tussen helpen en geholpen willen worden leren … · op ervarend leren. in de activiteit ontstaat...
TRANSCRIPT
1 | P a g i n a
WORKSHOPVERSLAG TUSSEN HELPEN EN GEHOLPEN WILLEN WORDEN
Leren omgaan met vraag- en handelingsverlegenheid
INLE ID I NG
Samen met Bucket Line organiseert Diversity Joy een workshop over de drempel tussen willen helpen
en geholpen willen worden, ofwel vraag- en handelingsverlegenheid. Met alle veranderingen in de
zorg is dit een groeiend probleem dat vraagt om een speciale aanpak. In deze tweedaagse workshop
verdiepen we ons in vraag- en handelingsverlegenheid en maak je kennis met Transformatief werken
als middel om de drempel tussen helpen en geholpen willen worden kleiner te maken.
DE H U LPV RA A G E N D E V R A A G O M H U L P
Uit onderzoek en de praktijk van alledag blijkt dat mensen moeilijk om
hulp vragen. Men wil de ander niet lastig vallen of wil de schijn van
zelfstandigheid hoog houden. Dit terwijl er vaak genoeg mensen zijn die
willen helpen. Daartegenover voelt men ook schroom om (ongevraagd)
hulp aan te bieden. We willen onszelf niet opdringen. Wat betreft
informele zorg vinden vraag en aanbod elkaar dus moeizaam.
Hulpbehoevenden kunnen zo afglijden in een neerwaartse spiraal en
betrokken mantelzorgers kunnen overbelast raken.
PRA NGE ND E V RA GE N
Als professionele zorgverlener of vrijwilliger van Bucket Line krijg je te maken met overbelasting van
hulpbehoevenden en mantelzorgers. In deze situaties ligt het voor de hand om praktisch en
oplossingsgericht te werk te gaan. In urgente situaties is deze aanpak zeker op zijn plaats. Tegelijkertijd
kunnen aantal belangrijke vragen verloren gaan:
Hoe komt het dat de betrokkene zelf geen hulp vraagt of mobiliseert?
Waar loopt de betrokkene precies in vast (vraag achter de vraag)?
Maak ik de betrokkenen nu meer afhankelijk of vergroot ik zijn/haar eigen regie?
Welk potentieel ligt er in het netwerk van de betrokkene?
2 | P a g i n a
Transformatief werken is geïnspireerd
op de principes en werkwijze van
Transformatieve mediation (Bush en
Folger, 1994). Centraal in deze aanpak
staan het aanwezig zijn voor de ander
(presentie); het luisteren naar de vraag
achter de vraag; het reflecteren en
verhelderen; en het scheppen van ruimte
waardoor de ander weer in zijn of haar
kracht komt. In deze methode werk je toe
naar momenten van transformatie, waarin
er iets in de perceptie, beleving of het
handelingsperspectief van de
hulpbehoevende verschuift. Situaties van
onmacht en besluiteloosheid worden zo
veranderd in situaties waarin mensen
voelen dat ze een keuze hebben. Deze
werkwijze vraagt om niet-directief
handelen en staat daarmee tegenover
oplossingsgericht werken waarmee je min
of meer iemand iets uit handen neemt.
Betrokkenen zullen moeten kunnen
schakelen tussen deze twee werkwijzen.
ST IC H T IN G D IVER SIT Y JOY
In een samenleving die versplintert en polariseert
probeert Diversity Joy te bouwen aan onderlinge
verbinding en waardering van diversiteit. Diversity Joy
doet dit in de vorm van programma’s, trainingen,
workshops, variërend van een dagdeel tot meerdere
dagen. Er wordt o.a. gewerkt in scholen, wijken en
organisaties. Diversity Joy richt zich in al zijn interventies
op ervarend leren. In de activiteit ontstaat het inzicht. De
workshops bestaan telkens uit een slimme mix van
serieus en joy, waarbij diepgaande oefeningen gemengd
worden met lichte en levendige elementen, zoals spel,
beweging en creatieve expressie.
