tongentaal in het nieuw testament, is spreken in een bestaande taal

123
TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 1 Petrus spreekt de schare toe op Pinksteren volgens deze illustratie van biblebigpicture.com Hij en de 11 andere apostelen spreken de mensen toe in talen die ze niet aangeleerd hebben, maar de toehoorders begrijpen alles wat ze zeggen. En er waren wel vijftien verschillende nationaliteiten aanwezig bij dat gebeuren. Is “spreken in tongen” een extatische uitlating of

Upload: guidobiebaut6843

Post on 27-Jun-2015

321 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Beweren christen te zijn en dan veronderstellen dat het “spreken in tongen” daar synoniem aan is, blijkt een vergissing te zijn. Het is als leer on-Schriftuurlijk te beweren dat allen die gedoopt zijn door de Heilige Geest in tongen zullen spreken. De Schrift zegt nadrukkelijk dat alle bekeerde personen de doop van de Heilige Geest hebben ontvangen. - 1 Corinthiërs 12:13

TRANSCRIPT

Page 1: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 1

Petrus spreekt de schare toe op Pinksteren volgens deze illustratie van biblebigpicture.comHij en de 11 andere apostelen spreken de mensen toe in talen die ze niet aangeleerd hebben, maar de toehoorders begrijpen alles wat ze zeggen. En er waren wel vijftien

verschillende nationaliteiten aanwezig bij dat gebeuren.

Is “spreken in tongen” een extatische uitlating of het uitspreken van een

bestaande taal?

Schrijver: Guido Biebaut, 25 september 2009 Alle rechten voorbehouden

Page 2: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 2

Een woordje vooraf

We schreven voor het blad Vlaamse evangelisatieblad ‘Kruisbanier’ meerdere artikelen over de Heilige Geest. De VVP, de overkoepelende organisatie van Pinksterkerken in Vlaanderen, schreef de redactie van het blad een brief op18 feb. 2009. Door de redactie van ‘Kruisbanier’ is hierop geen echte reactie gegeven. We schreven er een antwoord op in maart 2009. Deze ‘Aantekeningen’ (12 bladzijden, waarvan 10 gewoon van het Internet geplukt) kunt u van mij krijgen. Ze zijn nooit naar de VVP doorgestuurd om de eenvoudige reden dat de brief aan de redactie was gericht en niet persoonlijk aan mezelf. De redactieleden, behalve wijzelf, wilden niet ingaan op de valse beschuldigingen uit de brief.

Men verwijt me onzorgvuldigheid en het gebruik van verkeerde termen, onder andere in dit citaat:“Enkele gebruikte woorden zoals: ‘pinksteruitleg’, ‘tegenstrijdige verklaringen in pinksterkringen’,‘maar gebrabbel van een kind’ geven geen pas en komen kwetsend over.” Het zijn echter de Pinkstermensen zelf die deze termen gebruiken. Daar ging ons antwoord over. Wij gaan na enkele andere artikelen - ook over 1 Corinthe 13 en 14 - bij deze nog een stap verder. Hier beantwoorden we de vraag of er in onze tijd nog plaats is voor een “spreken in tongen” en of dat dan Bijbels te bewijzen valt. Wie opmerkingen heeft kan me bereiken op [email protected](Alle citaten in dit artikel zijn van het Internet genomen in de periode van juli-september 2009 zodat pinkstertheologen niet moeten komen aandraven met het “argument” dat we ergens oude koeien uit de sloot gehaald hebben.)

Wat we moeten weten over deze zaken

Het doel van de charismatische gaven volgens de Bijbel

Er zijn een klein aantal christenen, niet allemaal, uit de eerste eeuw bijzondere geestelijke gaven gegeven, soms genadegaven of ook charismatische gaven genoemd. We hebben het hier slechts over het spreken in talen. Ze hebben de groeiende gemeente van Christus gediend en geholpen de kinderlijke fase gemakkelijk door te komen. Op dat tijdstip van de gemeente, was de wil van God met betrekking tot de mensen nog niet volledig te boek gesteld. Men kende toen “ten dele” (1 Corinthiërs 13:9). Om te tonen dat God een nieuw tijdperk was ingegaan met de mensheid, konden de speciale gaven aan ongelovigen een overtuigende indruk geven. Voordat de wil van God volledig was geopenbaard, dus voordat het Nieuwe Testament te boek stond, waren de gaven een groot voordeel in de prediking. Maar ze zijn in Gods plan nooit bedoeld om voor altijd te blijven voortbestaan, zoals ook het wonder van het manna voor het Joodse volk niet eeuwig zou blijven voortduren (1 Corinthiërs 13:8). Per slot van rekening hebben mensen ook een eigen verantwoordelijkheid. Een taal kan men ook zelf aanleren!

Het schrijven van het NT is met die grote krachten van de Heilige Geest samengegaan. Ze waren er om mensen de goddelijke goedkeuring van die openbaring te geven. Het is zondermeer Gods boek. Met de bedoeling dat die steun een éénmalige gebeurtenis zou zijn. Dat laatste deel van de Bijbel was Gods finale “openbaring” aan de mensheid, in dit tijdperk.

Hebreeën 2:3,4 NBG-vertaling 1951: “hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil, dat allereerst verkondigd is door de Here, en door hen, die het gehoord hebben, OP BETROUWBARE WIJZE ONS IS OVERGELEVERD, TERWIJL OOK

Page 3: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 3

GOD GETUIGENIS DAARAAN GEEFT DOOR TEKENEN EN WONDEREN EN VELERLEI KRACHTEN en door de heilige Geest toe te delen naar zijn wil.”

In Judas 3,4 staat nog een tekst die aangeeft dat de gaven gebruikt werden om de boodschap van verlossing in het bloed van Christus IN DIE DAGEN te bevestigen. Maar er blijkt ook uit dat de extra gaven van spreken in talen enz. als het verleden moeten gezien worden.

Dit is de NBG vertaling: “Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning, tot het uiterste te strijden voor het geloof, DAT EENMAAL DE HEILIGEN OVERGELEVERD IS. Want er zijn zekere mensen binnengeslopen – reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven – goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen.”

De boodschap van het evangelie is éénmaal overgeleverd en er wordt over gesproken als al verkondigd. Het is voorafgaande verbaal overgeleverd en staat ondertussen te boek voor ieder die het wil lezen. Aan extra talen, nieuwe profetie of genezingen is nu geen behoefte of nood meer. Judas zou nooit het begrip “EENMAAL” OF “EENS EN VOOR ALTIJD” - volgens andere vertalingen - hier gebruikt hebben, wanneer “het geloof” permanent de ondersteuning nodig had van het spreken in talen of nieuwe profetie. De Griekse term die daar staat is nergens anders in het Nieuwe Testament gebruikt. Hij betekend: DAT HET NIET MEER ZAL HERHAALD WORDEN. Er schuilt in dat woord een begrip van volledigheid: de stichting EN evangelisatie van de gemeente is er in vervat. Dus is alle nood aan andere charismatische gaven daarna uitgeschakeld. We hebben Gods geopenbaarde Woord onder ons. Het begrip “EENMAAL” OF “EENS EN VOOR ALTIJD” GEEFT DUS AAN DAT ER NU GEEN NIEUWE OPENBARINGEN MEER KUNNEN AAN TOEGEVOEGD WORDEN.

Spreken in talen mocht niet de meest begeerde gave zijn

In 1 Corinthiërs 12:8-10 zijn negen geestelijke gaven door Paulus benoemd. In de charismatische kringen is er geen enkele gave waar zo naar verlangd wordt als de gave van “spreken in tongen.” Dat verlangen is in die kringen eerlijk en oprecht. Toch is het een misleidende wens. Een eerste reden waarom mensen misleid zijn op dat punt is, dat men geloofd dat de gave van “spreken in tongen” in de tijd van de prille gemeente een uiting was en het bewijs dat men de Heilige Geest had ontvangen. Alsof wie niet in tongen sprak geen echte gelovige was! Men zegt in die kringen: dat krijg je niet bij de doop, maar later als een tweede gift van God. We komen hier op terug, want dat is een verkeerde voorstelling. Bovendien worden mensen op het verkeerde pad gezet om te geloven dat deze gave vandaag nog beschikbaar is voor gelovigen. Ook die visie zou je in de Schrift niet kunnen terugvinden. Over “spreken in tongen” heeft Paulus in duidelijke taal geschreven: ze zullen ophouden! Zie het slot van 1 Corinthe 13. Wij betrekken hier vooral de “evangelische pinkstermensen.” Want bij de Katholieke charismaten staat niet zozeer het spreken in tongen centraal, maar de “genezingen” en “Maria” de helpster in nood. Zij beweren met niet minder dan 120 miljoen te zijn. Ook daar spreken sommigen in talen, hoewel het niet op het verlanglijstje van dat soort gelovigen individueel staat.

Paulus weet dit erover te zeggen en dat heeft betrekking op de mensen uit die dagen van de gemeente van Christus, niet voor ons: “1 Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren. 2 Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen. 3 Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend. (…) 23 Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt? 24 Maar als allen profeteren en er komt een

Page 4: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 4

ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond, 25 het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.” (Uit 1 Corinthe 14, wij onderstrepen.) Iedereen zo maar aanzetten tot het spreken in tongen in charismatische kringen, is helemaal niet in overeenstemming met het Nieuwe Testament. Deze hedendaagse praktijken zijn dan ook niet waar te maken en moeten absoluut vermeden worden.

Pinkstertheoloog J.E. van den Brink blijkt echter een eigen logica te hebben die Paulus niet kende. Hij schreef voor het tijdschrift ‘Kracht van Omhoog’ 37ste jaargang, (1973) een serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Ze staan op het Internet. We citeren iets uit deel 11: “Uit het boek der Handelingen zien wij dus vier groepen mensen die de Heilige Geest ontvingen, nadat zij tot het geloof kwamen: Joden, Samaritanen, heidenen en volgelingen van Johannes de doper. God had niet duidelijker zijn bedoeling kenbaar kunnen maken: 'Het zal zijn in de laatste dagen dat Ik zal uitstorten van mijn Geest alle vlees'. De werkelijkheid ervan werd duidelijk gemanifesteerd door het spreken in tongen, WAARNA ook de andere begaafdheden van de Geest zich gingen openbaren.” (Wij onderstrepen.) Als het waar is wat van den Brink zegt, dan is er wat verkeerd gelopen in de geschiedenis van de pinkstertheologie, want de nadruk op het “spreken in tongen” is er maar gekomen rond 1950? Voordien waren er die niet in tongen spraken, maar wel konden genezen of profeteren. Maar ja, de ene pinkstertheologie is de andere niet. In een beschrijving van de geschiedenis van die theologie lees ik dat er wel 19.000 soorten zijn.

Wat bedoelen we met “extatisch” spreken? Hier enkele synoniemen uit de woordenboeken:

extatisch = uitzinnig, dol, geestdriftig, gek, hysterisch, uitgelaten, wild, woest.(In de serie commentaren ‘Tekst en Toelichting’ verscheen april 2007 van Professor H. W. Hollander: 1 Korinthiërs III. Dat is het laatste deel op dit Bijbelboek en bespreekt de hoofdstukken 12-16. Zie de bladzijden 56 tot 61 voor de verschillen tussen “trance spreken” en “geïnspireerd spreken in talen.” Het eerste was hen bekend uit hun vroegere religie voordat ze het tweede meemaakten.)

Moeten we vurig tot God bidden om in tongen te spreken?

Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef voor het tijdschrift ‘Kracht van Omhoog’ 36ste

jaargang, (1972) een serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 1: “Ook al achten de meeste christenen deze gave onbeduidend, op grond van de Schriften is zij dit zeker niet. In Jacobus 1:17 staat: 'Iedere gave die goed is en elk geschenk dat volmaakt is, daalt van boven (uit de onzienlijke wereld) neder van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer'. De glossolalie is zo'n goede gave, en wat God goed noemt, zullen we niet verachten.”

In de kringen waar “spreken in tongen” als een onontbeerlijk onderdeel gezien wordt van “de ware gelovige”, komen twee zaken aan het licht. De personen die deze gave nog niet bezitten moeten volgens de leer van die mensen, ervoor bidden dat hij of zij het moge ontvangen. “Spreken in tongen” zou naar hun uitspraken, de gelovige naar een hoger geestelijk niveau brengen. Het is bovendien zo dat dit bidden en verlangen onder druk van de anderen in de gemeente geschiedt.

Heb je in de Schrift ooit een voorbeeld gevonden van een persoon die getraind werd door anderen om zelf het “spreken in tongen” aan te leren? We stellen de vraag omdat er boeken in de handel zijn die dat beweren. Je kunt het met een boek AANLEREN, maar Bijbels is dat standpunt niet waar te maken. Natuurlijk geloven de meesten dat niet, zelfs niet in charismatische kringen. Wie er voor bad en oprecht naar de gave verlangde kreeg ook vroeger, in het prille begin van de gemeente, de gave nog niet. De Geest van God waait waar Hij wil! Is iemand die dagen en nachten

Page 5: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 5

gebeden heeft, en dan opeens in een onsamenhangend taaltje spreekt, te vergelijken bij wat er vroeger gebeurde? In het begin van de kerk kreeg je die gave ineens (of dan ook niet), door handoplegging van de apostelen. Wie het heeft gehoord in zijn moderne vorm, weet dat het een hypnotische of “tranceachtige” toestand kan zijn, zoals het ook regelmatig gebeurd in veel andere godsdiensten. Wanneer iemand een niets betekenend gebrabbel spreekt kan dat toch moeilijk “talen spreken” genoemd worden. Uit hun mond komt dan niet de gave die hij of zij heeft gekregen, het is maar een geheimzinnig onverstaanbaar klankentaaltje. Uiteindelijk heeft die persoon “niets” van God ontvangen en is hij/zij niet opgeklommen tot een ander en beter geestelijk niveau.

Riemer de Graaf schreef een brochure getiteld: ‘Kracht en liefde, door de vervulling met de Heilige Geest’ waarin hij het moment van het “spreken in talen” onder woorden brengt. We geven u dat door zodat u kunt beoordelen hoe de leer erover gaat. In de werkelijkheid is van de drie verhalen daarover uit het NT bekend dat het in een fractie van een seconde is dat je in “tongen” spreekt. Je hoeft er geen “oefeningen” voor te maken. We citeren er wat uit: “9. Geef je over aan inspiratie

Nu je Heilige Geest ontvangen hebt, kun je je rustig overgeven aan zijn inspiratie. De Heilige Geest wil nu woorden gaan vormen op jouw lippen. Zet daarom je spraakorgaan aktief in werking. Ga onbekende klanken uitspreken, rustig, maar duidelijk.

Naar je gevoel is het raar. Maar nu ken je de werking van de uiting. De Geest van God gaat de ‘vreemde’ klanken tot zinnen harmoniëren.

Nogmaals: met gesloten lippen en ingehouden adem kan er geen woord uit je mond komen, zelfs niet bij inspiratie door de Geest. Je zult wèl ‘moeten’ gaan spreken!

We hebben hier niet maken met een spreekwonder (het is je eigen mond die gebruikt wordt), maar wel met een taal- of woordwonder.”

Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef voor het tijdschrift ‘Kracht van Omhoog’ 36ste

jaargang, (1972) een serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 5:

“De gelovige neemt dus de klanken en woorden in gehoorzaamheid over, en door ze uit te spreken, brengt de menselijke geest ze in de natuurlijke wereld, hoewel hijzelf niets verstaat van de zin, van de inhoud en van de bedoeling ervan, 'want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij verborgenheden' (1 Cor. 14:2).”

Dit is wat pinksterpastor Simon Measures, als variante op het vorige schrijft, op zijn site www.teachingpages.co.uk/ hoe je kunt aanleren in tongen te spreken.

“Dus indien nodig gewoon maar brabbelen (oorspronkelijk Engels = babble) als een baby! Start gewoon met God te prijzen en laat je tong gewoon de roerselen vanuit je hart opstijgen door de Heilige Geest. Je moet je niet afstemmen op de geluiden die rondom gemaakt worden – wacht wat er gebeurd in je geest. Probeer de diepte te peilen van de uitstorting die plaatsvindt in je hart en laat je gaan. (Als je dit doet, zal na verloop van tijd het geluid dat uit uw mond komt gevarieerder worden en geestelijk expressiever.)Je zult kreunen, maar dat niet kunnen uitspreken want dat is in uw woordenschat niet bekend! Je krijgt een geweldige ontlading van opgekropt hartgeroep tot God voor Zijn verlossing en herstel! Je krijgt een nieuwe verlichting in je geest!”

De schrijver verwijst dan naar Romeinen 8:26,27 maar het is verloren moeite, want die tekst spreekt niet over spreken in tongen. Deze passage zegt wat anders dan pinkstermensen leren: dat

Page 6: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 6

de Heilige Geest VOOR ons bidt, en niet “door” ons. Wie er wil op ingaan: we hebben daarover een lang document met bijna uitsluitend niet vertaalde Engelse citaten die dat weerleggen. Het artikel was oorspronkelijk geschreven aan een pinksterdominee. Dit zijn twee korte citaten eruit:

Voor pinksterman J.E. van den Brink is er géén verband en hij geeft ook de goede argumenten er voor: http://www.rhemaprint.nl Romeinen Door J.E. van den Brink

“En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.Zoals wij verlangen naar de volledige openbaring van het zoonschap, evenzo doet dit ook de Heilige Geest. 'Hij komt onze zwakheid te hulp' betekent: Hij neemt deel aan onze zwakheid of Hij tilt ons op in onze zwakheid. In onze zwakheid openbaart zich eerst ten volle zijn kracht (2 Cor. 12:9). Ook de Geest zucht, want ook Hij woont in het aarden vat, in het sterfelijke lichaam. Ook Hij woont liever in een onsterfelijk opstandingslichaam dan in een vergankelijk vlees, dat zwak is en verleidbaar, dat aangevallen wordt en onder pressie staat van demonen. Het opstandingslichaam is reiner, zuiverder, beter te leiden en te gebruiken. Wij weten niet precies wat wij bidden zullen om het doel Gods te bereiken. Bidden is bezig zijn in de hemelse gewesten en onze geest heeft moeite zich daar te oriënteren. Wij richten hem van nature gemakkelijker op de aardse dingen, maar Gods Geest komt voor ons tussenbeide. Hij kent het plan Gods met de mens, maar ook de beletsels in de geestelijke wereld. De Geest zucht onhoorbaar met onze geest mee, omdat Hij hetzelfde verlangen heeft, namelijk de verlossing van de totale mens.Sommigen menen dat het hier over het spreken in tongen gaat, maar dit behoeft niet . Wel kunnen wij de onhoorbare verzuchtingen van de Heilige Geest met onze geest overnemen en al tongen sprekende in de natuurlijke wereld openbaar maken, hoorbaar maar niet verstaanbaar. De Heilige Geest kan evenwel ook in ons zuchten ZONDER dat wij dit in woorden overnemen.(wij hebben dit ingekleurd, GB)

Een mens zucht ten einde ruimte te verkrijgen, omdat er druk op hem uitgeoefend wordt. Deze druk wil hij afwentelen en bovendien in dit verband de hoop een grotere plaats geven. De Geest ondersteunt onze geest om de pressie van de machten te weerstaan. Het is het verlangen naar bevrijding en naar totale vernieuwing dat zich in onze inwendige mens met het onhoorbaar zuchten van de Heilige Geest en van onze geest manifesteert.”

En dan de Statenvertaling met kanttekeningen:

“En desgelijks komt ook de Geest68) onze zwakheden mede te hulp;69) want wij weten niet,70) wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons71) met onuitsprekelijke zuchtingen.

68)komt ook de Geest Het Griekse woord synantilambanetai, betekent eigenlijk zulk ene hulp, wanneer iemand, die sterk is, een last tegen een ander opneemt, die te zwak is, en zet zijne schouders tegen den ander, om den last te lichten, en des anderen schouder te ondersteunen.   69)onze zwakheden mede te hulp; Namelijk die wij in kruis en lijden nog onderworpen zijn, zo in onzen geest, die daartegen menigmaal mort, gelijk in Job en David te zien is, als in ons lichaam, hetwelk broos en zwak is.   70)wij weten niet, Namelijk van onszelve, als wij in benauwdheid zijn en geen toevlucht kunnen hebben, dan tot God door het gebed.   71)bidt voor ons Het Griekse woord betekent voor iemand bidden, en wordt van Christus hierna Rom. 8:34 gezegd, die onze voorspraak is bij den Vader, en als Middelaar voor ons bidt, 1 Joh. 2:1, hetwelk den Heiligen Geest in zulker voege niet kan toegeschreven worden, alzo Hij onze Middelaar eigenlijk niet is; maar het betekent hier dat

Page 7: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 7

de Heilige Geest ons tot bidden met onuitsprekelijk zuchten verwekt, en ons als voorspelt onze les, hoe wij in alle zwarigheden moeten bidden, Luk. 12:11,12; Joh. 16:13; Gal. 4:6.”

Is het hedendaagse “spreken in tongen” van God afkomstig?

Het “spreken in tongen” zoals hierboven beschreven komt niet van de Heilige Geest. Het heeft niets met God te maken omdat er geen vergelijk mogelijk is met wat er in het begin van de gemeente geschiedde. Toen was het totaal anders! Het heeft niets te maken met het spreken van de apostelen zoals Jezus beloofde in Marcus 16. De soort “spreken in tongen” die we hierboven beschreven in niet christelijke kringen, is ook het werk van ongelovigen. Waarom dat echt charismatisch “spreken in tongen” noemen? Wie een onderzoek doet van andere geloofsovertuigingen, vooral het primitieve, merkt dat zij hetzelfde kunnen als in charismatische kringen. Die mensen geloven niet in God, in Jezus Christus of in de Heilige Geest. Dit extatische “tongenspreken” werd al eeuwenlang beoefend in heidense godsdiensten en culturen ook vóór de komst van Christus. Gezien die godsdiensten niet aan de grondslag liggen van het christendom is dat soort talen spreken niet van goddelijke oorsprong.

Maar er is nog meer aan de hand in dat moderne “spreken in talen.” Iemand vertelde ons dat in een zeer grote Rotterdamse pinkstergemeente, waar hij tien jaar lid van was, maar ondertussen opgeheven, een voorganger regelmatig in tongen sprak en vertaalde. Een ander persoon die ook de gave “had” weersprak hem echter enkele malen in het openbaar tijdens de dienst. Dat wat de man op het gestoelte vertaalde, was volgens hem niet juist. De persoon die het ons verhaalde wist te zeggen dat dit meermaals gebeurde, in het openbaar of achter de schermen. Een ander verhaal hebben we op het Internet gelezen. Een Franse man komt in contact met de pinksterkerk en na jaren gaat hij op onderzoek, want hij heeft vragen bij zijn geloof. Tijdens het spreken in talen van een voorganger, heeft hij wat de man zei opgenomen op een bandje. Er was géén vertaling op dat moment. Later gaat de onderzoeker naar de voorganger, laat het bandje afspelen en vraagt naar de vertaling, waarop deze het prompt doet. Zes maand later gaat hij met hetzelfde bandje nog eens bij de man en laat het afspelen met de vraag: “kun je me dat vertalen.” De tweede vertaling verschilde van de eerste op alle punten. In veel landen is er wel een groep van critici in verband met deze zaken, in België is dat Skepp. Deze mensen vragen al jaren naar een gewoon ongecompliceerd experiment: iemand spreekt in talen en het word opgenomen, waarna twee anderen het apart vertalen, en alles gecontroleerd word. Dan is het erop of eronder! Niemand hapt toe en toch zou dat Gods zaak kunnen dienen, als alles echt om “talen spreken” ging. Volgens Paulus is het toch bedoeld voor de ongelovigen! Of niet? Hoe ziet men dit in de pinksterkringen?

De ‘Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten’ hebben een site op het Internet met deze gegevens www.vpe.nl We citeren, met onze onderlijning, het volgende uit een korte inhoud van een bijdrage met deze titel: ‘’Kan de vertolking van klanktaal in tegenspraak zijn met de Bijbel?’

“Als de Heilige Geest de vertolking van de boodschap in klanktaal (tongen) heeft geïnspireerd, zal het nooit tegen het onderwijs van de Bijbel kunnen ingaan. Als de vertaling tegen de Schrift ingaat, zal deze moeten worden afgewezen. De Bijbel is de richtlijn waaraan alle uitingen moeten worden getoetst.

Een voorbeeld is dat er enkele jaren geleden in een kerkdienst een profetisch woord werd uitgesproken dat hier op neerkwam: “Zijn (Jezus) benen werden gebroken”. De Bijbel vertelt ons echter dat niet één van zijn benen gebroken werden (Joh. 19:36; Psalm 34:20). De tegenstelling was overtuigend. De uitspraak was onbijbels en diende als onwaar te worden aangemerkt. (…) Ja, geestelijke gaven zijn goddelijk van oorsprong, maar ze zijn aan mensen toevertrouwd en moeten tot hun recht komen op een manier die overeenstemt

Page 8: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 8

met het onderwijs van de Bijbel. God wil dat er orde is in zijn gemeente onder leiding van gezalfd leiderschap.

Kortom, bevestigd door gezalfd leiderschap, is Gods manier (1 Cor. 14: 33, 40).”

Als u weet wat “gezalfd leiderschap” wil zeggen, dan mag u me dat altijd uitleggen. Nieuwsgierig! Nog iets anders. Ken je ook profeten Gods die woorden spreken die strijdig zijn met andere woorden van andere profeten. Als iemand strijdig is met de Schrift dan krijgt die toch een andere benaming: valse profeet. En die moeten we mijden. Lees nog eens het slot van het vorige citaat. Het lijkt alsof God in sommige profeten Zijn werk niet goed doet. Als God zo onmachtig is in de pinksterkerken dan is het niet aan God toe te schrijven, maar aan hun theologie of nog erger.

In meerdere charismatische kringen tracht men de Bijbel te doen zeggen dat het ideeëngoed van “extatische tongen” erin terug te vinden is. Maar men gaat toch verkeerd te werk: zij gaan naar de Schrift in vooraf vastgeroeste visies over dit onderwerp. Want als men een tekst tegenkomt waar we over “spreken in tongen” lezen, dan is hun conclusie altijd dat hier hetzelfde fenomeen beschreven is als wat er vandaag gezien wordt in de kerken van pinkstersignatuur. Slechts het geval van Pinksteren zou een UITZONDERING zijn. Het zou, behalve daar, om “talen” gaan die mensen niet verstaan, maar die God begrijpt.

Is het niet Schriftuurlijker met een open vizier en een ontvankelijk hart naar die zaak te kijken! Wanneer men een vooraf ingeprente gedachte kan verlaten en de Schrift laat spreken zonder die achtergrond, dan krijg je een totaal ander beeld. Een juist begrip uit het Nieuw Testament leert dat God de gemeente heeft voorzien in die prille kinderlijke fase van deze gave en nog een reeks andere. Met de bedoeling dat het evangelie snel over de ganse toen bekende wereld gepredikt zou kunnen worden. Gezien er slechts enkele teksten spreken over “tongentaal” zullen we ze allemaal nader bekijken. Zo kunnen we er met kennis van zaken over spreken.

Variaties op een thema of ------???

In het ‘Krantenarchief ‘ van ‘Trouw’ vonden we (eind augustus 2009) een artikel van 30 augustus 1997. Koert van der Velde schreef: ‘De orakelstenen spraken: word sangoma-priester’ over hoe hij sjamaan is geworden. Een aanbevolen artikel. We citeren en onderlijnen er uit wanneer hij in tongen gaat spreken:

“De ontreddering was compleet toen ons de toegang tot het heiligdom werd geweigerd. De reden die men opgaf was dat we blank waren.''

“Terug in Nederland brachten we het verlangde offer voor de voorouders van mijn vrouw. En de orakelstenen spraken duidelijke taal: ja, ik zou terugkeren naar Francistown en ja, ik zou een sangoma-priester worden.”

“In Francistown teruggekeerd werd ik verrast: men ontving mij met open armen. Ik bracht een beleefdheidsbezoek aan de nicht van de vermoorde priesteres. Ze haalde me binnen als de incarnatie van haar overleden broer. Met een tijdens veldwerk bij de soefies in Tunesië geleerde techniek wekte ik een trance op, die me in tongen deed spreken en deed neervallen: heel belangrijke tekenen van uitverkiezing door een voorouder. Ik werd leerling-sangoma.”

In het ‘Krantenarchief’ van Trouw staat een het artikel ‘Orakel geeft zijn adviezen in trance’

Page 9: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 9

Het is geschreven door Koert van der Velde 31 juli 2006. We citeren een klein deeltje eruit om aan te tonen dat trance een echt onderdeel is van het Tibetaanse boeddhisme. Trance van dien aard roept bij ons op = demonisme.

“(…) De monnik Thupten Ngodup (47) is het staatorakel van Tibet. Hij woont in het Indiase ballingsoord Dharamsala, in de nabijheid van de Dalai Lama, maar is nu in Amsterdam, op vakantie. (…)Stel maar een vraag, knikt hij bemoedigend. Veel Tibetanen zijn tegenwoordig ontevreden over de strategie van de Dalai Lama om zonder geweld het door China bezette thuisland terug te krijgen. Wat heeft u hem geadviseerd?„Geen idee,’’ zegt Ngodup, „want als ik adviseer, ben ik altijd in trance.’’ Ngodup is de Kutenlan van zijne heiligheid, het officiële Tibetaanse staatsorakel door wiens mond de beschermgeest Nechung wijze woorden spreekt.”

In december 2006 verscheen op de ‘eojongeren’ site een artikel: 'heb jij het?' Tongentaal, klanktaal of vreemde taal’ door Marcel GaasenbeekWe citeren één reactie uit tientallen van Jeroen, 21 december 2007 20:55 uur

“Nu had ik het laatst met een vriend over tongentaal, dus ben opzoek gegaan naar info.nu ben ik hier terecht gekomen, heb wat dingen gelezen enzo maar wat me blijft verbazen zijn verhalen zoals ik hieronder heb geschreven.

Een asielzoeker uit Afrika vertelde een tijd terug dat in een grote pinkstergemeente in Rotterdam hij een van de aanwezigen, die in tongen sprak, ver-schrikkelijke lastertaal in een hem bekende Afrikaanse taal had horen uitspreken.

Terwijl de aanwezige christenen en de persoon die in tongen sprak dachten dat de Heilige Geest aan het woord was.

om dit soort gare dingen, zou ik toch haast zeggen dat alles wat Paulus over tongen zegt toch wel aardig serieus genomen moet worden (zoals bijv. dat er een vertaler bij moet zijn?)

ik hoop niet dat ik hierbij deze post mensen de grond in druk of in een moeilijke positie zet.”

Uit ‘De Verkenning aan het SPIRITUELE PANORAMA, Een NLP bijdrage aan de psychologie van de religie’ door Lucas Derks citeren we blz.21,22:

“Soms is dat doel heel evident. Veel sjamanen kunnen via bezetenheid gebruik gaan maken van de bovenmenselijke vermogens van de geesten waarmee ze zich vereenzelvigen. Hoewel het filosofische kader van NLP ons noodzaakt deze vermogens aan de tovenaar zelf toe te schrijven, is het begrijpelijk waarom de magiër zelf en ook zijn cultuurgenoten dat beter niet kunnen doen. Want door bezeten te raken kan een priester opeens via de darmen van een dood dierfeilloos diagnostiseren, of door middel van gezangen dodelijke ziekten helen, of uit het patroon in neer geworpen schelpjes iemands toekomst voorspellen, of magnetiseren, of in tongen spreken, of boze geesten bezweren, of psychisch opereren, of spirituele reizen maken. Daarmee kan een sjamaan veel nuttige dingen doen voor de leden van zijn gemeenschap.”

Op http://www.bijbelenonderwijs.nl lezen we uit een artikel ‘Sjamanisme’ van 2008-04-02:

Page 10: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 10

“In plaats van het lichaam te verlaten, kan een sjamaan ook bescherm- en hulpgeesten in zijn lichaam uitnodigen; zij kunnen zich er permanent vestigen ("positieve bezetenheid"), maar ook als zgn. walk-ins bij hem op bezoek komen. In een toestand van trance ontvangt de sjamaan dan allerlei begeerlijke zaken, zoals onschendbaarheid, genezingskracht en voorspellende gaven. Verschijnselen hierbij zijn onder meer: spreken in tongen, beven en sidderen, in zwijm achterover vallen, dierengeluiden en uitingen van andere persoonlijkheden.”

Het bovenstaande fenomeen is echter niet nieuw. In Jesaja 8:19 is in een Bijbelverslag omschreven dat mensen waarzeggers en mediums opzochten. Die konden: “piepen, lispelen, fluisteren, prevelen en mompelen.”

Willibrordvertaling (herziene editie 1995): “En als ze tegen u zeggen: ‘Ondervraag de geesten van de doden en de waarzeggers die lispelen en prevelen; een volk raadpleegt toch zijn goden en zijn doden ten behoeve van de levenden’.”

NBG-vertaling 1951: “En wanneer men tot u zegt: Vraagt de geesten van doden en de waarzeggende geesten, die daar piepen en mompelen – zal een volk niet zijn God vragen? Zal men voor de levenden de doden (vragen)?”

Statenvertaling (Jongbloed-editie): “Wanneer zij dan tot ulieden zeggen zullen: Vraagt waarzeggers en duivelskunstenaars, die daar piepen, en binnensmonds mompelen; zo zegt: Zal niet een volk zijn God vragen? Zal men voor de levenden de doden vragen?”

Op www.shamanism.org/ staan meerdere artikelen die gelijkaardige zaken beschrijven tussen die “godsdienst” en wat we zien in sommige extreme pinkstergroepen. Maar als men daar over spreekt, steekt de gelovige pinkstergelovige zijn kop in het zand. De derde golf in het pinkstergebeuren, “de Toronto Blessing” is zo een extreme vorm en is van sjamanisme moeilijk te onderscheiden. Hier heeft men het over de “geesten” en in het andere over de “Heilige Geest.”

Hoe moeten we de wijdverbreide praktijk van het “spreken in tongen” in charismatische kerken van pinkstersignatuur of Katholieke Kerk bekijken? Hier zijn 4 mogelijke overwegingen: 1° Spreken in tongen kan uit jezelf veroorzaakt worden. (Sommigen in de psychiatrie spreken in talen.)

2° Spreken in tongen kan worden opgeroepen als een groeps-gebeuren = massahysterie. (Ook dat ziet men soms in de psychiatrie.)

3° Spreken in tongen is opgeroepen door de satan en zijn macht over mensen.

4° God heeft het iemand ingegeven. Maar! Waarom zou men Chinees spreken in een gemeente terwijl niemand daar die taal kent? Waarom zou men in een engelentaal spreken in een

Page 11: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 11

gemeente terwijl niemand daar die taal kent? Een willekeurige bezoeker in zo een bijeenkomst zal zeggen: hier spreekt men wartaal. - (1Corinthe 14:23)

Uit de versie van 15 aug 2009 op http://nl.wikipedia.org/wiki/Glossolalie citeren we:

“Het eerste psychologische onderzoek naar het verschijnsel werd rond 1900 gedaan door Théodore Flournoy aan de hand van de astrale talen van Hélène Smith, de zieneres van Genève. In 1927 verscheen het boek Speaking with tongues; historically and psychologically considered van G.B. Cutten, dat jarenlang als standaardwerk gold. Cutten legde een verband tussen glossolalie, schizofrenie en hysterie.

