zintuiglijke waarneming bij kinderen met autisme ms20160223

12
Monique Schlijper 1 email: [email protected] Zintuiglijke waarneming bij kinderen met autisme “Leren hoe de zintuigen van iemand met autisme functioneren is een sleutel tot het begrijpen van deze persoon (O’Neill).” Zintuiglijke waarneming is de perceptie van de manier waarop de omgeving wordt opgenomen. De waarneming van prikkels geschiedt via verschillende zintuigen. Als de zintuiglijke waarneming verstoord is kan het tal van gedragspatronen veroorzaken. De toegangswegen van de hersenen kunnen de input niet op adequate wijze verwerken. De gedragsuitingen zijn dan een poging om de zintuiglijke kanalen te stimuleren. Afhankelijk van de gedragsuitingen kan de verstoorde verwerking worden geanalyseerd. De overgevoelige kanalen kunnen worden gestimuleerd om uiteindelijk de verwerking van de zintuiglijke input te normaliseren. Immers de input is niet verstoord, het is het kanaal dat de input niet op juiste wijze kan omzetten en veel ongemak en onrust bij het kind veroorzaakt. Vaak zien de ouders het vreemde gedrag en vragen zich vooral af waarom het kind dit gedrag vertoont. Als er meer begrip is voor de gedragsuiting, waarom het kind, dit voor ons, vreemde gedrag laat zien, kunnen we het beter accepteren. Vanuit begrip en acceptatie is behandeling in zicht. Het is voor het kind van groot belang de sensorische gevoeligheid te onderzoeken, vast te leggen en hier gericht aan te werken. Het is middels een uitgebreide vragenlijst en observatie mogelijk de mate van gevoeligheid vast te leggen.

Upload: lycong

Post on 11-Jan-2017

221 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

Monique Schlijper 1 email: [email protected]

Zintuiglijke waarneming bij kinderen met autisme

“Leren hoe de zintuigen van iemand met autisme functioneren is een sleutel tot het begrijpen van deze persoon (O’Neill).” Zintuiglijke waarneming is de perceptie van de manier waarop de omgeving wordt opgenomen. De waarneming van prikkels geschiedt via verschillende zintuigen. Als de zintuiglijke waarneming verstoord is kan het tal van gedragspatronen veroorzaken. De toegangswegen van de hersenen kunnen de input niet op adequate wijze verwerken. De gedragsuitingen zijn dan een poging om de zintuiglijke kanalen te stimuleren. Afhankelijk van de gedragsuitingen kan de verstoorde verwerking worden geanalyseerd. De overgevoelige kanalen kunnen worden gestimuleerd om uiteindelijk de verwerking van de zintuiglijke input te normaliseren. Immers de input is niet verstoord, het is het kanaal dat de input niet op juiste wijze kan omzetten en veel ongemak en onrust bij het kind veroorzaakt. Vaak zien de ouders het vreemde gedrag en vragen zich vooral af waarom het kind dit gedrag vertoont. Als er meer begrip is voor de gedragsuiting, waarom het kind, dit voor ons, vreemde gedrag laat zien, kunnen we het beter accepteren. Vanuit begrip en acceptatie is behandeling in zicht. Het is voor het kind van groot belang de sensorische gevoeligheid te onderzoeken, vast te leggen en hier gericht aan te werken. Het is middels een uitgebreide vragenlijst en observatie mogelijk de mate van gevoeligheid vast te leggen.

Monique Schlijper 2 email: [email protected]

Welke zintuigen ?

Zien

Horen

Tastzin

Reuk

Smaak

Proprioceptie

Vestibulair Overgevoelig ? Als de verwerking van de input niet adequaat is afgesteld wordt de sensorische boodschap wel ontvangen maar dan is de interpretatie niet juist. Die overgevoelige reactie kan te veel of te weinig informatie doorlaten:

(1) Hypergevoelig als het sensorische stelsel te fijn is afgesteld wordt er teveel van de sensorische boodschap doorgelaten

(2) Hypogevoelig bij een trager werkend sensorisch stelsel wordt te weinig van de sensorische boodschap doorgelaten

(3) Witte ruis als het zintuiglijk stelsel onvoldoende werkzaam is en de werking zelf een storing of ruis veroorzaakt.

Behandeling?