Diversity Joy werkt nauw samen met partners in Europa en Zuid Afrika. Naast een organisatie is Diversity Joy ook een gemeenschap: een diverse groep van change makers die in hun dagelijks leven proberen te praktiseren wat ze in hun werk uitdragen. Diversity Joy combineert professionaliteit met passie en idealen: de organisatie werkt voor verandering, niet voor winst. Voor meer informatie zie: www.diversityjoy.nl
BU C K ET L IN E
Bucket Line is de helpende hand voor helpers in de mantelzorg.
Bucket Line voorziet in de potentie om mensen met een hulpvraag
en mensen uit hun eigen omgeving die willen helpen bij elkaar te
brengen. Naar schatting 50 tot 65% van de Nederlandse bevolking
is bereid om informele zorg te bieden aan een bekende, terwijl er
anderzijds 450.000 mantelzorgers zijn die zich zwaar belast of
zelfs overbelast voelen. Bucket Line verdeelt in tijdelijke
noodsituaties mantelzorg binnen vertrouwde netwerken, zoals
buurt, familie, vrienden, collega’s. Daarbij ondersteunt Bucket Line
bij de coördinatie van de mantelzorg.
MEER VR A GEN O VER BU C K ET L IN E?
Neem contact op met Sergio: 06-21660846
Of mail: [email protected]
Een oplossingsgerichte aanpak werkt goed op korte termijn. Voor de langere termijn is een andere aanpak
nodig die recht doet aan de bovenstaande vragen. Dit is waar onze workshop zich op richt.
INH OU D V A N D E W O RK S H OP
Vraag- en handelingsverlegenheid zijn diepgewortelde problemen waar geen ‘quick fix’ voor te verzinnen
is. Het vraagt om sensitiviteit en een radicaal andere benadering. In de workshop besteden we daarom
aandacht aan:
1. ACHTERGRONDEN VAN VRAAG- EN HANDELINGSVERLEGENHEID: Een
ervaringsgerichte verkenning van de onderwerpen vraag- en
handelingsverlegenheid. Welke waarden spelen een rol (autonomie,
afhankelijkheid, wederkerigheid en privacy) en hoe kan ik daar
sensitief mee om gaan?
2. VRAAG ACHTER DE VRAAG: Achter praktische vragen gaan vaak diepere,
persoonlijke vragen verscholen. Hoe creëer je de veilige ruimte zodat
ook deze vragen naar voren kunnen komen.
3. ROUWVERWERKING: Ernstige ziekten gaan vaak gepaard met een verlies
in capaciteiten. Dit verlies komt met een rouwproces. Ook de
mantelzorger kan tegen eigen grenzen aanlopen. Acceptatie van de
beperkingen is een belangrijke psychologische taak waar mensen in
deze situaties voor staan. Hoe ondersteun je mensen hierin?
4. TRANSFORMATIEF WERKEN: Introductie in Transformatief werken en het
oefenen van verschillende vaardigheden – luistervaardigheden,
reflecties, samenvattingen.
3 | P a g i n a
WORKSHOPAGENDA 27 OKTOBER 9.30 -17.00
FAC I L I T AT O R S : Mirjam van Hasselt, Léon Beckx, Stijn Hogenhuis
1. Korte introductie aan de hand van een voorwerp
2. Agenda & Mindmap – presentatie van het kader van de workshop
3. Big Wind Blows - Energizer
4. Oefening Elkaar voorstellen - nadere kennismaking, positiviteit, luisteren, samenvatten, stilte
5. Brainstorm Waterlijn / IJsberg – wat zien we wel of niet en hoe reguleren we dit?
6. Pauze
7. Zone van de naaste ontwikkeling – uitleg comfortzone, leerzone, paniekzone
8. Brainstorm Boom – wat maakt een veilige of stimulerende omgeving / grondhouding
9. Oefening Luistercirkels – verdieping vraagverlegenheid & luisteren, stilte en samenvatten. Vragen: 1. Iemand die ik respecteer en waarom? 2. Stel ik krijg te horen dat ik een ernstige ziekte heb. Hoe zou ik daarop reageren? 3. In diezelfde situatie; hoe zou ik willen dat de omgeving op mij reageert?
