technische fiches · fiche e4 moodboard / collage fiche e5 centraal noteren op flip fiche e6...
TRANSCRIPT
Technische Fiches Uitdagersvorming De Genks
Big Bazart
TIPS EN TECHNIEKEN VOOR GESLAAGDE STADSGESPREKKEN
Een handig overzicht van alle methodieken en technieken die tijdens de bijeenkomsten met de uitdagers aan bod komen
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
A. KENNISMAKING & STARTERS
Fiche A1 Geografische kaart in levende lijve
Fiche A2 Iconen kleven
Fiche A3 Speed Dating
Fiche A4 Handtekeningen
Fiche A5 GGD
Fiche A6 Ik net als jij
Fiche A7 Line Up (‘op één lijn’)
Fiche A8 Kennismaken in drietallen
Fiche A9 Kennismaken met je Sleutelbos
B. DISCUSSIEMETHODIEKEN VOOR GROEPEN
Fiche B1 Question Walk
Fiche B2 De Vijf Geboden
Fiche B3 Mini - ronde tafel gesprek (1 ronde)
Fiche B4 Wat breng je mee?
Fiche B5 Open Space Technologie
Fiche B6 Eeeek / Waaaw muur
Fiche B7 World Café (ronde tafelgesprekken, meerdere rondes)
Fiche B8 Turbo - Ideeënstorm
Fiche B9 Achteruit voorspellen
C. METHODIEKEN VOOR INDIVIDUELE GESPREKKEN
Fiche C1 Zeg het met een beeld - collage
D. ENERGIE-OEFENINGEN
Fiche D1 PSSSHHT
Fiche D2 Zoek de verandering
Fiche D3 Naam/Klap/Naam
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche D4 Start van de beweging
Fiche D5 Focus op de beide handen
E. VERSLAGVORMEN & OOGSTEN
Fiche E1 Mindmappen in groep
Fiche E2 Postkaart
Fiche E3 Afsluitend woord
Fiche E4 Moodboard / Collage
Fiche E5 Centraal noteren op flip
Fiche E6 Aandenken: groepsfoto
Fiche E7 Eeeek / Waaaw muur
Fiche E8 High Five
Fiche E9 Turbo - Ideeënstorm
F. COMMUNICATIETIPS
Fiche F1 LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen)
Fiche F2 Spelregels 1: gespreksregels
Fiche F3 Spelregels 2: inhoudelijke regels
Fiche F4 Feedback geven en ontvangen IK/IK/JIJ
Spelregels 1: gespreksregels VERSIE 2
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
A. Kennismaking & Starters
Dit zijn technieken en methodieken die je kunt gebruiken bij het begin
van een groepsbijeenkomst.
We raden je aan om hiermee te starten, zelfs al kennen de deelnemers
elkaar al. Je kunt altijd nieuwe dingen leren van elkaar.
De voordelen zijn:
- Je creëert een goede sfeer.
- De deelnemers kennen elkaar al een beetje, en dat voelt
veiliger.
- Iedereen heeft al eens gesproken, ook de meer stille
deelnemers. Dit helpt hen om later in het gesprek ook te durven
zeggen wat ze willen zeggen.
- Dit zijn leukere vormen van het „voorstelrondje‟ in het begin. Met
deze technieken zorg je ervoor dat de kennismaking vlot en leuk
verloopt. Je vermijdt dat iemand van bij het begin meteen het
hoogste woord heeft.
- De deelnemers ontdekken meteen dat het geen „saaie‟
praatavond zal worden, maar een bijeenkomst waarin iedereen
aan bod kan komen.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A1 Geografische kaart in levende lijve 1e keer
toegepast
Uitdagersbijeenkomsten 27 maart en 17 april
Hoe 1. Plaats een voorwerp (bv stoel) in het midden van de
ruimte. Dit voorwerp staat symbool voor een bepaalde
plaats. (bv het stadhuis van Genk).
2. Geef de windrichtingen aan: waar is het Noorden, het
Zuiden, het Westen, het Oosten? Waar liggen de
verschillende wijken van Genk?
3. Vraag aan de deelnemers om op de plek te gaan staan
o waar ze deze ochtend zijn opgestaan
o waar ze werken / het grootste deel van hun dag
doorbrengen
o waar ze het liefste zijn in Genk (= lievelingsplek)
o waar hun kinderen naar school gaan
o enz. …
4. Loop rond tussen de mensen en interview hen: wat is hun
naam, waar wonen ze, wat doen ze voor werk, enz…
5. Laat de mensen die dicht bij elkaar staan even met
elkaar kennismaken.
6. Je kunt de mensen ook even „door Genk‟ laten lopen en
kort laten kennismaken met de mensen die ze nog niet
kennen.
Materiaal Voorwerp
Aantal
personen
Kleine en grotere groepen (zorg ervoor dat iedereen je nog kan
horen)
Waarom? Je leert snel veel mensen kennen. Je kunt ook inschatten waar
ze vandaan komen. Je ontdekt wie dicht bij je woont, wie
graag op dezelfde plek komt, wie in de buurt werkt, …
Tips - Geef ook aandacht aan de mensen die ver staan, en
misschien helemaal alleen staan. Zorg dat ook zij aan
bod komen en met iemand kunnen spreken.
- Zorg dat je voldoende ruimte hebt
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A2 Iconen kleven 1e keer
toegepast
Uitdagersbijeenkomsten 27 maart en 17 april
Hoe 1. Je geeft aan iedere deelnemer een stickervel met een
reeks icoontjes
2. Je vraagt hen om er hiervan een aantal te kiezen die iets
vertellen over henzelf en die zichtbaar op hun kleren te
plakken. (zoals je een naamkaartje zou plakken)
3. Op basis van deze icoontjes kunnen de deelnemers
gesprekken met elkaar beginnen.
4. Je kunt de deelnemers ook vragen om zich elk om
beurten voor te stellen aan de hand van die icoontjes. (in
kleinere groepen, anders duurt dit te lang)
Materiaal Kledingstickers met icoontjes op geprint
Aantal
personen
Gesprekken met individuen
Gesprekken met elkaar: kleinere en grotere groepen
Voorstellingsrondje: kleinere groepen (max. 8 personen)
Waarom? Mensen kunnen iets vertellen over zichzelf via een beeld.
Het helpt stillere mensen om ook iets te vertellen.
Het helpt ook mensen die minder goed Nederlands spreken om
iets te vertellen over zichzelf.
Tips Geef eerst een „demonstratie‟: kleef zelf een aantal icoontjes
op je kleren, en vertel erover.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A3 Speed Dating 1e keer
toegepast
Uitdagersbijeenkomsten 27 maart en 17 april
Hoe 1. Vraag de deelnemers om in twee kringen te gaan staan,
een binnenkring en een buitenkring. Er moeten telkens 2
personen tov elkaar staan. Als de groep oneven is, dan is
er één „duo‟.
2. Leg uit dat de buitenkring in beweging komt, telkens
wanneer de muziek speelt.
3. Wanneer de muziek stopt, blijven ze staan voor de
persoon in de binnenkring die op dat moment het dichtst
bij hen staat. Daar gaan ze een gesprek mee aan.
4. Start de muziek opnieuw voor een volgende ronde.
Materiaal Muziek en geluidsinstallatie
Aantal
personen
Minimum 10
Waarom? Je brengt snel leven in de brouwerij en je leert verschillende
mensen kennen.
Tips - Combineer dit eventueel met de iconenset zodat de
mensen gemakkelijker een gesprek kunnen beginnen.
- Let er goed op dat iedereen een gesprekspartner heeft.
- Je kunt ook specifieke vragen meegeven bij iedere
ronde, bv: met de volgende persoon spreek je over je
lievelingsplek in Genk, over je familie, over je werk, …
- Kies voor leuke, levendige muziek, en wissel af
- Zorg dat je voldoende ruimte hebt
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A4 Handtekeningen 1e keer
toegepast
Eerste vormingsavond 21 april en 24 april
Hoe 1. Maak op voorhand een lijst met een twintig à dertigtal
uitspraken. Maak voor iedere deelnemer een kopie van
deze lijst
2. Deel de lijsten uit, en laat de deelnemers 10 uitspraken uit
de lijst kiezen.
3. De deelnemers lopen in de ruimte door elkaar en zoeken
iemand die een van de gekozen uitspraken kan
bevestigen. Als iemand de uitspraak bevestigt, zet hij een
handtekening. Beiden gaan naar een volgende persoon.
4. Voorbeelden van uitspraken:
- Woont al meer dan 10 jaar in Genk
- Doet veel sport
- Is enorme fan van KRC Genk
- Heeft meerdere huisdieren
- …
Materiaal Voldoende kopies van lijsten met uitspraken
Balpennen
Aantal
personen
Minimum 8
Waarom? De deelnemers gebruiken hun mensenkennis, lachen met hun
eigen vooroordelen en maken snel contact met elkaar.