De linguist Roman Jakobson onderzocht de glossolalie bij een sekte in Rusland en registreerde de klankverschuivingen in de bezweringsformules (zie b.v. Yaguello, 1984).

John Kildahl beschreef het verschijnsel in 1972 echter vanuit een ander psychologisch perspectief (The Psychology of Speaking in Tongues). Hij constateerde dat glossolalie niet noodzakelijk een uiting van een psychische aandoening is en dat glossalisten minder last van stress hebben. Wel hebben glossalisten volgens Kildahl meer behoefte aan autoriteitsfiguren en hebben vaker een crisis in hun leven doorgemaakt dan de controlegroep.

Nicholas Spanos beschreef glossolalie als een verschijnsel dat aangeleerd kan worden en waarvoor geen trance is vereist (Glossolalia as Learned Behavior: An Experimental Demonstration, 1987).”

Riemer de Graaf, pinksterman, schreef een brochure getiteld: ‘Kracht en liefde, door de vervulling met de Heilige Geest.’ Hij tracht in te gaan op deze zaken maar slaagt daar niet in, niet in de verste verte. Het spreken in talen dat volgens hem een “must” is voor de ware gelovige vergelijkt hij met satanisme en sjamanisme maar is een schoolvoorbeeld van oppervlakkigheid. Volgens hem is er geen gelijkenis mogelijk. U bekijkt van hem dan (gratis op het Internet): “11. Alternatieve Geest”

11.1 Alternatieve geest 11.2 Satan en zijn ‘geestesuitingen’ (pneumatika) 11.3 Hemelse vorsten, heersers en machthebbers van de … 11.4 Verschijningsvormen van demonen in deze tijd 11.5 Verboden terrein 11.6 Gevolgen van kontakten met de duisternis 11.7 Bevrijding!”

Het artikel geschreven van Bruno D. Granger ‘Glossolalie (tongentaal) en 1 Corinthiërs 14’ geeft u de goede visie op deze zaken. Gevonden op http://www.apologetique.org/nl

Alle teksten daarover uit het Nieuw Testament nader bekeken

Mensen verwonderen zich over vele dingen wanneer ze wat gaan lezen over dit onderwerp. Je merkt dan ook dat er weinig in het NT wordt gezegd over deze gave. Wanneer we de litteratuur bekijken van de pinksterbeweging zien we dat “tongenspreken” een belangrijk onderdeel is uit hun theologie en christelijke beleving. Men ziet er geen graten in, het nog tot een onderdeel te maken van de praktijk van de gemeente. Men zegt zondermeer, dat die gave blijvend is voor de gemeente tot aan de Wederkomst. Men beseft niet dat dit een dogma is. Als de zaken zo staan, dan is er wat verkeerd aan de gave van God in dat verband. Want sinds de tweede eeuw horen we in de geschiedenis van de kerk bijna geen woord meer over die gave. Ze is gestopt tot de tijd dat in het begin van de 20ste eeuw enkele Amerikanen het opnieuw zijn beginnen doen. Zo formuleert men

Page 12: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 12

het in pinksterkringen, maar het gaat naar onze kennis hier niet om “echte” talen. Zou God deze gave dan 1700 jaar Zijn gemeente ontzegd hebben als ze zo enorm belangrijk, ja onontbeerlijk was? Schrijvers van het NT besteden weinig aandacht aan die gave en dat zal een reden hebben, zoals tegen het einde van het artikel zal blijken.

DE EERSTE TEKST: Marcus 16:14-20

Wat zegt en leert die tekst (gedeeltelijk):

“14 Daarna verscheen Hij aan de elven zelf, terwijl zij aanlagen, en Hij verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart, omdat zij hen niet geloofden, die Hem aanschouwd hadden, nadat Hij opgewekt was. 15 En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. 16 Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. 17 Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, 18 slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.”

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

Van pinksterman Andrew Wommack publiceerde men een uitgetypte toespraak ‘Spreken in tongen’, op www.vergadering.nu/ Dit is zijn gebed:

“Vader, ik bid VOOR EEN IEDER die naar deze tape luistert, dat U hen zult helpen om de doop in de Heilige Geest te ontvangen, en dat ze in tongen zullen spreken. En Vader, niet zo dat ze het om vleselijke redenen doen, zodat ze kunnen bewijzen dat ze de Heilige Geest hebben. Maar dat ze toegang krijgen tot al deze voordelen. Dat ze rust en verfrissing ontvangen. Dat ze opgebouwd en gesticht zullen worden. Dat ze het deel van hen dat alle dingen weet, laten bidden, en dat ze deze verborgen wijsheid die ze in geheimenissen spreken zullen vertolken en dat ook hun verstand vruchtbaar wordt.

Vader, ik bid dat zij door U met deze bovennatuurlijke gave bekrachtigd zullen worden. Dat U het hen hebt gegeven. Vader, ik bid en ik geloof dat ze ontvangen. EN ZOALS STAAT GESCHREVEN IN MARKUS 16:17 ‘DEZE TEKENEN ZULLEN HEN VOLGEN DIE GELOVEN’ DEZE MENSEN ZIJN GELOVIGEN EN ZIJ ZULLEN IN TONGEN SPREKEN, IN JEZUS’ NAAM. Amen!” (Onze onderlijning en hoofdletters.)

Deze onderstaande reclame voor een gratis brochure op het Internet over “spreken in tongen”is schokkend. Men liegt er niet om: ZONDER SPREKEN IN TONGEN IS ER GÉÉN WEDERGEBOORTE.

Van: www.isaiah58.com/freebooklet.html

Isaiah 58's Free Gospel Resources On-LineIf You Want to Know More About Speaking in Tongues &

the Baptism of the Holy Ghost, You're at the Right Place...A Person Has Not Truly Been "Born Again" Without it!

Wat er werkelijk staat:

Page 13: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 13

In elk geval leren we dit uit Marcus 16: d e belofte van Jezus is aan de apostelen gegeven, niet aan iedereen uit die dagen en is niet bestemd voor alle gelovigen daarna.

In het NT staat in Marcus 16:17 de eerste verwijzing naar de miraculeuze gave van tongen. Het is ook de enige tekst uit de Bijbel waar Jezus wat zegt over het “spreken in tongen.” Vergeet a.u.b. toch niet dat Jezus nooit in talen heeft gesproken. Hij sprak de taal van de man en vrouw van de straat: het Aramees. (Dat Jezus nog Grieks zou gesproken hebben is geen uitgemaakte zaak. Zie hier over ‘Did Jesus Speak Greek?’ in ‘Biblical Archaeology Review’ 26:04, Jul/Aug 2000) Bekijken we eens de achtergrond van Marcus 16:14. Jezus, verscheen aan Zijn apostelen en Hij: “verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart.” Daarop gaf Hij hen een zendingsbevel en daaraan gekoppeld de belofte dat ze tekenen zouden doen die buiten de normale mogelijkheden van een mens lagen (Marcus 16:17,18). De vervulling van deze verzen en hoe het ging met de prediking van deze apostelen lezen we verder in dat gedeelte: “Doch zij gingen heen en predikten overal, terwijl de Here medewerkte en het woord bevestigde door de tekenen, die erop volgden” (Marcus 16:20). Zie ook nog eens naar Heb.2:3,4 en Judas 3,4 al aangehaald!

Men zegt in alle pinkstergroepen dat hier in Marcus een permanente belofte en opdracht in verscholen zit. Maar dat is het niet. Dit gedeelte is ALLEEN voor de apostelen bedoeld. Hoe weten we dat? Het is niet zo moeilijk te achterhalen. Er zijn meerdere zendingsopdrachten van Jezus, waarvan slechts TWEE voor ons belangrijk zijn, de twee laatste. De eerste twee zijn niet voor onze tijd bestemd, maar waren door Jezus gegeven aan: de 12 apostelen en daarna nog eens aan 70 zendelingen vóór Zijn dood. (Zie Mattheus 10 en Lucas 10.) Dat hoort tot de periode tussen de prediking van Jezus en zijn sterven. Beide opdrachten gaan over de Joden uit die tijd die woonachtig waren in het land. Niet over dezen die in andere landen woonachtig waren, maar alleen wie in Juda en Galilea woonde.

De eerste echte zendingsopdracht na de opstanding van Jezus staat in Marcus 16:15-20: “15 En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, VERKONDIGT HET EVANGELIE AAN DE GANSE SCHEPPING. (…) 17 Als TEKENEN zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij BOZE GEESTEN UITDRIJVEN, in NIEUWE TONGEN ZULLEN ZIJ SPREKEN, 18 SLANGEN zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets DODELIJKS DRINKEN, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de HANDEN LEGGEN EN ZIJ ZULLEN GENEZEN worden.”

Die zaken zijn vervuld en zijn niet meer voor onze tijd bestemd. We weten dat met zekerheid! We bekijken om dat te onderbouwen naar de werkwoorden die in dit slotvers van Marcus zijn gebruikt, dan wordt het duidelijk. “20 Doch ZIJ (die elf apostelen uit vers 14) GINGEN [verleden tijd] heen en predikten overal, terwijl de Here MEDEWERKTE [verleden tijd] en het woord BEVESTIGDE [verleden tijd] door de tekenen, die erop VOLGDEN [verleden tijd].” Dus komen we tot deze conclusie: wat in Marcus 16:14-20 staat HEEFT BETREKKING OP DE PREDIKING DIE AAN DE JODEN ZAL GEGEVEN WORDEN. Ze heeft specifiek een ondersteunende reeks tekenen meegekregen: “TEKENEN zullen deze dingen de gelovigen volgen (…) BOZE GEESTEN UITDRIJVEN, in NIEUWE TONGEN ZULLEN ZIJ SPREKEN, (…) HANDEN (OP) LEGGEN EN ZIJ ZULLEN GENEZEN.”

Israëls geschiedenis begon met tekenen (Rom.4:11 / Exod.4:8-30) en zij leefden vanuit tekenen (Deut.11:18 / Joz.4:6 / Jes.7:14 / 38:7,22). Ze vroegen ook tekenen van Christus (Mat.12:38 / 24:3). Dat beginsel was er vanaf het begin van het Joodse volk en was in de dagen van Jezus en de apostelen nog steeds iets wat ze verlangden. In deze derde zendingsopdracht hebben de apostelen gepredikt tot het volk Israël binnen en buiten Palestina. God gaf er zijn medewerking aan door tekenen te bevestigen die de discipelen toen verrichtten. DE JOODSE PERIODE VAN TEKENEN IS VERVULD, HET BEHOORT TOT DE VERLEDEN TIJD.

Page 14: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 14

Het tweede bevel aan de elf gegeven in het slot van Mattheus 28 klinkt anders en is ook anders: “19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. 20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.” Dit bevel blijft gelden en is nog niet volledig vervuld. Want het blijft onder het toezicht en de bijstand van onze Verlosser zelf, zoals het slot duidelijk zegt: tot de voleinding van tel.

Een laatste opmerking: zowel in Mat.28 als Marc.16 zijn de opdrachten aan de “elf” gegeven. Natuurlijk moeten we dat begrijpen als met betrekking tot de “elf” en al wie hen helpt in dat werk. In Marcus dus de “elf” plus de twaalfde en Paulus, een apostel in speciale opdracht, en al wie in die dagen predikten tot de vleselijke Joden. Alleen de apostelen doen wonderen en diegenen aan wie ze die gaven hebben doorgegeven. Ook Mat.28 spreekt over allen die vanaf die dagen het woord verkondigen tot het einde: de voleinding. Wie dat onderscheid in zijn Bijbelstudie begrepen heeft, weet dat er nu geen plaats meer is voor al die extravagante zaken die pinkstermensen in de praktijk doen. Niet iedereen doet ze. Kijk eens naar Handelingen 5:12 in de Willibrordvertaling: “12 Door de handen van de apostelen gebeurden er vele tekenen en wonderen onder het volk. Eensgezind bevonden zij zich allen in de Zuilengang van Salomo.” Over Stephanus lezen we dat hij als eerste NIET -apostel wonderen doet volgens het vers 6:8: “Door God rijk begunstigd met kracht, deed Stefanus grote wonderen en tekenen onder het volk.” Je zou het eerder verwachten in de uitleg van de pinkstermensen, eigenlijk al vanaf de doop van de 3.000, maar daar leren we niets over. Uit wat er aan vooraf staat, leren we hoe Stephanus ertoe kwam wonderen te doen. We lezen in de verzen 3-6 hoe de apostelen aan zeven mannen die dan al “vol van Geest en wijsheid” zijn de handen worden opgelegd, waarna Stephanus zijn genezingen doet. Dus wie dan al “vol van Geest en wijsheid” is, spreekt daarom nog niet in talen of kan wonderen verrichten. Dit is dat Bijbelgedeelte uit de NBG: “3 Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed bekend staan, vol van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak aanstellen; 4 maar wij zullen ons houden aan het gebed en de bediening van het woord. 5 En dit voorstel vond bijval bij de gehele menigte, en zij kozen Stefanus, een man vol van geloof en heilige Geest, Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs, een Jodengenoot uit Antiochië; 6 hen stelden zij voor de apostelen, die, na gebeden te hebben, hun de handen oplegden.”

Moet de gelovige nu nog slangen opnemen?

Ja, er zijn nog pinkstergelovigen, in de VS, die het opnemen van slangen opeisen van God zonder dat ze zullen gedeerd worden. In de praktijk is dat niet altijd zo, er sterft elk jaar wel iemand in die kringen. Ze doen het omdat Jezus het heeft gezegd. Want dat leren ze met nadruk: zo wil het de Heer. In die kringen heeft men voor het “spreken in talen” weinig of geen interesse, maar dat laten we in het midden. Maar het is toch zo, dat het merendeel van pinkstermensen dat niet doen. Men volgt de opdracht van Jezus dus niet op de voet en men neemt er slechts uit wat ongevaarlijk lijkt. Want waarom niet in hetzelfde enthousiasme met slangen omgaan of gif drinken. Ook die zaken behoorden tot dezelfde opdracht en maakten deel uit van die belofte. Toen we hierover wat publiceerden en die mensen er opmerkzaam op maakten, waren ze niet zo oprecht om toe te geven dat het ook voor de hedendaagse gelovige pinkstermens bedoeld was. Het zouden slechts enkele extreme pinkstermensen zijn die zoiets doen. Men mag God toch niet uitdagen! Maar is dat geen zwak argument? Dan moeten we hen er op wijzen dat men Gods zegen niet kan wegdragen door geboden te verwaarlozen. Men wil prediken en dopen en in tongen spreken, maar geen gif drinken en geen slangen opnemen. Neen, dat is allemaal niet oprecht! Men hoeft het trouwens, volgens onszelf, niet te doen. Deze opdracht en belofte waren slechts aan de apostelen gegeven en slechts beperkt tot Israël. Anderzijds zou de ware pinkstergelovige “dat” toch moeten opvolgen!

Men heeft niet het recht om het “spreken in tongen” als een verplichting op te leggen voor de “ware gelovige” zonder de andere tekenen ook te doen. Pinksterman A. Wommack heeft in het bovenstaande God gebeden dat we allen in tongen zouden spreken. Wij zeggen het met nadruk, het

Page 15: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 15

is niet voor onze tijd: vraag het niet aan God! Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef in een serie artikelen in 1972/1973 over ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 7: “Men kan onder het spreken in tongen duivelen weerstaan of uitdrijven. Jezus sprak aangaande de gelovigen: ‘In mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken' (Marc. 16:17).” Dat is een conclusie die door de bocht gaat aan een snelheid van 200 per uur. Want als je die beide zaken onlosmakelijk samenvoegt, dan zou iedere echte gelovige, dus dezen die in tongen spreken, ook allen de macht over demonen hebben. Dat zegt de Bijbel niet, het gaat in tegen de opmerking van Paulus dat men niet allemaal in tongen spreekt in het slot van 1 Corinthe 12. Het gaat in tegen wat we werkelijk lezen over de genezingen en demonenuitdrijvingen door Jezus en de apostelen. Dat was in gewoon Aramees, Grieks of Latijn dat die zaken werden afgehandeld. Bovendien, nog een tweede punt. Als J.E. van den Brink gelijk wil hebben moet hij er ook het opnemen dan slangen en drinken van gif bijnemen. Dat zou één pakket moeten zijn bestaande uit die vier delen. Zonder een voorkeur voor het een of het ander, alles bij elkaar. Zoals al opgemerkt, die opdracht is ook niet voor ons bestemd!

Het slot van Marcus 16 is vervuld. Deze derde zendingsopdracht hoort tot het verleden. MEN MAG NIET ENKELE DELEN ERVAN BLIJVEN OVERDRAGEN NAAR DE VIERDE OPDRACHT. WE LATEN ONZE ZENDELINGEN TOCH OOK NIET ZONDER EEN GELDBEUGEL NAAR EEN VER LAND TREKKEN. Maar het was ooit door Jezus aan zijn discipelen opgedragen. Lees eens de verhalen van de eerste twee zendingsopdrachten: van de 12 en van de 70.

Macht over demonen

We willen in het kort ook wat zeggen over een ander deel van de negen gaven. We denken aan de macht van Christus over demonen waar ook enkele discipelen over beschikten. Jezus, geneest wie onder demonische invloed staat en zijn discipelen doen het ook. Het genezen ervan gaat als vanzelf (Luc.6:18). Zo gaat het NIET in pinksterkringen. Daar hoort een, lijkt het me soms, een dramatische entourage bij: veel zingen, veel bidden en ongewone handelingen op het podium. De meest gebruikte uitdrukking over de demonische staat van een persoon in het Nieuwe Testament is: “iemand die een demon of onreine geest heeft (echon).” Die uitdrukking komt 16 keer in het NT voor: Mattheüs 11:18 / Marcus 3:30 / 5:15 / 7:25 / 9:17 / Lucas 4:33 / 7:33 / 8:27 / Johannes 7:20 / 8:48,49,52 / 10:20 / Handelingen 8:27 / 16:16 / 19:13.

Het tweede woord voor “gedemoniseerd” is het Griekse “daimonizomai.” Het wordt 13 keer gebruikt in het NT, en komt enkel voor in de evangeliën: Mattheüs 4:24 / 8:16,28,33 / 9:32 / 12:22 / 15:22 / Marcus 1:32 / 5:15,16,18 / Lucas 8:36 / Johannes 10:21.

Enkele details uit deze bovenstaande teksten zijn deze:Deze term is beperkt tot ongelovigen. In de Schrift wordt die TERM NERGENS TOEGEPAST OP GELOVIGEN. Wedergeboren kinderen Gods die nog een demon zouden hebben is een Bijbelse contradictie. Toch zijn het dat soort uitdrijvingen die we zien in ALLE vergaderingen van die moderne pinkstermensen. Het zijn “gelovigen” die van hun demonen verlost worden. Raar hé, hoeveel verschil er niet is in dat verband. Technisch geeft de term een inwoning aan van een andere persoonlijkheid in die mens. De wil van die persoon is door een andere persoonlijkheid bestuurd. Men is de eigen controle kwijt in zijn handelen.

Waar de termen voorkomen in het NT bevrijdt Christus de slachtoffers zonder enige uitzondering. De discipelen doen hetzelfde. Dat in niet het geval in pinksterkerken: een demon kwijt geraken, kan maanden of jaren duren.

De Statenvertaling vertaalt “daimonizomai” het Griekse woord met: “van de duivel bezeten”, “met duivelen bezeten” of “bezeten(e)(n).” In Wolters Woordenboek G/N is “daimonios” = “door een

Page 16: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 16

demon bezeten: verblind, dom.” Zo is het woord gebruikt voor wie onder de last en beïnvloeding staat van een ander onzichtbaar iemand, eventueel een afgod = demon. De derde beschrijving van een door demonen bezetene is: “een mens met een onreine geest.” Het is slechts tweemaal in het NT gebruikt, in Marcus 1:23 en 5:2.De vierde beschrijving is van mensen: “door onreine geesten gekwelden.” Dat komt enkel voor in Luc.6:18 en H and.5:16. Bij dit laatste vers staat er ook: “en ze werden ALLEN GENEZEN.” Geweldig hoe God te werk gaat door zijn apostelen die macht te geven. Het werkt altijd en je hoeft geen vijfmaal terug te keren zoals bij moderne pinkstergenezers.

George C. Clark, Sr. en John D. Clark, Sr., twee pinkstervoorgangers schreven: ‘Speaking in Tongues.’ We vonden het op www.goingtojesus.com/ en citeren met onze onderlijning:

“Spreken in tongen is geen verkeerd begrepen zegen, maar het is een deel van de redenen waarom Jezus leed en stierf. Hoe kan het dan niet van God zijn? Is het dan niet duidelijk dat alleen degenen die berouw hebben en de heilige Geestdoop ontvangen met het bewijs van hun “spreken in tongen”ze weten dat deze rust van God komt en Hij beloofde het Zijn volk. (…) “Menig persoon heeft zijn gebrek aan de Geest gezien met de verontschuldiging dat het onderwijs van het spreken in tongen een zaak is van het verleden, of een geschenk dat slechts een paar heiligen ontvangen hebben. Slik dat venijn niet, mijn vriend. Het is het geschenk van “diverse tongen” dat enkel verleend wordt aan sommige. Maar als over het “spreken in tongen”gaat, ieder lid van het lichaam van Christus heeft die zegen gekregen.”

“Spreken in tongen is gezellig samenzijn.” Beide illustraties van de site goingtojesus.com/ Maar als het een geestelijke war-taal is, zoals die ook binnen occulte kringen te vinden is, dan is God niet de bron van het spreken. De profeet Jesaja had in 8:9 daar al wat over op te merken: “En wanneer men tot u zegt: Vraagt de geesten van doden en de waarzeggende geesten, die daar piepen en mompelen – zal een volk niet zijn God vragen? Zal men voor de levenden de doden (vragen)?”

Dit zijn de gevolgtrekkingen uit het bovenstaande:

1° Deze tekenen in Marcus 16 hebben allemaal betrekking op de prediking tot het Joodse volk. Alseen vorm van getuigenis van Gods nieuwe aanpak sinds de opstanding van Jezus. De oogappel van God is nu de gemeente van Christus.

Page 17: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 17

2° Met de vernietiging van de tempel in 70 na Christus was er geen nood meer aan tekenen voor dat volk.

3° Dit gedeelte in Marcus 16 is een voorspelling voor dezen aan wie het is opgedragen, het is geenvoorschrift. Sommige christenen zullen deze wonderen kunnen ervaren. Het is geen belofte dat alle christenen bescherming ontvangen als ze gif drinken. En het was maar bestemd voor al dezen die tot de Joden gepredikt hebben. Het echte bewijs van het christendom ligt niet in de wonderen. In een film van National Geographic over ‘Extreme Healing – 5 / 9 / 2009’, in de serie Taboo, zien we een katholieke charismaat kwikzilver eten en ook zijn volgelingen in “opleiding” doen het. Een deskundige merkt op dat er meerdere ziekten en problemen van organen mee zullen gepaard gaan.

Op www.pinkstergemeentealmere.com hebben we dit gevonden en het geeft aan dat men niet naar een Bijbeltekst kijkt of de werkwoordsvorm waarin hij staat om er een uitleg bij te geven. Zo kunnen nog enkele andere zaken “bewezen” worden. Merk je het verschil niet bekijk nog eens onze opmerkingen op bladzijde 9 en 10.

“Hier wordt ons verteld, dat profetieën, tongen en kennis zullen ophouden of voorbijgaan. Eén blik op het bijbelgedeelte toont ons echter, dat het tijdvak waarop dit betrekking heeft, niet onze tijd is, maar het volmaakte tijdperk dat nog komen moet! Zelfs een ongeletterd iemand weet heel goed, dat de tijd waarin “het volmaakte komt” nog niet gekomen is. DE TEKENEN MOESTEN VOLGEN Zoals we dadelijk zullen zien, gaf de Here in Zijn “Grote Opdracht” de belofte van wondertekenen, die de gelovigen zouden volgen en de prediking van het woord zouden bevestigen (Marcus 16:15-18). Deze tekenen zouden het middel worden om de heidenen te overtuigen van de echtheid van het evangelie. Er was geen aanwijzing, dat de bewoordingen van de Grote Opdracht hoe dan ook gewijzigd zouden worden. Feitelijk gaf Jezus te kennen, dat alle komende geslachten, zelfs tot het einde der tijden, moesten “onderhouden al wat Ik u bevolen heb.”

Ik wil dan opmerken: opgepast van slangen en het drinken van gif, je kunt er aan dood gaan.

We zetten er ook nog een aantekening bij omdat men de opmerking zou kunnen maken dat de apostelen de opdracht krijgen in Marcus 16: “VERKONDIGT HET EVANGELIE AAN DE GANSE SCHEPPING.” Dat zou in onze uitleg niet kloppen want we zeggen dat het slechts over de Joden gaat tot wie ze moeten prediken. Dat is ook zo als men rekening houdt met de moderne opvattingen over de begrippen “wereld”, “schepping”, “alle volken” en zo verder uit de dagen van Jezus en de apostelen. Die hadden namelijk een andere visie op die termen dan we vandaag hebben. Het evangelie IS AL GEPREDIKT en er is niets meer nodig dat de komst van Christus in de weg zou staan. Het evangelie was in de toen bekende wereld = het Romeinse rijk door de apostelen gepredikt en ze geven dat ook te kennen in hun uitspraken. Zie tabel en lees de teksten.

PROFETIE/BEVEL HET GRIEKSE WOORD VERVULLINGGehele wereld, Mat.24:14 oikoumene Romeinen 10:18Gehele wereld, Marcus 16:15 kosmos Col.1:6 / 1 Tim.3:16Ganse schepping, Marcus 16:15 ktisis Colossenzen 1:23Al de volken, Mat.24:14 / 28:19 ethnos Rom.16:26 / 1 Tim.3:16Uiterste der aarde, Hand.1:8 ge Romeinen 10:18

Dus, als Paulus zegt in Romeinen 10:18 dat het geluid van de Messias is gehoord over “gans de aarde” en er nog een tekst van het Oude Testament (Psalm 19:5) aan toevoegt, moeten we daar niet omheen draaien. In zijn visie is dat zo. Begrippen als “kosmos” en “schepping” kunnen in Bijbelse symboliek zeer goed toegepast worden op Israël. Zie ons artikel over: ‘Zon, maan en sterren’, een studie over Bijbelse symboliek.

Page 18: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 18

Prediker 3 NBG1 Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. 2 Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. 3 Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. 4 Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. 5 Er is een tijd om te ontvlammen en een tijd om te verkillen, een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren. 6 Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien.

“een tijd voor alles”De tijd van de vervulling van Marcus 16 is voorbij sinds de val van de tempel. De apostelen hebben hun werk zeer goed gedaan. We volgen dat niet meer op.

DE TWEEDE TEKST: Handelingen 2:1-7 en 17-21

Wat zegt en leert die tekst:

“1 En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. 2 En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; 3 en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; 4 en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken. 5 Nu waren er Joden te Jeruzalem woonachtig, vrome mannen uit alle volken onder de hemel; 6 en toen dit geluid gekomen was, liep de menigte te hoop en verbaasde zich, want een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. 7 En buiten zichzelf van verwondering zeiden zij: Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileeërs? (…) 17 En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen: 18 ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. 19 En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. 20 De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. 21 En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden.”

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

Van A. Wommack staat op de site www.vergadering.nu een commentaar op het boek Handelingen. We citeren er uit van Handelingen 2:4 (onze onderlijning en hoofdletters):

“Opmerking 8 bij Handelingen 2:4: De andere tongen waarin deze discipelen spraken waren talen die niet de hunne waren en die ze nooit eerder hadden geleerd. DIT WAREN

Page 19: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 19

ANDERE TONGEN DAN DIE WAAR PAULUS OVER LEERDE IN 1 KORINTIËRS 12 EN 14, OMDAT DIT BEKENDE TALEN WAREN.

Er zijn verschillende soorten talen die duidelijk besproken worden in 1 Korintiërs 13:1. Ze worden “tongen van mensen en van engelen” genoemd. De tongen van mensen waren de bekende talen die de discipelen hier spraken, en de tongen van engelen, of hemelse talen, zijn de tongen die alle geestvervulde gelovigen kunnen spreken en waar Paulus over sprak in 1 Korintiërs 12 en 14.

DIT IS HET ENIGE VOORBEELD IN DE BIJBEL WAAR GELOVIGEN IN BEKENDE TALEN SPREKEN. DE ANDERE GEVALLEN WAAR IN TONGEN WERD GESPROKEN (HANDELINGEN 8:18; HANDELINGEN 10:45-46, HANDELINGEN 19:6) WAREN KLAARBLIJKELIJK DE HEMELSE TALEN DIE NIET BEKEND ZIJN BIJ DE MENSEN.”

Nog een andere verwijzing. De ‘Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten’ hebben een site op het Internet met deze gegevens www.vpe.nl We citeren het volgende uit een korte inhoud van een bijdrage met deze titel (onze onderlijning): “Kan iemand vervuld zijn met de Heilige Geest zonder in klanktalen te spreken? (…)

Toen de eerste gelovigen vervuld werden, spraken zij in andere talen en hetzelfde geldt ook vandaag de dag. Miljoenen gelovigen wereldwijd hebben precies hetzelfde getuigenis: vanaf het moment dat zij gedoopt werden in de Heilige Geest spraken zij in onbekende klanken. Dit is de waarheid die voortdurend bevestigd wordt in de levens van pinkstergelovigen. De profetie van Joël 2:28 en 29, geciteerd door Petrus in Hand. 2:16 en 17, verbindt de hedendaagse geestvervulde gelovigen met degenen die vervuld werden met de Geest op die Pinksterdag bijna 2000 jaar geleden. De volheid van de Geest, die herkend kan worden in het spreken in klanktalen, is de ervaring die allen met vreugde ervaren.”

Wat er werkelijk staat:

Als men een korte beschrijving zou mogen geven van Handelingen 2 dan is het zeker dit: op deze Pinksterdag horen we voor het eerst een verhaal van “spreken in tongen.” Deze tekst is de enige waar in details het historisch verslag van het spreken in tongen beschreven is. Het verhaal speelt zich af in Jeruzalem op een grote feestdag. “Nu waren er Joden te Jeruzalem woonachtig, vrome mannen uit alle volken onder de hemel” (Handelingen 2:5). Al die “vrome mannen” (blijkbaar zijn er geen vrouwen of kinderen bij) zijn afkomstig uit vele volken en zij spraken verschillende “talen.” Er kan geen twijfel over bestaan dat het “spreken in tongen” hier verwijst naar werkelijke bestaande, vreemde talen. In het vers 4 is over de apostelen gezegd: “en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken” (Handelingen 2:4).

We mogen er niet van uitgaan dat het hier zou gaan om een soort “gebrabbel” hoewel sommigen uit de charismatische groepen het beweren. Men zegt: het is een gehoorwonder en geen spreekwonder. Pastor Tom Brown pinkstervoorganger schreef: ‘Speaking in Tongues’ gevonden op www.tbm.org/ We citeren er dit uit en onderlijnen:

“Moeten tongen verstaan worden?Mensen denken vaak dat op de dag van Pinksteren de discipelen in een menselijke taal spraken, want de mensen konden begrijpen wat ze zeiden.Ik denk niet dat dit waar is, want er was een tweeledig wonder dat plaatvond op deze dag: het wonder van het spreken en dat van het horen. Het eerste wonder was het spreken in

Page 20: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 20

tongen. Het tweede wonder was de staat van sommige mensen om de tongen te begrijpen. Want niet iedereen begreep de tongen. Dat is zo omdat sommige toeschouwers de discipelen beschuldigden dronken te zijn en dit toont duidelijk aan dat zij de betekenissen van de tongen niet begrepen.”

Deze man begrijpt niet zoveel van de inhoud van Gods wonder. Het is toch niet zo onduidelijk of onmenselijk te veronderstellen dat de personen die rondom de apostelen stonden, slechts Aramees kenden. Dus niets verstonden, als er wat in het Arabisch of één van de veertien andere talen werd gesproken. Voor hen klonk het dan als praat van zatladders. Maar er is hier geen sprake van extatische uitingen aangezien we lezen in Handelingen 2:6: “want een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken.” Daarop volgt in de tekst een opsomming van enkele nationaliteiten in de menigte, gevolgd door: “Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal van de grote daden Gods spreken” (Handelingen 2:11). Dit was een wonderbaarlijk iets en als een teken voor ongelovigen is dat van tel, vooral voor ongelovige Joden. Dat is een geweldig wonder: van het spreken van de boodschap van redding voor de in het buitenland verblijvende Joden, maar nu in Jeruzalem om feest te vieren. Iedereen hoorde het evangelie spreken in zijn eigen taal.

Daaruit volgt een eerste conclusie. Deze beschrijving van het “spreken in tongen” uit Handelingen 2 is een duidelijke verklaring over de werkelijke aard van tongenspreken. Wanneer we het vergelijken met de andere Schriftplaatsen waar over “spreken in tongen” wordt gesproken, zien we dat hier echt beschreven is wat er gebeurde. Hier is in niet verkeerd te verstane woorden uitgelegd wat zo iets als reactie oproept bij de omstanders. Men mag gerust dit gebeuren als voorbeeld nemen voor alle andere teksten waar het Nieuwe Testament over “tongen” spreekt. Hier, in Handelingen 2 is ons de enige historische verklaring gegeven wat de “gave van tongen” is en wat ze bewerkt. In de minder gedetailleerde Bijbelteksten die handelen over “tongen” hoeft dus niet meer tot in de puntjes uitgelegd te worden wat dat fenomeen inhoudt.

Dan nog een tweede conclusie uit dat gedeelte uit Handelingen 2. De Bijbelschrijver Lucas geeft in Handelingen 2 een geïnspireerde uitleg over wat “spreken in tongen” wil betekenen. Het is de passage van uitleg over “tongen” in deze materie. Indien er een andere, een tweede, betekenis zou moeten aan toegevoegd worden, dan zou de Schrift het ook opnieuw beschreven hebben. Dit doet de Bijbel niet. We maken die opmerking omdat men in de kringen van pinksterkerken zegt dat er twee soorten “spreken in tongen” zijn. Zie dat in het eerste citaat hierboven. Het zou volgens hen ook kunnen gaan om een taal die God aan mensen geeft die NERGENS gesproken wordt op de wereld. Het zou dan om een taal kunnen gaan die God aan een gelovige geeft zodat God en die persoon in privé kunnen converseren. De gave van “tongen” zou in een andere passage niet dezelfde inhoud hoeven te hebben als in Handelingen 2. Dat is echter gewoon maar de leer van een kerkelijke groep. Het is een uitleg die niet uit op enig Bijbels bewijs kan steunen. Als het om een andere soort gave gaat zou God dat hebben beschreven voor ons. Gezien het om dezelfde gave gaat in alle teksten is het voldoende om naar het “spreken in tongen” van Handelingen 2 te kijken om te weten wat die andere teksten dan bedoelen te zeggen. Zie hierover verder ons commentaar bij 1 Corinthe 14.

Dit zijn de gevolgtrekkingen uit het bovenstaande:

1° In de uitleg van de pinkstermensen is God een God van wanorde. Als iets twee betekenissen heeft en God maakt dat niet overzichtelijk is er kans op het verkeerd interpreteren van teksten. Geloof het maar: dat zou God niet willen.

