stadsrekening 1624 1625 · het is in mei 1624 dat de nieu nederlandt, een schip gecharterd door de...
TRANSCRIPT
Jaar 1624
- 5 januari 1624 – Gaugieren van de vaten
- 12 februari 1624 – Joris Maerx koopt een hommelhof
- 18 maart 1624 – Verkoop erf naast het Watemeulenhof
- 1 april 1624 – Koop van hommelhof in de Ieperstraat
- 6 mei 1624 – De gilde van de Kruisbroeders
- 10 juni 1624 – Oliemolen
- 1 juli 1624 – Verkoop huis op de Overdam met hommelhof
- 1 juli 1624 – Gheleyn vande Walle koopt deel van een huis op de Nieuwe markt
- 15 juli 1624 – Huis in de Sint Jans Kruise van de Magdalenakapel
- 15 juli 1624 – Verkoop door de kapelmeesters van de Magdalena van een huis in de
Sint-Janskruisstraat
- 15 july 1624 – Verkoop door de familie van Simpol van de Beyrendranck
- 12 augustus 1624 – Verkoop van erf op de Nieuwe Markt ter ‘oorbore’ van de stede
- 19 augustus 1624 – Verkoop van huis op de Iperdam Coutere
- 19 augustus 1624 – Deel van ’t Gouden Hoofd verkocht
Stadsrekening – 1624 – 1625
5 januari 1624 – Gaugieren van de vaten – 50d - bestuur - 1624
Den 5de january 1624 – Gaugieren van de vaten
Omme te remedieren ende voorcommen abuisen ende zwarigheden die er zouden moghen
rysen rakende het ycken ende gaugeren van vaten oft vaetjens
ende die de particulliere
huuslieden ende inzetene deser stede doen opvullen ende tonnen inde brauwerien met biere
tzy groot ofte cleen
myn heeren burghmeesters ende schepenen deser stede
daerup wel rypelick ghelet hebbende - hebben verclaert ende verclaeren by desen haerlieden
intentie te zyne dat de vaeten ofte vaetgens van de
zelve particuliere huuslieden gheen brauwers ofte brauweghen zynde zllen by degonne
daertoe ghecomitteeert ende ghe-eedt - ghegaugiert zyn -
naer advenante van plasgrootte ende quantiteyt van stoopen die zy houd ende zyn, zonder
preciselick ghehendichte
zynde de zelve vaeten oft vaetjens te doen maken
ende gaugeren by halfve tonnen grote ende halve groten zoo de comisen vande pachters
vande ouden dobbelen impost voor desen ghepretendeert
hebben te doen contraerie intentie van zyne majesteit ende vande gheestelicken ende vier
leden slandts zoo vutdruckelick gheseyt is byde
statute van instructie opt faict vande verpachtynghe vande brauwers ghelick ghemaeckt
Ordonnerende de brauwers ende brauwgehen deser stde ende alle ander wient angen mach
hemlieden hier in te reguleren op peine van
quite van officie byde voorseide burgmeesters ende schepenen ende ghecommitteert hebben
omme de tonnen ende halfve tonnen vande
brauwers metghaeders de vaten ende vaetgens vande particuliere huuslieden te gaugieren
gilles Waghers ende Voldere
actum ter cameree den vden january 1624
Halmen SAP 368
12 februari 1624 – Joris Maerx koopt een hommelhof
Joris Maerxstert heeft gecocht
jegens de weduwe van Jan de Bert geasisteeert met Clays haer zoone, in deze haerlieden
bistaenden man -
de helft van onderhalff gemet ende xix roeden hommelhoff met gerieff vande keete omme de
hommele commende van tselve hommelhof daer inne
te droogen zonder enighe recompensse daer vooren te geven - zoo lange de zelve keete zal
staen –
liggende de zelve partie inde Hagebaerthouck dezer jurisdictie, - streckende met
den zuutende tegens tlant an joncker Charles Clays, heere van Hulst -
van oosten de Elsenbruggestraete -
van noorden tlant van Franchois Dehaene - causa uxoris -
van westen thommelhoff van weduwe Scerrier
alvolgende utpaelinghe by lantmetere daeraff gedaen - belast de geheele partie met
tweehondert grooten vlaems tsjaers - de penninck 16 -
etc.
Aldus ghehalmpt over erfve op den xijde february 1624
18 maart 1624 – Verkoop erf naast het Watemeulenhof – Halmen
Clays Tlam heeft gecocht
jegens Claude de Meulenaere als machtich by procuratie over Mayken van Aelst, zijne
moeder - weduwe van Jacques de Muelenaere
de zelve procuratie ghepresenteert voor voocht endde schepenen der stede van Ypere in date
vande xjde octobre 1605 -
gecasseteert met eenen zegel vande vochden ende geteekent sieur Canis alhier gesien ende
gelezen,
eerst vij vierendeel gerstlant teenen sticke liggende inde steede van Poperinge op de
Leverstraete - emmers de plecke die geleegen is met de haege ende opgaende als van ouden
tyden, daermede gaende, palende met den nortende tegens twatermuelenhoff, toebehoorende
den heere van Sint Bertins –
tzuutende de steeweddinge en tlant van Louwys vande Goosteene - dostzyde de scipvaert - de
westzyde de Leverstraete - belast
met j pond xiiij schellingen tsjaers erfvelicke rente ten proffitte vande heere dezer steede -
dachterstellen te zuuveren by de vercopege tot de dach
van erfvenesse tselve noch in pachte den tyt van zeven jaeren immers naer tutwxyzen vane
pachtbrieff tot xlij pond parisis tsjaers
gevallen halff maert 1624 tot proffitte vande vercopers
Item zeven vierendeel elstlant immers de plecke alsoo die gelegen is mt de taillie daer up
staende liggende inden hamhouck palende
met den zuutende int waterloop - dostzyde telst Franchoys Folcke - de westzyde d'eldingen
Pieter Verstechele - tnortende
de beeke laest otnbloot by Franchoys Bidoot
item negen vierendeel zaylant immers de plecke alzoo die gelegen is ten twee sticken neffens
anderen liggende inden Hamhouck -
palende met de zuutende op de casseldreve - tnoortende tlant van Pieter Quaghebuer filius
Philips - doostzyde de dreve tselve lant noch in hueren
vier jaeren tot xxvj pond tsjaers te baefmesse 1624 ten proffitte van de vercoopers.
Iem vijf vierendeel ij roeden elstlant liggende inden Hamhouck bloot van erfve metgaeders x
opgaende boomen
staende op de ertbort op tselve elst -
palende
van noorden jegens den Babewal - doostzyde telst van Guillume Rouvroy - de westzyde telst
vanden cloostre vnde Duene - tzuutende telst van daer
de Peereboomedreve - duere lopt alle deze voorschreven partien zyn vercocht voor vj pond
parisis den aermen
xxx pond parisis te lyfcooop
xvj pond iiij schele voor vercoopege een hoftcleet
erfven ende onterven al ten laste vande coopere ende voor principaelen coop de somme van
ijc vij pond groote vlaems -
zuver gelt dies es de vercopere gehouden omme te neemen te betalinge een losrente van zes
ponden groote tsjaers - spreckende op een
vry maerscen tot Waesten toebehorende Joos Godschalck ende Jan de Hoorne daer vooren hy
coper blijft borge ende principael voor de
insuffisantheyt vn de zelverente - makende over tprincipael iiij xx xvj pond grooten ende
t'resterende bedragh honder ende xij ponden grooten vlaems
in volle betalinge moet hy cooper tselvebetaelen gereet gelt metter erfvenisse gehaelmpt over
erfve dach date als vooren.
1 april 1624 – Koop van hommelhof in de Ieperstraat - Halmen
Ten halmdaeghe den 1 april 1624
Jan Denys heeft gecocht
jeghens Francois de Scottere ende jeghens Mayken sijne huusvrouwe
xxvj (26) roeden hommelhoff
ligghende ande Iperstrraete
tusschen thuus ende eerfve van de voornoemde Denys ende erfve van Jan Step
streckende ende paelende
noort ande voornomde Iperstraete ,
tzuuten an thommelhof van de vercoopere,
scedende aldaer op twee paelsteenen debreede
Jeghens erfve vande voornoemde Step
ende metten westhende thuus ende erfve van de coopere
ende dit omme te godspenninck iiij schele
Lyfcoop xij pond ls (12 pond 50 schele)
iiij pond parisis te hoftcleede
ende van princiaelen coop xxij pont x schele grooten vlaems
de voornoemde xxvj roeden te betaelen gereet gelt
met den halm
erfven ende onterfven half en half
vorts quyte erfve
ghehalmpt over erfve,
dach, daete als vooren
Mei – New York -
http://www.newyorkfoundation.net/het_ontstaan_van_new_york/het_ontstaan_van_new_york
.html
Het is in mei 1624 dat de Nieu Nederlandt, een schip gecharterd door de West-
Indische Compagnie, bij het eiland Manhattan komt. Aan boord zijn er een
dertigtal Belgische families: de meeste zijn Walen vergezeld door
een aantal Vlamingen.
De passagieren worden spoedig verspreid: na ontscheping op het Noten
Eiland (vandaag Governor’s Island), acht kolonisten zullen snel een fort
gaan bouwen in het zuidelijke gedeelte van Manhattan - op de huidige
plaats van Battery Park. De anderen verdelen zich als volgt: vier echtparen
en acht mannen gaan de Delaware rivier vervoegen en daar de Fort Nassau
bouwen (dichtbij de huidige stad van Gloucester in de New Jersey). Twee
families en zes mannen varen stroomopwaarts op de Fresche rivier
(Connecticut) en gaan er een kleine vesting aanleggen op de huidige plaats van de stad
Hartford. Ongeveer achttien families blijven aan boord van de Nieu Nederlandt en varen
stroomopwaarts op de Hudson rivier. Ze gaan ontschepen op de huidige plaats van de stad
Albany (hoofdstad van New York State).
Deze eerste stappen in de kolonisatie van dit grondgebied zijn maar in feite het vervolg van
een proces die een eeuw vroeger was gestart.
Het is immers in 1524 dat de Franse expeditie geleid door Giovanni Da Verrazzano uit
Firenze voor de eerste keer de baai van New York ontdekt. Koning François I zijnde toen in
strijd met Spanje, de informatie wordt naar de archieven gestuurd. Gedurende tientallen
jaren, Spanjaarden zullen bijna de enige zijn die interesse voor het Nieuwe Wereld gaan
tonen, en de rijkdommen ervan gaan exploiteren.
Willem Usselinx In 1555, de troonsafstand van Keizer Karel ten gunste van zijn zoon Filip II zal de
Nederlanden in de chaos brengen. Hertog van Alva, gestuurd door de Koning van Spanje, legt
er een meedogenloze repressie op tegen de protestanten, toen in opstand tegen de misbruiken
van de Roomse Kerk.
De gewelddadigheden van de Inquisitie zullen leiden tot een massale emigratie van Walen en
Vlamingen naar het Noorden van de Nederlanden, Zweden, Engeland en Duitsland, tot de
"Geuzen" opstand, et tot de afscheiding van de Noordelijke Provincies, die voortaan de naam
van Verenigde Nederlanden zullen dragen. De Zuidelijke Provincies zullen het Spaanse juk en
de kwellingen van oorlog blijven lijden.
Teneinde enige confusie te voorkomen, men moet
weten dat in de zestiende eeuw de Nederlanden
omvatten een gedeelte van het Noord van Frankrijk en
Lotharingen, België, Luxemburg et het huidige
Nederland. De inwoners heetten de Belgen et de
kaarten van het tijdperk toonden het land onder de
vorm van een leeuw: de “Leo Belgicus”.
In deze moeilijke periode werd de jonge Antwerpenaar
Willem Usselinx geboren. Zoon van een familie actief
in de specerijenhandel, hij werd gestuurd naar Spanje, Portugal et de Azoren
eilanden om zijn opleiding te vervolmaken. Na zijn terugkomst uit de
Azoren in 1591, Usselinx besliste Antwerpen te verlaten voor Holland.
Wetende dat Spanje zijn rijkdom uit zijn Amerikaanse koloniën haalde, hij
zou niet rusten voordat hij de Hollanders kon overtuigen koloniën in het
Nieuwe Wereld te stichten, teneinde de Spanjaarden daar te bestrijden.
Bijna dertig jaar van vasthoudendheid en inspanningen waren nodig vanwege Willem
Usselinx voordat in 1621, de West-Indische Compagnie eindelijk gesticht werd. De Nieu
Nederlandt werd door haar gecharterd...
Henri Hudson In 1609, op ongeveer eenenveertig graden noorderbreedte en vierenzeventig graden
westerlengte, een Engelse zeeman genoemd Henri Hudson ontdekte een grote baai waarin een
rivier uitmondde.
Hudson werd belast door de Vlamingen Emmanuel Van Meteren, Judocus Hondius en
Petrus Plancius met het ontdekken van een nieuwe doorgang naar Tataarland en China, voor
rekening van de Oost-Indische Compagnie.
Terwijl hij de kusten van America aan boord van zijn schip verkende, ontdekte hij per toeval,
85 jaar na Verrazzano, de toekomstige New York samen met de rivier die zijn naam zou
dragen.
Jessé de Forest Jessé de Forest maakte deel uit van deze Walen die de godsdienstkwellingen gevlucht hadden.
Geboren in Avesnes (Henegouwen) in 1576, hij verliet zijn geboorteland in 1615 en vestigde
zich te Leyde in Holland. Hij ging daar hemel en aarde bewegen om samen met de zijnen en
andere Waalse families naar het Nieuwe Wereld te kunnen emigreren. Hij had er ook veel
contacten met Engelse Puriteinen, toekomstige passagieren van de Mayflower.
Op 5 februari 1621, Jessé de Forest stuurde een verzoekschrift in het Frans naar Sir Dudley
Carleton, ambassadeur van haar Majesteit de Koning van Engeland te Den Haag. Jessé vroeg
er, namens een vijftigtal Waalse en Franse families, de toelating om zich in Virginia te
vestigen, verzoekend een grondgebied van acht engelse mijlen straal. Bekend onder de naam
van Round Robin, deze document is vandaag bewaard in de British Public Record Office.