Tips - Bedenk uitspraken die bij je thema passen.
- Kies ook enkele persoonlijke / grappige uitspraken
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A5 GGD 1e keer
toegepast
Eerste vormingsavond 21 april en 24 april
Hoe 1. Maak kleine groepjes van drie à vier personen.
2. Vraag de groepjes om op zoek te gaan naar wat ze
gemeen hebben, op verschillende vlakken. (je kunt zo
diep gaan als je zelf wilt)
- Feiten (woonplaats, aantal kinderen, hobby‟s…) Maak dit
zo concreet mogelijk. Bv: „we spelen allemaal tennis‟, is
beter dan „we doen allemaal aan sport‟.
- Gedragingen (vriendelijk zijn tegen de buren, de fiets
nemen in plaats van de auto, de straat netjes houden,
voorzichtig rijden in de auto…)
- Waarden (verdraagzaamheid, liefde, vriendschap,
rechtvaardigheid, …)
- Wat je drijft in dit leven, je missie (mensen helpen, zorgen
voor een betere wereld, rijk worden, je familie
onderhouden, creatief zijn…)
3. Als je mensen laat zoeken naar gemeenschappelijke
gedragingen, waarden en missie, geef ze dan
voldoende tijd om even met elkaar hierover te praten.
Materiaal geen
Aantal
personen
Minimum 6
Waarom? Deelnemers maken kennis op basis van gemeenschappelijke
kenmerken. De nadruk ligt op wat ons bindt, en niet op onze
verschillen.
Tips - Je kunt de groepjes telkens afwisselen, zodat de
deelnemers niet de hele tijd bij hetzelfde groepje staan.
- Je kunt verschillende groepjes samenvoegen, zodat er
plotseling bv 6 personen zijn die samen naar een
gemeenschappelijke deler moeten zoeken.
- Je kunt deze methodiek heel goed gebruiken als
inleiding voor een discussieavond.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A6 Ik net als jij 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe 1. Iedereen staat in een kring
2. De begeleider stelt vragen als „Voor wie is dit het eerste
stadsgesprek?‟, „Wie woont al meer dan 10 jaar in
Genk?‟, „Wie heeft kinderen?‟, enz. Vragen waar je dus
met ja of neen op kunt antwoorden.
3. De deelnemers op wie dit van toepassing is zetten een
stap voorwaarts in de kring.
4. De deelnemers in de kring kunnen even informatie
uitwisselen.
5. De deelnemers buiten de kring kunnen hen vragen
stellen (bv: hoeveel kinderen, waar in Genk?, …)
6. Ga daarna door naar de volgende vraag.
Materiaal geen
Aantal
personen
Minimum 6
Waarom? - Een opwarmende oefening, die snel wat inzicht heeft in
wie er in de kring staat.
- Deelnemers leren elkaars achtergrond kennen op basis
van gemeenschappelijke en onderscheidende
kenmerken.
- Tegelijk worden sommige vooroordelen op een leuke
manier in vraag gesteld: mensen van wie je het niet
verwacht dat ze ja zouden antwoorden, zetten dan
plotseling toch een stap naar voren
Tips - Stel altijd enkele vragen die ervoor zorgen dat iedereen
minstens 1 keer in de kring is gaan staan: bv. „Wie is
boven de dertig jaar?‟ „Wie is onder de dertig jaar?‟ Zo
voelt iedereen zich betrokken.
- Als je de deelnemers onderling even laat spreken en
vragen stellen, geef dan duidelijke instructies: bv. „praat
enkele minuten met de persoon links van jou over dit
onderwerp‟.
- Je kunt deze techniek gebruiken met heel wat soorten
vragen. Je kunt bijvoorbeeld ook vragen stellen over de
reden waarom de mensen naar een stadsgesprek
komen, bv: „Ben je hier om nieuwe mensen te leren
kennen?‟, „Ben je hier omdat je zoekt naar oplossingen?‟,
…
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A7 Line Up (‘op één lijn’) 1e keer
toegepast
Halve dag zaterdag 13 mei
Hoe 1. Introductie: om snel kennis te maken en een idee te
krijgen van wie er allemaal aanwezig is, zullen we op
een andere manier „een rondje van de tafel‟ doen.
2. De begeleider vraagt iedereen om even recht te
staan en op één lijn te gaan staan.
3. Daarna vraagt de begeleider om op alfabetische
volgorde te gaan staan (nog steeds in een lijn) op
basis van de voornaam. Daarbij geeft de begeleider
duidelijk aan waar a en waar z is. (links-rechts) bv.
“Helemaal links staat Alain, helemaal rechts staat
Zorro.”
4. De begeleider kan verschillende vragen stellen bv.
- ga staan op leeftijd (de jongsten links, de oudsten
rechts)
- ga staan op waar je woont (alfabetisch)
- met welk gevoel kom je naar hier (nieuwsgierig,
open, …) en ga zo alfabetisch op een lijn staan
- …
5. De begeleider checkt na iedere vraag even of het
klopt, bij een kleine groep kan je iedereen overlopen,
bij een grotere groep doe je beter steekproeven
6. Breng variatie door dit ook zonder praten te doen: ga
bv op grootte van je schoenmaat gaan staan, maar
niemand mag een woord zeggen
7. Doe dit tegen de tijd. Bv: jullie hebben 1 minuut.
Materiaal geen
Aantal
personen
Minimum 5
Waarom? - Een opwarmende oefening, die snel wat inzicht geeft in
wie er aanwezig is.
- Deelnemers leren elkaar snel in grote lijnen kennen
- Je kunt deze techniek ook gebruiken om mensen op een
schaal te zetten: ja is links, neen is rechts, en alle nuances
staan ertussen
Tips - Zorg voor voldoende ruimte
- Je kunt deze techniek gebruiken met heel wat soorten
vragen, gaande van heel onschuldige vragen (naam)
tot hele spannende (salaris, mening over een bepaald
onderwerp, hoe erg ben je voor of tegen iets, …)
- Begin altijd met de makkelijke vragen
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A8 Kennismaken in drietallen 1e keer
toegepast
Halve dag zaterdag 13 mei
Hoe 1. Er worden drietallen gevormd door de deelnemers te
vragen twee anderen op te zoeken die zij niet kennen of
naar verhouding het minst kennen.
2. Eerste ronde: A vertelt in 3 minuten een aantal dingen
over zichzelf. B en C doen vervolgens hetzelfde.
3. Tweede ronde: gezamenlijk vertellen B en C aan A wat zij
gehoord hebben dat A verteld heeft, wat zij daarin
gemist hebben, en wat zij daarvan vonden. A en C doen
daarna hetzelfde ten aanzien van B; A en B doen
hetzelfde over C.
4. Mogelijk vervolg: A en B stellen in de hele groep C voor,
A en C stellen B voor, C en B stellen A voor. Zo wordt
iedereen door zijn subgroepsgenoten voorgesteld aan
de hele groep.
Materiaal Geen
Aantal
personen
Minimum 6, kan groter zijn dan 12
Waarom? - De betrokkenheid vergroten in een beginnende groep
- Deze manier van werken brengt mensen al in de modus
„luisteren‟: ze zullen meer geneigd zijn om in het gesprek
nadien naar elkaar te luisteren
Tips - Zorg eerst voor een algemene kennismakingsoefening
waarin iedereen elkaar even kan horen en zien.
- Doe deze oefening wanneer je wat meer tijd hebt en je
wilt dat de mensen elkaar echt wat beter leren kennen.
- Je kunt dit ook in tweetallen doen, dat gaat iets sneller.
- Zorg ervoor dat de drietallen elkaar nog niet kennen
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche A9 Kennismaken met je Sleutelbos 1e keer
toegepast
Tweede vormingsavond 17 en 26 juni
Hoe 1. Je vraagt alle deelnemers om een voorwerp uit hun
tas of zak te halen, bv een sleutelbos.
2. In plaats van een gewoon rondje, vraag je iedereen
om zichzelf voor te stellen aan de hand van dit
voorwerp. Begin met jezelf zo voor te stellen.
Materiaal Geen
Aantal
personen
Kleinere groepen, max. 12 personen
Indien groter: deel de mensen in kleinere groepen in
Waarom? - Persoonlijke en vertrouwelijke sfeer scheppen
- Laagdrempelig, en tegelijk levendiger en verrassender
dan het gewone rondje.
Tips - Je kunt iedereen zijn/haar sleutelbos laten bovenhalen,
of kiezen voor gevarieerde voorwerpen
- Je kunt mensen ook op voorhand vragen om een
voorwerp mee te brengen dat iets over hen vertelt
- Geef iedereen de ruimte om het op zijn of haar manier te
vertellen, zonder in lange verhalen te vervallen.