10. Lunch
11. Reflectie / Overzicht – wat hebben we tot nog toe gedaan en geleerd over het onderwerp
12. Uitgangspunten Transformatief Werken – Stilte, reflectie, samenvatten
13. Demonstratie reflectie
14. Oefenen reflectie in groepen
15. Plenaire terugkoppeling
16. Pauze
17. Persoonlijk leerdoelen ahv zone naaste ontwikkeling
18. Vooruitblik volgende keer
19. Afsluiting
4 | P a g i n a
5 | P a g i n a
6 | P a g i n a
7 | P a g i n a
8 | P a g i n a
WORKSHOPAGENDA 3 NOVEMBER 9.30 -17.00
FAC I L I T AT O R S : Mirjam van Hasselt, Léon Beckx, Stijn Hogenhuis, Tom Schram
1. Samenkomst & Terugblik
2. Agenda + Mindmap
3. Namen spel met ballen - Energizer
4. Verwerking & Rouw – persoonlijke en algemene verkenning
5. Casus – Inhoudelijke verdieping & techniek van het samenvatten
6. Lunch
7. Analyse van de casus – onmacht, opgave, dilemma´s, waarden
8. Constellatie / Opstelling – Verkenning van de relationele en systeem aspecten
9. Energizer
10. Open Space - rollenspellen
11. Afsluiting
9 | P a g i n a
10 | P a g i n a
11 | P a g i n a
12 | P a g i n a
13 | P a g i n a
Uitgangspunten voor interventies bij Transformatief werken
Het fundament voor interventies is het geloof in de kracht van mensen om autonoom keuzes te
maken, tegelijkertijd wetend dat mensen niet kunnen leven en zich ontwikkelen zonder de
verbinding met anderen. De behoefte aan je eigen ontwikkeling, je eigen pad gaan en de behoefte
aan verbinding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden maar kunnen ook een dilemma vormen
waarin we evenwicht moeten vinden.
Wanneer dit evenwicht zoek raakt, kan het zijn dat mensen steeds meer negatief gaan denken
over zichzelf en vaak ook anderen waarop ze hun onmacht projecteren en zich vaak onmachtig
en hulpeloos. Ze voelen zich kwetsbaar, gedachten malen door hun hoofd, ze raken steeds meer
op zichzelf betrokken.
De transformatieve facilitator gaat er van uit dat mensen, ondanks de situatie waarin ze zich
bevinden, de kracht en mogelijkheden hebben weer op hun benen te gaan staan, opnieuw de
regie te nemen over hun leven, hun rust en zelfvertrouwen terug te vinden en duidelijke eigen
keuzes te maken (empowerment). Wanneer dit ontstaat, ontstaat ook de mogelijkheid zich meer
open te stellen naar de ander zodat ze het gezichtspunt van de ander kunnen zien (recognition).
Zo kan er verbinding worden gemaakt. Verbinding betekent ook dat je begrijpt en accepteert dat
de ander, de dokter, partner etc zijn eigen redenen heeft om te denken en te doen zoals hij of zij
doet. Hierdoor kunnen ze het evenwicht hervinden. Dit is het doel van de transformatieve
facilitator. Helderheid, kracht en inzicht.
Daarom spitst hij zijn aandacht op de interactie in het hier en nu, op de momenten van niet
empowered of niet erkend voelen. Je volgt wat iemand zegt en laat zien en je hebt geen plan
waar je naar toe beweegt. Het accent ligt vooral op de microprocessen in de menselijke
interactie. Door momenten van onmacht te belichten, ontstaat er meer bewustzijn bij je
gesprekspartner. Hij kan door het gesprek zijn kracht hervinden. Beweging in de richting van
helderheid en besluitvaardigheid en van daaruit openheid naar degenen die in die situatie een
14 | P a g i n a
rol spelen. De transformatieve facilitator kijkt naar de mogelijke bewegingen. Beweging naar
inzicht, achter je keuzes staan en open staan voor de ander. Veranderingen in empowerment zijn
niet altijd makkelijk te herkennen. Rustiger spreken, duidelijker aangeven wat je wil, meer
gefocust zijn, zijn voorbeelden waarin de groei naar empowerment, zelfvertrouwen zichtbaar is.