Onderzoeken van de zintuiglijke overgevoeligheid

Het gedrag begrijpen

Omgeving veranderen om het ongemak te verminderen

De werking van het zintuig veranderen

Normaliseren van het zintuiglijke kanaal Als voorbeeld geef ik het verhaal van Siem. Observatie en onderzoek wezen uit dat hij tal van sensorismen had waardoor zijn functioneren ernstig beperkt werd. Na intensieve begeleiding zijn in de loop van de jaren de sensorismen afgebouwd tot een aanvaardbaar niveau. Zijn leven is in alle opzichten menswaardig en volwaardig geworden. Zelf zegt hij hierover: “Het lijkt alsof ik in een tweede leven zit………………”

Monique Schlijper 3 email: [email protected]

SIEM: Fulltime verblijf op school was voor Siem niet meer

haalbaar. De eisen waaraan hij werd verwacht te voldoen

kon hij onmogelijk vervullen. Elementaire praktische

vaardigheden waren voor hem reden tot grote stress en

heftige buien bij thuiskomst. Zijn sensorismen en fobieën

maakten een normaal functioneren op school onmogelijk.

Aan zijn enorme behoefte aan duidelijkheid, planning en

structuur kon men onvoldoende tegemoet komen.

Siem had veel last van zintuiglijke overgevoeligheid. Zijn angsten hielden hem s’nachts

wakker en vermoeiden hem zeer. Geluiden maakten hem bang en daarnaast was zijn tactiele

afweer onvoldoende.

Siem wilde niet douchen en nagels knippen was een hel. Bij de kapper rende hij weg. Bij een

onverwachte regenbui werd hij hysterisch en gilde van pijn. Alle etiketjes in de kleding

veroorzaakten pijn, broeken en truien deden pijn. Hij at enkel nog yoghurt en harde

crackers. Bij het eten moest hij een washandje hebben om steeds zijn handen te kunnen

poetsen.

Siem startte met sensorische integratietraining, maar dit had weinig resultaat. We startten

thuis met behandeling. De kleding van Siem ging in de droger, zodat deze zacht en warm

was. Alle etiketjes werden uit zijn kleding geplukt. Elke dag kreeg hij massages met zachte

sponzen, daarna massagehandschoenen en tot slot nagelborsteltjes.

De douche kreeg een zachte massagekraan en de kraan werd laag gehangen. Siem kon op

deze manier zelf bepalen hoe hard de stralen waren en hij kon het water reguleren. Na een

aantal maanden kon hij douchen en daarna in de regen lopen zonder problemen.

Na enig zoeken vond ik een kapper die Siem wilde helpen. Met de plantenspuit, die gebruikt

werd om het haar nat te maken, werd de kam nat gemaakt. Siem mocht hiermee zelf

kammen. De schaar werd extra in de olie gezet en met veel geduld werd het knippen

mogelijk.

Om nieuw eten te introduceren kreeg Siem eerst een ijsklontje om zijn gevoel te verdoven.

Het voedsel werd benoemd en geproefd.

Daarnaast deden we smaakoefeningen, met als doel gevarieerder te eten te stimuleren. Hij

proefde vooral zoet (suiker) en ook zuur (citroen). Zout en bitter (grapefruit) proefde hij niet

zo goed. De hoeveelheid werd langzaam opgevoerd tot de hypogevoelige smaken ook beter

ontwikkeld waren.

Monique Schlijper 4 email: [email protected]

Uit het sensorisch profiel bleek dat zijn grootste belasting nu lag in de auditieve prikkels.

Siem durfde niet meer buiten te lopen. Hij had moeite met inslapen en was extreem angstig

voor spinnen en insecten.

Siem kreeg thuisonderwijs en tijdens het leren zag ik hem vaak afdwalen. Het bleek dan een

vliegtuig te zijn, dat ik nog niet kon zien of horen. Een keer werd hij helemaal gek van “het

zoemende geluid”. Het was voor mij een raadsel waar hij over sprak, dus we gingen samen

op zoek. Kruipend op de grond bleek het geluid de stroom te zijn die door de stekkerdoos

ging. Na deze openbaring ging ik verder op onderzoek en ontdekte dat hij de spinnen hoorde

lopen in het gras. Daarom wilde hij niet meer buiten lopen! Het inslapen was moeilijk door

zijn interne geluiden: hij hoorde het bloed door zijn aders stromen en hij hoorde zijn hart

pompen. Slikken hoorde hij als water uit een emmer scheppen.