2° Hier gaat Marcus 16:16,17 al in vervulling. Er waren op die toespraak van Petrus, Joden uit wel 15 landen aanwezig. Vanaf nu zal Jezus ook buiten Israël aan andere Joden gepredikt worden. De apostelen stoten niet slechts klanken uit zoals in moderne pinksterkringen. Ze spreken in bestaande

Page 21: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 21

talen. Ze gaan daarvoor niet uit de bol zoals nu. Ook de hoorders gaan niet uit de bol zoals nu. De enige emotie die de hoorders hebben is deze: dat ze “verbaasd” zijn, wat gewoon menselijk is bij een dergelijk gebeuren. Wat in pinksterkringen gezien wordt is in werkelijkheid het omgekeerde van wat de apostelen doen bij dat spreken in tongen.

3° Pinkstertheologen zijn zeer geraffineerd in hun terminologie en gebruiken allerhande truckjes om de ware toedracht van Bijbelse betekenissen te verdoezelen. Een voorbeeld is dit citaat al aangehaald van blz.15. Van A. Wommack staat op de site www.vergadering.nu een commentaar op het boek Handelingen. We citeren er uit van Handelingen 2:4 (onze onderlijning en hoofdletters):

“Opmerking 8 bij Handelingen 2:4:DIT IS HET ENIGE VOORBEELD IN DE BIJBEL WAAR GELOVIGEN IN BEKENDE TALEN SPREKEN. DE ANDERE GEVALLEN WAAR IN TONGEN WERD GESPROKEN (HANDELINGEN 8:18; HANDELINGEN 10:45-46, HANDELINGEN 19:6) WAREN KLAARBLIJKELIJK DE HEMELSE TALEN DIE NIET BEKEND ZIJN BIJ DE MENSEN.”

U MERKT HET VERSCHIL = Over Handelingen 2 zegt hij dat de apostelen: “in BEKENDE talen spreken”

Maar over Handelingen 8:18 / Handelingen 10:45,46 / Handelingen 19:6 gaat het ineens, zomaar doortrapt, zonder kleerscheuren naar:

“waren klaarblijkelijk de hemelse talen die NIET BEKEND zijn bij de mensen. ”

Dat is woorden verdraaien en zonder enige grond betekenissen aan een begrip toevoegen die niet kunnen. Het Griekse woord is “glossa” en heeft meerdere betekenissen maar niet deze van een “geheimtaal.” Er is maar één uitdrukking voor: volkverlakkerij!

De rode draad om te begrijpen wat er eigenlijk in de Schrift bedoeld word met “spreken in tongen” is Handelingen hoofdstuk twee. De definitie ervan staat niet beschreven in 1 Corinthe 14. Het gaat daar over hoe er moet mee worden omgegaan, als het niet volgens de norm van Handelingen 2 plaats heeft. Met het Pinksterfeest is “spreken in tongen” zondermeer dit: de apostelen spreken en vreemden die het horen moeten toegeven dat is mijn moedertaal. Ze spraken in vreemde talen en de vreemdelingen hoorden hen in hun eigen talen het evangelie verkondigen. Er zijn pinkstertheologen die beweren dat “spreken in tongen” = “onverstaanbaar praten” voor wie het hoort. Want de persoon spreekt in een aparte “hemelse” taal hem door God geschonken.

Dat leert de Bijbel niet. Het is alleen het verwoorden van een wensdroom en niets meer! Maar Paulus geeft wel te kennen in 1 Corinthe 14, tot viermaal toe, dat zo een soort spreken in die stad KAN VERTAALD WORDEN.

Page 22: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 22

De apostelen ontvangen de Heilige Geest op de PinksterdagIllustratie van een onbekend tekenaar: tempera kleuren en goud op perkament 

9 1/8 x 6 5/16 inch. MS. LUDWIG VII 1, FOL. 47VUit Ottonian, Regensburg, rond 1030 - 1040 In het J. Paul Getty Museum

DE DERDE TEKST: Handelingen 10:44-47 / 11:15-18

Wat zegt en leert die tekst:

“44 Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de heilige Geest op allen, die het woord hoorden. 45 En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, 46 want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken. Toen merkte Petrus op: 47 Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de heilige Geest hebben ontvangen? 48 En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Toen verzochten zij hem nog enige dagen te blijven. (…) 15 En toen ik begonnen was te spreken, viel de heilige Geest op hen, evenals in het begin ook op ons. 16 En ik herinnerde mij het woord des Heren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden. 17 Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus, hoe zou ik dan bij machte geweest zijn God tegen te houden? 18 En toen zij dit gehoord hadden, kwamen zij tot rust

Page 23: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 23

en verheerlijkten God, zeggende: Zo heeft dan God ook de heidenen de bekering ten leven geschonken.”

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

Van pinkstertheoloog A. Wommack verscheen: ‘Spreken in tongen’, op www.vergadering.nu/ We citeren met onze onderlijning gedeeltelijk uit voetnoot XX:

Opmerking 9 bij Marcus 16:16: Deze tekst heeft velen doen geloven dat de waterdoop een onderdeel is van de verlossing en dat de ervaring van het wedergeboren worden zonder waterdoop geen realiteit kan zijn. Door dit soort denken zou, gebaseerd op Joh. 6:40, het aanschouwen van Jezus een voorwaarde moeten zijn voor redding. (…)Er zijn echter schriftuurlijke voorbeelden van mensen die wedergeboren waren voordat ze in water werden gedoopt. Cornelius en zijn vrienden waren vervuld met de Heilige Geest en spraken in tongen voordat ze in water werden gedoopt (Hand. 10:44-48). In Johannes 14:17 staat dat Jezus zei dat een ongelovige niet de Heilige Geest kan ontvangen (zie opmerking 27 bij Joh. 14:17), dus Cornelius en zijn vrienden moesten al wedergeboren zijn voordat ze zich lieten dopen.Toen Petrus voor de gelovigen in Jeruzalem verhaalde over de bekering van Cornelius, verwees hij naar de doop in de Heilige Geest als bewijs van de bekering van heidenen, maar hij noemde nooit hun waterdoop (Hand. 11:1-8). Dit zou ondenkbaar zijn geweest als de vroege gemeente de waterdoop als een vereiste voor redding had beschouwd.”

Wat er werkelijk staat:

Gestuurd door de Heilige Geest ging Petrus naar het huis van een zekere Cornelius, legerofficier en heiden. De apostel leerde hem en allen die met hem vergaderd waren datgene: “wat door de Here opgedragen is” (Handelingen 10:33). In het voorafgaande, Handelingen 10:1-32, zien we dat God het belang dat de heidenen moesten opgenomen worden in de familie Gods door een speciale openbaring aan Petrus moest kenbaar gemaakt worden. Petrus had die openbaring goed begrepen. Hij voelde dat bij zijn aankomst. Omdat die mensen hem verwachtten begon hij met de woorden: “Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoon is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig” (Handelingen 10:34,35). Toen de Heilige Geest op de heidenen viel, begonnen ze in tongen te spreken. “Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken” (Handelingen 10:44-46). God doet er dus nog een schepje bovenop, om Petrus en alle andere Joden te tonen dat de gelovige heidenen evengoed tot Gods kudde behoren: ze spreken in tongen!

Het gezin van Cornelius sprak in “tongen.”

Ze ontvingen DEZELFDE GAVE als de apostelen hadden ontvangen met Pinksteren.

Wanneer Petrus na dit voorval terug ging naar Jeruzalem, eisten de Messiasbelijdende Joden daar verantwoording voor wat er gebeurd was in het huis van Cornelius. Joden en heidenen zijn als water en vuur. De apostel beschrijft hoe hij het gebeuren zag, door op te merken volgens Handelingen 11:15: “En toen ik begonnen was te spreken, viel de heilige Geest op hen, evenals in het begin ook op ons” (NBG) of “gelijk ook op ons in het begin” (SV). Uit Handelingen 11:17 blijkt het hen voldoende bewijs was om de heidenen aan te nemen als hun “broeders en zusters.”

Page 24: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 24

Er staat: “Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus, hoe zou ik dan bij machte geweest zijn God tegen te houden?”

Er zijn in dat verhaal twee redenen om aan te nemen dat dit “spreken in tongen” van Handelingen 10 naar hetzelfde verwijst als het “spreken in tongen” uit Handelingen 2.

1° Lucas, een gezel van de rondreizende Paulus, is schrijver van de beide gebeurtenissen. Hij gaat er niet van uit dat er twee soorten “spreken in tongen” bestaan! Wat hij met die “tongen” in Handelingen 10 bedoelt, heeft hij voordien uitgelegd in het tweede hoofdstuk. Indien er nu sprake zou zijn van een andere soort “spreken in tongen” dan zou hij verstaanbaar hebben omschreven waarin dat verschil lag. Hij doet dat niet. Het gaat dus om hetzelfde verschijnsel.

2° De gave van “spreken in tongen” in Handelingen 2 gaf aan de twaalf apostelen die ze ontvingen die kracht om vreemde talen te spreken die zij zelf nooit hadden geleerd. Dit “spreken in tongen” van Handelingen 10 is van dezelfde aard. Er bestaat geen twijfel over dat Cornelius dezelfde gave heeft ontvangen als die discipelen op de Pinksterdag. Petrus neemt voor ons vandaag alle twijfel daarover weg door te zeggen: “Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven” volgens de NBG van Handelingen 11:17. Of volgens de SV: “Indien dan God hun evengelijke gave gegeven heeft, als ook ons.” Gezien de gave “de evengelijke gave” was, is de enig mogelijke uitleg dat ook dat huisgezin bij machte was niet aangeleerde talen te spreken.

Dat wil zeggen dat wanneer God deze geestelijke gave aan de heidenen geeft er bewezen wordt dat zij net als de Joden werden aanvaard als Zijn kinderen. Als heidenen, evenals de 12 apostelen, die zegen ontvangen bij het horen van het evangelie, dan is Gods gemeente in een nieuwe fase getreden. Petrus zegt dat het een “volkomen gelijk” evenement is Lucas heeft in zowel Handelingen 2 als Handelingen 10 duidelijk het Griekse woord “glossa” hier gebruikt voor “tongen.” In de samenhang van beide verhalen is er niets in die contexten, dat doet denken aan extatische uitspraken. HET GAAT BEIDE MALEN OM ECHTE TALEN. Petrus weet iets van dat soort talen, hij spreekt er enkele zonder ooit geleerd te hebben. De andere mensen begrepen die talen die gesproken werden. Het was géén gebrabbel!

We weten niet welke talen de familie Cornelius sprak, maar ik kan er me niet van ontdoen dat het om ofwel het Hebreeuws ging of het Aramees. De reden van onze bewering is dat er in die zaak maar één groep is die moet overtuigd worden van het echte spreken in talen en dat waren de Joden. Kijk maar eens naar 1 Cor.14: “21 In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here. 22 Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen.” Handelingen 10:23,44-46 leert ons: “En de volgende dag stond hij op en vertrok met hen, en enige der broeders uit Joppe gingen met hem mede. En de volgende dag kwam hij te Caesarea aan. En Cornelius was hen wachtende, terwijl hij zijn bloedverwanten en beste vrienden had bijeengeroepen. (…) Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken.” In het 11de hoofdstuk lezen we vers 12: “En de Geest zeide tot mij, dat ik met hen moest medegaan zonder bezwaar te maken. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn het huis van die man binnengegaan.” Als de zes broeders die met Petrus meegingen de familie Cornelius in het Hebreeuws of Aramees hoorden praten dan zou dat voldoende bewijs voor hen zijn dat God ze ook had aangenomen als Zijn kinderen. Maar ging het om andere talen, mij om het even. Ze spraken in talen die ze niet aangeleerd hadden. Elke andere uitleg schiet tekort. Wanneer iets “evengelijk” is aan iets anders dan staat er een teken van gelijkheid. Dit = Dat.

Page 25: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 25

Dit zijn de gevolgtrekkingen uit het bovenstaande:

1° De taal (talen) die zowel Cornelius als de apostelen met Pinksteren gesproken hebben, waren talen die ergens op deze aarde gesproken werden. Geen geheimtaal! Zodat we niet mogen redeneren dat er sprake was van “extatische spraak.” In geen enkele van die gevallen.

2° Lucas beschrijft in Handelingen 10:45 wat er na de prediking van Petrus gebeurde: “En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest OOK over de heidenen was uitgestort.” Dat Lucas hier de vergelijking “ook” gebruikt, verwijst zonder twijfel naar de voorafgaande uitstorting van de Geest op de Pinksterdag in het tweede hoofdstuk van Handelingen. Het verhaal van Cornelius is daaraan gelijk.

Photo bij een artikel over spreken in tongen: vrouw uit een pinksterkerk in Congo.New York Times artikel ‘Correction Appended’, 7 november, 2006 van BENEDICT CAREYWe weten uit de praktijk dat dit soort spreken voor de 99,999999% geen bestaande taal is en het heeft dus geen zin dit aan de vervulling van Hendelingen twee toe te schrijven.

DE VIERDE TEKST: Handelingen 19:1-7

Wat zegt en leert die tekst:

“1 En terwijl Apollos te Korinte was, geschiedde het, dat Paulus, na door de bovenlanden gereisd te zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond. 2 En hij zeide tot hen: Hebt gij de heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een heilige Geest is. 3 En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes. 4 Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus. 5 En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. 6 En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden. 7 En het waren in het geheel ongeveer twaalf mannen.”

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

Page 26: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 26

Drs. Gijs van den Brink is pinkstertheoloog en schreef in het blad ‘Soteria’, 20/1 (2003) het artikel: ‘Dooppraktijk en gemeentevorming Over de implicaties van de nieuwtestamentische doop voor de ecclesiologie.’

“Voor de relatie tussen Johannes de doper en de rest van het Nieuwe Testament is van betekenis dat in het evangelie naar Johannes het dopen door Johannes de Doper en door Jezus in één adem genoemd wordt (Joh.3:22,23; 4:1). De christelijke doop die de apostelen na de hemelvaart van Jezus praktiseren wordt in het Nieuwe Testament dan ook niet afgezet tegen, maar ligt juist in het verlengde van de doop van Johannes. Lucas verwoordt de verkondiging van Petrus als volgt: ‘Bekeert u en een ieder van u late zich dopen' (Hand 2:38). Ook hier dus een directe relatie tussen doop en bekering en de gedachte van de doop als inwijding.”

Van pinkstervoorganger A. Wommack verscheen: ‘Spreken in tongen’, op www.vergadering.nu/ We citeren gedeeltelijk uit voetnoot XXX:

“Opmerking 4 bij Matt. 3:11: Johannes de Doper had de doop geïntroduceerd zoals we die tegenwoordig in de kerk kennen. Onder het Oude Verbond waren er veel “wassingen” (Heb. 9:10) die een symbool konden zijn geweest voor de doop, maar het werd niet gedaan onder berouw (Marc. 1:4), zoals Johannes de Doper het leerde. De Joden stelden echter geen vragen bij de doop en ze verwachtten zelfs dat deze in praktijk zou worden gebracht door de Christus en de boodschapper die God vóór Hem zou zenden (Joh. 1:25). Johannes de Doper doopte vanwege twee redenen. De eerste was de bekering tot vergeving van zonden (Marc. 1:4; Luc. 3:3). Het Griekse woord “eis” is in deze verzen vertaald met “tot” en betekent letterlijk “omwille van, tengevolge van”. De tweede reden was om Jezus aan Israël te openbaren (Joh. 1:31).”

Van pinkstertheoloog A. Wommack verscheen: ‘Spreken in tongen’, op www.vergadering.nu/ We citeren met onze onderlijning gedeeltelijk uit voetnoot XX:

Opmerking 9 bij Marcus 16:16: In Handelingen 19:1-7 kwam de apostel Paulus ook een aantal discipelen tegen die in Jezus waren gaan geloven door de prediking van Johannes de Doper en door Johannes in water waren gedoopt, maar zij hadden niet gehoord van de doop in de Heilige Geest. Paulus doopte hen opnieuw met de Christelijke doop en toen ontvingen ze de Heilige Geest, maar het feit blijft dat ze volgelingen van Jezus waren voordat ze op de juiste manier in water waren gedoopt. (…)Filippus vertelde de Ethiopische eunuch, die aan Filippus vroeg om hem te dopen, dat als hij met zijn hele hart geloofde, hij gedoopt kon worden (Hand. 8:37). Filippus gebruikte alleen maar de waterdoop nadat iemand al tot geloof was gekomen. Op deze manier gebruikt Marcus de waterdoop.”

Wat er werkelijk staat:

De charismatische schrijver A. Wommack zegt in het bovenstaande: “Johannes de Doper had de doop geïntroduceerd zoals we die tegenwoordig in de kerk kennen.” Waar heeft die man zijn mosterd gehaald? Dat is Bijbels niet zo. De doop van Jezus is niet dezelfde als deze van Johannes. De doop van Johannes heeft niets te maken met de doopspraktijk in de gemeente van Christus. Deze pinkstertheoloog moet dat natuurlijk zeggen omdat hij in zijn theologie de “gelovige” Johannesdiscipelen persé een christelijk jasje moet aanmeten. Ook Gijs van den Brink moet dat in zijn vaandel dragen, hij spreekt van “het verlengde.” Zodoende kunnen zij hun leer onderbouwen: dat als iemand nu gedoopt word in water men dan volgend jaar of nog later gedoopt kan worden met de Heilige Geest. Dat ontkoppelen van de waarde van de doop in twee delen is als een nevel opwerpen zodat men niet goed meer ziet wat er aan de hand is. Men heeft het recht niet om zomaar

Page 27: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 27

zonder Bijbels bewijs die zaken te leren. DAT IS EEN VALS SPOOR VOOR DE MENSEN UITSTIPPELEN!

De toespraak van Johannes in Mat.3:7-12 is gericht tegen de Farizeeën en de Sadduceeën. Hij zei tegen hen onder andere dit: “7 Toen hij nu zag, dat vele van de Farizeeën en Sadduceeën tot de doop kwamen, zeide hij tot hen: Adderengebroed, wie heeft u een wenk gegeven om de komende toorn te ontgaan? 8 Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt; 9 en beeldt u niet in, dat gij bij uzelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham tot vader, want ik zeg u, dat God bij machte is uit deze stenen Abraham kinderen te verwekken. 10 Reeds ligt de bijl aan de wortel der bomen: iedere boom dan, die geen goede vruchten voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.” Mensen vergelijkt hij met bomen. Als die geen goede vrucht voortbrengen zullen ze in het vuur geworpen worden. Johannes doopte in water “tot bekering” en wat zijn activiteit betreft: het gaat uitsluitend over Israël. Hij verricht een handeling als voorganger voor Hem die nadien komt. Hij die komt zal op tweeërlei wijze dopen, namelijk met de Heilige Geest en met vuur. Later, in Handelingen 10, leren we er uit dat die doop ook betrekking heeft op heidenen. Bij Johannes gaat het om wat Christus met Israël - dat is namelijk “zijn dorsvloer” - zal doen.

Er is een parallel met de doop van Johannes en deze in de gemeente van Christus. Van deze vriend van de bruidegom lezen we: “En nadat Johannes overgeleverd was, kwam Jezus in Galiléa, predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods.” - (Marcus 1:14 SV 77). Johannes was behalve doper ook nog profeet en verkondigde volgens Mattheüs: “En zeggende: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.” - (Mat.3:2 SV 77). Maar het waren alleen zij die zich bekeerden, die zich moesten laten dopen. De doop was het laten zien, dat men zich bekeerde. Vanuit Hand.19:4 hield Johannes zijn gehoor ook voor dat na hem een andere moest komen. In zekere mate moest men een eerste geloof “in Hem” al bezitten. Het gaat niet slechts om het “koninkrijk” maar ook om de “koning” die na Johannes kwam. De doop van Johannes schonk, op zichzelf dus niet de vergeving. Het is dan ook van belang op te merken, dat er in Mat.3:6 SV 77 staat: “En werden door hem gedoopt in de Jordaan, belijdende hun zonden.” Maar wie de doop van Johannes ontving - ze waren met honderdduizenden - is daarom nog geen discipel van Jezus geworden. Integendeel, Jezus had veel Joodse vijanden en we mogen toch niet beweren dat ze allen, zoals dezen in Epheze, leerlingen van de Nazarener waren? Wat voor een krakkemikkige theologie is dat!

Laten we de gelijkenissen die er zijn tussen de doop van Johannes en de christelijke doop, ons opgelegd door Jezus, op zij zetten, want er zijn drie grote verschillen. 1° De doop van Johannes was UITSLUITEND voor Joden, de doop van Jezus voor alle gelovigen wat hun raciale afkomst ook moge zijn. 2° De doop behoort er te komen als teken van je lidmaatschap van de kerk/gemeente van Jezus, niet van Israël. Op de dag van Pinksteren werden drieduizend mensen aan de gemeente van Christus toegevoegd. De doop was het eerste teken van gehoorzaamheid nadat ze beseften dat er slechts in Jezus redding was. De geredde en gelovige geeft daarvan getuigenis door middel van zijn doop. Als men weigert dat getuigenis af te leggen, komt het erop neer om erkend te worden als een ongehoorzame discipel. Want Jezus gaf die opdracht. Wie tot Jezus wil behoren, moet voor dat getuigenis kiezen. En dat is een trinitarisch gebeuren dat in de doop van Johannes niet terug te vinden is. – Mat.28:18-20.3° De doop van Johannes heeft als grote verschil dit punt: de doop is een identificatie met Christus zegt Romeinen 6! Als de gelovige onder water gaat, is dat de afbeelding van de dood en de begrafenis van Christus. Komt men weer uit het water, dan krijg je het beeld van de opstanding van Christus. - Romeinen 6: 4. Dat gebeuren van een christelijke doop is een getuigenis van wat Christus heeft gedaan aan het kruis. De doop zelf geeft geen verlossing van zonden maar is er het teken van. De doop beeldt onze identificatie af met Christus: het is in Zijn dood, Zijn begrafenis en Zijn opstanding dat we delen.

Page 28: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 28

De originele doopformule is waarschijnlijk niet/nooit TOEGEPAST. In Mattheüs 28 is de opdracht: “En doopt hen tot (eis) de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest” (vs. 19).Maar in het boek der Handelingen van de apostelen wordt gesproken over:“dopen in (epi) de naam van Jezus Christus” (Hand.2:38) = de discipelen in Jeruzalem“dopen in (en) de naam van de Heer” (Hand.10:48) = de eerste heidenen “dopen tot (eis) de naam van de Heer Jezus” (Hand.19:5) twaalf mannen te Epheze, vroegere leerlingen van Johannes, de Doper.

Zo ziet het verschil eruit in tabelvorm.

Overzicht van de doop met water en de doop met de Heilige GeestDe doop met water: De doop met de Heilige Geest:

1° heeft uitwendig plaats. 1° heeft met het innerlijk te maken.2° wijst op een symbolische handeling. 2° het is een wezenlijke iets.3° wordt door de ene mens aan de ander voltrokken. Hier is een mens tussenpersoon. Dit legt de nadruk op het feit waarom Jezus Christus Zelf niet doopte (Joh.4:2). Zijn werk was niet het voltrekken van een symbolische handeling, daar was een mens voor aangesteld. Christus Zelf is wel de opdrachtgever. Zijn werk ligt op een ander vlak, niet op een ritus, maar op geestelijk vlak.

3° de gelovige is als tussenpersoon uitgeschakeld, wat de doophandeling betreft. Het is Jezus Christus die met de Heilige Geest doopt (Hand.2). In twee gevallen is het gebeurd na handoplegging van de apostelen (Hand.8:17 / 19:6). Maar dit zijn twee bijzondere dopen en niet de regel.

4° het doopmiddel is water. 4° het doopmiddel is de Heilige Geest.5° het gevolg is o.a. dat men zo aangeeft discipel te zijn. Dat is aangegeven in enkele teksten waarin sprake is van dopen “TOT” of “IN” .

5° het gevolg is de eerste maal de vorming van de gemeente van Jezus met Pinksteren. Daarna ook de toevoeging bij het lichaam van Christus (1 Cor.12:12,13).

6° Deze doop maakt je tot discipel van het koninkrijk.

6° Deze doop heeft te maken met de gemeente of kerk van Jezus Christus.

Het heeft geen zin om te verwijzen naar een tekst als Johannes 4:1,2 De discipelen van Jezus praktiseerden de doop: “Als dan de Heere verstond, dat de farizeeën gehoord hadden, dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes (Hoewel Jezus Zelf niet doopte, maar Zijn discipelen).” – (SV vertaling.) Maar dat was in de periode VOOR Pinksteren en vanaf die tijd is er een andere regeling door God getroffen. Je kunt toch niet gewoon beweren dat het over dezelfde zaak zou gaan gezien de drie punten op blz.25. De vroege gemeente praktiseerde altijd de doop op basis van het getuigenis van de personen dat ze gered werden door Jezus. Kijk eens naar deze lijst volgens de SV. Let er ook op: er komt ook slechts tweemaal een “spreken in talen” bij te pas.

De 3.000 Joodse bekeerlingen in Jeruzalem / Handelingen 2:41: “Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt”

De bekeerlingen in Samaria / Handelingen 8:12: “Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk Gods en van den Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, beide mannen en vrouwen.”

De Ethiopische kamerling bekeerde zich en werd gedoopt / Handelingen 8:38: “En hij gebood den wagen stil te houden; en zij daalden beiden af in het water, zo Filippus als de kamerling, en hij doopte hem.”

Page 29: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 29

Saulus bekeerde zich en werd gedoopt / Handelingen 9:18: “En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende, en stond op, en werd gedoopt.”

Cornelius en zijn huis bekeerden zich, spraken in talen en werden gedoopt / Handelingen 10:48: “En hij (Petrus) beval, dat zij zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren.”

Een gevangenisbewaker in Philippi en zijn familie werden gered en gedoopt / Handelingen 16:33: “En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies hen van de striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen.”

De gelovigen te Corinthe, werden gedoopt / Handelingen 18:8: “en velen van de Corinthiërs hem horende, geloofden en werden gedoopt.” In 1 Corinthe 1:14,15 zegt Paulus dat hij slechts enkele bekeerlingen heeft gedoopt in die stad.

De discipelen in Epheze werden gered en gedoopt en nadat Paulus ze de handen oplegt spreken ze in talen / Handelingen 19:5: “En die hem hoorden, werden gedoopt in den Naam des Heeren Jezus.”

Enkele Romeinse gelovigen werden gedoopt / Romeinen 6:4: “Wij zijn dan met Hem begraven door den doop in den dood.”

Enkele gelovigen uit Colosse werden gedoopt / Colossenzen 2:12: “Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt.”

Hoe staat het met dit ontvangen van de Heilige Geest en de relatie geloof vooraf en doop. Er is geen echte regel zeggen pinkstermensen. Maar het is toch duidelijk dat het in de praktijk gaat om wat we in Handelingen 2 vinden, het andere zijn uitzonderingen van één persoon tot een klein groepje. In dit verband een lijstje:

Hand.2:38 = Joden te Jeruzalem: geloof, doop, ontvangst van de Heilige Geest. (Regel) Hand.8:12-17 = Samaritanen: geloof, doop, oplegging van handen van de apostelen,

ontvangst van de Heilige Geest. (Uitzondering) Hand.10:43-48 = heidenen in het huis van Cornelius: geloof, ontvangst van de Heilige

Geest, spreken in tongen, en dan de doop. (Uitzondering) Hand.19:5,6 = de 12 mannen te Epheze: geloof, doop, oplegging van handen door de

apostelen, ontvangst van de Heilige Geest en spreken in tongen. (Uitzondering, want niet iedereen kreeg naderhand de gave van tongen in die gemeente.)

In dit gedeelte is het de derde en laatste maal dat er in het boek Handelingen over de wonderbaarlijke gave van “spreken in tongen” wat geschreven staat. Paulus, was tijdens zijn reizen in Epheze aangekomen en vond er 12 discipelen die waren gedoopt in de doop van Johannes. Ze wisten nog niet dat de Messias was gekomen. Nadat Paulus hen de verlossing in Jezus had gepredikt, werden zij gedoopt in Zijn Naam. “En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden” (Handelingen 19:6). Gaat het hier om een soort “spreken in talen” zoals in Handelingen 2? Of is het wat A. Wommack beweerd: “Dit is het enige voorbeeld in de Bijbel waar gelovigen in bekende talen spreken. De andere gevallen waar in tongen werd gesproken (Handelingen 8:18; Handelingen 10:45-46, Handelingen 19:6) waren klaarblijkelijk de hemelse talen die niet bekend zijn bij de mensen.” We citeren hier Opmerking 8 bij Handelingen 2:4 van A.Wommack op www.vergadering.nu. (Onze onderlijning.) Voor deze pinkstertheoloog en bijna alle anderen is dit spreken in tongen niet van dezelfde aard als deze “tongen” in Handelingen 2.

Het gaat wel degelijk om het spreken van talen die men ergens op aarde spreekt en toch niet zijn aangeleerd.Vanuit dit voorval uit Handelingen 19 wil men ons in die kringen duidelijk maken dat de “tongen” die er gesproken werden vreemde, maar vooral niet aardse talen waren. Want dat wil men er van maken, het gaat om een taal die God geeft aan een gelovige zodat ze beiden elkaar goed kunnen verstaan en dat God zijn “kind” in het onderbewuste kan laten groeien. Dat is hier niet verondersteld, tenzij men de Schrift geweld aandoet. Er is toch geen enkele reden op te

Page 30: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 30

noemen waarom er twee (of meer) soorten “spreken in talen” in de Schrift vermeld zouden zijn. Dat men bij willekeur - of onderlinge afspraak - mag gaan kiezen om welke vorm het zou kunnen gaan in een bepaalde tekst. Noch wordt er gezegd dat de ervaring niet dezelfde was als die van Handelingen 2. De “discipelen” van Johannes de Doper, die nu “discipelen” van Jezus geworden zijn, spreken NA de handoplegging van Paulus in “talen.” Dit is hier ook geen “herdoop.” Een echte christelijke doop heeft dat onderscheid gemaakt. Verder maakt Lucas geen aanstalten om een onderscheid te maken tussen dit voorval en de andere twee waarover hij schreef in Handelingen 2 en 10. Lucas die deze gebeurtenissen neerschrijft zou aan de lezer toch wat uitleg hebben gegeven INDIEN “spreken in tongen” meer dan één betekenis had! In deze gebeurtenis van Epheze gebruikt Lucas hetzelfde Griekse woord “glossa” als in de 2 vorige gevallen. Dus de enige logische conclusie is dat de gave van “tongen” die ontvangen werd door de Epheziërs geen andere vorm was dan de gave van “tongen” uit Handelingen 2 of 10.

We citeren nog iets van de al aangehaalde pinkstertheoloog. Van Andrew Wommack staat op de site www.vergadering.nu een commentaar op het boek Handelingen. We citeren uit Handelingen 2:4, onze onderlijning en hoofdletters:

“Opmerking 5 bij Handelingen 2:4: Het is niet helemaal duidelijk wie in dit vers de “zij” waren. In het eerste hoofdstuk sprak Lucas van 120 mannen en vrouwen die in de bovenzaal aanwezig waren, maar er kan niet met zekerheid gezegd worden dat deze allemaal aanwezig waren toen de Heilige Geest kwam. ER KAN WEL VEILIG WORDEN AANGENOMEN DAT DE APOSTELEN DIE AAN HET WACHTEN WAREN, ZOALS JEZUS HUN HAD BEVOLEN (HANDELINGEN 1:4-5), IN TONGEN SPRAKEN. Het is ook heel goed mogelijk dat andere gelovigen, of alle gelovigen aanwezig waren in de bovenzaal en in tongen spraken (zie opmerking 20 bij Handelingen 2:11).”

We hebben over deze zaak een uitgebreid document. U vraagt het en we sturen het door. We zijn ervan overtuigd dat het slechts de 12 apostelen waren die de Heilige Geest toen hebben ontvangen en in tongen zijn gaan spreken. De conclusie is dat men in kringen met pinkstersignatuur niet naar dit verhaal mag verwijzen om te ondersteunen wat er op andere plaatsen niet staat. Namelijk dat men ook vandaag op basis van “verwachten en bidden om de Heilige Geest” die ook zal ontvangen. Niets is minder waar en er is ook geen ander Bijbels bewijs voor die leerstelling.

Wat leren we uit het boek Handelingen? Dat er driemaal over spreken in tongen sprake is en niet meer dan dat.

Handelingen 2:4: “en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.”

Handelingen 10:44,45: “Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, 46 want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken.”

Handelingen 19:6: “En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.”

Twee andere teksten uit het boek Handelingen die men, aanhaalt in pinksterkringen als een spreken in talen bespreken we in APPENDIX I. Men trekt daaruit een reeks verkeerde conclusies.

Dit zijn de gevolgtrekkingen uit het bovenstaande:

Page 31: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 31

1° Het blijkt dat in de pinksterleer de Bijbel niet genoeg is als basis van geloof. John David Clark, Sr. schreef: ‘Speaking in Tongues at Spirit Baptism’ © 2008 op www.goingtojesus.com/

Page 32: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 32

“Het lukt de pinksterbeweging vaak niet in hun poging anderen van hun standpunt, met betrekking tot het spreken in tongen door de geestesdoop, te overtuigen. Dat is omdat ze zich te sterk op de doopervaringen focussen in het boek Handelingen. Eigenlijk alleen, met behulp van persoonlijke ervaringen uit het boek Handelingen, is het onmogelijk om te bepalen of iedere persoon die gedoopt is met de Heilige Geest in tongen spreekt of niet. Het staat er gewoon niet. In sommige verhalen (Handelingen 2, 10, 19) is het spreken in tongen genoemd, terwijl in andere (Handelingen 8, 9, 16) dat niet zo is. Naar deze ongelijke verhalen wijzen, geeft tegenstanders van de traditionele pinksterleer een gerechtvaardigde kritiek. Natuurlijk, bevat het boek Handelingen materiaal met betrekking tot dit onderwerp, maar we moeten verder gaan dan de beperkte beschrijvingen van persoonlijke ervaringen gevonden in het boek Handelingen.”

Hij gaat dan verder in het lang en het breed uitleggen, dat men ook moet kijken naar de persoonlijke verhalen van gelovigen uit onze dagen. Dat is pas doorslaggevend. Als men er toe komt op een bepaald moment in talen te spreken is dat de bevestiging dat de Bijbel dat nog steeds verondersteld. Dat is een flauw argument. Maar Clark gaat maar door: het feit dat mensen nu in tongen spreken is de ervaring dat God niet veranderd is. Die ondervinding is het tweede bewijs dat Gods woord niet liegt. We moeten elkaar niet oordelen op dat punt, want wanneer de Geest het ons ingeeft dan is het als de schreeuw van een wedergeboren persoon. Tot zover Mr. John David Clark. Hij wijst naar Johannes hoofdstuk 3 en het verhaal van Nicodemus. Die man heeft twee zaken die voor hem de zaak beslechten. De Bijbel alléén is hem niet genoeg. Het is de beleving die de doorslag geeft. Zoals in de Katholieke kerk de Bijbel niet genoeg is, maar ook de traditie er bij hoort zo is hier de Schrift EN de eigen ervaring nodig. Een dergelijk standpunt is verwerpelijk. Waar is hier het respect voor Gods woord!