- Begin zelf als voorbeeld. Als jij lang praat, zullen anderen
ook lang praten. Als jij het kort houdt, zullen anderen ook
geneigd zijn korter te praten. Als jij een open houding
aanneemt, zullen anderen het ook eerder vertrouwen
om een open houding aan te nemen.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
B. Discussiemethodieken voor
groepen
Dit zijn technieken en methodieken die je kunt gebruiken om
gesprekken in goede banen te leiden.
Als je een gesprek „zomaar‟ laat verlopen, is het risico groot dat het
één grote chaos wordt, waarbij de mensen die de grootste mond
hebben alle aandacht krijgen. Stillere mensen komen dan niet aan
bod.
Gebruik daarom een van deze eenvoudige methodieken om een
stramien in de gesprekken te brengen.
Voordelen
- Je zorgt ervoor dat iedereen aan bod kan komen.
- Je kunt de discussie concentreren rond bepaalde thema‟s en
vragen. De mensen krijgen minder de kans om af te wijken van
het onderwerp.
- Als deelnemers toch afwijken, kun je hen gemakkelijker
terugbrengen naar de vraag of het thema.
- Je kunt toewerken naar conclusies en actiepunten.
- Je kunt achteraf gemakkelijker verslag uitbrengen, omdat er
tijdens de gesprekken meer structuur is.
- Je kunt de duur van de bijeenkomst op voorhand inschatten en
de tijd goed bewaken.
- Je hebt als gespreksleider af en toe een moment van rust: net als
een scheidsrechter kijk je af en toe even vanop de zijlijn toe.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B1 Question Walk 1e keer
toegepast
Uitdagersbijeenkomsten 27 maart en 17 april
Hoe 1. De persoon die het dichtst bij het thema of het
onderwerp staat, staat in het midden van een ruimte.
Hij/zij geeft enkele minuutjes uitleg over het onderwerp.
2. Vraag aan de deelnemers om letterlijk een positie in te
nemen op afstand van de persoon in het midden. Heb je
nog veel vragen, sta dan verder af. Heb je geen vragen
meer, sta dan dicht bij de persoon in het midden.
3. Loop rond tussen de deelnemers en interview hen: welke
antwoorden hebben ze nog nodig zodat alles duidelijk is
voor hen?
4. Je kunt ook peilen naar de betrokkenheid van de
deelnemers bij het onderwerp. Voel je je erg betrokken,
sta dan dichtbij. Voel je je niet betrokken, sta dan ver.
(=commitment walk) Vraag als interviewer: wat heb jij
nodig om dichterbij te komen staan? Wil je graag
dichterbij komen staan?
5. Je kunt eventueel een tweede begeleider vragen om de
belangrijkste vragen en antwoorden op een grote
flipchart te noteren. (= op groot vel papier)
Materiaal Eventueel maar niet noodzakelijk: groot vel papier en stiften
(flipchart)
Aantal
personen
Kleine en grote groepen
Waarom? - Om duidelijkheid te krijgen over een bepaald onderwerp
- Om de meningen van deelnemers over een bepaald
onderwerp aan de oppervlakte te brengen
- Om iedereen aan bod te laten komen: niemand kan zich
„verstoppen‟, iedereen kiest positie
Tips - Zorg voor voldoende vrije ruimte, beperk de ruimte niet
door bv stoelen in een kring. Deelnemers moeten letterlijk
overal in de ruimte kunnen gaan staan.
- Zorg ervoor dat iedereen elkaar hoort. Als mensen een
zijgesprek beginnen, zorg er dan eerst voor dat ze
opnieuw luisteren naar wat er in de groep wordt gezegd.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B2 De Vijf Geboden 1e keer
toegepast
Eerste vormingsavond 21 april en 24 april
Hoe 1. Iedereen schrijft op welke „vijf geboden‟ hij vindt gelden
voor een warme samenleving. Het is de bedoeling dit op
een korte, kernachtige manier te doen. Bv: respect
hebben voor elkaar.
2. De briefjes worden allemaal naar rechts doorgegeven.
3. Nu krijgen de deelnemers de opdracht om één van de
op het briefje staande normen te doorstrepen. Vraag
hen die norm te kiezen die volgens hen het minst van
toepassing is, en een andere, naar hun mening meer van
toepassing zijnde norm in de plaats te schrijven.
4. Deze procedure herhaalt zich tot ieder zijn eigen
oorspronkelijke briefje weer voor zich heeft.
5. Om de beurt lezen de deelnemers voor welke normen er
op zijn velletje papier over zijn gebleven
Materiaal Papier en balpennen
Aantal
personen
Kleine en grote groepen
Waarom? - Helder maken van de normen en gedragsregels die
gelden in een groep, samenleving, …
- Manier om gezamenlijke ideeën van deelnemers naar
boven te brengen
Tips - Geef de deelnemers aan dat ze van mening mogen
veranderen tijdens het proces: ze kunnen zich laten
beïnvloeden door wat ze lezen op de briefjes.
- Zorg ervoor dat de mensen dit in stilte doen, en niet al
beginnen te praten tijdens het doorgeven van het
papiertje.
- Combineer dit met mini-ronde tafel gesprekken achteraf,
zodat mensen hierover verder van mening kunnen
wisselen
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B3 Mini - ronde tafel gesprek (1 ronde) 1e keer
toegepast
Eerste vormingsavond 21 april en 24 april
Hoe 1. Zorg voor voldoende kleine tafeltjes met stoelen rond en
een groot vel papier in het midden. Leg ook een
voorwerp op iedere tafel dat als spreekstok kan dienen
(bal, houten lepel, …)
2. Vraag de deelnemers om groepjes te vormen van
minimum 3, maximum 5
3. Vraag de groepjes om ervoor te zorgen dat minimum
één persoon de hoofdlijnen van het gesprek noteert op
het vel papier. Je kunt ook vragen of iedereen helpt mee
noteren, tekenen, …
4. Geef aan dat de spreekstok dient om iedereen aan bod
te laten komen. Als jij die stok in je handen hebt, ben je
aan het woord. Leg de stok op tijd en stond terug in het
midden, zodat iedereen aan bod kan komen.
5. Breng achteraf iedereen terug in een grote kring, en
vraag aan één iemand van ieder groepje om even kort
samen te vatten wat er is gezegd.
6. Je kunt ook een „rondleiding‟ organiseren, en met de
hele groep bij ieder tafeltje langsgaan om te horen wat
er is gezegd.
Materiaal Tafeltjes (aantal deelnemers gedeeld door 3, 4 of 5, bv. 20
deelnemers = 5 tafeltjes van 4 personen )
Grote vellen papier
Stiften
Eventueel: spreekballen / spreekstokken
Aantal
personen
Minimum 6
Waarom In kleinere groepen is het makkelijker om te spreken. De
veiligheid is groter, en de discussies gaan dieper. Groepjes van 4
à 5 personen zijn ideaal voor diepgaande gesprekken.
Tips - Vraag de deelnemers om samen te gaan zitten met
mensen die ze nog niet kennen.
- De spreekballen / spreekstokken kun je ook tijdens
andere discussies gebruiken
- Waak erover dat aan ieder tafeltje één persoon het
overzicht houdt.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B4 Wat breng je mee? 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe 1. Je hangt een groot vel papier aan de muur, of je legt het
in het midden op de tafel.
2. De vraag die centraal staat is „Wat breng je mee?‟ Dat
kan je op veel verschillende manieren invullen, kies wat
het beste past voor jouw gesprekken:
- Wat breng je mee naar dit gesprek vanavond?
- Wat breng jij mee in de Genkse samenleving?
- Wat is jouw bijdrage aan jouw gemeenschap?
- …
3. Je vraagt deelnemers om een antwoord te geven op die
vraag door in tijdschriften een prent of een woord uit te
scheuren.
4. Je laat iedereen even vertellen over zijn/haar
prent/woord, en laat hen dit daarna op het papier
plakken. Zo ontstaat een collage, ook wel een
„moodboard‟ genoemd.
Materiaal - Grote vellen papier (flipover papier / A3 papier)
- Stiften
- Tijdschriften
- Scharen
- Pritt
Aantal
personen
Geschikt voor kleine groepen en grote groepen
(zie ook „methodieken voor individuele gesprekken en
„verslagvormen‟)
Waarom? - Werken met foto‟s en beelden uit tijdschriften is een
goede manier om mensen op een andere manier over
een thema te laten nadenken.
- Je betrekt ook mensen die niet zo talig zijn, en geeft hen
de kans om zichzelf uit te drukken.
- Een beeld zegt vaak 10 keer meer dan woorden.
Tips - Als je verschillende vragen hebt, laat mensen dan op
verschillende bladen werken.