Om deze overprikkeling aan te pakken heeft Siem Auditieve Integratie Training gevolgd, dit is

een training voor auditieve prikkel verwerkingsproblemen.

Tijdens de sessies wordt via een koptelefoon geluisterd naar voor dit doel geselecteerde

muziek, die beluisterd wordt via speciale apparatuur die de muziek bewerkt. Het wordt

vergeleken met een soort fysiotherapie voor het gehoor. Hoge en lage tonen worden in hoog

tempo afwisselend benadrukt en afhankelijk van het audiogram worden bepaalde

frequenties weg gefilterd.

De belasting van de training zelf was niet groot, maar de bijwerkingen waren voor Siem

heftig. Hij huilde veel, was misselijk en kreeg evenwichtsproblemen. Hij herstelde snel en

kreeg veel energie. De filtering van omgevingsgeluiden verbeterde, waardoor de

concentratie vooruitging. De angsten namen af. De therapie zorgde voor een afname van de

auditieve overgevoeligheid voor geluid en verbetering van gedrag.

Na weken en maanden gerichte begeleiding werden de sensorismen minder duidelijk tot ze

uiteindelijk in de loop der jaren grotendeels verdwenen.

Het is belangrijk steeds verder te kijken dan eigen sensorische functie. Opvallend is dat Siem zelf niet besefte dat zijn zintuiglijke waarneming anders was. “Hoor jij dat dan niet?” “Voel jij dat dan niet?” Waarom zal een kind over zijn afwijkende waarneming praten als het denkt dat iedereen de

wereld zo ervaart?

“En de deur naar de wereld ging open………………”

Monique Schlijper 5 email: [email protected]

SENSORISCH PROFIEL

Monique Schlijper 6 email: [email protected]

ZINTUIGEN

ZIEN

Het visuele systeem is het meest gebruikte sensorische systeem en het zintuig met de grootste variatie in afstand. Het is het meest zichtbare zintuig, we zien het functioneren.

Hypervisie - Kijkt naar stofdeeltjes - Dol op wielen, klokken met draaiende onderdelen - Kijkt graag naar de grond - Kijkt graag door vervormd glas of door kleine gaatjes - Hekel aan spiegels - Maakt tekeningen met ingewikkelde patronen - Geboeid door maan en sterren, vliegtuigen, wolken en bruggen - Bang voor donker, bliksem - Houdt niet van fel zonlicht Visuele prikkels dempen. Indirecte verlichting. Geen spiegels of blinkende

voorwerpen. Geef buiten een dichte zonnebril die goed afschermt. Begin met bewegen van licht, bv een staaflamp. Geef visuele karweitjes, puzzels en plaatjes overtrekken. Breng variatie aan in visuele taken.

Hypovisie - Wiegen - Kijkt graag naar de zon - Kijken naar draaiende voorwerpen - Bang van hoogten, trappen en tunnels - Heen en weer stappen - Kijkt graag naar spiegels of glimmende voorwerpen - Spelen met de vingers Verlicht met zonlicht en felle lampen. Contrast tussen licht en donker moet

duidelijk zijn. Laat dingen voelen en aanraken. Gebruik verschillende kleuren lampen en afwijkende belichtingen. Laat zien hoe schaduwen veranderen. Leer kijken naar dingen en mensen in het licht, niet naar het licht zelf. Kijk met een vergrootglas. Teken met lichtgevend stiften. Markeer de meubels met lichtgevende stift zodat deze in het donker herkenbaar zijn.

Monique Schlijper 7 email: [email protected]

HOREN Gehoor en evenwicht hangen nauw met elkaar samen. Problemen met het gehoor laten vaak vreemd gedrag zien. Het onderscheid tussen over-en onderprikkeling is moeilijk te maken. Hypergehoor - Hekel aan badkamer - Hekel aan keuken - Handen op oren houden - Slaapproblemen (moeite met inslapen) - Bang voor dieren - Bang voor de kapper - Bang voor drukke menigtes, tunnels, verkeer - Bang voor harde wind en onweer Geef een rustige muziek op de slaapkamer zodat het inslapen beter lukt.

