ut nieuws magazine juni
DESCRIPTION
Het juninummer van UT Nieuws MagazineTRANSCRIPT
www.utnieuws.nlOnafhankelijk magazine van de Universiteit Twente
jaargang 02 - nummer 05 - juni 2012
Jan Willem Hidskes >
‘Sportcentrum UT is echt klein Papendal’
Onderzoek >Antibacteriële stof
onder je oksel
Opinie >Hoe veilig
is de campus?
International >How to stay on in the Netherlands
www.asml.com/careers
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible?
At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Per employee we’re Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s multidisciplinary teams and help us push the boundaries of what’s possible.
2 UT NIEUWS 05|2012
Je eigen studio voor 103.900,-!
De Sluis 237681 KA VroomshoopT 0546 - 64 39 07
103.900,-! 103.900,-! 103.900,-!
Wonen in Roombeek; dé culturele hotspot van Enschede!
TWINS46 STUDIO’S IN ROOMBEEK ENSCHEDE
De Sluis 23
De kans van je (studenten)leven: een eigen studio in de meest eigenzinnige wijk van Enschede. Bekend om zijn mix van cultureel erfgoed en moderne architectuur. En dit op nog geen 10 minuten fi etsen van de bruisende binnenstad. Dit is jouw kans! Meer weten? Kijk op www.twins-wonen.nl.
Voor inwoners van Enschede met een laag inkomenBespaar gemiddeld 100 euroVeel extra vergoedingen. Ook de eigen bijdrage GGZSamenwerking Werkplein Enschede en Menzis
>>
>>>>>>
Bel 053 - 481 7800 of kijk op www.werkpleinenschede.nl
een nieuwe Bril, een tandartsBezoek en vele andere zorgBehandelingen?via de garantverzekering van Menzis krijgt u gewoon een vergoeding!
OOK EEN EIGEN MENING?Laat hem luid en duidelijk horen!
Ga naar onze website www.utnieuws.nl en klikop de button PRAAT MEE! De resultaten van de peilingen worden door de redactie van UT–Nieuws verwerkt in artikelen.
Ga naar onze website www.utnieuws.nl en klik op de button PRAAT MEE!
UT NIEUWS 05|2012 3
Nieuws
Van de redactieIn dit nummerNederland telt de komende weken zestien
miljoen bondscoaches, onder wie veel UT-ers.
In alle hoeken van de campus wordt straks
‘empirisch onderzoek’ gedaan. Er worden sta-
tistieken en kansberekeningen op wedstrijd-
uitslagen en poulewinnaars losgelaten, die
vervolgens na één gespeelde wedstrijd weer
volkomen achterhaald blijken te zijn. Want,
om maar eens een van de vele voetbalclichés
te gebruiken: de bal is rond. Maar al dat
gespeculeer blijft gewoon erg leuk.
Ook UT Nieuws begint langzaam in the mood
te komen. Het juninummer van ons magazine
heeft daarom een licht oranje tintje. Jan
Willem Hidskes, directeur van het sportcen-
trum, siert deze maand de cover en dat is niet
voor niets. Een zomer vol sport ligt voor ons;
Wimbledon, de Olympische Spelen, de Tour
de France en last but not least het EK voetbal.
Hidskes mocht van ons, als UT-bondscoach,
alvast vooruitkijken. Hij roemt de kwaliteit van
de toppers Van Persie, Robben en Huntelaar,
maar Nederland wint volgens hem het EK niet.
Welk land dan wel? Kijkt u naar het kadertje
op pagina 7.
Hoe beleven studenten in Oekraïne de invasie
van vele voetbalsupporters? Verslaggever
Jerom Rozendaal, standplaats Kiev, bood
ons een achtergrondartikel aan. Terwijl UT-
studenten oranje vlaggetjes aan het balkon
van hun studentenflat bevestigen of samen
in de kroeg voetbal gaan kijken, hebben hun
medestudenten in Kiev de gekste bijbaantjes
(zie pag. 8&9).
En dan is er nog de EK-app, die is ontwikkeld
door een brede groep UT’ers. Vanaf 5 juni te
downloaden. U leest er alles over op pagina 39.
Oranje in overvloed dus, maar UT Nieuws
biedt deze maand meer. Bij het maandelijkse
magazine zit een special over de faculteit
Gedragswetenschappen. Gemaakt door UT
Nieuws, in opdracht van en in samenwerking
met de faculteit GW. Met journalistieke verha-
len zoomen we in op onderwijs en onderzoek.
Beslist de moeite waard om te lezen. Ook
geïnteresseerd in zo’n mooie special van uw
faculteit, afdeling of onderzoeksinstituut?
Neem gerust contact op met de redactie voor
meer informatie.
Ditta op den Dries, hoofdredacteur.
Jan Willem Hidskes > 4 – 7 De gekste bijbaantjes > 8 – 9 Inkjettechnologie > 10 – 11 Meer Europese subsidies >12 Happietaria > 13 Interview Jeannine Peek >18 – 19 Foton >20 – 21 Veiligheid op de campus> 24 – 25 Studiereis naar Maleisië > 30 – 31 Interview Tineke Grootenboer > 32 – 33 International: How to stay on in the Netherlands > 34 – 35 Expat Lens > 36 Interview Alexander Otten > 37 Twenty Twente Tweets > 38 Geert&Beert en EK app > 39
Reportage | Green Team Twente> 14 – 16
Opinie | Andere Tijden> 20 - 21
Onderzoek | FZeer dunne vezelmembranen> 26 - 27
Interview | Afscheid van Olaf Fisscher> 28 – 29
Onafhankelijk maandblad voor personeel en studenten van de Universiteit Twente. Jaargang 02. Verschijnt elke eerste donderdag van de maand op de campus; vrijdag/zaterdag buiten de UT. Oplage: 8.000 exemplaren.
Redactie-adres:Gebouw De Vrijhof Kamers 315, 316, 317, 328, 319De Veltmaat 5, 7522 NM Enschede Postadres:Postbus 217, 7500 AE EnschedeTelefoon: (053 – 489) 2029zie verder onder redactie Fax: (053 – 489) 3439 E-mail redactie: [email protected]: http://www.utnieuws.nlof via de homepage van de UTTwitter: @UTNieuwsRedactie:Ditta op den Dries (hoofdredacteur, (053 - 489) 2030
[email protected] Paul de Kuyper (053 – 489) [email protected] Maaike Platvoet (053 – 489) [email protected] Sandra Pool (053 – 489) [email protected]:Brigitte Boogaard (053 – 489) 2029 [email protected] medewerkers:Marloes van Amerom, Ilse Bal, Leanne Benneworth, Giels Brouwer, Rayke Derksen, Nynke Dirven, Maaike Endedijk, Egbert van Hattem, Laura Lisa Hellwig,Hans van de Kolk, Simone Kramer, Ruben Libgott, Anna Migge, Mariska Roersen, Beer Sijpesteijn, Thijs Spruijt, Jochem Vreeman. Internetbeheer: WAME – Websites, Applicaties, Advieswww.wame.nlFoto’s:Arjan Reef, Gijs van Ouwerkerk.
Redactieraad:M. Driesprong, dr. A. Heuvelman, drs. J.W.D. ter Hellen, prof. dr. A. Need, dr. O. Peters. Advertenties:Bureau Van Vliet BV, Postbus 20, 2040 AA Zand-voort Tel. 023 – 5714745. Site: www.bureauvanvliet.comE-mail: [email protected] Advertentietarieven op aan vraag.Regionale advertentiesTwentyFifty, Postbus 652, 7500 AR EnschedeTel. 053 – 6409004. Site: www.twentyfifty.nlE-mail: [email protected] op aanvraag.HOP:UT Nieuws is aangesloten bij het Hoger Onder-wijs Persbureau (HOP). Adreswijzigingen:Abonnees (ook studenten) dienen deze schriftelijk door te geven aan de redactie UT-Nieuws Postbus 217, 7500 AE Enschede of per e-mail: [email protected]. Stage of buitenlands studieverblijf: studenten die op stage gaan of in het buitenland gaan studeren kunnen het UT-Nieuws magazine op schriftelijk verzoek opgestuurd krijgen. Wie prijs stelt op deze (gratis) service zendt een adreswijziging naar de redactie o.v.v.
faculteit, stagelocatie en periode (zo nauw-keurig mogelijk).Kopij: Nieuws voor het UT-Nieuws magazine en de website naar: [email protected]. Abonnementen: Jaarabonnement: 44 euro. Abonnementen schriftelijk aan te vragen met vermelding van naam, adres, postcode, plaats, telefoon-nummer en bank-/girorekening. Abonne-menten kunnen maandelijks ingaan. Betaling via factuur. Het jaarabonnement wordt automatisch verlengd, tenzij men minimaal 1 maand voor afloop van de abonnementsperi-ode schriftelijk opzegt.Concept, vormgeving en realisatie: Wegener SpeciaalMediawww.wegenerspeciaalmedia.nlBezorging Campus: Motorsportgroep UT, Richard van Schouwenburg en Arno Wedzinga, tel. 053-4892029. E-mail: [email protected] Copyright UT-Nieuws:Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder toestemming van de hoofdredacteur artikelen schema’s foto’s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken in enigerlei vorm of wijze.
Colofon
4 UT NIEUWS 05|2012
TEKST: PAUL DE KUyPER | FOTO’S: RIKKERT HARINK >
Een spelletje Monopoly tussen de vier broers Hids-
kes ontaardde vroeger nog wel eens in een veldslag.
Alle vier waren ze bereid gemeen te spelen als dat
hielp om te winnen. Tot hun ouders ingrepen. ‘We
sloegen elkaar soms bijna de hersens in.’
Nog steeds is hij een spelletjesmens. Een keer in de
maand heeft hij met vrienden een bridgeavondje.
En op de jaarlijkse wintersport met kinderen en
aanhang is het traditie dat ’s avonds een spelletje
Hints of Triviant wordt gespeeld. ‘Ik kan goed tegen
m’n verlies, al zeggen mijn vrouw en kinderen van
niet’, vertelt Hidskes. ‘Anderen menen gelukkig dat
het meevalt.’ Winnen wil hij wel altijd, daar is hij te
veel sportman voor. ‘Al lukt het me nu vrij makkelijk
om te zeggen: ach, het is maar een spelletje. Vroeger
had ik daar meer moeite mee.’
Vroeger, dat was in zijn studententijd, van 1972 tot
1980. Tijdens zijn studie Nederlands in Groningen
was Jan Willem Hidskes een fanatiek hockeyer. Hij
speelde als keeper in het eerste van GHBS, op het
op een na hoogste niveau van Nederland. ‘Een schit-
terende tijd. We speelden tegen spelers die ook voor
het Nederlands elftal uitkwamen. Ik heb nog ballen
om de oren gekregen van de vermaarde strafcorner-
specialist Ties Kruize.’
Ze reisden voor competitiewedstrijden het hele land
door. ’s Ochtends om acht uur met de trein naar
Den Haag om daar ’s middags te spelen. ‘Als we
dan verloren, was ik zondagavond nog chagrijnig.
Als keeper kreeg je soms maar drie ballen, en als je
dan verliest, ben je daar flink ziek van. Maar als we
wonnen, hadden we een heel gezellige terugreis.
Meestal liepen een paar jongens vooruit om een plek
te bemachtigen in de restauratiewagon. Dan konden
de blikjes bier op tafel.’
Metalen knieHet hockeyteam, een hechte vriendenclub, komt nu
nog steeds jaarlijks bij elkaar. In het begin om een
weekend lang een hockeytoernooi te spelen, later
deden ze mee aan voetbaltoernooitjes, nu is het vaak
golf. ‘Hockeyen gaat niet meer. De een heeft last van
zijn knie, de ander heeft rugproblemen. Twee jaar
geleden hebben we ons lustrum gevierd met een
week golf in Portugal. Iedereen komt daar met een
grijns van oor tot oor. We halen oude verhalen op en
doen spelletjes. Net een schoolreisje. Maar iedereen
is scherp, want we willen allemaal winnen.’
Sinds een jaar of vier hockeyt Hidskes zelf ook niet
meer. Uit zijn tas diept hij zijn portemonnee op en
laat een douanepasje zien met een foto van zijn knie.
Het hele gewricht is van metaal. Zijn eigen knie was
Hij staat aan het hoofd van een eiland binnen de UT. Een eiland dat zich de komende jaren
beter moet vermarkten. Jan Willem Hidskes (60), directeur van het sportcentrum, denkt
dat hij voldoende in huis heeft om daar in te slagen. De campus is immers ‘klein Papendal’.
‘Bij bezoekers vallen de ogen uit de kassen als ze onze sportfaciliteiten zien.’
‘Ik kan nu zeggen: ach, het is maar een spelletje’
helemaal versleten. ‘Ik mag geen contactsporten
meer doen. Skiën gaat nog wel goed. Vorig jaar heb
ik geprobeerd te tennissen, maar dan voel ik het als
ik op zo’n balletje achter het net loop. Dat is het me
niet waard.’ Hij stort zich op golf, twee keer in de
week met zijn vrouw op de green in Ahaus. In het
weekend pakt hij soms de racefiets.
En als hij stilzit, kijkt hij sport. ‘Studio Sport met
het bord op schoot is vaste prik. Als Wimbledon er
straks op is, kijk ik regelmatig een potje. Worstje er-
bij. Glaasje wijn. Eigenlijk kijk ik alles wat met sport
te maken heb. Soms ga ik naar FC Twente, maar ik
heb geen jaarkaart. Als ik in Frankrijk op vakantie
ben, kijk ik altijd wel even of de Tour in de buurt
is. Twee jaar geleden waren we bij mijn dochter op
bezoek in Australië. Ik heb er spijt van dat we toen
niet naar een cricketmatch zijn gegaan.’
De sportzomer 2012 mag wat Hidskes betreft begin-
nen. Eerst het EK voetbal, daarna Wimbledon en de
Tour en als toetje de Olympische Spelen. ‘Misschien
dat mijn vrouw aan het eind zegt: kunnen we ook
nog iets anders kijken dan sport?’
Het EK volgt hij thuis. Hij is niet iemand die de
kroeg in duikt, uitgerust met oranje hoed en vuvu-
zela. Fanatiek is hij wel. ‘Uitbundig’, vindt hij zelf.
‘En commentaar leveren hè? Schreeuwen. Speel
eens af! Kijk wie naast je staat! Ah nee!’ Zijn hoofd
wordt roder en hij balt zijn vuisten. Hij moet er zelf
om lachen. Rustiger dan weer: ‘Soms kan ik ook be-
rustend zitten analyseren. Dan denk ik: waarom wis-
sel je die niet? En vaak gebeurt dat even later ook.
Maar ik zit er ook wel eens naast hoor.’ Dat analyti-
sche heeft hij van zijn carrière als hockeycoach. Hij
zat jaren in de dug-out bij de teams van zijn dochter
en ook een tijd als hoofdcoach van dames 1 van de
Enschedese hockeyvereniging EHV.
Klein PapendalWie Hidskes enthousiast over sportbeleving en zijn
eigen sportcarrière hoort praten, vindt het vanzelf-
sprekend dat hij al elf jaar hoofd van het sportcen-
trum is en daarvoor sport in zijn portefeuille had >
Interview
UT NIEUWS 05|2012 5
Jan Willem Hidskes, directeur van het sportcentrum
Jan Willem Hidskes1951 geboren in Veendam
1972-1980 studeert Nederlands in Groningen
1977-1980 docent Nederlands in Drachten
1980-1989 docent Nederlands op Texel
1989-2001 docent taalvaardigheid aan
Saxion Hogeschool, vanaf 1997
hoofd Sport & Cultuur
2001-heden hoofd Sportcentrum UT
op het Saxion. Toch lag dat ruim dertig jaar geleden
niet voor de hand. Hidskes wilde geschiedenis stu-
deren, werd uitgeloot, probeerde het bij psycholo-
gie, maar haakte in het eerste jaar af. Daarna werd
het Nederlands, met als doel docent te worden, net
als zijn vader.
Eind jaren zeventig, na drie jaar gewerkt te hebben
op een middelbare school, wilde hij weg. Samen met
zijn vrouw naar Suriname. Zomaar. ‘Je bent 27 en
wilt iets anders, een nieuw leventje. We hadden alle
papieren al ingevuld toen ik op de autoradio hoorde
dat er een staatsgreep was gepleegd. Die formulie-
ren hebben we weggegooid.’