Vanuit die gevonden helderheid besluit je gesprekspartner welke kant hij op wil gaan en vinden
hij openingen voor de problemen waarin hij zich bevinden. Dit kan ook inhouden dat hij niet
verder willen met de Bucket Line, dat hij besluiten de situatie zo te laten of dat hij besluit dat hij
op deze manier er niet uitkomt en een andere wijze verkiest, bijvoorbeeld zelf hulp inhuren..
Het volgen van het gesprekspartner betekent dat vragen stellen niet het belangrijkste
instrument is van de facilitator omdat je daarmee ongemerkt je eigen sturing geeft aan het
gesprek.
2. De opening van het gesprek
De manier waarop een transformatieve facilitator de sessie opent verschilt van andere
gesprekmodellen op een paar heel essentiële punten. Van begin af aan luistert de
transformatieve facilitator naar de taal van gebrek aan empowerment en recognition (zelfs in
hoe je gesprekspartner binnen komt, aan tafel gaat zitten en naar de facilitator luistert) en vangt
de signalen daarvan op. De facilitator gebruikt zo veel mogelijk de ‘U’ of ‘jij’ taal. Hoe wil je dit
gesprek voeren?
De opening is daarom zo belangrijk omdat door de manier waarop de transformatieve facilitator
de opening doet, je gesprekspartner begrijpt dat het zijn gesprek is en dat hij niet kan afwachten
wat de facilitator doet of wil.
Het gesprek is al begonnen op het moment dat de gesprekspartner in de ruimte is. Als de
gesprekspartner begint te discussiëren voordat aan de orde is gesteld wat bv de rol van de
facilitator is, gaat de facilitator met hem mee. De facilitator zal interveniëren zodra hij merkt dat
er onduidelijkheden zijn.
3. Aanknopingspunten voor interventies
De facilitator luistert met oren, gericht op die momenten dat de gesprekspartner een signaal
geeft dat hij behoefte heeft aan empowerment (autonomie en besluitvaardigheid) of aan
recognition (erkenning van de ander). Ik voel me zwak, ik weet het niet meer en uitingen die de
boodschap uitdragen: ik ben bezig met mijn eigen gedachten en ben niet in staat ook maar iets
15 | P a g i n a
anders te horen of te zien. Het is niet van belang of je als facilitator inhoudelijk begrijpt waarover
de gesprekspartner praat. Wat van belang is dat je hoort, voortdurend, in het hier en nu, hoe je
gesprekspartner zich machteloos en besluiteloos voelen of dat er sprake is van niet willen of
kunnen begrijpen. De facilitator luistert heel precies naar wat zijn gesprekspartner zegt en hoe.
Voorbeeld van uitspraak Onmacht besluiteloosheid
Behoefte aan autonomie
Ik weet niet of….
Ik begrijp niet…..
Waarom gebeurt mij dit
Twijfel verwarring onzekerheid
Ik kan daar toch niets aan doen
Ik weet echt niet meer wat ik nog kan doen
Niet in staat tot actie
Woede
Zoals ik al zei…….. Steeds in herhaling vallen
(Impliciete) vraag voor ondersteuning
Ik begrijp echt niet waarom je daar nu nog over
wil beginnen
Verbittering of frustratie
Wat denkt U daarvan, heeft U een idee Advies vragen aan de facilitator
Begin van autonomie/besluitvaardigheid
Wat ik echt graag wil dat jij begrijpt is dat ik. Specifieke vragen stellen
Misschien zou ik kunnen proberen….
Ik wil wel…….
Meer spreken in termen van willen en kunnen
Een zelfde schema is in dit artikel te vinden voor aangrijpingspunten voor gebrek aan erkenning
en begrip1.
16 | P a g i n a
(impliciete) vraag om erkenning en begrip
De reden waarom ik toen….. Uitleg geven van gedrag uit het verleden
Niemand begrijpt wat ik doormaak, dat ik
iedere nacht wakker lig…..
