waarom tienden & offers?

WaaromtiendenOFFeRS& ?

Gods principes WAARin HiJ U in OVeRVLOed KAn

ZeGenen.Maleachi 3:10-12

2 iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ] 3 iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ]

http://www.maasbach.nl/tiendenenoffers.htm


inHOUd4

8

12

22

28

34

40

46

Moet een christen een ‘tiendengever’ zijn?

Waar moet ik mijn tienden geven?

➊➋➌➍➎➏➐➑

Verwarring

Het verschil tussen tienden en offers

God heeft een boekhouding!

Het verschil in geven

Waar en wat is de voorraadkamer?

Belangrijke feiten over de voorraadkamer

2 iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ] 3 iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ]



➊God heeft een boekhouding!

iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ]4


Wist u dat u grote giften kunt geven

als een offer aan God en maandelijks

getrouw uw tienden van uw inkomen

kunt brengen, zonder resultaat?

Als het niet gegeven wordt op de

manier zoals God ons in Zijn Woord

opgedragen heeft, zal er op de

grote dag van verantwoording niets

van al uw giften en tienden in Zijn

boekhouding overblijven.

We kunnen God berovenWist u dat God op die grote dag tegen

u kan zeggen: ‘U hebt Mij beroofd’? ‘Omdat je niet gegeven hebt zoals Ik het in Mijn Woord heb opgedragen, waardoor Ik al je offers en tienden niet heb kunnen erkennen en aannemen.’ Als God uw

offers en tienden niet heeft kunnen

erkennen en aannemen, zal Hij die zeker

ook niet vermelden in Zijn hemelse

boekhouding. En dat betekent weer

dat er ook geen beloning op u wacht.

Misschien zegt u: ‘Ik heb altijd heel getrouw mijn offers en tienden gegeven.’ U hebt misschien wel gegeven, maar

waar, hoe en aan wie?

Wist u dat God een boekhouding bijhoudt? Zijn boekhoudsysteem is echter anders dan wij die op aarde kennen.

5 iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ]



Volgens ons aards boekhoudsysteem

stelde dat wat zij gaf helemaal niets

voor vergeleken bij de grote bedragen

die de welgestelde mensen gaven.

Maar Jezus zei het en Hij meende het.

De manier waarop die grote giften

werden gegeven, stelde in de ogen van

Jezus niets voor. Volgens de hemelse

boekhouding hadden deze mensen

niets gegeven. Dat is de reden waarom

iemand die twee cent geeft, in de ogen

van God meer kan geven dan iemand

die 1.000 euro geeft.

De penningen van de weduweReligieuze mensen in de dagen

van Jezus op aarde brachten grote

bedragen zilver en goud. De Bijbel

zegt dat Jezus het zag, maar totaal

niet onder de indruk was. Toen kwam

er een oud weduwvrouwtje die

slechts twee penningen gaf. Weet

u wat Jezus zei? Hij zei: ‘Deze vrouw heeft meer gegeven dan hen allemaal!’

➊ God heeft een boekhouding!

‘Iemand die twee cent geeft, kan in de ogen van God meer geven dan iemand die 1.000 euro geeft.’



ALS U niet GeeFt OP Gods manier, dAn KAn HiJ UW OFFeR niet eRKennen en AAnneMen.




➋

€

Het verschil in geven



Van een bepaalde groep mensen,in de tijd van de Bijbel, heeft God gezegd:

Dit zijn de mensen tegen wie God zei:

Aan wie geven wij ons geld?Misschien zegt u: ‘Maar dat ben ik niet. Ik geef altijd mijn tienden en offers!’ Maar

waar en aan wie geeft u die? Geeft u

ze aan God, of is het gewoon iets wat

u uit uw hand weggeeft? Denkt u dat

u uw boodschappen hebt afgerekend,

doordat u het totaalbedrag betaald

hebt aan de loodgieter op de hoek van

de straat? Het maakt een groot verschil

waar je die boodschappen betaalt!

Als het Gods geld is (en dat is het, want

Leviticus 27:30 zegt: ‘Een tiende deel van de opbrengsten is van de HERE en dus heilig’), dan moet je dat aan Hem

betalen op de tijd en de plaats waarop

Hij wil dat je het betaalt.

‘Deze mensen eren God met de mond, maar in hun hart moeten ze niets van

Hem hebben.’ Mattheüs 15:8

‘Mag een mens God beroven? Beslist niet! En toch hebt u Mij beroofd. ‘Wanneer hebben wij U beroofd?’ vraagt u dan.

U hebt Mij beroofd van de tienden en de gaven die voor

Mij waren bestemd.’ Maleachi 3:8



een tiende deeL VAn de OPBRenGSten iS van de Here en dUS heilig.(LeVitiCUS 27:30)



een tiende deeL VAn de OPBRenGSten iS van de Here en dUS heilig.



➌Moet een christen een ‘tienden-gever’ zijn?



Is het essentieel voor een christen om zijn tienden te geven?

Jezus zei:

Op een andere plaats zegt Jezus:

‘Bijbelgeleerden en Farizeeën! Het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars, u geeft tien procent van wat u heeft aan munt en

andere kruiden aan de tempel, maar waar het op aankomt, goedheid,

medelijden en trouw, daar houdt u zich niet mee

bezig. U MOET HET ENE DOEN en het andere

niet nalaten.’ Mattheüs 23:23

‘Want Ik waarschuw u. Als u zich niet méér houdt

aan Gods wetten dan de bijbelgeleerden en de

Farizeeën, komt u het Koninkrijk van de hemelen

zeker niet binnen.’ Mattheüs 5:20

Moet een christen een ‘tienden-gever’ zijn? Dit wil zeggen dat het geven van uw

tienden aan God nooit de plaats kan

innemen van alle andere rechtvaardige

dingen die u in uw leven doet, en

ook niet van alle andere dingen die u

weggeeft aan mensen.