In plaats van Suriname werd het Texel. Daar waren
toevallig twee vacatures op één school. Een voor
Nederlands en een voor lichamelijke opvoeding, het
vak van zijn vrouw. ‘Geweldig. We hadden op Texel
alle vrijheid. We gaven les, waren om een uur of vier
vrij en liepen zo het strand op. Wat is er heerlijker
dan de hond uit te kunnen laten in de bossen en dui-
nen?’ Hun kinderen, een zoon (29) en dochter (26),
werden er geboren. Maar toen ze zich na tien jaar
afvroegen of ze op het eiland oud wilden worden,
was het antwoord nee.
Juist toen kwam er een baan voorbij op Saxion.
Weer twaalf jaar later, in 2001, stapte hij over naar
de UT. ‘Wat moet een neerlandicus als hoofd van
het sportcentrum? Dat was de eerste vraag die ik
kreeg tijdens mijn sollicitatiegesprek. Ik heb feeling
met eigenlijk alle sporten. En als manager had ik bij
Saxion de sectie Sport & Cultuur opgezet. Dat heeft
in mijn voordeel gewerkt.’
Direct bij zijn indiensttreding stelde Hidskes in UT-
Nieuws dat de sportfaciliteiten op de campus niets
onderdoen voor Papendal. Dat vindt hij nog steeds.
‘We moeten beseffen hoe mooi we het hier voor
elkaar hebben. Dit is echt klein Papendal’, verwijst
hij naar het nationaal sportcentrum in de bossen bij
Arnhem. ‘Ik merk het als mensen van buiten komen.
Hun ogen vallen zowat uit de kassen.’
‘Wat hier allemaal kan, is onvoorstelbaar. Natuurlijk,
universiteiten als Amsterdam, Nijmegen, Groningen,
hebben ook sportvelden. Maar welke universiteit
heeft een buitenzwembad met zonneweide? Een
honkbalveld? Beachvolleybalaccommodatie?’
En zo kan de directeur van het sportcentrum nog
wel even doorgaan. Hij hoeft alleen maar de flip-over
in zijn werkkamer opzij te schuiven om door het
raam een ander paradepaardje te zien: de 33 meter
hoge klimwand. Geregeld ziet hij de meest ervaren
klimmers de touwen aanbrengen tot aan de dakrand
van gebouw Sky. ‘De meesten gaan maar tot iets
over de helft hoor.’
De boer opDie klimmuur is onderdeel van een promotiecam-
pagne van het sportcentrum. Basisscholen worden
benaderd voor een gratis clinic klimmen, boksen,
tennissen of beachvolleybal op de campus. Twintig
scholen hebben er al gebruik van gemaakt en Hids-
kes krijgt enthousiaste reacties. ‘Goh, ik wist niet
dat dat kon bij jullie. Dit is een goed idee voor onze
sportdag.’
Precies de geluiden die hij graag hoort. ‘We moeten
in het kader van de bezuinigingen meer geld verdie-
nen. Dat kan met scholen. Maar het begint nu ook te
komen voor bedrijven. Buitenwesten kan boksclinics
geven, Sagittarius voor boogschieten, enzovoort.
Zo verdienen de verenigingen er ook iets aan. En
we pakken cultuur erbij. We vragen SHOT om als
dweilorkest voor muzikale omlijsting te zorgen. Of
we regelen een breakdancedemonstratie. Dan heb
je toch een fantastische sportdag? En als je het
overdag doet, hebben studenten en medewerkers er
geen last van. Die sporten meestal pas na 16 uur.’
Interview
6 UT NIEUWS 05|2012
Hidskes wilde al langer met zijn sportaanbod de boer
op, maar pas dit jaar komt het echt van de grond.
Dat komt volgens hem door de Eenheid Campus,
waarin Sport, Cultuur, het Evenementenbureau en
Bureau Reserveringen afgelopen jaar zijn samen-
gevoegd. Hidskes is daar oprecht blij mee. ‘Doordat
we een eenheid zijn, kunnen we bedrijven echt
iets moois aanbieden. Een club die een paar dagen
trainde op de ijsbaan, boekte bij het reserveringsbu-
reau de blokhutten. Reserveringen vraagt dan direct
of ze behoefte hebben om ook gebruik te maken van
onze fitnesszaal. Samen kunnen we de campusfacili-
teiten in de markt zetten.’
De eerste scholen hebben zich al aangemeld voor
een sportdag. De komende maanden wil Hidskes
meer hengeltjes uitgooien om klanten te werven.
De vermarkting is niet de enige grote opgave waar
Hidskes voor staat. Voor 2015 wil hij nog een andere
wens vervullen. Voor 2015? ‘Ja, dan stop ik er mee.
Maar ach, als ik een jaar langer moet doorwerken,
zou ik het ook niet erg vinden hoor.’
Eiland op UTHidskes wil de vrije sport promoten. Daarmee be-
doelt hij dat hij veel meer uren wil organiseren waar
je met je Xtra-card kunt binnenlopen zonder lid te
hoeven zijn van een vereniging. Dat kan al voor bij-
voorbeeld spinning en zwemmen, maar Hidskes wil
dat flink uitbreiden. In principe met elke sport en
onder begeleiding van instructeurs van het sport-
centrum. ‘Zodat je drie lessen rugby kunt volgen. Of
zumba. Of lekker een potje voetballen.’
Volgens Hidskes heeft de UT ongeveer 80 procent
verenigingssport en 20 procent vrije sport. ‘Bij alle
andere universiteiten is dat fifty-fifty. De clubs
zijn bang dat het hun ledengroei kannibaliseert. Ik
denk van niet. We maken met een groter aanbod de
verenigingssport juist sterker. Dat is ook de erva-
ring bij andere universiteiten. Want als een student
een paar keer komt basketballen en de trainer ziet
dat hij het leuk vindt, wijst hij hem natuurlijk op de
basketbalvereniging.’
Hij heeft er tien jaar op moeten wachten voor hij
de ruimte kreeg dit model te ontwikkelen. ‘Ik ben
er positief over, maar dit wilde ik eigenlijk al vanaf
2001.’ Zo heeft Hidskes nog meer wensen. Als geld
geen rol zou spelen, maakt hij een overkapping
over het buitenbad die bij mooi weer opengezet
kan worden. Ook wil hij de sintelbaan een flinke
opknapbeurt geven of vervangen, een nieuw
kunstgrasveld aanleggen voor de voetballers en
op de achterste sportvelden hoopt hij een dri-
vingrange voor golf te maken. Niet omdat het zijn
eigen hobby is, maar omdat het de vierde sport van
Nederland is. ‘Ik denk dat veel studenten het leuk
vinden om te doen.’
Hij toont zich wel realistisch. ‘Ik besef dat we een
instituut zijn voor onderwijs en onderzoek, en
niet voor sport. Natuurlijk wil ik een schitterende
loopaccommodatie en een overkapt buitenbad.
Maar ik snap heel goed dat als een faculteit drie
miljoen euro moet bezuinigen, het niet past dat het
sportcentrum geld uit blijft geven.’
Het sportcentrum wordt soms beschouwd als een
eilandje op de UT, vindt Hidskes. ‘Mensen denken:
bij het sportcentrum gaan ze hun eigen gang.
Terwijl ik zeg: we moeten erbij horen en laten
zien wat we te bieden hebben. Als vakgroepen
een uitje willen, kunnen wij dat organiseren. Laat
32 mensen roeien in vier achten en je hebt een
geweldige middag. Of we zetten een tennistoer-
nooitje op. Maar zelfs op de UT weten mensen ons
niet te vinden. Dan gaat er iets fout. We moeten
echt werken aan onze naamsbekendheid.’’ |
‘Duitsland wint EK’Nederland telt de komende weken zestien miljoen bondscoaches, maar van een sportfanaat als Jan Willem Hidskes
verwachten wij net iets meer. Hij voorspelt de winnaars van de vier grote evenementen deze zomer.
EK Voetbal: ‘Spanje en Duitsland gaan het goed doen, maar ook Engeland moeten we niet uitvlakken. Nederland heeft
een gigantisch moeilijke poule, maar met Van Persie, Robben en Huntelaar hebben we drie Europese toppers die mak-
kelijk scoren. Moet ik echt een kampioen noemen? Ik hoop het niet, maar ik kies Duitsland.’
Wimbledon: ‘Federer. Zo beheerst als hij een backhand kan slaan, dat is zo ontzettend mooi.’
Tour de France: ‘Een van de broertjes Schleck. En ik denk dat Bauke Mollema hoog eindigt, hoger dan Robert Gesink.’
Olympische Spelen: ‘Bij zeilen of surfen gaan we één of twee gouden medailles pakken. Ik hoop verder op Epke Zonder-
land. In het zwemmen halen we een keer goud. En bij judo, Edith Bosch zou mooi zijn. De dameshockeyers maken kans
en de dressuurpaarden zeker. Ik kom op minimaal zes keer goud. Dan heb je een heel mooie score.’
UT NIEUWS 05|2012 7
Achtergrond
TEKST EN BEELD: JEROM ROZENDAAL, VERSLAGGEVER IN KIEV >
De slecht geschreven Engelse teksten op over-
heidswebsites in Oekraïne zijn symbolisch voor
de erbarmelijke talenkennis van het EK-land.
Hoewel jongere overheidswerknemers een soort
van basiskennis van het Engels hebben, blinken
regeringleiders uit in onkunde. Veel beleids-
bepalers genoten hun opleiding dan ook in het
Sovjet-tijdperk, waar Russisch als lingua franca
gold.
De linguïstische hoop van de natie is tijdens het
EK gericht op de generatie die na de val van de
Sovjet-Unie hun opleiding genoot. Als honderd-
duizenden Europeanen naar Oekraïne trekken,
staan duizenden studenten hun land bij met
vertaal- en gidsdiensten.
Douaneposten worden in juni bemand met
Engelssprekende studenten en de Oekraïense
spoorwegmaatschappij Ukrzaliznytsia wil stu-
denten op treinen als conducteur inzetten. Ook
de organisatie van de UEFA maakt tijdens het
EK massaal gebruik van de onbetaalde diensten
van studenten, die de internationale ervaring
graag in hun cv noteren. 5.500 vrijwilligers wer-
den geselecteerd uit een recordaantal aanmel-
dingen van 24.000.
De Kievse student Jarik denkt er het zijne van:
‘Voor mij is het niets. Ik ga geen onbetaald
werk doen voor mensen die duizenden euro’s
per maand verdienen’, vertelt de programmeur
in opleiding. Jarik vult zijn karige studiefinan-
ciering van 50 euro aan door illegale software,
video’s en spelletjes te verkopen. Jarik blijft me
al drie jaar verbazen met steeds weer nieuwe
bijbaantjes.
Zo’n twee maanden geleden belde hij mij
’s avonds in paniek op. ‘Ik ben opgelicht, je moet
er een verhaal over schrijven’, begon hij zijn
monoloog. Hij was een paar dagen daarvoor ge-
strikt voor het deelnemen in een demonstratie.
Zoals in meer voormalige Sovjet-landen worden
demonstraties vaak ‘gekocht’. Deelnemers ont-
vangen zo’n tien euro om een dag of een dagdeel
mee te lopen. Vooral studenten en bejaarden
staan bekend als professionele demonstranten.
Jarik had vaker deelgenomen aan demonstraties,
maar deze keer bleek hij het grootser aangepakt
te hebben. Hij was een paar dagen daarvoor
benaderd door iemand van de organisatie met
het verzoek een eigen groep te organiseren. Zijn
plan was simpel: Jarik kreeg van de organisatie
tien euro per deelnemer waarvan hij zijn mensen
7 euro wilde betalen. Jarik wist 20 man op te
trommelen die hij elk een voorschot van 3 euro
betaalde. Dit geld had hij gekregen door de com-
puter van zijn broer te verpanden.
Maar zijn plannen kwamen niet uit. Na de
demonstratie was zijn contactpersoon binnen
de organisatie met de noorderzon verdwenen.
Behalve de schuld aan het pandjeshuis, staat hij
in het rood bij de door hem geronselde de-
monstranten die alleen hun voorschot hadden
gekregen. De politie geloofde hem niet. Twee
maanden na dato heeft hij nog geen dubbeltje
ontvangen.
PlattelandMet een studiefinanciering van 50 tot 80 euro
euro hebben vooral studenten van buiten de
stad het moeilijk om rond te komen. Honderden
kilometers van hun geboorteplaatsen kunnen zij
niet bij hun ouders aankloppen voor een maal-
tijd. Ouders op het platteland zijn op hun beurt
te arm om hun zoon en dochter te onderhouden.
‘Deze studenten gaan uit financiële nood in de
prostitutie werken of als danseres in een nacht-
club’, vertelt Andre Eichhofer, journalist van Der
Spiegel. Namens het Duitse weekblad deed hij
onderzoek naar de prostitutie in het land. Het
land telt volgens Wikipedia 50.000 prostituees,
een aanzienlijk deel daarvan bestaat volgens
Eichhofer uit studenten. ‘Ze geven het zelf toe
dat ze student zijn’, vertelt hij.
8 UT NIEUWS 05|2012
De gekste bijbaantjes voor studenten in OekraïneOekraïne leunt tijdens het EK voetbal massaal op de Engelse kennis van studenten.
Voor studenten levert het vrijwilligerswerk een mooie aantekening op hun cv op. Het
curriculum vitae van een Oekraïense student kan er overigens vreemd uitzien.
Een minder schokkende bijbaan is dat van mo-
del. Veel jonge vrouwen spelen in een reclame-
spot of lopen in een mooi pakje op beurzen en
tentoonstellingen. De drie studentes op de foto
waren door het mannenblad Maxi ingehuurd om
reclame te maken op een oldtimerbeurs in Kiev.
De slimme koppen kunnen geld verdienen met
het schrijven van afstudeerscripties voor andere
studenten. Het kopen van je diploma is vrij gang-
baar in Oekraïne, waar ook docenten met een
maandinkomen van 200 euro gevoelig zijn voor
steekpenningen. Alleen al Kiev telt tientallen
bureautjes die zich specialiseren in het schrijven
van dissertaties en scripties en hun diensten
openlijk aanbieden op internet. De bureau’s
maken gebruik van freelancers: studenten, maar
vooral ook docenten. Een gemiddelde scriptie
kost zo’n 200 euro. |
De gekste bijbaantjes voor studenten in Oekraïne
UT NIEUWS 05|2012 9
Onderzoek
TEKST: PAUL DE KUyPER >
De nabewerking van katoen – het verven, maar
ook het behandelen met een vlamvertragend of
vuilafstotend laagje – is een behoorlijk duur proces.
In grote baden worden heel wat chemicaliën en
water gebruikt. Met inkjettechnologie kan dat een
stuk goedkoper, flexibeler en energiezuiniger, vertelt
Marijn Warmoeskerken, hoogleraar vezelmaterialen.
‘Je hebt veel minder water nodig en hoeft dus ook
minder te drogen. Dat scheelt enorm in het energie-
gebruik.’ Zijn leerstoel EFSM doet samen met onder
andere Saxion, TNO en textielbedrijven als Ten
Cate (zie ook kader ‘Eerst zonwerend doek, daarna
nieuwe functies’) en Vlisco onderzoek naar nieuwe
manieren van textielbewerking.
Het bewerken van textiel door middel van inkjet-
technologie is vergelijkbaar met het printen op de
inkjetprinter die veel mensen thuis hebben staan. In
kleine druppeltjes wordt inkt op het papier gespo-
ten. Hier dus: verf op het textiel. ‘Lang is de bot-
tleneck geweest dat inkjetprinten relatief traag gaat’,
aldus Warmoeskerken. ‘Maar Xennia, een dochter
van Ten Cate, heeft nu een printer ontwikkeld
waarmee ze dertig meter textiel per minuut kunnen
bedrukken. Dat is een revolutionaire vooruitgang.’
Groot bijkomend voordeel van inkjettechnologie
is volgens de hoogleraar dat het de deur opent
voor nieuwe toepassingen. Warmoeskerken noemt
kleding die je vlamvertragend maakt, of juist vuil- of
waterafstotend. ‘En voor ziekenhuizen is antibacte-
rieel textiel erg interessant. Denk maar aan recente
uitbraken van resistente bacteriën. Ook voor de
lakens in hotels kan het een nuttige toepassing zijn.’
De meeste nieuwe functies die Warmoeskerken
noemt kunnen overigens ook via het traditionele
chemicaliënbad aan het textiel worden gegeven.
