pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦ · web view2020. 9. 19. · =overmatig streng...
Post on 08-Mar-2021
2 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Hoofdstuk 8: emotionele en sociale ontwikkeling kleutertijd
Erikson
Kleutertijd als periode voor ontplooiing Conflict
Initiatief Schuld= nieuw gevoel van doelgerichtheid->enthousiast nieuwe taken proberen ->samen dingen doen met peers-> ontdekken wat ze kunnen doen mbv volwassenen-> vooruitgang in ontwikkeling geweten
=overmatig streng geweten (superego) veroorzaakt teveel schuldgevoel->verband met overdreven bedreigingen, kritiek of straf door volwassenen
D.m.v. spel:o Leren over zichzelf en hun sociale wereld: nieuwe vaardigheden uitproberen met
eventueel risico op falen/kritieko Sociale organisatie van kinderen die samenwerken om doel te bereiken
Voortgebouwd op theorie Freudo Ontwikkeling geweten (superego): ontstaat door identificatie met ouder van
hetzelfde geslacht (Elektra- of Oedipuscomplex) overnemen moreel bewustzijn en geslachtsrol.Erikson: overmatig streng superego veroorzaakt door ouders die te hard straffen/bedreigen/bekritiseren
o Ontwikkeling geweten = ontstaan schuldgevoelens
Zichzelf begrijpen
Ontwikkeling taal meer praten over zichzelf Zelf-concept= geheel van kenmerken, vaardigheden, houdingen en waarden waarvan een
individu gelooft dat het omschrijft wie hij/zij is 2 aspecten:
o Fundamenten van zelf-concepto Zelfwaardering
Fundamenten zelf-concept
Eerst gebaseerd op observeerbare kenmerken (uiterlijk, bezittingen, gedrag) 3.5 jaar: typische attitudes en emoties kleine bewustheid psychologische karaktertrekken 4 jaar:
o Correct emoties inferereno Belangrijk: rechten doen gelden op voorwerpen (van mij!) helpt de grenzen van het
zelf te omschrijven
o Ouders: compromissen proberen te sluiten (ja dat is van jou, maar het zou fijn zijn als je kan delen)
Beter zelf-concept= beter problemen oplossen, discussiëren en spelletjes spelen
Zelfwaardering
= ander aspect van het zelf-concept: oordelen die we vormen over onze eigen waarde en gevoelens die we daarbij hebben
Belangrijkste onderdeel van zelf-ontwikkeling want evaluaties van onze competenties beïnvloeden onze emotionele ervaringen, toekomstig gedrag en psychologische instelling
Omvato Globale inschattingo Oordelen over verschillende aspecten van het zelf; goed presteren, hard je best
doen, vrienden maken Problemen:
o Eigen vaardigheid heel hoog inschatten en moeilijkheid taak onderschatteno Invloed op initiatief nemen bij verwerven nieuwe vaardighedeno Negatieve ouders:
Sneller opgeven bij moeilijke taak Angst voor straf na faling
o ouders moeten ondersteunen door: Verwachtingen aanpassen aan het kind Scaffolding bij moeilijke taken Uitdrukken van inzet en stijgende vaardigheid bij kinderen
Emotionele ontwikkeling
Leeftijd 2-6 jaar emotionele competentie:o Eerst: begrijpen van emoties, dan erover praten en op anderen hun emoties
reagereno Dan: emotionele zelfregulering, vooral omgaan met sterke negatieve emotieso Later: vaker zelfbewuste emoties (schaamte, schuld) en inlevingsvermogen
(empathie) + ontwikkeling moraliteit
Begrijpen van emoties
Bij kleuters snelle uitbreiding van de woordenschat over emoties: oorzaken, gevolgen en uiterlijke tekenen kunnen verwoorden
Indrukwekkend vermogen om gevoelens van anderen te interpreteren, voorspellen en veranderen
4-5 jaar: oorzaken uitleggen met nadruk op externe factoren bij interne status bv. Hij is verdrietig want zijn mama is weggegaan
4 jaar: beter begrip van overtuigingen + bewust dat interne factoren emoties kunnen veroorzaken
Beperkingen :
o In situaties met tegengestelde cues moeilijk weten wat er gebeurd is door centratie bv. Kind lacht en heeft gebroken fietswiel vast centreren op lach/fietswiel
Beïnvloedende factoren o Volwassenen: veilige gehechtheid mogelijkheid om emoties te bespreken
waardoor later beter emoties zelf beoordeleno Andere kinderen: socio-dramatisch spel/make-believe draagt bij tot het begrijpen
van verschillende rollen en emoties hiermee verbondeno Broers/zussen: spel beïnvloedt emotioneel begrijpen
Emotionele zelfregulering
= vermogen om expressie van emoties onder controle te houden, op een aanvaardbaar peil 3-4 jaar: taal strategieën om iets onder woorden te brengen, om emotionele ‘arousal’ aan
te passen o Afzwakken (blunting) van emoties: beperken van sensorische input, tegen zichzelf
praten, doel verandereno Bewuste controle (effortful control): vrijwillig een dominante, maar minder gepaste
emotionele reactie (een stimuli) onderdrukken om een meer aangepaste emotionele reactie te vertonen (van aandacht veranderen) gevolg: minder emotionele uitbarstingen MAAR veel fantasie in kleutertijd waardoor er (kinder)angsten ontstaan
Factoren die bijdragen tot emotionele zelfregulering:o Opvoeding: kinderen gaan na hoe de ouders omgaan met hun eigen gevoelens
lukt het de ouders om hun eigen emoties onder controle te houden, dan ervaren de kinderen ook minder stress
o Temperament: kinderen die negatieve emoties sterk ervaren, zullen er moeilijker mee omgaan
Zelfbewuste emoties
= emoties waarbij het zelf versterkt/gekwetst wordt Schaamte, verlegenheid, schuld, trots Komen vaker voor bij kleuters omdat het zelfconcept beter ontwikkeld is Vanaf 3 jaar: duidelijke band met zelfevaluatie Kleuters zijn afhankelijk van de ouders om te weten wanneer ze wat voelen:
o Ouders beklemtonen de waarde van prestatie bv. Dat is niet goed, je zou je moeten schamen.Gevolg: snel slechte zelfbewuste emoties
o Ouders beklemtonen hoe de prestatie kan verbeterd worden bv. Dat is niet goed, probeer het volgende keer zo eenGevolg: minder snel slechte zelfbewuste emoties doorzettingsvermogen bij moeilijke taken
Westen: intense schaamte wordt geassocieerd met gevoelens van persoonlijk tekort schieten en onaangepast gedrag cultuur heeft een invloed!