Dit is wat de Bijbel zegt van onze

grote geloofsvader Abraham:

(Lees ook Hebreeën 7)

Ouder dan de wetHet is waar dat de Joden hun

tienden gaven toen zij onder de wet

leefden. Maar het geven van tienden

is ouder dan de wet. Dit is wat Jakob

zei toen God Zichzelf in een droom

aan hem geopenbaard had:

‘Van alles wat God mij geeft, zal ik Hem een tiende deel

teruggeven.’ Genesis 28:22


‘Het principe om een tiende van alles wat God je geeft, weer aan Hem terug te geven, blijkt zo oud als het menselijke

ras te zijn.’

‘Melchisedek, de koning van Salem (Jeruzalem),

die priester was van God, de Allerhoogste, kwam met brood en wijn voor Abram en zijn mannen. Melchisedek zegende

Abram met de woorden: God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde, moge u zegenen, Abram. En geprezen zij

God, die uw vijanden het onderspit heeft laten delven.

Hierna schonk Abram Melchisedek een tiende

deel van alles wat hij had heroverd.’

Genesis 14:18-20


Beide gebeurtenissen vonden plaats

ver voordat de wet werd gegeven.

Het principe om een tiende van alles

wat God je geeft, weer aan Hem

terug te geven als erkenning van het

feit dat God het je gegeven heeft,

blijkt zo oud als het menselijke ras

te zijn. De persoon die niet gelooft

in het geven van tienden neemt de

houding aan: ‘Het is van mij. Ik heb het zelf verdiend. Ik heb er hard voor gewerkt. Ik heb er recht op. Wat ik aan God geef, maak ik zelf wel uit. En wat ik geef, geef ik Hem als een gunst. Mijn gulheid zou eigenlijk beloond en geprezen moeten worden.’

‘Daarop gaf Abraham een tiende deel van alles wat hij in de strijd had buitgemaakt aan Melchisedek. De naam

Melchisedek betekent ‘Koning der gerechtigheid’.

Hij is ook koning van de vrede, want Salem

betekent vrede.’ Hebreeën 7:2

In het nieuwtestamentische boek

Hebreeën verwijst de schrijver naar

het geven van tienden door te zeggen:


10%

➌ Moet een christen een ‘tiendengever’ zijn?


JAKOB ZEI: ‘VAN ALLES WAt GOd MiJ GeeFt, ZAL iK Hem een tiende deeL teruggeven.’(GeneSiS 28:22)



Melchisedek, typebeeld van JezusMelchisedek, de koning van de

vrede en gerechtigheid, is de

zuiverste vorm en het mooiste

oudtestamentische typebeeld

van Jezus Christus.

‘Jezus is daar vóór ons binnengegaan om voor ons te pleiten. Hij is voor altijd

hogepriester geworden, op dezelfde wijze als

Melchisedek.’ Hebreeën 6:20

‘Verder is het zo dat in het ene geval de priesters,

sterfelijke mensen, een tiende kregen van wat de mensen oogstten of

verdienden, terwijl in het andere geval Melchisedek ze kreeg, van wie vermeld staat

dat hij altijd blijft leven.’ Hebreeën 7:8

Geven onder de wetOnder de wet was het geven van

tienden in de natie Israël een hele

gewone en duidelijke zaak. Het was

in geen geval een soort van nationale

belasting die geheven werd. De zorg

voor de regering van Israël werd

gedaan door richters, die door God

Zelf werden aangesteld uit veel

verschillende stammen, of door een

koning uit de stam van Juda. Weet

u nog wat God had gezegd?



‘Een tiende deel van de opbrengsten is van de HERE en dus heilig.’

Leviticus 27:30

De wet en genadeDoor Jezus Christus leven wij niet

langer onder de wet, maar onder

de genade. Toch gelden sommige

waarheden van de wet nog steeds.

We verwerpen toch ook niet de tafel

van vermenigvuldigen, simpelweg om-

dat we van school zijn afgestudeerd?

Onze schoolmeesters hebben ons

geleerd: 1 + 1 = 2 en 2 x 2 = 4. Deze

waarheid is niet verdwenen toen we

de school hebben verlaten.

‘Laat ik het anders zeggen: de wet was onze

schoolmeester, totdat Christus kwam en wij door

in Hem te geloven recht voor God konden staan.’

Galaten 3:24

Een teken van dank en waarderingToen God had gezegd: ‘U hebt Mij beroofd’, zei Hij: ‘U hebt Mij beroofd van de TIENDEN en de GAVEN die voor Mij waren bestemd.’ Dat betekent dat de

tienden te ALLEN tijde van God zijn.

Als Abraham en Jakob al hun tienden

aan God gaven voordat de wet er

was; als het volk van God onder de

wet gezegend werd, doordat het God

getrouw zijn tienden gaf, hoeveel te

meer zouden vandaag Gods kinderen

Zijn zegeningen moeten erkennen

door Hem daarvan een tiende deel te

geven? En helemaal als een teken van

dank en waardering voor de volheid

van Zijn genade waaronder wij




vandaag mogen leven. Als een tiende

deel gevraagd werd onder de wet, dan

is minder dan dat onder de genade op

z’n zachtst gezegd te weinig.