‘Maar met inkjet kan het veel efficiënter en effec-
tiever. Een antibacteriële laag hoeft alleen aan de
buitenkant te zitten. Dat kan alleen met inkjet. Je
Antibacteriële stof onder je oksel De textielindustrie staat aan de vooravond van de ‘inkjet-revolutie’. Deze nieuwe
technologie maakt het mogelijk om op een efficiënte manier materialen nieuwe
functies te geven, zoals antibacteriële kleding voor ziekenhuizen of kleren
die beschermen tegen muggen. De UT-leerstoel Engineering of Fibrous Smart
Materials (EFSM) van hoogleraar Marijn Warmoeskerken is al een stap verder. De
groep onderzoekt hoe zo’n antibacteriële stof ook na een paar wasbeurten zijn
werking houdt.
Inkjettechnologie zorgt voor nieuwe toepassingen in textielindustrie
‘Eerst zonwerend doek, daarna nieuwe functies’
10 UT NIEUWS 05|2012
Multinational Koninklijke Ten Cate uit Nijverdal introduceert nog dit jaar de eerste inkjetmachine in
zijn fabriek. Die gaat zonwerend doek van een print of coating voorzien. Andere toepassingen zoals
bacteriewerend en waterafstotend textiel – die UT-hoogleraar Marijn Warmoeskerken bijvoorbeeld
noemt – laten langer op zich wachten. Momenteel doet Ten Cate samen met onder andere de UT
onderzoek naar zelfreinigend materiaal.
De veredeling van textiel gebeurt al decennia in grote chemische baden, maar op de langere termijn
kan deze werkwijze financieel gezien niet uit. De kosten voor water, energie en reiniging zijn domweg
te hoog om nog concurrerend te zijn. Dat is voor Ten Cate reden geweest te zoeken naar een ‘techno-
logische verandering waarmee we in een klap van die bezwaren af zijn’, aldus Frank Spaan, directeur
business development van Ten Cate.
Vier jaar geleden nam het bedrijf uit Nijverdal daarom een meerderheidsbelang in Xennia Technolo-
gies om samen te werken aan inkjettechnologie voor de textielindustrie. Ook de vakgroep van Marijn
Warmoeskerken heeft in de beginfase meegewerkt in Europese projecten waarin het concept werd
ontwikkeld, vertelt Alfons Wegdam, hoofd textiel van Xennia. ‘De UT heeft bijvoorbeeld simulaties
gedaan voor het gebruik van fijne of grove druppels.’
‘Nu moeten we nog minimaal vijfduizend meter textiel produceren om de kosten eruit te halen. Straks
kunnen we elke order printen of coaten, hoe groot of klein ook. Daardoor zijn we in staat veel sneller op
de markt te reageren’, schetst Spaan een van de voordelen van inkjettechnologie.
Nog dit kalenderjaar wordt de eerste inkjetmachine in Nijverdal in gebruik genomen. Die gaat zonwe-
rend materiaal produceren. Toepassingen die Warmoeskerken noemt zoals textiel dat bacteriën weert
zullen langer op zich laten wachten. Hoe lang durft Wegdam niet te voorspellen. Kostentechnisch kan
het nog niet uit. ‘We beginnen met onze bestaande producten beter te maken. Pas als de technologie
met zonweringsdoek werkt, kijken we naar andere functionaliteiten.’
Daarvoor zijn nieuwe chemicaliën nodig die zich op de juiste manier hechten aan de textielvezels.
De kennis daarvoor zoekt Ten Cate bij andere partijen, bijvoorbeeld de UT. ‘Wij zijn textielengineers,
geen chemicaliënontwikkelaars’, verwoordt Wegdam het belang van die kennis voor de multinational.
Samen met de vakgroep van Marijn Warmoeskerken werkt hij nu aan zelfreinigend materiaal, bijvoor-
beeld voor op zonneschermen. ‘Daar komen vaak algen op. Dit materiaal breekt organische stoffen af
waardoor het doek langer een goed uiterlijk houdt.’
kunt de vezels aan de buitenkant hydrofoob maken,
terwijl de stof binnenin nog hydrofiel is. Dan heb je
dus kleding die van buiten waterafstotend is maar
van binnen wel zorgt voor verdamping.’
Anti-muggenkledingTot zover wetenschappelijk gezien weinig nieuws,
vindt Warmoeskerken. De beschreven inkjet-
processen zijn in de academische wereld al langer
bekend. Warmoeskerken denkt dat het bedrijfs-
leven nu ongeveer op de drempel staat om die
technologie in de markt te zetten.
Zelf richt hij zich al op de volgende stappen.
Eén daarvan is om inkjet en vezeltechnologie te
combineren met nanotechnologie. ‘We kijken hoe
we met nanodeeltjes nieuwe functies aan vezels
kunnen geven. ‘Het zou toch prachtig zijn als we
antimuggen-kleding kunnen maken? Dat zou een
uitkomst zijn voor malariaregio’s in Afrika.’
‘We werken al wel met nanodeeltjes titanium-
oxide. Daarmee kunnen we vezels waterafstotend
maken. Belangrijk is dat we die nanodeeltjes ook
vastzetten aan de vezel. Want op een gegeven
moment gaat zo’n stof de was in. Ik heb zestien
jaar bij Unilever onderzoek gedaan naar waspro-
cessen, lang genoeg om te weten dat wasmidde-
lenfabrikanten alles willen losweken. Wij onder-
zoeken een soort link tussen het nanodeeltje en
de vezel. Zodat een stof ook na drie keer wassen
nog waterafstotend is. In het lab lukt ons dat al.
De volgende uitdaging is of we inkjettechnologie
kunnen inzetten om de nanodeeltjes aan de vezel
te linken.’
Een andere weg die Warmoeskerken bewandelt,
is de aanpassing van het industriële wasproces.
‘We denken nu aan een soort minuscuul bekertje
dat we aan een vezel bevestigen. Dat bekertje
kun je vullen met bacteriewerend materiaal.
Vervolgens moet je aan het industriële wasproces
(voor ziekenhuiskleding en hotellakens) een stap
toevoegen. In de laatste fase moeten die bekertjes
opnieuw gevuld worden.’
Je eigen jurk tekenenZover is hij nog niet, maar als nanodeeltjes of
‘bekertjes’ met inkjet aan vezels kunnen worden
gekoppeld, tekent dat volgens Warmoeskerken de
kracht van de nieuwe technologie. Is die eenmaal
gemeengoed in de textielindustrie dan wordt het
volgens de hoogleraar ‘pas echt leuk’. ‘Dan teken
je op je computer je eigen jurk en laat je die met
inkjet bedrukken. Wil je een antibacterieel laagje
onder je oksels? Klik, dan brengen we dat aan.
Vroeger had je meters doek nodig om dit rendabel
te maken, met inkjettechnologie niet.’
Maar dat is nog toekomstmuziek. Of niet? War-
moeskerken: ‘Tien jaar geleden riep ik al dat dit
mogelijk is. Technisch kan het. Alleen niemand
investeert er nog in. Het is denk ik een lang ge-
wenningsproces.’ |
UT NIEUWS 05|2012 11
Achtergrond
TEKST: PAUL DE KUyPER | ILLUSTRATIE: ANNE EVERLOO >
Deze zomer opent de inschrijving voor de
laatste subsidieronde van het Zevende Kader-
programma van de Europese Commissie (KP7,
zie kader). In de periode 2007-2011 scoort de
UT volgens Vermeij ‘niet slecht’ in de race om
de EU-subsidies: 21 procent van de aanvragen
is succesvol. ‘Maar het kan beter. Door bewus-
ter en selectiever in te schrijven kun je op 25
procent uitkomen. Op langere termijn kunnen
we misschien zelfs richting 30 procent.’
De UT scoort vooral goed op de gebieden ICT
en Nanotechnologie en bij het binnenhalen van
ERC Grants, de grote persoonlijke subsidies.
Dat het succespercentage op bijvoorbeeld
Health laag is, komt volgens Vermeij doordat
deze EU-pot vooral voor klinisch onderzoek is
bedoeld. ‘Wat we op de UT doen aan Health is
preklinisch en valt vaak onder ICT of Nanotech-
nologie & materialen.’
In 2014 start de EU met een nieuw subsidie-
programma ‘Horizon 2020’. Om in de laatste
KP7-call en dit nieuwe programma een hoger
slagingspercentage te halen, is binnen de UT
een EU-office opgericht bestaande uit Ver-
meij en de onlangs aangetrokken Braamhaar.
‘Op een nieuwe intranetsite, www.utwente.nl/
subsidies, willen we onderzoekers vroegtijdig
informeren. Daarop komt te staan welke subsi-
diemogelijkheden er zijn, maar vooral ook hoe
wij ondersteuning bieden bij het aanvragen van
die subsidies’, aldus Braamhaar.
Die ondersteuning bestaat uit het uit handen
nemen van de administratieve lasten van een
aanvraag, het netwerken met mogelijke part-
ners en het een-op-een meeschrijven aan het
voorstel. Braamhaar: ‘Het wetenschappelijke
deel van een aanvraag moeten onderzoekers
zelf doen, maar wij hebben meer inzicht in waar
de EU waarde aan hecht als je schrijft over de
maatschappelijke of economische impact van
het onderzoek.’ Daarnaast blijft het EU-office
trainingen geven aan wetenschappers over hoe
je kansrijke subsidievoorstellen schrijft.
Dit alles kan helpen de UT-score in Europa te
verhogen. Dat is belangrijk, zeker in een tijd
dat er minder geld uit Den Haag komt. Nog
belangrijker is volgens Vermeij en Braamhaar
dat de wetenschappers door het werk van het
EU-office merken dat het minder tijdrovend
wordt om subsidies aan te vragen. Vermeij:
‘Hun core business is onderzoek doen. Onze
grootste meerwaarde is de tijd te reduceren die
zij stoppen in voorstellen schrijven.’ |
Meer subsidies uit Europa Ruim een op de vijf aanvragen voor subsidie die de UT indient bij de Europese Commissie
is succesvol. Dat is iets hoger dan het EU-gemiddelde van 18 procent. Maar het kan beter
denken Rolf Vermeij en Melanie Braamhaar van het EU-Office van de UT. Nog belangrijker
vinden zij dat het voor onderzoekers minder tijdrovend wordt om subsidies aan te vragen.
12 UT NIEUWS 05|2012
Goed eten voor een goed doelTEKST: SANDRA POOL | FOTO: ARJAN REEF >
Pruttelende pannen en dampende potten. Het tijdelijke restaurant Happietaria is weer volop in
bedrijf. Nog tot en met 13 juni kunnen gasten aanschuiven en eten voor het goede doel. Dit jaar
gaat de opbrengst – men hoopt op een bedrag van dertigduizend euro – naar de hulporganisatie
ZOA. Met het geld worden kansarme gezinnen in Congo geholpen. Ze krijgen landbouwgereed-
schap en zaden van goede kwaliteit om gewassen te verbouwen en de voedselketen sterk te
verbeteren.
Studenten van voornamelijk de vier christelijke studentenverenigingen zetten zich elk jaar in voor
het goededoelenrestaurant. Voor deze editie is de nog weinig gebruikte keuken en het nieuwe
restaurant van poppodium Atak het onderkomen van het tijdelijke restaurant. Een enorme
meevaller. De vrijwilligers hoeven van tevoren niet te spijkeren en te klussen om de zaak toonbaar
te maken. Wat Afrikaanse maskers, planten en sfeerverlichting zijn voldoende.
Onder leiding van professionele koks wordt er van maandag- tot en met zaterdagavond gekok-
kereld. Gasten kunnen om half zes of om acht uur aan tafel. Op de menukaart staan voor-, hoofd-
en nagerechten. Het aanbod is gevarieerd. Voor elk wat wils. Er zijn vegetarische gerechten en
maaltijden met vlees of vis. Door sponsoring en goede prijsafspraken gaat bijna zeventig procent
van de eindrekening rechtstreeks naar het goede doel. |
UT NIEUWS 05|2012 13
14 UT NIEUWS 05|2012 KODAK EPP 5005
Reportage
Green Team Twente als debutant beste in Eco Marathon
01 > 02 > 03 > 04 >
14 UT NIEUWS 05|2012
‘Een waterstofauto met perspectief’
UT NIEUWS 05|2012 15KODAK EPP 5005
TEKST EN FOTO’S: PAUL DE KUyPER >
‘Richtingaanwijzers?’ – ‘Oke.’
‘Ruitenwisser?’ – ‘Check.’
Ron Slomp, de teamleider van Green Team
Twente ziet erop toe dat de UTMotive volledig
functionerend aan de start verschijnt van de Shell
Eco Marathon in Rotterdam. Het is de laatste
van twee racedagen en zijn team verdedigt de
koppositie in de waterstofklasse. Ze hebben nog
twee van de vier runs over om hun voorsprong uit
te bouwen.
In en rond de grote evenementenhal van Ahoy
hebben alle 180 teams – van Marokkanen tot
Esten en van Grieken tot Engelsen – een eigen
sleutelruimte. De sfeer is er gemoedelijk. De helft
van het Twentse team zit buiten in het zonnetje,
de andere helft staat nog gebogen over de auto
om een kier bij het portier te dichten ten behoeve
van de aerodynamica.
Rondom het complex loopt het parcours van 1,6
kilometer. Alle brandstofklassen rijden er door
elkaar: op benzine, op zonne-energie, of zoals de
UTMotive op waterstof. Uiteindelijk wordt er een
klassement opgemaakt per brandstof en klasse
(UrbanConcept en Prototype). Op dag één al
heeft coureur Glenn Roozing een mooi resultaat
neergezet: omgerekend 660 kilometer op 1 liter.
En dat terwijl de auto verre van comfortabel reed.
Glenn: ‘De voorwielophanging trilde in zijn eigen
frequentie, ik stuiterde over het asfalt.’
Die avond en de volgende ochtend werd er met
man en macht gewerkt om dat probleem te
verhelpen. Sowieso hebben de Enschedese stu-
denten veel moeten sleutelen. ‘De achterwiel-
ophanging is kapot gegaan tijdens het transport
naar Rotterdam’, vertelt Pjotr Kerssens. Daar
bleef het niet bij. De elektronica is doorgebrand
en op de dag van de technische keuring bleek de
waterstoftank te lekken. Pjotr: ‘We hebben een
paar keer ’s nachts door moeten werken.’
Mooi conceptNu lijkt de UTMotive technisch helemaal in
orde, stelt captain Ron vast. ‘Probeer de eerste
ronde 26 kilometer per uur te rijden’, krijgt
Glenn als laatste opdracht voor de start mee. De
tien ronden legt de witte UTMotive schijnbaar
moeiteloos af. Hij glijdt laag over het asfalt en
passeert soms een ander – meestal kleurrijk –
voertuig.
Aan het eind van de eerste run komt ook Ton
Bor een kijkje nemen bij Ahoy. De docent werk-
tuigbouwkunde ziet nog net hoe het voertuig
van zijn studenten de finishlijn passeert en de
eigen prestatie van de dag ervoor met zo’n tien
procent verbetert. Bor is trots. Een half jaar
lang begeleidde hij met collega’s Jim Kok en
Marc Masen het Green Team Twente.
‘Dit zullen die jongens niet gauw vergeten. Ze
hebben nachten moeten doorwerken en nu
staan ze bovenaan. >
Elf derdejaars werktuigbouwkunde wonnen half mei met hun zelfgebouwde waterstofauto
UTMotive de Shell Eco Marathon, een Europese zuinigheidswedstrijd in Rotterdam. Tot hun
eigen verrassing want voorgaande edities deed er niet eens een UT-team mee. De winnaars
hopen dat hun project volgend jaar een vervolg krijgt. ‘Deze auto kan nog zoveel beter. Het zou
zonde zijn om ‘m nooit meer te gebruiken.’
Green Team Twente als debutant beste in Eco Marathon
05 > 06 > 07 > 08 >
UT NIEUWS 05|2012 15
‘Een waterstofauto met perspectief’
Reportage
Een jongensboekverhaal’, zegt Bor terwijl hij
buiten in het zonnetje voor de sleutelruimte zit.
Hij is verbaasd dat de UTMotive aan kop gaat.
Andere teams die al eerder mee hebben gedaan
zouden veel verder moeten zijn. ‘Er staat een
mooi concept met een brandstofcel en supercon-
densatoren om remenergie op te slaan. Maar de
elektronica kan nog stukken beter.’
Hij hoopt dat het project volgend jaar een ver-
volg krijgt. ‘Het is mooi voor een opleiding als je
studenten dit oppakken. Er is niets mooiers dan
je opgedane kennis in praktijk toepassen. Als
WB’er leer je van alles over stijfheid, weerstand,
et cetera. Ik zou het fantastisch vinden als er elk
jaar een team meedoet. De uitstraling van dit
evenement past bij de UT.’