2° In het licht van de manier waarop Lucas zich duidelijk maakt in Handelingen 2 / 10 en 19 lijkt het voor de hand liggend dat het geen extatische uitingen zijn. Als iemand de tekst serieus neemt mag er maar één conclusie in dat verhaal gelezen worden. Het gaat om bestaande talen die, als er een vreemde in de zaal is die de taal kent, hij of zij ze kan onderscheiden en bij name benoemen. Zodat hij/zij ook Gods boodschap kan verstaan. Dus gaat het er om, dat deze personen niet-bestudeerde vreemde talen spreken in een ogenblik van een seconde. Nu niet en dan ineens wel. Er is dus geen ENKEL BEWIJS in het boek Handelingen dat het Griekse woord “glossa” in de Bijbel zou VER-wijzen naar een extatische uiting. Iedere maal gaat het om bestaande talen spreken en géén gebrabbel.

DE VIJFDE TEKST: 1 Corinthiërs 12

Wat zegt en leert die tekst (gedeeltelijk):

“7 Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. 8 Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest; 9 aan de een geloof door dezelfde Geest en aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest; 10 aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten, en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking van tongen. 11 Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil. (…) 28 En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, (bekwaamheid) om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen. 29 Zijn zij soms allen apostelen? Allen profeten? Allen leraars? Allen krachten? 30 Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen? 31 Streeft dan naar de hoogste gaven.” (Onze onderlijning.)

Page 33: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 33

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

De ‘Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten’ hebben een site op het Internet met deze gegevens www.vpe.nl We citeren het volgende uit een korte inhoud van een bijdrage met de titel (onze onderlijning en hoofdletters): ‘Kan iemand vervuld zijn met de Heilige Geest zonder in klanktalen te spreken?’

“Laten we eerst de Schriften onderzoeken. Op de Pinksterdag viel de Heilige Geest op de gelovigen die bijeen waren gekomen,“allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen” (Hand. 2:4). Later, toen Petrus onderwees in Cornelius’ huis, kwam de Heilige Geest op allen, die de boodschap hoorden en zij spraken in klanktalen en prezen God (Hand. 10:44,46). En toen de apostel Paulus zijn bediening uitoefende onder de discipelen van Efeze, “daalde de heilige Geest op hen neer, zodat ze in klanktaal gingen spreken en profeteerden” (Hand. 19:6). Het is zeker dat ook Paulus zelf met de Heilige Geest vervuld was en in tongen sprak (1 Cor. 14:18). Deze Bijbelgedeelten tonen duidelijk aan dat het in tongen spreken het eerste uiterlijke kenmerk is van de doop in de Geest.

TOEN DE EERSTE GELOVIGEN VERVULD WERDEN, SPRAKEN ZIJ IN ANDERE TALEN EN HETZELFDE GELDT OOK VANDAAG DE DAG. Miljoenen gelovigen wereldwijd hebben precies hetzelfde getuigenis: vanaf het moment dat zij gedoopt werden in de Heilige Geest spraken zij in onbekende klanken. (…)

Sommige mensen die nooit in klanktalen hebben gesproken, getuigen van een krachtige en levensveranderende ontmoeting met de Heilige Geest. Toch kan niet gezegd worden dat zij vervuld zijn met de Heilige Geest op de wijze zoals het Nieuwe Testament deze ervaring beschrijft. Er ligt een essentieel verband tussen de vervulling of doop met de Heilige Geest en het spreken in klanktalen, zoals hierboven is aangegeven.

Wij onderwijzen dit omdat wij geloven dat het gebaseerd is op Gods Woord. We beschouwen het spreken in klanktaal niet als een bewijs dat iemand geestelijker is dan mensen dan mensen die niet in klanktalen spreken. Het is gewoon een prachtige belofte in Gods Woord die tot vervulling kan komen in onze levens. Wanneer we het afwijzen missen we deze prachtige zegen.

Allen die hongerig zijn naar “de vervulling” moeten worden aangemoedigd om de Heer te vertrouwen dat Hij hen wil vervullen met zijn Geest en hen klanktalen wil geven.”

Wat er werkelijk staat:

Laat ons starten met een opmerking die betrekking heeft op de drie hoofdstukken die over “spreken in talen” wat zeggen. Alle giften en niet alleen het “spreken in tongen” zijn er gekomen met het doel de gemeente van Christus op te bouwen als groep. Dit lijstje, dat hier onder volgt, zegt dat zondermeer: vermanen, stichten, bemoedigen, onderrichten enz. Daar hoort een taal bij die begrepen word zodat men niet aan een extatische taal moet denken, anders mist dat spreken in de gemeente zijn doel.

1 Cor.12:7 = “Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen.”1 Cor.12:25 = “opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden gelijkelijk voor elkander zouden zorgen.”

Page 34: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 34

1 Cor.14:3 = “Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend.”1 Cor.14:4 = “Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie profeteert, sticht de gemeente.”1 Cor.14:5 = “Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt.”1 Cor.14:6 = “6 En nu, broeders, als ik tot u kom en spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met onderricht?”1 Cor.14:7 = “Hoe toch zal men zelfs bij onbezielde dingen, die geluid geven, fluit of citer, als zij geen verschil in toon doen horen, te weten komen wat op de fluit of de citer gespeeld wordt?”1 Cor.14:8 = “Immers, indien de bazuin een onduidelijk geluid geeft, wie zal zich gereed maken tot de strijd?”1 Cor.14:9 = “Evenzo, indien gij met uw tong geen verstaanbare volzin spreekt, hoe zal men het gesprokene begrijpen? Gij zoudt immers in de lucht spreken?”1 Cor.14:16 = “Want anders, indien gij een zegen uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig is, op uw dankzegging zijn amen spreken?” 1 Cor.14:16 = “Hij weet immers niet, wat gij zegt.”1 Cor.14:17 = “Want gij dankt wel goed, doch de ander wordt er niet door gesticht.”1 Cor.14:19 = “maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong.”1 Cor.14:26 = “Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden.”1 Cor.14:31 = “Want gij kunt allen één voor één profeteren, opdat allen lering (…) erdoor ontvangen.”1 Cor.14:31 = “Want gij kunt allen één voor één profeteren, opdat allen (…) opwekking erdoor ontvangen.”

Paulus heeft aan het onderwerp van de geestelijke gaven niet zoveel aandacht besteed. Trouwens, een grote plaats hebben ze niet in de Bijbel. Dat gaat zeker ook op voor “spreken in tongen”: het ontbreekt aan enige verwijzing ernaar in 24 boeken uit het Nieuwe Testament. Ze zeggen daar niets over. De apostel schrijft: “1 Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten.” - (1 Corinthiërs 12:1.) In sommige vertalingen staat het woord “gaven” maar dan in schuin schrift, om aan te geven dat het er ter verduidelijking staat. Dat het in een deel van de Griekse manuscripten niet staat is al lang geweten, maar vertalers hebben het er ingevoegd. Paulus zei in feite tot de Corinthiërs: “Ik wil niet dat je onwetend zou zijn over “de geestelijke zaken”, waarmee natuurlijk de betekenis van geestelijke gaven bedoeld is.

De Corinthiërs zijn op geestelijk gebied goed verzorgd door Paulus, hij preekte er 18 maanden. Totaal onwetend waren ze niet wat betreft de geestelijke gaven, want de apostel zei al dat ze in geen enkele gave tekortschoten in het begin van de brief (1:7). Als hij zegt: “ik wil u niet onkundig laten”, gaat het niet over het bestaan van de gaven, maar over hun onwetendheid hoe de gaven op de goede manier gebruikt worden. Ze waren onwetend over het juiste gebruik van de gaven en dat blijkt bovendien uit de manier van het spreken in talen in de gemeente.

In de 3 hoofdstukken van 1 Corinthiërs die over “talen” spreken probeert Paulus in geen enkele van de gevallen om het “spreken in tongen” te beschrijven. Paulus sprak dus over iets waar zij in Corinthe bekend mee waren. De Corinthiërs kenden de betekenis van dat spreken. Het hoort namelijk tot de grondslag van het evangelieverhaal: de gemeente van Christus is sinds Pinksteren

Page 35: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 35

begonnen, na een spectaculair wonder. Lucas die voor een nog breder publiek schrijft, dezen die voor de eerste maal in contact komen met het christelijke gebeuren van Pinksteren beschrijft de noodzakelijke betekenis ervan in het boek Handelingen 2. Hij beschreef Theophilus, voor wie het boek bestemd was, de gave nauwkeurig. Wij mogen dat meelezen. Het “spreken in tongen” in Corinthe is ook van dezelfde aard als deze uit Handelingen 2.

Men mag er niet aan twijfelen dat de twaalf apostelen in Handelingen 2 in vreemde talen spraken die zij nooit hadden geleerd. Zij hebben de gave van “tongen” gewoon zondermeer van God ontvangen. Wanneer de christenen te Corinthe dezelfde gave hadden en zij plots in “talen” spraken was het geen gebrabbel. Ze hebben die gave zeer waarschijnlijk van Paulus – of Petrus volgens 1 Cor.1:12 - door handoplegging ontvangen na de prediking en bekering daar. Die conclusie wordt in het hedendaagse charismatische gebeuren genegeerd. Toch ligt die voor de hand en was door niemand betwijfeld tot het ontstaan van de moderne pinksterkerken begin van de jaren 1900.

We moeten ons er van onthouden, de hedendaagse opvattingen van “spreken in tongen” uit die kringen als de enige juiste uitleg te zien. Door de pinksterkerken is er een andere zin gegeven aan dat “spreken.” Ze lezen in deze teksten dat er twee soorten “spreken in talen” zijn. Als de Bijbel dit hedendaagse fenomeen onderschrijft, dan komt het van God. Maar is het wel zo? De “woorden Gods” geven nergens te kennen dat het “spreken in tongen” voor iedere gelovige zou bestemd zijn! Paulus, de apostel, weet waarover hij praat. Heeft hij de Heer soms niet gezien!

Wat de Schrift uiteindelijk te zeggen heeft over de toekomst van het spreken in tongen is weergegeven in het slot van 1 Cor.12. We geven het weer in drie vertalingen en geen enkele ondersteunt wat pinkstermensen beweren.

“Zijn zij soms allen apostelen? Allen profeten? Allen leraars? Allen krachten? Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen? Streeft dan naar de hoogste gaven.”(NBG.)

“Zijn zij allen apostelen? Zijn zij allen profeten? Zijn zij allen leraars? Zijn zij allen krachten? Hebben zij allen gaven der gezondmakingen? Spreken zij allen met menigerlei talen? Zijn zij allen uitleggers? Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is.” (Statenvertaling, Jongbloed-editie.)

“Niet iedereen kan apostel zijn, of profeet, of leraar. Kunt u allen wonderen doen? Hebt u allen de gave om te genezen, in talen te spreken en uitleg te geven? Streef naar de hoogste gaven! Maar eerst wijs ik u een buitengewoon voortreffelijke weg.” (Willibrordvertaling, herziene editie 1995.)

Je hoeft geen diploma op zak te hebben van hoogleraar in de theologie of Bijbelkunde om te begrijpen dat men in charismatische kringen regelmatig met de losse pols omgaat met deze Bijbelteksten. Paulus stelt hier enkele retorische vragen. Dat soort vragen mag bombastisch klinken en gekunsteld, maar in de dagen van de apostel was het een wijze van “redekunstig” vragen te stellen. Meestal, zoals ook trouwens hier, is er maar één antwoord. Het moet de hoorder of lezer aanzetten om wat dieper in te gaan op het onderwerp zodat hij/zij ziet dat men verkeerd bezig is. Het antwoord op de vraag: “Spreken soms allen in tongen?” of “Spreken zij allen met menigerlei talen?” uit de NBG en Statenvertaling is zondermeer: NEEN! Dat men in het voorgaande citaat ook maar durft te suggereren dat IEDERE echte gelovige MOET spreken in talen, is de woorden van Paulus verdraaien. Men liegt er maar op los in die aanhaling.

Daarom moet ik de laatst aangehaalde pinkstersite (op blz.30) driemaal tegenspreken. 1. Er staat in de Bijbel NIET: “Deze Bijbelgedeelten tonen duidelijk aan dat het in tongen

spreken het eerste kenmerk is van de doop in de Geest.”

Page 36: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 36

2. We moeten ook dit nog aanklagen. Er staat NERGENS bij enige schrijver van het NT: “Er ligt een essentieel verband tussen de vervulling of doop met de Heilige Geest en het spreken in klanktalen, zoals hierboven is aangegeven.”

3. Er staat ook GEEN ENKELE beschrijving in de Schrift dat men het spreken in tongen moet aanleren en de uitspraak, die we nog eens citeren, is dan ook gewoon godslasterlijk: “Allen die hongerig zijn naar “de vervulling” moeten worden aangemoedigd om de Heer te vertrouwen dat Hij hen wil vervullen met zijn Geest en hen klanktalen wil geven.”

Dit zijn de gevolgtrekkingen uit het bovenstaande:

1° Veronderstellen dat het “spreken in tongen” een bewijs is van vervuld met de Geest te zijn gaat niet op in de praktijk. Ja, alle gelovigen zijn geboden te worden gevuld met de Geest volgens Epheziërs 5:18, maar NERGENS IN DE SCHRIFT zijn gelovigen BEVOLEN om te spreken in tongen. Een christen kan onder invloed en controle van de Heilige Geest komen en toch niet in tongen spreken. Er zijn tal van gevallen waarbij de discipelen werden “vervuld met de Geest”, maar niet in tongen hebben gesproken. Zie als voorbeelden: Handelingen 4:31 en 13:9-11.

2° Wees voorzichtig en verwar anderen op dat punt niet: ben je gedoopt dan is je opdracht “vervuld met de Geest” te worden (Epheziërs 5:18). Alle gelovigen, in om het even welke positie ze in de gemeente hebben, zien een gelijk aandeel in vereniging met Hem tegemoet. Maar ze hebben niet allen dezelfde gaven op aarde. Of zijn we allemaal soms “apostelen?” Ook daar moeten we toch “neen” op zeggen! Ga niet beweren dat het spreken in tongen tot de vrucht van de Geest behoort. De vrucht van de Geest geeft de resultaten aan in het gevuld met de Geest zijn. Galaten 5:22,23 omvat negen kenmerken en over tongentaal is er geen woord gezegd.

3° Het spreken in tongen is géén bewijs van iemands geloof. Er zijn voorbeelden van door demonen bezeten mensen die in tongen spreken. En die taal dan ook nog tot in de puntjes beheersen. Het is een vergissing om te veronderstellen dat het een tekengave is voor die persoon. Het is bovendien zondig voor een christen om te zoeken naar tekenen. We hebben als bron van ons geloof Gods Woord gekregen. Het is een teken voor ongelovigen: in het bijzonder de Joden, die van Jezus niets willen horen (1 Corinthiërs 14:22)! Zo zie je, de christenen in Corinthe hadden een zwak geloof. Wie zijn geloof wil baseren op personen die “spreken in tongen” blijken de verkeerde weg in te slaan. Thomas is een goed voorbeeld en illustratie van een leerling die zwak in het geloof was: “ik moet de tekenen zien”, was zijn motto. Thomas was net als de Corinthiërs, zwak in het geloof: Heer geef ons tekenen. - Johannes 20:24-29. Dat is een verkeerde visie. Wij geloven de Bijbel en geloven wat er staat. We zullen wandelen door geloof: niet door wat we zien of horen.

Pinkstertheologen zijn echter niet onder de indruk van zo een redenering. We illustreren hoe dat gaat. J.E. van den Brink, schreef voor het tijdschrift ‘Kracht van Omhoog’ 36ste jaargang, (1972) de serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 8: “Wanneer er staat: 'Deze tekenen zullen de gelovigen volgen', worden met 'gelovigen' uitdrukkelijk bedoeld degenen die naast het geloof in hun rechtvaardigmaking, ook geloven in de doop met de Heilige Geest. Zonder deze doop, dus uit kracht van de eigen innerlijke mens, komen deze tekenen niet voor.” Maar man toch, dat is Bijbels niet zo. Want Paulus zegt dat er maar een deel van de gelovigen in talen spreken. Hij zegt overigens ook niet dat allen moeten streven naar het spreken in talen. J.E. van den Brink had beter zijn Bijbel moeten lezen en geen zaken verkondigen die een aanfluiting zijn aan iemand als Paulus.

Page 37: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 37

DE ZESDE TEKST: 1 Corinthiërs 13

Wat zegt en leert die tekst (gedeeltelijk):

“8 De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben. 9 Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. 10 Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. 11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, verlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. 12 Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. 13 Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.”

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

De ‘Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten’ hebben een site op het Internet met deze gegevens: www.vpe.nl We citeren het volgende uit een korte inhoud van een bijdrage getiteld: ‘Kun je de doop in de Heilige Geest alleen herkennen aan het spreken in tongen?’

“Wanneer iemand vervuld is met de Heilige Geest kun je dit herkennen aan het feit dat deze persoon in tongen (NBV: klanktalen) kan spreken. Dit is de enige manier waarop je consequent kunt vaststellen of iemand de doop in de Heilige Geest heeft ontvangen. Maar de doop in de Heilige Geest is geen doel op zich. Het is een open deur naar een geestvervuld leven. Het markeert een begin, niet een einde. (…)

Het is een leven dat geleefd moet worden, niet een ervaring waaraan je kunt terugdenken. Sommigen vergeten dit belangrijke onderscheid. Ze zijn tevreden met een herinnering aan het moment waarop de Heilige Geest in al zijn volheid in hun leven kwam en zij in nieuwe tongen de Heer loofden en prezen. Wanneer je niet verder komt dan dat punt is dat heel jammer.” (Wij onderlijnen.)

George C. Clark, Sr. en John D. Clark, Sr., twee pinkstervoorgangers schreven: ‘Speaking in Tongues.’ We vonden het op www.goingtojesus.com/ en citeren met onze onderlijning:

“Er is geen leven zonder de taal van de Geest, want het ontvangen van de heilige Geestesdoop en het spreken in tongen zijn onlosmakelijk verenigd als twee delen van onze ervaring in Christus. Op het moment dat men de heilige Geestesdoop ontvangt, wordt men bewogen door de Geest te “kreunen in zaken die niet kunnen worden uitgesproken.” In elk van deze gevallen, zoals Jezus uitlegde aan Nicodemus (Johannes 3:8), zal een persoon die de heilige Geestdoop ontvangt “spreken in tongen” of “stotterende lippen” hebben. Wanneer hij die ontvangt en dat niet heeft gedaan, dan is er geen basis waarop hij kan beweren de Geest van God ontvangen te hebben.”

Wat er werkelijk staat:

In een vroeger verschenen document hebben we dit uitvoerig besproken. Titel: ‘Het Ophouden van drie Wonderbaarlijke Gaven’ en 40 pagina’s lang. U kunt het steeds aanvragen.

De (zeer) korte inhoud hiervan is als volgt. De linkerkolom geeft aan wat pinkstermensen leren er rechts de redenen waarom die uiteg niet Bijbels is.

Page 38: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 38

Wat pinkstermensen zeggen

Wat de uitleg van de Bijbel daarover is

“Wanneer het volmaakte” komt volgens 1 Cor.13:10 dan verwijst dit naar de komst van Christus. Hij is immers de volmaakte en Hij komt opnieuw terug.

1. “Volmaakt” staat in het Grieks hier in het onzijdig geslacht. 2. “Christus” is altijd van het mannelijk geslacht. 3. Zegt dus niet, “wanneer HIJ die volmaakt is komt” maar

“wanneer DAT komt.” Dit volmaakte wijst naar een ding, NIET naar een persoon en zeker NIET naar Christus.

4. Jezus is een persoon, niet een ding! 5. Het Grieks verbiedt deze uitleg.

Op de site ‘Huisgezin van God - Pinkstergemeente Almere’ staat een artikel over de “Gaven van de Geest - Deel 1” waaruit we dit citeren: “Een algemeen bekende verklaring is, dat deze gaven niet langer nodig waren toen het Nieuwe Testament afgesloten werd.

Maar zoals de bekende schrijver Donald Gee aantoont in zijn uitnemende boek “Concerning Spiritual Gifts” (“Ten aanzien van de gaven des Geestes”), is er in het Nieuwe Testament geen bewijsplaats die zo'n opvatting staande houdt. Hij schrijft:

“Zo'n argumentatie steunt op een volledige misvatting van de ware aard en bedoeling van de Geestesgaven. Men neemt aan, dat de uitingen die door deze gaven plaatsvonden in de eerste gemeente, door heel het gezag van de Bijbel gesteund werden, maar het Nieuwe Testament wijst zo'n veronderstelling geheel van de hand. De eerste gemeente blijkt zich steeds consequent beroepen te hebben op de boeken van het Oude Testament (N.B.: nooit op hun eigen 'profeten'), als

1. In vers 12b lezen we: “maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben” is het Grieks woord “epignosko” gebruikt. Dat is een ander woord dan wat we vinden in vers12a “nu ken ik onvolkomen” en vers 9, “Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren.”

2. Daar staat het Grieks “ginosko.” “Epignosko” wil zeggen, volgens de twee Griekse deskundigen Arndt en Gingrich: “grondig op de hoogte zijn of brengen, precies, volledig, door en door grondig te weten.” Deze teksten verwijzen naar een grondige kennis in dit leven, niet naar wat nog grotere kennis in de hemel is.

3. “Ten volle kennen” verwijst naar de openbaring van God aan de mens: het verwijst naar de kennis van de Bijbel.

4. Sommigen zeggen dan: “onze kennis van God is op dit ogenblik onvolledig, maar we zullen volmaakt kennen bij de tweede komst.” Dat zou dan gelijkheid met God moeten inhouden, zodat onze mening over God en de Heilige Geest moet gewijzigd worden. Dat is in strijd met 1 Cor 2:11: “Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods.”

5. Bekijken we nog enkele teksten in dat verband: dus het begrip “kennen.” 1 Cor.2:10: “Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods.”Johannes 10:27: “Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.” Galaten 4:8,9: “Maar in de tijd, dat gij God niet kendet, hebt gij goden gediend, die het in wezen niet zijn. Nu gij echter God hebt leren kennen, ja, meer nog, door God gekend zijt, hoe kunt gij thans terugkeren tot die zwakke en armelijke wereldgeesten, waaraan gij u weder van meet aan dienstbaar wilt maken?” Of willen we helemaal opnieuw “verslaafd” worden. Of geloven we niet wat Romeinen 8:29 schrijft: “Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen.” Mattheus 7:21-23 leert duidelijk dat er mensen zijn die wonderen doen maar de Heer KENT ZE NIET, ze zijn niet van Zijn stal: “Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze

Page 39: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 39

ondersteuning van de gehele leer en om elke woordenstrijd definitief te beëindigen. Zie Hand. 2:16; Hand. 15:15; Hand. 26:22. De “profetie der Schrift (2 Petrus 1:20) zorgde voor een volkomen ander gezagspatroon van de geestelijke gaven die onder hen waren, en het gebeurt nog steeds zo.””

(…)

“De veronderstelling van sommigen, dat de wereld nu geëvangeliseerd is en de tekenen daarom niet langer nodig zijn, is wel zó duidelijk ver bezijden de waarheid, dat men die niet behoeft te weerleggen. Het is eenvoudig een feit, dat de bevolking van de heidense landen zich met zo'n geweldige snelheid vermenigvuldigt, dat de Grote Opdracht nooit vervuld kan worden, tenzij de verbreiding van het evangelie op een of andere wijze versneld kan worden. Tot dusver is de enige succes volle manier van massale evangelisatie die ooit vertoond is, die van de bediening van genezing en wonderen.”

geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.”

6. Het tweede deel van vers 12 krijgt in pinksterkringen ook een verkeerde verklaring. Sommigen denken dat “dan” naar de eeuwigheid wijst als vervulling. Sommigen wie de echtheid van de huidige charismatische activiteit ontkennen zien hierin toch ook een verwijzing naar de hemel als verklaring. Maar dat komt door de verkeerde interpretatie van de illustratie. Één reden ervoor is dat de vertalingen niet altijd goed zijn weergeven of de Griekse zinsbouw geweld aandoen. Bijvoorbeeld, leest de American Standard Version: “nu ken ik voor een deel; maar dan zal ik het volledig weten zoals ik ten volle gekend was.” Redeneren dat “volledig gekend zijn” naar de hemelse toestand verwijst gaat niet op. Het argument is verkeerd. Men mag het ook niet op die wijze lezen in de ASV. We moeten de woorden die Paulus gebruikt goed onderscheiden. Het gaat om twee verschillende Griekse woorden voor het begrip “weten.” Daar waar “Ik weet” staat is er een gewoon woord “ginosko”, terwijl “ik zal weten” het sterkere woord “epignosko” is gebruikt. Dit laatstgenoemde woord betekent “grondig weten, nauwkeurig, goed of precies of volledig weten.”

7. De Bijbel spreekt van grondige kennis maar impliceert niet noodzakelijk een onberispelijk kennen. Er is geen noodzaak om in dit beeld de zaken zo voor te stellen dat we in deze wereld niet zoveel weten, maar dat we in de hemel op alles een antwoord krijgen. Merk op hoe het woord “epignosko” in het Nieuwe Testament wordt gebruikt. Bekijken we eens enkele teksten waar het woord “epignosko” is gebruikt in het NT. We zeggen het vooraf, het verwijst steeds naar het hier en nu niet naar de toekomst.

8. Van valse profeten weten we wie ze zijn volgens Mat.7:16: “Aan hun vruchten zult gij hen kennen.” Lucas 1:34: “En Maria zeide tot de engel: Hoe zal dat geschieden, daar ik geen omgang met een man heb?” Rom.1:32: “Immers, hoewel zij de rechtseis van God kenden, namelijk, dat zij, die zulke dingen bedrijven, de dood verdienen, doen zij ze niet alleen zelf, maar schenken ook nog hun bijval aan wie ze bedrijven.” 1 Cor.14:37: “Indien iemand meent een profeet of geestelijk mens te zijn, laat hij dan wèl weten, dat hetgeen ik u schrijf, een gebod des Heren is.” Col.1:6: “dat tot u gekomen is. Immers, in de gehele wereld draagt het vrucht en wast het op, zoals ook bij u, sedert de dag, dat gij het gehoord hebt en de genade Gods in waarheid hebt leren kennen.” 1 Tim.4:3: “het huwelijk verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der waarheid gekomen zijn.” 2 Pet.1:2: “genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus, onze Here.”

Page 40: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 40

9. In al deze teksten staat dat Grieks “epignosis” voor een kennen van zaken hier en nu. Dus niet verwijzend naar iets dat in de hemel nog moet plaatsvinden of bij de Wederkomst van Jezus. Paulus maakte in 1 Cor.13 geen zinspeling op grotere kennis die in de hemel bereikt moet worden. Hij schreef eenvoudig over de tegenstelling van de tijd van geestelijke gaven toen de openbaring van God nog onvolledig was en hij toen slechts kende “voor een deel.” Maar hij verheugde zich op de dag en dat zou niet lang meer duren wanneer elk van Gods geheimen bestemd voor deze wereld door de geopenbaarde waarheid “geweten” zou zijn.

10. Paulus schreef over zichzelf dat hij als persoon door anderen “volledig gekend was” of “goed gekend” en gebruikt het woord “epignosko” (1 Cor.13:12 / 2 Cor.1:14 / 6:9). Dit “volledig” verschuiven naar de toekomst heeft geen zin. Zo is het ook in dit leven, we “kennen God volledig” want we hebben het Nieuwe Testament waarin alles over God staat dat we nu kunnen vatten.

De illustratie geeft aan waar het om gaat: het Woord van God, voor ieder onontbeerlijke norm van alles wat we moeten weten. Een weegschaal om argumenten af te wegen en na te gaan of niemand tegenstrijdige zaken aan de man wil brengen. En een hamer, om te beslechten dat men zonder het Woord en de waarachtige verklaring, onder het oordeel valt.

We hebben de drie gaven die genoemd worden in dat slot van 1 Corinthe 13 niet meer nodig als hulpmiddelen bij de prediking. Dit zijn vier redenen waarom:

Toen de bijzondere gaven ophielden, was de Bijbel klaar als:* Het “zwaard van de Geest” Eph.6:17 * “De kracht Gods tot zaligheid” Rom.1:16 / 1 Cor.1:18 / Jac.1:21 * Het boek dat in alles voorziet: 2 Tim.3:16,17 * Alle Waarheid in geschreven vorm: Joh.16:13 met 2 Pet.1:3

Is “dat wat is volmaakt” de wederkomst van Jezus of eventueel de volmaakte staat van een gelovige? Soms is “dat wat volmaakt is” geïnterpreteerd als de wederkomst of de “staat van volmaaktheid” die gelovigen zullen bereiken wanneer ze in de “gelijkenis” van Jezus zullen zijn. Deze laatste uitleg heeft minstens vier ernstige tekortkomingen:1° Indien de drie punten van 1 Cor.13:8 niet zouden gaan ophouden voordat we Jezus zien terug keren, waarom maakt de Bijbel er melding van dat ze zullen ophouden? Als ze bedoeld zijn om te

Page 41: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 41

blijven verder bestaan tot het einde (dus de wederkomst), waarom zou God dan de kwestie van de stopzetting ervan hier door Paulus laten optekenen? We hebben daar nu toch geen lering aan! 2° In 1 Cor 13:9,10 zijn alleen profetie en kennis genoemd in een verwijzing naar het volmaakte. Waarom? Gewoon omdat ze twee gaven van God zijn die gebruikt worden, sinds het boek Genesis, voor het schrijven van de geïnspireerde Schrift. Met de volledige Bijbel in ons bezit kunnen deze gaven dor God worden ingetrokken. Want wie kan er vandaag de dag, aan dat volmaakte Woord nog wat toe voegen? Niemand toch! 3° Er zijn zes punten in de passage 1 Cor.13:8-13 vermeld. Van deze zes, is gezegd dat drie ervan blijven en drie zullen naar verluidt ophouden. Als woorden iets betekenen, en waarom er aan twijfelen, is het duidelijk dat drie niet langer tot een bepaald punt in de tijd blijven bestaan. Doch de andere drie gaan voorbij dat punt. Maar als wij Jezus zien in de wederkomst zullen dan geloof en hoop ook soms niet ophouden? Natuurlijk wel, want we zien dan dat alles vervuld is! Dus ook die twee zullen ooit ophouden.4° 1 Cor.13:11 spreekt van volwassenheid in het hier en nu, dus iets voor onze tijd. Dus niet wanneer Jezus terugkeert. 1 Cor.13:12 vermeldt een spiegel - spiegels zijn voor reflectie - om te zien hoe we er zelf uitzien. Jacobus 1:23-25 vergelijkt het volmaakte Woord van God met een spiegel. Door de Bijbel zien we of we volwassen zijn of ook niet. We komen als we de Schrift onderzoeken (er ons in bekijken) als het ware van aangezicht tot aangezicht met ons zondige zelf in aanraking. Kijk eens wat we over de Bijbel lezen in Heb.4:12: “Want het woord van God is levend en krachtig. Het is scherper dan een tweesnijdend zwaard en dringt door tot het raakpunt van ziel en geest, van merg en beenderen. Het ontleedt de bedoelingen en gedachten van het hart.” Willibrordvertaling (herziene editie 1995). Net zoals God ons volledig kent, kunnen we door de Bijbel ook onszelf volledig kennen. Bovendien Zijn plannen en bedoelingen van Genesis tot Openbaring tot ons nemen en er naar leven.

Er zijn slechts twee dingen die volmaakt zijn die hier aan bod komen: Jezus of de Bijbel. Omdat Jezus is uitgesloten, daarom blijft de Bijbel alleen over. Als u echt denkt, als er nog een derde ding bestaat dat perfect is en hier een mogelijke uitleg biedt, dan moet het aan de volgende eisen voldoen. Het zijn deze zaken die volgen uit het onderzoek van de verzen uit 1 Corinthe 13:8-13:1° geslachtloos zijn (er staat geen mannelijk lidwoord maar = HET volmaakte) 2° relevant zijn voor profetie en kennis 3° profetie en kennis weg doet4° moet komen voordat Jezus terugkeert5° kunnen vergeleken worden met een spiegel6° ons oog in oog brengt met iets anders 7° DATGENE IS waardoor een gelovige volwassen kan worden.Als u denkt iets te hebben gevonden dat een stuk van de eisen zou kunnen voldoen, dus een perfect ding, anders dan de Bijbel, laat het ons weten.

Dit zijn de gevolgtrekkingen uit het bovenstaande:

1° Het belangrijkste van de vrucht van de Geest in ons is de “liefde” van God. Ze motiveert ons bovendien om elkaar lief te hebben! Maar ook om God lief te hebben en te gehoorzamen en dezen die dat niet kunnen aannemen erop wijzen dat ze verkeerd zijn. Als iemand de verkeerde kant van de straat fietst, zeggen we het toch ook. - Joh.13:34-35 / Hand.5:32 / Rom.5:5 / Rom.8:14 / Gal.5:22. Daarom schreven we ook dit en andere artikelen in hetzelfde verband!

2° Wie veel vergaderingen heeft bijgewoond in pinksterkerken kreeg te horen dat er toch: de “tekenen van heropleving” zijn, “vergaderingen voor genezingen”, “de late regen” enz. Men is benieuwd en ziet mensen trillen, schudden, neervallen en rond tollen op de vloer. Je ziet er dwaze dingen en gillende mensen. Men zegt dat ze aangeraakt zijn door de Heilige Geest. MAAR WIJ ZIEN NOOIT BOVENNATUURLIJKE DINGEN OF OM HET EVEN WAT. Die mensen zeggen

Page 42: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 42

dat er profetie is, zeggen dat er genezingen zijn, maar het is alleen door het aanvaarden van het pinkstergeloof dat men dat ziet! Wij zien echt geen bovennatuurlijke gebeurtenissen, enkel de eis van de groep zulke dingen aan te nemen! Van het “vallen in de Geest” bijvoorbeeld, wordt geëist dat dit het resultaat van de Heilige Geest is. We weten dat in de Bijbel mensen uit goddelijk ontzag, naar voren vallen om God te loven. In de pinksterkerken valt men achterover, men heeft een “slag” van de Heilige Geest gehad. Maar daar weet de Schrift niets over. Alleen sommige van de vijanden van Jezus die hem komen aanhouden vallen achterover. Ze waren geen leerlingen van hem en hadden niet de bedoeling Hem alle eer te geven.

DE ZEVENDE TEKST: 1 Corinthiërs 14

Wat zegt en leert die tekst (gedeeltelijk, wij onderlijnen):

“1 Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren. 2 Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen. 3 Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend. 4 Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie profeteert, sticht de gemeente. 5 Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt. 6 En nu, broeders, als ik tot u kom en spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met onderricht? 7 Hoe toch zal men zelfs bij onbezielde dingen, die geluid geven, fluit of citer, als zij geen verschil in toon doen horen, te weten komen wat op de fluit of de citer gespeeld wordt? 8 Immers, INDIEN de bazuin een onduidelijk geluid geeft, wie zal zich gereed maken tot de strijd? 9 Evenzo, INDIEN gij met uw tong geen verstaanbare volzin spreekt, hoe zal men het gesprokene begrijpen? Gij zoudt immers in de lucht spreken? (…) 13 Derhalve moet hij, die in een tong spreekt, bidden, dat hij het moge uitleggen. 14 Want INDIEN ik bid in een tong, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand blijft onvruchtbaar. 15 Hoe staat het dan? Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand. 16 Want anders, INDIEN gij een zegen uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig is, op uw dankzegging zijn amen spreken? Hij weet immers niet, wat gij zegt. 17 Want gij dankt wel goed, doch de ander wordt er niet door gesticht. 18 Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek; 19 maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong. (…) 23 INDIEN dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt? 24 Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond, 25 het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is. (…)27 INDIEN er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat één uitleg geven. 28 Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken. (…)39 Zo dan, mijn broeders, streeft ernaar te profeteren, en belemmert het spreken in tongen niet. 40 Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden.” Tracht eens voor jezelf te achterhalen wat het INDIEN wijzigt aan de zin van die tekst. Want de pinkstertheologen doen alsof het er niet staat.