Geen tekort, maar overvloedGeen kerk zal tekortkomen door

aan God de tienden te geven op de

manier zoals Hij opgedragen heeft

en door de ogen open te houden

voor een wereldwijde visie. De kerk

of christen die God berooft van de

tienden en offers, leeft niet onder

de zegen van de Here. Het resultaat

daarvan is dat zij meer verliezen dan

overhouden. Maar tegen hen die

getrouw en gehoorzaam zijn, zegt

God:

‘U zult overvloedige oogsten krijgen, want Ik zal uw gewassen beschermen tegen insecten en ziekten.

Aan de wijnstok zullen volle druiventrossen hangen. En alle volken zullen u gelukkig prijzen, omdat u zult wonen

in een heerlijk land.’ Maleachi 3:11-12

‘Gulle en goedgeefse mensen krijgen toch steeds

meer, maar wie gierig is, wordt steeds armer.’

Spreuken 11:24

‘Als al Gods kinderen getrouw zijn in het

geven van hun tienden, zou er genoeg zijn voor

hen allemaal!’




de KeRK OF CHRiSten die God berooft VAn de tienden en OFFeRS, LeeFt niet OndeR de zegen van God.




➍

?Waar moet ik mijn tienden geven?

iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ]22




Er kan verwarring over bestaan waar we onze tienden moeten geven.

?God had gezegd:

‘Wat de stam Levi betreft, uw familie, zij zullen voor hun werk worden betaald uit de tienden die het hele

land Israël opbrengt.’ Numeri 18:21

Toen God het land Israël onder

de twaalf stammen verdeelde,

gaf Hij Levi geen land dat hij zijn

eigen land kon noemen. In plaats

daarvan gaf Hij de stam Levi

een werk te doen en de gehele

tienden dat door het volk van

Israël bij elkaar werd gebracht,

was hun loon. De Levieten waren

Gods dienstknechten! God zei:

‘Zeg de Levieten dat zij de HERE een tiende moeten geven van de tienden die zij ontvangen, en dat zij

dat aan de HERE moeten aanbieden met een

bewegend gebaar, staande voor het altaar. De HERE

zal dit beschouwen als het offer van de eerste

opbrengsten van de oogst van wijn en koren, als was

het een offer van hun eigen oogst. Dit tiende deel van

de tienden zal worden genomen uit het beste wat u als het deel van de Here

hebt ontvangen en zal aan de priester Aäron worden gegeven. Het zal u worden toegerekend als kwam het van uw eigen dorsvloer en

wijnpers.’ Numeri 18:26-30



Geheel Israel was hun akkerveld.

Als zij het land goed zouden

bewerken en verzorgen, zou hun

inkomen als resultaat vermeerderen.

Maar als zij hun werk zouden ver-

waarlozen, waardoor Israël van God

zou afdrijven en in handen van de

vijand zou komen, zou hun inkomen

verminderen. Omdat hun inkomen

bestond uit een vast percentage

van de opbrengsten van Israël, was

hun inkomen daarmee ook direct

gekoppeld aan de voorspoed of

armoede van het volk.

Net als ieder ander kind van God,

moest ook de Leviet, de dienstknecht

van God, zijn tiende vrijwillig uit zijn

inkomen geven om het Koninkrijk

van God uit te breiden door het

evangelie van Jezus Christus te

prediken aan alle mensen in de hele

wereld. God zei: ‘Het tiende deel is van Mij. Het is altijd van Mij geweest! Ik wil dat je Mij betaalt van wat van Mij is door je tiende aan de dienstknecht (de Leviet) te geven, die in de bediening staat om u geestelijk te onderwijzen over God en Zijn Woord.

‘Hun voorspoed was gekoppeld aan de

voorspoed of armoede van het volk.’

➍ Waar moet ik mijn tienden geven?



GOd HeeFt dienstknechtenaangesteld OM de tienden in OntVAnGSt te neMen. (HeBReeËn 7:8)





God heeft dienstknechten aangesteldGod heeft vandaag ook autoriteit

aan mensen gegeven – sterfelijke

mensen – om de tienden in ont-

vangst te nemen. Mensen die, net

als de Levieten, hun leven hebben

gegeven in dienst van God.

Wanneer een christen zijn tienden

aan een van deze mensen geeft,

die God als Zijn knecht in autoriteit

heeft aangesteld om de tienden in

Zijn naam te ontvangen, geeft die

christen als het ware aan Jezus Zelf,

die het offer en de tiende erkent en

aanneemt en vervolgens registreert

in de hemelse boekhouding.

Wie zijn Gods dienstknechten?Maar hoe kunnen we nu weten

wie God als Zijn dienstknecht

heeft aangesteld om namens

Hem onze tienden in ontvangst

te nemen? Een ding moeten we in

ieder geval onthouden, en dat is

dat God deze mensen niet heeft

aangesteld als een kassier om onze

tienden en offers in te nemen. Nee,

Jezus heeft ze aangesteld als Zijn

dienstknechten om het werk voort

te zetten tijdens Zijn lichamelijke

afwezigheid hier op aarde. Dat geldt

niet alleen voor het ontvangen van

de offers en tienden, maar ook in het

opleggen van handen op de zieken,

in het uitdrijven van boze geesten en

in het werken van wonderen in Zijn

naam. Zijn aangestelde knechten

hebben een kenmerk, waardoor

het niet moeilijk is om je offers en

tienden aan hen te geven. Jezus zei:

‘De mensen die het geloven, zullen hieraan

te herkennen zijn: zij zullen in Mijn naam boze

geesten verjagen, zij zullen in nieuwe talen spreken, zij zullen slangen kunnen vastpakken, en als zij iets

giftigs drinken, zal hun dat geen kwaad doen, zij zullen

zieke mensen de handen opleggen en zij zullen

gezond worden.’ Marcus 16:17-18

➍ Waar moet ik mijn tienden geven?