- Je kunt groepjes om beurt aan een blad laten werken
(doorschuifsysteem)
- Extra: Laat mensen er woorden tussen schrijven, zelf
tekeningen maken, verbanden leggen tussen foto‟s, …
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B5 Open Space Technologie 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe
1. De deelnemers zitten in een kring.
2. Leg eerst de bedoeling van Open Space uit: zinvolle
gesprekken doen ontstaan rondom thema‟s of stellingen
die mensen zelf aanbrengen. Iedereen in de kring staat
het vrij om al dan niet een thema te posten. Het aantal
thema‟s dat aan bod kan komen hangt af van de
grootte van de groep en de tijd die er is. De
gespreksleider bepaalt dit via een planning.
3. De gespreksbegeleider zorgt voor een grote planning
aan de muur. Die is opgedeeld in verschillende rondes,
en verschillende ruimtes/tafels. (bv. 2 rondes x 4 stellingen
is 8 thema‟s / afhankelijk van grootte van de groep) Toon
deze planning aan de deelnemers, en leg duidelijk het
verloop van de gesprekken uit.
4. Leg daarna even de principes van Open Space uit:
Er zijn 4 principes
- De deelnemers die aanwezig zijn, zijn de juiste personen.
- Wat er gebeurt, is precies dat wat moet gebeuren.
- Het begint wanneer het begint.
- Als het voorbij is, is het voorbij.
Er is één wet: de wet van de 2 voeten
Luister naar je voeten. Zorg er voor dat ze staan waar jij
wil dat ze staan. Staan ze niet op 'hun plaats', volg hen
dan naar waar zij wel willen staan.
5. Ga naar de volgende fase: de deelnemers die dat willen,
brengen zelf stellingen aan, en „posten‟ die op de
planning met post-its. Wie iets op de Agenda-muur
plaatst gaat ermee akkoord om op de door
hem/haarzelf aangegeven plek en tijdstip aanwezig te
zijn.
6. De andere deelnemers kiezen een tafel waar ze aan
willen gaan meepraten. Ze kunnen op elk moment van
tafel veranderen, of de hele tijd aan dezelfde tafel
blijven. Ze kunnen ook beslissen om even niets te doen.
Dan zijn ze „vlinders‟ of „bromvliegen‟: mensen die even
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
de sfeer willen opsnuiven, of met iemand anders willen
spreken.
7. De ruimtes/tafels staan duidelijk aangegeven (bv. de
rode tafel, de groene tafel en de blauwe tafel), zodat
iedereen weet waar naar toe.
8. Degene die het thema aanbrengt, zorgt ook voor de
oogst achteraf. Zorg er dus voor dat die op een grote vel
papier de bevindingen van het gesprek kan noteren.
9. Geef aan wanneer een ronde gedaan is, en wanneer de
volgende ronde begint. Zorg voor voldoende tijd tussen
de rondes, zodat de thema-aanbrengers hun plaats
kunnen innemen.
10. Eindig de gesprekken opnieuw in de grote kring, en laat
iedere thema-aanbrenger even vertellen wat de oogst is
geweest met betrekking tot zijn/haar thema.
Materiaal - Planning op voorhand klaargemaakt (op groot vel
papier)
- Principes en spelregels in het groot aan de muur hangen.
Maak dit ook op voorhand klaar.
- Verschillende „plekken‟ (bv: groene tafel, blauwe tafel,
…: duid dit aan met een post-it of gekleurd papier)
- Post-its
- Grote vellen papier
- Stiften
Aantal
personen
Groepen vanaf 12 personen
Waarom? - Open Space Technology (OST) is een nieuwe (werk)vorm
voor grotere groepen, die over de hele wereld wordt
toegepast.
- Deze werkvorm benadrukt de eigen verantwoordelijkheid
van ieder individu. Je bepaalt zelf waar jij je energie in
steekt.
Tips - Je kunt een open space organiseren over verschillende
thema‟s, of mensen verschillende aspecten van één
thema laten verkennen.
- Door mensen „stellingen‟ in plaats van thema‟s te laten
aanbrengen, maak je de gesprekken spannender.
- Gebruik de structurende vragen om de oogst te
stroomlijnen.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
- De spelregels voor goede gesprekken kunnen hier
perfect worden geïntegreerd.
- Zorg voor voldoende ruimte en voor voldoende tijd.
(minimum 2 uur)
- Begin een open space met een welkomstwoord en een
kennismakingsoefening om het ijs te breken.
- Zorg ervoor dat alles goed is voorbereid, en dat de
deelnemers alle spelregels en principes in de ruimte zien
hangen, zodat ze dit op hun gemak nog eens even
kunnen bekijken.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B6 Eeeek / Waaaw muur 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zondag 3 mei / zondag17 mei
Hoe 1. Hang 2 muren vol met papier
2. Schrijf bovenaan de ene muur: EEEEEK
3. Schrijf bovenaan de andere muur: WAAAAW!
4. Vraag mensen om alles wat hen irriteert en negatieve
bevindingen in verband met het thema op de EEK muur
te schrijven, plakken, tekenen. Geef ze daar minstens 10
minuten voor.
5. Vraag mensen om alles wat ze erg goed vinden en
positieve verhalen in verband met het thema op de
WAW muur te schrijven, plakken, tekenen. Geef ze daar
minstens 10 minuten voor.
6. Gebruik deze input voor een gesprek.
Materiaal - Veel grote vellen papier
- Dikke stiften in verschillende kleuren
- Tijdschriften
- Scharen
- Pritt
Aantal
personen
Geschikt voor kleine groepen en grote groepen
Waarom? - Door EEK en WAW van elkaar te onderscheiden creëer je
een basis voor gesprek.
- Door de positieve verhalen van bij het begin ook op te
sommen, krijg je een genuanceerder beeld.
- Mensen kunnen meteen hun ei kwijt, iedereen krijgt ook
rustig de tijd om dat te doen.
- Ook stille mensen hebben al iets kunnen doen, en een
bijdrage kunnen leveren. Dit maakt voor hen de druk om
nadien te gaan praten al ietwat minder groot.
- De papieren op de muren zijn meteen ook een verslag.
- Werken met foto‟s en beelden uit tijdschriften is een
goede manier om mensen op een andere manier over
een thema te laten nadenken.
- Je betrekt ook mensen die niet zo talig zijn, en geeft hen
de kans om zichzelf uit te drukken.
- Een beeld zegt vaak 10 keer meer dan woorden.
Tips - Als je verschillende vragen hebt, laat mensen dan op
verschillende bladen werken.
- Je kunt groepjes om beurt aan een blad laten werken
(doorschuifsysteem)
- Extra: Laat mensen er woorden tussen schrijven, zelf
tekeningen maken, verbanden leggen tussen foto‟s, …
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B7 World Café (ronde tafelgesprekken,
meerdere rondes) 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zondag 3 mei / zondag17 mei
Hoe Bij een world café spreken mensen in kleinere groepen over
verschillende thema‟s / onderwerpen / vragen. Per ronde
wisselen de mensen van tafel en van groep (iedereen kiest kris
kras door elkaar een nieuwe tafel). Eén tafelgastheer/vrouw
blijft wel aan de tafel zitten.
1. Zorg voor voldoende kleine tafeltjes met stoelen rond en
een groot vel papier in het midden. Leg ook een
voorwerp op iedere tafel dat als spreekstok kan dienen
(bal, houten lepel, …)
2. Vraag de deelnemers om groepjes te vormen van
minimum 3, maximum 5
3. Vraag de groepjes om iemand van hen te kiezen als
„tafelgastheer‟. Die wordt verantwoordelijk voor de tafel,
en blijft daar zitten tijdens de verschillende rondes. Hij of
zij noteert ook de hoofdlijnen van het gesprek op het vel
papier. De tafelgastheer kan ook vragen of iedereen
helpt mee noteren, tekenen, …
4. Geef aan dat de spreekstok dient om iedereen aan bod
te laten komen. Als jij die stok in je handen hebt, ben je
aan het woord. Leg de stok op tijd en stond terug in het
midden, zodat iedereen aan bod kan komen.
5. Leg de vraag voor de eerste ronde op de tafel. Geef de
mensen minimum 10 minuten en maximum 20 min. om
het hier over te hebben.
6. Geef daarna het sein dat mensen van tafel kunnen
wisselen
7. Laat de tafelgastheer even voor de nieuwe mensen
samenvatten wat er in de vorige ronde is gezegd.
8. Leg de vraag voor de volgende ronde op de tafel. Geef
de mensen minimum 10 minuten en maximum 20 min. om
het hier over te hebben.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
9. Doe zoveel rondes als nodig, maar maak het niet te lang:
een goed aantal is vier.
10. Oogst: breng achteraf iedereen terug in een grote kring,
en vraag aan de tafelgastheer van ieder groepje om
even kort samen te vatten wat er is gezegd.
11. Je kunt ook een „rondleiding‟ organiseren, en met de
hele groep bij ieder tafeltje langsgaan om te horen wat
er is gezegd.