Aangeven dat je je onbegrepen voelt
Ik ben altijd bezig met de kinderen
Ik moet steeds geld lenen
Overdrijven en steeds herhalen
Door hem zit ik nu in deze situatie en moet ik
steeds maar hulp in roepen van anderen
Hier en nu taal
Als de mensen die op kantoor zitten en nooit
ziek zijn geweest, zouden begrijpen wat je
allemaal niet moet doen om…..
Hoe je gezien wil worden door anderen
Geen haar op mijn hoofd die daar over denkt Direct afwijzen
Begin van erkenning en begrip
Ik heb dat nooit goed begrepen. Ik begrijp nu
pas dat ….
Zoals hierboven aangegeven zijn uitspraken van een gesprekspartner niet eenduidig. Een
boodschap kan een bepaalde inhoud hebben, maar non-verbaal en qua toon een totaal andere
inhoud hebben. In theorie maken we onderscheid tussen de behoefte aan helderheid en regie
(empowerment) en de behoefte aan erkenning (recognition). Deze zijn echter in realiteit niet zo
duidelijk te onderscheiden. Ze beïnvloeden elkaar. De deelnemer die tijdens het gesprek meer
zelfvertrouwen krijgt, is beter in staat horen wat anderen zeggen. Ook is het zo dat iemand tot
rust kan komen en zijn zelfvertrouwen kan groeien wanneer hij begrepen wordt. Het is niet
belangrijk of de facilitator op dat moment precies weet of het gaat om gebrek aan empowerment
of recognition.
4. De interventies die de transformatieve facilitator gebruikt zijn
a. reflectie
b. samenvatting
c. vragen om keuzes te verduidelijken
d. intentionele stilte
17 | P a g i n a
a. Reflectie.
Reflectie houdt in dat de facilitator teruggeeft, als het ware spiegelt naar een gesprekspartner,
wat hij gehoord heeft, wat de spreker volgens hem tot uitdrukking wil brengen. Hij doet dit
zoveel mogelijk in dezelfde taal en intonatie als de spreker gebruikt. Hij spiegelt zowel de
inhoud, gevoelens en intentie. Ook opmerkingen over wat hij non-verbaal opmerkt kunnen
onderdeel uitmaken van de reflectie, zoals: ‘Het lijkt of u steeds bozer en meer van streek raakt,
alsof u op wil springen uit uw stoel om maar duidelijk te maken hoe belangrijk de afspraken met de
thuiszorg zijn, waar zij zich lang niet altijd aan houden...’ Reflectie is een van de meest gebruikte
interventies van de facilitator om de gesprekspartner te ondersteunen meer in zijn kracht te
komen.
De reflectie geeft degene die gereflecteerd wordt de gelegenheid om zichzelf terug te horen –
hoe hij gesproken heeft of wat hij heeft gecommuniceerd. Daardoor ontstaat er voor de spreker
als het ware iets dat lijkt op een gesprek met zichzelf. Het versterkt voor de spreker ofwel
datgene dat hij tot uitdrukking wil brengen. ‘Ja dat klopt, dat is wat ik wil zeggen’ of het geeft hem
de mogelijkheid om datgene wat hij heeft gezegd bij te stellen, ´ja, maar ik moet wel zeggen dat
het ook wel eens beter is gegaan´. Daardoor krijgt de spreker meer helderheid en duidelijkheid
over wat hij wil zeggen en hoe. Juist de keuzes die de spreker maakt, wat hij precies wil zeggen
en hoe hij dat wil zeggen, geeft hem meer zelfvertrouwen. Ook kunnen reflecties het voor
iemand duidelijk maken dat hij te ver is gegaan (voor zichzelf) in negativiteit of woede, omdat hij
de heftigheid, de gemeenheid, het overdrevene van wat hij zegt, gespiegeld in de reflectie van de
facilitator, nu voor het eerst echt hoort. Hier past overigens wel een waarschuwing. De facilitator
reflecteer een negatieve uitspraak niet met de bedoeling er op te wijzen dat wat hij zegt niet
door de beugel kan, dat hij of zij dat niet zou behoren te doen. Reflecties zijn neutraal en
spiegelend, zonder boodschappen aan je gesprekspartner. De facilitator reflecteert niet zodat
degene die hij reflecteert of degene die luistert iets anders hoort of doet. Hij is slechts gefocust
op het ondersteunen van degene die hij reflecteert, zodat hij misschien een stapje kan maken
naar meer zelfvertrouwen, helderheid, en/of begrip voor de andere. Of de reflectie op dat
moment of later leidt tot meer erkenning van de andere partij is een prettige bijkomstigheid van
de interventie. Met andere woorden, een reflectie richt de schijnwerper op uitspraken van je
gesprekspartner.