Dienstknechten van God LeGGen ZieKen de HAnden OP, dRiJVen BOZe GeeSten Uit, en WeRKen WOndeRen in Jezus’ Naam.





➎ ➜Waar en wat is de voorraad-kamer?





In de tijd van koning Hizkia lezen we voor het eerst over het aanleggen van voorraadkamers.

‘Na afloop van het feest begon een grote actie tegen de afgodenverering. Alle mensen die in Jeruzalem de viering hadden bijgewoond, trokken naar de steden van Juda, Benjamin, Efraïm en Manasse en verwoestten daar de afgodsbeelden, de gewijde stenen, de schandelijke tempels en altaren die met de afgodenverering te maken hadden. Alles werd kort en klein geslagen. Daarna keerden de leden van de noordelijke stammen terug naar hun woonplaatsen. Hizkia verdeelde de priesters en Levieten nu in dienstafdelingen, die moesten

zorgen voor het offeren van de brandoffers en de vredeoffers en voor het danken en prijzen van de HERE. Tevens schonk hij uit zijn eigen bezit dieren die konden worden gebruikt voor de brandoffers die elke morgen en avond, voor de wekelijkse viering van de sabbat en de maandelijkse viering van de nieuwe maan en voor de viering van de jaarlijkse feesten werden gebracht, zoals in de wet van God was voorgeschreven. Verder riep hij de inwoners van Jeruzalem op hun bijdragen te leveren voor de priesters en Levieten, zodat die niet met andere bezigheden

Waar en wat is de voorraad-kamer?



in hun levensonderhoud hoefden te voorzien, maar zich volledig konden wijden aan de taken die hun in de wet van God waren opgedragen. De mensen reageerden spontaan en gaven royaal een deel van hun nieuwe oogst weg: koren, nieuwe wijn, olijfolie, honing en nog andere opbrengsten van het veld. Zij gaven een tiende deel van alles wat zij bezaten en waarvan de wet zei dat het aan de HERE, hun God, moest worden gegeven. Ook de mensen uit Israël en Juda die in de Judese steden woonden, brachten een tiende deel van hun vee en hun schapen en bovendien nog een tiende deel

van de gewijde voorwerpen die aan de HERE werden gegeven en maakten er grote stapels van. De eerste tienden kwamen al in de derde maand binnen en de grote stapels bleven tot de zevende maand dagelijks groeien. Toen Hizkia en zijn medewerkers kwamen kijken en de grote stapels zagen, prezen zij de HERE en zegenden zijn volk. ‘Waar komt dit allemaal vandaan?’ vroeg Hizkia de priesters en Levieten. En de hogepriester Azarja, afkomstig uit de familie van Zadok, antwoordde: ‘Dit zijn de tienden. Wij eten al wekenlang van deze voedselvoorraden en dit is




➎ Waar en wat is de voorraadkamer?

allemaal nog over. De HERE heeft zijn volk echt gezegend.’ Hizkia gaf daarop opdracht voorraadkamers in te richten in de tempel. Alle geschonken voorraden werden het huis van de HERE binnengebracht. De Leviet Chonanja kreeg er het toezicht over en werd daarbij geholpen door zijn broer Simi. De andere medewerkers waren Jehiël, Azazja, Nachat, Asahel, Jerimoth, Jozabad, Eliël, Jismachja, Mahath en Benaja. Deze maatregelen werden getroffen door koning Hizkia en de hogepriester Azarja. Koré, de zoon van de

Leviet Jimna, die wachter was bij de Oostpoort, zorgde voor de verdeling van de vrijwillige gaven en geschenken onder de priesters. Zijn trouwe helpers waren Eden, Minjamin, Jesua, Semaja, Amarja en Sechanja. Zij verdeelden de gaven onder de priesterfamilies in hun woonplaatsen en maakten daarbij geen onderscheid tussen jong of oud. De priesters die dagelijks dienst deden in de tempel en hun familieleden werden echter direct van daaruit bevoorraad en waren dus niet betrokken bij deze grote uitdeling. De priesters waren




per familie opgenomen in het geslachtsregister en de Levieten van twintig jaar en ouder waren gerangschikt onder de namen van hun dienstafdelingen. Ook de gezinnen van alle priesters en die Levieten waren in de registers opgenomen, want door hun betrouwbaarheid moest het heilige heilig worden gehouden. In elke priesterstad werden mannen aangewezen die moesten zorgen voor de uitdeling van voedsel en andere

zaken aan alle familieleden van de priesters in de omgeving en aan alle geregistreerde Levieten. Op die manier regelde koning Hizkia deze zaken in heel Juda en in de ogen van de HERE, zijn God, was hij een goed en rechtvaardig man. In alles wat hij deed in de dienst voor het huis van de HERE, handelde hij naar de wetten en geboden van de HERE. Hij zocht de HERE met zijn hele hart en de HERE zegende hem.’ 2 Kronieken 31

Goede verdeling van tiendenDeze opdracht voor het aanleggen

van voorraadkamers kwam niet vanuit

een donderende stem op de berg

Sinaï, maar van een Godvruchtige

koning en wijze zakenman. Koning

Hizkia zag de nood voor een meer

effectieve methode om de tienden

te verdelen, zodat er niets onnodig

verloren zou gaan. Dienstknechten

van God die zich midden in de opwek-

king bevinden, ontvangen vaak meer

dan zij nodig hebben. Het zou niet de

eerste keer zijn dat er dan een deel

verloren gaat aan onnodige zaken,

terwijl andere dienstknechten des

Heren tekorten hebben. De voorraad-

kamer werd dus in het leven geroepen

om verkwisting tegen te gaan en een

goede verdeling te hebben van de

tienden. Zo zouden ook de dienst-

knechten met een tekort bemoedigd

worden op de plaatsen waar nog geen

opwekking was.