Materiaal Tafeltjes (aantal deelnemers gedeeld door 3, 4 of 5, bv. 20
deelnemers = 5 tafeltjes van 4 personen )
Grote vellen papier
Stiften
Eventueel: spreekballen / spreekstokken
Aantal
personen
Minimum 8 à 10
Waarom In kleinere groepen is het makkelijker om te spreken. De
veiligheid is groter, en de discussies gaan dieper. Groepjes van 4
à 5 personen zijn ideaal voor diepgaande gesprekken.
Tips - Maak het extra gezellig en zorg voor een echte café-
sfeer, met leuke tafelkleedjes, kaarsjes, …
- Voorzie drank en eten
- Vraag de deelnemers om samen te gaan zitten met
mensen die ze nog niet kennen.
- De spreekballen / spreekstokken kun je ook tijdens
andere discussies gebruiken
- Waak erover dat aan ieder tafeltje één persoon het
overzicht houdt.
- Je kunt er ook voor kiezen om op voorhand vast te
leggen wie tafelgastheer/vrouw zal zijn. Kies bij voorkeur
mensen van wie je weet dat ze goed kunnen
samenvatten en goed kunnen luisteren. Of nodig
mensen uit die het gewoon zijn om gesprekken te leiden.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B8 Turbo - Ideeënstorm 1e keer
toegepast
Tweede vormingsavond 17 en 26 juni
Hoe 1. Er staat een grote tafel (of verschillende tafels tegen
elkaar) in de ruimte. De deelnemers zitten er rond.
2. Iedere deelnemer krijgt 2 A3 vellen. Ze leggen ze voor
hen boven elkaar op de tafel.
3. Op het bovenste vel schrijven ze een vraag waar ze
mee zitten. Bv. Hoe kan ik ervoor zorgen dat mensen
in mijn buurt vriendelijker zijn tegen elkaar. Vraag hen
de vraag zo concreet mogelijk te maken.
4. Iedere deelnemer krijgt daarna een pak post-its en
een stift.
5. Wanneer de muziek start gaat iedereen bij het blad
van zijn/haar buur staan, en verzint ideeën bij de
vraag. Ze schrijven 1 idee per post-it, en kleven dat op
het onderste vel.
6. Moedig de mensen aan om zich te laten inspireren
door de ideeën van de anderen.
7. Na 2 minuten stopt de muziek, en gaan ze naar het
volgende blad.
8. Zo gaat het een 5 tot 10-tal keer verder.
9. Nadien gaan de deelnemers terug naar hun eigen
blad, en lezen de ideeën.
10. Je kunt in grote groep nog vragen naar het top-idee
dat iedereen op zijn/haar blad heeft gevonden.
Materiaal Tafels, A3 papier, stiften, post-its, muziek
Aantal
personen
Kleine en grote groepen
Waarom? - Wanneer je tot acties wilt komen op korte tijd.
- Een snelkoker –effect, met een groot fun-gehalte
- Je maakt gebruikt van de collectieve wijsheid van een
groep: mensen helpen elkaar een stap verder.
- Je hebt meteen al een deel van je verslag.
Tips - Zorg voor leuke, oppeppende muziek.
- Laat mensen max. 20 minuten in deze snelkoker blijven,
anders wordt het té vermoeiend.
- Variant: schrijf de 3 grote vragen (Wat kan ik doen, Wat
kunnen wij doen, Wat kan de stad doen) op flips, en laat
mensen in groepen op muziek hiertussen circuleren. Geef
ze telkens 5 minuten per flip. (zie ook fiche E9)
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche B9 Achteruit voorspellen 1e keer
toegepast
Tweede vormingsavond 17 en 26 juni
Hoe 1. Creëer in de groep een toekomst- of droombeeld,
niet gehinderd door hedendaagse belemmeringen.
Alles is mogelijk.
2. Zet vanuit dat beeld één stapje terug. Wat is de
laatste stap voor dat ideaalbeeld gerealiseerd kan
worden?
3. Kom zo stap voor stap terug vanuit de toekomst,
dichter bij het heden.
4. Ten slotte wordt de stap geformuleerd die nu gezet
moet worden. Centrale vraag: wie kan welke
bijdrage leveren om ervoor te zorgen dat die stap
werkelijkheid wordt?
Materiaal Afhankelijk van aanpak (zie tips): papier, stiften, kleuren, …
Aantal
personen
Werk best in kleinere groepen, je kunt een grote groep opdelen
in kleine groepjes van een 5-tal personen.
Waarom? - Denk eens andersom. Niet van heden naar toekomst,
want die weg bewandelen we al vaak. Spring naar een
ideale toekomst en loop dan stap voor stap terug.
- We beperken onze mogelijkheden vaak door de
belemmeringen die we ervaren in het heden. Daardoor
stranden veel idealen in een te vroeg stadium. Deze
werkvorm helpt om een grote sprong te wagen (in
gedachten) en dan kijken wat er stap voor stap nodig is
om dit te bereiken.
Tips - Je kunt gebruikmaken van creatieve technieken als
schilderen, tekenen, collages om de droomsituatie in
beeld te brengen.
- Je kunt ook een geleide fantastie-oefening gebruiken om
de verbeelding van de mensen te laten werken. Je laat
de mensen dromen over hun toekomst, en jij begeleidt
hen daarin. Schrijf de tekst op voorhand uit, en lees die
traag voor. Stel veel open vragen en laat mensen alle
zintuigen gebruiken. (Wat zie je, wat voel je, wat ruik je,
wat doe je…?) Begin en eindig niet te abrupt, geef de
mensen de kans om er langzaam in te komen en er ook
langzaam weer uit te stappen.
- Wanneer je gaat werken aan de stappen om dit
droombeeld te bereiken, beperk je dan tot de grote
lijnen. Elke stap kent ook tussenstappen, ga niet té diep in
detail.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
C. Methodieken voor Individuele
gesprekken
Deze methodieken zijn specifiek bedoeld voor mensen die graag
gesprekken willen hebben met individuen.
Je kunt zo‟n tweegesprek ook zonder voorbereiding beginnen, heel
spontaan.
Een bepaald stramien kan jou echter wel helpen om achteraf
makkelijker verslag te doen van je gesprekken.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche C1 Zeg het met een beeld - collage 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe 1. Neem een groot vel papier, of verschillende vellen als
basis.
2. Stel je gesprekspartner vragen in verband met jouw
thema, en vraag hem/haar om een antwoord te geven
op die vraag door in tijdschriften een prent of een woord
uit te scheuren.
3. Laat je gesprekspartner even vertellen over zijn/haar
prent/woord, en laat hem/haar dit daarna op het papier
plakken.
4. Ga met verschillende mensen praten, en neem telkens
hetzelfde vel papier mee. Zo ontstaat een collage, ook
wel een „moodboard‟ genoemd.
Materiaal - Grote vellen papier (flipover papier / A3 papier)
- Stiften
- Tijdschriften
- Scharen
- Pritt
Aantal
personen
1 op 1
(zie ook „methodieken voor groepen en „verslagvormen‟)
Waarom? - Werken met foto‟s en beelden uit tijdschriften is een
goede manier om mensen op een andere manier over
een thema te laten nadenken.
- Je betrekt ook mensen die niet zo talig zijn, en geeft hen
de kans om zichzelf uit te drukken.
- Een beeld zegt vaak 10 keer meer dan woorden.
Tips - Als je verschillende vragen hebt, laat mensen dan op
verschillende bladen werken: breng structuur in de
collage (bv. Via de EEK/WAW muur, zie fiche B6)
- Extra: Laat mensen er woorden tussen schrijven, zelf
tekeningen maken, verbanden leggen tussen foto‟s, …
- Neem je zelf ook foto‟s? Kleef die ertussen!
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
D. Energie-oefeningen
Deze oefeningen zijn nuttige tussendoortjes wanneer je langere
bijeenkomsten hebt met groepen.
Je kunt ze bijvoorbeeld na een pauze gebruiken om de deelnemers
opnieuw wat meer energie te geven. Zeker na het eten zijn mensen
soms loom en moe. Dan kunnen deze oefeningen helpen om iedereen
er weer alert bij te hebben.
En vergis je niet: ook serieuze volwassenen houden ervan om af en toe
een beetje te spelen. Zeker als je hen heel rationeel vertelt waartoe
deze oefeningen dienen: even ontspannen en de hersenen terug
wakker maken!
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche D1 PSSSHHT 1e keer
toegepast
Eerste vormingsavond 21 april en 24 april
Hoe 1. Vorm tweetallen en ga tegenover elkaar staan.
2. Maak allebei met beide armen een beweging naar links,
naar rechts of naar boven. Klap tussen iedere beweging
met je handen op je bovenbenen. Doe dit in een vast
ritme (in het begin langzaam), maar wel onafhankelijk
van elkaar.