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

We citeren en onderlijnen iets van pinksterman A. Wommack wat verscheen als ‘Spreken in tongen’, op www.vergadering.nu/

Page 43: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 43

“Ik geloof dus dat het allereerste doel van spreken in tongen is om geestelijke groei binnen in jou te bewerken.

Kijk ook eens naar deze Oudtestamentische verwijzing over het spreken in tongen. Dat staat in Jesaja 28:11 Voorwaar, door mensen die een onverstaanbare taal spreken, en in een vreemde tongval zal tot dit volk spreken, Hij die tot hen gezegd heeft: 12 Dit is de rust, geeft de vermoeide rust, en dit is de verademing – maar zij wilden niet horen. Deze verzen worden geciteerd in 1 Korintiërs 14 waar wordt gesproken over het spreken in tongen en wordt toegepast op deze gave die wij het spreken in tongen noemen, die komt bij de doop in de Heilige Geest. En dus wordt hier in vers 12 gezegd: Dit is de rust, - dat gaat dus over spreken in tongen - geeft de vermoeide rust, en dit is de verademing.

Spreken in tongen geeft dus rust. Het bouwt jou op. Het sticht je en het verkwikt je. Hoe komt dat? Nou, een van de dingen is, dat het je geest is die bidt en je geest is dat deel van je dat volkomen vernieuwd is. Het is het deel van je waar God in woont. Het is dat deel van je dat puur en heilig is, waarin geen enkele bezoedeling is. En als je in tongen bidt, dan bid je in de geest. In het boek Judas, dat is vlak voor het boek Openbaring, staat: Judas 1:20 Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de heilige Geest, 21 verwachtende de ontferming van onze Here Jezus Christus ten eeuwigen leven. Dit zegt dus dat als je in de Heilige Geest bidt, dat jij jezelf opbouwt in je allerheiligst geloof en daardoor jezelf in de liefde Gods bewaart. Dus nogmaals, het spreken in tongen is voor je eigen opbouw.” 

De ‘Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten’ hebben een site op het Internet met deze gegevens www.vpe.nl We citeren en onderlijnen het volgende uit een korte inhoud van een bijdrage met deze titel. ‘Kan iemand eeuwig leven in de hemel ontvangen zonder gedoopt te zijn in de Heilige Geest?’

“Het ontvangen van eeuwig leven is niet afhankelijk van of wij gedoopt zijn in de Heilige Geest. We worden door Gods genade gered, dankzij ons geloof (Hab. 2:4; Joh. 6:28, 29; Gal. 3:6, 5:6; Ef. 2:8). Het is een geschenk dat Christus voor ons gekocht heeft toen Hij werd gekruisigd. Het enige wat wij moeten doen is dat geschenk aannemen. Net als aan de misdadiger die spijt had van zijn daden en die naast Jezus werd gekruisigd, wordt aan ons een plaats in de hemel beloofd bij de Vader als we geloven in Jezus Christus. Het is zo jammer dat sommigen hebben beweerd dat je niet naar de hemel zou kunnen gaan als je nooit in tongen hebt gesproken. Dit is niet waar en is in strijd met de Bijbel.”

De korte inhoud van een andere bijdrage op www.vpe.nl waar we wat onderlijnen heeft de titel: ‘Is het altijd nodig dat tongen (klanktalen) vertaald worden?’

“In 1 Korintiërs 14 onderwijst de apostel Paulus duidelijk dat het publiekelijk spreken in tongen (in NBV: klanktalen) in de gemeente alleen gepast is wanneer het gevolgd wordt door een vertaling. Omdat in de gemeente in Korinte een grote wanorde heerste omdat tongen niet werden vertaald stelde Paulus dit aan de kaak door dingen te schrijven zoals: “uw woorden verdwijnen in het niets” (v.9), “wees in uw denken niet als kinderen” (v.20) en: “zullen ongelovige buitenstaanders ... niet zeggen dat u krankzinnig bent?” (v.23).

Het was deze wanorde die Paulus ertoe bewoog om duidelijk te maken dat profetie belangrijker is, niet dan vertaalde tongen, maar dan onvertaalde tongen (v.15). (…)”

Wat er werkelijk staat:

Page 44: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 44

We schreven hier een lang verhaal over, met de regels die Paulus geeft in dat verband en waar pinkstermensen hun laars aan lappen. De korte inhoud gaat over:

NORM 1: Spreken in tongen is niet zo belangrijk volgens 1 Cor.14:6

NORM 2: Spreken in tongen, is ten bate van het volk Israël volgens 1 Corinthe 14:21,22

NORM 3: De bedoeling van tongen is de ongelovige Joden te overtuigen, 1 Cor.14:21,22

NORM 4: Twee of drie spreken in tongen in een samenkomst 1 Corinthe 14:27a

NORM 5: Men moet zijn beurt afwachten volgens 1 Corinthe 14:27b

NORM 6: Één persoon geeft uitleg 1 Corinthe 14:27c,28

NORM 7: Alleen mannen mogen in tongen spreken volgens 1 Cor.14:34

Zie over deze punten ons uitgebreid 21 pagina’s lange artikel: ‘Aantekeningen bij 1 Corinthiërs 14, “spreken in talen.’ Is deze gave van de Heilige Geest al opgehouden? Of juist niet?’ U vraagt het en we sturen het door. We kunnen het niet herhalen maar toch nog dit.

Wat is het doel van Paulus om zo sterk in te gaan op het “spreken in tongen” in zijn eerste brief aan de Corinthiers? Eenvoudigweg omdat het er verkeerd liep op dat gebied. We gaan dat eens bekijken, maar eerst een korte herhaling. In Marcus 16 lezen we over de belofte van “spreken in tongen” gedaan door Jezus. In Handelingen schrijft Lucas op drie plaatsen over het “spreken in tongen.” Met het Pinksterfeest, bij de heiden Cornelius en de doop van 12 personen in Epheze, gewezen leerlingen van Johannes de Doper, en dat is alles! In 1 Corinthiërs zijn er problemen met het spreken in tongen en Paulus moet dat corrigeren.

Volgens Marcus 16, is het tongenspreken een teken om de “openbaring” van Gods heil te bevestigen aan “ongelovigen” Joden. In Handelingen beschrijft Lucas de aard van “spreken in tongen.” Hij geeft in drie gevallen weer hoe deze gave werd verkregen. Dan komt het “spreken” in 1 Corinthiërs terug. Paulus corrigeert die gelovigen daar met deze door God gegeven gave. Er is in die stad misbruik op dat punt van grote omvang. Mogen we zoals men in pinksterkringen doet, de nieuwtestamentische gave van de Griekse betekenis “glossa” in één passage isoleren van de andere en daar een ander begrip op plakken? Jezus, Lucas en Paulus zijn drie geïnspireerde mannen die over het “glossa” spreken. Ze doen het niet vanuit een ander perspectief. Paulus heeft het niet over wat anders dan Jezus en Lucas. Pinkstermensen zeggen dat het bewijs van die tweede vorm van “spreken in tongen” in vers 2 van hoofdstuk 14 staat! Maar dat is eenvoudigweg niet zo. Het is trouwens niet erg moeilijk te bewijzen dat de theologie van die mensen de spuigaten uitloopt. Ze zeggen er in het kort dit over: het gaat in vers 2 om ONBEKENDE TONGEN. Juist dat staat er niet, ook niet in de rest van dat gedeelte. Zoek het bovendien niet in de twee vorige hoofdstukken, het staat er evenmin. Men kan zich ook niet verstoppen achter het feit dat er staat dat de persoon dan “geheimenissen” spreekt. Die persoon spreekt “geheimenissen” maar die zijn vertaalbaar, het gaat niet om geheimtaal. Alleen als hij de gave van vertalen niet bezit dan zal dat voor hem “raar” klinken want hij praat dan met God maar weet niet wat hij zegt. Doch zonder dat hij het weet heeft hij in een aardse taal, die ergens gesproken word, het “geheim” verkondigd van verlossing in het bloed van Christus en het koninkrijk Gods. – Zie ook naar APPENDIX III over de Bijbelse betekenis van “ geheimenis”.

Heeft deze interpretatie wat te maken met de verwarring die is ontstaan door het woord “vreemde” dat aan het woord “tongen” vooraf gaat in de Statenvertaling? Zo in 1 Corinthiërs 14:2,4-

Page 45: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 45

6,13,14,18,19 en 27 enz. In de NBV of Willibrord staat dat “vreemd” er niet bijgevoegd. Het is echter niet de enige vertaling die dat woord in de tekst toevoegt, er zijn ook meerdere Engelse bijvoorbeeld de King James. Maar dat is niet om de mensen op een verkeerd been te zetten. Het is omwille van de betekenis van de context. Stel dat je in Corinthe bent, daar spreekt men Grieks en ook nog Latijn, het is namelijk een enorm grote handelsstad. Maar als er handelaars komen uit Egypte, Arabië of waar dan ook, dan kennen ze die talen niet of nauwelijks. Dat is voor hen “vreemd” en in hun gedachte heeft men er zelfs een andere naam voor: “het zijn barbaarse talen.” Als men een “vreemde taal” (vreemde tong) hoort, lijkt het zondermeer iets mystiek te zijn en zou voor velen dan ook “extatisch” kunnen klinken. De Statenvertaling wil niet bewijzen wat de pinkstermensen trachten te verstaan uit dat woord “vreemd.” De lezer die het woord “VREEMD” in schuine letters in zijn Statenvertaling tegenkomt zou moeten weten dat het er aan is toegevoegd als ter verduidelijking. Hij weet dat trouwens ook meestal wel! Daarom is het onmiddellijk duidelijk dat het om BESTAANDE VREEMDE TALEN gaat. Talen die door verschillende volkeren rondom Corinthe werden gebruikt. Als in Corinthe iemand van ver af, een matroos of karavaanbegeleider, in een christelijke vergadering terecht komt en er in zijn eigen taal hoort spreken dan is dat een pluspunt. Je hoort het evangelie in je eigen moedertaal en je vraagt je af hoe het kan. En men stelt vragen. Het zaad is gestrooid en God zal de wasdom geven! Wat leren we er uit: het is ook een teken voor de ongelovige heidenen!

Uit al die teksten van 1 Cor.12-14 blijkt nu één ding zeer onomstreden vast te staan: het gaat om een taal of talen die KUNNEN VERTAALD WORDEN. Daar is Paulus duidelijk in, hier is NIET aan de orde één of andere taal die niet kan begrepen worden en niet vertaalbaar is. Integendeel! Er zijn vier teksten in dat gedeelte die aantonen dat de pinkstertheologie hier totaal fout is.

1° Paulus is een leermeester en geeft daarom als leidraad: “5 Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij HET ook uitlegt , zodat de gemeente stichting ontvangt.”

2° Hij zegt duidelijk: “13 Derhalve moet hij, die in een tong spreekt, bidden, dat hij HET moge uitleggen.” Wie daar in een tong spreekt in Corinthe kan het uitleggen, als God het wil dat hij het doet. Wie in een tong spreekt heeft een boodschap voor iedereen in de vergadering. Het kan zelfs zo zijn dat als God het wil, “een ander” die taal vertaald. Het gaat dus in dit geval absoluut niet om een geheimtaal, dat is evident.

3° Het kan zelfs zijn dat twee of drie spreken in een taal en dat er slechts één is die ze kan vertalen. Dat ligt allemaal in de soevereiniteit van God. “27 INDIEN er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat één uitleg geven.”

4° Het belangrijke punt bij dit spreken is dat het ten dienste moet staan van de gemeenteleden, het moet tot stichting zijn: “28 Is er ECHTER geen uitlegger, DAN MOET MEN ZWIJGEN in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken.” Paulus zelf geeft aan duidelijke taal de voorkeur, hoewel het hem niet ontbreekt aan talenkennis: “18 Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek; 19 maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong.”

Dus is “spreken in talen” niet zomaar “brabbelen”, dat spreken IS VERTAALBAAR. Het gaat niet om privé gesprekken met God die niet bestemd zijn voor de gemeente. Het gaat om een “spreken” waar de gemeente mee mag van delen, tot opbouw.

Ja, zal een pinkstergelovige zeggen, maar er zijn toch ook: TONGEN VAN ENGELEN. DAT IS OOK ZO! Maar zijn die “tongen van engelen” uit 1 Corinthiërs 13:1 voor ons bestemd of voor de engelen? Ja, zijn ze voor ons bestemd of voor hemelse wezens? We weten uit de Schrift dat de

Page 46: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 46

engelen met de gelovigen uit het OT of deze uit het NT spraken in de taal van de betrokkenen. Er is geen enkele taal van engelen duidelijk omschreven in de Bijbel. In het OT spreken engelen ofwel Hebreeuws of Aramees en in het NT spreken ze Grieks. Engelen zingen in het “GRIEKS” Gods lof, DAG EN NACHT volgens Openbaring hoofdstukken 4 en 5. In 1 Corinthe 13 gaat het trouwens om een uitspraak van Paulus hypothetisch gesproken. Hij doet dat om de nadruk te leggen op het tonen van liefde. Paulus zegt NERGENS dat hij zelf in de talen van engelen gesproken heeft! Hij zegt alleen “indien” iemand die mogelijkheid zou hebben en geen liefde had, dan zou al zijn kennis voor God niet van tel zijn. We mogen daarbij ook Galaten 1:8 in gedachten hebben, waar Paulus spreekt over een engel die een ander evangelie predikt. Ook zo iemand mag men niet geloven en navolgen. Paulus weet dat engelen werkelijk tot mensen gepredikt hebben. Daar heeft hij geen problemen mee, maar “indien” een engel een ander evangelie predikt, neem het niet aan. DIT IS EEN DUIDELIJK PUNT: PAULUS SPRAK NOOIT IN DE TAAL VAN ENGELEN. Hij spreekt hier in een denkbeeldig en theoretisch kader. Niet als iemand die engelentalen spreekt of verstaat. De uitleg van de pinkstertheologen is een slag in de lucht.

1° Was het “spreken in tongen” in Corinthe geen brabbelen? Het enige antwoord daarop is: NEEN en het spreekt voor zichzelf. Ook “spreken in tongen” moet tot opbouw van de gemeente zijn. (Zie ook APPENDIX II over de betekenis van het begrip: “geheimenis.”)

2° Was het “spreken in tongen” voor de hoorders onvertaalbaar? NEEN!

3° Was het als het spreken van “engelen?” NEEN!

Laat ons toch aannemen dat alles wat er te zeggen valt over die gave en de instructies er over, terug te vinden zijn in de brief aan de Corinthiërs. De gemeente te Corinthe was voor Paulus een probleemgemeente. Niet slechts hun samenkomsten voor aanbidding hadden plaats in de grootste verwarring, ze waren onvolwassen gelovigen op veel andere punten. Er was verdeeldheid onder hen en ze tolereerden immoreel gedrag, waar zelfs een heiden de wenkbrauwen bij zou fronsen. Laten we die problemen te Corinthe links liggen en ons concentreren op hun diensten. De Corinthiërs hadden een kinderlijke en verwarrende kijk op het “spreken in tongen.” Ze verheerlijken dat “spreken” maar ze moeten er toe aangezet worden hun hele houding daarover te herzien. Pinkstermensen zeggen dat men er in “engelentalen” sprak. In talen die niet te verstaan waren: dan door de spreker – in geestelijke toestand maar niet bewust - en God. Het gaat echt niet op dat er een “extatische uiting” bedoeld mee wordt. In 1 Corinthiërs 14 is er geen enkel woord dat deze gedachte kan ondersteunen. Ondanks hun soms fout gedrag en foute leer zijn ze toch dienaren van de Heer. Een gebrabbel echter dat waardeloos voortgebracht werd zou zijn doel missen. Die gemeente wil nog altijd evangeliseren en nieuwe mensen aantrekken. DAT DOE JE IN EEN VERSTAANBARE TAAL. Als er iemand in talen van vreemdelingen praat, is ook dan het doel nog steeds: te prediken zodat iedereen de waarheid kan horen en verstaan. Met alleen “een gebrabbel” zouden Gods kinderen geen effectief werk in de evangelisatie verrichten. Het zou verwarrend zijn en vreemd en de bezoeker van een kerkdienst zou zich afvragen: zijn ze hier zot. Of nog erger, zijn ze hier bezeten! Paulus zei in 1 Corinthe 14:“23 INDIEN dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt?”

Profetie vervuld zich in het spreken van echte mensentalen

We citeren en onderlijnen van pinksterman A. Wommack wat verscheen als ‘Spreken in tongen’, op www.vergadering.nu/

“Kijk ook eens naar deze Oudtestamentische verwijzing over het spreken in tongen. Dat staat in Jesaja 28:11 Voorwaar, door mensen die een onverstaanbare taal spreken, en in

Page 47: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 47

een vreemde tongval zal tot dit volk spreken, Hij die tot hen gezegd heeft: 12 Dit is de rust, geeft de vermoeide rust, en dit is de verademing – maar zij wilden niet horen. Deze verzen worden geciteerd in 1 Korintiërs 14 waar wordt gesproken over het spreken in tongen en wordt toegepast op deze gave die wij het spreken in tongen noemen, die komt bij de doop in de Heilige Geest. En dus wordt hier in vers 12 gezegd: Dit is de rust, - dat gaat dus over spreken in tongen - geeft de vermoeide rust, en dit is de verademing.”

Wat we hier onderstrepen en zwart weergegeven toont aan dat pinkstertheologen de werkelijke draagkracht van de aanhaling van Paulus niet willen begrijpen of bewust verdraaien. De aanhaling uit 1 Corinthiërs 14:21 gaat niet om een privé “verademing” die God aan de spreker geeft. Het gaat hier over de HOORDERS en wie nog niet bekeerd is. Paulus heeft in zijn betoog een verwijzing naar het Oude Testament. Die tekst geeft zeer specifiek aan dat het in Corinthe MOET gaan om talen die mensen kunnen verstaan en géén geheimtaal tussen God en Zijn kinderen. We lezen in 1 Corinthiërs 14:21 volgens de Willibrodvertaling herziene editie 1995: “In de wet staat: Door mensen met een onverstaanbare tongval en in een vreemde taal zal Ik spreken tot dit volk, maar zelfs dan zullen zij niet naar Mij luisteren, zegt de Heer.” Paulus bewijst met de aanhaling van Jesaja 28:11 dat het over werkelijk bestaande talen gaat. Leggen we er een andere betekenis in, dan is Paulus aan het zwetsen, want dan spreekt hij over een vervulling die er geen is. Het is terecht dat Paulus de Joodse geschiedenis erbij haalt om de Corinthiërs duidelijk te maken dat VREEMDELINGEN de Joden tot teken zijn. De apostel verwijst naar een bestaande taal die zal gesproken worden en door de Joden gehoord worden. Van een vreemd volk zal de Jood, naar het beeld van de profeet Jesaja, horen dat God Jezus tot Messias heeft aangesteld. Wat zei Jesaja volgens de Willibrordvertaling: “Inderdaad, door mensen met een onverstaanbare tongval, en in een vreemde taal, richt de HEER zich tot dit volk.” De Joden hadden tijdens de prediking van Jezus bijna massaal tegen Hem gestemd. Ze weigerden te luisteren naar de man die “Groter” was dan Mozes. In de oorspronkelijke tekst van Jesaja gaat het om vijanden van Israël, de Assyriërs, die een taal zullen spreken die de Joden niet zullen verstaan hebben. Het Assyrisch is echter, vraag het maar aan de specialisten, geen gebrabbel of een spreken in trance? De Joden zullen die taal niet begrepen hebben, maar het was een op de wereld gesproken taal. Dat is ook aan de orde in Corinthe, het gaat om bestaande talen, die men er spreekt (in werkelijkheid een veelvoud ervan). Alles om de Joden daar of ergens anders ervan te overtuigen dat God de heidenen nu over Gods grootheid laat spreken en zingen. Als afsluiter van die gedachte zegt Paulus daarom in het vers 22: “Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; de profetie echter is niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die geloven.”

Laten we toch gewoon eens nagaan, of menselijk gesproken, een extatische taal (= niet intellectuele taal) een zegen is voor mensen? Je kunt het gewoon lezen in de boeken van de pinkstertheologen dat er een zegen zou “moeten” zijn, als de gewone man de “gelovigen” hoort brabbelen in een vorm van niet begrijpbare klanken. PAULUS IS KRISTALHELDER: HET IS GÉÉN TEKEN VOOR DE GELOVIGEN. Op mezelf heeft het geen enkele invloed, absoluut niet. Zoek een beetje op het Internet en You Tube, je kunt wel een “sjamaan” aan het werk vinden. Die kunnen ook in trance wat klanken uitkramen. Om de reden dat het geen geestelijke voldoening geeft, zie ik wat pinksterkerken doen als een zegenloos gedoe. Paulus bewijst en onderschrijft dat volgens ons in de aanhaling van het Oude Testament. Voor de Joden was het een zegenend iets als ze maar naar de profetie van Jesaja kijken. Paulus leert de Corinthiërs dat ze moeten beseffen dat het geen teken van Gods gunst is hun leraren te laten spreken in een taal die men niet kon verstaan.  De zegen van God in dat gepredikte woord is dan eerder veranderd in een vloek. Paulus maakt het evident, preek alleen in werkelijk bestaande talen en niet in een extatisch gebrabbel. Hou je gevoelens en verstand in toom wil hij zeggen, het gaat om het heil van mensen. Hij legt het zo uit:“31 Want gij kunt allen één voor één profeteren, opdat allen lering en allen opwekking erdoor ontvangen. 32 En de geesten der profeten zijn aan de profeten onderworpen, 33 want God is geen God van wanorde, maar van vrede.”

Page 48: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 48

We hebben toch ook het bewijs in de Schrift zelf dat deze gevolgtrekking juist is. Want het thema van 1 Corinthiërs 14 is stichting van de gemeente en NIET het “spreken in talen.” Gezien de opbouw voor Paulus duidelijk samenhangend moet geschieden heeft hij zijn richtlijnen daarover meegegeven aan de Corinthiërs. Paulus legt hierop de nadruk: “Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie profeteert, sticht de gemeente. Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt. En nu, broeders, als ik tot u kom en spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met onderricht?” - 1 Corinthiërs 14:4-6. Daarom is de conclusie dat “het spreken” te Corinthe van dezelfde aard was als wat had plaatsgevonden op de Pinksterdag. Wie de taal die men spreekt als kind geleerd heeft, kan ze verstaan. Dat is juist de bedoeling: het evangelie verkondigen in begrijpbare termen, in gewone mensentaal.

Laten we ook wat zeggen over de regels van Paulus in verband met “spreken in tongen.”

Want bij dat fenomeen hoort ook een soort ABC die men moet kennen voordat men er aan de slag mee gaat! Niet voor ons natuurlijk, maar voor de gelovigen in Corinthe. Iemand merkte op bij het lezen van een door ons geschreven artikel daarover, dat indien de zaken zo stonden zoals we het uitleggen dat niet in de Bijbel zou opgenomen zijn. Vergeet toch niet dat vele zaken in de Bijbel een tijdelijke betekenis hebben. Maar die waren ooit op dat moment zeer belangrijk. Wat hebben wij, als christenen bijvoorbeeld, aan de lange lijsten van afstammelingen van de twaalf stammen in het boek 1 Kronieken, hoofdstukken lang na elkaar. Voor een Jood is dat zeer belangrijk of beter gezegd “was” belangrijk. Het bespreken van tongen in de hoofdstukken 12 tot 14 door Paulus is (was) voor die dagen uiterst belangrijk. Niet slechts voor de gelovigen in Corinthe maar voor de ganse gemeente van Christus. De brieven van Paulus werden namelijk al overgeschreven en aan andere naburige gemeenten gestuurd. Als er bij hen iets verkeerd zou zijn bij dat “spreken in tongen” dan konden ze zich ook naar die regels schikken. Voor ons is dat niet belangrijk, maar we leren er uit dat God Zijn gemeente stuurt. Zijn apostelen hebben de vinger aan de pols. We verwijzen u voor meer in dat verband naar onze genoemde studie.

1° Als de boodschap niet uitgelegd kan worden moet de spreker zwijgen.

De christenen die samenkwamen in Corinthe profeteerden, preekten, baden of zongen soms in een “tong.” Maar niet zo maar, hoewel pinkstermensen het beweren. Was het niet tot stichting voor wie aanwezig was, dan zegt Paulus met nadruk: doe het niet! Wanneer niemand aanwezig is die dat “spreken” kon uitleggen dan doet men het niet. Pinkstermensen zeggen dat God het natuurlijk kon verstaan, maar daar gaat het niet om. Het punt is: de aanwezigen tijdens de dienst aan God moeten het verstaan. God kon zelfs “vanuit de hoge” spreken tot de mensen, maar ook dat doet Hij niet. Slechts met een vertaling bij de hand is het tot stichting (1 Corinthe 14:2). Dat ziet men vandaag niet in de groepen waar men in talen spreekt. De richtlijnen van Paulus zijn strikt. Het lijkt maar brabbelen en ongecontroleerd spreken als er geen vertaler is. Als iemand praat op een inhoudloze manier is dat niet tot stichting van de gemeente, dat lijkt dan wartaal. Paulus neemt bij dat punt zichzelf als voorbeeld. Hij zegt in 1 Corinthe 14: “5 Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt. 6 En nu, broeders, als ik tot u kom en spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met onderricht?”

Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef in 1972 een serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 6:

Page 49: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 49

“Zoals een kind rustig speelt en intussen zijn moeder nababbelt, zo kan de gelovige steeds in tongen spreken, ook al moet hij zijn natuurlijke bezigheden verrichten. Men kan al sprekende in tongen de auto besturen, de vaat wassen, de kamer stoffen, de akker ploegen en de koeien melken, maar men kan niet in tongen spreken en tegelijkertijd geestelijk werk doen, zoals onderwijs geven of creatieve arbeid verrichten.” Deze theoloog geeft deze illustratie bij Corinthe 14:2 maar u begrijpt toch, dat dit niets van doen heeft met wat er over dat spreken in tongen gezegd wordt in dit gedeelte. Het gaat niet om een nieuwe taal aanleren maar om het prediken van het evangelie. En God geeft aan sommigen in de gemeente – dus niet aan iedereen – de gave om te evangeliseren in een taal die hij niet heeft aangeleerd. Dat is mijlenver van wat deze pinksterman in dat gedeelte wil inlezen. Waarom heeft hij vroeger, want hij is al jaren overleden, zijn Bijbel niet beter gelezen!

Onder de Corinthiërs waren er sommigen die “in tongen spraken” maar het niet konden uitleggen of vertalen. Als men niet kan uitleggen wat men spreekt, moet volgens Paulus de eerste zorg zijn: men moet er een vertaler bij halen of men zwijgt. Hij is daar zeer strikt en duidelijk in. 1 Corinthe 14 zegt: “13 Derhalve moet hij, die in een tong spreekt, bidden, dat hij het moge uitleggen. (…) 27 Indien er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat één uitleg geven. 28 Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken.” (Wij onderlijnen.) De pinkstertheologie zegt hierbij dan dat hij in een vreemde taal spreekt tot God, maar het staat er niet bij. Iemand die in een vreemde taal spreekt kan toch ook met God spreken in zijn eigen moedertaal. Is dat niet stichtender en veel logischer als gevolgtrekking.

2° Dit is een tweede regel en opmerking: alle talen hebben een betekenis.

Paulus zegt dat er vele talen zijn in de wereld. Al die talen hebben ook een grammatica en dus een betekenis. Een taal spreken is duidelijk niet een “gebrabbel.” De apostel heeft het hier dan steeds over werkelijk bestaande talen. In 1 Corinthiërs 14:10,11 is dat verwoord: “10 Er zijn wie weet hoe vele soorten van klanken in de wereld en niets is zonder zijn eigen klank. 11  INDIEN ik nu de betekenis van een klank niet ken, zal ik voor iemand, die spreekt, een vreemde zijn en de spreker zal voor mij een vreemde zijn.” De oudere Petrus Canisius vertaling zegt het hier zeer bevattelijk: “Er zijn in de wereld WIE WEET HOEVEEL TALEN, EN GEEN ENKELE IS ER ONVERSTAANBAAR. Maar wanneer ik de zin der taal niet versta, dan ben ik een barbaar voor iemand, die met me spreekt, en hij voor mij.” Daarom zegt Paulus in het vers 19 dat hij liever 5 woorden spreekt die men kan begrijpen dan duizend woorden in een vreemde taal. Woorden waardoor anderen kunnen worden gesticht zodat het spreken in de gemeente tot iets dient. 3° Het gaat hier NIET om een soort “extatisch” spreken.

Paulus gebruikt een illustratie om ons dat te tonen. Want zelfs levensloze dingen zoals muziekinstrumenten hebben een specifieke klank en betekenis. Een piano klinkt anders dan een viool maar het zijn beide instrumenten met een eigen muzikale grammatica. Paulus maakt dan in vers 9 zijn punt door de Corinthiërs te zeggen dat ze op zo een wijze moeten “spreken” zodat de gemeente het kan verstaan. Wie iets zegt in een extatische, tranceachtige toestand: die zingt niet met zijn instrument, met zijn tong. Het is “brabbelen” dat niemand kan verstaan. Dit is die illustratie in dat verband uit de Willibrordvertaling van 1 Corinthiërs 14:7-9: “Het is ermee als met muziekinstrumenten, bijvoorbeeld een fluit of een citer. Als die geen duidelijk onderscheiden tonen doen horen, hoe kan men dan weten wat er op de fluit of citer gespeeld wordt? 8 En als de trompet een onherkenbaar signaal geeft, wie zal zich dan gereed maken voor de strijd? 9 Zo is het ook met u: als u met uw tong geen verstaanbare taal spreekt, hoe kan men dan begrijpen wat u zegt? Uw woorden verwaaien in de wind.”

Page 50: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 50

4° De gelovigen in Corinthe konden het “tongenspreken” controleren.

Pinkstermensen zeggen dat wanneer ze aangegrepen zijn door de Geest ze het niet kunnen onderdrukken. Zij moeten in “tongen spreken” ook al lijkt het voor de buitenstander een gebrabbel. Men verwijst dan steeds naar 1 Corinthe 14:14,15 Willibrodvertaling: “Wanneer ik in tongentaal bid, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand heeft er geen deel aan 15 Kortom: ik moet bidden met mijn Geest maar ook met mijn verstand, en Gods lof zingen met mijn geest maar ook met mijn verstand.” Bidden met zijn geest wil zeggen met zijn “eigen geest” maar dan geplaatst onder leiding van de Heilige Geest. Dat vers 14 spreekt alleen over dezen die in een taal spreken maar niet kunnen verstaan wat ze zeggen, omdat ze de vertaling niet kennen. Bidden met het verstand betekent te bidden zodat anderen de weergegeven gedachten goed kunnen begrijpen. Daarom was het nodig dat volgens de Heer ook het gebed, gedaan in een tong in een vertaling moest worden weergegeven. Dat is waar het in vers 15 op neerkomt. Met verstand en opbouwend in een taal bidden, wil veronderstellen dat er een begrijpbare vertaling is aan toegevoegd. Hoe kunt u anders “amen” zeggen! Ik moet dan om oprecht te zijn concluderen, dat diegenen die in tongen spraken in Corinthe geen goede controle hadden over hun spraak. Het ging er niet om zich verstaanbaar te maken maar gewoon wat te zeggen dat anderen niet begrepen. Een vorm van gemaaktheid en komedie! Het ging om een on-Bijbelse extatische toestand in die zin dat hun geest was beneveld door de echte gave die ze hadden maar verkeerd gebruikten. Laat het ons nog eens herhalen: als er géén vertaler is dan zwijgt men! (We nemen hier één van de drie of vier mogelijke uitleggingen voor dat vers 14 en 15. Zie het commentaar van J. Reiling. Slechts de uitleg van de pinkstertheologie klopt niet omdat men van een onaardse taal spreekt. Maar daar gaan we niet verder op in.)

Een goed onderlegde pinkstergelovige zal me dan wellicht naar iets verwijzen als wat Andrew Wommack in zijn commentaar op het boek Handelingen schreef. We citeren er uit van Handelingen 2:4:

“Opmerking 9 bij Handelingen 2:4: Dit spreken in tongen is niet zoals velen het zich hebben voorgesteld. De Heilige Geest nam niet bezit van de discipelen zodat ze geen controle meer hadden over wat er gebeurde.

In zijn brief aan de Korintiërs wijst Paulus er heel specifiek op dat de gaven op de goede manier gebruikt moesten worden. Hij vertelt de Korintiërs dat ze zichzelf moeten beheersen en in de gemeente niet in tongen moeten spreken, tenzij er ook een uitleg van wordt gegeven ( 1 Kor. 14:27,28). Hij zou hun dit niet verteld hebben als ze geen controle over de gave hadden.”

Maar ga eens naar een pinkstercongres, geheel alleen of met mij, en weet me eens te vertellen of je datgene ziet wat Wommack zegt. Ik weet persoonlijk dat het niet het geval is. Het gaat er om ongecontroleerd spreken, regelmatig roepen en geroezemoes van honderden mensen. Laat staan de extreme vorm, waar men over de grond rolt en geluiden van dieren brult. We geven u een vrij onvolledig lijstje van wat de gelovige moet doen met zijn al te oppervlakkige gevoelens: hij/zij moet soberheid nastreven. Zie Epheze 5:15 / 1 Thessalonisenzen 5:8 / 1 Petrus 1:13 / 1 Petrus 4:7 / 1 Petrus 5:8.

Paulus heeft zijn richtlijnen aan de Corinthiërs over het gebruik van deze gave glashelder omschreven: je moet dat onder controle houden. Er is niet alleen beperking in het aantal sprekers, 2 of 3, maar men moest zijn beurt afwachten en er komt in ieder geval een vertaling aan te pas. Deze gave geeft als ze oncontroleerbaar gesproken wordt de indruk van extatische taal te zijn en dat kan niet Gods bedoeling zijn. Vergeet a.u.b. niet, dat het regels zijn die werden geschreven aan

Page 51: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 51

de mensen die over zo een gave beschikten, maar verkeerd gebruikten! Dat is niet op ons van toepassing. Wij, wij spreken de taal van de persoon die voor ons staat, dat is goed voor alle begrip.

