syntaxis 1

48
Syntaxis 1

Upload: adanne

Post on 11-Jan-2016

41 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Syntaxis 1. Inleiding: Combinaties. Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. (College 3,4) Woorden als combinaties van morfemen. (College 5). Inleiding: Syntaxis. Syntaxis : de combinaties van woorden tot woordgroepen en zinnen. Twee betekenissen: - PowerPoint PPT Presentation

TRANSCRIPT

Page 1: Syntaxis 1

Syntaxis 1

Page 2: Syntaxis 1

Inleiding: Combinaties

Combinaties op verschillende niveaus:

Lettergrepen als combinaties van fonemen. (College 3,4)

Woorden als combinaties van morfemen. (College 5)

Page 3: Syntaxis 1

Inleiding: Syntaxis

Syntaxis: de combinaties van woorden tot woordgroepen en zinnen.

Twee betekenissen:Als deelsysteem van ons taalvermogenAls discipline binnen de taalkunde

Page 4: Syntaxis 1

Inleiding: Colleges

13 mei: Inleiding, structuur, bomen, herschrijfregels, kenmerken

15 mei: Processen, transformaties, afhankelijkheden

22 mei: Formele modellen en grammatica’s

27 mei: Parsing (Ontleden)

Page 5: Syntaxis 1

Inleiding: Practicum

Computerpracticum 13 mei: een implementatie d.m.v. Definite Clause Grammars van congruentie.

Page 6: Syntaxis 1

Inleiding: Literatuur

Hoofdstuk 4: kernliteratuur voor de eerste week

Hoofdstuk 8, 9, 12: achtergrondliteratuur voor de tweede week

Hoofdstukken 11, 15, 27: illustraties van computationele toepassingen

Page 7: Syntaxis 1

Inleiding: Dit college

Syntactische verschijnselen

Syntactische doelstellingen

Syntactische constituenten

Syntactische categorieën

Syntactische structuren

Syntactische regels

Syntactische kenmerken

Page 8: Syntaxis 1

Syntactische verschijnselen

Syntaxis is de moderne pendant van de traditionele grammatica:zinsbouwwoordsoorten (werkwoord, lidwoord, …)zinsdelen (onderwerp, persoonsvorm, …) redekundig en taalkundig ontleden

Maar er zijn belangrijke verschillen.

Page 9: Syntaxis 1

Syntactische verschijnselen

Patronen van (on)grammaticaliteit Jan at een boterham Jan at Jan verorberde een boterham* Jan verorberde* Jan smulde een boterham Jan smulde

Transitief en intransitief

Page 10: Syntaxis 1

Syntactische verschijnselen

Goed of fout?Hun doen maar wat

Een aantal studenten zijn afgevallen

Voor iedereen ongrammaticaal:*Hem doet maar wat

*Een van de studenten zijn afgevallen

Congruentie en naamval

Page 11: Syntaxis 1

Syntactische verschijnselen

Wat betekent deze zin:oude mannen en vrouwen eerst!

En deze zin:Jan zag de man met de verrekijker

Structurele ambiguïteit

Page 12: Syntaxis 1

Syntactische verschijnselen

Jan zag de man met de verrekijker*Jan zag wie?*Jan zag de man hoe?*Wie Jan zag?*Hoe Jan zag de man met de verrekijker?Wie zag Jan?Hoe zag Jan de man met de verrekijker?

Verplaatsing en afhankelijkheden

Page 13: Syntaxis 1

Syntactische verschijnselen

ParafrasesRomeo kust Julia

Julia wordt door Romeo gekust

Actieve en passieve zinnen, met ruwweg dezelfde betekenis.

Page 14: Syntaxis 1

Syntactische verschijnselen

Jan vond de sleutelJan vond de sleutel van de deurJan vond de sleutel van de deur van de

garageJan vond de sleutel van de deur van de

garage van de limousine

Recursie en oneindigheid

Page 15: Syntaxis 1

Syntactische doelstellingen

De onbewuste kennis (competence) van een taalgebruiker karakteriseren.Het oneindige, grammaticale gebruik van

eindige middelen (in dit geval woorden)Descriptief en niet prescriptief.

Page 16: Syntaxis 1

Syntactische doelstellingen

Een expliciete karakterisering geven van de taalkennis, door middel van precieze, formele regels.Generatieve grammatica (Chomsky)Een definitie van de verzameling

grammaticale zinnen en woordgroepen

Page 17: Syntaxis 1

Syntactische doelstellingen

Verschillen en overeenkomsten tussen talen verantwoorden in één universeel regelsysteem.Wie zag Jan? - *Jan zag wie? - *Wie Jan

zag?Jan aliona nani? - *Nani Jan aliona? -

*Nani aliona Jan? (Swahili)

Universele Grammatica

Page 18: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Een zin is nooit een platte rij woorden, maar heeft een bepaalde opbouw, structuur.

Vergelijk dit met de structuur die we zagen bij lettergrepen (fonologie) en woorden (morfologie).

Page 19: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Wat betekent deze zin:oude mannen en vrouwen eerst!

En deze zin:Jan zag de man met de verrekijker

Structurele ambiguïteit

Page 20: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Woorden vormen met elkaar constituenten = woordgroepen = phrases. [ oude mannen ] en vrouwenoude [ mannen en vrouwen ]

Een constituent kan worden aangegeven met rechte haken.

Page 21: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Jan zag de man met de verrekijkerJan [ zag de man ] met de verrekijkerJan zag [ de man met de verrekijker ]

Een constituent gedraagt zich als een eenheid voor bepaalde syntactische verschijnselen (en zo kunnen we een constituent ook motiveren).