Op 11 augustus 1621, de Virginia Company antwoordde met een principieel akkoord. Hieraan
waren toch enkele beperkingen verbonden: de belangrijkste verbood de Waalse families zich
te verzamelen in een autonome kolonie. Jessé de Forest sloeg het voorstel af.
De oprichting van de West-Indische Compagnie deed een bijzondere slimme plan ontstaan in
het hoofd van de Waal.
Jessé bood dan zijn diensten en deze van zijn streekgenoten aan de Hollandse Compagnie,
zeggende dat een groep van families, die verschillende beroepen uitoefenden, de gelegenheid
hadden om te emigreren voor rekening van de Engelsen. Pleitend dat deze kolonisten liever
voor de West-Indische Compagnie zouden willen vertrekken, hij wenste een spoedig
antwoord, en benadrukte nog dat deze graag of niet moest zijn.
De Staten van Holland, bewust van het belang van zulke opening voor eventuele toekomstige
koloniseringen, ging dezelfde dag de Bewindhebbers van de Compagnie, toen in Den Haag,
raadplegen.
Op 27 augustus 1622, na jaren inspanningen vanwege Willem Usselinx en Jessé de Forest,
kreeg deze laatste eindelijk de officiële toelating om samen met de andere kandidaten naar
West-Indië te emigreren.
Met verkenning vertrokken naar de kusten van Guyana in 1623, Jessé de Forest stierf op de
oever van Oyapok (vandaag grens tussen Brazilië en Franse Guyana) op 22 oktober 1624.
Zijn dochter Rachel en zijne zonen Isaac en Henri zullen tien jaar later Nieuw-België
vervoegen.
Nieuw-België
Vanaf 1615, de grondgebieden gelegen tussen
Virginia en Nieuw-Engeland zullen onverschillig
de naam van Nieuw-België (Novum Belgium,
Novo Belgio, Nova Belgica, Novi Belgii) of
Nieuw-Nederland dragen.
Het woord België verwijst naar de oude
Nederlanden, die toen een gedeelte van
Noord van Frankrijk en Lotharingen, België,
Luxemburg et het huidige Nederland
omvatten. Zijn inwoners heetten de Belgen.
Vele kaarten uit de zestiende eeuw toonden trouwens dit grondgebied onder de naam van
België. De naam ging nadien in onbruik raken ten bate van
Nederland, en ging pas in 1789 terug verschijnen ter
gelegenheid van de eerste Belgische revolutie.
Meerdere zegels uit dit tijdperk herinneren dat de
grondgebieden rond de toekomstige New York de naam van
Nieuw-België droegen. Een eerst zegel uit 1623 draagt een
bever - voor het aankomst van de kolonisten in 1624 was de
streek vooral geëxploiteerd door pelsjagers - omcirkelt met de
woorden "Sigillum Novi Belgii". Het zegel van Nieuw-
Amsterdam uit 1654 draagt wat hem aangaat de vermelding
"Sigillum Amstellodamensis in Novo Belgio".
Pierre Minuit In 1626, Pierre Minuit, gouverneur van Nieuw-België, werd
beroemd door het aankopen van het Manhattan eiland aan de
Manhatten Indianen, in ruil voor snuisterrijen en andere
kleinigheden, namelijk het equivalent van 60 gulden (24
dollars).
Pierre Minuit was een Waal, geboren te Wesel (Reinland). Zijn ouders, afkomstig uit Doornik
(Henegouwen), hadden zich daar in 1581 gevestigd, om de godsdienstkwellingen te
ontsnappen. Hij zal zelf diaken van de Waalse Kerk worden.
Bedacht op de verdediging van de kolonisten belangen, hij ging zich ook onderscheiden door
zijn respect voor deze van de Indianen. Minuit was van mening dat de evenwichtige integratie
van twee culturen - zelfs tegenstrijdig op eerste zicht - te verkiezen was boven het eenvoudige
verwerpen van de zogezegde zwakste of minder "beschaafde".
De verdraagzaamheid was trouwens niet het sterke punt van de West-Indische Compagnie.
Feodale organisatie, deze legde aan alle kolonisten die naar Nieuw-België wilden emigreren
een aantal strenge regels op: naast het uitoefenen van de hervormde godsdienst, de kolonisten
waren verplicht exclusief gebruik te maken van het Nederduits - de taal waarvan Vlaams en
Nederlands afkomstig zijn -, in alle publieke aktes van de kolonie.
Vele familienamen kregen een Nederlandse "camouflage", zoals Rapalje voor Rapaille of
Minnewit voor Minuit. Andere kolonisten werden gewoon genoemd bij de naam van de
Hollandse stad dat ze juist verlaten hadden. De Amerikaanse historicus Charles W. Baird, in
zijn boek "History of the Huguenot Emigration to America", kwalificeerde dit type van
misbruik als "Batavian disguise" (Bataafse vermomming).
De kolonisten mochten ook geen wol of linnen weven, geen laken of andere weefsel
fabriceren, op straffe van verbanning of als trouweloos bestraft te worden. Het verborgen doel
was hier een monopolie te waarborgen voor de invoeren afkomstig uit Holland.
Het welwillende en beschermende gedrag van Pierre Minuit ten opzichte van de kolonisten,
samen met de begeerte van een Bewindhebber van de Hollandse Compagnie die zijn neef als
gouverneur wou opleggen, zullen leiden tot zijn terugroeping in 1632.
De sporen van de Walen en Vlamingen in New York zijn veelvuldig en vaak onbekend: de
Gowanus baai bijvoorbeeld, ten westen van Brooklyn komt van Owanus, de Latijnse vertaling
van Ohain, een dorp in Waals Brabant. De Wallabout baai, ten noorden van Brooklyn is een
vervorming van Waal bocht.
De naam Hoboken, een welbekende wijk ten westen van Manhattan, komt uit de agglomeratie
van Antwerpen in Vlaanderen. Communipaw, te Jersey City, is de samentrekking van
Community of Pauw. Michel De Pauw, uit Gent in Vlaanderen, had ook Staten Island in 1630
aan de Indianen gekocht.
Wat betreft Peter Stuyvesant, aan wie sommige mensen het vaderschap van New York
absoluut willen toekennen, die is maar in 1647 aangekomen, d.w.z. drieëntwintig jaar na de
landing van de eerste kolonisten.
Amerikaanse erkenning
Op 20 mei 1924, ter
gelegenheid van de
driehonderdjarige
gedenkdag van New
York, werd een
herdenkingsmonument
opgericht op Battery
Park, in het zuidelijke
gedeelte van
Manhattan, ten hulde
voor de Waalse
kolonisten.
6 mei 1624 – De gilde van de Kruisbroeders - Renten
Compareerden in persone Olivier van Zantvoorde doude, ende Cahtelyne zijne huusvrowu’e,
bekennende ende belydende wel ende deuchdelick vercocht te hebben an Andries Rebaut, in
de qualiteyt als prince ende Jan Folcke tresorier vande gulde van de cruusbroeders,
lichghelaeden deser stede ten desen present ende accepterende over ende ten proffytte van de
zelve gilde eene erfvelicke losrente van vierentwyntich ponden parisis by jaere den pennynck
zesthiene voor de sommevan xxxij pond grooten vleamsch bydevercoopers thrlieden
contentemente ontfaen innghegeaen zynde den eersten meye lestleden danof teerste jaer
vallen ende verschyunen zal den eersten meye xvjc vijfentwytich naestcommende ende zoo
voort van jaere te jaere etc. te lossen al teenen peyemente mede oplegghende etc.
Verbyndende daerinne een huus ende erfve met de scheure ende verder edificien daerby
staende op de pottestraete deser stede aboutterende van westen dezelve sraete, van zuuden
tinghelstraetgen, van oosten jan Moeraert ende van noorden de voorseyde vercoopers
Item twee ghemeten een lyne s roeden landts inden pezelhouck aboutterende van noorden de
Pottestraete, van oosten Desneper, vanzuuden Christiaen Moenaert, van westen de kyhnderen
van den voornoemde Zantvoorde van eersten bedde, dezelve partij voor desen bealst met xv
pond parisis sjaers ten proffyte van Jacob Deberch,
Noch d’helft van een huus ende erfve staende ende ligghende in de Leverstraete deser stede
daer de voornoemde Danniel nu woondt ghemeene met zijne kynderen, aboutterende van
noorden Pieter Roelens, van zuuden ende westen thof van st. Joorisgilde, van oosten op de
leverstraete, met zulcke inninghe costume cfr. deser stede
Actum present Fobert, Babelaere, Goosteene, Jacobsoone,, Cauwert, schepenen
Den vi meye 1624
10 juni 1624 – Oliemolen - cartulaire St. Bertin
De abdij van Sint-Bertin laat Jacques Boone, een oliemolen oprichten tussen de Provenstraat
ende Watoustraat, te Poperinge – mits een jaarlijkse rente van 60 schele parisis
1ste juli 1624 – Verkoop huis op de Overdam met hommelhof -
Jan Hunebuck als machtich by procuratie verkoopt huis op de Overdam gelegen van vooren
de straete -
hommelhoveken 53 pitten
van westen Andries Devos
van oosten Chriztiean Bailliu
1 juli 1624 – Gheleyn vande Walle koopt deel van een huis op de Nieuwe markt -
Gheleyn vande Walle heeft gecocht
jegens Jan vande Walle
het vierde deel van de helft van eeen huus ende
erfve gelegen ende gestaen up de nieuwe markt dezer stede commende van vooren op de
voornoemde markt
van noorden Charles de Ram - van zuuden de erve van Joos Seys doude
ende van westen thoff vande gilde van St. Sebastiaen
1 juli 1624 – Huis op de nieuwe markt - Halmen
Ten halmdaghe de 1 july 1624
Ghelein vande Walle heeft gecocht jeghens Jacop vande walle, het vierde deel van de helft
van een huus ende erfve gheleghen ende ghestaen op de nieuwe mart dese stede van
Poperinghe commende van voor op de voornomde mart, van noorden Charles Darlan,
Van zuuden de erfve van Joos Sey doude ende van westen erfve ende thoff van de gilde van
Sint Sebastiaen, ende dat voor de somme van vj schele te godtspenninck
Iij pond parsiis lijfcoop
voor een hoet iiij pond
ende ter princiapele coop de somme van drieentwyntich ponden grooten vlams boven zijn
advenante in een rente van xij pond tjaers ten proffytte van de disch van st. Betins van
Poperinghe zonder breeder last
voorts zuuver goet – bekennende tselve alzoo te garanderen van de welcke somme de
voornomede Jacop vercoopere hem kent voldaen ende betaelt
hiermede passerende acqut absolutte
ghehalmpt over erfve dach ende date als vooren
15 juli 1624 – Huis in de Sint Jans Kruise van de Magdalenakapel - Halmen
Comparerende voor bailliu burchmeesters ende schepenen dezer steede
den xv july 1624
Franchois Pyls ende Jan van de Zande, cappellemeesters van de Madeleene cappelle
de welcke hebben hemlieden ontvut ende onterft by consente van de heere den prelaet van st.
Bertins
by apostille op requeste in date vanden xide july 1624
getekent Philippe abe de St. Bertin
alhier gesien in handen van Clays baelden
van een huuse ende erfve saende te St. jans cruce de voornomde capelle toebehoorende daer
Barbele Cuypers ende Janne Lievens jegenwoordelick woonen
alsoo tselve van ouden tijden gebruuct es geweest
waer vooren hij Claeys dese voornoemde meesters heeft gegeven in rechte wederlaeghe een
half gemet vier roeden hofstede in rengelst onder de nart vuestcantie … ?
Met het derde van de huuse ende het derde van alle de groene catheelen daer op staende al
volghende de laege daer aff gedaen tot rengelst
de vij-ste sporkele 1624
present als vooren
15 juli 1624 – Verkoop door de kapelmeesters van de Magdalena van een huis in de Sint-
Janskruisstraat – Halmen
Comparerende in scepen ccamer voor bailliu burghmeesters ende schepenen dezer stede den
xvde july 1624
Franchoys Pieren & Jan van Zande, cappellemeesters vande Madeleene capelle –
de welcke hebben hemlieden ontuut ende onterft
by consente van mijn heeren de prelaet van Ste Bertins
by apostille op requeste in date vanden xjde july 1624 getekent Philippe abbe de st bertin
alhier gesien in handen van Clays Baelden
van een huuseken ende erfve
staende inde St. Jans cruce de voornoemde capelle toebehoorende daer Barbele Cuypers en
janne lievens jegenwoordigh
woonen alzoo tselve van ouden tyden gebruuct es gheweest -
waer vooren hy Claes de voornoemde meesters heeftt ghegeven
in rechte wederlaege een half gemet vier roeeden hofsteede te Reninghelst
onder de noort vierschaere met het derde van de huuse ende het derde vande huuse ende het
derde van alle de groene catheelen daer up staende -
al volgende de laege daer aff gedaen tot Reninghellst den vij de sprockele 1624
ende aldaer geregistreert
actum den xv jul 1624 present als vooren.