Kapotte claxonInmiddels maakt coureur Glenn zich op voor de
tweede rondgang over het circuit. De afgelopen
anderhalf uur hebben de technici van het team
gebruikt om de waterstoftank te vervangen en
met tape wat kieren dicht te plakken. Vlak voor
de start gaat hij met bagage en al – een bierkrat-
je met een handvol blikjes –op de weegschaal.
Alles bij elkaar moet hij minimaal 70 kilo wegen.
De wedstrijdofficials controleren tot slot de
waterstoftank en de energie die is opgeslagen in
de condensatoren. Als alles in orde blijkt, mag
de UTMotive naar de start op het voorplein van
Ahoy.
Jasper Reichardt en Joost Potma zoeken
ondertussen snel een rustig plekje langs de
racetrack. Via hun mobieltje hebben ze contact
met Glenn in de cockpit. Jasper houdt een
stopwatch in de hand en voor hem ligt een
lijstje met rondetijden. Vooraf hebben de twee
strategen precies uitgerekend hoe de UTMo-
tive zo zuinig mogelijk de tien ronden aflegt,
binnen maximaal 39 minuten. Als Glenn na een
ronde voorbij komt rijden klokt hij precies de
vooraf bepaalde rondetijd van 3 minuut 54.
Even later meldt de coureur echter dat de toeter
van de auto het niet meer doet. ‘Zet hem maar
stil bij de finish, anders gebeuren er ongeluk-
ken’, brieft Joost door. Even lijkt de claxon het
weer te doen, maar als hij halverwege de tweede
ronde opnieuw weigert, besluit Glenn inderdaad
deze poging te staken. Een kabelbreuk blijkt de
oorzaak. Tijd om die te repareren en een nieuwe
poging te wagen is er niet.
‘Enorm balen’, zegt een bezwete Glenn als hij uit
de UTMotive stapt. ‘Maar we konden geen risico
nemen.’ Het is in de race verplicht een werkende
claxon te hebben die je gebruikt bij het inhalen
van andere auto’s. Niet toeteren is gevaarlijk,
want het zicht in spiegels van de meeste voer-
tuigen is erg beperkt. Bovendien kan het beste
resultaat geschrapt worden als de jury erachter
komt dat je toeter niet werkt. Joost: ‘Als dit nou
onze enige poging was geweest, hadden we het
kunnen gokken. Maar nu hebben we te veel te
verliezen en bijna niets te winnen.’
De UTMotive staat nog steeds bovenaan met
een verbruik van 75 kilometer per kilowattuur
in de run eerder die dag. Omgerekend is dat 727
kilometer per liter benzine, of: van Enschede
naar München. Op plek twee staat Eco-elec uit
België met 49 km/kwh. Gespannen kijken de
werktuigbouwers van Green Team Twente naar
de verrichtingen van de Hydro Cruisers van de
Haagse Hogeschool. Hoewel die in de eerste drie
pogingen geen geldig resultaat hebben weten
neer te zetten, zien de UT-studenten hen als
voornaamste concurrent. Als het bericht komt
dat de Hagenezen hun auto na acht van de tien
ronden aan de kant hebben moeten zetten, gaan
de handen de lucht in en worden de blikjes lauw
bier uit het bagagekratje opengetrokken. Echt
uitbundig wordt het tegen de avond als het team
op het grote podium wordt geroepen tijdens de
prijsuitreiking. Ze schreeuwen en springen en
teamcaptain Ron Slomp tilt met een big smile de
beker boven zijn hoofd.
Auto met perspectiefRon had niet durven dromen dat zijn team als
debutant in de Eco Marathon direct met de hoofd-
prijs aan de haal zou gaan. ‘Ik wist dat een hoge
klassering er in zou zitten. Maar winnen? Nee, dat
heb ik alleen gehoopt. Als je ziet wat er deze week
allemaal stuk is geweest, is uitrijden al een hele
prestatie. We zijn gewoon kampioen! Super mooi!’
Vooraf wilde Green Team Twente een verbruik van
1 op 1000 halen. Daar bleef de UTMotive dus nog
bijna 300 kilometer onder. ‘Na onze problemen
wisten we dat 1 op 1000 niet meer reëel was’, legt
Ron uit. ‘Onze doelstelling was misschien wat hoog,
maar je moet ook niet te laag inzetten. Je hebt
iets nodig om naar toe te werken.’ Daarnaast wijst
de teamleider erop dat slechts vijf van de twintig
waterstofauto’s een geldig resultaat wisten neer te
zetten. Het zegt volgens hem iets over hoe lastig die
klasse is.
Voor Ron en zijn collega’s zit de Shell Eco Marathon
erop. De teamcaptain hoopt dat volgend jaar een
nieuw team het project oppakt. ‘Het doel was een
auto met perspectief te bouwen. Er kan nog zoveel
beter. Met de elektrotechniek kan een enorme slag
worden gemaakt. En hij kan zeker twintig (van
de honderd, red.) kilo lichter. Het zou zonde zijn
om deze auto nu weg te zetten en nooit meer te
gebruiken.’ |
16 UT NIEUWS 05|2012
TEKST: JOCHEM VREEMAN | FOTO: GIJS VAN OUWERKERK >
Voordat ik daadwerkelijk ook maar een vuurwapen
mag aanraken, krijg ik eerst uitgebreide uitleg en
instructies. Lichtgeraakt is een kleine vereniging
met een aantal (ex-)UT-studenten in haar leden-
bestand die schieten op de schietbaan in Haaks-
bergen. ‘Ik wil even weten met wat voor iemand
we te maken hebben. Dit is een exclusieve en
vooral gevoelige sport.’ Aan het woord is Bas ten
Donkelaar, promovendus aan de UT en net als zijn
vader verknocht aan de schietsport. Ten Donkelaar
(links op de foto) heeft zelf een aantal vuurwapens
en de vereniging heeft er twaalf. ‘Hoewel iedereen
hier welkom is, willen we natuurlijk geen cowboys.
Jongens die direct hun wapen overdwars houden
en willen vuren alsof ze Rambo zelf zijn, stuur ik
meteen weg. De sport zal voorgoed moeten om-
gaan met het soms negatieve imago. Dat komt na-
tuurlijk door incidenten zoals die in Noorwegen of
Alphen aan de Rijn. Dat is lastig voor de ongeveer
10.000 sportschutters die Nederland kent.’
Terwijl Ten Donkelaar vertelt over zijn eigen pres-
taties – ‘ik schiet landelijke wedstrijden en het gaat
prima’ – hoor ik de pistoolschoten al klinken. Ik sta
te popelen, maar de veiligheidsinstructies zijn nog
niet klaar. ‘Richt je wapen altijd naar de grond en
doe dat ongeladen. Je zou maar door je eigen voet
schieten.’ Die laatste opmerking boezemt me toch
wat angst in, maar Ten Donkelaar stelt me gerust.
‘Niet bang zijn, in het begin zal je niet veel raken,
zelfs niet je eigen voet’, grapt hij. Dat zullen we
nog wel eens zien, denk ik meteen. Het moet toch
niet al te moeilijk zijn om het target, een meter of
tien verderop, te doorzeven met kogels.
Eindelijk is het dan zover. UT-student Niels Cen-
ten, sinds oktober lid van Lichtgeraakt, voorziet
me allereerst van een set gehoorbeschermers.
Nadat ik me al aangemeld had als introducé, je
mag dan drie keer per jaar schieten, pakt hij de re-
volver erbij. We beginnen met het lichtste kaliber,
.22 dus, maar voor mij al zwaar genoeg. ‘Let op je
basishouding. Doe een hand achter je broekriem
of in je zak, met de andere vuur je. Eerst oefenen
we even zonder kogels.’ Ik gehoorzaam braaf en
Centen (rechts op de foto) vindt het tijd voor het
echte werk. Ik ook. ‘Gebruik de keep en de korrel
om te richten.’ Ik laad zes kogels in het revolver,
richt mijn arm op en vuur. Een machtig gevoel dus,
zoals ik al aangaf. Het doelwit is te ver weg om te
zien hoe ik het ervan afbreng. Maar ik weet het
zeker; ik heb dat target flink mishandeld. Nadat
ook de andere leden uitgeschoten zijn en iedereen
het wapen heeft weggelegd, lopen we de schiet-
baan op. Mijn zwarte doelwit is ongeschonden,
maar het papier daaromheen heeft wat kogelgaten.
‘Niet gek hoor!’, zegt Centen. ‘Beter dan de meeste
beginnelingen.’ Daar moet ik het maar mee doen
en stiekem ben ik best trots. Op naar het volgende
wapen, hoop ik. Maar helaas zit schieten met de
9 mm. Glock 17 er vandaag niet in. Na uitvoerig
overleg is besloten dat er voor mij geen uitzonde-
ring gemaakt wordt. Jammer, maar begrijpelijk. Ik
moet het doen met de uitleg over het wapen dat in
Nederland onder andere gebruikt wordt door de
Krijgsmacht en Marechaussee. ‘Zo’n wapen heeft
een gigantische terugslag’, legt Ten Donkelaar uit.
‘Het weegt 1,5 tot 2 kilogram. Als je een beetje
actief de schietsport beoefent, heb je een goede
conditie nodig. Daarnaast zijn concentratie en
inzicht belangrijk. Nadeel van zo’n 9 mm. is dat
de munitie vrij prijzig is. Je zou soms meer willen
schieten dan je eigenlijk doet. Maar ach, dat houdt
het ook wel weer exclusief.’
Na een lange avond in Haaksbergen houd ik ’t
voor gezien. Ik heb toch maar mooi even gescho-
ten met een vuurwapen, dat neemt niemand me
meer af. |
Laden, richten, vurenOp de schietbaan in Haaksbergen
‘Let op je ademhaling, concentreer je en haal de trekker over’, luiden de instructies. Ik schiet en raak
met mijn .22 kaliber revolver in ieder geval het bord waarop het target is bevestigd. Een machtig
gevoel, dat kan ik niet ontkennen. Ik waan me direct in een actiefilm. Welkom bij schietvereniging
Lichtgeraakt.
De mogelijkheden om op de campus een sportieve prestatie
neer te zetten, zijn legio. Van schaken tot schermen, van
taekwondo tot tafeltennis. De redactie van UT Nieuws hijst
zich in sportkleding en gaat het aanbod aan den lijve on-
dervinden. Participating journalism heet dat. Deze maand
aflevering 6: de schietsport.
Sport
UT NIEUWS 04|2012 17
SV Lichtgeraakt (SVL) is een schietvereniging
die aanvankelijk vooral bedoeld was voor
studenten. In 1964 is SVL opgericht als eerste
sportvereniging op de UT en was lange tijd
vooral een vereniging voor luchtschutters.
SVL is niet meer officieel verbonden aan de
UT, maar heeft dus nog wel UT’ers als lid.
Meer info: www.lichtgeraakt.nl.
Lichtgeraakt
Economie
TEKST: MAAIKE PLATVOET >
Ze had zich heel stellig voorgenomen om een jaar
een sabbatical te nemen. Want na een zware fusie
tussen uitzendbureaus Unique en Content, die zij als
directeur begeleidde, had ze tijd nodig voor zichzelf.
Niet alleen tijd om met haar twee kinderen door
te brengen, ook het volgen van een opleiding aan
Nyenrode stond op haar wensenlijstje. Maar ruim-
schoots voor haar sabbatical afliep, werd ze gevraagd
om naar Engeland te vliegen. Voor een gesprek met
het Europese hoofd van Dell, die haar polste voor
de functie van directeur Dell Nederland. ‘Ik vroeg
enkele dagen bedenktijd, maar op de terugweg in
het vliegtuig wist ik het al wel. Dit was zo’n mooie
functie, bij zo’n mooi bedrijf. Mijn sabbatical werd
daardoor iets ingekort, maar tot op de dag van van-
daag heb ik nog geen moment spijt gehad.’
Jeannine Peek studeerde van 1987 tot 1993 tech-
nische bedrijfskunde, met als afstudeerrichting
informatiekunde, aan de UT. Ze weet nog goed hoe
haar keus voor de UT ‘toevallig’ tot stand kwam. ‘Op
de voorlichtingsdag in Eindhoven was het druilerig
weer. Op de Enschedese campus scheen de zon,
er lagen mensen in het gras. En we mochten als
potentiële studenten de hele dag ‘bedrijfje spe-
len’. Enschede had iets kleinschaligs, vindt ze. De
studenten kenden elkaar daardoor snel. Iedereen
wist elkaar gemakkelijk te vinden. ‘Dat zorgde ervoor
dat je als student in een bijna knusse omgeving kon
ontwikkelen. Ik bewaar in ieder geval heel positieve
herinneringen aan die tijd. Ook de campus vond ik
een waardevolle toevoeging, dat heeft geen enkele
andere Nederlandse universiteit.’ Nog steeds zijn er
banden met Enschede. Vooral te danken aan haar
dispuut Poison, en een clubje hockeyende vriendin-
nen met wie ze ooit bij Drienerlo speelde. Eens per
jaar doen ze nog mee aan een toernooi. Lacht: ‘Maar
eigenlijk draait het dan meer om het samen eten.
Echt hard rennen doen we niet meer.’
Aan het einde van haar studietijd besloot Jeanine
een jaar naar Amerika te gaan. Daar deed ze een
afstudeeropdracht bij Mars, op het gebied van de
inkoop van grondstoffen. Door de commerciële rol
die ze daar had, besloot Peek dat ze – eenmaal terug
in Nederland – meer wilde doen met haar afstudeer-
richting informatiekunde. Ze solliciteerde bij KPN,
met in haar achterhoofd het plan om ‘CIO (Chief
Information Officer, red.) van een groot bedrijf te
worden’. ‘Ik dacht bij KPN daarvoor een handige
eerste stap te kunnen zetten. Maar ook daar bleek al
snel dat ik meer op mijn plek was in de commercie.
Eenmaal op de sales-afdeling van KPN ontdekte
ik wat een fantastisch vak het eigenlijk is. En mijn
studieachtergrond leende zich er perfect voor. Ik
wist hoe organisaties in elkaar staken, en dat in
combinatie met een knipoog naar de techniek. Mijn
CIO-ambities kwamen daardoor op de helling, omdat
ik het gewoon ontzettend leuk vond om klanten te
adviseren. Sales bleek echt mijn ding.’
Toch maakte Peek enkele jaren later, als ze door
een ex-collega wordt benaderd, de overstap naar
WorldCom. ‘Compleet anders dan het ietwat deftige
KPN. WorldCom was een wereld van hectiek, het
bedrijf had iets cowboy-achtigs. Ik maakte de
overstap omdat ik de concurrenten van KPN ook
wilde leren kennen.’ Peek zette voor WorldCom een
nieuw klantenteam op. Minder leuk was dat op een
gegeven moment CEO Bernie Ebbers werd opgepakt
voor boekhoudfraude. ‘Het was verleidelijk om toen
mijn heil ergens anders te zoeken, maar ik wilde mijn
team en klanten niet zomaar in de steek laten.’ Nadat
WorldCom uit surseance van betaling kwam, besloot
Peek toch om zich heen te kijken en werd uiteinde-
lijk via een headhunter gepolst voor een functie bij
Dell. ‘Ik ben toen bij Dell in de publieke sector ge-
start en had het enorm naar mijn zin bij dit bedrijf. Ik
vergelijk het wel eens met topsport. Het tempo bin-
nen Dell ligt heel hoog, er moet daarom ook continu
gepresteerd worden. Zo werkt het nou eenmaal in
de ict-branche, die is continu in beweging. Sommige
mensen raken verslaafd aan zo’n werkcultuur. En ik
moet ook zeggen, saai is het hier nooit.’
‘Dell is natuurlijk een groot en stevig bedrijf. Ieder-
een kent het, net zoals de producten. Dat opent deu-
ren. En ook ik vind dat we prachtig mooie producten
en IT-oplossingen hebben. Dat je daar zelf in gelooft,
is heel belangrijk. Ik ben oprecht trots op wat dit
bedrijf presteert.’