Schuld in geschikte toestanden en niet samengaan met schaamte: aangepast gedrag (onderdrukken schadelijke impulsen, zich later beter gedragen). Wanneer kinderen overtredingen begaan, gaat de schuld hen helpen de schade te herstellen en zich meer aangepast te gedragen
Empathie, sympathie en prosociaal gedrag
Empathie= meevoelen met iemand anders en emotioneel op een gelijkaardige manier reageren
o Complexe mengeling van denken en emotieo Emoties moeten opgemerkt worden waardoor men het standpunt van iemand
anders kan innemen Sympathie= gevoelens van bezorgdheid of verdriet om het lot van iemand anders Prosociaal/altruïstisch gedrag= handelingen die een ander persoon voordeel brengen zonder
dat er te verwachten voordelen voor het eigen zelf zijn Uitbreiding woordenschat kleuters meer praten over empathische gevoelens Empathie = motiverende factor voor prosociaal gedrag
MAAR empathie gaat niet altijd gepaard met vriendelijkheid en hulpvaardigheid bv. Boze ouder kind voelt mee en is eerder bezig met zijn eigen gevoelens verdrietDUS empathie geeft geen weg aan sympathie
Beïnvloedende factoren:o Temperament
Bv. Weinig emotionele zelfregulering overweldigd door eigen gevoelens minder sympathie en moeilijk iemand helpen
Sociaal, assertief, goed in emotionele zelfregulering Grotere kans om sympathie en prosociaal gedrag te vertonen
o Opvoeding ouders: model-leren; aanleren dat vriendelijk zijn belangrijk is, tussenkomen warme, sensitieve ouders die emotionele expressiviteit aanmoedigen
Relaties met leeftijdsgenoten
Vooruitgang in relaties met leeftijdsgenoten
Mildred Parten deed als eerste studie naar de relaties tussen kinderen van 2-5 jaar en ontdekte
o Vooruitgang in sociabiliteit met leeftijdsgenoten (meer sociaal spel)o Idee: ontwikkeling inzake spel gebeurt in 3 stappen (niet-sociaal, parallel, sociaal)
waarbij de 3 soorten evolueren qua frequentie en omvang met de leeftijd DUS spel wordt altijd socialer
Niet-sociale activiteit
°Niet-betrokken, toeschouwersgedrag kind speelt niet°Solitair spel; alleen spelen
Parallel-spel °Speelt in nabijheid van andere kinderen met gelijkaardig speelgoed°Probeert hen niet te beïnvloeden
Sociale interactie °Associatief spel: apart spelen maar speelgoed uitwisselen & commentaar geven bvb; mijn toren is hoger°Coöperatief spel: kinderen spelen samen met 1 doel bvb; samen toren bouwen
Onderzoek na Parteno Longitudinaal onderzoek bewees dat
Alle 3 soorten spel voorkomen bij kleuters met vaak overgangen tussen spelvormen
Niet-sociaal spel het meest voorkomend is bij 3-4 jarigen Solitair en parallelspel het meest voorkomend is bij 3-6 jarigen
o Nieuw idee: binnen elk van de 3 soorten spel neemt de cognitieve rijpheid van het spel toe met de leeftijd
o 3 nieuwe categorieën van cognitieve rijpheid
Functioneel spel (0-2jr) °Eenvoudige, repetitieve bewegingen °Met of zonder voorwerpen(lichaamsfuncties oefenen)
Constructiespel (3-6jr) °Creëren of construeren van iets(eindproduct creëren)
Rollenspel (2-6jr) °Uitbeelden van alledaagse en ingebeelde rollen (door samenwerking)
o Alleen spelen is alleen een probleem als het een laag niveau van cognitieve rijpheid weerspiegelt (doelloos rondlopen, ‘rondhangen’ bij leeftijdsgenoten, onrijp en repetitief gedrag (functiespel))
o Culturele verschillen binnen spel Andere vormen van spel in verschillende culturen bv. India: kinderen spelen
in grote groepen imiteren, groot contact, hoge coöperatie Verschillend belang gehecht aan spel:
Volwassenen die spel zien als een pure entertainment minder aanmoedigen
Ouders die nadruk leggen op doorzettingsvermogen bij een taak meer parallel aanmoeden i.p.v. samen make-believe spel
Socio-dramatisch spel met vele materialen en thema’s is belangrijk als ouders en kinderen in eigen wereld leven
Eerste vriendschappen
Vriendschap (voor volwassenen)= wederzijdse relatie die omvat: elkaar gezelschap houden, delen van emoties en ervaringen, begrijpen van gedachten en gevoelens en voor elkaar zorgen in tijden van nood
Rijpe vriendschappen blijven duren in de tijd en overleven occasionele conflicten! Vriendschap bij kleuters:
o Kleuters begrijpen iets over de uniekheid van vriendschap (iemand die je leuk vindt, met jou speelt en speelgoed deelt) MAAR nog geen mature ideeën over vriendschap puur baseren op gedeelde activiteiten
o Vriendschappen veranderen vaak (bij conflict is iemand al snel “mijn vriend niet meer!”)