➏ Waar en wat is de voorraadkamer?


De voorraadkamer WeRd in Het LeVen GeROePen, ZOdAt de tienden OP de JUiSte WiJZe KOnden WORden verdeeld.





➏Belangrijke feiten over de voorraadkamer





• Hizkiasteldeniemandanders

aanomdetiendenteontvangen

danalleendeLevieten

(dienstknechtenvanGod).

Devoorraadkamerzoalshier

bedoeld,isdusniethetvaste

patroonvoordelokalekerk,

waardezebeheerdwordtdoor

aangenomenarbeidersdiegeen

dienstknechtenvanGodzijn.

• Devoorraadkamerisnietalleen

bedoeldomdedienstknechten

vanGoddiehetaannemente

onderhouden,hoewelzeerwel

vanmogennemenvoorhun

eigenonderhoud.Deapostel

Pauluszegthierover:

De Bijbel leert ons enkele belangrijke feiten over de voorraadkamer:

‘Zijn Barnabas en ik dan de enige apostelen die zelf ons brood moeten verdienen? Hebt u wel eens gehoord van een soldaat die zijn

eigen soldij moet betalen? Of van een wijnbouwer die zijn eigen druiven niet mag eten? Of van een herder die de melk van zijn eigen vee niet mag drinken? Dit zijn maar enkele voorbeelden

uit het dagelijks leven. Maar de wet van Mozes zegt hetzelfde. Daarin

staat: ‘U mag een os geen muilband omdoen, terwijl

hij uw koren dorst’, het dier moet zo nu en dan een hap

kunnen nemen. Zou God dan alleen ossen op het oog hebben of ook ons?

Natuurlijk is dat voor ons geschreven! Want zowel

wie ploegt als wie de oogst binnenhaalt, moet op een deel van de oogst kunnen

rekenen. Zo moeten de apostelen hun werk kunnen doen in de hoop dat er voor

hen gezorgd zal worden.’ 1 Korinthiërs 9:6-10

1

2



de VOORRAAdKAMeR WeRd uitsluitend BeHeeRd dOOR de dienstknechten van God.




➐ Belangrijke feiten


de VOORRAAdKAMeR WeRd uitsluitend BeHeeRd dOOR de dienstknechten van God.





Metanderewoorden:zodat

dedienstknechtenvanGod

inhunonderhoudkunnen

voorzienendaarnaastookde

middelenhebbenzorgtedragen

voordeweduwe,deweesen

devreemdelingbinnenhun

landsgrenzen.

Devoorraadkamerwasniet

bedoeldomtevoorzieninhet

onderhoudvandetempel.

• Devoorraadkamerwasniet

ingesteldalseennationalewet.

Hetwasookgeenwijziginginde

grondwet,ofeenaanvullingop

devanGodgegevengeboden.

Hetwasgeenbindende

instellingvoordehelenatie

vanIsraël,enooknietbedoeld

voordeanderevolkenomhen

heen.Devoorraadkamerwas

gewooneenwijsenacceptabel

gebruiksvoorwerpophetgebied

vanovervloed,dievoortkwam

uitdeopwekking.InMaleachi3

lezenweoverderedenvanhet

bestaanvandevoorraadkamer.

‘Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer,

zodat er voldoende voedsel zal zijn in Mijn tempel.’

Maleachi 3:10

3 4



➏ Belangrijke feiten over de voorraadkamer

• Hizkiawashetinstrumentdat

deopwekkingteweegbracht

doorzijngehoorzaamheid

aanGodswilomdeafgods-

beelden,degewijdestenen,

deschandelijketempelsen

dealtarendiemetafgoden-

vereringtemakenhadden,

teverwoesten.Maarinhet

bijzonderookzijnoproepaan

deinwonersvanJeruzalemom

hunbijdragenteleverenvoorde

priestersenLevieten,zodatdie

nietmetanderebezighedenin

hunlevensonderhoudhoefden

tevoorzien,maarzichvolledig

kondenwijdenaandetakendie

hunindewetvanGodwaren

opgedragen.Dezeopdrachtgaf

hijnietvoordathijdepriesters

enLevietenhadverdeeldin

dedienstafdelingen,waarzij

moestenzorgdragenvoorhet

offerenvandebrandoffers,de

vredeoffersenvoorhetdanken

enprijzenvandeHere.

Ookgafhijhetvoorbeelddoor

zelfzijntiendentegeven.

• Hizkiawastewijs,te

Godvruchtigentebekendmet

hetWoordvanGodomeen

zekerdeelvandetiendenuitde

voorraadkamertegebruiken

voorzakendiebetaaldbehoren

tewordendoordeoffergaven

bovenopdetienden.Godwilhet

gevenvandemensengebruiken

alseenmiddelomhente

zegenen.DaaromzegtJezus:

‘GEEF en u zult iets terugkrijgen, meer dan

overvloedig zult u ervoor terugkrijgen. Met de maat

waarmee u meet, zult ook u gemeten worden.’