15 july 1624 – Verkoop door de familie van Simpol van de Beyrendranck – Halmen
De familie van Simpol voornamelijk uit Cassel verkoopt - vut crachte vande voornoemde
procuratie - aan dheer Guillaume Rouvroy zeven lynen elstlant
liggende in Poperinghe -
genaemt den Beyerendranck in pachte gehouden by Gillis de Roode met last ende pacht als
vooren de lopende jaerschaere tcopers
proffitte ende is gegeven omme te godspenninck v schele - viiij pond parisis te lyfcoop -
viij pond te hoffcleede -
viij pond parisis voor den hoochst instelder te mincken vanden principaelen coop ende avn
principaelen coop enentwintich ponden
grooten vlaems tgemet te betaelen - gereet gelt met de halm
zuuver ende onbelast gelegen inde Haeghebaerthouck van Poperinghe
12 augustus 1624 – Verkoop van erf op de Nieuwe Markt ter ‘oorbore’ van de stede – Halmen
folio 228 - xij ougst 1624
Burchmeesters ende scepenen der stede van Poperinghe hebben ghecocht ten proffitte ende
orbore vanden vernoemde stede jegens
Gheleyn Vandewalle ende jegens Petronelle sijne huusvrauwe
Item jegens Franchoys Vermoote ende Pieter de Rycke ende jegens hemlieden
huusvrauwen een huus ende erfve gestaen ende gelegen op de nieuwe mart daer hemlieden
vaeder ende moeder overleden en is,
commende met den voorhofde op de nieuwe mart
van zuuden erfve van Joos Sey doude ende Clays Beeke met een vrie waterloop vuer derfve
van de voornomde Sey
ende thuus van wilent Jacop Bastins staende op derfve van de voornoemde Sey - van westen
thoff van St. Sebastiaens gilde van - van
noorden Chaerle de Ram hiermde gaen drie coutsen - een portael een achterkeuken - tzelve
huus ende erfve belast in xij
pond parisis tsjaers ten porffitte van de disch van St. bertins - den penninck xvj voorts zuuver
goet - gereseerveert theeren
grontrente ende is gegeven omme te godspenninck iij pond voor de disch van St. bertins - van
ghelycke dire pont voor den voornoemde kerke -
te lyfcoop
xxxvj pond parisis - voor een hoet voor de vercoopers drie dobbel ducaeten
item noch verschooten by de coopers xlix pond x schele
ende van principalen somme ...
19 augustus 1624 – Verkoop van huis op de Iperdam Coutere – Halmen
folio 229
19 ougst 1624
Jacques Steven heeft gecocht jegens Clays Baelden filius Jans en tegen Martincken zijne huusvrauwe het
gerechte vierde deel
in een huus ende erfve staende ende gelegen op den Iperdam Coutere gemeene met zijn
broeders - mortelvast, nagelvast en cavelvast -
gereserveert tgoone hem annegedeelt es volgende de staetbouck - belast in zijn dvenant met
den geheele huuse in de couterrente -
de achtertrstellen te zuuveren by den vercoooper tot den baege van de halm - voorts zuuver
ende onbelast goet -
makende tselve huus den houck van de couter en de straete gaende naer St. Jans Kerke -
van oosten het huus ende erfve van Robert Dufloucq - de lopende huere van dach van de halm
es ten proffitte van de copers en is gegeven omme
v schele godtspeninck - x parisis te lyfcoop - vj pond parisis voor een hoftcleet - en van
princiapelen coop de somme van neghenthien pond grooten vlaems
te betalen met vier ponden grooten vlaems gereet met den halm ende an zyn broeder jan
binnen twee maenden naer den halm xlvij pond parisis
en tresterende om de volle betalige te paesschen erstcommende 1625
Gehalmpt vorts over erfve - dach dte als vooren.
19 augustus 1624 – Deel van ’t Gouden Hoofd verkocht – Halmen
Ten halmdaghe den 19de
oust 1624
Jacques Dasne heeft gecocht jegens Jacques Wits, de zelven deelen van achten in een huus
ende erfve genaempt tGouden hooft met gleycke deelen in een huus ende erfve daer neffens
mortelvast, nagelvast ende cavelvast alzoo tzelve gestaen ende gelehgen es op de Yperstraete
waer af het vijj deel ompetert het dochterken van Joos langhe te
aboutterende de huusen van zuuden op de yperstraete
van westen tcuckenmaertstraetjen,
van noorden ende oosten thuus ende erfve betimmert by Jaspart Cayseele belast de selve
huusen in een huere an Guus Melis noch vijf jaeren naer advenant erstcommende tot xj pond
ses schellngen vij grooten vlaems tjaers
Ten proffytte van gh. De backere waer aff de coopers zijn advenant int tcapirael mincken
mach op tvierde payement
Vorts zuuvfer ende onbelast goet
Gereserveert theerlick lantscult – t zuuveren tot op de dach van de halm by de vercoopere
Godtspenninck xxxiij schele parsiis
50 pond parisis voor een hoet
Te lijfcoop vijf ponden grooten die den cooper minckt op tleste payement ende van
principaelen coop de some van twee hondert ponden grooten vlaems te betaelen l ponden
bgrooten met de halm end voorts hondert l ponden grooten by afgaende payementen te weten
met vierentwyntich ponden grooten vlaems tjaers waer af het 1ste
vallen zal naer date van de
halm in een jaer end soo vorts van jaere te jaere tot de volle betalinghe te mincken de
beschreven
Als voor gehalmpt over erfve dach date als vooren
folio 231
laetsten september 1624
Boudewyn Bueten heeft gecocht ter hauste jegens Lioen de Coninck ende Marie zijn
huusvrauwe een huus ende erfve daer onder ende achter
ligghende - mortelvast, nagelvase ende cavelvast met een coetse staende in de achtercamer - -
zijnde twee woonhuusen den vernomde Lioen toeehooende by
coope jegens Jan van Houcke commende met den voorhofde op de Potterstraete - tnorende
tp&apelangemerschstraetjen - zuut ende west Clays
Babelaere - causa uworis - hebbende tselve huus een vrie lydinghe over tlant vande
voornomde Babelaere tot inde beke neffens de speye
beast ht voornomde huus in een rente van twalf ponden sjaers -
den penninck xvj - ten porffitte van Lioen de Conink by cop jegens de weduwe van Jan
Berteloot ende is gegeven omme xxiij schele te godspenninck
te lyfcoope vj pond - erfven ende onterfven roupere ende crivere ten laste vande copere
enve van principale somme lxxviij pond grooten vlaems - boven de voorschreven rente ende
verloopen te betaelen gereet gelt
hant daer anne te slaenen te baefmesse erstcommende gereserveert tcleene huu dat noch in
pachte es van half maerte rstcommende in drie jaeren tot xxxij
pond parisis tsjaers voorts zuuver en onbelast goet - gereserveert sheren lantscult
gehalmpt over erfve - dach date als vooren
3 oktober 1624 – De grauwe zusters Penitenten - Renten
Doen te weten dat voor ons commen ende ghecompareert is in persone
Pieter Everaert filius Pieters,
den welken ghecedeert ende opghedraeghen heeft
Soo hij doet by desen
In handen van meester Mathieu Lottin
ten desen present ende accepterende over ende ten proffyte van de moeder der religieusen van
de convente van de grauwe zusters in de prochie van St. Jans deser stede
eene erfvelicke losrente van achtenveertich ponden parisis by jaere
losselick den pennynck zesthiene,
hem Pieter competerende ende ghesucedeert
by den overlyden van Margriete Diedeman filia Frans, zyne moeder,
vallende ten twee payementen gelyken xvide meye ende xvi de novembris in elck jaer,
bezet ende verzekert by de assysen imposten ende inpositien vande lande
ende in hofschepe van Draney
dit volghende de brieven van constitutie danof verleent by de vier leden van de lande an ende
ten proffyte van de voorseyde Franchois Diedeman, cooper ban de zelve rente ghedateert van
de xvi meye int jaer 1561
gheteekent byden ploy Decorte ende ghezeghelt met den zeghel van verbande van de zelven
lande van
Vuthanghende in dobbelen steert van parschemyne ten passeren van deser ghezyen ende
ghelesen
Mathieu, de voorseyde moeder van de zelve rente
vrye actryce met de verloopen van xiij jaeren
ten leste ghevallen den xvide novembris 1623
dit volghens den accoorde tusschen de voorseyde moedere ende den tranportant
ter acceptatie ende admissie van zyne dochtere Jacquemyne,
voor religieuse int voorseyde convent ghemacht omme desen
actum present Jacques Wyts ende Guillaume Rouvroy, burghmeester
den derden octobris 1624
17 oktober 1624 - Pieter Deworm neemt een lening op van de Penitenten – Renten
Compareerde in persone Pieter Deworm ende Janneken zyne huusvrouwe, verkennende
ende belydende wel ende deuchdelick vercocht thebben aen
zuster Marie Sejon, moeder van de grauwe zusters
van de ordre van Ste. François neffens t’kerckhof van St. Jans deser stede
ten desen present ende accepterende
over ende ten proffyte van de zelver convvente
eene erfvelicke losrente van vierentwyntich ponden parisis, by jaere,
den penninck xvi
voor de somme van tweeendertich ponden grooten vlaemsch
by de vercoopers thaerlieden contentemente ontfaen,
passerende de voorseyde moeder midts desen danof quitansie absolute inninghe
up heden date deser,
danof t’eerste jaer vallen ende verschynen zal den xvijste octrober 1625 naestcommende
ende zoo voort van jaere te jaere etc.
Te lossen dit teenen payemente midts bylegghende etc.
verbyndende daerinne een ghemet xxxij roeden hommelhof ligghende upden coutter
commende van westen up t’meulenstraetjen,
van noorden Christiaen Bollaert,
van oosten Clays Devos
ende van zuuden den heere,
zuuver ende onbelast dan met coutterrente
Item twee lynen upden zelven coutter achter de St. jans kercke, van zuuden Andries
Vandegoosteene,
van oosten ende noorden den brugghewech,
belast als vooren met innynghe naer costume
Actum present Goosteene, Floor ende Baert, Babelaere ende Schevele, schepenen
Den xvijste octobris 1624
21 oktober 1624 – De zusters Penitenten en de oliemolen van Jacques Boone – Renten
Compareerde in persone Jacques Boone, schuppenier,
woonende binnen deser stede,
verkennende ende belydende wel ende deuchdelick vercocht thebben ande voornoemde
moeder van de zusterhuuse
over ende ten proffyte vande zelven convente
eene erfvelicke losrente van vijfven tzentich ponden parisis by jaere den penninck zeshiene,
voor de somme van twaelf hondert ponden parisis
by de voornoemde Boone
vande voornoemde moeder ontfaen in ghereede ende ghe-evalueerde penninghen
passeerende haer mids desen danof quitancie absolute
wanof t’eerste jaer vallen ende verschynen zal den vi-de october 1625 naestcommende
ende zoo voort t’van jaere te jaere,
eeuwelick ende erfvelick,
ghedeurende emers totter lossynge etc; te lossen teenen payemente etc.
dies den voornoemde Boone schuldich ende ghehouden werdt t’hende drie jaeren de zelve
somme wel ende souffisantelick te bezetten ende ‘t hypothequeren
op grondt van erfve
wesende goedt ende dobbel bezet
ten contentemente van de voorseyde moedere
ofte andere wesende in haere plaetse bedienende,
medgaeders danof te verleenen oncost vande behoorelick rentebrief
ofte by faulte van dien tvoorseyde capitael by te legghen met t’verloop van diere
naer rate van tyde,
totten daghe vande zelve bylech
in ghepermitteerden ghelde als vooren
voor welcke voornoemde rente ende jaerelyksche betaelinghe
der zelve metsgaders de bezettynghe ofte oplech van capitaele penninghen
ende alle ’t ghonne danof meer dependeert hemlieden borghe ende principael ghestelt ende
gheconstitueert hebben,
zoo zij doen by desen,
Jan Wyts ende Jan Deberch filius Eloy van elck voor andere ende een voor al
in solidum ende zonder divisie ofte execussie
omme by ghebreke van t’volcommen van tghonne voorseyd is
ende elck poincte van dien zonderlinghe
dat tzelve by hemlieden te verhaelen ende recouvreren -
belovende de voorseyde Boone, eersten comparant hemlieden danof t’indemneren ende
garranderen costeloos ende schaedeloos,
zoo jeghens de voorseyde moedere als anders, zoot behooren zal,
verbyndende de zelven Boone thaerlieden verzekerthede eenen oliemeulen ende thuus
daerneffens staende up tlandt van Cornelis Pierens de jonghe cas ligghende by
Spanjaertsdaele ten houcke van de Watoustraete
In alle twelcke den voorseyde Boone, debiteur prresent ende
Voornoemde Boorghe met haerlieden consente by ons
burghmeesters ende schepenen
Voornoemd ghecondemneert zijn ende dese thaerlieden laste ghewezen executoire, zoo wy
dezelve condemneren ende wijsen executoire by desen.
Actum present Cornelis Pierens, Burghcemeester, Jan Folcque, Robert Deflocq ende Jacques
Schevele, Clays Beke , schepenen
Den xxi octobre 1624
30 octobre 1624
Andries Lebbe heift ghecocht jegens Christiaen Clinckemaille ende jegens Cristyne syne
huusvrouwe een half vierendeel gerslant met de catheelen
daer up staende liggende inden Lissenthouck geneene in een partie van onderhalff gemet
streckende de geheele partie zuut ende noort -
tnortende Clays Devos, tzuutende de kinderen Jan Lebbe en Jan de Roo doude –
doostzyde de vernomde knderen de westzyde de vernomde Roo
ende es gegeven ome te godspenninck ij schele te lyfcoop
iij pond parisis
ende van principaelen coop ses spint coorne by de vercooper ontfaen - vorts zuuver goet -
gehalmpt over erfve dach date als vooren.
op 4 november 1624
op 4 november 1624 koopt Jan Baelden jegens Gillis Baelden en Anneken zijne huusvrauwe
het gerechte vierde in een huus gelgen op yperdam
coutere dezer stede daer Jan balden henlieder vadere overleden es - gemene me den coopere
jacques steven ende de weeze van Mahieu Baelden -
commende met de voorhofte op de beestemart ende voorts tegens thuus van Robert Dufloucq
Folio 233
18 november 1624
Den zelven Willem Scerrier heftt gecocht jegens Augustin van Damme de jonghe en jegens
Marie zyne huusvrauwe de helft van onder halff
gemet hofstede ende zaylant inde Helhouck abouterende van noorden den Casselwech van
zuuden Athone Coevel ende de cappelle van de Abeele met de groene cathelen daer op
staende ende is gegeven omme ....