o Relaties tussen kleuters zijn toch uniek: Meer investeringen bij kinderen die ze aanzien als vriend; groeten,
complimenten,… Tegen vrienden meer emotioneel expressiever dan tegen niet-vrienden Vriendschap biedt sociale steun Vlot vrienden maken voorspelt latere gedragingen i.v.m. schoolse prestaties
Invloeden van ouders op vroege relaties met peers
Direct Indirect= rechtstreeks beïnvloeden van de relaties met de peers regelen van informele activiteiten met peers; groter leeftijdsgenotennetwerk + meer sociale vaardigheden richtlijnen over hoe zich gedragen t.o.v. anderen: suggesties voor het oplossen van problemen met leeftijdsgenoten
= beïnvloeden van het gedrag en spelgedrag van het kindveilige gehechtheid; meer responsieve, harmonieuze, warme & meer ondersteunende vriendschappen dankzij de emotie die voortkomt uit veilige gehechtheid emotioneel expressieve, ondersteunende communicatie coöperatief spel (vader-zoon; moeder-dochter)
Moraliteit
Vanaf 2 jaaro Begin bezorgdheid over dingen die niet horen/mensen die zich niet correct gedragen
ouders vinden dat kinderen meer verantwoordelijk moeten zijn voor hun eigen gedrag
o Ontstaan geweten Eerst onder externe controle van volwassenen: ouder zegt wat mag en wat
niet Later evolutie naar innerlijke normen: geïnternaliseerd; kind zegt zelf wat
mag en wat niet Verschillende theorieën met andere klemtonen
Psychoanalytisch - Freud: superego en schuld- Nu: inductie, op empathie gebaseerde schuld nadruk op emotionele kant
Sociaal leren - Beloning en straf- Voor- en nadelen moreel gedrag nadruk op moreel gedrag
Cognitieve ontwikkelingstheorie - Kinderen als actieve denkers over sociale regels nadruk op denken
Psychoanalytische visie
Freud: vorming van het geweten (superego) d.m.v. identificatie met ouder van hetzelfde geslacht. Door gehoorzamen aan superego kan het kind schuldgevoelens vermijden
Morele ontwikkeling afgerond op 5-6 jaar Kritiek: onderzoekers zijn het niet eens met Freud schrik van straf en verlies van ouderlijke
liefde motiveert het vormen van bewustzijn en moreel gedrag zegt Freud.MAAR
o Kinderen bij wie ouders vaak gaan dreigen, voelen vaak weinig schuldo Als ouders terugtrekken van liefde, dan veel zelfverwijten bij het kindo Kind dat schuld gaat ontkennen heeft een zwak geweten
Inductieve opvoeding Inductie= speciale vorm van disciplinering waarbij men kind helpt om te letten op gevoelens
door te wijzen op de gevolgen van het foute gedrag van het kind voor anderen bv. Zij weent omdat jij haar speelgoed hebt gepikt
Succes van inductie: kinderen worden gemotiveerd tot actieve betrokkenheid op morele steun
o Inductie geeft kinderen informatie die ze kunnen gebruiken in latere situatieso Empathie en sympathie aanmoedigen meer prosociaal gedrago Geven de ouders redenen om het gedrag te veranderen, morele normen worden
zinvol voor het kind Falen bij inductie
o Te veel dreigen met straf/terugtrekken van liefde angst kinderen zodat ze niet meer kunnen nadenken wat te doen
o Kinderen internaliseren de morele normen niet
Kenmerken kind Empathie heeft beperkte genetische component (tweelingstudies) Positieve invloed temperament
o Angstige kinderen: nood aan een zachte aanpak + eisen meer geduld van de ouders dit soort aanpak heeft weinig effect bij impulsieve kinderen
o Impulsieve kinderen: veilige gehechtheidsrelatie van belang en combinatie van krachtig straffen en inductieve opvoeding
Rol van schuld Freud was correct met de idee dat schuld een rol speelt bij moraliteit induceren van op
empathie gebaseerde schuld (schuld moet voortkomen uit empathie bv. Het spijt me dat ik hem gekwetst heb) door uitleggen dat het kind iets fout gedaan heeft en de oude zo ontevreden is
Kritiek:o Schuld is lang niet de enige factoro Morele ontwikkeling is niet compleet na 6de levensjaar, maar is een gradueel proces
dat loopt tot de volwassenheid
Sociale leertheorie
Traditioneel behaviorisme: o Operante conditionering of versterking (op gepast gedrag volgen positieve reacties)
o Kan toch niet alles verklaren veel prosociaal gedrag (bv. Helpen, delen) komt spontaan niet vaak genoeg voor om het telkens te versterken
o Dus: belang van model-leren= observeren en imiteren van mensen die gepast gedrag vertonen
Belang van een goed model Vanuit een goed model imiteren van gedrag DUS hulpvol en vrijgevig model kind later
meer prosociaal gedrag Kenmerken die de wil tot imitatie vertonen:
o Warmte en responsiviteit: kleuters gaan sneller de handelingen imiteren van een ouder die warm en responsief is dan van een ouder die koud en afstandelijk is
o Comptentie en macht: kinderen bewonderen sneller competente en krachtige modellen die ze sneller zullen imiteren vooral oudere leeftijdsgenoten/volwassenen als model
o Consistentie woord - gedrag: als modellen een idee hoog in het vaandel dragen, maar zich er niet naar gedragen, zullen kinderen dit ook niet goed kopiëren bv. Het is belangrijk anderen te helpen, maar als ouder niet behulpzaam zijn.