Hoe aantrekkelijk Dell ook was, in 2008 werd Peek
opnieuw benaderd voor een interessante functie:
die van algemeen directeur van Content. ‘Hoe leid
je zo’n uitzendorganisatie? Op IT-gebied liepen ze
achter. Dat vond ik een ontzettend mooie uitda-
ging.’ Peek leidde in 2010 de fusie van Content en
Unique, onderdeel van USG People. ‘Die fusie was
een uitdaging om te begeleiden. Leerzaam, maar ook
zwaar. Het is heel ingewikkeld om te zorgen dat het
beste van twee organisaties in één samenkomen. Dat
er dan niet meer voor alle mensen plek is, maakt het
pijnlijk. Desondanks stond er heel snel een nieuw
bedrijf. ’
Na die zware fusie, ging Peek met sabbatical.
‘Eindelijk was er tijd om een aantal dingen op een
rijtje te zetten.’ Nooit maakte ze zich zorgen over
de toekomst van haar carrière. En dat dat ook niet
nodig was, bleek toen ze op gesprek werd gevraagd
in Engeland.
‘De IT-wereld is leuk en dynamisch. Je belandt in de
core-business van allerlei grote bedrijven. En bij Dell
blijf ik leren, daar zit voor mij de uitdaging. Ik zou
graag zien dat er meer vrouwen bij Dell op techni-
sche functies komen, maar volgens mij zijn te veel
vrouwen bang om uiteindelijk voor een technische
studie te kiezen. Om vrouwen zoveel mogelijk te
ondersteunen hebben we binnen Dell het Woman’s
Network, WISE, opgericht dat - ook voor mannen
– trainingen en bijeenkomsten verzorgt, waardoor
werknemers zichzelf beter leren performen. ‘
Over haar eigen ervaringen: ‘Zelf heb ik in de begin-
jaren ook wel eens gedacht: als je maar hard genoeg
werkt, dan volgt de beloning wel. Toen ik tot mijn
verbazing werd overgeslagen bij een promotie en
daar later bij mijn baas naar vroeg, was hij verbaasd:
ik wist niet eens dat jij interesse had.’ Het is mij toen
duidelijk geworden dat je voor jezelf moet opkomen.
Maar ook vertrouwen moet hebben in je eigen kun-
nen.’
‘Voorlopig zit ik bij Dell prima op mijn plek. Op den
duur zal ik vast wel weer een nieuwe uitdaging wil-
len. Iets internationaals bij Dell of juist onderdeel
zijn van de Nederlandse maatschappij, voor zo’n
typisch Hollands merk, dat lijkt me ook ontzettend
leuk om te doen.’ |
‘Werken bij Dell is als topsport’In haar carrière kreeg ze ontzettend veel goede adviezen. De belangrijkste was misschien wel
‘kom op voor jezelf’. En dat zegt UT-alumna Jeannine Peek, sinds november 2011 directeur van
Dell Nederland, nu ook tegen haar medewerkers. ‘En blijf openstaan voor de dingen die om je
heen gebeuren. Hoe hoger je komt in een organisatie, hoe lastiger dat soms is.’
UT-alumna Jeannine Peek is directeur Dell Nederland
18 UT NIEUWS 05|2012
UT NIEUWS 05|2012 19
AFVD Foton
20 UT NIEUWS 05|2012
UT NIEUWS 05|2012 21
SpookyHet zou zomaar een cover kunnen zijn van boek
van Stephen King. Of een scene uit een film van
Harry Potter.
Dit spooky beeld van Foton-fotograaf Mark Ruiter
is gemaakt op een doordeweekse avond, op de
campus van de UT. Om precies te zijn aan de
zuidzijde van de Zuid-Horst, waar het kunstwerk
Kolommen van Evert Strobos staat. Op de achter-
grond van de foto is het gebouw Meander te zien.
Het achttien kolommen tellende kunstwerk stond
eerst in de voortuin van oud-rector magnificus
Draijer. Hij schonk het later aan de UT.
Mark Ruiter is met zijn lens altijd op zoek naar al-
ledaagse dingen, die door een specifieke benade-
ring of techniek een niet-alledaagse indruk geven.
Dat is hem bij deze foto zeker gelukt. ‘Door de
mist krijgt de foto een bijzonder karakter’, zegt
Mark. ‘Ik heb de foto gemaakt met een statief en
een lange sluitertijd. Om precies te zijn vier minu-
ten.’ Een geslaagd staaltje ‘nacht-fotografie’, waar
menig horror-auteur inspiratie uit kan putten. |
Foto: Mark Ruiter, AFVD Foton.
De recente politieke crisis in ons land leidt tot vragen en onzekerheid. Onzekerheid die
nog eens vergroot wordt door de turbulente economische situatie in Europa. Wat is het
perspectief voor Europa en voor Nederland, en wat betekent de politieke en economische
crisis, in Nederland en in Europa?
Andere tijden?Opinie
TEKST: ANNE FLIERMAN | ILLUSTRATIE: BAS VAN DER SCHOT>
Vertrouwde verhoudingen en zekerheden komen
ter discussie; dat was in veel opzichten al langer zo,
maar de recente crisis heeft dat wel scherper dui-
delijk gemaakt. En het geldt onze eigen sector, het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en
het geldt veel breder in de samenleving, voor zaken
als hypotheekrente-aftrek, pensioenleeftijd, verzeke-
ringen in de gezondheidzorg en de euro.
Kabinet RutteDe val van het kabinet-Rutte bracht bij veel mensen
terecht een gevoel van opluchting teweeg. In het
najaar van 2010 leek er voor de constructie van het
minderheidskabinet, gedoogd door de PVV, geen re-
eel alternatief te bestaan. Misschien niet de aantrek-
kelijkste, maar toen, ook in mijn ogen, wel de enige
mogelijkheid om het land te besturen. Inmiddels
zijn we anderhalf jaar verder en blijkt deze samen-
werking niet levensvatbaar. De PVV blijft op allerlei
terreinen extreme eisen stellen en loopt weg voor
verantwoordelijkheid . Sommigen zullen zeggen: we
hebben het voorspeld. Hoe dan ook, dat deze samen-
werking ten einde is gekomen wordt ook door mij,
niet betreurd. Op zich is het gegeven dat een aantal
andere partijen in korte tijd op hoofdlijnen afspraken
over de aanpak van de financiële problemen van de
overheid wist te maken, een bewijs voor de kracht
van onze democratie. Verantwoordelijk bestuur is
nog steeds mogelijk. Wat mij betreft mag deze com-
binatie na 12 september doorgaan met deze aanpak.
VeranderingenEen aanpak, waarbij ingrijpende veranderingen door-
gevoerd moeten worden. Want die aanpassin-gen zijn
absoluut nodig, wil Nederland als modern, kennis-
intensief en ondernemend land de crisis te boven
komen. De nieuwe constellatie biedt nieuwe kansen
om te investeren in de toekomst, in groei, en in de
daarvoor nodige kennisinfrastructuur. Maar, let wel!
De financiële mogelijkheden om te investeren zullen
de komende tijd beperkt blijven, welke coalitie het
land ook regeert. Ruimte kan pas weer ontstaan als
we een aantal ingrijpende maatregelen nemen, het
vertrouwen herstelt en economische groei toeneemt.
Het blijft in dit kader zorgelijk dat een niet onbelang-
rijk deel van onze bevolking niet onderkent dat ver-
anderingen nodig zijn, en evenmin doorziet hoezeer
Nederland met de rest van de wereld is verbonden.
Politici die zich afzetten tegen onontkoombare ver-
anderingen, zonder serieuze alternatieven op tafel te
leggen, bewijzen uiteindelijk ons land en hun kiezers
een hele slechte dienst. Hetzelfde geldt voor de ma-
nier waarop sommigen naar Europa kijken. Je hoeft
de EU niet heilig te verklaren, maar voor een land
als Nederland zijn de voordelen van de Europese in-
tegratie gigantisch, en het alternatief rampzalig. Dat
geldt zeker voor Twente, industrieel nog altijd nauw
met Duitsland verbonden, en ook voor de UT, die nog
22 UT NIEUWS 05|2012
UT NIEUWS 05|2012 23
Andere tijden?
veel meer dan nu al gebeurt zich op Europa zou kun-
nen richten als het gaat om onderzoeksfinanciering,
maar ook om studieprogramma’s en uitwisseling.
Eigen wereldVan de nationale schaal naar onze eigen wereld. Wel-
licht ten overvloede, maar de impact van de huidige
ontwikkelingen is groot en veranderingen zijn onont-
koombaar en raken zowel onderzoek als onderwijs.
Ik hoop van harte dat een nieuw kabinet meer gaat
investeren in onderzoek en onderwijs, maar de ruimte
daarvoor is voorlopig nog niet groot. Het ‘topsectoren-
beleid’ heeft als voordeel opgeleverd dat agenda’s
tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen zijn
afgestemd, en dat partijen elkaar beter hebben leren
kennen. Daar kunnen we van profiteren, als er weer
ruimte voor groei is. Maar vooralsnog zullen we, ook
als Universiteit Twente, maximaal moeten inzetten
op het aanboren van nieuwe financieringsbronnen, bij
provincies of in Brussel, en bij het bedrijfsleven. Flexi-
biliteit en vraaggerichtheid zijn daartoe noodzakelijk.
Willen we als UT het unieke profiel ‘high tech, human
touch’ overeind houden, en ook kwalitatief hoogwaar-
dig onderzoek in strategisch belangrijke disciplines die
niet zo gemakkelijk externe financiering aantrekken
behouden, dan komt daarbij ook de vraag of we uit
eigen middelen in die sectoren meer gaan investeren,
aan de orde. De vraag stellen is wat mij betreft haar
beantwoorden, maar dat vergt nog wel een omschake-
ling in het denken bij velen op de campus.
OnderwijsOnderwijs wordt alleen maar belangrijker. De kracht
van onze economie hangt af van haar vermogen
te innoveren en nieuwe kennis snel te vermark-
ten, maar inmiddels wordt steeds duidelijker dat
je daartoe dan ook wel voldoende goed opgeleide
mensen moet hebben. Niet voor niets is het topsec-
torenbeleid inmiddels gekoppeld aan een ‘human
capital’ agenda. Binnenkort is die agenda mis-schien
wel belangrijker dan de inhoud van de topsectoren.
Daarbij wordt hoger onderwijs steeds meer ook als
investering in jezelf gezien. Een sociaal leenstelsel
voor de studiefinanciering komt onvermijdelijk op
ons af; en dat is ook niet onterecht als je je realiseert
dat een groot deel van de leeftijdsgenoten van onze
studenten inmiddels gewoon werkt en belasting be-
taalt. Dat betekent dat we ook als UT ons onderwijs
moeten moderniseren, ondanks de hoge waarde-
ring van studenten en de goede scores in sommige
reviews. Het moet aantrekkelijker en flexibeler
worden, met brede, toekomstgerichte programma’s
in de bachelor, en hogere rendementen.
InvesterenDaarmee beschrijf ik de opgave voor de komende
tijd: ons onderzoek is van uitstekende kwaliteit, de
kunst zal het zijn om daar de sterkte vast te houden
en tegelijkertijd selectief te investeren op die plaat-
sen die strategisch onmisbaar zijn; uiteraard moet
parallel daaraan onze track record op het gebied van
valorisatie overeind blijven. In onderwijs moeten
we fors investeren om het rendement, de aantrek-
kelijkheid en ook de betaalbaarheid te vergroten.
Dat is precies de inzet die we met ons voorstel voor
een prestatieafspraak bij de staatssecretaris hebben
neergelegd. Ik ga ervan uit dat hij het daar wel mee
eens zal zijn, en na 12 september zijn opvolger ook. |
Auteur is voorzitter van het College van
Bestuur van de Universiteit Twente en na-
mens het CDA lid van de Eerste Kamer.
Anne Flierman (Foto: Gijs van Ouwerkerk)
Opinie
Oostelijke oriëntatieIn het Hemelvaartweekend organiseren de stu-
dieverenigingen Abacus, Scintilla en Inter-Actief
altijd de EWI-trip. Met een touringcar vol studenten
wordt een grote Europese stad bezocht, met als
doel het dag- en nachtleven van die stad te verken-
nen. Overdag staat in het teken van culturele
activiteiten zoals rondleidingen, het bezoeken
van bedrijven en musea of het ‘ontbrakken’ in
een parkje. Wat er voor de avond en nacht op het
programma staat laat zich wel raden, hoewel het
mij op een of andere manier vaak niet meer lukt de
details te onthouden.
Deze keer gingen we naar Berlijn. De laatste jaren
is deze stad weer helemaal in, de lage prijzen en
ontspannen sfeer zorgen er voor dat veel jonge
en artistieke mensen ernaartoe komen. Dit zorgt
er onder andere voor dat Berlijn een bloeiende
internetstart-up-scene kent.
Met de EWI-studenten hebben we een paar van
deze bedrijfjes bezocht. Een daarvan was Gidsy,
opgezet door twee broers die oorspronkelijk uit
Amsterdam komen, een andere was UPCload,
opgericht door een paar Israëlische alumni van de
Berlijn Humboldtuniversiteit. Het is een interes-
sant gegeven dat men dus van heinde en verre naar
Berlijn komt om een bedrijfje te beginnen, maar ik
wil eigenlijk even verder ingaan op die Humboldt-
universiteit en vooral haar oprichter/naamgever.
Dat was Wilhelm von Humboldt, een Duitse geleer-
de die als ik Wikipedia mag geloven (mag dat nou
wel of niet?) ongeveer alles kon en wist. Zijn doel
voor de nieuwe universiteit was om (en nu citeer ik
lekker van Wikipedia) ‘een vrijplaats [te] zijn voor
het opleiden van academici die vanuit intellectuele
vrijheid en ongebondenheid een kritische bijdrage
zouden leveren aan de voortgang en kwaliteit van
allerlei debatten en problemen in de maatschappij.’
Van belang hierin is de term Bildung, dat te
vertalen is als vorming, maar dan nog moet worden
overgoten met een flinke portie humanistisch ide-
alisme. Het gaat er om mensen breed academisch
te vormen en klaar te stomen om een bijdrage
te kunnen leveren aan de wetenschap en/of de
maatschappij. Ik heb altijd het idee/ideaal gehad
dat het laatste deel van het motto van de UT naar
Bildung hint.
Nu betrap ik mezelf er op een beetje in herhaling te
vallen door tot het clichématige aan toe de Human
Touch te benoemen. De reden daartoe is simpel: Ik
beschouw het als de taak van de universiteit haar
studenten te ‘bilden’ en een bepaalde brede basis
te geven. Ook voor een technische universiteit gaat
dit op. Het is enorm irritant om te zien hoe bijvoor-
beeld politici en tv-presentatoren (*uche* Matthijs
van Nieuwkerk *uche*) totaal de plank misslaan als
het over techniek of natuurwetenschappen gaat.
Wij aan de UT moeten er voor zorgen dat we, zonder
afbreuk te doen aan onze eigen disciplines, niet
hetzelfde doen in omgekeerde richting.
Met hoge waarschijnlijkheid knikken de beleids-
bepalers van onze universiteit instemmend mee.
Ik hoop van wel in ieder geval, dan zijn we het
eens over het doel. Maar daarmee zijn we er nog
niet. Eind 2010 bezocht ik een Studium Generale,
waar onder andere onze rector Brinksma voor
meer Bildung in de UT-opleidingen pleitte. Terecht
concludeerde Henk Procee echter dat die avond het
onderwijs op de UT niet was hervormd en daarmee
raakte hij het pijnpunt: er wordt slechts lippen-
dienst bewezen.
Het Nieuwe Onderwijsmodel is hét moment om
woorden in daden om te zetten, maar op een paar
goede voornemens na zie ik niets terug. Hoe deze
Bildung precies ingebakken kan worden is nog te
bediscussiëren en op de UT lopen (hopelijk) mensen
rond die dit veel beter weten dan ik. Ga hier mee
aan de slag! Verzin een list! Of, om te eindigen met
een Star Trek-referentie: Humboldtly go where no
man has gone before!
Beer Sijpesteijn is
student Technische Informatica.
Reageren? www.utnieuws.nl
Column | Beer Sijpesteijn
24 UT NIEUWS 05|2012
UT Nieuws Panel over veiligheid op de campus
Veilig maar soms wat donker
De meerderheid van de panelleden vindt dat
de UT er alles aan doet om de campus zo veilig
mogelijk te maken. Als studenten of medewer-
kers zich niet veilig voelen dan is dat ’s avonds
of ’s ochtends vroeg op de donkere en bosrijkere
plaatsen. Het fietspad Viermarkenweg wordt
genoemd, maar ook het Carillonveld, de Wit-
breuksweg en de Calslaan zijn slecht verlicht. Een
enkeling vindt de ganzen angstaanjagend.