Sommigen in pinksterkringen en anderen die ze goed gezind zijn denken wellicht dat ik nogal kort door de bocht ga. Ter illustratie één verhaal waar we tientallen pagina’s kunnen mee vullen uit het Internet. Iets van Jacob Klein Haneveld (1918-1988). Hij schreef in een brochure: ‘Wat zegt de Bijbel over het spreken in tongen’: “Meerdere malen heb ik samenkomsten bezocht, waarin ‘in tongen’ gesproken werd. Het was zeker niet overal hetzelfde. Maar soms maakte ik het mee, dat de mensen ‘opgezweept’ werden. Zij raakten in een toestand van opwinding. Als er gezongen werd, klapten zij in de handen, of gingen staan, en hieven als in extase de handen omhoog. Als er gesproken werd, hoorde men uitroepen van bijval of lofprijzingen Gods. Ik bedoel niet, dat de mensen eenvoudig ‘amen’ zeiden. Het was een ongecontroleerd roepen als in geestvervoering soms met luide kreten van emotie zonder verstandelijke woorden. Ik houd van enthousiasme, vurigheid van geest en spontaniteit in de dingen des Heeren. Maar in bovengenoemde gevallen deden het geroep, het handengeklap, het opheffen van handen beroepsmatig en gewild aan . De mensen werden er toe aangespoord. Zij volgden een vast voorbeeld, waarvan hen geleerd was, dat het zo moest. ZIJ WERDEN MEEGESLEEPT DOOR DE VURIGHEID VAN DE SPREKER EN DOOR HUN EIGEN EMOTIES, EN DEDEN DINGEN, DIE KENNELIJK BUITEN HUN BEWUSTZIJN OMGINGEN. Van de werking van een wondergave Gods is in zulke gevallen zeker geen sprake.” (Uitgeverij: Morgenrood Everread, Woerden.) Niet overtuigd ga naar You Tube en schrijf: ‘Speaking in tongues.’ Neem er een stoel bij, we hebben het zelf enkele malen gedaan, en laat je verbazen en vooral ergeren aan wat er te zien en te horen is. Het is geen fraaie vertoning. De verschillen tussen hoe het vroeger was en nu kan u aflezen in de volgende tabel.

Eerste eeuw VandaagSprak men bekende talen. Handelingen 2:8 Vandaag spreek men onbekende engelentalen.

Men begreep het gesprokene. Handelingen 2:6 / 1 Cor.14:19

Vandaag is die taal niet te verstaan.

Tot stichting. 1 Cor.14:26 Vandaag maakt men dat niet meer mee.

Bevestigd door het Woord. Handelingen 10:46 / Heb.2:3,4

Vandaag is er géén aantoonbaar bewijs dat het Gods goedkeuring heeft.

Ieder moet op zijn beurt spreken. 1 Cor.14:27 Vandaag is er het talen spreken in massa, en iedereen spreekt er maar vrij op los.

Géén vertaler: dan is er stilte! 1 Cor.14:28 Vandaag is dat niet méér het belangrijkste.

Teken voor ongelovigen. 1 Cor.14:22 Vandaag is het een teken voor gelovigen.

Voor opbouw van allen. 1 Cor.14:26 Nu lijkt de show en entertainment.

Geest ondergeschikt aan de spreker. 1 Cor.14:26-31

Vandaag zegt men: “onderbreek me niet, ik heb een openbaring van God.”

Spreekt tot stichting 1 Cor.14:6 Vandaag geeft dat weinig opbouw.

Mag bidden voor de verklaringvan tongen en van wat men zegt. 1 Cor.14:13

Vandaag mag men bidden voor het spreken in tongen.

Men sprak om de gemeente te leren. 1 Cor.14:13

Vandaag geeft dat weinig opbouw want het is te verwarrend.

Volgens het evangelie. Marcus 16:16 Vandaag wacht men op nieuwe openbaringen.

Sprak tot nut van allen. 1 Cor.14:9 Vandaag is dat niet zo. Het gaat om de glorie van de spreker.

Page 52: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 52

Spreken dat de toehoorder het verstaat. 1 Cor.14:16

Vandaag niet meer en het lijkt het erop alsof je het niet hoeft te verstaan om Amen te zeggen.

Geen aanklacht van wartaal spreken. 1 Cor.14:23

Vandaag is er één en al verwarring, men weet niet wat men zegt.

Verwarrende zaken zijn niet toegestaan. 1 Cor. 14:33

Vandaag zijn verwarrende zaken schering en inslag.

Vrouwen moesten dan zwijgen. 1 Cor. 14:34 Allen spreken vandaag. Er is géén regeling dat vrouwen dienen te zwijgen.

Doop in de Heilige Geest werd hoorbaar in de wind. Handelingen 2:2

Vandaag is dat niet zo.

Doop in de Heilige Geest gaf zichtbare resultaten. Handelingen 2:3

Vandaag is dat niet zo.

Doop in de Heilige Geest en spreken in tongen werd perfect begrepen. Handelingen 2:4

Vandaag is het een “extatische spreken” en géén echte taal.

Wie bij een dergelijk signalisatiebord komt zit in de problemen. Men kan nergens heen, dan in de hoogte of in de diepte. Maar wie heeft een helikopter of een graafmachine zo maar bij de hand. Dat is het probleem van de theologie in de pinksterkerken. Ga, je met hen een onderzoek aan, naar de betekenis van een Bijbeltekst dan komen ze meerdere malen in een dergelijke situatie. Ze kunnen op een zeker moment nergens meer naar toe en alle wegen lopen dood. Je moet “het” dan wel geloven. Want zo hebben het hun docenten gezegd.

Er is echter geen verband van de ene tekst naar de andere, elke weg die ze bewandelen is afzonderlijk doodlopend. Ze mislukken in hun pogingen omdat men al een gekleurde bril op heeft die de waarheid niet doorlaat. Van de zeven teksten die we individueel hebben onderzocht passen de betekenissen bij elkaar en vormen één totaliteit.

Zo hebben de apostelen en schrijvers van het NT het gewild van in den beginne. Anders gezegd, zo lag het in Gods intentie.

1° Beweren christen te zijn en dan veronderstellen dat het “spreken in tongen” daar synoniem aan is, blijkt een vergissing te zijn. Het is als leer on-Schriftuurlijk te beweren dat allen die gedoopt zijn door de Heilige Geest in tongen zullen spreken. De Schrift zegt nadrukkelijk dat alle bekeerde personen de doop van de Heilige Geest hebben ontvangen. - 1 Corinthiërs 12:13. Alle gelovigen in Corinthe ontvingen de doop van de Heilige Geest, maar niet allen spraken er in tongen. Op de vraag in het vers 30 van dat hoofdstuk, “spreken allen in tongen?” is het te verwachten antwoord: “Neen.” Wie gedoopt is in de Heilige Geest, zal er niet zomaar automatisch het “spreken in tongen” bij krijgen. De Bijbel zegt zondermeer dat niet iedereen de gave van talen heeft. - 1 Corinthiërs 12:11,28-30. Vergeten we niet dat bijvoorbeeld van de 3.000 die op de Pinksterdag werden gedoopt, geen enkele daarna in talen spreekt of andere gaven heeft ontvangen. Een tijdje later is het aantal gelovigen al 5.000 maar of er iemand onder hen speciale gaven heeft dat wordt niet gezegd: “ Maar velen van hen, die het woord gehoord hadden, werden gelovig, en het getal

Page 53: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 53

der mannen werd ongeveer vijfduizend.” – Handelingen 4:4. En niet zoveel later komen er priesters tot geloof: “En het woord Gods wies en het getal der discipelen te Jeruzalem nam zeer toe en een talrijke schare van de priesters gaf gehoor aan het geloof.” – Handelingen 6:7.

Deze verklaring komt natuurlijk niet overeen met de visie van mensen die in talen spreken. Ze leren kort samengevat: bidden in tongen is een persoonlijke spreektaal tussen een gelovige en God (1 Corinthe 13:1) en die taal is door een gelovige gebruikt om zichzelf op te bouwen (1 Corinthe14:4). Deze verklaring is om de vier volgende redenen on-Bijbels:

1° De Bijbel zegt duidelijk dat niet iedereen de gave van talen krijgt. Dus zijn dezen die zo niet bidden volgens pinkstertheologen geen echte gelovigen, of toch wel? We vragen het omdat er veel groepen zijn van hun gelovigen die niet in talen spreken. - 1 Corinthe 12:11,28-30 2° Het bidden in tongen hoort in elk geval een “teken voor ongelovigen” te zijn en niet iets voor persoonlijk gebruik. - 1 Corinthe 14:22 3° Het bidden van een persoonlijk gebed in een “taal” = geheimtaal kan niet de goede uitleg zijn. Want het kan/moet vertaald worden en uitgelegd aan wie in de vergadering is. Of moeten we niet allemaal opgebouwd worden? - 1 Corinthe 14:13-17 4° De Schrift zegt dat alle charismatische gaven bedoeld zijn voor de gemeente, en niet voor persoonlijk gebruik. Dus is “bidden in een taal” bedoeld voor het opbouwen van de kerk. - 1 Corinthe 12:7

2° Het is duidelijk dat niet allen uit de kerk van Corinthe in tongen spraken. We weten het omdat Paulus dat verklaard in zijn brief. De apostel zegt: “5 Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt. 6 En nu, broeders, als ik tot u kom en spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met onderricht? (…) 11 Indien ik nu de betekenis van een klank niet ken, zal ik voor iemand, die spreekt, een vreemde zijn en de spreker zal voor mij een vreemde zijn. 12 Zo moet ook gij, omdat gij naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting van de gemeente. 13 Derhalve moet hij, die in een tong spreekt, bidden, dat hij het moge uitleggen.” (1 Corinthiërs 12:5-7,11-13). De Geest verdeelt aan gelovigen gaven zoals Hij het wil. De Geest geeft geen geschenken volgens onze wensen. Dat in Corinthe niet iedereen in tongen sprak, moeten de pinkstertheologen toch eens nader bekijken. Het klopt namelijk niet met hun andere leerstelling dat men geen echte gelovige kan zijn zonder dat. Dat is contradictie! Laat ons Paulus niet tegenspreken, die was geïnspireerd en geen kletser.

3° De conclusie is dat het in 1 Corinthe 14:2 niet gaat over een privétaal gaat die God aan een gelovig zou gegeven hebben. In werkelijkheid, volgens de pinksterleer, één taal apart voor elke gelovige. Dat loopt dus in de miljoenen want ieder kreeg zijn eigen taal. Althans dat is wat pinkstermensen leren. Maar in vier teksten geeft Paulus te kennen dat het niet om zaken gaat die onvertaalbaar zijn, géén onderonsje van een gelovige met zijn hemelse Vader. Het bidden van een persoonlijk gebed in een “taal” is géén geheimtaal want het kan vertaald worden en uitgelegd aan wie in de gemeentevergadering is. Moeten we soms niet allemaal opgebouwd worden met begrijpelijke woorden? - 1 Corinthiërs 14:13-17 Men betwist dat in die kringen en maakt dan lijsten met wat er allemaal niet te verkrijgen is bij God als men “in talen spreekt.” Zie echter onze APPENDIX III.

4° Het bidden in een taal is en blijft bedoeld voor het opbouwen van de kerk. De Schrift zegt dat alle geestelijke gaven bedoeld zijn voor de gemeente, en niet voor jezelf. - 1 Corinthiërs 12:7 Daar willen we nog wat aan toevoegen. Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef voor het tijdschrift ‘Kracht van Omhoog’ 36ste jaargang, (1972) een serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 7: “Door het bidden in tongen verplaatst men zich naar de onzienlijke wereld, spreekt

Page 54: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 54

niet meer tot mensen maar richt zijn aandacht op God. Men bouwt zich al sprekende in tongen, op in zijn geloof (1 Cor. 14:2 en 4). Veronderstel dat u op een lange rit in de auto door onreine demonen aangevallen wordt. Als christen wilt u dit niet, maar uw gedachten cirkelen steeds om dat ene punt. Wilt u hiervan loskomen, dan moet u zich eerst bewust zijn dat u met de geestenwereld te maken heeft, die uw gedachteleven wil infiltreren. Daarna zult u het wapen mogen gebruiken dat God u geschonken heeft. U gaat bewust in tongen bidden. U neemt daarbij de gedachten van de Heilige Geest over en dan zult u bemerken dat de boze nu op moet houden langer uw aandacht in beslag te nemen. Doordat men zich bewust op de inspiratie van de Heilige Geest afstemt, worden de ingevingen van de onreine geest afgesneden. Niemand toch kan tegelijkertijd twee heren dienen. Wij willen immers onze leden, maar ook ons gedachteleven, Gode ten dienste stellen tot heiliging. Door middel van dit charisma kunt u de boze weerstaan en verdrijven met woorden van kracht en gezag.” Neen, HET SPREKEN IN TONGEN is NIET voor persoonlijk gebruik, maar is er voor de gemeente en voor de uitbreiding van het koninkrijk. Paulus is zeker van zijn zaak. Anders zou hij niet hebben kunnen zeggen in 1 Corinthe 14: “5 Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt.” Dat zegt de apostel onmiddellijk na de verzen 2 en 4, die J.E. van den Brink aanhaalt, maar verkeerd begrijpt.

5° Het bidden in tongen hoort ook een “teken voor ongelovigen” te zijn en niet voor persoonlijk gebruik. - 1 Corinthiërs 14:22. We komen tot slot uit waar we mee begonnen zijn: moeten we bidden om het spreken in tongen van God te ontvangen? Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef voor het tijdschrift ‘Kracht van Omhoog’ 36ste jaargang, (1972) een serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 3: “Hij sprak immers: 'Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?' (Luc. 11:13). Deze belofte is gegeven aan allen die reeds kinderen Gods zijn, want er is sprake van 'uw Vader'. Ieder kind van God kan dus de Heilige Geest ontvangen, indien hij erom bidt. Er is geen andere voorwaarde, maar deze weg is dan ook exclusief. Indien u daarom nog niet gedoopt bent met de Heilige Geest, bid er dan om, dat wil zeggen treed ook met uw 'hart' of innerlijke mens deze geestelijke wereld binnen. Bid om deze Geest en geloof dan dat gij Hem ontvangen hebt, en het zal u geschieden (Marc. 11:24). 'En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet' (Openb. 22:17).”

J.E. van den Brink heeft niet begrepen dat deze uitleg niet opgaat en gelijkt op het achterna lopen van windmolens. Er is toch het duidelijke bewijs dat NIET ALLEN in tongen moeten spreken om de naam van CHRISTEN te dragen. Dit is het slot van 1 Corinthe 12: “29 Niet iedereen kan apostel zijn, of profeet, of leraar. Kunt u allen wonderen doen? 30 Hebt u allen de gave om te genezen, in talen te spreken en uitleg te geven?” - Willibrordvertaling (herziene editie 1995) Alleen dit al geeft aan dat de leer van de pinkstertheologie is doorgedraaid en vreemde leer brengt. Zie ook onze APPENDIX IV.

Conclusie

De apostelen kregen met Pinksteren de geestelijke gaven en hebben ze doorheen hun leven beoefend. De apostelen hebben de handen opgelegd aan enkele gelovigen en die ontvingen ook deze of een andere gave. Voor het “spreken in tongen” dat sommigen kregen, maar niet zelf konden vertalen, mocht men bidden het te kunnen vertalen. Toen de laatste apostel was gestorven en de laatste persoon op wie zij de handen hadden opgelegd er niet meer waren, kwam er een einde aan die gave. Van de gave van “tongen” was bij Paulus bekend dat die nooit bedoeld was te blijven tot aan de Wederkomst. In een vreemde taal spreken was iets dat menselijk gesproken te hoog gegrepen was. Maar men kon het opeens door de kracht van God. Ze bestaat vandaag de dag niet meer. Een vergelijk van wat in pinksterkringen gaande is leert dat het daar om een extatisch

Page 55: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 55

spreken gaat. Zou dat de reden kunnen zijn waarom men in pinksterkringen weigert dat mensen met grote talenkennis onderzoeken waar het bij hen om gaat!

De ‘Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten’ hebben een site op het Internet met deze gegevens www.vpe.nl We citeren het volgende uit een korte inhoud van een bijdrage met deze titel (onze onderlijning en hoofdletters): ‘Kan iemand vervuld zijn met de Heilige Geest zonder in klanktalen te spreken?’

“TOEN DE EERSTE GELOVIGEN VERVULD WERDEN, SPRAKEN ZIJ IN ANDERE TALEN EN HETZELFDE GELDT OOK VANDAAG DE DAG. Miljoenen gelovigen wereldwijd hebben precies hetzelfde getuigenis: vanaf het moment dat zij gedoopt werden in de Heilige Geest spraken zij in ONBEKENDE KLANKEN . Dit is de waarheid die voortdurend bevestigd wordt in de levens van pinkstergelovigen. De profetie van Joël 2:28 en 29, geciteerd door Petrus in Hand. 2:16 en 17, verbindt de hedendaagse geestvervulde gelovigen met degenen die vervuld werden met de Geest op die Pinksterdag bijna 2000 jaar geleden. De volheid van de Geest, die herkend kan worden in het spreken in klanktalen, is de ervaring die allen met vreugde ervaren.

In het vorige citaat komen tegenstrijdige en inconsequente zaken aan het licht.ANDERE TALEN zou men terugvinden in Handelingen 2. ONBEKENDE KLANKEN zou men terugvinden in Handelingen 10 en 19 en de Corinthebrief.Als dat echt zo is, mensen uit de pinksterkerken, dan zijn jullie onterecht bezig een naam te gebruiken die u niet toekomt. Want u spreekt geen taal die door andere begrepen kan worden, maar “engelentaal.” Niet een taal die overeenkomt met wat op het Pinksterfeest aan de orde was, talen die mensen begrijpen. U spreekt niet-aardse talen. Het is dus zo dat u dat feest misbruikt, zoek een andere naam en geef God eer voor wat met Pinksteren werkelijk aan de orde was. Zoek een andere naam en laat de Bijbel niet buikspreken in uw theologie. Of beter nog laat uw leer voor wat ze is en val voorover en vraag vergiffenis voor al wat u al verkeerd gepredikt hebt. De Vader staat ook voor u met de armen open. God gaf zijn apostelen de macht talen uit te spreken die mensen begrepen, zodat het evangelie van redding in Jezus als de bliksem de wereld kon doorgaan.

APPENDIX I : TWEE MISBRUIKTE TEKSTEN

Waren de Samaritanen al bekeerd? (Handelingen 8:4-25)

Wat zegt en leert die tekst (gedeeltelijk):

Handelingen 8: “4 Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende. 5 En Filippus daalde af naar de stad van Samaria en predikte hun de Christus. 6 En toen de scharen Filippus hoorden en tekenen zagen, die hij deed, hielden zij zich eenparig aan hetgeen door hem gezegd werd. 7 Want van velen, die onreine geesten hadden, gingen deze onder luid geroep uit en vele verlamden en kreupelen werden genezen; 8 en er kwam grote blijdschap in die stad. (…) 12 Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen. 13 En ook Simon zelf kwam tot geloof, en na gedoopt te zijn, bleef hij voortdurend bij Filippus, verbijsterd door de tekenen en grote krachten, die hij zag geschieden. 14   Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, 15 die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de heilige Geest mochten ontvangen. 16 Want deze was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus. 17 Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de heilige Geest. 18 En toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de

Page 56: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 56

Geest werd gegeven, bood hij hun geld aan, 19 en zeide: Geef ook mij deze macht, opdat, als ik iemand de handen opleg, hij de heilige Geest ontvange. (…) 25 Toen zij dan het woord des Heren betuigd en gesproken hadden, keerden zij terug naar Jeruzalem en verkondigden het evangelie aan vele dorpen der Samaritanen.” (Onze onderlijning.)

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

A. Wommack heeft op www.vergadering.nu/ een artikel: ‘Spreken in tongen.’ We citeren er dit uit (onze onderlijning en hoofdletters):

“IN HOOFDSTUK 8 STAAT NIET EXPLICIET DAT ZE IN TONGEN SPRAKEN. Daarom zeggen sommige mensen weer: ‘Zie je, je spreekt niet altijd in tongen’. Maar er staat wel dat Simon de tovenaar zág dat de Heilige Geest werd gegeven en daarom bood hij de apostelen geld aan, zodat hij ook het vermogen had om de Heilige Geest te geven. Hij zag dus aan iets dat de Heilige Geest op hen kwam. En om in lijn te blijven met elke andere gebeurtenis in het boek Handelingen waar de Heilige Geest werd uitgestort, zou je moeten concluderen dat het spreken in tongen er moet zijn geweest. HET WORDT NIET ZO GEZEGD, MAAR ER STAAT OOK NIET DAT ZE NIET IN TONGEN SPRAKEN. Er gebeurde iets wat zichtbaar was, wat mensen konden zien. En daarom is het denk ik ZEER WAARSCHIJNLIJK dat ze in tongen spraken, net als in ieder ander voorval.”

Van A. Wommack staat op de site www.vergadering.nu een commentaar op het boek Handelingen. We citeren er uit van Handelingen 8 (onze onderlijning en hoofdletters):

Opmerking 1 bij Handelingen 8:18: “Simon moet een zichtbare manifestatie van de aanwezigheid van de Heilige Geest hebben gezien. DEZE TEKST VERTELT NIET WAT DIE ZICHTBARE UITING WAS. In het boek Handelingen zijn drie andere verslagen over mensen die de doop met de Heilige Geest ontvingen (Hand. 2:4; 10:44-46; 19:6) en bij iedere gebeurtenis spraken ze in tongen. Het is daarom WAARSCHIJNLIJK dat dit ook de manifestatie was die Simon zag, wat maakte dat hij de apostelen geld aanbood, zodat hij ook de Heilige Geest aan mensen kon geven.”

Deze twee citaten zijn echter niet wat men gewoon leert in pinksterkringen over deze tekst. Meestal zegt men dat men hier wel degelijk in tongen heeft gesproken. Bijvoorbeeld dit van pinkstertheoloog J.E. van den Brink, in zijn serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ We lezen in deel 10: “Er was slechts één teken dat voor de buitenstaander onmiddellijk te constateren viel: deze Samaritanen spraken in nieuwe tongen, evenals Filippus, Petrus en Johannes dit deden, en zoals de Heer zelf in Marcus 16:17 voorspeld had.”

Wat er werkelijk staat:

Dit gedeelte roept de vraag bij ons op, gezien de uitleg van pinkstergemeenten, of zij wel een goed begrip hebben van de doop in de Heilige Geest. Pinkstergemeenten hebben een visie over die doop die simpelweg kan afgelezen worden van een concrete ervaring: van het spreken in tongen. Van de Heilige Geest, zeggen ze, komt er voor de “ware gelovige” na de bekering en doop in water nog een tweede zegen van God. Deze tweede ervaring is in elk geval het spreken in tongen. Er zijn trouwens wel enkele evangelische theologen die na het eerste geloof ook nog een aparte tweede ervaring plaatsen. In hun theologie gaat dat echter niet gepaard met tongenspreken. Dit zijn er enkele van: C. Finney, A.J. Gordon, D. L. Moody, R. A. Torrey, enz.

Pinkstertheologen zeggen dat hier sprake is van een aparte tweede ervaring met de Heilige Geest. Maar deze passage uit Handelingen 8 gebruiken ter ondersteuning van dat standpunt klopt niet met de feiten. Hoe legt men het uit: de Samaritanen lijken al bekeerd - dat is de eerste ervaring en toch

Page 57: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 57

zijn ze nog niet tot vele dingen in staat. Na een tweede ervaring krijgen ze dan de Heilige Geest. Vers 15 zegt dat Petrus en Johannes uit Jeruzalem kwamen en “gebeden” hebben voor de Samaritanen waarop zij de Heilige Geest ontvangen. Tot zover de pinkstertheologie.

Theologie bedrijven is géén vorm van schaken. Het gaat niet om spitsvondige zetten maar: wat zegt het Woord. In Handelingen 8 is in één zaak duidelijk: VAN SPREKEN IN TALEN ZEGT DE BIJBEL HIER NIETS.

Dat geeft zelfs een voorganger in een pinkstergemeente toe, zie Wommack hier boven. Er zijn er trouwens nog meer, maar uiteindelijk komen velen langs een omweg toch nog met de bewering dat men er in talen sprak. Dat is een woordenspel waar je niet ver mee geraakt. Maar we zeggen het nog maar eens: DE BIJBEL ZEGT HIER NIETS VAN.

Dit is een voorbeeld van zo een woordenspel. “Vraag 8. Maar we lezen van de discipelen in Samaria (Hand. 8) niet, dat ze in tongen spraken, toen ze met de Heilige Geest gedoopt werden! Nee, het staat er niet met zoveel woorden. Maar evenmin dat ze niét in tongen spraken! Er staat: “En toen Simon zag dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd gegeven...” (Hand. 8 :18). In ieder geval blijkt uit deze beschrijving dat Simon de Tovenaar iets waarnam, waaruit bleek dat de discipelen vervuld werden met de Geest. Ongetwijfeld is dit het spreken in tongen geweest.” Uit: ‘De doop met de Heilige Geest en het spreken in tongen’, door E. van der Molen.

Ja, die Simon heeft wat waargenomen: maar wat? Een betere uitleg zou naar wat anders kunnen verwijzen. In Handelingen 8:9 staat dat de man het volk “verbijsterde” met magie en de mensen dachten dat hij grote kracht van God had ontvangen. Kan de man “wonderen” gedaan hebben? Ja, maar dan met satanische macht! Van Philippus lezen we dat hij voordat de mensen zich bekeren al “genezingen” heeft gedaan. Als er nu iets is waar Simon op uit is dan is het toch een macht als Philippus. – Zie verzen 6 en 7. Stel je voor, dat als de twee apostelen de gave van genezingen aan de Samaritanen geven en ze ook genezingen verrichten. Zou dat niet eerder in de lijn liggen van het uiteenzetten van dat gedeelte: “genezen” is daar het sleutelwoord, zowel bij Philippus als bij Simon. Als Simon daar kan over beschikken kan hij ook volgelingen maken en een VZW stichten van ‘Genezers.’ Dan zijn de schaapjes op het droge en kan hij ongestoord zijn gang gaan. We zeggen niet voor het volle honderd procent dat het dit is, want dan vallen we in dezelfde kuil als de pinkstermensen. Maar dit lijkt mij persoonlijk tweehonderd procent beter te voldoen als interpretatie. Dat ze geen tongentaal spreken ligt voor de hand, want allen die daar wonen, spreken dezelfde taal als de Joden: het Aramees. Met een andere taal te spreken worden ze niet veel verder geholpen in hun geloof of het verspreiden van het evangelie. Ze lijken echte discipelen te zijn, we hoeven dat niet te betwisten. Zelfs voordat de twee apostelen komen uit Jeruzalem. Niet iedereen leert dat, of is het er mee eens. Men zegt soms dat de Samaritanen geen echte gelovigen waren dan voordat Petrus en Johannes kwamen om voor hen te bidden. We willen de argumenten aan beide kanten eens bekijken in dit gedeelte.

Hier zijn bijvoorbeeld enkele aanwijzingen dat ze inderdaad gelovigen waren. In vers 6 staat dat ze “gehoor” gaven aan wat er door Philippus gezegd werd. Diezelfde

formule wordt ook gebruikt in Handelingen 16:14 Daar gaat het over Lydia: de Heer opende haar hart om te luisteren naar wat er gezegd werd door Paulus. Ze gaf “gehoor” aan het evangelie. Dus geeft het “luisteren naar” wat een predikant zegt over het evangelie dat

Page 58: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 58

weer wat de Heer bewerkt, de boodschap opent het hart van de hoorder. Zo lijkt het erop dat de Samaritanen echt aan het “luisteren” waren naar de preken van Philippus.

Vers 8 zegt dat ze “vol vreugde” waren, net zoals ook de Ethiopische eunuch na zijn bekering “vol vreugde” was en werd gedoopt (8:39).

Vers 12 zegt dat ze: “Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen.”

Vers 16b zegt: “zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus.” Maar juist daarvoor staat (16a) over de Heilige Geest: “Want deze was nog over niemand van hen gekomen.” Wanneer de apostelen kwamen en hun de handen oplegden toen kregen ze de Geest, maar ze werden niet HERDOOPT. Hun doop door Philippus was meer dan geldig.

Dan komen er twee apostelen uit Jeruzalem, dat maar 80 kilometer daar vandaan is, om te zien wat er gebeurde. Dit alles suggereert dat de Samaritanen ware gelovigen en christenen waren. Als Petrus en Johannes kwamen en de handen oplegden was dat de normale gang van zaken. Het zijn namelijk alléén de apostelen die door handoplegging gaven geven aan mensen, Philippus kon dat niet. Dit was de mening van J. Calvijn en M. Henry en H. Alford en de meeste commentatoren tot voor kort. Pinkstermensen concluderen dat dit evenement hier in Handelingen 8 net als Pinksteren een illustratie is, dat er slechts sprake is van een definitieve ontvangst van de Heilige Geest geruime tijd na gedoopt te zijn in water. Men zoekt dat te identificeren met de doop in de Heilige Geest volgens Handelingen 1:5, de apostelen “zijn al gelovigen” vóór Pinksteren: maar de gaven krijgen ze pas later. Men vergeet er bij te zeggen dat de Geest alleen maar komt als Jezus voorafgaande tot de Vader gaat: Jezus zei dat enkele malen in zijn afscheid bij het Laatste Avondmaal. Zonder Zijn dood en opstanding kan de Heilige Geest NIET komen.

Er zijn ook enkele aanwijzingen, volgens de pinkstertheologie dan, dat zij nog geen gelovigen zijn vóór Petrus en Johannes tot hen komen.

Men wijst naar drie redenen bij dezen die denken dat de Samaritanen geen echte gelovigen waren dan toen Petrus en Johannes uit Jeruzalem kwamen en de handen oplegden:

Vers 12 zegt dat de Samaritanen: “Philippus geloofden” in plaats van te geloven in het evangelie of in Christus. Daar tegenover staat in de tekst: “Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte.” De evangelist predikte dus niet zijn eigen leer maar deze van God.

Van Simon de tovenaar zegt de tekst dat hij ook geloofde (v. 13) en toch moet hij van Petrus horen volgens v. 21 - “Gij hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet recht voor God.”

Als we aannemen dat de Samaritanen niet over de Heilige Geest beschikken, dan bewijst Romeinen 8:9 dat ze geen christenen zijn, want: “iedereen die niet de Geest van Christus heeft behoort niet tot hem.”

Tot zover beide argumenten. Het is duidelijk dat de eerste uitleg alleen de goede kan zijn. Als deze laatste argumenten overtuigend zijn dan is de uiteindelijke centrale vraag: IS DAT NORMATIEF? Petrus en Johannes kwamen toen uit Jeruzalem om te bidden zodat, volgens de pinksteruitleg, een tweede genade en werk van de Heilige Geest, zou geschieden. Dat dit gebeuren niet normatief is hebben Anthony Hoekema en James Dunn, twee Amerikaanse theologen die speciaal over de Heilige Geest schreven, naar onze overtuiging duidelijk te kennen gegeven. Dit is de belangrijkste reden waarom deze gebeurtenis niet voor andere gevallen geldig is.

Veel commentatoren zeggen dat, zelfs indien de Samaritanen de Heilige Geest werd gegeven in twee fasen dat niet bedoeld is als norm voor alle christenen. In plaats daarvan is hier, gezien de vete tussen Joden en Samaritanen, dat ongewone patroon doorbroken. De grote leiders in de kerk

Page 59: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 59

van Jeruzalem geven hun goedkeuring aan het werk van Philippus. Er is eenheid gekomen tussen de Samaritaanse en Joodse kerk, ondanks de ruzie en vijandelijkheden van de twee volkeren. De twee Joodse apostelen zijn hier vredestichters tussen vijanden en komen daarom naar Samaria. Hier is de haat en nijd en heftige vijandigheid van méér dan 800 jaar bijgelegd! Dat op zich is een wonder Gods!

De plotselinge verschijning van een groep discipelen in Samaria, zal bij het “bureau” van de apostelen, vragen opgeroepen hebben. Ze waren al geboren uit water en Geest (Johannes 3:5) want toen werden ze er naar gedoopt. De macht van de apostelen en hun bijzondere rol in de gemeente als de door God aangestelde stichters van de Kerk is daar gewenst. Het belangrijkste dat ze willen doen tijdens hun bezoek is gaven van de Heilige Geest te verlenen zodat de gemeente er kan groeien. Dit geeft sterke aanwijzingen dat het geen “occasioneel” bezoek is. Want in vele andere gevallen van dopen is er geen sprake van speciale gaven die uitgedeeld worden. Op hoeveel mensen ze hun handen hebben opgelegd is niet gezegd. We moeten ook niet zeggen, zoals in de pinksterleer het geval is, dat er vrouwen bij waren. De Bijbel zegt dat nooit. Hier niet en ook niet in andere teksten. Het opleggen van handen zien we niet optreden op de grote Pinksterdag (Handelingen 2:4,33), noch in 4:31 of 10:44. Het is ook niet vermeld in 1 Cor.12-14. We zien het in Handelingen 6:7 waar de diakenen de handen worden opgelegd. In 13:3 wanneer Barnabas en Saulus de handen worden opgelegd van mensen in Antiochië. Daar gaat het ook alleen maar om het uitspreken van een zegenwens. Paulus had zijn gaven namelijk toen al van de Heer ontvangen. Verder slechts het geval van Saulus en Ananias (9:17).

Het is duidelijk dat het niet op allen was dat de handen werden opgelegd, want zij hadden de handen niet op Simon gelegd. Misschien waren het een paar van de meer prominente en vooraanstaande personen. Ze kozen ze uit in het bijzonder als getuigen die het evangelie konden uitdragen. Simon is er niet bij en hij bood de apostelen geld aan. Die man had een opmerkelijke invloed op de Samaritanen. Hij zag dat, het in bezit komen van zo een macht zijn invloed nog zou verhogen. Hij denkt dat zijn gegoochel met trucs nog extra geld zal opbrengen. Hij wenste die macht van de apostelen aan te kopen.

Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef een serie artikelen in 1972 ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 4: “Deze Samaritanen functioneerden dus niet in het nieuwe verbond, hoewel zij in Jezus geloofden en ook op bijbelse wijze in water gedoopt waren. Omdat zij niet in de Hei - lige Geest gedoopt waren, behoorden zij niet tot het li chaam van Christus . Hun geest was immers nog niet verbonden met de Geest die van Christus uitgaat.” Dit citeren we wederom uit deel 10: “Er was slechts één teken dat voor de buitenstaander onmiddellijk te constateren viel: deze Samaritanen spraken in nieuwe tongen, evenals Filippus, Petrus en Johannes dit deden, en zoals de Heer zelf in Marcus 16:17 voorspeld had.” De identificatie van de pinkstertheologen om hier in dit gedeelte zomaar een “spreken in talen” bij te bedenken gaat niet op natuurlijk. Dan ook nog eens beweren dat ze geen gelovigen waren, dus géén deel van de gemeente waren, is nog schandelijker. Want de tongenterm ontbreekt in Handelingen 8. Doch omgekeerd zie je meerdere malen in de Bijbel dat “iemand” de Geest krijgt/heeft zonder ook maar één woord in een andere taal te spreken. Hier is zo een lijstje. In pinksterkringen is zoiets niet populair.

Dit zijn plaatsen in de Bijbel waar men de Heilige Geest heeft ontvangen maar niet in tongen heeft gesproken:

In de evangeliën

Johannes de Doper = Lucas 1:15 – Vervuld met de Heilige Geest Elisabeth = Lucas 1:41 – Vervuld met de Heilige Geest Zacharias = Lucas 1:67,68 – “vervuld met de Heilige Geest en profeteerde.”

Page 60: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 60

Simeon = Lucas 2:25,26 – “de Heilige Geest was op hem” Hanna de profetes = Lucas 2:36 Jezus = Lucas 3:22 – Heilige Geest daalde neder op hem

In het boek Handelingen:

4:31 – “en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.” 7:55 – waarschijnlijk is de gave van Stefanus wijsheid om te spreken en profetie: “sloeg de

ogen ten hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus staande ter rechterhand Gods.” 8:17 – De mensen in Samaria hadden de heilige Geest nog niet eerder ontvangen: “zij

ontvingen op dat moment de heilige Geest.” 9:17 – Paulus: “opdat gij weer zoudt zien en met de heilige Geest vervuld worden.”