Modellen hebben het meeste invloed tijdens de kleuterjaren nadien internalisatie van prosociale regels door herhaalde observatie en motivatie van anderen
Straffen in vroege kindertijdVaak en zwaar lichamelijk straffen heeft ongewenste en negatieve neveneffecten Alternatieven voor zwaar straffen °Time out
°Ontnemen van privileges°Positieve discipline
Ouders kunnen effectiviteit van straffen verhogen door
°Consistentie°Warme ouder-kind relatie°Toelichtingen (uitleg)
Verschillende technieken voor straffeno Scherp terechtwijzen door fysieke kracht mag eventueel gebruikt worden bij gevaar
bv. Kind wil straat oversteken en je neemt hem snel bij de armo Warmte, redeneren voor lange termijn doelen te bereiken bv. Beleefd zijno Combinatie van krachtbehoud en redeneren voor ernstige overtredingen bv. Stelen
Vaak straffen heeft geen blijvende verandering op het gedrag! Maar hoe meer straffen, hoe meer nadelige gevolgen
o Straf dient als model om agressie te ontwikkeleno Persoonlijke bedreiging klemtoon op eigen negatieve beleving i.p.v. de negatieve
gevolgen voor de andero Kind leert straffende ouder te vermijden bv. Wacht maar tot papa thuis is!o Straf als gunstig effect voor ouders (bv. Eindelijk rust) steeds weer versterkingo Meer aanvaarding van het feit dat ze gestraft worden overdracht naar volgende
generatie (eigen kinderen later ook veel straffen) Toch komt lichamelijk straffen vaak voor:
o Vooral bij jonge kinderen
o Vaak hard voorwerp gebruiken om mee te slaano Amerikaans idee: lichaamsstraf heeft geen nadelen en soms zelfs voordelen als de
ouders maar van het kind houden klopt alleen indien zelden toegepast en in bepaalde sociale context (bv. Afro-amerikanen)
Opmerking: positieve strategieën hebben meer effect
Alternatieven voor zwaar straffen Time out= kinderen tijdelijk verwijderen uit omgeving tot ze bereid zijn zich gepast te
gedragen Ontnemen van privileges bv. Tv kijken hardere bestraffing vermijden Hoe efficiëntie straf verhogen?
o Consistentie: de ene keer iets toelaten en de andere keer niet, als het kind iets gelijkaardigs fout doet op zelfde manier straffen, anders verwarring
o Warme ouder-kind relatie: relatie terug opbouwen na iets fout te doen kind moet goedkeuring winnen
o Toelichtingen (uitleg): redenen geven voor straf zodat kinderen de straf in de toekomst kunnen vermijden
Positieve disciplinering= positieve relatie van samenwerking ouders - kinderen bv. Goed gedaan! ~meest effectieve vorm van discipline, omvat ook verminderen van mogelijkheden voor 'stout' gedrag door goede ouder-kindrelatie zal het kind zich beter gedragen omdat hij deze verbintenis niet wil verbreken gevolg: vermindering straf toedienen
Cognitieve ontwikkelingsbenadering
Kinderen als actieve denkers over de sociale regels psychoanalyse en sociale leertheorie: kinderen als passief (krijgen voorgekauwde standaarden van goed gedrag) vanaf kleutertijd: morele oordelen
Sociale domeintheorie: kleuters kunnen onderscheid maken tussen 3 domeinen
Morele regels Sociale conventies Persoonlijke keuze= rechten en welbevinden van andere mensen niet schaden bvb; niet stelen
Slachtoffers en andere kinderen reageren zeer sterk op morele overtredingen Taak volwassene: toelichten gevoelens slachtoffer
Kinderen vinden morele overtredingen vaak erger dan sociale conventies overtreden
= afspraken van de cultuur, gewoonten bvb; beleefdheid, tafelmanieren
‘Peers’ reageren zelden op een schending van sociale conventies
Volwassenen geven minder toelichting, eisen gehoorzaamheid
= er worden geen rechten geschonden, wordt niet sociaal gereguleerd maar is afhankelijk van individu
Belang persoonlijke keuze wordt groter in de midden kindertijd & adolescentie
Kinderen leren deze onderscheidingen door actief betekenis te geven aan hun ervaringen Binnen deze morele domeinen is het denken nog zeer rigied onthouden enkel de
opvallende kenmerken van de situatie bv. Stelen is altijd fout volwassenen gaat eten stelen om zijn kinderen te voeden is even erg als iemand die een bank berooft
Sociale ervaringen zijn cruciaal om te leren denken over morele kwestieso Broers en zussen: ruzies om rechten, eigendom en bezittingen eerste ideeën over
rechtvaardigheid en eerlijkheido Volwassenen: omgaan met overtredingen van de regels + discussiëren over morele
aspecteno Leeftijdsgenoten: kinderen die niet graag gezien zijn, kennen het onderscheid moreel
- conventioneel niet zo goed goede peers = belangrijk!