18 november 1624
Pieter de Worm heeft gecocht jegens Willem Scerrier en jegens Jacquelyne zyn wyff een
erfve met een huseken daer op staende liggende
neffens de croone commende op de beestenmert groot xxj roden lants ofte daer ontrent
immers de plecke alzoo de selve geleghen ende dit te godspenninck
ij schele - te lijfcoop ij stoopen wijn - een dobbel ducaet voor tvercoopers huusvrauwe een
hoftcleet al zonder payemnt ende van principaelen coop
tween dertich ponden grooten vlaems die de cooper vermach rentegewij te beaelen te weten
twee ponden grooten by jaere
mits daerinne te verbynden tzelve huus ende erfve metgaeders de brauwerie ende braualam
ende de erfve liggende onder de selve brauwerie lopende
tot in de vulle beek hem coopere toebehorende welcke rente van twee ponden grooten by
staende cours ende ganck zal hebben te baemesse 1624
ende alsoo corserende tot de lossinge vn diene welcke lossinghe de cooper vermach te doene
by acht ponden grooten seffens ende tverloop naer raete van
tyde telcker reyse alst hem believen zal welck huus ende erfve anders niet belast en es dan in
theerlicke dcouterrente by den
vercooper te zuuveren tot e bamesse vernompt - vorts zuuver erfve dies meot den cooper
tzyne laste nemen de voornomde couterrente zonder iet darvooren
te mincken
aldus gehalmpt over erve - dach date als vooren
4 december 1924 – De wacht in de problemen – SAP 121A - nummer 11 - Baljuw jeghens
Gillis de Roode
Intendit omme den bailliu causa officy heescher jeghens Gillis de Roode de jonghe
verweerder
voor mijne heeren burghmeesters ende schepenen der stede van Poperynghe
j
Inden eersten omme by den voornoemde heescher te doen zijne preuve daertoe hy by uwe eet
gheadmitteert is employeert den voornoemde heescher
d'acte vande voorseide admissie cotte A.
ij
Beliefve voorts uwe edele te hooren ende up eedt t'examineren de persoonen alhier ter marge
- Clays Heyerman - Jacques Folcke - Jan Baroet - Joos Keersebilck - Jan de Moor - Christaien
Dervaert - of den voornoemde verweerder upden iiij de december 1624 laetstleden de wacht
hebbende, niet een es ghecommen ten thien heuren ofte daerontrent inden ancht inde
cortegarde gheheel by drancke wesende
ende of hy aldaer niet en heeft ghehect ende ghespot met alle de gonne vande voroseide wacht
wesende.
iij
Ende naerdien Clayes Heyerman als corporael eenighe sende daermede gaende vutte
voorseide cortegarde jeghens den danck van Jan Barvoet,
representerende alsdan de plaetse vande hooftman, niet en heeft gheroupen up Joos Keersebilc
stande aldaer sintinelle voor de voorseide
cortegarde, staet of ick schiete u twee loot deur de dermen - opheffende tzelve zijn roer ende
daermede dreighende te schieten.
iiij
Waerof den verweerder byden voorseide Barvoet gherespt wesende, ende bevolen te commen
inde voorseide cortegarde ende te desen neit obedienrende -
of den verweerder jeghens den voorseide Barvoet niet en seyde zeer vilaienlick, cust myn
eersgat, ick hebbe den bru van u ende derghelycke.
v
Item of den verweerder alsdan niet en is voortghegaen tot ande groote steenbrugghe neffens
de oude marct der voroseide stede ende aldaer gherouppen
op Jan de Moor, staende aldaer sintinelle - qui va la, daeruppe den zlve Jan de Moor seyde -
qui va la selve ende of daeruppe
den verweerder niet en andwoorddede, custm yn eersgat, met andere derghelycke vialien
ende dissolute woorden.
vj
Daermede den verweerder voortgaende deur de voroseide sintinelle tot neffens de caye ande
schipvaert der voorseide stede ende ziende
eenen schippere zittende op zyn schip of den zelven verweerder niet en heeft gheruoppen
upden zelve schipper - qui va la?
twoort of ick schie u deur uwe dermen - zulcx dat den zelve schippere ghedwonghen was in
zyn schip te gaene.
vij
Item of den verweerder darnaer van aldaer niet en is gheg&en tot upde oude marct voorseit,
rouppende aldaer ten vele ende diversche stodnen zeer luude, qui va la, stat ende derghelycke
- hoe wel nochtans niemandt upde zelve marct en was, staende ofte passerende.
viij
Of den verweerder naer alle de voorseide insolentien niet en is ghekeert inde voroseide
cortegarde, vraeghende anden voroseide Barvoet
consent omme een weinich nar zyn huus te gaen, met belofte van terstont weder te keeren,
daerinne eindelynghe de zelve Barvoet deur
tussschenspreken van eenighe vande wacht consenteerde.
ix
Ende den verweerder alsdan gaende naer zyn huus ende commende byde voorseide groote
steenbrugghe, Christiaen Decuaet staende aldaer sintinelle,
rouppende upden verweerder 'qui va la' of den verweerder voor andwoorde niet en seyde -
riechet
met noch andeere dissolute ghelycke woorden zulcx dat den zelve sitninelle distyncte steken
naer den
verweerder stekende, den zelve verweerder ghedwonghen wiert zijne naeme te kennen te
gheven.
x
Item of den verweerder daermede gheapsseert ende gehcommen zynde anderwaerf upde
voroseide oude maerct, niet en heeft gherouppen met hohgen ende luuden voise qui va la,
staet en derghelycke,
sonder nochtans daertoe oorsaecke t'hebbene.
xj
Item ofden verweerder binnen een halfve heure ofte darontrent daernaer ghekeert zynde inde
voroseide cortegarde ontrent
den elf heuren inde nacht, niet en heeft ghenomen al het houdt - twelcke de zlve wacht
ghegheven was omme hanghende den gheheelen nacht te branden,
ende tzelveteender reyse an tvier gheleyt hoewel nochtans alsdan aldar goet en groot vier
was.
xij
Welck hout ofte patie van dien by eenighe vande voroseide wacht en twee stonden afgheleyt
zynde, naerdien den verweerder tzelve angheleyt
hadde ten viere of den verwerder tzelve houdt voro de derde reyse ten voroseide vier niet en
heeft angheleyt - treckende vut
zynen zack eenen blooten snydere ende segghende laet zien wie soo stout wordt noch eens
tzelve hodut te weiren - bevende den verweerder
zulcx dat hem tgheheel lichaem schudde vande groote furie daerinne hy ghevallen was,
zweirende den verweerder - niet reverentelick -
by Godt - by den duvele ende ander derghelycke juramenten.
xiiij
Item den voornoemde corporael zyne ronde ghedaen hebbende ende inde voorseide
cortegarde ghekeerrt zynde ende den voronoemde verweerder berespende
(naerdien hy zyn regiment verstaen hadde ) of den zelve verweerder onder anderen den zelve
coproael niet en heeft gheheeten lugher.
Beliefve voorts uwe edele te rcolleren de zelve ghetuughen up heurlieden ghetuughenesse by
henleiden te voroen preparatoirlick ghedaen.
meds welcken, dheescher tendeert als by heesche, implorerende etc.
SAP 122B - nummer 96
vij december 1624
Heesch omme den bailliu causa officy heescher
jeghens ende ten laste van Gillis de Roode, filius Gillis, ghevanghen verweerder
voor mijne heeren burgmeesters ende schepenen der stede van Poperinghe
inden eersten es warachtich da niemandt gheoorloft en es inde cortegarde jeghens die van de
w&acht eenighe troublen ofte insolventien te committeren.
desniejeghenstaende teheeft beleift den voornoemde verweerder vande wacht wesende
wwoensdaghe laetsleden inde nacht te commen inde voorseide cortegarde
by drancke wesende by alle d'andere alsdan de wacht hebbende gheckende
ende spottende aldaer met alle die vande voorseide wacht.
Ende naerdien Claeys GHeyerman als corporael eenighe sintinellen vutghestelt ende met
andere eene ronde ghegaen was, heeft den verweerder
ghenomen zijn lamptroer met eene brandende lampte ende ghegaen jeghens den danck van
Jan Barvoet representerende den hooftman vutter voorseide
cortegarde - rouppende up Joos Keersebilck (staende sinntinelle voor den voorseide
cortegaerde) staet of ick schiete u
twee loon deur u dermen - upheffende tzelve zyn roer ende dreighende daermede te schieten.
Waeeromme den voornoemde Jan Barvoet hem berespende seyde jeghens dden verweerder
dat hy soude keeren inde cortegaerde, te welcken den verweerder
niet willende obedierne, siede den verweerder jeghens den voornoemde Barvoet (met
reverentece) cust mijn eersgat, ick hebbe den bru van u ende derghelycke.
waermede den verweerrder voorgaende naer de roote steenbrugghe, heeft den zelven
verweerder gherouppen up jan de Moor (staende aldaer als sintinelle)
qui va la? selve, seide den verweerde jeghens den zelven Jan de Moor, cust mijn eersgat met
andere ghelycke desselicte woorden, gaende alsoo
deur de voorseide sintinelle tot neffens de caeye - van waer den verweerder siende eenen
schippere sittende up zijn schip riep den
verweerder upden zelve schippere - qui va la - twoort of ick schiete u deur uwe dermen -
sulcx dat den schippere ghehouden as in zijn schip te trecken.
zijnde den verweerder van aldaer vorotghegan tot upde oude maerct deser stede, rouppende te
vele ende diversche stonden aldaer - qui va la -
staet ende derghelycke - hoe wel nochtans den verweerder niemandt upde voorseide maerct en
was siende.
Naer welcke insolventen den voornoemde verweerder ghecommen es inde voorseide
cortegaerde ende naerdien hy aldaer een luttel tydts gheweest hadde -
heeft ghevracht ande voornoemde Barvoet om nar huus te moghen gaen met belofte van
terstont te keeren, daerinne den voornoemde Barvoet
duer tusschenspreken van d'andere vande wacht consenteerde.
Ende den verweerder commende byde voorseide Steenbrughe riep Christiaen Dervart staende
aldaer als sintinelle upden verweerder
qui va la? - waeruppe den verweerder voor andwoorde seyde - riecket - met noch andere
dissolute woorden, cause fdat de selve sitninelle
distyncte steken naer den verweerder ghesteken heeft, sulcx dat eindelynghe den verweerder
ghedwonghen was hem te kennen te gheven.
Waermede commende tot upde voorseide Oude marct den voornoemdde verweerder zeer
luude ten vele ende diversche stonden anderwaerf gheroupen heeft -
qui va la - staet ende andere ghelycke propoosten zonder nochtans daertoe eenighe oorsaecke
t'hebben.
Nar welcke insolentien een halfve heure ofte daerontrent daernaer den verweerder ghekeert
zynde inde voorseide cortegaerde - heeft denzelven
verweerder ontrent den elf heuren ind nacht alle het houdt, twelcke den voroseide wacht
veleent was omme ghdeurende den gheheelen nacht te
branden - t'eendre reyse in t'vier gheleyt, heowel nochatns aldaer noch goet endegroot vier
was.
Twelcke by eenighe vande voorseide wacht ghesien, hebben eenich van 'tvoorseide houdt
gheweirt ende van tvoorseide vier ten twee stonden
afgheleit, twelcke byden voornoiemde verweerder voor de derde reise angheliet is gheeest
jeghens den danck van de gonne vande voorseid wacht
treckende vut zynen zack eenen blooten snydere, ende segghende, lat sien wie soo stoudt
wordt, die nog eens eenich houdt weiren zal, bevende den
verweerder zulcx dat hem tgheheee lichaem schuddede vande groote furie darinne den
verweerder ghevallen was -
weirende met ereuren by godt, by den duvele ende andere ghelycke jurementen.
zulcx dat die vande wacht - vreesende eenich ander inconvenient ghenootsaect zijn gheweest
alle tvooseide houdt te laten branden.
Corts daernaer den voornoemde corporael ghekeet zynde inde voroseide cortegaerde ende
vestaen heben t'regiment vande voorseide verweerder
ende den zeve corporael den zelven verweerder berespende, heeft den verweerder den
voorseide corporael gheheeten liegher.
Omme alle welcke insolventien by de gonne vanden wacht den ampman, deser stede ghehaelt
is gheweest omme daerinne te remedieren, den welcken den
verweerder ter causen voorschreven in vanghenesse gherecommandeert heeft nemende tzynen
laste dee naervolghende conclusien.
mids welcken den voornoemde heescher concluderende tendert en fine dat de voornoemde
verweerder by ulieden heeren sententie diffinityf ende over rech ghewyst
ende ghecondemneert wordt in alzulcke honorable ofte pecuniaire punitie ende amende als
uwe edele naer merite vande voorschreven faicten
bevinden zal te behooren, metghaders inde costen ende misen van de justitie, biedende preuve
daer die dient
imploratie etc.
Andwoorde omme Gllis de Roode den jonghe verweerde jeghens den bialliu causa officy
heescher voor mijne heeren burghmeesters ende schepenen der
stede van Poperynghe
alvooren den verweerder ontkent syns ...
inder vormen ende manieren byden zelve heesche gheposeert.
want nimmermeer blycken en zal dat den verweerder eenen snyder ghetrocken heeft inde
cortgaerde ende daermede yemant ghesleghen ofte ghequetst heeft.
angaende dat heescher zodue gheroepen hebben qui va la upden sentinellen ende upde oude
maerct deser stede - sustineert daermede niet ofte luttel misdaen
thebbene overmits den verweerrde vande wacht was.
Soo van ghelycken in brant niet misdaen thebben omme te legghen inde corgarde twee fasseel
schden sonder meer overmids hy cout hadde mede dat de
andere wesende inde corgarde hemlieden van te vooren ghewarmt hadden
verathende dat den verweerder zoude den corporael hebben gheeeten liegher mach int selve
gheschiet zyn, vuyt een haestheyt overmits de quede ende
onwarachtighe raporten van e elve corporel by eenighe vande wachte syns laste ghedaen.