Moeite met de camera’s op de campus heeft
vrijwel niemand. Twee derde maakt het niets uit
en een kwart van de ondervraagde medewerkers
en studenten zegt er zelfs een veilig gevoel van te
krijgen. In de suggesties wordt overigens wel aan-
gegeven dat het cameragebruik en de surveillance
door de bewaking geïntensiveerd kan worden.
We voelen ons met zijn allen best veilig op
de campus. Dat blijkt uit de eerste peiling
onder het UT Nieuws Panel, uitgevoerd door
onderzoeksbureau Newcom Research &
Consultancy. Zij ondervroegen 81 studenten
en 46 medewerkers. Tien procent daarvan zegt
zich wel eens onveilig te voelen.
Ook meepraten?Meld je aan voor het UT Nieuws Panel via onze website
www.utnieuws.nl. In dit lezerspanel kun je je mening
geven over gebeurtenissen en ontwikkelingen op de UT,
maar ook over het UT Nieuws, andere universiteiten of
Nederland in algemene zin. Als je je inschrijft, ontvang
je enkele keren per jaar via e-mail een korte vragenlijst.
De resultaten uit het onderzoek worden gepubliceerd
via de website en dit magazine. De onderzoeken van
het UT Nieuws Lezerspanel worden uitgevoerd door
onafhankelijk onderzoeksbureau Newcom Research &
Consultancy.
Tien tips voor een (nog) veiligere campusEen greep uit de suggesties van het panel:
1. Uitdelen laptopsloten
2. Meer camera’s in de buurt van de wooncom-
plexen en rond het sportcentrum/Bastille
3. Mogelijkheid om projectruimtes af te
sluiten met behulp van je collegekaart. Zo
kun je met een gerust hart je spullen in de
ruimte achterlaten als je voor een broodje
naar de mensa gaat.
4. Leg een voetgangerspad aan naast het
fietspad bij de Drienerburght, zodat de vele
voetgangers
de fietsers niet hinderen.
5. Gebouwen zijn erg open; toegang alleen
via pasjes indien geautoriseerd. Bezoekers-
pasjes verstrekken.
6. Lantarenpalen vaker controleren of ze nog
functioneren. Op sommige plekken kan het
soms erg donker zijn. Denk aan het fietspad
tussen Meander/Horst en de Hengelo-
sestraat.
7. Vooral niet mensen met lopers laten
inbreken op kamers om politiebordjes te
plaatsen dat je op je
spullen moet passen. Dit vind ik schandalig.
8. Hek om de campus met toegangspoort-
jes…
9. Niet; veiligheid is op dit moment goed tot
zeer goed. Misschien wel camera’s bij fiet-
senstallingen zodat fietsendieven gepakt
kunnen worden.
10. Niet, het is al super veilig. Investeer liever
in afstudeermaanden voor bestuurders.
UT NIEUWS 05|2012 25
UT Nieuws Panel over veiligheid op de campus
Veilig maar soms wat donker
TEKST: EGBERT VAN HATTEM | FOTO GIJS VAN OUWERKERK >
De overstap van onderzoeksassistent naar zelf-
standig onderzoeker - dus iemand die zelf nieuwe
theorie ontwikkeld en toetst met eigen ontworpen
experimenten - was mentaal de grootste sprong
voor Mieke Luiten-Olieman. In negen jaar trouwe
dienst als ondersteunend onderzoeksmedewerker
was de tijd rijp en mocht ze zelf aan de slag op
de manier die ze zo graag wilde. ‘De werkwijze
waarop een promovendus die ik ondersteunde haar
onderzoek wilde opzetten, zag ik niet zitten,’ vertelt
Luiten. ‘Dat heb ik eerst voorzichtig en toen nadruk-
kelijke aangekaart bij de vakgroepleiding, gewoon
omdat ik overtuigd was van mijn gelijk.’
En toen ging haar vurige wens in vervulling. Pro-
beer jij het maar, zei professor Arian Nijmeijer. Het
duurde enige tijd voor ze kans overtuigend durfde
te grijpen. ‘Toch raar, die blokkade in mijn hoofd,’
zegt Luiten achteraf, ‘alsof ik het als hbo’er niet
zou kunnen.’
Stijl van experimenterenZe had op de HLO Analytische Chemie gestudeerd.
Dat betekende in een toekomstige baan praktisch
en ondersteunend gaan werken. Luiten: ‘Daar had
ik me helemaal mee vereenzelvigd. Mijn kennis
en mijn negen jaren onderzoekservaringen in de
membraantechnologie moest ik op een nieuwe
manier leren waarderen en inzetten. Ik heb een
eigen onderzoeksstijl. Het gaat er mij niet om met
experimenteren alleen maar de theorie te toetsen.
Ik wijk graag af van de norm - zo radicaal mogelijk
als het even kan - en loop zo twee stappen vooruit,
gewoon om te kijken wat er precies gebeurt. Dan
pas kom je tot nieuwe inzichten.’
Die brutale en praktische aanpak heeft Luiten veel
gebracht. Al snel waren de eerste resultaten van
haar promotietraject daar. Met een dipcoat-metho-
de, gebaseerd op communicerende vaten, slaagde
ze er in om reproduceerbaar dunne coating-lagen
ook op holle vezels aan te brengen, waar dat tot
dan toe alleen op vlakke platen lukte.
Maar de grote doorbraak moest nog komen.
Luiten slaagde er in om zeer dunne vezelmem-
branen te produceren, niet uit polymeer maar uit
roestvast staal, nikkel en keramiek. Een unicum.
Zij haalde technisch alles uit een krimpstap - een
tweede proces in een rij van vier – waarvan de
mogelijkheden tot dan toe door iedereen werden
onderschat. ‘Men zag het niet. Niemand was op
het idee gekomen om in de eerste stap het aan-
deel polymeer zo rigoureus te vergroten als ik dat
had gedaan.’
VerrassingIn de bekende eerste stap (het droognat-spinpro-
ces) worden de ‘groene fibers’ gemaakt, zoals de
‘green tire’ in de automobielindustrie het uitgangs-
punt is voor het verdere productieproces. Het
krimpproces in de tweede stap werkte bij Luiten
eerst ook niet zoals ze had verwacht. De holle vezels
vielen als een plumpudding in elkaar.
‘Toch herhaalde ik de experimenten en bracht de
groene fibers met een andere uitgangspositie het
tweede proces binnen’, vertelt Luiten. ‘Wat ik zag
kon ik eerst niet geloven. De diameters krompen
extreem, soms met een factor drie. Dat was een
grote verrassing. Ik had nooit gedacht dat het effect
van de kromming van de holle vezels de metaaldeel-
tjes zo keurig in elkaar kon laten vallen. De clou lag
in stap één: de verhouding metaal/polymeer en de
verdeling van de ingesloten luchtvolumes.’
Luiten werkte het idee in haar promotie systema-
tisch uit en kwam tot een breed bruikbaar produc-
tieschema voor alle anorganische materialen door
ook het wegbranden van het polymeer (stap 3) en
het sinteren van de metaaldeeltjes (stap 4) te op-
timaliseren. Ze toonde aan dat buitendiameter van
de vezel en de mechanische sterkte voorspelbaar
en maakbaar zijn voor de verschillende materialen.
‘Nu er hele dunne vezels maakbaar zijn van roest-
vast staal en van andere metalen, betekent dat
nieuwe toepassingsmogelijkheden bij hoge tem-
peraturen en onder chemisch agressieve omstan-
digheden.’ De vezels kunnen bijvoorbeeld gebruikt
worden bij productie van waterstof, waarbij het
membraan bestand moet zijn tegen temperaturen
van 600ºC en 40 bar drukverschil.
KaapstadDaar wordt nu verder aan gewerkt. In april
reisde Luiten naar Kaapstad waar ze onderzoe-
kers en procestechnologen uit het bedrijfsleven
en universiteit instrueerde. Men wil daar graag
waterstof scheiden voor energietoepassingen. In
samenwerking met RWTH Aachen University is bij
het STW en DFG een transnationaal voorstel voor
vervolgonderzoek ingediend om de holle vezels te
optimaliseren voor twee specifieke toepassingen.
‘Ook in het klein zijn er toepassingsmogelijkheden’,
Mieke Luiten-Olieman promoveerde bij de Anorganische Membranen groep op iets latere leeftijd, 41,
na een verrassende omweg in haar carrière. Het resultaat mag er wezen: origineel onderzoek, mooie
publicaties en praktische toepassingen in het verschiet. In 2000 mocht ze zich als onderzoeksassistent
bewijzen en kreeg daarna zelf de kans. ‘Stukje bij beetje overtuigde ik hoogleraar Arian Nijmeijer en mijn
begeleider Niek Benes ervan dat mijn alternatieve aanpak vruchten kon afwerpen.’
Onderzoek
‘Ik zei: ik zou het anders doen’
26 UT NIEUWS 05|2012
De alternatieve aanpak van Mieke Luiten-Olieman
UT NIEUWS 05|2012 27
zegt Luiten. In vakgroep SFI van hoogleraar Rob
Lammertink heeft dr. H.C. Aran een microreactor
ontwikkeld van een roestvast stalen vezel voor het
gecontroleerd uitvoeren van chemisch reacties.
In de zorgAl met al opmerkelijke resultaten. En dan te beden-
ken dat het niet veel scheelde of Luiten was voor
het chemieonderzoek voorgoed verloren geweest.
Ze maakte direct na haar afstuderen aan de HLO
namelijk een lange carrièreswitch en volgde een
mbo-track: middelbaar dienstverlenings- en gezond-
heidsonderwijs. Twee jaar werkte ze in ’t Bouwhuis
en drie jaar bij de zorggroep Manna. ‘Ik zag het niet
zitten om altijd achter de analyseapparaten te staan
en wilde graag direct iets betekenen voor mensen.
Ik heb een activiteitenprogramma ontwikkeld voor
een meerzorggroep waarbij ouderen langer zelfstan-
dig kunnen wonen als ze beginnende dementie
ontwikkelen. Het lukte ons de cliënten een zinvolle
dagbesteding te geven. Daar moet iedereen in de
organisatie dan wel alert op zijn.’
Die managementervaring kan ze de komende
jaren ook toepassen. Naast senior onderzoeker
(0,6 fte) wordt ze manager van het laboratorium
bij Anorganische Membranen. ‘Onderzoeken
blijft het leukst, maar ook hier zie ik de eerste
resultaten. AIO’s krijgen meer verantwoordelijk-
heid bij het beheren van het lab en het plannen
van de werkzaamheden. Ze krijgen risicotraining
bijvoorbeeld. Door ze nu die verantwoordelijkheid
te geven, komen ze later met meer vaardigheden
op de arbeidsmarkt.’ |
28 UT NIEUWS 05|201228 UT NIEUWS 05|2012
TEKST: MAAIKE PLATVOET | FOTO: RIKKERT HARINK >
AFSCHEID. ‘Ik ben nog volop in bedrijf, dan is het
toch gek als je weg moet. Moet ja, want ik word 65
jaar. Onze vorige decaan (Paul van Loon, red.) was
daar altijd heel helder in: dan ga je weg. Ik zal nog
wel iets blijven doen op het gebied van onderwijs.
Voor derdejaars bachelorstudenten blijf ik de
komende drie jaar het vak bedrijfsethiek verzorgen.
Ook bij het postacademisch onderwijs, waarvoor ik
de afgelopen jaren als opleidingsdirecteur inhou-
delijk verantwoordelijk ben geweest, zal ik actief
blijven. Toch is er een officieel afscheid op 14 juni.
Mijn rede zal gaan over ‘Integriteit en Innovatie’.
Verder zijn er dierbare collega’s die spreken. Zoals
professor Wim van Harten, die ik ooit als promo-
vendus begeleidde. En mijn opvolgster, collega-
hoogleraar Petra de Weerd-Nederhof.’
ONDERZOEK. ‘Mijn onderzoek richtte zich
op verschillende kennisdomeinen: organisatie-
kunde, management van innovatie, bedrijfsethiek,
kwaliteitsmanagement en organisatiepsychologie.
In mijn loopbaan stonden twee thema’s daarin
centraal: de organisatie van innovatie en de orga-
nisatie van verantwoordelijkheid. In totaal heb ik
26 promovendi begeleid. Verschillende van hen
waren buitenpromovendi, mensen die al bij een
bedrijf werkzaam zijn. Ik heb dat altijd belangrijk
gevonden, want juist deze onderzoekers brengen
een schat aan ervaring met zich mee. Wim van
Harten was bijvoorbeeld destijds directeur van
het Roessingh. Zes van mijn promovendi zijn in-
tussen benoemd tot hoogleraar, daar ben ik best
trots op. Met veel plezier kijk ik ook terug op het
succes dat Petra de Weerd-Nederhof, Klaasjan
Visscher en ik als editors hebben bereikt met
het wetenschappelijke tijdschrift Creativity and
Innovation Management. Dankzij de focus in mijn
onderzoek op innovatiemanagement en bedrijfs-
ethiek en de eigen benadering daarin, kreeg ik in
2009 een eredoctoraat van de Leuphana Univer-
sität Lüneberg.’
STUDENT. ‘In 1964 behoorde ik tot de eerste
lichting THT-studenten. Een geweldige tijd.
De campus was nog in aanbouw, de studenten
werden volop in de watten gelegd. Je kunt het je
nu niet meer voorstellen, maar in de tijd werden
zelfs onze bedden verschoond en opgemaakt,
onder leiding van ‘Ma Elsenburg’, de campusmoe-
der. Zelf woonde ik aan de Calslaan. In het begin
mocht je ‘s avonds niet van het terrein af, er
hing ook echt een ketting voor de ingang van de
campus. Natuurlijk gebeurde dat wel. Ik herinner
me een stiekem uitje naar de Broeierd. In die tijd
waren we als studenten ook veel meer betrokken
bij de politiek. Zo hebben we geprotesteerd tegen
de invasie van de Russen in Tsjecho-Slowakije,
door met gestolen verf uit het in aanbouw zijnde
chemiegebouw, muren in de binnenstad van
Enschede met leuzen te bekladden. Dat leidde tot
een confrontatie met de politie. De politiecom-
missaris bestempelde het als ‘studentenwange-
drag’. Daar had men in Enschede nog niet mee te
maken gehad.’
GRONINGEN. ‘Na mijn studie aan de THT, en
een korte periode als onderzoeksassistent, ben
ik in 1975 als docent bedrijfspsychologie aan de
Rijksuniversiteit Groningen begonnen. Uitein-
delijk bleef ik daar tot 1989, toen kreeg ik het
onbestemde gevoel dat ik eens wat anders moest.
Al was daar geen directe aanleiding voor. Via
contacten op de UT, onder wie Jan Bilderbeek
en Koos Krabbendam, werd ik gewezen op een
vacature. Twee jaar later werd ik er hoogleraar.
Groningen was prima, maar ik miste de tech-
nisch bedrijfskundige kant en die had de UT wel.
Bovendien was er inmiddels op de UT een hoop
veranderd, de setting was goed. Van mijn move
heb ik nooit spijt gehad. Op de UT was altijd alle
ruimte om initiatieven te nemen.’
PRESTEREN. ‘De grootste verandering in mijn
loopbaan is toch wel de druk om te presteren.
Die is de laatste jaren veel groter geworden. Er is
continu publicatiedruk, en druk om subsidies bin-
nen te halen. En daarbij de verantwoordelijkheid
van tijdsbesteding en aanwezigheid. De kracht
van universiteiten wordt naar mijn mening ernstig
bedreigd door externe financiering. De gevolgen
zien we ook terug in de krant, met berichten over
frauderende wetenschappers. Niet te vergelijken
met mijn Groningse periode, dat was vergeleken
met nu wel heel relaxed. Andere grote veran-
dering is natuurlijk ook de aandacht voor het
internationale aspect. Dat zag ik met een collega
in de jaren tachtig al wel aankomen. We namen
toen stiekem Engelse les.’
MISSEN. ‘Wat ik precies zal missen, moet nog
blijken. Maar het zal vast de collegialiteit zijn. En
ook het ritme van het werkproces, de discipline,
en de vanzelfsprekendheid waarmee ik elke dag
naar de faculteit ging. Voor het zwarte gat ben ik
niet bang. Ik heb verschillende nevenfuncties, en
blijf onderwijs verzorgen. Natuurlijk is er straks
meer tijd voor de kleinkinderen. En ik ga graag
naar Friesland met de familie. En dan al die boe-
ken die ik altijd al eens wilde lezen. Romans? Ja,
maar zeker ook boeken uit het vakgebied.’ |
Olaf Fisscher, hoogleraar Organisatiekunde en Bedrijfsethiek, neemt donderdag 14 juni
afscheid van de UT. ‘Met gemengde gevoelens’ kijkt hij uit naar dat moment. De UT is hem
dierbaar, want Fisscher behoorde tot de eerste lichting studenten die in 1964 op de campus
kwam. Na vele jaren Groningen woont hij al weer geruime tijd op dezelfde campus, aan de
Langenkampweg. ‘Een fijne omgeving.’