3. Als je allebei toevallig een armbeweging in dezelfde
richting maakt, is de volgende beweging (na de klap op
de bovenbenen) een schietbeweging naar elkaar en
roep je pssssshhht
4. Vervolgens klap je weer op je bovenbenen en ga je
verder met de oefening
Materiaal Geen
Aantal
personen
Minimum 2, onbeperkt aantal mensen
Waarom Op een fysieke en speelse manier energie krijgen en alertheid
verhogen, oefenen van concentratie
Tips - Het gaat dus niet om imiteren! Als je samen dezelfde
beweging maakt, is dat louter toeval.
- Doe dit na een pauze
- Daag de deelnemers uit om als het goed gaat het
tempo te verhogen
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche D2 Zoek de verandering 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe 1. Maak twee rijen in de groep, vorm tweetallen en ga
tegenover elkaar staan.
2. Bepaal wie A en wie B is
3. A draait zich om.
4. B verandert een detail in zijn eigen uiterlijk
5. A draait weer terug, zoekt en benoemt de
verandering.
6. Draai de rollen om en doe hetzelfde nogmaals.
Materiaal Geen
Aantal
personen
Minimum 2, onbeperkt aantal mensen
Waarom Deze oefening brengt terug focus in de groep, en verfrist even
de sfeer.
Gebruik deze oefening als je een thema wilt aansnijden waar je
de mensen met een scherp oog en een frisse blik wilt naar laten
kijken.
Tips - Je kunt hier ook een gesprek aan koppelen: hoeveel
aandacht heb ik voor details? Hoe scherp zie ik de
dingen? Heb ik oog voor kleine veranderingen?
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche D3 Naam/Klap/Naam 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe 1. Sta in een kring.
2. Iemand zegt een naam.
3. De persoon die is genoemd geeft een tik op de schouder
van een andere persoon.
4. Die persoon zegt een naam.
5. De persoon die is genoemd geeft een tik op de schouder
van een andere persoon.
6. Enz. Enz.
Materiaal Geen
Aantal
personen
Minimum 8
Waarom - Verfrissende en energie gevende oefening.
- Dit is ook een goede oefening om namen te leren
kennen!
Tips - Leg het duidelijk uit en toon op voorhand goed hoe het
moet
- Doe een proefrondje
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche D4 Start van de beweging 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zondag 3 mei / zondag 17 mei
Hoe 1. Een van de deelnemers verlaat de ruimte, de overigen
wijzen een leider aan en vormen een kring.
2. De deelnemer komt terug en neemt plaats in het midden
van de kring.
3. De leider start een beweging (beweegt bv zijn hoofd van
links naar rechts) en de groep volgt.
4. De leider verandert zo nu en dan de beweging, de rest
volgt.
5. De persoon in het midden van de kring probeert te
ontdekken wie de leider is.
Materiaal Geen
Aantal
personen
Minimum6
Waarom - Verfrissende en energie gevende oefening.
- Goed om de concentratie te verhogen
Tips - Doe dit een paar keer, niet iedereen moet naar buiten
gaan en terugkomen.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche D5 Focus op de beide handen 1e keer
toegepast
Halve dag zaterdag 13 mei
Hoe 1. Iedereen gaat recht staan en zorgt dat hij/zij
voldoende ruimte heeft rondom zich (eens met de
armen zwaaien)
2. Vraag iedereen om rechtop te staan, de 2 voeten
stevig op de grond te zetten en zich zoveel mogelijk
te aarden, zoals een boom zijn wortels in de grond
duwt.
3. Vraag daarna om de handen bij elkaar te brengen,
met de palmen naar elkaar toe, voor de ogen. De
focus van de ogen ligt op die handen.
4. Daarna kan iedereen op eigen tempo de handen uit
elkaar brengen. Let wel; de vraag is om de ogen
gericht te houden op beide handen. Laat mensen
zover gaan als ze kunnen, zonder te forceren.
5. Vraag nadien aan de groep hoe hun blik nu voelt.
Vaak zul je horen dat mensen het gevoel hebben
scherper en breder te zien.
Materiaal Geen
Aantal
personen
Zowel kleine als grote groepen
Waarom
- Goed om de concentratie te verhogen
- Goed om mensen een „brede‟ blik te laten aanmeten:
wij zien als mensen meer dan dat we denken te zien.
- Brengt ook rust in de groep
Tips
- Doe de oefening rustig, maar maak hem ook niet te
zwaar
- Vertel de mensen over het feit dat we meer zien en
ervaren dan we denken, en nodig hen uit om dat mee te
nemen tijdens het gesprek dat zal volgen.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
E. Verslagvormen & Oogsten
Een heel belangrijk onderdeel van ieder gesprek is de oogst. Wat
nemen we nu mee? Wat hebben we geleerd, wat willen we gaan
doen? Zonder oogst kan het voelen alsof het gesprek „geen enkel doel
had‟, en dat zou zonde zijn. Dus nadenken over hoe jij kunt „oogsten‟
wat je hebt gezaaid, is erg belangrijk.
Er zijn heel wat manieren om verslag uit te brengen van je gesprekken.
Teksten, foto‟s, video‟s, liedjes, noem maar op.
Hier geven we enkele mogelijkheden – en ook daar zijn weer tal van
varianten mogelijk.
Uiteindelijk gaat het erom de best mogelijke verslagvorm te vinden
voor jou en jouw thema.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
QuickTime™ and a decompressor
are needed to see this picture.
Fiche E1 Mindmappen in groep 1e keer
toegepast
Eerste vormingsavond 21 april en 24 april
Hoe Een mindmap is een manier om de gedachten van de groep
op een heel visuele manier te noteren. (zie vb onderaan)
1. Zorg voor een groot vel papier en veel kleurstiften
2. Teken in het midden van het blad een symbool voor het
thema, of schrijf een woord dat het thema weergeeft.
3. Teken van daar uit takken naar de verschillende
onderwerpen waarover jullie spreken.
Bv. Onderwerp „Kinderen‟, takken = opvoeding, school,
jeugdverenigingen, …
4. De mindmap ontstaat tijdens het gesprek.
5. Je kunt één of twee personen aanduiden om de
mindmap te maken. Vraag bv. wie goed kan tekenen en
wie goed snel kan noteren.
6. Je kunt ook iedereen in de groep een rol geven. (iedere
deelnemer noteert de conclusies bij één tak
bijvoorbeeld)
7. Je kunt mensen hier ook icoontjes bij laten plakken
8. Als je in kleine groepjes hebt gewerkt, laat dan
Materiaal Grote vellen papier
Kleurstiften
Eventueel icoontjes
Aantal
personen
Kleine en grote groepen
Waarom? - Het verslag is niet het resultaat van wat 1 persoon denkt,
maar wat de hele groep denkt.
- Het is heel visueel en geeft snel de kern van de zaak
weer.
Tips Moedig mensen aan om kleuren te gebruiken, en er
tekeningetjes en icoontjes bij te tekenen en plakken, om het
visuele effect te verhogen.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche E2 Postkaart 1e keer
toegepast
Eerste vormingsavond 21 april en 24 april
Hoe 1. Deel verschillende postkaarten uit en vraag iedereen om
naam en adres in te vullen.
2. Iedere deelnemer schrijft een wens of voornemen op de
kaart
3. Laat iedereen in een cirkel zitten, en lees om beurten je
intentie voor, om nadien de kaart in een bus in het
midden van de cirkel te „posten‟.
4. Enkele weken later krijgen de deelnemers hun eigen
„reminder‟-kaart thuis gestuurd.
Materiaal Een postkaart (bv van Genk) per deelnemer
Balpennen
Postzegels
Aantal
personen
Individuen
Kleine en grote groepen
Waarom? Om bv acties en positieve intenties te oogsten.
De deelnemers worden op een leuke manier herinnerd aan wat
ze zich hadden voorgenomen.
Tips Zorg voor leuke, kleurige kaarten, die eventueel iets met het
thema te maken hebben.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche E3 Afsluitend woord 1e keer
toegepast
Eerste vormingsavond 21 april en 24 april
Hoe Vraag in een kring iedere persoon wat ze van de sessie vonden
in één woord. (bv. „interessant‟) Je kunt ook vragen wat ze
hebben geleerd, of wat ze meenemen naar de buitenwereld.
Geef zelf eerst een voorbeeld.
Materiaal Geen
Aantal
personen
Kleine en grote groepen
Waarom Een snelle manier om indrukken te oogsten en aan te voelen
hoe iedereen naar huis gaat.
Een positieve afsluiter.
Erg goed als je maar enkele minuten meer over hebt, en toch
nog even iedereen aan het woord wilt laten.
Tips - Loop rond in de kring terwijl iedereen zijn/haar woord
zegt. Zo vermijd je dat iemand toch langer praat.
- Vraag naar één woord: soms zeggen mensen 2 of 3
woorden, maar dat is oké.
- Stop mensen alleen als ze hele verhalen gaan vertellen.
Doe dat op een grappende manier: „oh, dat is een lang
woord!‟ Zo weet de volgende dat hij/zij korter moet zijn.