Hoe reflecteert de facilitator?
De facilitator is niet bezig de boodschap over te brengen van de een naar de ander. Hij kijkt
alleen de spreker aan met de impliciete of expliciete vraag of de spreker het eens is met wat de
facilitator zegt. Het helpt de spreker om zichzelf te horen, zodat het voor hem duidelijker wordt
18 | P a g i n a
wat hij wil zeggen. De facilitator zal, zonder te vervallen in papegaaien, zo veel mogelijk het
taalgebruik van de spreker spiegelen. De reflectie is effectief als deze zo compleet mogelijk is,
inclusief de emoties, zonder het weglaten van zinnen en woorden en zonder positieve reframing.
De facilitator zal ook zo veel mogelijk de toon weerspiegelen van hetgeen de spreker zegt. Hij
zoekt naar dat wat zijn gesprekspartner in beroering brengt en zal juist dat meenemen in zijn
reflectie.
Als de reflectie goed is, zal de spreker dit ook meteen bevestigen. Maar ook als het niet klopt zal
de spreker duidelijk maken dat dit niet is wat hij bedoelt en aangeven wat hij wel heeft gezegd.
Of de spreker de reflectie bevestigt of verbetert, het is altijd een mogelijkheid voor een stapje in
de richting van meer zelfvertrouwen. De facilitator zal onmiddellijk de verbetering of afwijzing
van een reflectie door de deelnemer die gereflecteerd wordt, accepteren en terug spiegelen.
De facilitator kan in een reflectie ook tot op zekere hoogte invullen wat hij hoort of ziet. Hij zal
dat altijd heel voorzichtig en tentatief doen; het lijkt of U daardoor heel erg gekwetst bent. Ik krijg
de indruk dat U zegt dat de dokter Uw vertrouwen heeft geschaad door te zwijgen over
bijwerkingen van de medicijnen. Misschien zit ik helemaal verkeerd maar ik krijg de indruk dat het
voor u belangrijk is dat zij zich realiseert dat u…..
b. Samenvatting
Bij de samenvatting zal de facilitator een overzicht geven van het gesprek zoals dat gevoerd is
met zijn gesprekspartner. Hij doet dit door de onderwerpen van het gesprek aan te geven en hoe
zijn gesprekspartner tegen die onderwerpen aankijkt. Dit helpt je gesprekspartner om keuzes te
maken over hoe hij verder wil met het gesprek. Het doel van de samenvatting is het maken van
een landkaart van het gesprek of van een deel van het gesprek en om de route die je
gesprekspartner in het gesprek aflegt op de landkaart aan te geven. Het overzicht wat hij krijgt
geeft hem de mogelijkheid om duidelijke keuzes te maken wat hij willen bespreken. Vaak wordt
er zoveel gezegd over zoveel verschillende onderwerpen dat je gesprekspartner de koers uit het
oog verliest. De facilitator helpt door die sluiers weg te trekken. Dit doet hij door de kaart te
schetsen die overzicht geeft en ook de mogelijkheid te kiezen hoe hij verder wil gaan met het
gesprek.. Bij de reflectie wordt het duidelijker wat iemand zegt (of probeert te zeggen) en bij een
samenvatting krijgt hij meer duidelijkheid over het de onderwerpen waar hij over gesproken
heeft.
Hoe vat de facilitator samen?