‘Druk om te presteren is groot’
Interview
Hoogleraar Olaf Fisscher neemt op donderdag 14 juni afscheid van de UT, waar hij op 15 oktober 1992 werd benoemd tot
hoogleraar Kwaliteitsmanagement en Organisatiewaarden, waaronder Bedrijfsethiek. Het programma begint om 14.30
uur, in de Agora van de Vrijhof. Professor Wim van Harten zal spreken over ‘actuele thema’s in de kwaliteits- en technologie-
management in de ziekenhuiszorg’. Professor Petra de Weerd-Nederhof zal spreken over ‘Innovation, Social Responsiblity,
Creativity, Ethics, and Olaf Fisscher’. Het Twents Jeugd Symfonie Orkest verzorgt een muzikaal intermezzo. Om 16.00 uur
spreekt Fisscher zijn afscheidsrede uit, waarna een receptie volgt.
Afscheid van hoogleraar Olaf Fisscher
Integriteit en Innovatie
UT NIEUWS 05|2012 29
Achtergrond
30 UT NIEUWS 05|2012
TEKST EN FOTO’S: LILIAN VERDOORN >
Wie van de luchthaven naar het centrum van Sin-
gapore rijdt, kan niet om de duizenden hijskranen
heen die ogenschijnlijk 24 uur per dag, zeven dagen
per week zware materialen verplaatsen. Hier wordt
een stad gebouwd. Nóg meer stad, want de skyline
van Singapore met 4,6 miljoen inwoners bestaat
vrijwel uitsluitend uit hoogbouw. Hoewel Singapore
wel degelijk Aziatisch is, doet de term ‘wereldstad’
het meest recht aan deze stadstaat met vele statige
winkelcentra, waar de marmeren vloeren altijd
glanzen. In het straatbeeld geen oude brikkies maar
uitsluitend auto’s van tien jaar of jonger. Oudere
auto’s moeten het land uit. Wie een vleugje Azië wil
opsnuiven, is aangewezen op de wijken Chinatown
en Little India.
Singapore staat op plek acht van veiligste steden ter
wereld volgens onderzoeksbureau Mercer. De rege-
ring borgt die veiligheid met harde hand; crimina-
liteit wordt ongenadig afgestraft. Zo zijn lijfstraffen
als stokslagen hier nog heel gewoon.
Net als Singapore is Kuala Lumpur een wereldstad
met volop glimmende winkelcentra waar modemer-
ken als Chanel, Louis Vuitton en Jimmy Choo schit-
teren. In deze stad met bijna twee miljoen inwoners
razen de Protons je om de oren. Dit automerk is
sinds de oprichting in 1983 de nationale trots van
Maleisië samen met de Petronas Twin Towers - met
425 meter waren deze enige tijd de hoogste ter we-
reld - en de Menara televisietoren. Deze opvallende
verschijningen aan de skyline onderstrepen de
ambitie van het land; ieder jaar groeit de economie
met zo’n vijf procent.
Maleisië bestaat uit twee delen die worden geschei-
den door de Zuid-Chinese zee en talloze paradij-
selijke eilandjes. Het contrast tussen Maleisië en
Singapore is groot, want net buiten de stadsgrenzen
van het moderne Kuala Lumpur stap je een andere
wereld binnen. Hier verkopen Maleisiërs hun zojuist
gebraden vlees, fruit en kruiden in houten stalletjes
van een paar vierkante meter, pal langs de weg.
Regenwoud beslaat ruim de helft van het land, maar
wordt bedreigd met kap om plaats te maken voor
palmplantages. Palmolie, geproduceerd op vier
miljoen hectare grond, is een belangrijke inkom-
stenbron van het land.
AmbitieVoor veel studenten Industrial Design van de
Universiteit Twente is de studiereis een eerste ken-
nismaking met Azië. ‘Dit is de tweede buitenlandse
reis van onze studie’, vertelt reiscoördinator David
Young, die samen met zes anderen twee jaar geleden
het initiatief nam voor deze studiereis. De eerste trip
ging in 2008 naar Zweden, maar de ambitie van deze
studenten reikte verder dan Europa. ‘We hebben
letterlijk een kaart aan de muur gehangen om te
beslissen waar we heen wilden. Veel landen vielen af,
omdat industrieel ontwerp voornamelijk te vinden
is in ontwikkelde landen’, vult voorzitter Maaike van
den Ende aan. Uiteindelijk resteerden een reis naar
Amerika, Brazilië/Argentinië en Singapore/Maleisië.
‘Amerika werd te duur en bij de reis naar Zuid-Ame-
rika zou de taal een te grote barrière zijn.’
Direct nadat het reisdoel was bepaald startte de
commissie met het werven van deelnemers. ‘We
moesten ze overtuigen om mee te gaan. Ze waren
sceptisch’, geeft Young aan. Voor de leden van de
reiscommissie was het doel duidelijk. ‘Als industri-
eel ontwerper moet je je goed kunnen verplaatsen
in een doelgroep. Je moet verder kunnen kijken
dan de collegezaal en je eigen wereldje. Beseffen
dat cultuur invloed heeft op industriële ontwerpen’,
verheldert Van den Ende. Juist daarom zijn Young
en Van den Ende tevreden met het huidige reisdoel.
‘Het contrast tussen deze landen en Nederland is
veel groter dan bij Amerika’, volgens Young.
‘Best reëel dat wij later in contact komen met Azië’
In de week dat in Maleisië een einde kwam aan de ontvoering van de twaalfjarige
Nederlandse Nayati Moodliar, arriveerde een groep van 24 studenten industrieel ontwerpen
in dit land. De week ervoor deden ze Singapore aan tijdens de allereerste intercontinentale
studiereis van deze studie. ‘Als industrieel ontwerper moet je verder kunnen kijken dan je
eigen wereldje.’
Studenten industrieel ontwerpen maken eerste intercontinentale studiereis
30 UT NIEUWS 05|2012
Maaike en David
De zeventien studenten die zich aanmeldden,
stelden samen met de reiscommissie een onder-
zoeksplan op om de verschillen in industrieel
ontwerp tussen Nederland, Singapore en Maleisië te
analyseren. Daarvoor zijn de studenten opgedeeld
in vijf subgroepen die zich richten op onderwijs,
symbolisme, keurmerken, consumer value en rapid
prototyping. Om hier inzicht in te krijgen, legden de
studenten in drie weken tijd 22 bedrijfsbezoeken af
in Singapore en Maleisië. Een divers programma,
waarbij multinationals als Dell en Philips werden
bezocht maar ook piepkleine ontwerpstudio’s, de
universiteit van Singapore en het Malaysian Institute
of Art, vergelijkbaar met de Nederlandse kunstaca-
demies.
Competitie‘In Singapore viel het op dat bedrijven enorm trots
zijn op hun werk. Ze hebben een reusachtige wall
of fame waarop ze hun producten presenteren. Bij
de universiteit was zelfs een compleet museum met
werk van studenten’, zegt Van den Ende verwon-
derd. Ook het stimuleren van competitie viel op in
Singapore. ‘De universiteit wil alleen de allerbeste
mensen uit heel Azië aannemen. Jaarlijks melden
300 mensen zich aan voor de studie industrieel
ontwerpen, maar slechts dertig tot veertig daarvan
mogen werkelijk beginnen.’
Best een goede instelling om alleen de beste mensen
te willen hebben, vinden Young en Van den Ende.
‘Bedrijven werken zo snel tegenwoordig. Als indus-
trieel ontwerper moet je mee kunnen schakelen
daarin. Maar er zit natuurlijk wel een grens aan’,
haastten ze zich erbij te vermelden. Young en Van
den Ende verwachten niet dat ze later in Azië aan
de slag gaan. ‘Maar het werelddeel is booming. Het is
best reëel dat wij in ons werk later in contact komen
met Azië. Nu hebben we een idee van hoe het er
hier aan toe gaat.’
Naast een bijdrage van duizend euro, hebben alle
studenten een case moeten doen om geld in te
leggen voor de reis. Behalve geld heeft die case een
aantal studenten nog wat extra’s opgeleverd. ‘Drie
studenten hebben nieuwe producten bedacht voor
Velda, producent van aquarium- en vijverartikelen
Een van die ontwerpen wordt daadwerkelijk in pro-
ductie genomen’, vertelt Van den Ende. Een aantal
anderen voltooiden hun case bij Wwinn, wat een van
hen een bacheloropdracht heeft opgeleverd. Ook
het U-fonds, Philips, Huisman en het Maleisische
Ministerie van Toerisme ondersteunden de reis met
een financiële bijdrage. |
Zie ook: studytour-mosaic.com
UT NIEUWS 05|2012 31
TEKST: SANDRA POOL | FOTO: ARJAN REEF >
‘Het leuke van Oerol is dat het echt overal is,’ be-
gint Tineke Grootenboer enthousiast. ‘Er is geen
ontsnappen aan. Je blijft bovendien overnachten
en dat maakt het festival speciaal.’ Dat slapen
gebeurt low profile in een tent. Op een camping
waar het gezin Grootenboer vaste gast is. ‘Ik ga
vaak naar Terschelling. Ben er lid van de biblio-
theek en het filmhuis. De staanplaatsen op de
camping zijn in de zomervakantie keurig ingericht
voor gezinnen. Tijdens het theaterfeest gelden de
plekjes, de paaltjes en de grasveldjes niet meer.
Dan wordt alles ingenomen door festivalbezoe-
kers. Het is dan zo druk, dat er ’s ochtends lange
rijen staan voor de douches. Geen probleem,’
lacht Grootenboer, ‘Er zijn mensen waar ik nu
vrienden mee ben die ik ken uit de rij van de
douches.’
De programmeur is sinds 2000 elk jaar te vinden
op het Oerolfestival. Man- en zoonlief gaan mee.
‘Mijn zoontje was toen twee. Later kreeg hij
een beetje door hoe het werkte en maakte hij
thermoskannen koffie, nam plastic bekers mee en
ging de rij voor de douches langs met koffie. Voor
een vrije gift.’ Ze knipoogt: ‘Hij maakte dus vette
winst.’
Nu gaat haar zoon niet meer mee. ‘Op de basis-
school heb ik altijd vrij gekregen voor hem op
voorwaarde dat-ie een ansichtkaart stuurde en
vertelde wat hij had gezien, maar op de middelbare
school lukt dat niet meer.’
Grootenboer gaat meestal drie weken. ‘Een week
van tevoren ervaar je het eiland in rust, daar hou ik
ook van. Er zijn dan al een paar try-outs. Die pak
ik alvast mee omdat het niet lukt om alles in tien
dagen te zien. En ik ben iemand die veel wil zien.’
Een Oerolganger bereidt zich goed voor op een
dag vol theater. ‘Je neemt iets mee om op te zit-
ten, anders krijg je een koude kont. Ik heb vaak
een dekentje bij me en heel veel lagen kleding
Cultuur
Met een rugzak, gevuld met een thermoskan koffie, een kruikje kruidenbitter, een dekentje
en een soft seat, trekt Tineke Grootenboer elk jaar in juni over Terschelling. De programmeur
van het Vrijhof Cultuurcentrum is een echte diehard fan van Oerol, een jaarlijks terugkerend
tiendaags locatietheaterfestival op het eiland. Ze is ook nog eens gek op de natuur en het
buitenleven. Een perfecte combi dus.
Tineke Grootenboer, coördinator podiumkunsten Vrijhof, trouwe bezoeker Oerolfestival
‘Het is een groot theaterfeest, maar ook heel erg netwerken’
‘Ik hou heel erg van buiten zijn, van kamperen en
van theater en dat komt allemaal bij elkaar’
Tineke GrootenboerWerkt vijftien jaar als programmeur bij het Vrijhof Cultuurcentrum. Ze groeide op in Utrecht. Ging als kind vaak naar het
theater. Op de middelbare school zat ze bij het leerlingencabaret, de film- en feestcommissie. Ze was goed in bètavakken
en koos exact op advies van school en thuis. Het werd Moleculaire Wetenschappen in Wageningen. Nog voor het einde van
haar studie stopte ze. Grootenboer ging drie maanden op reis, deed daarna van alles en werkte als vrijwilliger in een klein
theater. ‘Toen zag ik hier een vacature voor programmeur, solliciteerde, werd aangenomen en behaalde later mijn diploma
management culturele instellingen. Met een enorme omweg ben ik gekomen waar ik wil zijn.’
32 UT NIEUWS 05|2012
aan. ’s Ochtends kan de zon schijnen, maar het kan
zo omslaan. Dan pak ik ‘s morgens mijn boeltje,
mijn fiets en na de laatste avondvoorstelling kom
ik weer terug op de camping.’
De theatervoorstellingen worden thuis zorgvuldig
geselecteerd. ‘Ik ga het liefst naar één of meer
spectaculaire dingen. De internationale optredens
wil ik ook niet missen en ik ga naar jonge theater-
makers. Ik blijf graag bij. Dus ik wil juist nieuwe
shows bekijken. Het is een groot theaterfeest,
maar ook heel erg netwerken. Het geeft heel veel
energie, inspiratie en ik haal mensen van Oerol
naar Broodje Cultuur.’
De absolute meerwaarde van het locatietheater is
het feit dat je er middenin zit, zegt Grootenboer.
‘Een stuk speelt zich af in een weiland, met een
écht huis, er komen échte paarden met échte
rode vlaggen.’ Uit haar rugzak haalt ze een dvd.
‘Dit is een van de mooiste voorstellingen die ik
heb gezien.’ Ze schetst: ‘Je komt op een parkeer-
terrein en daar is het feest, een trouwpartij, een
Balkan-bruiloft en dan breekt de oorlog uit. Je
hoort schietgeluiden en je ziet overal vuur. Het
was zo echt! Ik ben heel bang geweest en huilde
van angst.’
Het komende festival, dat van 15 tot en met 25
juni is, wordt voor Grootenboer anders dan anders.
‘We hebben een overleg met de programmeurs van
alle kleine theaters in Overijssel. Dit keer gaan we
met zijn allen. We zitten met 22 man samen in een
huis. Ik ga korter, maar wel intens en met allemaal
collega-programmeurs.’ |
UT NIEUWS 05|2012 33
International
TExT: MARLOES VAN AMEROM | PHOTO: SHUTTERSTOCK >
Getting into Gear 1) Obtaining the right visa
These days, the Netherlands allows highly
educated immigrants like yourself to stay on for
a search or ‘orientation year’ to find work. So,
first things first. To avoid being kicked out of the
country prematurely, be sure to apply for such
a visa.
Depending on your current permit, this probably
requires applying for a Dutch Regular Residence
Permit (application costs are around € 600).
If you do not have an MVV, it is likely that the
Regular Residence Permit with the added option
‘without a Regular Provisional Residence Permit,
or for a Change of Purpose of Stay’ will apply to
you. However, given that individual situations
can differ greatly and that legislative changes are
about to occur, be sure to always refer to the Im-
migration Authority(IND)’s instructions on their
website (www.english.ind.nl) .
To obtain your application form you just need
to surf to the IND’s website. Submitting the
form requires some more movement: you will
have to visit the IND office in Zwolle. To make
the appointment phone 0900 1234561. The
IND employee answering will fill you in on what
documents to bring.
Processing of the form usually takes a few
weeks. To avoid delays be sure to apply in time.
2) Housing
OK, so maybe your visa application has been
sorted. But what if you need to secure a new
roof above your head before you can start your
job search? After all, if you are currently residing
in university accommodation your stay there
may be terminated upon obtaining your Masters
or PhD degree. And we don’t want to end up like
Will Smith in The Pursuit of Happyness now, do
we?.
Should this apply to you, there are several op-
tions for finding new accommodation. First, you
can register at estate agents like Ten Hag and
Snelder Zijlstra. Their minimum income require-
ments may be quite strict however (in some
cases you need to earn three times the basic
rent). Another option is to have housing agen-
cies like Direct Wonen, Rotsvast or Actys Wonen
find you accommodation, but their services can
be pretty costly as well (at least one month’s
rent plus administration costs).