Nadenken.. .
Gezellig
Interessant
Nieuw
Leuke
mensen
Nog nooit meegemaakt Boeiend
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche E4 Moodboard / Collage 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe 1. Neem een groot vel papier, of verschillende vellen als
basis.
2. Stel je gesprekspartner vragen in verband met jouw
thema, en vraag hem/haar om een antwoord te geven
op die vraag door in tijdschriften een prent of een woord
uit te scheuren.
3. Laat je gesprekspartner even vertellen over zijn/haar
prent/woord, en laat hem/haar dit daarna op het papier
plakken.
4. Ga met verschillende mensen praten, en neem telkens
hetzelfde vel papier mee. Zo ontstaat een collage, ook
wel een „moodboard‟ genoemd.
Materiaal - Grote vellen papier (flipover papier / A3 papier)
- Stiften
- Tijdschriften
- Scharen
- Pritt
Aantal
personen
Individuele gesprekken, kleine groepen, grote groepen
Waarom? - Je brengt wat er leeft onder mensen letterlijk in beeld
- Een beeld zegt vaak 10 keer meer dan woorden.
- Mensen geven een heel persoonlijk antwoord op vragen,
wat het verslag nog authentieker maakt.
- Niet-talige mensen kunnen ook hun ei kwijt.
Tips - Als je verschillende vragen hebt, laat mensen dan op
verschillende bladen werken: breng structuur in de
collage (bv. Via de EEK/WAW muur, zie fiche B6)
- Extra: Laat mensen er woorden tussen schrijven, zelf
tekeningen maken, verbanden leggen tussen foto‟s, …
- Neem je zelf ook foto‟s? Kleef die ertussen!
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche E5 Centraal noteren op flip 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe Maak samen met de groep een verslag op een flip (= groot vel
papier): één persoon staat bij de flipover, en noteert wat er
wordt gezegd.
Gebruik structurerende vragen om dit proces in goede banen
te leiden, en durf verschillende flippapieren te gebruiken voor
verschillende vragen.
Materiaal - Flipchart
- Stiften
Aantal
personen
kleine groepen, grote groepen
Waarom? - Wanneer 1 persoon het verslag noteert in een schrift,
weet niemand wat er precies is genoteerd. Dergelijke
verslagen worden achteraf dan wel vaak doorgestuurd
om goed te keuren, maar heel veel mensen vinden het
moeilijk om dan nog aanpassingen te doen, en velen
lezen het niet eens meer door.
Door op het moment zelf de hele groep mee te laten
kijken naar wat er wordt genoteerd, creëer je een verslag
dat gedragen wordt door de hele groep.
Tips - Je kunt dit op het einde van het gesprek doen, je kunt dit
ook tijdens het gesprek doen. Dat stimuleert de
deelnemers vaak om verder te gaan: ze zien wat er al
allemaal geoogst is.
- Papier te groot om mee te nemen? Neem er een foto
van. Camera‟s vanaf 7 à 8 megapixels geven een prima
weergave, ook van de details.
- Gespreksleider zijn en tegelijk verslag schrijven op een flip
is moeilijk: laat iemand anders dit doen. Kies iemand van
wie je weet dat die dit goed kan.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche E6 Aandenken: groepsfoto 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe Sluit het gesprek af met een leuke groepsfoto, die je nadien
eventueel naar iedereen kunt toesturen per post of mail.
Materiaal fototoestel
Aantal
personen
kleine groepen, grote groepen
Waarom? - Een leuke herinnering aan een goed gesprek.
- Deelnemers kunnen thuis tonen waar ze zijn geweest, en
vertellen over wie ze hebben ontmoet en wat er is
gezegd.
- Een anker voor mensen achteraf:
Bv. Aha, ik heb toen aan dat gesprek meegedaan, hoe
zou het met die mensen zijn? Doe ik nog steeds wat ik
toen heb gezegd?
Tips - Laat iedereen vrij kiezen of hij/zij al dan niet op de foto
wil. Dwing niemand.
- Combineer dit met de postkaart-methodiek: stuur de foto
nadien naar de deelnemers met een tip of actiepunt
voor zichzelf.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche E7 Eeeek / Waaaw muur 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zondag 3 mei / zondag 17 mei
Hoe Zie fiche B6
Materiaal Zie fiche B6
Aantal
personen
Zie fiche B6
Waarom? Zie fiche B6
Tips - Papier te groot om mee te nemen? Neem er een foto
van. Camera‟s vanaf 7 à 8 megapixels geven een prima
weergave, ook van de details.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche E8 High Five 1e keer
toegepast
Halve dag zaterdag 13 mei
Hoe 1. Iedereen tekent zijn/haar eigen hand op papier
2. In elke vinger schrijft de deelnemer de stappen die hij/zij
gaat ondernemen met betrekking tot het onderwerp van
de bijeenkomst.
3. Iedereen leest zijn eigen hand in de groep
Bv: ik ga x doen, ik moet y bellen, ik wil a vragen om …, ik ben
van plan om b te leren, …
Materiaal Pen en papier
Aantal
personen
Kleine en grote groepen
Individuen
Waarom? Met deze handdruk kom je erachter wat de deelnemers
meenemen aan het einde van het gesprek. Het kunnen
handreikingen voor de toekomst zijn waar iedereen wat aan
heeft en het is ook voor de deelnemer zelf belangrijk om te
besluiten welke stappen hij gaat zetten in de aanpak van het
betreffende onderwerp.
De deelnemer wordt gedwongen tot het formuleren van
aspecten van het eigen gedrag en daarmee verbonden
concrete acties.
Tips - Maak zelf eerst een voorbeeld op een grote flip, zodat
iedereen duidelijk ziet wat je bedoelt, geef voorbeelden
- Laat de hand uitknippen en in het midden leggen, maak
er een foto van, zodat de mensen hem nadien zelf mee
naar huis kunnen nemen en eventueel aan het raam
kleven.
- Laat de hand uitknippen en laat iedereen naam en
adres aan de achterkant schrijven. Verzamel de handen
en stuur die 3 weken later op ter herinnering. (kan ook
gekleefd op de postkaart)
- Laat de deelnemers hun hand op een groot vel papier
tekenen en maak er een collage van
- Kader dit in de bredere verslaggeving: wat kan ik doen,
wat kunnen wij doen, wat kan de stad doen (bv teken
een hand voor iedere vraag)
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche E9 Turbo - Ideeënstorm 1e keer
toegepast
Tweede vormingsavond 17 en 26 juni
Hoe Zie fiche B8
Variant: schrijf de 3 grote vragen (Wat kan ik doen, Wat kunnen
wij doen, Wat kan de stad doen) op flips, en laat mensen in
groepen op muziek hiertussen circuleren. Geef ze telkens 5
minuten per flip.
Materiaal Zie fiche B8
Aantal
personen
Zie fiche B8
Waarom? Zie fiche B8
Tips Zie fiche B8
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
F. Communicatietips
Tijdens de gesprekken zul je in contact komen met heel wat
verschillende soorten mensen: makkelijk en moeilijk, mondig en stil,
open en gesloten.
Hoe ga je hiermee om? Wat doe je als iemand agressief wordt? Hoe
stop je iemand die maar blijft praten?
Hier vind je enkele tips om deze uitdagingen beter aan te kunnen.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche F1 LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen) 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe Luisteren
De kunst van het vragen stellen, begint met luisteren. Luisteren
doe je niet alleen met je oren, maar met je hele lichaam. Door
je lichaamshouding laat je de ander zien dat je geïnteresseerd
bent in wat hij of zij te zeggen heeft.
Samenvatten
Heeft de ander zijn betoog afgerond, dan vat je het samen in je
eigen woorden. Door samen te vatten, check je of je de
boodschap goed hebt begrepen. Is dat niet het geval, dan
geef je de ander de gelegenheid aan te vullen of te corrigeren.
Samenvattingen geven een gesprek structuur.
Voorbeeld samenvatting:
- „Als ik je goed heb begrepen, vind jij dat ...‟
- „Je zegt dus dat ...‟
Wanneer je samenvat, wees je dan bewust van je woordkeuze.
Als je veel negatieve woorden gebruikt, dan dreigt het gesprek
ook erg negatief te worden.
Gebruik positieve termen in je samenvatting om het gesprek en
de sfeer niet te doen verzanden in negativisme.
Bv. „Het gaat helemaal niet goed met onze samenleving. Ik vind
dat wij dit in Genk niet goed doen, en dat we recht de dieperik
in gaan!‟
Samenvatting: „Je voelt dus dat de dingen anders kunnen, en
dat we werk voor de boeg hebben om een betere samenleving
te creëren?‟
Doorvragen
Speur naar aanknopingspunten om door te vragen. Wees alert
op vaagheden, subjectieve uitlatingen, aannames, algemene
waarheden en formuleringen met 'moeten' of 'kunnen'. Deze
taalpatronen verhullen vaak waardevolle informatie. Let op wat
de ander zegt en op wat hij níet zegt. Zo krijg je meer informatie
los.