Wat te denken van dit alles? Het kan erg verwarrend overkomen, maar de uitleg van pinkstermensen brengt er nog een ander probleem bij. De benadering van deze kwestie van de doop met de Heilige Geest is indirect gekoppeld aan de vraag: wanneer hebben we zekerheid over de ontvangst van de Heilige Geest in het boek Handelingen? Laten we dan beginnen met te zeggen, dat het ervaringsleven overal aanwezig is bij de ontvangst van de Heilige Geest. Ook als er geen “jota” in een andere taal gesproken word. Dat het boek Handelingen daar de nadruk op legt is belangrijk en mag niet vergeten worden. Zie je het soms niet werkelijk beschreven als een logische gevolgtrekking: die mensen doen anders dan normaal. Als dat gebeurd merk je: hij/zij ontving de Heilige Geest. Gelovige zijn heeft gevolgen die duidelijk waarneembaar moeten worden.

Laten we dat illustreren met Handelingen 19:2. Paulus is naar Epheze gekomen en vond er een aantal leerlingen van Johannes, die, zo blijkt, niet gedoopt zijn in de naam van Jezus. Paulus merkt dat er iets verkeerd aan is. Het verhaal zegt: “2 En hij zeide tot hen: Hebt gij de heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een heilige Geest is.” Paulus breekt de hele situatie open met die zeer belangrijke vraag.

Dat is voor de hedendaagse evangelicalen een opmerkelijke vraag. Die leren allemaal dat je de Heilige Geest hebt ontvangen toen je een gelovige bent geworden. Wij allen hebben de Heilige Geest, omdat we allen gelovig zijn geworden. Dat is voor hen een logische conclusie. Als we willen weten of iemand de Heilige Geest heeft ontvangen vraag je: “geloof je in Jezus?” Als het antwoord ja is, dan weten we dat de persoon die Heilige Geest heeft. Ontvangst van de Heilige Geest is zo bekeken een logische conclusie, maar geen echte “ervaring.” Op het Internet staat een artikel geschreven door David Wilkerson een bekende evangelicaal, ‘Je hebt de Heilige Geest nodig, (You Need The Holy Ghost.)’ Het is een preek van 13 augustus 1990. Het verwoord wat men hierover leert in dit citaat:

“Heeft u God gevraagd om deze gave? Zoek je de heilige Geest? Ben je steeds aan het aankloppen? “Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?” (Lucas 11:13).Vraag het gewoon en je zal ontvangen! Zoek je hemelse Vader voor het doopsel in de Heilige Geest en Hij zal het je geven!”

Tot zover de evangelische theologie.

Dat is niet de vraag van Paulus, zoals de evangelicalen ze stellen. Paulus vraagt wat anders: “2 En hij zeide tot hen: Hebt gij de heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een heilige Geest is.” We zijn geneigd te zeggen: “Paulus dat begrijp ik toch niet hoor?” We hebben altijd gedacht dat “wie geloofd” automatisch de Heilige Geest heeft. Je kunt toch anders niet zeggen: dat Jezus Heer is! Moeten we

Page 61: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 61

dan ook niet veeleer aannemen dat al wie de Geest heeft, effectief de tekenen er moet van tonen. Maar niet te vlug, want tussen de regels staat er ook dat er een enorm verschil is tussen die twee dopen: deze van Johannes en deze van de christelijke gemeente. Het is dus ook een retorische vraag want als ze goed naar Johannes hebben geluisterd zullen ze uit zijn mond gehoord hebben dat er een ander komt die “In de Heilige Geest” zal dopen. Ze weten nog niets af van Zijn komst.

Paulus gaat in Epheze met de mensen daar dus op een rare manier in gesprek. Wanneer hij die vraag formuleert zit er wellicht achter: mensen is er iets aan jullie levens gewijzigd sinds jullie tot geloof gekomen zijn. Daar is het waar het op uitloopt in dit boek Handelingen. Alle expliciete beschrijvingen van het ontvangen van de Heilige Geest zijn “ervaringsmomenten.” In die zin moeten we de opmerking ook begrijpen van Petrus aan het adres van Simon de Magiër: “22 Bekeer u van deze uw boosheid en bid de Here, of deze toeleg van uw hart u moge vergeven worden; 23 want ik zie, dat gij gekomen zijt tot een gal van bitterheid en een warnet van ongerechtigheid. 24 Doch Simon antwoordde en zeide: Bidt gij voor mij tot de Here, dat mij niets moge overkomen van hetgeen gij gezegd hebt.” Van het nieuwe leven dat bij Simon zou moeten merkbaar sinds zijn gelovig worden, is niets te merken. Hij is dus geen ware christen.

Lucas heeft in het boek Handelingen op enkele manieren weergegeven hoe de Geest over ons komt. Er zijn zeven woorden of begrippen van het beschrijven van de komst van de Heilige Geest. Hij spreekt van: 1° de Heilige Geest wordt “gegeven” aan mensen (als een geschenk) - 5:32 / 8:18 / 15:8 (zoals het met Pinksteren was), 11:17 (het is een gift: 2:38 / 8:20 / 10:45 / 11:17); 2° de Heilige Geest “valt” op mensen - 8:16 / 10:44 / 11:15;3° de Heilige Geest “komt” op mensen - 1:8 / 19:6; 4° de Heilige Geest wordt “uitgegoten” of “uitgestort” op mensen - 2:17e.v. / 10:45; 5° mensen “ontvangen” de Heilige Geest - 2:38 / 8:15,17 / 10:47 (zoals het met Pinksteren was);6° wordt “gedoopt” in de Heilige Geest - 1:5 / 11:16 (zoals het met Pinksteren was);7° wordt “gevuld” met de Heilige Geest - 2:4 / 9:17.

Al deze manieren van het beschrijven van de komst van de Heilige Geest zijn gevonden in de zes verhalen in het boek Handelingen waar de komst van de Geest beschreven is en het resultaat ervan. 1° Op Pinksteren was er het spreken in tongen en God loven voor Zijn machtige werken, velen waren er toen getuige van (1:8 / 2:4,11). 2° in Samaria is er iets dat zeer duidelijk was. Want wanneer Simon het zag en zich verbaasde wou hij die macht kopen (8:18). Maar wat het is zegt de Bijbel niet. 3° en in Handelingen 5:32 zegt Lucas: “En wij zijn getuigen van deze dingen en ook de heilige Geest, die God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn.” Gehoorzaamheid aan God is een teken van zijn aanwezigheid.4° bij de bekering van Paulus is er buitengewone moed die stimulerend is om zien en een voorbeeld voor anderen (9:17,22). Paulus is al “evangelist” hoewel nog maar enkele dagen bekeert.5° in Caesarea in het huis van Cornelius was er het spreken in tongen en God loven (10:46).6° in Epheze waar Paulus de discipelen van Johannes de Doper vond spraken ze in tongen en profeteerden (19:6).

Dit zijn de gevolgtrekkingen uit het bovenstaande:

1° In deze tekst is géén “spreken in tongen” beschreven.

2° A. Wommack heeft op www.vergadering.nu/ een artikel: ‘Spreken in tongen.’ We citeren er dit uit (onze onderlijning en hoofdletters):

Page 62: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 62

“IN HOOFDSTUK 8 STAAT NIET EXPLICIET DAT ZE IN TONGEN SPRAKEN. (…) En daarom is het denk ik zeer waarschijnlijk dat ze in tongen spraken, net als in ieder ander voorval.”Als u wil weten met welke spitsvondigheid Wommack tot de laatste opmerking komt, na gezegd te hebben dat er géén spreken in tongen aan te pas kwam, lees dan nog eens wat in het begin van dit gedeelte staat.

3° Over deze handoplegging zegt Whedon een 19de eeuws commentator: “Dit was een onderdeel van die “wonderbaarlijke macht” van de apostelen die zij niet konden communiceren aan een opvolger.” Calvijn zegt: “Lucas spreekt niet van de gemeenschappelijke genade van de Heilige Geest, maar van die singuliere gaven waarmee God bepaalde personen begiftigde aan het begin van het evangelie.”

Dit soort gedrag zie je in zowel Katholieke als evangelische pinkstergroepen. Men is “neergeslagen” door de kracht van de Heilige Geest. Er is in de Schrift geen enkel voorbeeld aan te halen dat dit ook ooit zo geschied is. Maar ligt een gelovige uit die kringen er wakker van?Neen, hij denkt daar niet over na!

Aangezien we van Godswege alles moeten onderzoeken, zo willen we ook weten of dat Bijbels gegrond zou zijn. Want dergelijke dingen zie ik ook bij sjamanen. Zou God ons in verwarring brengen of komt het toch van ergens anders?

Aaron J. Smith is een Amerikaanse zwarte pinkstervoorganger en schreef ‘Acts: History and Theology’ dat verscheen bij JacLyn Enterprises, Atlanta. We citeren uit de Fifth Edition, van 2006 blz.52,53: “De Samaritanen waren een gewillig publiek tijdens de prediking van Philippus, des te meer omdat hij veel wonderen van genezing heeft gedaan en duivelen heeft uitgeworpen. Het ganse gebied is onder de indruk en verheugd zich over het feit dat Jezus, de Verlosser van de

Page 63: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 63

Joden, ervoor gekozen heeft om de boodschap van redding te brengen aan degenen die voordien maar geestelijke verschoppelingen waren.Onder de vele bekeerlingen was een man genaamd Simon. Hij was daarvoor al een beoefenaar van magie en de mensen hielden hem in hoog aanzien. Als voormalig beoefenaar van spectaculaire daden, was Simon verrast door de grote wonderen die Philippus verrichte. Wat hem vooral intrigeerde was dat voor zover Simon kon nagaan die man geen bedrog gebruikte. Het was dus geen goocheltruc zodat Simon alleen kon bedenken dat het een echt wonder was en geen “magisch werk.”De kerk in Jeruzalem had gehoord van de grote opwekking in Samaria. De apostelen concludeerden er uit dat zij het werk van Philippus nader moesten onderzoeken. Er lijkt geen bezwaar tegen zijn handelen te zijn, althans niet door de apostelen. Maar deze eerste prediking in Samaria eiste zeker de aandacht van de leiders van de kerk. (…) De apostelen baden in geloof en de Samaritanen, net als de Joden op de dag van Pinksteren, ontvingen de Heilige Geest. Dit was Gods teken dat Hij ze nu accepteerde. Geen van de Samaritanen had Gods Geest ontvangen vóór de komst van Petrus en Johannes. Dit was omdat bij zo een gedenkwaardige gelegenheid zij het getuigenis van de apostelen verdienden als verificatie en authenticiteit. God wist dat er verzet van de Joodse Farizeïsme zou komen. Tenzij deze heidenen zouden besneden worden en zich hielden aan de wet van Mozes. Hoewel de Samaritanen gedeeltelijk wat Joods bloed in zich hadden, toch zouden de Farizeïsche Joden (legalisten) zich verzetten dat het evangelie gebracht werd aan hen die geen “rasechte” gelovigen waren in geslacht of religie.” Wat opvalt in het verhaal van deze pinksterman is dat hij niet gaat beweren dat men er in tongen sprak. Dat siert hem.

ANANIAS EN PAULUS, Handelingen 9:17-22

Wat zegt en leert die tekst:

Wat zegt Handelingen 9 ons over de bekering van Paulus: “17 En Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de heilige Geest vervuld worden. 18 En terstond vielen hem als schubben van de ogen en hij kon weer zien, en hij stond op en werd gedoopt; 19 en toen hij voedsel genomen had, werd hij versterkt. En het geschiedde, toen Saulus enige dagen bij de discipelen te Damascus was, 20 dat hij terstond in de synagogen verkondigde, dat Jezus de Zoon van God is. 21 En allen, die het hoorden, stonden verbaasd en zeiden: Is dit niet de man, die te Jeruzalem uitroeide, wie deze naam aanriepen, en die hier gekomen is met het doel hen gevankelijk voor de overpriesters te brengen? 22 Doch Saulus trad steeds krachtiger op en bracht de Joden, die te Damascus woonden, in verwarring door te bewijzen, dat deze de Christus is.”

Wat pinksterkringen hier over zeggen:

Van A. Wommack staat op de site www.vergadering.nu een commentaar op het boek Handelingen. We citeren er uit van Handelingen 8 (onze onderlijning en hoofdletters):

Opmerking 2 bij Handelingen 8:15: “In dit geval wordt niet verklaard waarom Filippus niet bad dat deze nieuwe bekeerlingen de Heilige Geest zouden ontvangen. Sommige mensen hebben aangevoerd dat alleen de apostelen de macht hadden om de Heilige Geest aan anderen te geven en dat Filippus daarom niet in staat was om dit te doen. In Handelingen 9:10-17 zien we echter dat Ananias, die slechts een discipel te Damascus was, een instrument was dat door God werd gebruikt om de Heilige Geest aan Saulus te geven. Dus andere gelovigen dan alleen maar de apostelen zijn in staat om op anderen de handen te leggen zodat ze de Heilige Geest ontvangen.”

Page 64: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 64

Wat er werkelijk staat:

De bedoeling van dit citaat is om aan te geven waar het in de pinkstertheologie op neerkomt. Het zijn niet alleen de apostelen die gaven kunnen overdragen door handoplegging, maar allen die door God zijn aangesteld. In dit geval is dat Ananias. Dat geeft onze voorgangers, besluiten hun theologen, de macht die gaven over te geven. MAAR DAT ZEGT DEZE TEKST NIET. Integendeel, die leert zonder twijfel dat zo een uitleg de Schrift geweld aandoet.

Dit is hun uitleg:1° Broeder Saulus: Wanneer Ananias zijn handen op Saulus legde, was dat niet alleen een gebaar met de geestelijke betekenis, van het schenken van de zegen van de Heilige Geest over Saulus, maar ook een simpel gebaar van liefde. De profeet zag de behoeften van een blinde man die de liefde op het gezicht van Ananias niet kon zien. Maar door zijn aanraking heeft hij dat meegedeeld. 2° Wees vervuld met de Heilige Geest: Het lijkt dat bij Saulus hier, daadwerkelijk de nieuwe geboorte plaatsvindt. Hij is genezen van zijn fysieke blindheid en het is alsof zijn geestelijke blindheid ook verdwijnt met de ontvangt van de Heilige Geest.

We maken het ons gemakkelijk en vertalen enkele zaken, alles zondermeer uit het Internet over de betekenis van deze passage. U zult het wel merken dat de nieuwe uitleg van de charismaten niet te verdedigen is.

Johannes Calvijn zegt bij dit gedeelte: “17. Legde zijn handen op. We hebben elders gezegd dat dit een plechtig moment was, als het ware een gewone zaak onder de Joden, hun handen leggen ze op degenen die ze God willen aanbevelen. De apostelen hebben dat overgenomen uit hun gebruik van de offers die men bracht. Hetzij wanneer ze de zichtbare genadegaven van de Geest gaven of wanneer zij iemand aanstelden als dienaar in de Kerk. Daarom legde Ananias zijn handen nu op Paulus, mede dat hij hem kan toewijden aan God, mede dat hij voor hem de gaven van de Geest kan krijgen. Hoewel er hier geen melding gemaakt is van lering op deze plaats: we weten toch achteraf door het verhaal van Paulus, dat Ananias ook werd geboden om hem te onderwijzen, en voor de doop die later kwam, dat hij in het geloof werd onderricht.”

Richard C. H. Lenski, was de grootste Lutheraanse Bijbelcommentator uit de VS. Zijn werk verschijnt nog steeds bij Augsburg Fortress. Over de bekering van Saulus zegt hij: “Er wordt vaak gezegd dat Saulus werd bekeerd op de weg naar Damascus. Strikt genomen is dit niet zo. Zijn bekering begon in zijn ontmoeting met de wet, maar het was niet eerder volbracht dan wanneer hij het evangelie in zijn hart had omsloten in geloof. En dat was niet tijdens zijn reis, maar in Damascus.”

B. W. Johnson, een commentator uit de 19de eeuw schreef:‘People’s New Testament’ en zei hierover: “17. Ananias legde zijn handen op hem. Niet om een geschenk over te brengen, maar als een vriendelijke daad, een daad van Gods zegen. Zijn zicht kwam onmiddellijk terug daarna. Er is geen bewijs dat er enkele geestelijke gaven werden meegedeeld. Het zegt niet dat apostelen het hem zouden toekennen. Maar van deze gaven, beweerde Paulus steeds dat hij zijn tekenen van het apostelschap, niet van mensen, maar van Christus had ontvangen. Zie Gal. 1:1,11,12. Zijn ontvangen van de Heilige Geest vond plaats na de doop door de handen van Ananias.” De verwijzingen naar de teksten staan in het origineel niet uitgeschreven: maar hier zijn ze. “1 Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader, die Hem opgewekt heeft uit de doden, (…) 11 Want ik maak u bekend, broeders, dat het evangelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. 12 Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus.”)

Page 65: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 65

Adam Clarke, schreef een commentaar op de Bijbel dat wel eens eigenzinnig klinkt. Het is een pluspunt dat hij de problemen uit moeilijke teksten niet ontwijkt. Hij zegt bij dit gedeelte:

“Vers 17. Broeder Saulus] Wanneer hij er achter komt dat het hoofd van de kerk Saulus had opgenomen in de hemelse familie, maakte hij geen bezwaar om hem de rechterhand van het broederschap te geven, en zei daarom, Broeder Saul. (…)

Christus had hem kunnen genezen op een wonderbaarlijke wijze, door Zijn eigen macht, zonder menselijke tussenkomst. Maar hij zal de mens eer geven door hem te gebruiken als tussenpersoon, ook in het bewerken van wonderen.

En wees vervuld met de Heilige Geest.] Het lijkt er op dat de Heilige Geest werd gegeven op dit moment, en waarschijnlijk door de oplegging van de handen van Ananias. Zeggen dat het vernederend is, de Heilige Geest te laten ontvangen door middel van iemand die geen apostel is, is een zeer flauw argument. Het tegenbewijs zou zijn dat de tekst aangeeft dat Saulus deze Geest heeft ontvangen door het werk van Ananias: bovendien was Saulus op dit moment geen apostel, hij was niet eens een christen, en de Heilige Geest, die hij nu kreeg, heeft meer te maken hem tot een grondige christen te bekeren dan om hem aan te stellen als een apostel . Niemand zal ontkennen dat hij werd gedoopt door Ananias, (…) Het is zeer waarschijnlijk dat Ananias ofwel een van de zeventig discipelen was die hun opdracht van Jezus Christus zelf hadden, of een van degenen die was bekeerd op de dag van Pinksteren.

(…) het apostelschap, en de genade waarmee Paulus zijn werk volbracht, kwam onmiddellijk van Jezus Christus zelf. Evenmin is er ooit een apostel, noch een legitieme opvolger van een apostel, geweest die niet door Christus zelf was aangesteld. Als we die autoriteit beschouwen als komende van een mens, of via een macht van mensen, zullen we verward achterblijven met de moeilijke vraag, wie heeft de apostelen gedoopt? Jezus Christus heeft niemand gedoopt, Johannes 4:2. Wie heeft vervolgens Petrus gedoopt! Kan een Romeins conclaaf een antwoord op deze vraag geven? Ik denk het niet. (…)

Het zou moeilijk zijn om de alleenheerschappij van Petrus te bewijzen. We hebben geen aanwijzingen wie de apostelen gedoopt heeft, zij die zelf zoveel anderen gedoopt hebben. De waarheid is: niemand dan Christus heeft ooit iemand tot apostel gemaakt, en niemand, dan Hij zelf komt in aanmerking een christelijke bedienaar aan te stellen.”

John William McGarvey, (1829-1911) schreef in het Engels een ‘Commentaar op de Handelingen van de Apostelen.’ Hij zegt bij dit punt onder andere: “Dat Ananias de handen op Saulus legt om zijn gezichtsvermogen te herstellen, is de nabootsing van het voorbeeld van Jezus, die soortgelijke wonderen heeft gedaan, die ineens door het aanraken van de ogen van de blinden genezing bracht, Mat.9:29, en op een andere keer door op hun ogen slijk te leggen en daarna het gewoon weg te wassen. Joh.9:6.

Het is heel gebruikelijk om te veronderstellen dat Ananias hem ook de Heilige Geest verleende, door het opleggen van handen. Maar dit is niet vermeld of geïmpliceerd in de tekst, noch is er enig bewijs dat behalve de apostelen ooit iemand van de kracht van de Geest kon overdragen. Het feit dat deze bevoegdheid alleen door de apostelen blijkt te zijn uitgeoefend en dat het van anderen niet bekend is, geeft een sterk vermoeden weer dat het NIET werd uitgeoefend door Ananias. Dit vermoeden, in de gehele afwezigheid van bewijs van het tegendeel, zou op zichzelf de doorslag moeten geven. Wij vergeten toch niet dat Ananias het volgende zegt: “17 Ananias vertrok, ging het huis binnen en legde hem de handen op. ‘Saul, broeder,’ zei hij, ‘de Heer heeft mij gestuurd – Jezus, die je onderweg hierheen is verschenen – opdat je weer kunt zien en vervuld wordt van heilige Geest.’” Dit laat zien dat de ontvangst van de Geest op een of andere manier afhing van de

Page 66: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 66

aanwezigheid van Ananias, maar betekent NIET dat Paulus ze heeft ontvangen door het opleggen van zijn handen. Alle andere apostelen ontvangen dit rechtstreeks vanuit de hemel, zonder enige menselijke bijkomstigheid. - Handelingen 2:1-4.

Ze kregen het ook nadat zij waren ondergedompeld, want het feit dat Jezus eerst de doop predikte van Johannes, en de twaalf het beheer erover gaf onder zijn toezicht, is het bewijs dat ze het zelf hebben ondergaan. Bovendien is in elk ander geval in het Nieuwe Testament, met de enige uitzondering van Cornelius, de gave van Gods wonderbaarlijke kracht gevolgd op de doop. Deze feiten leveren een stevige basis voor de conclusie dat de aanstelling van Saulus in afwachting was van zijn doop. Dat hing allemaal af van het bezoek van Ananias, want hij was door God gestuurd om hem onder te dompelen. Dat zou voor hem het teken zijn van verlossing en vergeving zodat hij gevuld kon worden met de Heilige Geest. Een andere conclusie trekken zou van deze zaak een uitzondering maken op die andere apostelen. Met betrekking tot de wijze van ontvangst van de Geest, van bijna alle andere leerlingen, met inbegrip van de apostelen, is de verwijzing naar de tijd van ontvangst ervan steeds later dan de tijd van het tot geloof komen.

De wijze waarop Ananias tewerk ging toen in het huis van Judas, staat in een zeer opmerkelijk contrast met het verloop van de meeste protestantse predikers van de huidige dag. Laat het wonderbaarlijke herstel van het gezichtsvermogen van Saulus even buiten het gezichtsveld. Ananias was gewoon naar een man in een bepaald huis gezonden: hij was vervolger van de gemeente, maar was nu aan het bidden. Hij had van Godswege of iemand anders, geen bijzondere aanwijzingen met betrekking tot hoe hij deze man moet benaderen. Dat wordt overgelaten aan zijn eigen voorkennis en wat gepast is in dergelijke gevallen. Hij komt in het huis, en vindt hem plat op de vloer, bijna uitgeput bij gebrek aan voedsel en drank, en in zijn ellende is hij nog steeds in grote angst aan het bidden. (…)

Hij kon met hem bidden en lang en vurig een beroep doen op Gods genade en wachten tot hij als zondaar een zekerheid heeft van de Heilige Geest en vrede krijgt in zijn onrustige ziel. Als deze inspanningen niets van opluchting brengen, kunnen andere broeders en zusters gerust meedoen en hun gebeden verenigen met die van de prediker. Je kunt pathetische liederen zingen die worden afgewisseld met vurige gebeden en vermaningen. Als dan zowel de treurende en zijn bidders uitgeput zijn, verwacht men op het laatste, en elk moment, dat het ellendig slachtoffer een kreet van vreugde slaakt, als de aanraking van God komt en de last van zijn ziel weg rolt. Als alle pogingen mislukken, zou de man gaan treuren over zijn nog niet bedekte zonden, misschien voor de rest van zijn leven. Fortuinlijk zou het voor hem dan zijn, als de verschrikkelijke conclusie was, dat alle religie maar hypocrisie is. Of dat hij zelf een verwerpelijk iemand is. Dit beeld is niet negatief getekend, want mijn lezers kunnen getuigen dat er in nog veel donkerder kleuren wat geschilderd kan worden. Want in vele duizenden gevallen die zich hebben voorgedaan in de populaire “opwekkingen”is dat niet de situatie.”

Ik wil hierbij opmerken dat wat deze man schrijft, wel twintig jaar vroeger geschreven is dan het ontstaan van de moderne pinkstergemeenten. Maar het beeld dat hij schetst is toch ook wat we vandaag in die kringen zien. Mensen blijven hun vergaderingen bezoeken totdat ze iets voelen in hun binnenste. Maar of het van God komt of uit hun eigen geest is dan nog de vraag.

Opmerkingen over de bekering van Saulus van Tarsus voor ons vandaag. Paulus beschouwde zijn bekering later als een “ervaringspatroon” voor alle gelovigen

volgens 1 Timotheüs 1:13,16: “13 hoewel ik vroeger een godslasteraar en een vervolger en een geweldenaar was. Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn onwetendheid, uit ongeloof, gedaan heb, (…) 16 Maar hiertoe is mij ontferming bewezen, dat Jezus Christus in de eerste plaats in mij zijn ganse lankmoedigheid zou bewijzen tot een voorbeeld voor hen, die later op Hem zouden vertrouwen ten eeuwigen leven.” Als die

Page 67: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 67

bekering van Paulus een patroon is, dan kunnen we zijn ervaringen voor een groot stuk delen.

We moeten zoals hij, met Jezus zelf geconfronteerd worden. We moeten met onze zonde en opstandigheid tegenover Hem staan om vergeving te ontvangen. Daar zijn zelfs de zonden bij die werden gedaan in onwetendheid, aanvallen op Hem en Zijn gemeente. Dan moeten we even nederig zijn als Paulus en wachten op het werk dat Hij in ons zal doen.

De bekering van Saulus leert dat God ons vindt, ook als we niet zelf op zoek zijn naar Hem.

De bekering van Saulus geeft aan wat de kern van het verhaal is. Redding komt niet uit onszelf maar is iets wat God in ons doet. Wij reageren slechts op Zijn werk dat in ons gaande is.

De bekering van Saulus zegt ons dat het niet genoeg is te repareren wat we gebroken hebben. Meestal kunnen we geen genoegdoening verschaffen: Paulus kon de doden die hij gemaakt had, uit zijn haat tegenover de kerk, niet meer goedmaken. Gods verlangen is om de gebrokenheid van een mens te gebruiken als een begin van de gift met de Heilige Geest.

God zoekt zoals Hij met Paulus heeft gedaan, naar mensen. We mogen bovendien vanuit ons eigen milieu in de bekering van anderen meewerken. God wil ons in dat werk gebruiken. Bekering is een demonstratie van het belang van de uitbreiding van de familie van God. Een discipel van Jezus is altijd een “getuige” en een “evangelist.”

Dit zijn de gevolgtrekkingen uit het bovenstaande:

1° In deze tekst is GEEN sprake van “spreken in tongen.”

2° Ananias heeft Paulus NIET de gaven van de Heilige Geest overgegeven door handoplegging.

3° Paulus ontving zijn apostelschap en al zijn gaven rechtstreeks van de Heer. De naamwijziging van Saulus naar Paulus komt na Handelingen 13:4.

4° Galaten 1:1 en 12 laten daar geen twijfel over bestaan, hier in SV (Jongbloed-editie): “1Paulus, een apostel, (geroepen niet van mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft), (…) Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus.” Dit leert onomwonden dat Ananias geen gaven aan Paulus heeft overgedragen. Die gaven komen van de Heer. Ananias zal hem wel genezen hebben in de kracht die hij van de apostelen heeft ontvangen.

5° Deze tekst leert NIET dat andere gelovigen dan de apostelen gaven konden overdragen door de oplegging van handen. Pinkstermensen geven dit grif te kennen in hun theologie, dat dit de enige tekst is in de Bijbel die dat zou aantonen. Maar dat is in tegenspraak met de punten twee tot vier. Ananias kon geen gaven overdragen, hij had wel de gave van genezen van iemand ontvangen. Hij kon Saulus dus ook genezen.

Aaron J. Smith de Amerikaanse zwarte pinkstervoorganger die we al citeerden zegt op blz.62 van zijn boek: “Gods instructies aan Ananias moesten expliciet worden opgevolgd vanwege de reputatie die Saulus had. God wist dat Ananias er zeker moest van zijn dat wat God van hem vroeg, echt van de Heer kwam en niet uit zijn eigen gebrekkige fantasie. Zelfs nadat God hem in detail had verteld wat te doen, aarzelde Ananias.(…) Ananias heeft voor Saulus gebeden en hij kon weer zien. Behalve dat, maakte hij er een begin mee dat hij in geestelijke zin beter zou zien. Hij had nog geen 20/20 spirituele visie, maar hij was net als de blinde man die genas Jezus: zijn gezicht was geleidelijk aan het verbeteren. In plaats van helemaal niet te zien, zag Paulus nu “mannen als bomen lopen” het was een duidelijke

Page 68: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 68

verbetering. De man die het gezicht van Paulus had hersteld zou hem nu verder helpen de volle spirituele visie te bereiken. Hij zou naar leerstellige waarheden gaan zodat hij inzicht kreeg in de geestelijke wereld. Iets waarin maar weinig mensen het voorrecht hebben gehad het te doen. Ananias heeft Paulus gedoopt, en we weten dat Paulus de Heilige Geest heeft ontvangen. Wanneer Ananias had gebeden voor hem was dit een deel van zijn gebed dat “gij zoudt zien, en worden gevuld met de Heilige Geest.” Paulus kreeg ook de gave van het spreken in tongen. Later in zijn carrière zou Paulus kunnen beweren dat hij in “"meer dan gij allen” in tongen sprak (1 Corinthiërs 14:18).” Als we zeggen dat Paulus die gaven van God ontving en niet van Ananias dan kunnen we ook hier nog “amen” op zeggen.

Benny Hinn (afbeelding hier boven) maakt er een gewoonte van, om als hij “zogezegd” de Heilige Geest overdraagt aan een aanwezige in de zaal, te blazen op de persoon.

Dat doen andere voorgangers in die kringen ook. In de Schrift zijn er twee teksten die over het “blazen” spreken, van de 24 waar het begrip staat in de Schrift, die voor ons belangrijk zijn. De eerste is de schepping van Adam. We lezen in Genesis 2:7: “toen formeerde de HERE God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen.” De tweede is deze waar over Jezus staat: “En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: Ontvangt de heilige Geest.” – Johannes 20:22. We weten uit de Bijbel dat de Geest “waait” waar Hij wil. – Johannes 3:8 en Handelingen 2:2-4

Maar ik weet ook zeker dat Benny Hinn, of die anderen, geen macht hebben over de Heilige Geest. Ook dat die manier van handelen niet strookt met wat ik lees over hoe de apostelen te werk gingen. Zou men niet eerder aan een zekere vorm van “pose” en “aanstellerij” denken?

APPENDIX II : DE BETEKENIS VAN EEN BIJBELS ”geheimenis.”

Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef in 1972 een serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 6:

“Het spreken in tongen is de eerste reactie van de met de Heilige Geest gedoopte christen. Deze zegt dan 'geheimenissen' vanuit dit contact. Geen wonder dat dit spreken in tongen een opbouwende begaafdheid is voor het persoonlijke, geestelijke leven, want ‘wie in een tong spreekt, sticht zichzelf' (1 Cor. 14:4).”

In 1 Corinthe 14:2 lezen we dit: “Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen.” Is het dan niet mogelijk dat het begrip ”geheimenis” dan toch goed is uitgelegd door de pinkstermensen. Neen, en hier zijn de redenen waarom! De visie van J.E. van den Brink klopt onloochenbaar niet.

Page 69: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 69

Het Griekse ”musterion” komt van een woord dat de gedachte geeft van het “kennen” (begrijpen, verstaan, er op de hoogte van zijn) van een zaak omdat men erover onderwezen is. Vele vertalingen spreken dan ook liever over ”geheimenis.” Dat ”mysterie” van God is ook het ”mysterie” van Christus en ook het ”mysterie” van de verlossing van de mens Col.2:2 / 4:3 / Rom.16:25,26. Het is in die geheimenissen dat Christus zijn discipelen heeft onderwezen (Mat.13:11). Een kennis die is weggelegd voor allen in de Geest herboren slaven van God.

Tabel over het gebruik van alle teksten in het NT met het begrip “mystérion”

Mat.13:11 “de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen” Marc.4:11 “het geheimenis van het Koninkrijk Gods” Luc.8:10 “de geheimenissen van het Koninkrijk Gods” Rom.11:25 “dit geheimenis, een gedeeltelijke verharding is over Israël- gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat” Rom.16:25 “de openbaring van het geheimenis, eeuwenlang verzwegen” 1 Cor.2:7 “een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft” 1 Cor.4:1 “het beheer van de geheimenissen Gods” 1 Cor.13:2 “alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist” 1 Cor.14:2 “door de Geest spreekt hij geheimenissen” 1 Cor.15:51 “een geheimenis (...) Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden” Eph.1:9 “het geheimenis van Zijn wil” Eph.3:3 “mij door openbaring het geheimenis bekendgemaakt” Eph.3:4 “het geheimenis van Christus” Eph.3:9 “de bediening van het geheimenis” Eph.5:32 “Dit geheimenis (...) Christus en de Gemeente” Eph.6:19 “het geheimenis van het evangelie” Col.1:26 “het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest” Col.1:27 “de heerlijkheid van dit geheimenis: Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid” Col.2:2 “het geheimenis Gods, Christus” Col.4:3 “het geheimenis van Christus” 2 Thes.2:7 “het geheimenis der wetteloosheid” 1 Tim.3:9 “het geheimenis des geloofs” 1 Tim.3:16 “het geheimenis der godsvrucht” Opb.1:20 “het geheimenis der zeven sterren” Opb.10:7 “het geheimenis van God” Opb.17:5 “een geheimenis: het grote Babylon” Opb.17:7 “het geheimenis van de vrouw”

Het begrip “geheimenis” mag niet verkeerd begrepen worden. En Phil.4:12 kan ons daarbij helpen. Daar is de lijdende vorm gebruikt “mueo” waaraan “mysterion” verwant is. We geven dit weer in enkele vertalingen:

“In alles en allen ben ik ingewijd” (Leidse Vertaling). “In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd” (Brouwer).“In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd” (NBG).

En dan gaat het niet om spectaculaire zaken waarin Paulus is ingewijd maar gewoon om: “zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek.” Een mysterie kan

Page 70: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 70

dus “aangeleerd” worden. De “geheimenissen” waarover de Schrift melding maakt zijn deze die God heeft “geopenbaard.” En dan ook in een voor gelovigen begrijpelijke taal. Wat niet wil zeggen dat de ongelovige het begrijpt. Dat is onder andere duidelijk uit de éne leermethode die Christus gebruikt en gelijkenissen genoemd worden. Het zijn “geheimenissen” van het Koninkrijk Gods die geopenbaard worden. Maar ofschoon eenvoudig, ontsnapt het “geheim” aan de omstanders en zelfs bij wijlen in het begin aan de discipelen (Mat.13:11-13 / Luc.8:10).

Kort samengevat is “mysterion” in 4 contexten gebruikt.

