwart-wit te maken door stereotyperingen en vooroordelen in hun

shows te gebruiken. Dit leidt ertoe dat er een positieve interculturele communicatie kan

ontstaan tussen autochtonen en allochtonen, die niet kan ontstaan wanneer de wederzijds

toegeschreven culturele identificaties voornamelijk gebaseerd zijn op generalisaties en

vooroordelen.

Een derde reden waarom cabaretiers met meervoudige culturele identificaties het

meest geschikt lijken te zijn om grappen te maken voor zowel het allochtone als het

autochtone publiek, is vanwege de cultuurverschillen. Humor verschilt van cultuur tot cultuur,

en de kunst is om te ontdekken waar beiden om kunnen lachen. Cabaretiers met meervoudige

culturele identificaties zijn hiertoe in staat doordat ze thuis zijn in meerdere culturen. Tot slot

heeft het interculturele cabaret behalve het opheffen van het wij-zij denken ook de potentie

om maatschappelijke spanningen te verminderen. Door thema’s op een luchtige manier aan te

snijden in het theater, vallen spanningen weg.

Hoewel etnische humor en cabaretiers met meervoudige culturele identificaties dus

positieve invloeden zouden kunnen hebben op de beeldvorming tussen allochtonen en

autochtonen zijn er ook auteurs die dit deze positieve invloed in twijfel trekken. Ten eerste

zou het interculturele cabaret en de hierbij naar voren komende etnische grappen een uiting

zijn van racisme of mensen kunnen aanzetten tot racisme. Het lachen om etnische

minderheden zou voortdurend gebeuren op basis van negatieve stereotyperingen. Deze

stereotyperingen leiden tot ‘othering’, een bepaalde manier van praten over anderen waarbij

de nadruk wordt gelegd op hun marginaliteit en anders zijn.

Page 27: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

27

Een bijkomend negatief effect van de opkomst van het intercultureel cabaret lijkt te

zijn dat alleen de cabaretiers met meervoudige culturele identificaties grappen kunnen maken

over allochtonen en autochtonen. Deze arbeidsverdeling houdt de regels rondom de etnische

humor in stand. Zoals eerder al besproken, heeft dit alles te maken met machtsverschillen in

de samenleving. Dit betekent ook dat de beeldvorming niet wederzijds kan worden veranderd.

De verhoudingen zouden pas compleet zijn als zowel autochtone als allochtone cabaretiers

zwart-wit tegenstellingen opheffen en de wederzijdse beeldvorming kunnen beïnvloeden.

Tot slot is het nog maar de vraag hoe groot het bereik van het interculturele cabaret is.

Ten eerste trekken cabaretiers vooral mensen aan die al interesse hebben in het multiculturele

thema of die er in elk geval voor open staan. Daarnaast blijkt ook dat de eerder genoemde

positieve invloeden van het interculturele cabaret niet volledig tot hun recht kunnen komen

vanwege de geringe deelname aan cultuurevenementen door allochtone jongeren. Deze

geringe deelname kan onder meer verklaard worden door het lage opleidingsniveau, en de

culturele achtergrond. Het culturele aanbod wordt vaak als ‘te wit’ ervaren. Op deze manier

worden allochtonen niet bereikt en zal er dus ook niet veel veranderen in de beeldvorming van

allochtonen ten opzichte van autochtonen.

Hoewel het cabaret nu nog te weinig allochtonen trekt, blijkt dat deze vorm van

culturele activiteiten wel de meeste potentie heeft om een allochtoon publiek aan te trekken

door de laagdrempeligheid. Het interculturele cabaret kan hier een grote rol in spelen.

Cabaretiers met meervoudige culturele identificaties die zowel de Nederlandse cultuur alswel

een andere cultuur gebruiken in hun voorstellingen hebben de potentie het theater minder

‘wit’ te maken, waardoor allochtonen hier ook meer gebruik van zullen maken. In dit geval

zouden ook de positieve invloeden van het intercultureel cabaret deze groep kunnen bereiken.

10.506 woorden

Page 28: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

28

Referentielijst

Bessems, K. 2005. Kloof in steden groter na moord op Van Gogh. Volkskrant, 2 november.

Broek van den, A. , J. de Haan en F. Huysman. 2009. Cultuurbewonderaars en

cultuurbeoefenaars: Trends in cultuurparticipatie en mediagebruik. Den Haag,

Sociaal en Cultureel Planbureau.

Buitelaar, M. 2009. Van huis uit Marokkaans : over verweven loyaliteiten van

hoogopgeleidemigrantendochters. Amsterdam, Bulaaq.

Elffers, A., Hoeven, C. van der & en Ranshuysen, L. 2004. Gezocht: jonge theaterbezoekers.

Onderzoek naar succesvolle methodieken voor jongerenmarketing in de

podiumkunsten. Rotterdam, Onderzoeksbureau Letty Ranshuysen.

Ellian, A. 2013. Het cabaret is een linkse scheldkanonnade geworden. Elsevier, 11 januari.

Essen van, L. 2005. Bedreigd, of bang het te worden. Trouw, 28 oktober.

Geest van der, N. 2005. Dromen en vertogen. In: Bleeker, M., L. van Heteren, C. Kattenbeld

en K. Vuyk. 2005. Multicultureel drama? Amsterdam, Amsterdam University Press.

Gijsberts, M. en J. Dagevos. 2004. Concentratie en wederzijdse beeldvorming tussen

autochtonen en allochtonen. In: Migrantenstudies,(20) 3, pp 145 – 168.