Page 22: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Jan zag [ de man met de verrekijker ]Het was [ de man met de verrekijker ] die

door Jan gezien werdJan zag [ hem ]Wie zag Jan? [ de man met de verrekijker ]

Page 23: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Maar er zijn meer constituenten:de verrekijkermet de verrekijkerman met de verrekijkerde man met de verrekijkerzag de man met de verrekijkerJan zag de man met de verrekijker

Page 24: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Janzag

deman

met

de verrekijker

De constituenten van een zin kunnen worden aangegeven door middel van een boomstructuur.

Page 25: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Wat is de constituentenstructuur van de andere interpretatie van Jan zag de man met de verrekijker?

Page 26: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Jan

zagde man

met

de verrekijker

Page 27: Syntaxis 1

Syntactische constituenten

Discussie over de juiste boom is mogelijk:mannen en vrouwenwelke drie structuren zijn mogelijk?welke argumenten kun je bedenken voor

de structuur [ mannen [ en vrouwen ]]?

Page 28: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

De woorden van een taal vormen niet één grote homogene verzameling, maar er zijn woordsoorten, categorieën, parts of speech.

Page 29: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Noun, nomen, substantief, zelfstandig naamwoord

mannen, vrouwen, Jan, man, verrekijker

Afgekort als N

Page 30: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Verb, werkwoord

ziet, at, verorberde, smulde, doen, zijn, zag, kust, gekust, doet, afgevallen, is

Afgekort als V

Page 31: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Adjective, adjectief, bijvoeglijk naamwoord

oude, vriendelijk, allervriendelijkste

Afgekort als A

Page 32: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Preposition, prepositie, voorzetsel

met, door, van

Afgekort als P of Prep

Page 33: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Art(icle), lidwoord: de, het, een

Determiner: ruimer begrip, ook woorden als elke, deze, welke, …

Afgekort als Det of D

Page 34: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Conjunction, conjunctie: nevenschikkend voegwoord (en, of), afgekort als Conj of C

Complementizer: speciale term voor onderschikkend voegwoord (dat, of), afgekort als Comp of C

Voorbeelden van twee soorten of?

Page 35: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Maar dit zijn alleen nog maar categorieën van woorden.

Ook constituenten behoren tot een bepaalde categorie.

Zinnen horen bijvoorbeeld tot de categorie S (van sentence).

Page 36: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Categorieën van phrases:NP (Noun Phrase): Jan, de verrekijker, de

man met de verrekijker, oude mannen en vrouwen

VP (Verb Phrase): ziet de man met de verrekijker

PP: met de verrekijkerAP: oude, heel oude

Page 37: Syntaxis 1

Syntactische categorieën

Let op: Jan is een N, maar het fungeert in z’n eentje ook als NP

Datzelfde geldt voor oude: een A en tegelijk een AP.

Eén woord kan in z’n eentje een woordgroep zijn.

Page 38: Syntaxis 1

Syntactische structuren

Met categorieën kunnen we onze boomstructuren nog wat informatiever maken.

Wat we dan krijgen is een phrase structure (tree) of constituent structure (tree).

Elke knoop heeft een categorielabel.

Page 39: Syntaxis 1

Syntactische structuren

N

zag

mande met de verrekijker

S

NP VP

VNP

Det N PPJan

Page 40: Syntaxis 1

Syntactische structuren

PP

P NP

Det Nmet

de verrekijker

Page 41: Syntaxis 1

Syntactische regels

‘Formules’ om zinnen mee te maken.

A B CA bestaat uit B en CC volgt op B

S NP VP

Page 42: Syntaxis 1

Syntactische regels

N

zag

mande met de verrekijker

S

NP VP

VNP

Det N PPJan

S NP VP

VP V NP

NP Det N PP

PP P NP

NP N

N Jan V zag

Page 43: Syntaxis 1

Syntactische regels

S NP VP is een herschrijfregel of phrase structure ruleEen kleine herschrijfgrammaticaS NP VP N man | vrouwNP Det N Det deVP V NP V ziet | kust

De grammatica genereert een kleine taal.

Page 44: Syntaxis 1

Syntactische regels

Derivatie: de stapsgewijze productie van een rijtje woorden (en tegelijk een boom) door een grammatica.

De vrouw kust de man

Page 45: Syntaxis 1

Syntactische regels

S startsymboolNP VP door S NP VPDet N VP door NP Det Nde N VP door Det dede vrouw VP door N vrouwde vrouw V NP door VP V NPde vrouw kust NP door V kustde vrouw kust Det N door NP Det Nde vrouw kust de N door Det dede vrouw kust de man door N man

Page 46: Syntaxis 1

Syntactische kenmerken

Stel dat we ook meervouden willen:De vrouwen kussen de man

Waarom werkt dit niet?S NP VPNP Det N Det deVP V NPV ziet | zien | kust | kussenN man | vrouw | mannen | vrouwen

Page 47: Syntaxis 1

Syntactische kenmerken

Kenmerken toevoegen om fijnere onderscheidingen te makenS NPsg VPsg S NPpl VPpl

NPsg Det Nsg NPpl Det Npl

Det de

VPsg Vsg NP VPpl Vpl NP

Vsg ziet | kust Vpl zien | kussen

Nsg man | vrouw Vpl mannen | vrouwen

Page 48: Syntaxis 1

Syntactische kenmerken

Een DCG (Definite Clause Grammar) is een Prolog-versie van een herschrijfgrammatica.

Je kunt zelf je grammatica’s schrijven.

Kenmerken kunnen dankzij (Prolog-) variabelen veel mooier dan op de vorige slide.