SAP 122a - processen nummer 2
19 december 1624 – Claes Michel een herbergier zonder bier
xviiij december 1624
Heesch ende calaigne omme den bailliu causa officy heescher
jeghens ende ten lasten van Claeys Michel ghevanghen verweerder
voor mijne heeren burghmeesters ene schepenen der stede van Poperynghe
Alvooren seght dheescher in faicte ende is warachtich dat over zekeren tydt
den ampman des voorseide stede by ordonnancie van uwe edele voorsaeten in officie
met Jacques Wyts burghmeester vande commune, Jan Fobert ende Maillaert vande
Goosteene, schepenen
ondersouck ghedaen heeft in eenighe huusen omme redenen de zelve wet alsdan mouverende
Ende onder anderen commende ten huuse van de verweerder -
heeft den ampman besocht de keldere vande verweerder -
vraeghende den voornoemde ampman jeghens den verweerder of hy gheen bier in zijnen
keldere ende huuse en hadde,
daeruppe den verweerder seide dat neen,
zoo oock den ampman ter presentie vande voorseide burgmeesters ende schepenen tzelve
warachich bevonden.
Cause dat den voorseide burghmeesters ande verweerder zeyde ende vrachde -
waeromme dat hij herberghe was houdende ghemerct hy gheen bier in zyn herberghe en
hadde -
waeruppe den verweerder grammoedich ende seere toorich siende ende sprekende seyde
jeghens den voorseide burghmeester -
met reverentie ghesproken -
ick hebbe den zert ende den fynen bru van U -
met noch meer derghelycke onghereghelde propoosten -
segghende onder andere
als ick niet en hebbe, ghy en zult mij niet gheven ende derghelycke.
Van welck onghereghelt, ontstichtich ende oneerbaer spreken den verweerrder byden ampman
voorseide, berespt ende gheblammeeert zynde -
heeft nietjeghenstande dan ghecontinueert daerinne lancx om meer in vilipendentie van justice
die de voorseide ampman, burghmeesters ende schapenen
alsdan ten fine voorschreven ghecommitteet behoorlyck byde wet zoo voorseit es,
representeerden.
Zulcx dat ter causen van dien ten laste vande verweerder upde clachte ende vertooch van de
voorseide ampman inde absentie van de
heescher acte van abandonnement ghedecreteert es.
Zynde warachtich naerdien dat den voornoemde verweerder zynde in zelve compaignie,
hy hem vanteerde dat ettelicke persoonen tzynen huuse ghedronken ende ghetryffelt hadden. -
waeruppe eenen vande selve compaignie hem gheseyt hebbende
indien alsdan den heescher ofte ampman aldaer ghecommen hadde -
dat de zelve persoonen ende oock den verweerder niet wel ghestaen en hadden andwoordende
den voorseide verweerder
zeyde: Ten es hemlieden heer niet ende zoo verre zij quaemen - denoternde den voorseide
heescher ende den ampman -
ick zoudet hemlieden verleeren ende een loot deur heurlieden rebben schieten ofte een mes in
hemlieden berst planten -
zulcx datse gheene moeyte meer en zouden hebben omme anderwaerf te commen.
In teecken van welcken willende den verweerder betooghen dat hy adhereerde ande
voorscrheven dreighementen
ende de zelve zoude ten effectie brynghen - es gheschiet dat den voornoemde ampman
sondaeghe laetstleden -
xvden deser maendt december 1624
naer tschauwen van de wacht - ontrent den thien heuren inde nacht -
ommegaende ende passerende voorby den huuze vande verweerder eenich volck was -
gheclopt heeft omme innghelaten te zynen,
wesende den ampman voorseide gheaccompaigniert met eenighe zyne dienaeren. -
twelcke byden verweerderghehoort - is ghecommen van binnen zynen huuse tot ande
voordeure -
vraeghende wie dat daer was - waeruppe den zelven ampman seyde tis den ampman - doet
oopen - ick wil sien wat volck alhier is -
verandwoorde den verweerder dat hy niet oopen doen en soude - segghende - spyts u ende
den duvel.
Ende alsoo den zelven ampman altyts insisteerde om oopenynghe thebben vande voorseide
deure ,
es eindelynghe de zelve oopenghedaen gheweest by sverweerder huusvrauwe ende den zelven
ampman met zyne dienaeren inne waert gaende -
seide den zelven ampman jeghens den verweerder:
wacht U van iemandt te griefven - tes den ampman ende zyne dienaren.
Nieteghenstaende al twelcke continuerende den verweerder in zyne voorgaende furie
ende hem stellende met eenen blooten snydere binnen den huuse ter rechte zyde vande deure
-
heeft den verweerder gheseyt den eersten die zoo stoudt wordt hier binnen te terden, zal weten
waer vooren.
waervan den verweerder by zyne huusvrauwe berespt zynde ende ghepersuadeert
den voornoemde ampman binnen te laeten commen heeft den voornoemde ampman aldaer
ghevonden
Frans Herben ende zyne huusvrauwe, niet wetende of eenighe andere persoonen middelertyt
ende om zyne langhe defentie
buuten den huuse inde achtercaemere ofte inde achterplaetse hemlieden vertrocken hadden.
Twelcke den voornoemde ampman meenende t'ondersoucken - heeft den verweerder hem
tzelve belet -
afschietende den verweerder metten lyfve tgat van de camerdeure metten voorseide blooten
snydere -
segghende jeghens den voornoemde ampman -
ghy en sult niet binnen gaen spyts u herte - ghy en hebter niet van doene, ende derghelycke -
vutblasende alsdan de keersse die den voornoemde ampman ten dien fine in zyne handen
hadde
ende doende alle ghewelt omme den zelve ampman metten voorseide zynen snydere te
griefven -
twelck de voorseide dienaren belettende daertoe voughende dattet hem ghenouch soude wesen
indien hy den selven ampman mochte griefven
ende dat hy de zelve dienaeren niet en wilde misdoen.
Ende alzsoo ter causen vande voorschreven resisternde ende ongheregheltheyt den
voornoemde ampman
den verweerder metter assistencie van de wacht- die aldaer was passerende end tgheruchte
hoorden -
meende t'apprehenderen - es den verweerder deur de duusternisse des luchts hemlieden
ontvloden.
Ende den zelve verweerder des anderen daechs ghecommen ten huuse van Baptiste vande
Kynderen,
alwaer den voornoemde ampman met zyne dienaren hem ghevolght ende gheapprehendeert
heeft -
vut crachte vande voorschreven abandonnemente.
Ende hem leeden naer de vanghenesse heeft den verweerder hooghe ende overluudt voor de
deure vande voorseide Baptiste
den voornoemde ampman ghenaemt ten velde ende diversche stonden: eenen vrybuutere,
met vele meer andere schandaleuse woorden ende propoosten.
Alle welcke impertinente ende ongheregelde propoosten, faicten ende resistencie dheescher
niet en verstaet lydelick te zyne zonder condigne
punitie anderen tot terreur ende exemple.
Mids welcken den heescher concluderende tendeert ten fyne dat den verweerder by ulieden
heeren sententie diffinityfve een over recht
ghewyst ende ghecondempneert wert in alsulcke punitie ofte amende als uwe edele naer
merite vande faicte bevinden sal te behooren -
metgaders inde costen ende misen van justicie -
biedende preuve met imploratie ende protestatie naer style.
De Stadsrekening 1624 - 1625
Rekenynghe omme Guilleaume Pierens, tresorier vander stede van poperinghe van aldat by
hem ontfanghen ende vutghegheven is gheweest binnen den tydt van eenen jaere
inneghecommen den eersten octobris xvjc vierentwyntich ende verscheenen den laetste
septembris vyfentwyntich, hebbende alsdanne gheweest dheers Guillaume Rouvroy ende
Vornelis Pierens burghmeestes, meester Jan vander Foosse, Loys van Goosteene, Jaecques
Floor, Christiaen Mannen, Kan Folcke, Robert Duflocq, Nicolaes Beeke, jaecques Schevele,
Jaecques Proventier ende Jaecques Cauwera, schepenen
Welcke rekenynghe ghedaen wort in ponden, schellen, pennynghen parisis
Alvooren den doender deser doet te noteen dat hy als resorier vanden voorleden jaere goet
behilt by tslot van zyne rekenynghe ghedaen opden wvijde octobris xvjc xxiiij als meer
betaelt dan ontfaen – de somme van vijc liij pond ij deniers parisis – dus memorie
Folio 2
Ontfanck van erfvelicke renten, cheinsen ende pachten
Ontfaen van Pieter Feys over den pacht van zeker erfve onde thuys van wylen Jan vander
Mote ende nu den zelven Feys voor desen in pachte ghehouden by Jacob Vermaercke –
groot een lyne ende xxxvj roeden ligghende in de prochie van Westvleteren byde Plancke
Brugghe over de Schipvaert aboutterende van zuuden talndt vande Jesuïten van Ypre, by
donnatie van Christiaen Mareval - van noorden Anthone van Arien, van westen de
voornoemde schipvaert ende van oosten Jaecques van Costenoble
van eenen jaere gehvallen te Baemesse 1624,
wesende tvyfste jaer van zynen pacht volghende de notitie ghehouden ter voorgaende
rekeninghe – vj pond parisis
Nopende de taille van twee lynen preter ij roeden elstlant ligghende inden hamhouck ontbloot
ten jaere 1606 – byde weduwe Antheunis Winnebroot ende over zes jaeren vercocht by de
dischmeesters van Sint bertins, de zelve partie is ghedaen meten ende vutlegghen van weghen
den
Den voorgaende thresorier by Ghilein Quaghebeur, landtmetere, is bevonden te bestrcken met
den noothende upt elst van jan Bouve ene Andries rebault, emt den zuuthende jeghens t’elst
van Guillaume Pierens – de westzyde telst vanden voornomede Rebault volghens de
landtmaete byden zelve Quaghebeur ghedaen opden iiijde meye 1618 van welcke taille wylen
Cornelis Pierens ontbloot heeft ten jaere 1618 een lyne by coope jeghens wetten ende
raeckende dander lyne preter ij roeden ten zelve jaere ontbloot by Philippe Barlet, volghende
de notitie staende ter voorgaende rekeninghe danof – memorie
Nopende de taille van drie vierendeel elst lighende by de zavelpidts laetst ontbloot by Philips
Depuudt te lichtemisse 1622 en is hieraf gheenen ontfanck alhier – memorie
Ontfaen van Andries Rebault over den pacht vande Hondsgracht ende is tix de jaer van zynen
pacht ghevallen te baemesse 1624 – xiiij schele parisis
Ontfaen vande gouverneuren van Ste Andriesghilde over den pacht van Ste Bertins vyfvere
ende is tweede jaer van neghen van gonne pacht gehvallen te bamesse 1625 – iij pond parisis
Nopende den vyfvere van onse Liee vrauwe is vut pachte ende ten voorleden jaere niet
verpacht – memorie
Ontfaen van Francois Widoot over den pacht vanden oppersten overdragh met zes ghemeten
ofte daerontrent gherslandt, daermede gaende al volghende zynen pachtbrief ter greffie
gheregistreert ende is tvierde jaer van zeven ghevallen te Baemesse 1625 – jc xx pond parisis
Ontfaen van mijn heere vanderweede, pastor van Ste. Jans ove en pacht van de Sint Jans
vyfvere wesende tderde jaer van zeven ghevallen e vaemesse 1624 – iij pon x schele
Van jaecques Floor d’oude over den pacht vande erfve ten zyden van St. Bertins vyfvere inde
noortstraete – groot xix roeden ende breet ten voorseide straete de drie vierendeel van een
roede over een jaer pacht ende jste ’t xvjc jaer van xxvij ghevallene te baemesse 1624 – v
pond parisis
Van jan Anthonis de Loemele over den pacht vanden erfe vander stede ten zuutzyde vande
vyfvere van Ste. Bertins over een ajer ghevallen te baemesse 1625 wesende tweede jaer van
neghen van zyne nieuwe heure – viij pond x schele
Nopende derfve wesende een straetgen tusschen d’erve van Robert van Bethelem opden
overdam – breet zes voeen ende lanck tot inde beeke xiiij roeden lancx d’erfve van Willem
Scherrier en is alhier in gheenen ontfanck ghebrocht, deur datdie ghebruyct is ten behouve
vande ghebeuren – memorie
Erffve van Christiaen Beuten over een ajer pacht van tstraetgen ten riole ter nieuwe maerct
tusschen thuys van Pieter Everaert ende d’erfve daer Chrispiaen nu woont – breet zes voeten,
streckende tot inde beke, ghevallen te baemesse 1624 – ende is tvde jaer van vij van zyn pacht
– xxiiij schele
Nopende d’erfve tusschen thuys van Pieter everaert ende Piete van Damme inde