Haakman, D. 2013. Ushi, net zo fout als Zwarte Piet - Waarom zwijgt Nederland? Nrc, 15

februari.

Heuven van, R. 2005. ‘Dat mag je dan weer niet zeggen over Eskimo’s’: Het interculturele

cabaret van Najib Amhali. In: Bleeker, M., L. van Heteren, C. Kattenbeld en K. Vuyk,

2005. Multicultureel drama? Amsterdam, Amsterdam University Press.

Huijnk, W., en J. Dagevos. 2012. Dichter bij elkaar? Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele

positie van niet-westerse migranten in Nederland. Den Haag, Sociaal en Cultureel

Planbureau.

Iperen van, W. 2003. Verschillen in cultuurdeelname tussen allochtone en autochtone

jongeren: Een vergelijking op basis van gegevens van het CKV1-Volgproject. In:

Cultuur + Educatie (6), pp. 120-149.

Eriksen, T.H. 2002. Ethnicity and Nationalism. New York: PLUTO PRESS.

Kuipers, G. 1998. Onherroepelijk racistisch? Nederlanders en grappen over etnische

minderheden. In: de Marge.

Kuipers, G. 2001. Goede humor, slechte smaak: een sociologie van de mop. Proefschrift,

Universiteit van Amsterdam.

Kuipers, G. 2005. De strenge regels van de etnische grap: over de gevaren en de noodzaak

Page 29: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

29

van humor in een multiculturele samenleving. In: Migrantenstudies, (21) 4, pp. 194-

204.

Leids Cabaret Festival, 2012. Recensie finale avond VARA Leids Cabaret Festival 2012.

http://leidscabaretfestival.nl/recensie-finale-avond-vara-leids-cabaret-festival-

2012/ (accessed June 15, 2013).

Lynch, O.H. 2002. Humorous Communication: Finding a place for humor in Communication

Research. Communication Theory (12) 4 pp. 423-445.

Meijer, M. 2004. 7 september 1990. De eerste Comedynight in het Anthonytheater in

Amsterdam. De minderheid aan de macht in de Comedytrain. In: Buikema, R. en M.

Meijer. Cultuur en migratie in Nederland. Kunsten in beweging 1980-2000. Den

Haag, Sdu Uitgevers.

Mosquera Rosero-Labbe, C. en M.M. Rodriguez Morales. 2009. Hablar de racismos y

discriminación racial: elementos para cuestionar la ideología de la igualdad racial en

Colombia. In: Mosquera Rosero-Labbe, C., R.E. Leon Diaz. 2009. Acciones

Afirmativas y ciudadanía diferenciada étnico-racial negra, afrocolombiana,

palenquera y raizal. Bogota, Universidad Nacional de Colombia.

Niemantsverdriet, T. en P van Wiechen. 2006. Cabaretiers over de grenzen van de humor.

Vrij Nederland, 21 oktober.

Romeijn, R. 2010. Jongeren met een niet-westerse achtergrond: hoe kan een theater ze

bereiken? Een kwantitatief doelgroeponderzoek naar het smaakpatroon van jongeren

met een niet-westerse achtergrond. Master thesis, Universiteit Utrecht.

Shadid, W.A.R. 1994. Beeldvorming: de verborgen dimensie bij interculturele communicatie.

Tilburg, Tilburg University Press.

Sleegers, F. 2007. WRR: In debat over Nederland: Veranderingen in het discours over de

multiculturele samenleving en nationale identiteit. Amsterdam, Amsterdam University

Press.

Vedder, P., M. van Geel, E. Wenink en W. Zwaanswijk. 2012. Polarisatie tussen autochtoon

Nederlandse en islamitische jongeren: Totstandkoming, signalering en interventie.

Rapportage t.b.v. ZonMw programma Diversiteit in het Jeugdbeleid. Leiden,

Universiteit Leiden.

Veenman, M.K. 2008. Hoe gekleurd wil je het hebben? Over interculturele communicatie en

culturele diversiteit in Utrechtse culturele instellingen. Bachelorscriptie, Hogeschool

Utrecht.

Page 30: Bachelorscriptie 2013 linda fernandez beiro intercultureel cabaret

30

Verbraak, C. 2001. Najib Amhali ‘Er ontstaat een nieuwe islamiet’.

http://www.coenverbraak.nl/najibamhali.html (accessed June 2, 2013).

Verbaak, C. 2003. Eric van Sauers: ‘Ik ben ontzettend Nederlands’.

http://www.coenverbraak.nl/vansauers.htm (accessed June 10, 2013).

Verkuyten, M. 2010. Identiteit en Diversiteit: De tegenstellingen voorbij. Amsterdam, Pallas

Publications-Amsterdam University Press.

VSCD Cabaretjury, 2012. Juryrapport VSCD Cabaretprijzen 2012.

Wetering van den, H. 2010. Liever een autochtoon dan een allochtoon: een onderzoek naar de

sociale afstand van autochtone Nederlanders tot andere etnische groepen bij een

interetnisch huwelijk van het eigen kind. Masterthesis Universiteit Utrecht.

WRR, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2007. Identificatie met Nederland.

Amsterdam, Amsterdam University Press.

Zamudio, M.M. en F. Rios. 2006. From Traditional to Liberal Racism: Living Racism in the

Everyday. In: Sociological Perspectives, (49) 4, pp. 483-501.