Waarschuw voor harde geluiden. Gebruik oordopjes. Communicatie is met fluistertoon. Geluiden in sterkte laten toenemen in een veilige rustige omgeving.

Hypogehoor - Maakt veel en hard geluid - Beweegt naar geluid toe - Dol op lawaai en het geluid van elektrische apparatuur - Is het liefst in de badkamer of keuken - Trekt graag het toilet door - Maakt ritmische geluiden (deuren open en dichtmaken) - Dol op brandweerauto’s en ambulances - Scheurt graag papier Geef materiaal dat geluid maakt. Laat hem schreeuwen en bonken. Geef hem

geluidsversterkers. Praat in luide, duidelijke stem.

Witte ruis - Stilzitten - Hyperventileren - Hard gillen, zonder aanwijsbare reden - Wiegen - Neuriën Geluiden aanbieden, vooral gesproken woord. Lichamelijke activiteiten aanbieden

waarbij intern geluid onderdrukt wordt (rollen over vloer, ronddraaien tot duizelig) Sluit constante geluiden uit, zoals airco.

Monique Schlijper 8 email: [email protected]

TASTZIN Het tactiele systeem is verantwoordelijk voor de vroegste sensaties van een zuigeling. Verschillende soorten van receptoren in de huid ontvangen sensaties van aanraking, druk, textuur, warmte of kou en pijn. Het tactiele systeem is de grootste sensorisch systeem in het lichaam en speelt een belangrijke rol in menselijk gedrag, zowel fysiek en mentaal. Hypertastzin - Verzet tegen aanraking - Hekel aan de aanraking van kleren (ruwe stof en nauwe kleding) - Hekel aan etiketjes in de kleding - Hekel aan variaties van kou en warmte (bang voor de kapper) - Moeite met voedingmiddelen met bepaalde structuur - Bang voor regen - Pijn bij nagels knippen Bij hypertastzin zijn aanrakingen vaak pijnlijk. De kleinste pijntjes voelen extreem

aan. Begin met aanraken, masseren van hoofd naar beneden. Eerst met zachte materialen, daarna steeds ruwer materiaal

Hypotastzin - Hoge pijngrens - Bezeert zichzelf vaak - Houdt van stoeien, stevig aanraken - Zichzelf bijten of verwonden - Aan wondjes en korstjes blijven peuteren

Heeft behoefte aan proprioceptieve ervaringen. Bewegen, hardlopen. Stevig

vasthouden. Huid masseren met ruwe materialen, zoals een nagelborsteltje en verminder steeds de hardheid. Zoek allerlei massagematerialen (ruwe handschoenen etc) en werk toe naar heel zachte materialen.

Witte ruis - Altijd jeuk - Anderen en zichzelf slaan - Hebben vaak kippenvel

Laat tastzinervaringen ondergaan, die van buitenaf komen om het gevoel te

onderscheiden tussen intern en extern. Kietelen en duidelijk aangeven dat het van buitenaf is. Idem met knijpen. Uiterlijke gewaarwordingen benoemen en aanleren.

Monique Schlijper 9 email: [email protected]

REUK

Geuren zijn er altijd en overal. In de evolutie was de reukzin van levensbelang. De lichaamsgeuren worden bepaald door het eet- en drinkgedrag en daarmee is de geur dan ook heel persoonlijk. De geuren worden overspoeld door deo’s, wasverzachters en aroma’s. Hyperreukzin - Problemen met voedsel - Vaak kokhalzen - Afkeer van eigen lichaamsgeur - Houdt afstand van mensen Sterke geuren vermijden dus geen deo, tandpasta, after-shave of parfums.

Kleding reinigen in reukloze zeeppoeder, geen wasverzachter gebruiken. Huishoudgeuren vermijden, kook geen kool, vis of spruiten. Als de geur neutraal wordt kunnen geuren aangeboden worden. Benoemen en starten met heel flauwe geuren. Langzaam opbouwen en benoemen. Sterkte van de geur opbouwen. Mensen ruiken het meest dus hier afstand bewaren en langzaam opbouwen.