gasthuysstraete deser stede en is alhier gheenen ontfanck ghemaect overmidts de zelve
ghebruyckt is byde ghebeuren – memorie
Jan Edelynck heeft in pachte ghenomen jeghens burghmeesters ende schepenen eene partie
van twee ghemeten ofte daerontrent elstlandt ter garronde inde prochie van berten eenen tyt
ende termyn van zeven jaeren innegaende te baemesse 1616 voor de somme van xiij pond
vlaems by jaere met conditie van te laeten staen ende groeyen ten proffyte vander stede
veerthien dobbel plantsoenen vande bese aldaer ten voorseide ontblootinghe bevonden ter
optie van wetten al volghende de notitie gehouden ter voorgaende rekenynghe dannof
memorie
Ontfaen vanden zelven Edelynck ove een jaer pacht vande voorseide partie ghevallen te
baemesse 1624 – xiij pond parisis
Van Jan Edelynck d’oude over den pacht van een ghemet meerslant ofte daerontrent ter
Garronde ghevallen te Baemesse xvjc xxv ende is tixde jaer van zynen pacht – xiij pond
parisis
Folio 4
Item nopende de twaelf ghemeten ende lx roeden landts toebehoorende den heere van
Ongnies ten nedersten overdraghe eertyden byde stede in pachte ghehouden zyn by zynen
ontfanghere elders verpacht up conditie dat de zelve landen ligghende inde prochie van
Westvleteren zullen wederomme verpacht zyn ande stede alsmen die van doene heeft ofte
van doene zal hebben – hier memorie
Ontfaen van Jacob Plucket ove den pacht vande huysynghe ende vyf ofte zes ghemeten
landts ofte daerontrent in eeuwighe cheinse ghehouden rentewys van myn heere den abt ende
religieusen van tclooster ten Duyne naer tbewys vande verpachtynghe daenaf ghehouden
opden xxij in juny 1620, waer vooren den zelve Plucket jaerelicx betaelen moet de somme
van ij pond xl pond parisis daerinne begrepen den pacht van Vestgens overdrach met de
proffyten ende lasten daeraf dependerende, voor een tyt van vyf jaeren inneghegaen zynde te
baemesse 1621 dus over de baemesse xvjc xxv de somme van ij pond xl pond parisis
Item ’t straetgen tusschen den huyse van Jan Roens ende Frans Keerne – brauwer op den
Overdam is boven betimmert upt verbant van passinge voor de ghebeuren totter beeke omme
water te haelen naer de ordonnancie vande jaere 1575- ’t zelve alhier ghestelt voor memorie
Ontfaen van Jan Makeblyde over den pacht van een straetgen upden Overdam tusschen
d’erfve van Pieter Vutendaele ende thuys ghenaempt Rome over de baemesse 1625 – xvj
schele
Van Andries Muelenaere over de recognoissance van een reck op d’erfve vander stede in
straetgen neffens zyn huys ende is tvde jaer van ix van zynen pacht ghevalen te bamesse 1625
– iiij schele
Nopende de officieren vadne rauwe persse pover het stederecht van j schele up elck laecken
en is by desen tresorier niet ontfaen deur den afval vande lakenen ende draprie – hier memorie
Ontfaen van Jacob de Naghelaere over trecht vanden calciede waeraf een waghen met vier
peerden gheeft ij schele pariis, eenen waeghen emt drie peerden j schel vj deniers, een
waeghen emt twee peerden j schele parisis ende een peert, een dossepeert, den zelve pacht
ghevallen baemesse 1625 – naer tbewys vande verpachtynghe ghedaen opden xxxde octobris
1624 de somme van jc x pond parisis
Folio 5
Ontfaen van Guillaume Floor over den pacht van tstraetgen tusschen syne erfve ende d’erfve
van Francois van Beveren streckende vander Casselstraete tot de Werfvstraete van een jaer
ghevallen te baemesse 1625 ende is tvde jaer van xiiij – xxiiij schele
Van Andries de Muelenaere nu Andriess Schoonaert over de recognoissance van
t’verlegghen van t’straetgen ant Reckhof naer tbewys vande ordonnancie ende resolutie ander
wet ende raeden vanden xxijste april 1594 voor x schele parisis tsjaers ten eeuwigheyt – hier
over de baemesse 1625 – x schele
Jan de Meester fillius Matheus heeft jeghens burghmeesters ende schepenen deser stede
nieuwen pacht ghenommen vanden overdrach vande Coppernolle met den huyse, landen ,
houvers – baeten ende laste danof dependerende ende gaende zoo hy de zelve
jeghenwoordelick ghebruyct, metghaders trecht vanden stedeassysen op de bieren die hy
tzynen huyse venten zal ende dat voor eenen tyt ende termyn van zes toecommende jaeren
innegaende tjste te baemesse 1624 voor de somme van ijc pond parisis by jaere daerinne
begrepen tzelve stederecht vanden assyse op de bieren emmers al volghende de conditien
ende bespreken breeder ghemoveert inden pachtbrief staende gheregistreert ter greffie alhier –
memorie
Ontfaen van den voorseide Jan de Meester over een jaer pacht vantgonne voorschreven
ghevallen te baemesse 1625 wesende tjste van vj de somm van ijc pond parisis
Ontfaen van Jan Fobert over den pacht van derfve achter Thys van Jan Jacobssone
streckende tot de Hondsgracht – breet ontrent zes voeten van een jaer ghevallen te baemesse
1625 – xij schele parisis
Van Adriaen Crousel over de recognoissance van tverlegghen van een brugghe over de
Honsgracht over een jaer tot xx schele sjaers ghevallen baemessse 1624 – xx schele
Ontfaen van Jaecques de Volvere den pacht van het huys ende landen ten Reepken
overdraghe metgaders de stedeassysen van de bieren by hem aldaer ghevent ghedeurende den
tydt van eenen jaere verscheenen te half maerte xvjc vyfentwyntich – wesende tderde jaer van
vyfve van zynen pacht de somme van – iiij pond viij schele parisis
Item Baptiste van Kynderen als ghebruycker vanden huyse ghenaemt den rooden hert up
d’oude marct ten houcke vande gasthuysstraete over de recognoissance van eenen pilaerpost
gheselt up d”’erfve vander stede onder tverbant inde appostille up requeste in daetenvanden
xviij decembris 1597 gheaccoordeert, ende jaerlickx betaelende xij schele ende dus over tjaer
deser rekenynghe – xij schele
Nopende d’erfve vande stede ghenaemt tVyfverstraetgen loopende vande Watoustraete tot
de Nieuwstede voor desen in pachte ghehouden by de wedewe van Richaerd midts conditie
van passaige te verleenen den noot tzelve verheeschende – sy by contagieuse ziecke ofte
andersns, volghende de notitie ghehouden ter voorgaende rekenynghe - licht vaghe ende en is
ten desen jaere niet verpacht danof – memorie
Angaende drie vierendeel elst gheleghen inde Hellehouck ten jaere 1622 by Cornelick
Lauwyck ghehauwen aboutterende van zuuden den meersch vande kercke van Onse lieve
vrauwe – van westen t’elst van meeser Andries Vanderclyte, van noorden Gillis de Roode
ende Ste Eloys ghilde – van oosten Steven Canin, de stede opghecommen in betalynghe vande
yssuwe vande goede van Frans verzoo en is ten desen jaere niet ontfaen – memorie
Ontfaen van Nicolaes Tlam over den cheins van een cleen erfveken de stede toebehoorende,
wesende een driehouxken ligghende tusschen thommelhof van Boudwyn Beuten ende de
coutterbrugghe van noorden ande schipvaert ende van zuuden ande coutterwech daer den
kalckoven vanden zelve Tlam upstaet, van eenen ajere ghevallen te Baemesse 1625 wesende
tijde jaer van xxxste naer txutwysen vande verpachtynghe gheregistreert ter greffie – xx
schele
Djste somme – xjc xxxliij pond viij schele parisis
Folio 7
Anderen ontfanck van diversche rechten ende impositien diemen heeft inde vrye jaermarct
naer paesschen
Ontfaen van Pieter Ortie over den pacht vanden tol up alle de beesten die verdocht zyn ter
voorseide jaermarct ende is tiijde jaer van viij van zynen pacht ghevallen te feeste xvjc
vydtientwyntich – x pond parisis
Angaende vande ander rechten, te weten vande lakenen, lynwaert ende ander waere van
coopmanschap ter vente en is by desen tresorier niet ontfaen deur tvervallen vande draperie
ende maect alhier – memorie
Ijde somme ter somme van x pond parisis
Ontfanck vande ordinaire ende extraordinaire assysen vanderstede up ale de wynen,
ghebrande wynen, azyn ende seysere waervan de stede proffyteert van elcken stoop wyn ende
ghebrande wyn over trecht ordinaire viij schele ende iiij schele parisis over trecht
extraordinaire – item van elcke tonne azyn houdende xlviij stoopen xxiiij schele parisis op
elcke tonne seysere iiij pond parisis ende ander maeten inder ofte meerder naer advenante –
alles volghende de cotroyen van zyne majesteit ende vanden heere deser stede ghecontinueert
voor … jaeren inneghegaen zynde den iiijde ougst 1624
De voorseide assysen vander stede zoo ordinaire als extraordinaire upde voorseide wynen
ghevent ende ghesleten byde heerberghiers ende tappers metgaders in alle bruyloften ende
zekerfeesten tzy datmen aldaer ghifte ontfanck ofte niet, ende oock byde princelicke ghilden
camers van retrorycke ende alle collegien subalterne zyn verpacht by voorgaende publicatie
ter haulce voor eenen tyt ende termyn van zes maenden innegaende jsten novembris xvjc
vierentwyntich ende expirerende den laetsten april xvjc vyfentwyntich vanof pachter
ghebleven is Jaecques Baert voor de somme iijjx lvj pond parisis zuver boven de
stelpennynck ende hoochpennynghe dies alhier de zelve – iiijx lvj pnd parisis
Ontfaen van Pieter van Neufville, achter vande assysen ordinaire ende extraordinaire upde
zelve wynen innghedaen ende ghesleten als vooren ghedeurende den tydt van zes maenden
innegaende den jsten meye ende expirerende letsten octobris – beede int jaer xvj
vyfentwtyntich zuuver – de somme van – vjc lxxiij pond xv schele
Van Jaecques Steven over de npacht van de ghebranden wyn ende lizeruyt ten vetne voor
den tyt van eenen jaere innegaende jsten novembris 1624 ende expirerende ten ghelicke
termyn 1625 de somme van jx ij pond parisis
Van Augustyn Jacobssone over den pacht vanden stede rechte up den azyn voor den tydt van
eenen ajere verscheenen als vooren – xlij pond parisis
D’assysen upt ceysere, meyken ende clarette en is ten desen jaere niet verpacht – memorie
Iijde somme van d’onfanck – xijc lxxiij pond xv schele
Ontfanck vande assysen ordinaire ende extraordinaire upde bieren danof de stede proffyteert
over trecht ordinaire iiij pond parisis ende xxx schele over t’extraordinaiere op elcke tonne
groot bier, zoo vremde als inghebrouwen houdende lxiiij stoopen ende xxx schele up elcke
tonne cleenbier, meerder ofte minder maete naer advenante, alles volghende de octroyen
vande ordinaire ende extraordinaire assysen ghecontinueert als vooren.
De voorseyde stedeassysen ordinaire ende extraordinaiere opde bieren ghevent ende ghesleten
als vooren zyn verpacht wettelick ter haulce voor eenen tydt ende termyn van zes maenden
innegaende eersten novembris 1624 ende expirerende den laetsten arpil 1625 wanof pachter
ghebleven is Jaspar vanden Schote voor ijm iiijxx xiiij pond v schele zuuver dus alhier de
zelve ijm iiijxx xiiij pond v schele
Ontfaen van Andries Schoonaert pachter vande assysen ordinaire ende extraordinaire opde
zelve bieren innegedaen ende gheselten als vooren ghedeurende de ntyt van zes maenden
innegaende jste meye ende expirerende de laetsten octobris leden int jaer xvjx vyfentwyntich
zuuver boven den stelpennynck de somme van ijm vc lix pond ij schele
Iiijde somme – iiijm vjc liij pond vij schele parisis
Folio 9
Anderen ontfanck van alle de yssuwen de stede upghecommen binnen den jaere eser
tekenynghe wannof de stede proffiteert den theinden pennynck van alle de goedynghe vande
cuerbroeders ende ceurzusters vertreckende van de ceure metghaders van alle successien van
eels de vremdelnghe upghecommen ter aflyvicheyt vnde ceurbreoders ende cuerzusters ut
cracht van t’oudt previlegie ende eeuwich octroy onder de tauxatie ende moderatie vande wet,
greffier, tresorier ende deellieden naer tdispositityf vanden statuute vanden xxjste maerte
1569, conforme ’t register van yssuwen onderhouden ter greffie.