1°) de “geheimenis” van Christus. Jezus, de Opgewekte, is het geheimenis Gods (Col.2:2). En daarom valt in het NT de volle nadruk op het verklaren van dat geheim dat in Christus is gelegen. De apostelen zijn de “beheerders” van de geheimenissen Gods (1 Cor.4:1). De nadruk ligt voor hen op de persoon én het volbrachte werk. In Hem is de “volheid van de godheid lichamelijk” aanwezig en HIJ is dan ook het hoofd “van alle overheid en macht” (Col.2:9,10).

2°) de “geheimenis” van het Koninkrijk Gods. Enkele malen spreekt de Bijbel over “ge- heimenissen” in het meervoud (Mat.13:11 / Luc.8:10). Het is aan Zijn discipelen dat deze dingen geopenbaard worden (Marc.4:11). Maar dat wil niet zeggen dat ze dat ook zondermeer begrepen en konden schatten. Men kan dat vinden in een opmerking als bij de Hemelvaart: “Here herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?” (Hand.1:6).

3°) de “geheimenis” van Gods gemeente. De gemeente bestaande uit “heidenen en Joden” die zich bekeren hebben één ding gemeen: samen vormen zij de gemeente. Zoals ze is geopenbaard in het NT is het een nieuw geheim niet volledig geopenbaard in het OT (Rom.11:25-29 / Eph.3:3-6). Joden vragen zich hierbij af: hoe kan een onreine deel hebben aan God. Gods antwoord is gelegen in o.a. een bekering als deze van Cornelius (Hand.10). Vreemdelingen die door het bloed van Christus aangenomen zijn (Eph.2:13). Dat is het geheim van Gods evangelie (Eph.6:19), het geheim van Zijn wil (Eph.1:9). Vanuit deze optiek mogen we niet zeggen dat Israël zijn Messias totaal heeft verworpen. Er zijn duizenden (in de Griekse tekst myriaden = tienduizenden) Joden die de Heer als Messias hebben aangenomen in die tijd (Hand.21:20). Gezien de soevereiniteit van God in deze zaak en de individuele uitverkiezing van de gelovigen heeft God niet gefaald. Men mag dus ook niet zeggen zoals in de leer van de bedelingen dat Israël heeft gefaald. De ontrouw door het forse deel van de afstammelingen van Abraham doet niets tekort aan Gods beloften aan de getrouwen. God heeft het beloofd en het is vervuld. Allen die in het boek des levens staan zijn door God aangenomen en er ontbreekt niemand. Geen “jota” die niet is vervuld. Het is dus onwaarschijnlijk dat met de Wederkomt in werkelijkheid alle Joden tot bekering zullen komen.

4°) de “geheimenis” des geloof. Tweemaal spreekt Paulus tot Timotheus over dit “geheimenis.” Diakenen moeten het bewaren in een rein geweten, dus niet in winstbejag hun taak verrichten (1 Tim.3:9). En dat “geheimenis” is Christus waarvan zes belangrijke punten vallen op te noemen. Een “geloofsbelijdenis” waarin Zijn wezen en werk duidelijk gemaakt worden (1 Tim.3:16).

Wat wil dat betekenen in de tekst die ons nu aangaat uit 1 Corinthe 14:2: “Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen.” Het zegt eenvoudigweg dat de uitleg van al de pinkstertheologen die hier een “onvertaalbaar” en “onbegrijpelijk” praten willen zien, dat slechts voor twee personen bedoeld is: de spreker en God, niet te rijmen is met de betekenis van dat woord in het Nieuw Testament. Daar is het steeds met de betekenis weergegeven dat GELOVIGEN het “mysterie” verstaan. Het “spreken in tongen” in Corinthe was echt geen brabbelen. Dat spreekt voor zichzelf want, ook “spreken in tongen” moet tot opbouw van de gemeente zijn.

APPENDIX III : WAT SPREKEN IN TALEN ZOU BEWERKEN

Page 71: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 71

“Beproeft alle dingen; behoudt het goede” (1 Thes.5:21). “Want wij wandelen door geloof [en] niet door aanschouwen” (2 Cor.5:7). “Geliefden, gelooft niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld” (1 Joh.4:1).

“Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listig tot dwaling te brengen.”“Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt een rechtvaardig oordeel” (Joh.7:24). (Epheze 4:14). Alle teksten uit Statenvertaling 77.

Wat u hieronder kunt vinden is gewoon maar uit het Internet overgenomen. De man aan het woord is een pinkstergelovige. Zonder foutjes te verbeteren of wat dan ook, gevonden op: http://manna.punt.nl/?id=368158&r=1&tbl_archief=&,   “Dit gebeurd er o.a. als ik in nieuwe tongen spreek of bid.  1.   Je bevestigd dat je een geestvervulde gelovige bent, want tongen is een teken dat je een gelovige bent. Marc. 16:17. 2.   Het is een teken voor de ongelovigen 1 kor. 14:22 3.   Je onderhoudt het volmaakte intieme relatie met God 1kor. 14:4 4.   Je bouwt jezelf op, zelfherstel vindt plaats, zelfgenezing, zelfverbetering, 1Kor. 14:4. 5.   Je bidt met en in en door de geest 1kor.14:14. 6.   Je looft en aanbid God op volmaakte en waarachtige wijze. 1kor.14:15. 7.   Je vraagt de Here of je het mag uitleggen 1.kor.14:13 8.   Je kan uitleg geven tot opbouw van de gemeente 1kor.27:28 9.   Je zet je eigen leven in vuur en vlam, tongen als van vuur, je verteert je vijanden met vuur 10.  Je kan in een aardse tal spreken die je nooit eerder geleerd hebt. Hand. 2:5-11.11.   Je doet diepe Goddelijke volmaakte voorbede naar de wil van God Rom.8:26-27.12.  Je spreekt de verborgen wijsheden van God. 1Kor.2:7.13.  Je geniet in de geest van de heerlijkheid dat God voor je heeft voorbeschikt. 1kor.2:7.14.  Je ontvangt openbaringen van God wat Hij je in genade heeft geschonken 1kor. 2:10.15.  Je doorzoekt alle dingen Gods 1kor. 2:1016.  Je doorzoekt zelfs de diepten Gods 1.Kor. 2:10.17.  Je ontdekt wat er in je eigen geest leeft. 1.Kor. 2:13.18.  Je beoordeelt en je onderscheidt alle dingen 1Kor. 2:14.19.  Je vergelijkt het geestelijke met het geestelijke 1Kor. 2:13.20.  Je voert strategische geestelijke oorlogen; de bij; wordt aan de wortel van de boom gelegd. Efez. 6:17.21.   Je bidt, voorbidt en waakt met alle volharding en smeking voor alle heiligen. Efez. 6:18.22.  Je bewaard jezelf in de liefde van God; je ontwikkelt jezelf in Gods liefde. Judas 20”

We hebben daar maar één opmerking bij: alles wat er staat kunt u van God krijgen of zelf meemaken met gewoon in je eigen moedertaal tot Hem te spreken. Gaat het niet te best in het beschaafd Nederlands dan maar in het eigen dialect. Je hemelse Vader heeft daar geen enkel probleem mee.

Ik ben géén ervaringsdeskundige op dat gebied, maar heb het spreken in talen gehoord bij meerdere bezoeken aan Pinkstervergaderingen. Onder andere in 1970 of 71 was er een congres van Pinkstermensen in Brussel. Een vriend die in die kerk is bekeerd vroeg of ik geen interesse had er eens naartoe te gaan. Hij had zelf geen auto en we zijn er driemaal naar toe geweest. Sprekers waren vooral een Amerikaan en een Engelsman. Alles keurig vertaald naar het Frans toe, maar voor een goede Vlaming geen probleem, het is onze tweede taal die we leren. Maar tijdens het

Page 72: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 72

bidden werd er duchtig in talen gesproken (dat zei men me toch, maar kon het niet nagaan), hardop en stilletjes. Niemand heeft er één enkele zin bij vertaald. Wat zegt Paulus, anders dan te zwijgen in dat geval. Mijn vriend, nog maar twee jaar bekeerd, zei dat het normaal was en in die zin alle vergaderingen verliepen. Neen, ik heb het toen nagezien en ook de jaren daarop, want ik kreeg er wel eens een vraag over, dat is niet wat de Schrift zegt. Als er géén vertaling aan te pas komt is dat uitgesloten in de praktijk van de gemeente. En 1 Cor.14:2 als een persoonlijk spreken met God beschrijven gaat niet op. Mijn God verstaat alle talen en alle dialecten die in België en ver daarbuiten gesproken worden.

Ik ben ook niet onder de indruk van de charismatische katholieken, want ze bidden ook tot Maria en de andere 20.000 heiligen. En de redenen om niet zo te handelen zijn Bijbels gegrond. Ik wijs maar naar één ding Lucas 2:34: "En Simeon zegende hen en zeide tot Maria, zijn moeder: Zie, deze is gesteld tot een val en opstanding van velen in Israël, en tot een teken, dat weersproken wordt." Dat is een woord geïnspireerd door de Heilige Geest. HIJ, de Christus, staat centraal van in den beginne, niet Maria. Een heiligenleven kan inspirerend zijn, maar tot hen bidden is kleine Baäls en Astartes in ons leven brengen. Dat zeker niet. Als die pinkstermensen, zo heftig bidden in tongen, leert de Heilige Geest hen dan niet dat het totaal fout is wat ze doen?

Pinkstermensen zeggen dat Hand.2:16 een deel citeert van een vervulde profetie uit Joël 2. Maar loop dan de feiten toch niet voorbij. Wie een zorgvuldige studie van deze profetie maakt leert toch dat Joël met geen woord geprofeteerd heeft dat er in “tongen” gesproken zou worden. Hij profeteerde, dat de Heilige Geest gegeven zou worden. Het is dat waar Petrus naar verwijst. Zeggen dat men nu moet bidden voor de Geest van Pinksteren en men dan in tongen zal praten, heeft niets met de vervulling van Joël te maken. Het is duidelijk dat waar in de Bijbel dan ook het begrip “spreken in tongen” gevonden wordt, het altijd verwijst naar: echt bestaande talen.

Als een blinde de anderen leidt zullen ze allen verkeerd lopen. Lees toch beter wat je Bijbel zegt! De wonderen, tekenen en krachten, zijn allen: “merktekenen van een apostel” (2 Cor.12 :12). Aangezien we geen apostelen meer hebben, zijn ook die gaven er niet meer.

Ruud van ’t Veer, schreef zijn boek: ‘Bieven aan Anna’, Streefkerk, 2007. Het zijn brieven aan een nichtje waarvan hij de naam gewijzigd heeft. We hebben het met gemengde gevoelens gelezen, want de man is ook “alverzoener.” We willen twee zaken aanhalen die aantonen dat de man heeft nagedacht over alles en nog wat op Bijbels gebied. Gratis te lezen op Lulu.com Hij zegt op blz.84 en 401 twee terechte zaken over het “spreken in talen” en let op wat we onderlijnen: “Betekent dat dan, dat al die gelovigen met hun tekenen en wonderen en het spreken in tongen eigenlijk onmondig/kinderlijk zijn? Nou het is nog veel erger, want tekenen en wonderen en het spreken in tongen zijn nooit aan een niet-Jood/heiden/onbesnedene beloofd. Nu mag je dus zelf je conclusie trekken. Goed laat ik je een beetje helpen, het is puur boerenbedrog van de dia-bolos, de door-elkaar-werper.” “Ik heb veel mensen in tongen horen spreken waar geen woord van te verstaan was. Naar mijn idee waren het ook geen woorden, het leek meer op het ontelbare malen herhalen van hetzelfde woord, kst kst kst, en dan te bedenken dat ik ook per se in tongen wilde spreken als bewijs dat Gods geest echt in mij was.”

APPENDIX IV: DE DOOP IN DE HEILIGE GEEST IN “HANDELINGEN”

Page 73: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 73

De theoloog J. G. D. Dunn schreef: ‘Baptism in the Holy Ghost’ verschenen bij, Westminster John Knox Press in 1970. Hij heeft er enkele statistieken over het gebruik van de termen in het boek Handelingen wanneer iemand de Heilige Geest ontvangt. We hebben die bewerkt en geven die hier onder. Vooraf enige uitleg. Lucas, de schrijver van het Boek Handelingen, heeft in zijn evangelie en in dat boek de term “dopen in de Heilige Geest” slechts driemaal gebruikt. In Luc.3:16 horen we Johannes de Doper profeteren dat Degene die na hem komt, zal dopen met de Heilige Geest en met vuur. In Hand.1:5 wordt deze belofte nog eens herhaald, wanneer Jezus de discipelen gebiedt te wachten op de belofte van de Vader (vers 4). In Luc.11 hebben de discipelen een vraag aan Jezus “Leer ons bidden.” Hij koppelt er ook de komst van de Heilige Geest aan in zijn antwoord volgens vers 13: “Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?” - Statenvertaling (Jongbloed-editie) Maar uit Joh.7:39 SV blijkt dat de Geest niet werkzaam kan zijn voordat Jezus verheerlijkt is in de volle zin van het woord: “En dit zeide Hij van den Geest, Denwelken ontvangen zouden, die in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog niet, overmits Jezus nog niet verheerlijkt was.”

De term “dopen in de Geest” (de komst van de Heilige Geest) is in het boek Handelingen met zeven Griekse termen beschreven. Deze zeven termen zijn volgens de Willibrodvertaling:

1° baptizoo en pneumati hagioi - gedoopt worden in de Heilige Geest (1:5 / 11:16);

2° eperchomai to pneuma hagion - de Geest komt op iemand (1:8 / 19:6);

3 ° pimplemi pneumatos hagiou - vervuld worden met, vol zijn van de Heilige Geest (2:4 /

4:8,31 / 9:17 / 13:9,52);

4° ekcheoo apo tou pneumatos - uitgieten van de Geest (2:17,18,33 / 10:45);

5° lambanoo pneuma hagion - Heilige Geest ontvangen (2:38 / 8:15,17,19 / 10:47 / 19:2);

6° didomi pneuma hagion - Heilige Geest geven, is gegeven (5:32 / 8:18 / 11:17 / 15:8);

7° epipiptoo to pneuma to hagion - het vallen van de Geest op iemand (8:16 / 10:44 / 11:15.).

De gebeurtenis op de Pinksterdag, aangevuld met wat bij Cornelius gebeurde, is in zeven uitdrukkingen weergegeven. We zetten beide gebeurtenissen bij elkaar omdat Petrus het zelf doet. Dat is geen inlegkunde.

1° Hand. 1:5: “immers, Johannes doopte met water, maar jullie zullen gedoopt worden in

heilige Geest, binnen enkele dagen.”

2° Hand. 1:8: “maar wanneer de heilige Geest over jullie komt.”

3° Hand. 2:4: “Zij raakten allen vol van heilige Geest.”

4° Hand. 2:17: “dat Ik mijn Geest zal uitgieten over alle mensen.”

5° Hand. 2:38: “Dan zult u de gave van de heilige Geest ontvangen.”

6° Hand. 15:8: “door hun, net als ons, de heilige Geest te schenken.”

7° Hand. 11:15: “Nauwelijks was ik begonnen te spreken of de heilige Geest daalde op hen

neer, zoals in het begin ook op ons.”

Voor de gebeurtenis in Samaria gebruikt Lucas alleen de termen 5, 6 en 7.

5° Hand. 8:17: “en zij ontvingen de heilige Geest.”

6° Hand. 8:18: “dat de Geest geschonken werd.”

7° Hand. 8:16: “want die was nog op niemand van hen neergedaald.”

Page 74: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 74

Voor de gebeurtenis in Caesarea, bij Cornelius, gebruikt Lucas de termen 1, 4, 5, 6 en 7.

1° Hand. 11:16: “maar jullie zullen gedoopt worden in heilige Geest.”

4° Hand. 10:45: “de heilige Geest ook over de heidenen was uitgegoten.”

5° Hand. 10:47: “die evenals wij de heilige Geest ontvangen hebben.”

6° Hand. 11:17: “aan hen dezelfde gave heeft geschonken als aan ons toen.”

7° Hand. 11:15: “Geest daalde op hen neer, zoals in het begin ook op ons.”

Voor de doop in Epheze van vroegere leerlingen van Johannes gebruikt Lucas de termen 2 en 5.

2° Hand. 19:6: “en de heilige Geest kwam op hen.”

5° Hand. 19:2: “Hebt u heilige Geest ontvangen toen u gelovig werd?”

De gevolgtrekking is dus dat de term “gedoopt in de Geest” maar twee keer wordt genoemd in het boek Handelingen. Beide keren gaat het over de belofte van de “komst” van de heilige Geest. Deze toezegging vindt zijn vervulling op de Pinksterdag. Hand.1:5 zegt: “Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.” In Hand.11:16 staat: “En ik werd gedachtig aan het woord des Heeren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gijlieden zult gedoopt worden met den Heiligen Geest.” - Statenvertaling (Jongbloed-editie)

De volgende uitkomst met betrekking tot de doop in de Geest volgt dus uit Handelingen:1° De zeven genoemde uitdrukkingen uit de eerste tabel in Handelingen beschrijven dezelfde gebeurtenis. Alle uitdrukkingen voor het Pinksterfeest worden daar gebruikt. Het gaat om één en dezelfde “komst” van de Heilige Geest.2° Alle zeven genoemde uitdrukkingen zijn van toepassing op de Pinksterdag, drie op Samaria, vijf op Caesarea, twee op Epheze.3° Deze zeven genoemde uitdrukkingen zijn de enige die Lucas gebruikt om de komst van de Heilige Geest aan te geven. Wanneer we stellen dat deze uitdrukkingen hetzelfde gebeuren beschrijven en het kan niet anders, dan kent Lucas maar één komst van de Heilige Geest. Hij beschrijft ze wel op verschillende manieren. Hij kent geen eerdere uitstorting van de Heilige Geest.4° Er zijn slechts twee verslagen die de term “de doop in de Geest” gebruiken, met het Pinksterfeest en in Caesarea. Juist die verhalen zijn het meest betrokken op bekering en wedergeboorte. In Hand.1:5 wordt de doop met de Heilige Geest beloofd aan de apostelen. In Hand.2:38 zegt Petrus als de kers op de taart dat iedereen die zich bekeert en laat dopen, de gave van de Heilige Geest zal ontvangen. In Hand.11:16 heeft Petrus de belofte van de doop met de Heilige Geest in gedachten, wanneer hij ziet dat de bekeerde heidenen op het geloof in de Here Jezus Christus de Heilige Geest ontvangen. God doet nog meer dan wat Petrus ooit in de tekst had gelezen. De Messiasbelijdende Joodse broeders in Jeruzalem leiden daaruit af dat God ook de heidenen de bekering ten leven heeft geschonken (Hand.11:18). 5° De uitdrukking “gedoopt met de Geest” neemt een ondergeschikte plaats in en beschrijft slechts één aspect van het werk van de Heilige Geest. Het verwijst naar wat Paulus volgens 1 Cor.12:13 formuleert als de inlijving in het lichaam van Christus.

Een echt verschil over de Heilige Geest bij Paulus en bij Lucas is er niet. Er ligt wel een andere nadruk. Bij Lucas krijgt men in Handelingen de impressie dat het werk van de Heilige Geest zomaar een zichtbaar gebeuren is. De nadruk ligt op de uitingen van het “spreken in talen” en bovennatuurlijke verschijnselen (wind en tongen van vuur), die gepaard gaan met het ontvangen van de Heilige Geest. In de brieven van Paulus echter lijkt de zichtbare werking van de Heilige

Page 75: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 75

Geest ondergeschikt. Hij wijst steeds naar een innerlijke werking. Zo lezen we bij hem altijd over het “in Christus zijn”, en “door de Geest geleid worden.” Hem interesseert meer het juridische aspect van het christen zijn: men is gerechtvaardigd, men is met God verzoend, men leeft in de hoop lichamelijk met de Heer te zijn. Paulus benadrukt dus de objectieve heilsfeiten. Als Christus doopt met Zijn Geest, die Hij van de Vader heeft ontvangen staat er:

Handelingen 2:4 SV-J: “4 En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.”Handelingen 11:15 SV-J: “En als ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, gelijk ook op ons in het begin.”

De Geest doopt ons (alle gelovigen) uit welk volk we ook mogen zijn “in Christus” zegt Paulus echter.

Galaten 3:28 SV-J: “Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt één in Christus Jezus.” Romeinen 8:9 SV-J zegt: “Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe.” 1 Corinthe 4:15 SV-J: “Want al hadt gij tien duizend leermeesters in Christus, zo hebt gij toch niet vele vaders; want in Christus Jezus heb ik u door het Evangelie geteeld.”

Het besluit ligt dus voor de hand, komt de Heilige Geest met zichtbare tekenen of met wat in het hart van de gelovigen werkt: dat zijn twee kanten van dezelfde zaak. Het ene is niet belangrijker dan het andere.

APPENDIX V: OMGAAN MET SLANGEN

IN DE NAAM VAN DE HEER KAN DODELIJK ZIJN

“November 08, 2006

By Allison AltizerNews EditorSentinel Echo

A Laurel County church service ended in tragedy Sunday, when an attendee was struck by a large timber rattlesnake. Linda F. Long, 48, succumbed to the snake’s venom little more than three hours after she was bitten on the cheek. She was pronounced dead at the University of Kentucky Medical Center at 10:50 p.m. Nov. 5. The snake bite was listed as her official cause of death. Laurel County Sheriff’s Detective Brad Mitchell is still investigating whether Long was holding the snake when she was attacked. The incident happened at East London Holiness Church, located on Smith-Brewer Road, off KY 229. Authorities were notified by hospital personnel, after Long was taken to Marymount Medical Center. She was flown from Marymount to UK, where she later died. It has been confirmed church members were handling the snake as part of the service, Mitchell said. Though Kentucky law defines handling snakes as a class B misdemeanor, punishable by a fine no less than $50 and not to exceed $100, no criminal charges will be filed, the detective added. Numerous calls to the church’s former pastor Jerry Holland went unanswered. Timber rattlesnakes can reach five feet in length, according to Kentucky Snake Identification’s Web site, but are a threatened species. They are venomous, have a distinct head and are usually brown in color, with dark brown or black blotches. National Geographic News reports religious snake handling, or serpent handling as those that practice it prefer it to be called, is often based in

Page 76: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 76

a literal interpretation of numerous verses of scripture, namely Mark 16:17-18, which says, “And these signs shall follow them that believe; In my name shall they cast out devils; they shall speak with new tongues; They shall take up serpents; and if they drink any deadly thing, it shall not hurt them; they shall lay hands on the sick, and they shall recover.” Long’s funeral was scheduled to be conducted at 1 p.m. Wednesday at Arney-Mullins Funeral Home in Rose Hill, Va.”

*****

Bibliografie:

Enkele commentaren

R. D. Anderson, 1 Korintiërs - Orde op zaken in een jonge stadskerk, Kok, Kampen, 2008. C. Blenk, Geestesgaven ook in bevindelijke kring, Reformatorisch dagblad 29 december 2005.J. Calvijn, Zendbrieven van Paulus, I en II Korinte, De Groot Goudriaan, Kampen, 1996. J. Chrysostomos, Homiliën over 1 Korintiërs - http://www.newadvent.org/fathers/2201.htm Zover we weten, nooit vertaald in het Nederlands en dat is jammer.J. Dunn, 1 Corinthians, Sheffield Academic Press, Sheffield 1995. G. D. Fee, The First Epistle to the Corinthians, The New International Commentary on the New Testament, Grand Rapids, Eerdmans, 1987, blz.569-712.L. Floor, De gaven van de Heilige Geest in Bijbelstheologisch perspectief, Heerenveen 1999. R. B Gaffin Jr., Perspectives on Pentecost, New Testament Teaching on the Gifts of the Holy Spirit, Phillipsburg, N.J., Presbyterian & Reformed, 1979.M. Green, I Believe in the Holy Spirit, Grand Rapids, Eerdmans, 1975.C. Harinck, De Geestesgaven, artikelenserie in ‘de Saambinder’ 2006.A. A. Hoekema, Tongues and Spirit-Baptism, A Biblical and Theological Evaluation, Grand Rapids, Baker, 1981. L. T. Holdcroft, The Holy Spirit, A Pentecostal Interpretation, Springfield, Missouri, Gospel Publishing House, 1979.H. W. Hollander, 1 Korintiërs - Een praktische bijbelverklaring, Kok, Kampen, 1996, 2002, 2007. L. T. Johnson, Tongues, Gift of. The Anchor Bible Dictionary, Vol. 6, uitgegeven door David Noel Freedman. New York, Doubleday, 1992, blz.596-600.J. P Louw, en E. A. Nida. Greek-English Lexicon of the New Testament Based on Semantic Domains, Vol. 1, New York, United Bible Societies, 1988, blz.389-390, 440-441.M. Luther, Epistelauslegung - Korinterbriefe, Vandenhoeck & Ruprecht, Gottingen, 1968. W. A Meeks, The First Urban Christians, The Social World of the Apostle Paul. New Haven, Yale University Press, 1983, blz.120.G.R. Osborne, Speaking in Tongues, Evangelical Dictionary of Theology, uitgegeven door W. A. Elwell. Grand Rapids, Baker, 1984, blz.1100-1103.J. I. Packer, Theological Reflections on the Charismatic Movement, Churchman, Vol. 94, 1980, blz.7-25,103-125.K. Preus, Tongues, An Evaluation From a Scientific Perspective, Concordia Theological Quarterly, Vol. 46, 1982, blz.277-293.J. Reiling, De eerste brief van Paulus aan de Korintiërs, Callenbach, Baarn,1997. C. M. Robeck Jr, Tongues, Gift of. The International Standard Bible Encyclopedia, Vol. 4, uitgegeven door Geoffrey W. Bromiley, Grand Rapids, Eerdmans, 1988, blz.871-874.P. Roberts, The Gift of Tongues, An Evaluation, Hatfield, Pennsylvania, Interdisciplinary Biblical Research Institute, 1991. K. Runia, Op zoek naar de Geest, Kampen 2001.A. Wikenhauser, De Handelingen der apostelen, Patmos, 1966. Een mooie samenvatting over het werk van de Heilige Geest in dat boek op blz.120-126.

Page 77: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 77

Het buitengewoon heldere artikel van Ronald Schouten, 'Glossolalie. Een literatuurstudie naar het spreken in tongen binnen de pinksterbeweging', is één van de belangrijkste dingen die u op het Internet kan vinden over hoe het spreken onder pinkstermensen moet bezien worden. http://www.apologetique.org/nl Neem op dezelfde site er ook nog bij: ‘Glossolalie (tongentaal) en 1 Corinthiërs 14’ door Bruno D. Granger. Hier is vooral het spreken in talen bij vreemde godsdiensten aan bod. Zo hoor je het ook van een ander, in een nog wetenschappelijkere context.

Over de invloed van muziek, prominent bij pinksterkerken

Wat me enorm stoort zowel in pinkster- als evangelische kerken is de loeiharde muziek. De muziek is er een eigen leven gaan leiden, dat het prediken van het woord op de achtergrond heeft verdrongen. Men is fout bezig. Er zijn enkele interessante onderwerpen te vinden op een Site van de Stanford University www.stanford.edu/group/brainwaves/2006/research.html Ze gaan over de invloed van muziek, eventueel ritmische geluiden op de hersenen. Aangezien muziek bij pinksterkerken prominent is zit daar een link met beïnvloeding. Zie vooral naar het artikel van Melinda Maxfield ‘The Journey of the Drum’; Re-vision, Vol. 16, 1994. Dit is de tweede paragraaf van de aanhef van dat laatgenoemde: “I hypothesized that I was entering into an altered state of consciousness of some kind, related to, but not the same as, a meditative state. If this were so, then possibly it could be tested by measuring the electrical activity of the brain with an electroencephalogram machine (EEG).Three years later, I began my research to determine whether various drumming patterns would be associated with different brain wave activity, as meas ured by cortical EEG, and to deter mine if the subjective experience of percussion in general and rhythmic drumming in particular, would elicit images or sensations with a common theme.”

Pinkstertheoloog J.E. van den Brink, schreef voor het tijdschrift ‘Kracht van Omhoog’ 37ste jaargang, (1973) een serie artikelen ‘Spreken in Tongen.’ Dit citeren we uit deel 12 van het onderkopje ‘Uitingen van de geestenwereld.’ Dit is wellicht het enige waar we oprecht “amen” kunnen op zeggen in die reeks artikelen. Het is namelijk zo dat toen hij dit schreef er nog geen sprake was van christelijke “metal” of christelijke “rap.” Het is triest dit te moeten aanklagen. Want in de oude kerk en in de tijd van de tempels in Jeruzalem kwam er GEEN ENKEL instrument in de tempel of de kerk. In de tempeldienst zong men STEEDS “a capella” en in de christelijke gemeenten zijn de eerste pogingen tot het invoeren van instrumenten in een kerkdienst slechts van de 3de eeuw. We raden u aan op het Internet het boek over de ‘Temple’ te raadplegen van de Messiasbelijdende Jood Alfred Edersheim, vooral het hoofdstuk 8.Bijvoorbeeld: www.ccel.org/ccel/edersheim/temple.html

Ook dit citeren we van J.E. van den Brink, zodat men zich eens kan bezinnen over die ontwikkeling in die kringen: “2. 'Gij weet, dat gij, toen gij nog heidenen waart, u blindelings naar de stomme afgoden liet heendrijven'.

Van hun jeugd af waren de Corinthiërs met de geestelijke wereld in aanraking geweest. Zij hadden zich immers laten 'heendrijven' naar de 'stomme afgoden', die hen op het verkeerde pad gebracht hadden. Zij hadden zich 'blindelings' aan hen overgegeven, zodat zij als blinden doolden aan de verkeerde kant in de hemelse gewesten. De 'stomme afgoden' hadden hen in gemeenschap gebracht met de boze geesten (1 Cor. 10:20). Tijdens hun tempel diensten werden zij 'geestdriftig', dit wil zeggen door geesten gedreven. Zij werden dan vol van god, dat is enthousiast. Om in dezelfde trance-toestand te geraken, maakten zij dikwijls gebruik van muziekinstrumenten, zoals het 'schallend koper of een schetterende cimbaal' waar Paulus in 1 Corinthiërs 13:1 op zinspeelt. Wij denken ook aan Delphi dat eveneens in Griekenland lag. Daar zat een vrouw, de Pythia, op een drievoet boven een aardspleet. In een toestand van vervoering die misschien opgewekt werd

Page 78: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 78

door opstijgende bedwelmende dampen, stootte zij klanken uit die door de priesters als orakels werden vertolkt.

In onze eigen tijd gebruikt men ook allerhande slaginstrumenten zoals drums en bekkens bij de pop en undergroundmuziek, die een orgie van geluiden voortbrengen ten einde de luisteraars 'high' of uitzinnig te maken.”

Over de invloed van meditatie en glosolalie (tongenspreken) op de hersenen

De VPRO heeft deze zomer (2009) de BBC documentaire uit 2008 uitgezonden over: 'Oliver Sacks, Tales of Music and the brain', gebaseerd op het boek 'Musicophilia' van Oliver Sacks. Alan Yentob is de interviewer, is zelf neuroloog en over die man willen we wat zeggen. Op een bepaald moment gaat hij naar een Engelse collega die hem onderzoekt op drie soorten muziek. En zoals al geweten, is afhankelijk van de persoonlijke smaak van iemand de reactie onder de scanner variërend. Dan zie je rode vlekken op de plaats van de stimulatie. Alan Yentob is een persoon met een grote liefde voor de klassieke muziek. Hij vroeg zijn collega om zijn lievelingstuk te spelen, een lied van Richard Strauss gezongen door een welbepaalde dame. Wat de dokter toen zag op de hersenscan heeft hij “nooit gezien” en zijn opmerking was dat de hersenen van Alan Yentob “volledig doorbloed waren.” Dat ziet men nooit en de wetenschapper heeft er nog geen oplossing voor. Hij gaat nu naar de reden van dat fenomeen op zoek. We willen alleen maar zeggen dat wat men nu in een scan heeft gevonden en zou aantonen dat wie “in tongen spreekt” een ander persoon is op dat moment. Dat wil nog niet zoveel zeggen, het zegt niet dat het van God zou komen. Mensen met psychische problemen, met een zelfde ziektebeeld, hebben wanneer ze dezelfde soort scan ondergaan ook gelijkaardige scanbeelden. Zoals we aangeven in de onderstaande studies geven ook mensen die mediteren of aan yoga doen ook een ander beeld dat mensen die het niet beoefenen dan ook niet vertonen. Een hersenscan van iemand die “ in tongen spreekt” zegt op zichzelf dus niet dat het van goddelijke oorsprong zou zijn. Zie naar de volgende artikelen op:

www.andrewnewberg.com/pub.aspAndrew B. Newberga, Nancy A. Wintering, Donna Morgan, Mark R. Waldman The measurement of regional cerebral blood flow during glossolalia: A preliminary SPECT study Psychiatry Re-search: Neuroimaging (2006). E. Baron Short1, Samet Kose1, Qiwen Mu1, Jeffery Borckardt1, Andrew Newberg, Mark S. George and F. Andrew Kozel1 Regional Brain Activation During Meditation Shows Time and Practice Effects: An Exploratory FMRI Studyy eCAM Advance Access published October 27, 2007. JULIO F. P. PERES , ANDREW B. NEWBERG , JULIANE P. MERCANTE , MANOEL SIMA˜ , VIVIAN E. ALBUQUERQUE , MARIA J. P. PERES AND ANTONIA G. NASELLO Cerebral blood flow changes during retrieval of traumatic memories before and after psychother-apy: a SPECT study Psychological Medicine, 2007, 37, 1481–1491. f 2007 Cambridge University Press.

Een naschrift: Mormonen en spreken in tongen

We hadden een tijdschrift over het Mormonisme gelezen. Van het net gehaald (30/8/2009) op Lulu.com (free). Het blijkt uit één van de artikelen dat Joseph Smith en enkele anderen ook in talen spraken. We hebben aan de familie Tanner de bekende Ex-Mormonen daarover een brief geschreven omdat we er niets meer over konden vinden op het Internet. Sandra Tanner schreef ons enkele uren later deze mail. Voor wie daar nog verder wil op ingaan. De pinkstermensen waren dus veel later in deze zaak dan de Mormonen. Ook daar heeft het te maken met de “stichting” van hun kerk. Voor zover we echt over “stichting” kunnen spreken, want satanische inspiratie is hier een betere term. Hier onder een deel van de mail van 2/10/2009, dat laat je oogjes open gaan:

Page 79: Tongentaal in Het Nieuw Testament, Is Spreken in Een Bestaande Taal

TONGENTAAL IN HET NIEUW TESTAMENT, is spreken in een bestaande taal 79

“Speaking in tongues was common in early Mormonism, but died out in the later part of the 1800's.  No one publicly speaks in tongues at an LDS service.  I was always told speaking in tongues related to God giving a special gift to learn a language to LDS missionaries.

Here are some links to sites that give references to LDS speaking in tongues.http://www.frontiernet.net/~bcmmin/tongue1.htm

http://saintswithouthalos.com/n/tongues.phtml

http://mormonism.ithicavillage.com/speaking_in_tongues/index.htm

Here is a link to an art. in the BYU Studies site.http://byustudies.byu.edu/shop/pdfsrc/20.2NewellAvery.pdf?zoom_highlight=tongues#search=%22tongues%22

Trust this answers your question.Sandra Tanner”