Ander aspect van moraliteit: ontwikkeling agressie
Verschillende types
Instrumenteel / pro-actief
Bedoeld om het kind iets te laten bekomen (bvb; voorwerp, ruimte) dat het wil te laten bereiken door een persoon niet-emotioneel aan te vallen (bvb; roepen, anderen wegduwen)
Vijandig / reactief Bedoeld om iemand anders te kwetsen. Kan op 3 manieren:°Fysieke agressie = lichamelijk nadeel toebrengen (bv. Slaan)°Verbale agressie = verbaal aanvallen°Relationele agressie = schade aanbrengen aan sociale relaties
Agressie kan direct/indirect zijn DUS bij vijandige agressie:
o Fysieke agressie (bv. Lichamelijk nadeel aanbrengen, vernietigen van eigendom) kan zowel direct als indirect zijn
o Verbale agressie (bv. Bedreigen, beledigen, treiteren) is altijd direct
o Relationele agressie (bv. Sociale uitsluiting, kwaadaardige roddels, manipuleren vriendschapen) kan zowel direct als indirect zijn
Er zijn evoluties doorheen de tijd qua agressieve gedragingen:o Fysieke agressie neemt af met het ouder wordeno Verbale agressie neemt toe met het ouder worden (betere woordenschat)o Instrumentele agressie neemt af met het ouder worden (men kan een compromis
creëren over bezittingen)o Vijandige agressie neemt toe (vijandige intenties van de anderen worden sneller
herkend meer terugslaan) Geslachtsverschillen bij agressie:
Jongens Meisjeso mannelijke geslachtshormonen
(androgenen) meer activiteit; meer openlijke agressie
o spelen vaker competitief spel in grote groepen
o kleuters zijn zich bewust van geslachtsrollen meer gedragen naar 'stoere' jongens
o reputatie: meer verbale en relationele agressie (maar klein verschil met jongens) MAAR meisjes concentreren het meeste van hun agressie acties in relationeel verband en indirect, jongens meer verschillend waardoor hun algemene score van agressie hoger ligt dan bij meisjes
o fysieke attacks zijn kort, maar acties van indirecte, relationele agressie kunnen uren, weken of maanden duren
Oorzaken agressieo Individuele verschillen:
Temperament Geslacht
o Gezin: Harde, inconsistente discipline Cycli van discipline jammeren toegeven Kritische, bestraffende ouders= meer agressieve kinderen
o Televisie en geweld Tekenfilms zijn vaak het meest gewelddadig en suggereren dat agressie geen
blijvende gevolgen heeft Jonge kinderen zijn zeer beïnvloedbaar begrijpen nog niet alles heel goed
Gewelddadige tv en spelletjes vormen cursus in gedrag meer vijandige gevoelens en agressief gedrag.
Met korte termijn effecten op ouders en peers Ook lange termijn effecten: meer tv kijken in kindertijd en
adolescentie meer agressie in vroege volwassenheid Erg agressieve kinderen worden meer vijandig Meer tv kijken = vaak overschatting van het geweld in de wereld. Oplossing?
USA: V-chip (violence chip) in alle nieuwe tv's + beoordeling van programma's in tv-gids
Behandelingsprogramma'so Vroeg beginnen voor het antisociaal gedrag goed geoefend is want dan is het
moeilijk te verandereno Doorbreken van cycli van vijandigheid tussen familieleden bv. Niet toegeveno Aanleren van emotionele competentie en betere manieren van omgaan met peers
bv. Empathie, sympathieo Training in oplossen van sociale problemen; conflicten uitbeelden, manieren van
oplossen bespreken, inoefenen succesvolle strategieën o Incredible Years:
TrainingsprogrammaVoor ouders (18 weken) positieve aanpakVoor leraren (6 dagen) orde in klasVoor kinderen (22 weken) aangepaste vaardigheden
Resultaten agressieve kinderen (experiment, 'random assignment') Zeer goede resultaten bij oudertraining Oudertreining + leraren of kinderen: meer effect Effecten blijven duren
Stereotiepe geslachtsrollen
Geslachtsrol-stereotypering = iedere associatie van voorwerpen, activiteiten, rollen of (persoonlijkheids)trekken met één van de geslachten op een manier die aansluit bij culturele stereotypes
Theorieën (zie moraliteit):o Sociaal leren (versterking en model-leren)
o Cognitieve ontwikkelingsbenadering (kind als actieve denker)o Geslachtsschema's (combinatie van de 2 vorige)
Rond 2 jaar: termen jongen en meisje correct gebruiken + geslachtsgebonden voorkeuren speelgoed
Verschillende persoonlijkheidstrekken:o Jongens: assertief, actief, openlijk agressiefo Meisjes: angstig, afhankelijk, relationeel agressief
Geslachtsgebonden overtuigingen worden sterker in kleuterperiode geen afwijkingen geduld bv. Man met kiltMAAR nog zeer rigied: kleuters beseffen nog niet dat kenmerken die samenhangen met geslacht niet bepalen of iemand mannelijk of vrouwelijk is bv. Een man in een kleed = vrouw want hij draagt vrouwenkledij eenzijdige oordelen zijn het product van geslachtsstereotypering en beperkingen van het denken
Invloed op geslachtsrollen
Genetische invloedo Overeenkomsten in verschillende culturen (en bij zoogdieren):