Ontfaen van Adriaen van Pouckes als voocht van Ghilein ende Mayken de achterghelaeten
kynders van Ghilein de Mol, over de yssuwe vanden goede de zelve kynderen vestorven ende
ghesuccesdeert byden doot ende overlyden van Geryne de wedewe van Guillaume de Vos,
overleden ceurzusters deser stede by accoorde met wetten ghemaect ende de notitie
ghehouden ter voogaende rekenynghe de somme van ijx pond parisis
Van Pieter van Neufville betaelende ove ende uter name van Jan Sluyseman over de yssuwe
vanden goede den zelven Sluyseman zyne lieden vader ende Jaecquemyne Vermaerle zyne
moeder by accoorde ende notitie ghehouden alsboven de somme van xlviij pond parisis s
Van Jaecques Ronfine betaelende over Clais Huughe hem ontmact hebbende van zyn
ceurbroederschap deser sede ove den theinden pennynck van zynen goede by accoorde met
wetten ghemaeckt de somme van – jc xxxij pond parisis
Van Frans van Beveren als deelvoocht van kyndt van Pieter Devolant gheprocrueert by
Cathelyne de dochtere van Cornelis de Cocq over de yssuwe vanden goede tzelve kyndt
vervallen byden overlyden vanden voornoemde Cocq – de somme van – v pond parisis
Van Guillaume Halfvaert filius Thomaes vervremt vanden ceure deser stede over de yssuwe
vanden goede den zelven Guillaume verstorven ende ghesuccedeert byden doot ende
overlyden vanden voorseide Thomas zynen vader ende moedere by acocorde ende estimatie –
de somme van ijc pond parisis
Van Jaecques Ponnaert hem ontmaect hebbende van zyn ceurbroederschap deser stede over
den xde pennynck van zyn goede by accoorde by hem met wetten ghemaeckt de somme vaan
– xxiiij pond parisis
Vde somme – vjc ix pond parisis
Folio 10
Ontfanck van ommestellynghe ende gheconsenteert by bailliu, burghmeesters,
schepenen , raeden ende notable ende daernaer ghedaen ten laste vande ghemeene
inzetene deser stede ende jurisdictie omme de pennynghen danof procederende ghe-
employeert te zyne tot betalynghe vande zwaere lasten de zelve stede ende jurisdictie
incumberende
De voorseide bailliu, wetten, raeden ende notable hebben upden xxijste octobris 1624
gheaccoordeert eene ommestellynghe ome daermede te betaelen de zwaere ende escessive
lasten deser stede bedonghen volghende te tauxatie by wetten ghedaen opden xiiijden ende
ander daeghen van novembris daernaer van viijc lvij pond xvij schele – dus hier de zelve in
ontfanghe – viiij viijc lvij pond xvij schele parisis
De voornoemde Bailliu, wetten, raeden ende notabele hebben upden … niet ingevuld … 1625
gheacoordeert eene ander ommestellynghe ten laste vandee ghemeene inzetene der zelver
stede tot betalynghe vande caroywaghenen ende keurlynghen daermede de zelve stede by
ordre van haere hoogheyt belast was ende vanden extraordinaire upcommende lasten,
bedraghende volghende de tauxatie by de voornoemde wetten ghedaen upde xvijste ende
ander daeghenvan february 1625 vjc iiijxx xij pond ij schele dannof byden oender deser
ontfaen is vanden voornoemde Schoonaert de somme van vierhondert ponden grooten
maeckende in ponden parisis – iiij m viij c pond parisis
Dezelve ghemynct vande oorgaende vj m - Iiijxx xij pond ij schele parisis – zoo blyft den
voornoemde Schoonaert noch schuldich de somme van twaelf hondert tweeentneghentich
ponden twee schelle parisis danof – memorie
Vjde somme – xm vjc lvij pond xvij schele parisis
Folio 11
Ontfanck van baeten ende proffyten extraordinaire
Ontfaen van Andries de Muelenaere d’oude de somme van iiijc vj pond xiij schel iiij deneirs
parisis ende dat over tweede payement vanden coop vanden huyse ende varwerie staende
opden gront vanden heere upt Reckhof met haere toebehoorten by hem jeghens de stede
ghecocht ghevallen te baemesse 1624 dus alhier de zelve – iiijx vj pond xiij schele iiij deniers
Den voornomden Meulenaere – nu zyne wedewe ende kynderen, zyn noch ande stede
schuldich ove t’derde ende laetse payement vanden coop vanden huyse ende varwerie
voorschreven ghelycken iiijx vj pond xiij schele iiij deniers ghevallen te baefmesse 1625
volghende de notitie ghehouden ten voorgaende rekenynghe danof – memorie
Ontfaen van myn heeren vanden wet over de presente vande tauxatie ghedaen ten laste vande
ghemeene inzetene deser stede boven tgonne by hemlieden ghedistribueert tot soulagemente
vande gonne meest belast – hebbende gheweest met logemente vande peerderuyteren alhier
ghecommen den vjden maerte 1625 ende vertrocken den xvden der zelve maent by ordre van
mijn heere van Fontaine, bedraghende de zelve presentie by rekenynghe danof ghedaen ter
somme van iijx iiijxx xj pond viij schele vj deniers boven xix pond parisis byden doender desr
betaelt ande weduwe van Jaecques Vasseur – dus alhier de zelve iiijc iiijxx xj pond viij schel
vj deniers
Pieter Lauwers is ande stede schuldich over de coope van eenen waghene met alle zyne
toebehoorden de somme van lxv pond i schele parisis danof – memorie
Ghelein vander Maerle ende Christiaeen Baes, schepenen vanden jaere 1622 gheweest
hebbende zyn noch schuldich haerlieden wetcroes danof – memorie
Vijde ende laetste somme van de voorseide ontfangh bedraght
Vijc iiijxx xviij pond j schele xj deniers parisis
Somme totael vande voorseide ontfanck bedraegh xixm jc xl pond viiij schele xj
deniers parisis
Folio 12
Utgeven ende betaelynghen ghedaen jeghens den voorseide ontfanck
Betaelt de kerckmeesters van Sint Jans deser stede over den pacht van een half ghemet landts
te Coppernolle ghevallen te baemesse 1625 – ix pond parisis
Aen Pieter de Fyne, ontfangher vanden grave van Middelburch – baender heere van … over
een jaer pacht an vier ghemeten lxv roeden landts by Vestgens overdrach in Oostvleteren
ghevallen te baemesse 1624 – xx pond parisis
Dese voorseide partie van vier ghemeten lxv roeden is by burghmeesters ende schepenen
verlanght jeghens den voorseide ontfangher voor eenen tydt ende termyn van neghen jaeen
danof tjste ghevaellen is te baemesse 1625 voir xxx pond parisis by jaere al volghende den
pachtbrief – memorie
Betaelt anden zelve ontfanghere int verlanghen voor eene gratuiteit – iij pond parisis
Anden zelve inde zelve qualiteit over den pacht ende cheinsrente van een ghemet landts
ligghende onder twoonhuys ten voorseide overdraghe over een jaer ghevallen te baemesse
1624 – vj pond parisis
Anden zelve inde zelve qualiteit te cause van twee gansen ende een spyndt havere loomaete,
tsjaers up een ghemet landts ghenaempt tclytstuck byden voorseide overdraghe van eenen jare
ghevallen te baemesse 1624 – iij pond viij schele parisis
Anden zelven Pieter de Fyne als otnfangher vanden commandeur van Caestere ende ter cause
van een ghemet landts inde vaert byde plandkebrugghe byde stede vanden voornoemde heere
ghehouden rentewys ten advenante van iij pond parisis sjaers van eenen jar ghevallen te Sint
jansmisse 1624 – iij pond parisis
Den ontfangher van myn eerweerde heere van Sint Bertins – heere deser stede - heeft inde
stedegoet de grontrente vande jare 1624 ende 1625 van diversche partien van lande de zelve
stede competerende – memorie.
Betaelt de voochden vande cappelle vande Magdaleene over een jaer rente van acht ponden
parisis by jare ghevallen Sint Jansmisse bin zomers – viiij pond parisis
An Andries Couvreur , commis van myn heere den ontfanghere Queval vande domainen van
Westvlaenderen de somme van ijx pond parisis die dese stede an syne majesteit schuldich was
over den xjde ende xijde lesten termyn vande octroye upde assysen ordinaire desr stede –
tleste van dien ghevallen den iiijden ougst xvjc vierentwytnich, dus alhier de zelve – ijc pond
parisis
Anden zelven inde zelve qualitiet over een half jaer recognoissance vanden voorseide octroye
ordinaire deser stede verschenen den iiijden february xvjc vyfentwyntich de somme van jc
pond parisis
Item over trecht vande acquiten – xxxv-j schele parisis
An myn heere den proost deser stede ove ende uten naeme vanden eerweerde heere den abt
van St. Bertins als heere deser stede ter cause van ghelycke recognoissance vande voorseide
octroye van twee halfve jaeren ghevallen den iiijde ougst xvjc vyfventwtyncih – ijc pond
parisis
Anden ontfangher vande ghilde van’t heiligh sacremente binnen de kercke van Sinte Bertins
deser stede, over twee halfve jaeren losrente ghevallen te kersmisse 1624 ende Sint jansmise
1625 de somme van – jc lviij pond x schele vj deniers parisis
Anden proost deser stede ove den voorseide heere van Ste. Bertins tverloop van een jaer rente
van vj pond xviij schele parisis by jaere ghevallen te baemesse 1624 – vj pond xviij schele
parisis
Betaelt anden ontfangher van joncker george de la faille, baenderheere vanden lande van
Nevele, heere van Andegoede, hooch bailliu vander Anderburch, casserlie van Ghendt etc.
thien ponden parisis over den transport deser stede van twee jaeren tlaetste verschenen
kersmisse 1624 – alhier – x pond parisis
Item over de acquiten – xxiiij schele parisis
Mijn eerweerde heere den abt vanden Duynen heeft ande stede goet over den erfvelicke
cheins van vijf ghemeen landts in Oostvleteren daer het overdrach up saet, ten advenante van
xij pond parisis tsjaers, verachtert ij jaeren – tlaetste ghevallen christdaeghe 1624 – en is
byden doender deser niet betaelt – memorie
Jste somme van betaelinghe – vijc xxx pond xv schele vj deniers parisis
Folio 14
Betaelinghen ghedaen van pensioenen ende gaigen ordinaire
Beaelt an myn heere den proost deser stede als commissaris vande eerweerde heere van Ste.
Bertins – heere deser stede – int vermaecken van tcollegie vande wet ten voorelden jaere 1624
- xxxvj pond parisis
Anden zelven als commissaris over thooren vn alle de rekenynghen deser sede ten voorlden
jaere – xij pond parisis
An heer Jan Baeteman als cappelaen vande wet over zyne gaigen vande messen die hy
ghehouden is te doene alle wonsdaeghe ende zaterdaeghe vanden gheheelen jaere deser
rekenynghe – xvj pond parisis
Betaelt de bailliu ende ampman over de jaerelickse bevelen – xlviij schele parisis
An d’heer Guilaume Rouvroy als burghmeester vande commune over zyn pensioen – xxx
pond parisis
An wylende d’heer Cornelis Pierens over zyn pensioen als burghmeester van de wet – vj pond
parisis
Betaelt burghmeesters ende schepenen deser stede over de vier quartieren vande berechte lxvj
pond parisis, over de cmaerboeten xij pond, de wij dynghedaeghen, vj pond xij schele parisis
sdaechs, vutbrynghende lxxxix pond iiij schele parisis, comt tsamen – jc lvij pond iiij schele
parisis
An meester Matheus Lottin, greffier ende pensionaris deser stede over zyn pensioen van
desen jaere – ijc pnd parisis
Item den tresorier deser stede over zyn pensioen ordinaire – lxxij pond parisis
Ande twaelf raeden over hemlieden pensioen tot vj pond parisis elck pensioen – lxxij pond
parisis
Ande paisierders over hemlieden pensioen elck iij pond parisis – xxj pond parisis
An Jan Baervoet de jonghe, deurwaerder vanden camere over zyn pensioen – xviij pond
parisis
Anden zelven over zyn pensioen ordinaire van tluuden vande werckclocke - wetschelle,
winderoen ende datter ancleeft ove tjaer deser rekeninghe – xlij pond parisis
Anden zelven over tzuuveren vande wetcamer volghende de hoochmentatie ghedaen in
voorgaende rekeninghe – vj pond parisis
An Pieter van Neufville als messagier deser stede over zyn pensioen ordianire – xvj pond
parisis
An Christiaen vanden Peerboome over tstellen vande clockslach upden torre van Onse lieve
Vrauwe kercke tot xlviij pond parisis tsjaers waeraf de kerckmeesters vande voornoemde
kercke betaelen deen helft, dus hier over t’contingent vande stede over tjaer deser rekenynghe
– xxiiij pond parisis
Anden Ghelaude Moreel coster van Ste. Bertins over tstellen van t’oorlogie opden torren
vande zelve kercke ghedeurende tjaer deser rekeninghen – lxxij pond parisis
Item de twee ommeloopers voorzitters ghebieders vande daghebestelders vande marct elck xl
schele parisis sjaers – compt iiij pond parisis
An sire Hubertus vande Fontaine, sanghmeester in Ste. Bertins kercke over zynen dienst
aldaer ghedaen ghedeurende tjaer deser rekenynghe – lxxij pond parisi
Beaelt an meester Pieter Roelens, cappelaen inde voorseide kercke ove ghelycken dienste by
hem aldaer ghedaen ghederuende tjaer deser rekenynghe – lxxij pond parisis
An Ghelaude Moreel, coster van Ste. Bertins deser stede over ltuyden vande sermoenen
ghedeurende den voorleden vasten daghelickx den tydt van een half heure – iij pond parisis
An meester Jacob Canin, advocaet inden raedt van Vlaenderen wesende ten pensioen deser
stede over desen jaere – vj pond parisis
Ijde somme – xc lix pond xij schele parisis
Folio 16
Betalynghe ghedaen ter vrye jaermarct deser stede ten desen jaere 1625
Betaelt Anthoine Cappelle met zyne medeghezellen speellieden over ghespeelt theben me de
instrumetnen muicale ter vrye jaermarct metghaders ten Heilich Sacrement ende
ommeganckdaeghen van desen jaere – l pond parisis
Anden greffier deser stede over zyn recht ordinaire vande sauveconduiten ter zelver vrye
jaermarct – vj pond parisis
Iijde somme – lvj pond parisis
Folio 17
Betaelinghen van zaecken ende lasten ordinaire
Eerst betaelt de deinstmaerte int hof ten daeghe van tvermaecken vande wet – xij schele
Item den portier ten zelven daeghe – vj schele
Item den tresorier dese stede over thouden vande maeltyt ten daeghe van tvernieuwen vande
officieren zoo vande drie kercken disschen, gasthuusmeesters, magdaleene capelle, als vande
upperloye enderauwe persse, bieren, broode, ackerschade ende alle ander naer costume,
blyckende byde rekeninghen danof met t’college vander wet ghemaect met specifitatie vande
partien aldaer ghelevert – de somme van iijc xxxv pond x schele parisis
Item de drie dienaeren vande wet over haerlieden dienst aldaer ghedaen – elck xvj schele
tsameen – xlviij schele parisis
Ande vyf bierwerckers deser stede ordinairelick toegheleit te kersmisse, paesschen ende St.