Alternatively, you can register for social housing
at one of Enschede’s housing associations (Do-
mein, De Woonplaats or Ons Huis). Surf to their
web pages for further instructions. They work on
a kind of lottery system, so even if you register
relatively late you may get an offer.
Finally, you could take advantage of the end-
ing of the Dutch housing bubble. Many home
owners who cannot sell their properties now put
their houses or flats up for rent. Websites like
Marktplaats (a kind of Dutch Ebay) or Tweede-
handsnet can be a useful means to contact them.
You can also place your own advertisement there
free-of-charge.
3) Learn Dutch
If you don’t already speak Dutch (shame on
you!) then now the time has really come to learn.
Being able to speak some –even at a basic level
– shows you have a real interest in this country
and its culture. Also, it may mean that employ-
ers consider you a more serious target to invest
in, in the knowledge that when required you can
easily upgrade your Dutch. Within the univer-
sity, attending a language course by the TCP
Language Centre is highly recommend. Outside
of the university, you can also attend courses at
the Volksuniversiteit or TalenTwente. If you are
pretty broke, self-study may be a solution; the
website Learn Dutch could be a starting point.
Taking off4) Finding a job
Now that you are all set up, it’s time to go job
hunting. In the Netherlands, one’s (online) net-
works are the fastest route to finding a job. But
if no big fish have emerged in your nets yet and
you would like to stay in academia, check out
the website Academictransfer.com. This website
provides an up-to-date overview of all academic
vacancies in Holland, in English.
While some expats can’t wait to rush back home upon finishing their Masters or PhD project,
others have started to love life in this tiny country. If you belong to the latter group, chances
are that you may want to stay on– perhaps even to become a permanent citizen. But when
you originate from outside the European Union, continued residency following the end of
your studies may seem tricky. Fortunately, UT Nieuws Magazine offers you step by step tips
for your ongoing residency in the Netherlands. From securing a job seeking visa to finding a
new roof above your head– and much more.
How to stay on in the Netherlands - and find yourself a job
34 UT NIEUWS 05|2012
If you want to move away from academia to
a ‘regular’ job, surf to Undutchables.nl, a re-
cruitment agency specialising in international
workers. From initially offering mostly call centre
and secretarial jobs, they have come to offer an
increasing number of graduate jobs, including
in the areas of IT and engineering. The Inter-
mediair, a magazine for graduates that you can
subscribe to for free if you are under 45, also
increasingly lists vacancies in English, particu-
larly in the areas of Physics and Chemistry. Surf
to their website, click on ‘vacatures’ and type
English next to the ‘what’ box.
5) Traineeships
Even if you have great qualifications, finding a
job as a freshly graduated person may not turn
out to be that easy, particularly given today’s
UT NIEUWS 05|2012 35
economic climate. In which case, getting some
work experience first may be a good move.
Fortunately, UT offers you the opportunity to
expand your work experience and professional
skills, and to broaden your chances in both
Dutch and international job markets, through
the Connect International Traineeship Pro-
gramme.
Connect offers UT graduates a traineeship at a
company or organisation in Holland for between
six and twelve months, directly after graduat-
ing. These are not just technical posts, but also
management, logistics, sales and marketing
positions.
The selection procedure usually takes place in
April/May, but there is always a chance to apply
throughout the year. After selection, candidates
are prepared for working in the Netherlands
through a series of workshops and Dutch lan-
guage classes.
Arriving ? 6) Job interviews
Finally, if you get invited to a job interview, you
may wonder how these ‘work’ in Holland. Surf
to http://www.euraxess.nl for some tips. If nec-
essary, you can also find information there (and
on many other websites) on how to structure
an application letter and CV. Also remember the
importance of body language. In the Nether-
lands it is important to look the interviewer in
the eyes (but not stare at him/her!) when talk-
ing. When there are other people in the room,
make sure to include them in your eye contact
as well, even if they are of a lower status. Show
a keen interest in the company or organisation
and give a firm handshake both upon arriving
and when leaving. Veel succes! |
36 UT NIEUWS 05|201236 UT NIEUWS 05|2012
TExT: LEANNE BENNEWORTH | PHOTO: GIJS VAN OUWERKERK >
‘When I moved to Enschede in February 2007,
I had never been here before. I’d been living
in Luxembourg for 6 months and had this idea
that all the Benelux countries are pretty similar.
Actually it is not at all the same! In Luxembourg
a tenth of the population are Portugese, so lots of
people spoke Portugese and there was Portugese
food everywhere.
Here in Enschede I think there are about ten
Portugese people in total and my partner Sara,
newborn baby Sofia and I are three of them!
Fortunately I think I was born Dutch without
knowing it. I love cycling, the pedestrian city
centres and I also love cooking, so I don’t need
to worry about the food! Dutch is natuurlijk niet
easy to learn, but with a couple of courses and
paying attention I’ve made progress!
I moved here to take a job as a PhD student.
Having contracts for PhD students, rather
than the scholarships they have in Portugal,
is a great advantage for Dutch PhD students
and was a big attraction for me. Now I feel
very settled here. Professionally, UT is a great
place to develop and my work here is very in-
ternationally focused. Personally, my daughter
was just born here and Enschede is a great
place for her to live - it’s calm, safe and clean.
Ideal for someone born Dutch without know-
ing it!’ |
Born Dutch without knowing itTiago Ratinho came to the University of Twente
from his native Portugal in 2007. He completed
his PhD last year and is now a researcher/lecturer
in business administration, with a focus on
entrepreneurship and business support.
ExpatLens
International
36 UT NIEUWS 05|2012
TExT: MARISKA ROERSEN | PHOTO: GIJS VAN OUWERKERK >
Alexander, a PhD student in the Laboratory
for Biomechanical Engineering, is showing me
around. He touches a screw, moves around
some cables, and then illustrates that his arm
can actually wear this machine. I feel like I am
on the set of an adapted version of the movie
I, Robot.
Limpact knows it all‘We developed an exoskeleton called Lim-
pact, to facilitate diagnoses and to stimulate
functional recovery after a stroke,’ Alexander
explains. ‘You put your arm in it and move it
any way you like. The machine relieves weight,
or corrects movements if necessary. Simulta-
neously, it measures torques in different joints
and their corresponding angles.’ According
to the blond researcher, these measurements
make the mechanism unique compared to
available alternatives, because they enable
optimisation of physiotherapy. ‘Limpact is able
to separate intrinsic reactions from reflexes,
monitors all joints and is very fast,’ Alexander
continues. ‘With this thing, you know it all.
Physiotherapists no longer have to make sub-
jective judgements on status or progress, but
receive objective insight into the condition of
the patient. This greatly advances the recovery
plan.’
Limpact is the improved version of Dampace,
which was developed in 2004 by Alexander’s
supervisor Arno Stienen. That prototype was
tested in Het Roessingh rehabilitation centre
in Enschede for four years. Alexander: ‘It is
good to know that the first prototype worked,
but we also discovered flaws. Limpact runs
smoother, resembles more natural movements,
is able to isolate different muscle activities and
is less heavy. After a true trial and error pro-
cess we have now eliminated all kinds of grow-
ing pains and are ready to use this improved
prototype in practice.’
This testing will be done with help of a univer-
sity student, who will connect the tests to a
study on how people learn. Alexander is very
happy with the assistance of students: ‘This
project combines many disciplines. We have
many interesting and suitable assignments for
students in any field of engineering and even
psychology and business administration.’
Rows of machinesWhen looking for a PhD position, Alexander
had various options to choose from. He had
good reason for making this choice: ‘I truly
hope that this project will help people. That it
will improve people’s quality of life. In fact, I
hope that in five years from now, Limpact will
have found its way onto the market. And after
ten years, I am looking forward to seeing a row
of these machines in rehabilitation centres.’
He adds that there are many other areas of ap-
plication. ‘This technology is also suitable for
people with Parkinson’s disease or transverse
myelitis. And what about top athletes or the
entertainment industry?’
But what about his personal ambitions? Alex-
ander: ‘I don’t know yet if I will remain con-
nected to Limpact for the long run. After my
dissertation, anything is possible.’ |
Let’s get a move on! Alexander Otten
Having limited movement control, because of brain damage of some sort, affects one’s life
severely. It also affects the lives of the people surrounding the patient. There you have it:
suffering from brain injuries degrades one into a patient. It means dependence. So just how
great is it to solve a piece of the puzzle, to help people become independent again? Alexander
Otten knows. He has been working on it for over 2 years.
PhDs are the backbone of our university. But who are they?
Every month, we introduce another PhD candidate to you.
This month: Alexander Otten, PhD Candidate in the Labora-
tory for Biomechanical Engineering.
UT NIEUWS 04|2012 37
38 UT NIEUWS 05|2012
TEKST: SANDRA POOL
Wie is the man of de match? Welke
speler moet gewisseld worden en wat
vindt Nederland van de looks van onze
Oranjespelers? De EK-app van de UT
geeft het antwoord. Toverwoord van
de applicatie is crowd coaching. Jeroen
Vollenbrock (19), student Informa-
tica, weet er alles van. ‘De app is voor
gebruikers simpel. Je ziet een lijst met
veldspelers en een lijst met bankzit-
ters. Bij elke speler kun je een van de
vijf beschikbare emoties aanklikken.’
Dat zijn duim omhoog, duim omlaag,
een kusje – ‘die speler ziet er goed uit
qua uiterlijk’-, wissel en man of the
match. ‘Dat kun je gedurende de hele
wedstrijd doen. Tijdens de negentig
minuten speeltijd rolt er steeds een
score uit die we weergeven in een
grafiek op de website.’
De app is geschikt voor nabeschouwin-
gen, zegt Vollenbrock. ‘Het zou mooi
zijn als de informatie van onze app
gebruikt wordt om te laten zien hoe
Nederland denkt over de wedstrijd,
spelmomenten en spelers. Je kunt
zien of de mening van de bondscoach
matcht met de mening van voetbal-
kijkend Nederland.’ Vollenbrock weet
dat er momenteel contacten worden
gelegd met diverse media om de app
in de uitzending te gebruiken. Of Bert
van Marwijk zelf warm loopt voor de
app, durft hij niet te zeggen. ‘Er zijn
wel gesprekken gaande en het zou de
ideale situatie zijn’, zegt Vollenbrock
enthousiast.
De student heeft al meerdere
apps ontwikkeld. Hij werd vanuit
Marketing&Communicatie benaderd of
hij wilde meedenken over het ontwik-
kelen van een EK-app. Ook weten-
schappers van de faculteit GW verlenen
medewerking. ‘We kregen groen licht
om het door studenten te laten doen,
we hebben immers de kennis in huis.’
Vijf bachelorstudenten werken nu aan
de techniek achter de applicatie. ‘Een
complex systeem. We moeten veel
stemmen tegelijk kunnen verwerken,
dat omzetten in een score en daar
nuttige informatie uithalen. Een pittige
klus, maar we zitten inmiddels in een
testfase en dat belooft veel goeds.’
Hoewel het achter de schermen een
zwaar verhaal is om alle informatie te
stroomlijnen, is de app gebruiksvrien-
delijk, zegt de student. ‘De applicatie
is geschikt voor Android-telefoons en
iPhones. We hopen op een sneeuw-
baleffect. Dat één iemand het tij-
dens de wedstrijd gebruikt, anderen
nieuwsgierig maakt en ook enthousiast
krijgt.’ Het juichgeluid dat je hoort
na elke stem, moet die nieuwsgierig-
heid aanwakkeren. ‘Meestal kijk je een
wedstrijd met meerdere mensen. We
hopen dat de app zich in korte tijd snel
verspreidt.’ |
De UT-app is vanaf 5 juni te down-
loaden via de app store of via google
play.
Voor meer informatie zie:
www.crowdcoach.nl
UT-studenten ontwikkelen app voor voetbalminnend Nederland
Kruip in de huid van bondscoach
Achtergrond
Nog even en het EK voetbal barst los. De kritische
voetballiefhebbers in ons land schuiven hun mening niet
onder stoelen of banken. Elke opstelling, strategische wissel
of overtreding op het veld wordt voorzien van ongezouten
commentaar. Wat is er niet mooier om al deze zienswijzen
te vangen en als één collectieve mening naar buiten te
brengen? Met de nieuwe, gratis EK-app, ontwikkeld door
bachelorstudenten technische informatica van de UT, kan dat.
UT NIEUWS 05|2012 39
1/5 - @dvandun: Guest lecturing on Lean mgt at #Utwente, togeth-
er with colleague Steven. Some Business Administration master-
students never heard of Lean!
4/5 - @SGDaedalus: Dames en heren, goed nieuws. Er kwam zo-
juist een meneer om onze kunstplant water te geven. Hij kan er
weer tegenaan dus!
8/5 - @woutervj: Ik heb een startkaart over voor de elfstedentocht
op de fiets. Hij kan tegen kostprijs worden overgenomen. (RT)
11/5 - @anmaren: Oh DUO, wat fijn dat jullie in januari 2013 al
gaan kijken of het halen van mijn diploma gevolgen heeft voor
mijn prestatiebeurs. [/sarcasm]
-nielsbaas: Bij debat op 2 geweest, discussie over inter@ - 12/5
net gebruik, werd niet aan het woord gelaten, had wel die drang,
internet kwam er te negatief af
Gielsbrouwer: Wow! Vanmorgen te horen gekregen dat@ - 15/5
ik naar het EK ga in Oekraïne. Kan het nog steeds niet geloven.
#kippenvel
16/5 - @ChristianLorist: CvB #Utwente laat opleiding onderwi-
jskunde vallen. Ik ben even niet meer zo trots op ‘mijn’ universit-
eit. #owk
17/5 - @DaveBNano: Zojuist nano-college gehouden op @greenvi-
brations, gezellig festival carillonveld @ campus #UTwente. Nieuw
talent zien? Kan tot middernacht!
21/5 - @pimmeh: Vandaag begint de rechtszaak van de studenten-
verenigingen over langstudeerboete tegen de Nederlandse Staat,
spannend! http://bit.ly/KBpLww
22/5 - @riddera: Pff hard gewerkt aan promotievoorstel. Nu extra
repetitie #TwenteUniversitySingers voor #WAK lunchconcert 7
juni Vrijhof #UTwente
22/5 - @__Pablito: Hoe anoniem is het #medewerkersonderzoek
van @utwente als gemiddelden ‘alleen per groep’ worden gegeven
en die groep vijf medewerkers telt?
22/5 - @WewiUT: Collega is getrouwd + op huwelijksreis. Zie het
gelukkige paar: http://www.utwente.nl/wewi
22/5 - @Erwinholtland: Op de studentondernemersdag @UTwente
@Saxion: “van het wilde Westen naar de wijzen uit het Oosten”.
Mooi gesproken! #Kennispark #sod2012
23/5 – @bencomp: Iemand nog een sleutel van de Zilverling over?
Lever hem in, krijg je borg terug en zeg ze dat ik er een nodig heb.
Want dat is zo. #UTwente
23/5 - @veluwscollege: Samen met leerlingen van #ChristelijkLy-
ceum nemen de 3e klassers van VC Walterbosch (Beta) vandaag
deel aan de Eureka!Cup @UTwente. Succes!
23/5 - @DaphneDertien: symposium over gemeentebegrotingen op
@utwente. Lekker koel binnen
24/5 - @drv_euros: Vanavond zullen de feuten Floor en Hoek
pogen zich te bewijzen in hun KP-bekwaamheid. Komt allen, en
maak het hen lastig!
27/5 - @woutervj: Spullen klaarzetten voor morgen. vroeg op. Ga
de 11stedentocht fietsen.
28/5 - @PGWelman: We zijn thuis van lang weekend Ardennen.
Heb rode wangen agv alle felicitaties. Echt super! Ben al aan t
werk voor goede overdracht @UTwente
29/5 - @BramWenting: Wat een gedoe bij station Enschede Dri-
enerlo, bussen over fietspaden enzo.. #zigzaggen
Service
Twenty Twente Tweets
Creating the factory of the future
TenCate opereert in de voorhoede van een aantal technologieën en wil daarin - door samenwerking met universiteiten en andere kennispartners - doorbraken realiseren. Universiteit Twente en MESA+ verzorgen ondermeer het fundamenteel onderzoek. TenCate voert industrieel onderzoek uit.
Door gericht samen te werken en een directe verbinding te realiseren tussen beide soorten onderzoek, worden innovaties pragmatisch verwezenlijkt, zoals bijzondere, beschermende weefsels. Door digitale veredeling op basis van inkjettechnologie zullen die worden geproduceerd in de zogeheten ‘factory of the future’.
www.tencate.com