Mannen: activiteitsniveau + agressie Vrouwen: emotionele sensitiviteit Voorkeur spelen met eigen geslacht
o Evolutionaire aanpassingswaarde: Mannen: competitie om vrouwelijke partners ontstaan dominantie Vrouwen: opvoeden van kinderen ontstaan intimiteit en responsiviteit
o Hormonen (androgenen) bepalen stijl van spelen: Jongens: ruwe en lawaaierige bewegingen Meisjes: kalme en rustige handelingen
door verschillende stijl van spelen: geleidelijk aan meer leden eigen geslacht opzoeken om mee te spelen
Omgevingsinvloedo Ouders: geslachtsgebonden opvattingen willen dat kinderen spelen met 'correct'
speelgoed Direct: komt tot uiting in opvoedingsgedrag
bv. Verschillende speelstijl aangemoedigdbv. Onafhankelijkheid versterkt bij jongens, intimiteit en afhankelijkheid bij meisjesbv. Moeders gaan emoties vaker benoemen voor meisjes en verklaren voor jongens
Indirect: aanwijzingen (cues) in taal zonder het bewust te beseffenbv. Geslacht benoemen bij prentboekenbv. Algemene uitspraken doen over geslacht
als ouder minder traditioneel = kind minder stereotiep
jongens meestal meer stereotiep door grote invloed vader (angst dat jongen zich zoals een meisje gedraagt)
o Leraren (kleuterschool) Meisjes worden meer aangemoedigd voor deelname aan activiteiten
gestructureerd door volwassenen, jongens meer ongestructureerde activiteiten
Meer afkeurend en controleren t.o.v. jongenso Leeftijdsgenoten
Versterken gedrag dat past bij eigen geslacht Bekritiseren gedrag dat hoort bij ander geslacht bv. Jongens die zich
vrouwelijk gedragen links laten liggen Jongens en meisjes andere stijl van sociale beïnvloeding (daardoor minder
met elkaar omgaan) Bevoordelen eigen groep (ingroup favoritism) meer waardering eigen
geslachto Bredere omgeving bv. Tv, beroepen,…
Genderidentiteit
Geslachtsidentiteit= beeld van zichzelf als iemand met relatief mannelijke of vrouwelijke kenmerken.
Midden kindertijd: geslachtsidentiteit meten door kinderen te vragen zichzelf op persoonlijke kenmerken te beoordelen
3 vormen Mannelijk Vrouwelijk Androgeen° hoge score op mannelijke kenmerken° lage score op vrouwelijke kenmerken
° hoge score op vrouwelijke kenmerken° lage score op mannelijke kenmerken
° hoge score zowel op mannelijke als vrouwelijke kenmerken
Geslachtsidentiteit als goede voorspeller van psychologische aanpassing: o Mannelijk en androgeen: hoge zelfwaarderingo Vrouwelijk: lage zelfwaardering (kenmerken niet sterk geaccepteerd in de
maatschappij)o Androgenen: meer flexibel bv. Mannelijke onafhankelijkheid en vrouwelijke
sensitiviteit afhankelijk van de situatie Theorieën over geslachtsidentiteit:
o Sociaal leren Geslachtsgebonden gedrag leren Dan organiseren in geslachtsgebonden ideeën over zichzelf
o Cognitieve ontwikkelingsbenadering Inschatting van het geslacht als iets blijven Ideeën gebruiken om richting te geven aan zichzelf
o Geslachtsschema's Combinatie van sociale leer- en cognitieve ontwikkelingstheorieën
Geslachtsconstantie= het inzicht dat het geslacht een biologische basis heeft en hetzelfde blijft, zelfs als kleding, haarstijl en spelactiviteiten veranderen
o Inzicht verworven eind kleuterperiode (rond 6 jaar) vroeger snel verwarring bv. Kan jij nog een jongen worden? ja
Conservatie en uiterlijke verschijning-realiteito Komt door cognitieve onrijpheid
MAAR kan niet alles verklaren: ook jonge kinderen vertonen al geslachtsgebonden gedrag o Rol van geslachtsconstantie in ontwikkeling geslachtsidentiteit is ondeuidelijko Maar als kinderen over geslachtsrollen nadenken versterking geslachtsgebonden
gedrag
Theorie geslachtsschema's = informatieverwerkingsbenadering van geslachtsrolstereotypering die elementen
combineert van sociale leertheorie en cognitieve ontwikkelingstheorie. Ze legt uit hoe dat zowel omgevingsinvloeden als het denken van het kind samen vorm geven aan de ontwikkeling van geslachtsrollen bij kinderen
Kinderen leren al jong geslachtsgebonden voorkeuren (sociale leertheorie) MAAR ze organiseren ook al snel hun ervaringen in geslachtsschema’s Geslachtsschema’s = mannelijke en vrouwelijke categorieën waarmee ze hun wereld
interpreteren (cognitieve ontwikkelingstheorie) Wanneer kleuters hun eigen geslacht etiketteren gaan ze geslachtsschema’s selecteren die er
consistent mee zijn schema’s toepassen op zichzelf waardoor hun zelfperceptie geslachtsstereotiep zal worden
OPGELET: schema = schematische voorstelling van iets Piaget: schema = wat in een handeling / denkoperatie herhaald kan w
Geslachtsschema's hebben sterk effect: als gedrag wordt gesteld dat niet overeenkomt met geslachtrollen dan:
o Zich niet herinneren o Herinneringen vervormd tot ze overeenkomen met geslachtsschema’s
Bvb; verpleger in herinnering doktero Aanpassing voorkeuren bv. Meisje lust geen oesters alleen jongens lusten oesters
Hoe geslachtsrolstereotypering verminderen?