Hyporeukzin - Zoeken geuren op (vaak eigen uitwerpselen) - Snuffelt aan dingen - Ruikt aan zichzelf en andere mensen Begin met heel sterke geuren, zoals ontlasting, benzine en azijn. Benoem de

geuren en verminder de sterkte van de geuren. Neem meer afstand tot de geuren en leer langzaam het onderscheid tussen de geuren. De geuren langzaam in sterkte afbouwen.

Witte ruis - Duwt kleine voorwerpen in neusopeningen - Snel ademhalen (hyperventileren) - Trekt vaak neus omhoog - Heeft een hekel aan verkoudheid

Maak de omgeving zo goed mogelijk vrij van geur. Gebruik zeeploze waspoeders.

Biedt elke dag een nieuwe geur aan en benoem deze. Druppel het op een doekje, op kleding. Start met specifieke geuren die goed te onderscheiden zijn. Als de geuren herkenbaar worden en onderscheiden worden kunnen ook minder sterke geuren toegevoegd worden.

Monique Schlijper 10 email: [email protected]

SMAAK De tong bevat ong 10.000 smaakpapillen, Samen beslissen ze over onze vier smaken: zuur, zout, bitter of zoet. Hypersmaakzin - Gebruik puntje van de tong om te proeven - Slechte eter, voorkeur voor bepaalde soort eten - Eet liefst steeds hetzelfde - Kokhalzen

Geef geen koolzuurhoudende drank. Biedt eten aan zonder veel smaak. Leg het

eten op zijn verhemelte, vlak achter de voortanden. Dan op puntje van de tong. Benoem de smaak. Als neutraal eten wordt verdragen overgaan op zout en zoet eten. Zuur en bitter wordt als laatste aangeboden.

Hyposmaakzin - Gebruikt puntje van de tong om te proeven (zoet en zout) - Eet alles - Stopt alles in de mond - Braken

Start met achterdeel van de tong en met bitter smaken. Benoem het eten en laat

het proeven. Start met vloeibare smaken en daarna overgaan op zuur. Plaats de zure vloeistof op zijkant van de tong. Daarna zoute smaak op voorkant van de tong. Tot slot zoet op puntje van de tong. Start dan weer opnieuw. Uiteindelijk worden de smaken afgewisseld en alle smaken in een dag toegediend.

Witte ruis - Zuigen op voedsel, gebruiken vooral zijkanten en achterkant van de tong - Constante smaak in de mond - Zuigt op eigen wangen en/of tong - Hebben geen zin om te eten. Laten zich graag voeren

Borstel de tong. Mondspoelen met mondspray. Leg een zoete smaak (bv

suikerklontje) tussen tanden en wang en laat het smelten. Test dit met alle smaken. Voorkom schrokken en laat goed kauwen.

Monique Schlijper 11 email: [email protected]

PROPRIOCEPTIE

Proprioceptie is het voelen van lichaamsbeweging en van veranderingen in de posities en verhoudingen van de verschillende lichaamsdelen. Omdat er zo veel spieren en gewrichten in het lichaam, het proprioceptieve systeem bijna zo groot als het tactiele systeem. De proprioceptieve input wordt verwerkt in de hersengebieden, die een reactie produceren in het bewustzijn. Zonder goede automatische reacties, zijn dingen zoals oog-hand coördinatie erg moeilijk. Hyperproprioceptief - Neemt vreemde lichaamshoudingen aan - Heeft moeite met fijne motoriek - Draait met hele lichaam om te kijken

Hypoproprioceptief - Geringe spierkracht - Laat spullen uit de handen vallen - Voelt eigen lichaamssignalen niet - Loopt overal tegenaan - Struikelt vaak - Beweegt bovenlichaam heen en weer

Monique Schlijper 12 email: [email protected]

VESTIBULAIR Het vestibulaire systeem is het sensorische systeem dat reageert op de positie van het hoofd ten opzichte van de zwaartekracht en de versnelde of vertraagde beweging.

Hypervestibulair

- Reageert schrikachtig op bewegingsactiviteiten - Loopt moeilijk op onstabiele ondergrond - Hangt niet graag met hoofd omlaag - Angstig als voeten de grond niet raken

Hypovestibulair - Houdt van schommels en draaimolens - Draait om eigen as of loopt rondjes - Beweegt bovenlichaam heen en weer

Voor informatie:

Monique Schlijper Tel nr. 0634962405 Email: [email protected]