Er zijn geen vaste regels die aangeven wanneer een samenvatting behulpzaam is. De facilitator
vat samen nadat hij en zijn gesprekspartner een tijd met elkaar gesproken hebben. Hij wacht
19 | P a g i n a
met het geven van een samenvatting tot het moment dat hij denkt dat het zijn gesprekspartner
zou kunnen helpen om zich opnieuw te oriënteren op wat er tot nu toe is besproken. Een andere
aanleiding voor een samenvatting kan zijn wanneer het gesprek in een impasse raakt, of
wanneer je gesprekspartner steeds hetzelfde zegt. Hij geeft een overzicht van de
gespreksonderwerpen, zonder prioriteiten aan te geven van de onderwerpen die zijn besproken
of een soort agenda te maken voor je gesprekspartner. Hoewel de facilitator in een samenvatting
compleet wil zijn, is het niet noodzakelijk dat de facilitator vooraan begint met het eerste
onderwerp. Vaak zal hij juist met het laatste onderwerp beginnen. Het is ook mogelijk dat de
facilitator alleen een onderdeel, het laatste van het gesprek samenvat.
Bij de samenvatting geeft de facilitator eerst het thema, het gespreksonderwerp aan en
vervolgens hoe zijn gesprekspartner daar tegen aankijkt. Hoe duidelijker en specifieker de
facilitator de thema’s benoemt, des te meer zal de samenvatting de gesprekspartner helpen. Bv
in plaats van: je praat over de vakantie…, zegt de facilitator: je praat over de tijd dat de kinderen in
de vakantie bij jouw moeder zijn.
Een samenvatting is effectief wanneer je gesprekspartner hierdoor een duidelijk beeld krijgt
waar hij over gesproken heeft. Het komt vaak voor dat je gesprekspartner de beschrijving van de
facilitator van zijn gezichtspunt verheldert of corrigeert (empowerment shift). De samenvatting
geeft hem de mogelijkheid duidelijke keuzes maken hoe hij verder wil.
c. Vragen om keuzes te verduidelijken
Dit zijn vragen die de facilitator stelt om bepaalde keuzes nadrukkelijk aan de orde te stellen. De
keuze om geïnformeerd te worden over de rol van de facilitator om verder te discussiëren over
een bepaald onderwerp of juist om het er niet meer over te hebben. Deze vragen komen voort
uit het gesprek met je gesprekspartner en de keuzes die uit dat gesprek naar boven komen
drijven. Het zijn niet de vragen die opkomen in het hoofd van de facilitator en voortvloeien uit
zijn gedachten over het gesprek. Een voorbeeld van een vraag die de keuze aan de orde stelt “…is
het zo dat je door wil gaan met het bespreken wat er allemaal gebeurde na je verhuizing?......... of is
er iets anders waar je nog op wil terugkomen of wat je aan de orde wil stellen?......Wat zou je nu
willen bespreken?.....” Ook de keuze om een bepaalde oplossing serieus te nemen of juist geheel af
te wijzen.
Vaak komt een dergelijke vraag aan het eind van een samenvatting.
Bv “en klopt het dat U absoluut niet wilt praten over de kinderen op dit moment?”
20 | P a g i n a
d. Stilte
Stiltes zijn belangrijk tijdens een gesprekgesprek Wil er iets nieuws ontstaan dan is het
noodzakelijk te verwijlen in de open plek van het nog niet ingevulde. Het laten bestaan van de
stilte geeft je gesprekspartner de ruimte om hetgeen gezegd is op zich in te laten werken en
moedigt hem aan zelf het initiatief te nemen in welke richting hij het gesprek wil vervolgen. De
facilitator is vaak stil na een interventie. Op die manier geeft hij ruimte aan de gesprekspartner
om na te denken over wat de facilitator heeft gezegd en te besluiten al dan niet te reageren.
21 | P a g i n a
Voor meer informatie of vragen over de workshop:
Léon Beckx [email protected]
Mirjam van Hasselt [email protected]
Tom Schram [email protected]
Of bezoek www.diversityjoy.nl