Algemeen: ervaringen die ingaan tegen stereotypen kinderen hebben nog cognitieve beperkingen dus als volwassenen inspelen op kind
Volwassenen: minder aan stereotypering doen in eigen gedrag + in aanbod aan kinderen Leraren: omgang met meisjes en jongens aanpassen Kinderen afschermen van TV Kinderen wijzen op uitzonderingen op de regel (zoals ongewone beroepen) Redeneren hierover helpt om gender-biased denken te verminderen
Opvoedingsstijlen
Tot nu toe: verschillende opvoedingspraktijken werden afzonderlijk bestudeerd (bv. Sensitiviteit, model bieden)
Nu: samenbrengen in globale visie op effectief opvoeden Opvoedingsstijlen= combinaties van opvoedingsgedragingen die voorkomen over een breed
bereik van situaties en daardoor een duurzaam opvoedingsklimaat doen ontstaan Soorten benaderingen:
o Klassieke benadering: 2 opvoedingsdimensieso Hedendaagse benadering: 3 opvoedingsdimensies
Soorten opvoedingsstijlen binnen de benaderingen:o Democratisch o Autoritairo Toegefelijko Niet-betrokken
Klassieke benadering
Opvoedingsstijlen a.d.h.v. 2 dimensies:o Warmte o Controle
Hedendaagse benadering
Opvoedingsstijlen a.d.h.v. 3 dimensies:o Warmteo Controleo Autonomie toekennen
Aanvaarding Betrokkenheid Controle AutonomieDemocratisch/autoritatief
Hoog Hoog Aangepast Aangepast
Autoritair Laag Laag Hoog LaatToegeeflijk Hoog Te laag / te hoog Laag HoogNiet-betrokken
Laag Laag Laag Onverschillig
Democratische opvoedingsstijl: meest succusvolle opvoedingsstijl o Positievie stemming & ouder-kind relatieo Zelfcontrole, doorzettingsvermogen eisen van het kindo Goed leren samenwerken met andereno Hoge zelfwaardering o Rijpheid op sociaal en moreel vlako Goede prestaties op school
Autoritaire opvoedingsstijl: gaat uit van een attitude "Doe het omdat ik het zeg"o Beslissingen maken voor het kind moet deze gewoon aanvaarden o Negatieve effecten
Angstig en ongelukkig, lage zelfwaardering Reageren vijandig bij frustraties Jongens: vaker woede en opstandig gedrag Meisjes: afhankelijk, weinig interesse in exploratie, moeilijk met uitdagende
opdrachten o Ouders maken vaak gebruik van psychologische controle = meer subtiele vorm van
controle waarbij ouders binnendringen in en manipulerend optreden in de verbale expressie, individualiteit en gehechtheid aan de ouders.
beslissen alles voor het kind (ideeën, vrienden,…) bij ontevredenheid vaak terugtrekken van liefde affectie is afhankelijk van de gehoorzaamheid buitensporig hoge en onaangepaste verwachtingen aan het kind zijn
capaciteiten Hoog bij autoritaire stijl.Later vele aanpassingsproblemen zoals angstig, teruggetrokken gedrag of uitdagend en agressief gedrag
Toegeeflijke opvoedingsstijl: komt vaak voort uit gebrek in vertrouwen van het eigen kunnen o Negatieve effecten
Impulsief, ongehoorzame en rebellerende kinderen Kinderen stellen hoge eisen aan zichzelf + zijn afhankelijk van volwassenen Minder doorzetten bij moeilijke taken, slechte schoolresultaten Jongens meer effecten van dit soort opvoeding
Niet-betrokken opvoedingsstijl: meer terug te vinden bij depressieve ouders/ouders onder stress geen tijd voor kinderen
o Soms in extreme vorm verwaarlozing (kindermishandeling)o Negatieve effecten
Vroeg begin van dit soort opvoeding alle aspecten van ontwikkeling verstoord (sociaal, gehechtheid, denken, emotioneel)
Minder extreem ook nog veel problemen: emotionele zelf-regulatie, lagere schoolprestaties, antisociaal gedrag
Verklaring goede werking autoritatieve opvoedingsstijl
Verbando Niet enkel brave kinderen - goede opvoeding o Maar ook brave kinderen - eenvoudig op te voeden o longitudinaal onderzoek: democratisch opvoeden vermindert negatief gedrag,
controlerend optreden doet problemen toenemen Verklaring werking:
o Warme ouders vormen een goed model o Bij eerlijke en redelijke controle zullen de kinderen deze eenvoudiger volgen en
internaliseren o Controle en autonomie = verantwoordelijkheid die men kan nemen: meer
competentie, zelfwaardering en rijpheid bij het kind o Steun beschermt tegen negatieve effecten van stress en armoede
Culturele varianten binnen opvoedingsstijlen:o Etnische groepen hebben verschillende ideeën en praktijken over opvoeding van
kinderen China: meer controlerend, maar ook warm Spaans-sprekend: groot respect vader, maar vader speelt veel met kinderen Afro-Amerikanen: veel strikter; belang van zelf-controle wonen in