Lucas 6:38

‘God wil het geven van de mensen gebruiken als een middel om hen

te zegenen.’ 4 5


Verwarring➐



Verwarring

Er bestaat wel eens verwarring over het besteden van het geld in de voorraadkamer.

De leer van de moderne

voorraadkamer zegt immers:

• Degeheletiendemoetnaarde

kasvandeplaatselijkekerk,

waarmeedepenningmeester

allevastelastenkanbetalen.

Het probleem hiermee is dat er

voor zending en evangelisatie niets

overblijft, waardoor evangelisten

van het veld worden verdreven en

zendelingen niet meer kunnen worden

uitgezonden. Er is geen geld om het

evangelie van Jezus Christus in de

wereld te verspreiden, want de vaste

lasten van de kerk staan dat niet toe.

‘Als de gehele tienden alleen op gaan aan de plaatselijke kerk, dan blijft er voor zending

en evangelisatie niets over!’



Tactiek van de bozeDe boze wil beslist niet dat Gods

kinderen gaan geven. Een van zijn

grootste tactieken om het werk

van God te hinderen, is om Gods

kinderen te laten denken dat ze in

hun leven vast kunnen houden aan

wat ze hebben en niet aan God te

geven. En daarom heeft zowel de

christen, als de kerk vaak een tekort.

God heeft opgedragen dat de gehele

tienden gegeven moeten worden

aan de Leviet voor zijn dienst en

levensonderhoud.

God heeft ook opgedragen om,

bovenop de tienden, te offeren.

De tempel werd niet gebouwd door

middel van de tienden die mensen

gaven. Nee, de tempel werd gebouwd

door middel van de liefdeoffers die

mensen gaven bovenop de tienden.

Het gevolg van valse leerstellingenDoor de jaren heen zijn er veel

leerstellingen over de tienden

verschenen, waarvan een aantal toch



echt de Goddelijke wijsheid van Hizkia

missen. Het resultaat ervan is een

verwarrende en onbijbelse regeling die:

• HetwerkvanGodhindertdoor

eendalingvandeinkomstenin

dekerk.

• Godskindereninverwarring

engebondenheidbrengt.

• Godskinderenberooftvan

dezegeningenvanGod,die

voortkomenuithetgeven.

• Godskindereninde

gevarenzonebrengtomhet

KoninkrijkvanGodbinnente

gaan,doordatzijzichverlagen

doorhetgevenvanopdecent

afgepastetienden,zoalsde

schriftgeleerdenenFarizeeërs

deden(zieMattheüs5:20).

• Eenvloekbrengtopdemensen

dieGodberovenvandetienden

enoffersentegelijkertijd

zichzelfopdeborstslaanvoor

hunvrijgevigheid.Zeberoven

Godinhetgevenvanhun

tiende,omdatzenietgeven

zoalsHijheeftopgedragen.

EnzeberovenGodingeven

vanhunoffers,omdatze,

bovenophuntienden,zeer

weiniggevenvanwatvanaf

descheppingalvanHemwas.

Zehebbennietmet aandacht

geluisterdnaarZijnstemen

nietdeoffersgegevendieHij

vanhenverlangdealseen

tekenvanliefdevoorHem.De

modernevoorraadkamervan

vandaagiseenuitvindingvan

demensomhetinkomenvan

dedienstknechtvanGodte

limiterenendeoffersvanGods

kinderenteverminderen.


➐ Verwarring


‘Dan zult u zien dat Ik de vensters van de hemel zal openen en een stroom van zegen over u zal uitstorten.’

Maleachi 3:10

‘Christus heeft sommigen aan de Gemeente gegeven

die apostel zijn, anderen die namens Hem spreken; sommigen die het goede nieuws aan ongelovigen

vertellen, anderen die de christenen geestelijk

verzorgen en weer anderen die onderwijzen. Met elkaar

moeten zij de christenen klaarmaken om God te

dienen, zodat de Gemeente, het lichaam van Christus,

zal groeien en sterk en volwassen zal worden.’

Efeziërs 4:11-12

De leerstellingen van de schoolmeesterHoe kunnen we deze verwarring

voorkomen? Volg de leerstellingen

van de schoolmeester! Geef uw

tienden daar waar het gebruikt wordt,

zoals God het bedoeld heeft. Om te

voorzien in voedsel en onderhoud

voor Gods dienstknechten, die zich

hebben toegewijd aan de dienst van

de Here. En dat zijn er meer dan

alleen de voorganger. En geef daarbovenop ook nog vrijwillig

offers voor de bouw, het onderhoud,

de vaste lasten en alles wat erbij

komt kijken om een kerk draaiende

te houden. Leer de stem van God

te verstaan als Hij tegen u spreekt

over geld. Geef uw tienden volgens

Zijn instructies en geef vervolgens

daarbovenop uw offers. Doe dit alles

met een blij hart, want God heeft de

blijmoedige gever lief.


➐ Verwarring


Onderhoud Met UW tienden Gods dienstknechten, die ZiCH HeBBen toegewijd AAn de dienSt VAn de HeRe.



➑Het verschil tussen tienden en offers



Het verschil tussen tienden en offers

Dit is het grote geheim achter alles

wat Jezus deed toen Hij op aarde

wandelde en ons God heeft doen leren

kennen. Het was door een levensstijl

van geven. Alles wat Hij ondernam,

begon altijd eerst met geven. Hij

verbond offeren met geven, en geven

met zaad. Hiermee legde Jezus het

voorbeeld neer van een christelijke

levensstijl. Veel christenen zullen hierin

hun denken moeten aanpassen. U bent

altijd gewend om te geven nadat u

hebt ontvangen. Maar het principe van

geven werkt andersom! Jezus zei:

Het geven van tienden is iets anders dan offeren.