Voorbeelden van vragen vind je hieronder:
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
„Die mensen zijn niet goed bezig daar.‟ → Doorvragen: Die mensen? Daar?
„We moeten dat met elkaar bespreken.‟ → Doorvragen: Wat bedoel je precies met „bespreken‟?
„Ik kan dit niet.‟ → Doorvragen: Wat houdt je tegen?
„Op onze school moet je cool zijn, dus ik moet dat ook doen.‟ → Doorvragen: Wat gebeurt er als je dat niet doet?
„De Genkenaren zijn ontevreden.‟ → Doorvragen: Alle Genkenaren?
„Niets gaat goed.‟ „Overal vallen mensen mij lastig‟. → Doorvragen: Kun je geen enkele uitzondering noemen?
„Ik vind de Stad te braaf.‟ → Doorvragen: In vergelijking met wie?
„De Stad moet dit beter doen.‟ → Doorvragen: Beter dan wie? Beter dan wat?
„Onze leerlingen zijn blij.‟ → Doorvragen: Hoe weet je dat?
Materiaal geen
Aantal
personen
Van toepassing in iedere vorm van dialoog
Waarom? - LSD is een goede manier om de andere te tonen dat je
respect hebt voor zijn/haar mening. Je luistert actief.
- 80 procent van onze ruzies en conflicten zijn gebaseerd
op pure misverstanden en slechte communicatie. LSD
helpt die misverstanden uit de weg, en zorgt zo voor
minder conflicten, en meer begrip.
- Als gespreksleider is LSD heel erg belangrijk. Het zorgt
ervoor dat jij de richting van het gesprek in handen kunt
houden, en het proces kunt blijven leiden. Jouw vragen
en jouw samenvattingen bepalen de richting van het
gesprek.
Tips - Zelfs al luistert je gesprekspartner zelf niet zo goed, of stelt
hij of zij geen vragen, blijf dan toch LSD‟en. Als je zelf
luistert, samenvat en doorvraagt, is de kans groot dat je
gesprekspartner hier na een tijdje ook mee begint.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche F2 Spelregels 1: gespreksregels 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe Leg onderstaande gespreksregels uit aan het begin van je
gesprek. Leg mensen uit hoe belangrijk het is om zich hieraan te
houden: hierdoor kan ieder van hen aan bod komen, op een
respectvolle manier.
Eenvoudige gespreksregels
- We zijn het erover eens dat we het oneens kunnen zijn:
meningen mogen naast elkaar bestaan.
- We durven naar de kern van het gesprek gaan, we gaan
moeilijke onderwerpen niet uit de weg.
- We hebben respect voor elkaar, luisteren naar elkaar,
stellen vragen en leggen elkaar duidelijk uit wat we
bedoelen.
- We spelen op de bal, niet op de man: we blijven hoffelijk
van begin tot eind, en maken geen kwetsende
toespelingen.
- We nemen verantwoordelijkheid voor alles wat we
zeggen en spreken vanuit onze eigen ervaring. („ik‟ vind,
in plaats van „alle Genkenaren‟ vinden)
Materiaal - Gespreksregels in het groot aan de muur
- Eventueel kaart met de regels op per deelnemer
Aantal
personen
Van toepassing in iedere vorm van dialoog
Waarom? - Deze regels kunnen je helpen als gespreksleider om
conflicten in de hand te houden.
- Mensen helpen elkaar om deze regels te respecteren:
wanneer iemand over de schreef gaat, hebben de
anderen de mogelijkheid om deze persoon hier op een
goede manier op aan te spreken, door te verwijzen naar
de regels.
Tips - Wijs mensen op hun eigen verantwoordelijkheid, en het
feit dat zij als volwassenen kunnen reageren op elkaar.
- Maak het niet té zwaar en belerend. Met het vingertje
wijzen heeft geen zin, je kunt wel wijzen op ieders
verantwoordelijkheidsgevoel.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche F3 Spelregels 2: inhoudelijke regels 1e keer
toegepast
Vormingsweekend zaterdag 2 mei / zaterdag 16 mei
Hoe Het stadsbestuur als initiatiefnemer van dit project zegt
onomwonden dat de volgende drie dingen geenszins
fundamenteel in vraag worden gesteld:
- Genk is etnisch-cultureel divers. Alle verschillende
groepen van Genkse burgers zijn hier legitiem aanwezig,
ongeacht hun achternaam.
- We gaan in deze stad op lange termijn voor samen-
leven, niet voor living apart together.
- We geloven in de fundamentele, democratische
basisbeginselen van onze samenleving, zoals ze in de
grondwet staan. De individuele vrijheid, de rechten en
plichten van elke burger van dit land, de
gelijkwaardigheid van alle mensen, de vrijheid van
levensbeschouwing, ....
Deze „spelregels‟ vormen het kader waarbinnen de gesprekken
plaatsvinden: de lijnen rond het voetbalveld.
Hoe iedere uitdager deze principes kan toepassen in zijn/haar
gesprek, zal sterk afhangen van context en thema.
Mogelijkheden:
- Leg onderstaande spelregels uit aan het begin van je
gesprek.
- Houd deze principes bij de hand tijdens je gesprek.
Verwijs ernaar indien nodig.
- …
Materiaal - Eventueel gespreksregels in het groot aan de muur
Aantal
personen
Van toepassing in iedere vorm van dialoog
Waarom? De eerlijkheid gebiedt ons om klaar en duidelijk te zijn: wat we
voorop stellen is, ondanks de grote vrijheid die we laten aan de
gesprekken en het proces, géén „waardenvrij debat‟, dat
plaats zal vinden zonder enig kader of uitgangspunten. Het lijkt
niet meer dan fair om de Genkenaren die mee willen doen aan
één van de stadsgesprekken, op een toegankelijke manier over
dit kader te informeren.
Tips Maak dit niet te zwaar: geef mensen niet het gevoel dat ze niet
meer kunnen discussiëren over wat bij hen leeft.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Fiche F4 Feedback geven en ontvangen IK/IK/JIJ 1e keer
toegepast
Halve dag zaterdag 13 mei
Hoe - Ik zie / ik neem waar (gedrag)
- Ik voel (gevoel & effect)
- Jij : wat wil je dat de ander doet? (gedragsverandering)
Als je feedback geeft:
1. Je geeft feedback op gedrag, niet op een mens als
geheel (speel op de bal, niet op de man)
2. De feedback is actueel, niet iets wat „ooit eens‟ is
gebeurd
3. Feedback is altijd gericht op de toekomst
4. Maak het zo concreet en specifiek mogelijk
5. Zeg wat je wel wilt
6. Spreek voor jezelf (ik) en niet men of iedereen vindt…
7. Probeer niet onnodig af te zwakken of te versterken
8. Hou het kort
Als je feedback ontvangt (op welke manier ook)
1. luister
2. ga niet in de verdediging
3. stel vragen
4. vat samen
5. bedank de ander, want die heeft de moed gehad om
jou te vertellen wat hij/zij voelt
Materiaal -
Aantal
personen
Van toepassing in iedere vorm van dialoog
Waarom? - Discussies zijn nooit puur rationeel, er zit heel veel emotie
in. Door zelf te zeggen hoe je je voelt (de tweede IK)
help je de ander om jouw gevoelens te begrijpen en
maak je ook plaats voor zijn/haar gevoelens.
- Iedereen doet wel eens iets waar een ander het moeilijk
mee heeft. Door op een opbouwende manier feedback
te geven en te ontvangen, help je elkaar groeien als
mens.
Tips - Als iemand heel erg kwaad of geëmotioneerd is, geef dan
eerst ruimte aan die kwaadheid en die emotie, gebruik
daarvoor LSD (zie fiche F1) Het heeft geen zin feedback te
geven aan iemand die zich helemaal heeft afgesloten.
Technische Fiches – Uitdagersvorming De Genks - 2009
Spelregels 1: gespreksregels VERSIE 2
1. Mijn mening én jouw mening: ze mogen er
allebei zijn. We zijn het erover eens dat we het oneens kunnen zijn:
meningen mogen naast elkaar bestaan.
2. We durven te spreken over de dingen waar het écht om gaat. We durven te spreken over de dingen waarover moet
gesproken worden. We gaan naar de kern van de zaak.
3. We luisteren met aandacht naar elkaar. We laten de ander uitspreken, stellen vragen en leggen
elkaar duidelijk uit wat we bedoelen.
4. We spelen op de bal, niet op de man. We blijven hoffelijk van begin tot eind, en maken geen
kwetsende toespelingen.
5. We spreken over wat we zelf meemaken en
beleven. We zijn verantwoordelijk voor alles wat we zeggen en
doen, en spreken vanuit onze eigen ervaring, niet ‘van
horen zeggen’.