gevaarlijke buurten, maar veel warmteo Conclusie: opvoedingsstijlen kunnen alleen begrepen worden in bredere ecologische
contexto In vergelijking met Europese-Amerikanen uit de middenklasse, zouden sommige
groepen: Meer gedragsmatige controle gebruiken Meer lichamelijk straffen Minder warm kunnen lijken
Maar zij zijn mogelijk meer aangepast aan de context
Kindermishandeling
Komt het meest voor in geïndustrialiseerde naties Schatting: 9/1000 kinderen
Verschillende vormen van mishandeling:o Lichamelijke mishandelingo Seksueel misbruiko Verwaarlozing (~niet betrokken opvoedingsstijl) o Emotionele mishandeling; gebrek aan affectie en emotionele steun/handelingen;
belachelijk maken, vernederen Patronen:
o Ouders: 80% , andere verwanten 7%o Moeders: verwaarlozing, vaders: seksueel misbruiko Jonger kind: verwaarlozing, ouder kind: overige vormen
Factoren die verband houden met kindermishandeling (oorzaken) Vroeger dacht men dat vooral een psychologische stoornis bij de ouders een oorzaak zou
kunnen zijn, maar misbruik gebeurd ook vaak door ‘normale’ ouders Nu: ecologische theorie
Kenmerken ouders
Psychologische stoornis, alcohol- of drugmisbruik, zelf misbruikt als kind, overtuigd van een harde, fysieke discipline, verlangen om niet bereikte emotionele noden door het kind te verkrijgen, onredelijke verwachtingen voor het gedrag van het kind, jonge ouder, laag educatief niveau,…
Kenmerken kind
Prematuur, vaak ziek, moeilijk temperament, onaandachtig, overactief, andere ontwikkelingsproblemen,… Kind langdurig in ziekenhuis moeilijk voor ouders om band te vormen met kind
Kenmerken gezin
Laag inkomen, arm, dakloos, huwelijksproblemen, sociale isolatie, fysieke mishandeling van moeder door vader of vriend, grote families met weinig ruimte voor de kinderen, ongeorganiseerd huishouden, gebrek aan stabiele ontplooiing, anderen tekenen van hoge stress in het leven,…
Gemeenschap
Gekenmerkt door sociale isolatie, weinig parken, weinig opvangcentra, geen aangepaste schema’s of recreatiecentra, en verenigingen om de familie te ondersteunen,…
Cultuur Toestemming van fysiek geweld als een manier om problemen op te lossenBvb; in USA en Canada lichaamsstraffen op school toegelaten
Eens in gang gezet, houdt de mishandeling zichzelf vaak in stand Door moeilijke situatie:
o Basisverantwoordelijkheden opvoeding te zwaaro Frustraties afreageren op kind
Bredere context: Bredere gemeenschap: ouders geïsoleerd van informele en formele sociale ondersteuning
o Informeel: geen steun van vrienden en verwantenwantrouwen en vermijden anderenonvoldoende sociale vaardigheden
o Formeel: wonen in niet-stabiele, vervallen wijkengeen parken, kinderopvang, kleuterscholen, ontspanningscentra
o Cultuur: geweld gezien als manier om problemen op te lossen In USA en Canada: lichaamsstraffen op school toegelaten Alle andere geïndustrialiseerde landen: lichaamsstraffen bij wet verboden
Gevolgen kindermishandeling
Effecten:o Minder emotionele zelf-regulering, empathie en sympathieo Negatief zelfconcepto Minder sociale vaardigheden o Minder gemotiveerd op schoolo Op termijn: erntige leer-en aanpassingsproblemen (agressie, druggebruik,…)o Hersenbeschadiging
Verklaringen:o “Leerprocessen”: vijandige cycli, vaak ook mishandeling partner, kind leert dat
agressie de manier is om problemen op te lossen o Negatieve boodschappen vd ouder: lage zelfwaardering, angst, zelf-verwijt met evt.
suicide-poging aanpassingsproblemen; agressie, problemen leeftijdgenoten, druggebruik, delinquentie, school- en leerproblemen
o Fysiologische veranderingen: abnormale hersengolven, omvang en functioneren cortex, meer stresshormonen
Preventie kindermishandeling Moet gericht zijn zowel op het gezin, de gemeenschap als de cultuur Verschillende benaderingen:
o Aanleren effectieve ouderschapsstrategieën o Vak ontwikkelingsᴪ in secundair onderwijso Brede sociale programma’s lagere SES
Sociale ondersteuning (vermindert stress)Minstens 1 vertrouwenspersoon”Parents Anonymous”; ook sociale ondersteuningHuisbezoeken (Healthy Families America)
Dus:o Training hoge-risico ouderso Sociale steun voor gezinnen
Huisbezoeken (Healthy Families America; HFA) zwangere vrouwen uit de armere lagen van de bevolking worden voorbereid, men legt uit wat ze moeten doen om de baby goed op te voeden in de hoop dat er minder kindermishandeling zal zijn
Parents anonymouso Gezinnen die niet kunnen veranderen uit elkaar halen
top related