De wet van zaaien en oogstenOfferen is zaaien en oogsten. Jezus

vertelt ons dat de boer op het land

dit principe elke keer weer opnieuw

toepast. Hij geeft altijd eerst het zaad

aan de grond. Je zaait je offer als een

gift aan de Heer van de oogst, om

het vervolgens te vermenigvuldigen

en aan je terug te geven om eerst

anderen te helpen, en dan jezelf. Dat wil zeggen: uw continu zaaien

voorziet in een continue voorziening

in uw financiën. Vergeet hierbij nooit

dat alleen dat wat u aan God geeft,

Hij kan vermenigvuldigen en aan u

kan teruggeven. Als u dus niets geeft,

zal God dat niets vermenigvuldigen,

en ontvangt u niets!

‘Onthoud dit goed: wie niet veel geeft, zal ook

zelf niet veel ontvangen. Een boer die weinig zaait, zal maar weinig oogsten, maar wie veel zaait, zal

ook veel oogsten.’ 2 Korinthiërs 9:6

Tienden geef je nadat je je

inkomen hebt ontvangen.

Bij het offeren ligt volgens

Jezus in het Nieuwe

Testament de nadruk op het

feit dat je geeft voordat je

ontvangen hebt.



Geven voordat we ontvangen hebbenHet is Gods belofte aan de tiendengever

dat Hij de vensters van de hemel zal

openen en een stroom van zegen over

hem of haar zal uitgieten. Dat wil zeggen

dat God zal zorgen voor alles wat we

nodig hebben.

De meeste tiendengevers ontbreekt het

echter aan het deel bovenop de tienden,

namelijk: geven voordat we ontvangen

hebben! Meestal zijn tiendengevers erg

stipt in het geven van hun tienden en

geven vaak zonder enige blijdschap en

vreugde. Veel tiendengevers geven hun

tienden tot op de cent nauwkeurig en

beoefenen helaas te weinig het geven

van offers.

‘Vergeet nooit dat alleen dat wat u aan God geeft, Hij kan vermenigvuldigen en aan u terug kan geven.’


‘GEEF en u zult iets terugkrijgen, meer dan overvloedig zult u ervoor terugkrijgen. Met de

maat waarmee u meet, zult ook u gemeten worden.’ Lucas 6:38

‘Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer,

zodat er voldoende voedsel zal zijn in Mijn tempel. Probeer het toch eens,

dan zult u zien dat Ik de vensters van de hemel zal openen en een stroom van zegen over u zal uitstorten. U zult overvloedige oogsten

krijgen, want Ik zal uw gewassen beschermen

tegen insecten en ziekten. Aan de wijnstok zullen volle druiventrossen hangen. En alle volken zullen u gelukkig prijzen, omdat u zult wonen

in een heerlijk land.’ Maleachi 3:10-12


‘De HERE zei tegen hem: ‘Ga naar het dorp Sarfath, vlakbij Sidon. Daar woont een weduwe die u zal verzorgen. Ik heb haar daarvoor opdracht gegeven.’ Dus ging Elia naar Sarfath en toen hij bij de poorten van de stad kwam, zag hij een vrouw die bezig was hout te sprokkelen. Hij vroeg haar een beker water. Terwijl zij wegliep om het te halen, riep hij haar achterna: ‘Neem ook wat brood mee, als u wilt.’ Maar

zij zei: ‘Ik zweer bij de HERE, uw God, dat ik geen kruimeltje brood in huis heb. Alles wat ik nog heb, is een handvol meel en een klein bodempje olie. Ik heb net wat hout gesprokkeld om voor de laatste keer een maaltijd te kunnen maken. Daarna zullen mijn zoon en ik sterven van de honger.’ Maar Elia stelde haar gerust en zei: ‘Wees maar niet bang. Maak die laatste maaltijd van u maar klaar, maar bak eerst wat

De weduwe van Sarfath Het volgende verhaal uit de Bijbel laat ons heel mooi en duidelijk het principe

zien hoe God wil voorzien in al onze noden, wanneer we Hem vertrouwen op

Zijn Woord en aan Hem geven, nog voordat we ontvangen hebben:


➑ Het verschil tussen tienden en offers


‘Want hoeveel zij ook gebruikten, er zat steeds genoeg meel in de pot en

olie in de kruik.’• GodisuwBron.

• OntvangenvanGodkomt

voortuituwgevenaanGod.

• Verwachteenwonder.


voor mij. Daarna kunt u voor u en uw zoon wat klaarmaken. De HERE, de God van Israël, zegt namelijk dat altijd vol-doende meel in de pot en olie in uw kruik zal zijn tot het moment dat de HERE weer regen laat vallen.’ Zij deed wat Elia had gezegd en met zijn drieën aten zij net zo lang van de voorraad meel en olie als nodig was. Want hoeveel zij ook gebruikten, er zat steeds genoeg meel in de pot en olie in de kruik, precies zoals de HERE door Elia had laten beloven.’ 1 Koningen 17:8-16




De wonderbare visvangstOok de discipelen moesten leren om God te vertrouwen op Zijn

Woord. Zij maakten iets heel bijzonders mee. De Bijbel vertelt het zo:

➑ Het verschil tussen tienden en offers

Hij tegen Simon: ‘Vaar het meer eens op naar diep water en gooi daar jullie netten uit.’ ‘Maar Meester,’ antwoordde Simon, ‘wij zijn de hele nacht aan het vissen geweest en hebben niets gevangen! Maar omdat U het zegt, zal ik het nog eens proberen.’ Zij deden wat Jezus had gezegd en vingen zoveel vis dat hun netten begonnen te scheuren. Zij wenkten de mannen in de andere boot om hen te komen helpen. Even later was in beide boten zoveel vis dat die bijna zonken. Simon

‘Op een dag was Hij bij het meer van Galilea. De mensen drongen van alle kanten tegen Hem op, want zij wilden horen wat Hij over God zou vertellen. Hij zag twee boten liggen die half uit het water waren getrokken. De vissers stonden iets verderop hun netten schoon te spoelen. Jezus stapte in de boot van Simon en vroeg of hij Hem een stukje van de oever wilde afduwen. Daarna ging Hij zitten om de mensen meer over God te vertellen. Toen Hij was uitgesproken, zei



De meeste mensen kijken

vandaag voor hun bron naar hun

bankrekening, werkgever, uitkering,

pensioen enz. of op hun eigen

mogelijkheden, vrienden en familie.

Maar dat zijn allemaal middelen. God

is de Bron! Door in gehoorzaamheid

te doen wat Jezus zei, stelden zij

hun geloof in werking. Daardoor

zagen zij niet meer op de lege netten,

maar op de wonderbare visvangst.

Het was midden in hun wonder dat

zij Jezus zagen zoals Hij werkelijk

was. Voorheen zagen zij Hem als

mens van vlees en bloed. En dat

was Hij ook. Maar Jezus is meer! En

dat zagen zij nu. Zij zagen Jezus als

de Wonderwerker, als Degene die

voorziet in al onze noden. De grote

Voorziener! En dat wil Hij vandaag

ook voor u zijn.

‘Zij deden wat Jezus had gezegd en vingen

zoveel vis dat hun netten begonnen te scheuren.’

‘Ik zal het doen!’

‘En ik verwacht een wonder!’


Petrus was hiervan zo onder de indruk dat hij voor Jezus op de knieën viel en zei: ‘Ga maar van mij weg, Here. Ik ben veel te slecht om bij U in de buurt te zijn.’ De andere mannen konden het ook bijna niet geloven dat zij zoveel vis hadden gevangen. Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten, wisten niet wat ze zagen. Jezus zei tegen Simon: ‘Wees niet bang meer. Van nu af aan zul je een visser van mensen worden.’’ Lucas 5:1-10


‘WE VErWErpEN tOch OOK niet de tAFeL

VAn VeRMeniG-VULdiGen, SiMPeL-

WeG OMdAt We VAn SCHOOL

GOd iS uw Bron

OntVAnGen VAn GOd KOMt VOORt Uitgeven aan GodVerwacht een WOndeR



Als u al deze feiten over het geven van de tienden en offers in gebed op uw hart hebt gedrukt, mag u ook het volgende gebed bidden:

Verwarring?

‘VAdEr IN dE hEmEL, iK Ben dAnKBAAR VOOR de COnStAnte UitdAGinG

OM MiJn LeVen OP eLK GeBied Uit te LiJnen Met dAt VAn UW ZOOn JeZUS.

iK WiL MiJn deeL VAn Het WeRK dOen dOOR in GeHOORZAAMHeid

AAn U te GeVen WAt VAn U iS.

dAARnAASt WiL iK U GAVen GeVen en VeRWACHten dAt U ZULt VOORZien in AL MiJn nOden.

iK Zie niet OP de LeGe netten, MAAR OP een GOede, GedRUKte, GeSCHUdde, netSCHeURende, BOOtZinKende

en OVeRLOPende LAdinG die U MiJ ZULt GeVen.

IN JEZuS’ NAAm. AmEN!’

GeBed

54 iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ]54 iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen die VOORKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM! [ KLiK HieR ]



mijn tienden en OFFeRS GeVen ZOALS GOd

Het BedOeLd HeeFt.iK dOe Het! en iK GA Genieten VAn de ZeGen

die VOORtKOMt Uit MiJn GeVen AAn HeM!

VAnAF VAndAAG GA iK,

SCHRiJF HieR UW nAAM

WWW.WAAROMTIENDENENOFFERS.NL


JOHAN MAASBACH WERELDZENDING | APELDOORNSELAAN 2, 2573 LM DEN HAAG T +3170 363 59 29 | E [email protected] | WWW.MAASBACH.NL

ING REKENING NR. 4420 | DEUTSCHE BANK DEN HAAG REKENING NR. 51.37.24.273 De stichting johan maasbach werelDzenDing heeft De anbi status,

waarDoor uw giften aftrekbaar zijn van De belasting.

www.waaromTIENDENENoFFErS.Nl

OM een LeVen te LeVen nAAR GOdS WiL, iS Het VAn GROOt BeLAnG dAt WiJ OnS HOUden AAn de PRinCiPeS die HiJ OnS GeGeVen HeeFt in ZiJn WOORd.

HieR RUSt nAMeLiJK ZiJn ZeGen OP!

LeeR VAndAAG OVeR GOdS PRinCiPeS AAnGAAnde Het GeVen. PAS Ze tOe in UW dAGeLiJKS LeVen, en Zie HOe GOd in AL ÚW nOden ZAL VOORZien, en U in OVeRVLOed ZAL

ZeGenen, ZOALS HiJ HeeFt BeLOOFd.

Geniet VAn de ZeGen VAn GOd die VOORtKOMt Uit Het GeVen AAn HeM!

David & Regina Maasbach

WaaromtiendenOFFeRS& ?


waarom tienden & offers?

Documents