Jansmisse elck xx schele parisis – compt v pond parisis
Item burghmeesters ende schepenen deser stede over d’auditie vande rekenynghe vande drie
kercken, disch, ghasthuys ende magdaleene cappelle ten voorleden ajere – xlviij schele
Item den greffier deser stede over tstellen vande appostillen opde zelve rekenynghe – vij pond
parisis
Betaelt mijn heere den proost over myn eerweerder heere van Sint Bertins ende relgieusen
over ende in redemptie van haerlieden verschen zalm ten voorleden ajere inden vasten – xij
pond parisis
Item myn heere den proost, bailliu, ampamn, beede de burhmeesters ende de twee eerste
schepenen, capelaen vande wet, greffier ende tresorier over hemlieden verschen zalm oock
drie ponden parisis compt – xxx pond parisis
Betaelt myn heere den proost, bailliu, ampman, beede de burghmeesters, de twee eerste
schepenen, capelaen vander wet, greffier, tresorier ende den eersen –deurwaerder vande
camere deser stede oock x pond parisis, over ende in redemptie vande elf hoeykens hemlieden
toestaende – tsamen – jc x pond parisis
Betaelt Christiaen Mannen over de leverynghe van xxv paer handtschoen omme tcollegie
vande wet ten heilich sacramentdaeghe van desen jaere tot xxiiij pond parisis de paer – xxx
pond parisis
Ande ghildebroeders van St. Jooris ghilde over hemlieden ordinaire disemeren vanden
voorgaenden jaere tot xviij schele elcken dach – xxj pond xij schele
Item de gheildebroeders van Sinte Sebastiaen ghilde over ghelicke disemeren tot x schele ter
elcken dach – xiiij pond viij schele parisis
Item de ghildebroeders van Ste. Andries ghilde over ghelicke disemeren – xiiij pond viij
schele parisis
Item bailliu, ampman, burghmeesters ende schepenen, greffier ende tresorier ove hemlieden
vacatien ter weesene vanden jeghenwoordighen jaere in plaetse van de maeltydt alsnu
ghereduusert met ghelde elck tien ponden parisis ende den deurwaerder vander wet xlviij
schele compt – lxvj pond viij schele
Betaelt Pieter vanden Peereboome als hebbende gheweest ten voorleden jaere contrrolleur
vanden xix october totten xxiiijde novembris naer advenante van zyn pensioen ordinaire – l
schele parisis
An Nicolais Babelaere ter cause van tangieren vande bieren ende wynen ten voorgaenden
jaere – xij pond parisis
Betaelt Guillaume Floor ende Jaecques Baert hebbende gheweest refectiemeesters vanden
voorgaenden jaere voorschreven Ste. Lucas daeghe xvjc vierentwyntich over haerlieden gaige
ordinaire elck xij pond parisis ende ter cause vanden dienst extraordinaire ghenuiseert deur de
lastighe ende zwaere wercken ten zelve jaere ghedaen – elck xlviij pond parisis maeckende
tsamen – jc xx pond parisis
An Jan Jacobssone de jonghe over de leverynghe van vier tortsen ommeghedraghen inde
processien ten Heilich Sacrament ende ommeganghdaghen laetstleden – x pond parisis
Ande vier kynderen de zelve tortsen ommeghedraghen hebbende – xxiiij schele parisis
Item over tmaecken, effenen ende calculeren van dese rekenynghe salaris ordinaire – xxiiij
pond parisis
Over tschryven ende dobbeleren vande jeghenwoordighe rekenynghe – xviijj pond parisis
Item over de theerynghen ghedaen int maecken vande zelve rekenynghe ende in t rekenen met
de debiteuren deser stde – vj pond parisis
Item de officieren vande hooghe loye over hemlieden gaige ordinaire van een jaer ghewvallen
Ste. Lucas daeghe 1625 – xxxix pond parisis
Item de terminarissen vande predickheeren ende van Ste. Francois ordre tYpre over
haerlieden wekelicke wekelicksche ommeganck in redemptie opt ghemeene deser stede elck
iiij pond xvj schele – compt ix pond xij schele
Betaelt meester Anoischys over tsluyten vande baillen ten voorleden wynter inden vorst ende
den sallaris ordianire – ix pond parisis
Anden gretsien (?) deser stede over gheregistreert thebben zes parien van yssuwen met de
tauxatie ende modratie den zelven hier vooren in ontfanghe ghebrocht tot xij schele parisis
van elcke partie comt – iij pond xij shele
An Andries ende Christiaen vande Weghe, hoirs ende aeldynghen van Adonaeken Loys ,
weduwe van Marcx vane Weghe, in haere leven vroevrouwe deser stede ende over vier
maenden pensioen verschenen laetsten ougst 1624 – de somme van xxiiij pond parisis
Betaelt ande vyf camers van retorycke deser stede over hemlieden debvorien ghedaen tot
decoratie vande procesien ten Heilich Sacrament ende ommeganckdaeghen laetstleden te
weten de cranckbestiers xviij pond ende dander eock xij pond parisis tsamene – lxvj pond
parisis
Ende drie princelicke ghilden ter cause van ghelicke debvoiren, te weten ande cruusboghe
ende handtbooghe elck xij pond parisis ende ande handtbusse xviij pond parisis – tzamen –
xlij pond parisis
Iiijde somme – jm xxxviij pond xviij schele parisis
Folio 20
Betalynghe ghedaen van cleederen vande wet ende haren supposten
Betaelt an Pieter Bonnet, coopman tot Ryssele over de leverynghe van acht laeckenen
ghenaempt tneghentoghen vutbrynghende thaerlieden langhde lviij ellen twee quart tot
vercleeden van de wetten van desen jaere de somme evan ijm lx pond x schele metghaders
anden tresroier over de redemptie van zyn wetlaecken als gheene ghehadt hebbende in
advenante van een xvjc vande bovenschrevne ijm lx pond x schele de somme van jc xxviij
pond xvj schele – maeckende tzamen – ijm jc iiijxx ix pond vj schele parisis
Ghesonden by Jan Baervoet, deurwaerder vande camere and voorseide wetten over ende in
redemptie van haerlieden wetlynten elck vj pond parisis maeckende – jc ij pond parisis
Anden clercq vanden berechte, deurwaerder vande camer, massagiere ende pandvercooper
over ende in redemptie van haerlieden keernelaken van desen jaere ten advenante van elck
xxxvvj pond parisis tzamen – jc xliiij pond parisis
Vde somme ponden parisis – ijm iiijc xxxv pond vj schele parisis
Folio 21
Ander betalynghe van presentwynen ghedaen ghedeurende den tyt deser rekenynghe
bedraghende elcke canne xxiiij schele parisis danof den greffier competeert iij schele
parisis van elcke canne over trecht vande presentie.
Betaelt myn eerweerde heere den abt an Ste. Bertins - heere dese stede – ove xxiiij cannen
wijn zyne eerwerder ghepresenteert naer tvermaecken vanden wet ten voorleden ajere
bedraghende – xxviij pond xvj schele
An sires Charles de Latre ende Charles de Mieraumont, religieusen vanden voornoemde
convente wesende aldaer in officie, elck zes cannen wyn bedraghende – xiiij pond viij schele
parisis
An meester Jehan Leborie wesende ten raedt vande voornoemde convente zes cannen wyn –
vij pond iij schele parisis
Anden eersamen Andries Marsilles, neve vanden voorseide heere tzynen ancome nede
accepterende int officie vande bailliage deser stede – twyntich cannen wyn doende – xxiiij
pond parisis
An dheer Jan van Wynckelman, commis van de nieuwe impostien van tlet ende resort van
Brugghe, alhier comende verpachten de zelve impositien – zes cannen wyn – vij pond iiij
schele parisis
An sire Martin Treulier, religieux van Ste. Bertins vier cannen wyn – iiij pond xvj schele
An dheer Andries massilee, schoonbroeder vanden prelaet van Ste. Bertins, acht cannen wyn
bedraghende – ix pond xij schele
An Sires … Grien ende Deule, religieusen vanden voornomeden convente ) elck vier cannen
wyn tsamene acht cannen – ix pond xij schele
An Sire Charles de Mieraumont, cappelaen vanden voornoemde prelaet van Ste. Bertins ende
meester vande fabrique vanden zelve convente – zes cannen wyn – vij pnd iiij schele
An eerweerder heere Pater Andries Zyllocq, priester ende religieux vande orden vande
predickheeren – licentiaet inde godtheit, broeder vanden prelaet van Ste. Bertins, acht cannen
wyn bedraghende – ix pond xij schele
An Sires Guillaume de Witte, capellaen ende Philips de Flandre, aelmoessenier van myn
eerweerde heere den prelaet van Ste. Bertins elck zes cannen wyn, tsamen xij cannen – xiiij
pond viij schele
Folio 22
An myn eerweerde heere den bisschop van Ypre alhier passerende twaelf cannen wyn – xiiij
pond viij schele
An eerwerder heeere meeser Guilaume Zylof – archediaken vnde cathedrale kercke van Ste.
Maertens binnen der voorseide stede van Ypre – zes cannen wyn – vij pond iiij schele
An heere Dionisius Blommaert, official vande voorseide kercke alhier ghecommen metten
voorseide bisschop – zes cannen vyn – viij pnd iij schele
An sire Charles Wasynehal, religieux van de convente van Ste. Bertins, ende capellaen vnden
prelaet – zes cannen wyn – vij pond iiij schele
An meester Mahieu Winnebroot, procureur postulernede inden raedt van Vlaenderen – ze
cannen wyn – vij pond iiij schele
Anden prior ende religieusen vander ordre van Ste. Brigitte residerende tot Ste. Six over xvj
cannen wyn hemlieden ghepresenteert ten ommegange laetstleden ter cause vande debvorien
by hemleiden ten zelve daeghe inde processie ghedaen tot vereeren vande zelve ende
vermeerdernynghe vanden dienst godts – bedraeght xix pond iiij schele
An Jaecques Neckebaert over zes cannen wyn hem by burghmeesters ende schepenen
ghepresenteert in vergaderynghe doende – vij pond iiij schele parisis
An meester Lucas mazeman, procureur inden raedt van Vlaenderen – zes cannen wyn – vij
pond iiij schele
An dheer Pauwels Spronckholf commis over tledt ende resort van Brugghe alhier
commendeverpachten de malderye – ze cannen wyn – vij pond iiij schele parisis
An joncker Francois van Waelscappele, bailliu, generael van Ste. Bertins – acht cannen wyn –
ix pond xij schele
An den heere van Mandele, guidon vande bende van ordonancie vanden princc van Barbancoi
– thien cannen wyn – xij pond parisis
Vjde somme vande voorseide betaelinghen – ijc xlij pond viij schele parisis
Folio 23
Mysen ende betalynghen van voyaigen ende vacatien van wetten
Betaelt Guillaume Rouvroy burghmeester vanden commune over twee voyaghen by hem
ghedaen – teene tot Proven ende taner tot pre inde affiaren vanderstde gedraghende met zyn
verschot by tauxatie – x pond parisis
An meester Jan Vanderfoosse ende Robert Dufloucq, schepenen ter cause van een voyaige h-
by hemlieden ghedaen naer voorgaende deputatie tot Cassel omme aldar te diverteren ende de
stede t’ontlasten vanen logmeente van eene compaignie peerderuyteren aldaer ghemaect end
upghenomen byden heere van Scoincourt, lieutenant vanden marquis de Warrenbon
vutbreynghende met haerlieden verschot by tauxatie – xxvj pond parisis
Item anden bailliu ende den voorseide meester jan vadervoosse over de voyate by hemleiden
ghedaen tot Brugghe omme aldaer byden heere van Fontaine – capitien generael van het
oorlochsvolkc int quartieren van westvlaedneren te soliciteren ende vervolghen dontlastynghe
van drie compaignien peerderuyteen vande benden van ordonnancie daermede de stede belast
was bedraeghende met haerlieden verschot by tauxatie tsaemen – iiijxx xiiij pond iiij schele
parisis
Anden voornoemde bailliu over een voyaigie by hem ghedaen tot Ste. Omaers inde affairen
vander stede by tauxatie – ix pond parisis
Item anden voorseide meester Jan Vanderfoosse, voorschepen over een voyage by hem
ghedaen naer voorgaende deputatie tot Cassele omme aldaer te vernemen het vertreck van
eene compagnie peerderuyeteren aldaer vergadert ende upghecommen byden lieutenant vande
marquis de Marenbon by tauxatie – xvj pond viij schele parisis
Anden voorseide meester Jan Vandefoosse ende meeser Matheus Lottin, greffier deser
stde, ter cause vande cacatien by hemlieden ghedaen tot Brugghe ende Moerbrugghe byden
heere vande Fontaine – capitein generael vanden oorlochsvolcke wesende in vlaenderen,
omme van hem te vercreghen ontlastynghe vande drie benden van ordonanciee te weten
vande gonne vanden marquis van Mardebon ende vande gonne, van Buquoy ende de leghers
alhier ghelogiert hebbende by ordre vande zelve heere, weclke ontlastynghe zy vercreghen
hebben, hebbende int zelve voyage ghevanschiert vyf daghen bedraghende met hemlieden
verschot tsaemen by tauxFatie – ijc iiij pond xviij schele
An myn heere dne bailliu ende Guillaume Rouvroy burghmeester over ghevoyagiert thebbene
eenen dach te peerde tot Meessen ende Hollebeeke inde affairen vande stede by tauxatie – xvj
pond
Folio 24
Item an meester Jan Vanderfoosse, voorschepene, over een voyaige by hem ghedaen tot
Rousselaere metten messagier deser stede - omme aldaer te gaen vinden den quaertiermeester
generael Franquin ende Jan Vander haeghe, eersten secretaris vanden audiencien Vereycken,
ten fyne van an hemlieden respectievelick te vertooghen tgroote last vanden logement vande
voorgaende drie compaignien peerderuyteren, daermede dese stede belast is gheweest den
tydt van elf daghen ende ander daghelicksche logerynghe van soldaeten alhier passerende
ende repasserende alles ten grooten costen deser voorseide stede metgaders oock hemlieden te
recommanderen de stede ten fyne de zelve in toecommende tyden zouden moghen bevrydt
zyn van diergelicke ofte ander logementen van soldaeten daerinne hy ghevachiert heeft den
tydt van neghen daeghen vutbrynghende met zeker gratuiteit an hem ghepresenteert an
eenighe groote heeren van hoire tot welvaert deser stede , metgaders xvj pond iiij schele over
de vadatien van de voornomden messagier tsamen by tauxatie de somme van – iiijx lxvj pond
xij schele
An meester Mathieus Lottin, greffier deser stede over een voyaige by hem ghedaen te
Dunkercke tot diverteren van soldaeten – xviij pond parisis
Vijde somme – viijc lxj pond ij schele
Folio 25
Betalynghen ghedaen van boden ende messagiers vanden stede ten cause vande voyaigen by
hemlieden ghedaen
Betaelt Pieter van Neufville, messagier deser stede over ghevoyagiert thebben metten bailliu,
voorschepene ende greffier den tyt van zeven daghen tot Brugghe ende eenen dach tot het
Waels omme aldaer te inqueteren naer het vertier van zeker soldaeten, tsaemen by tauxatie –
xxiiij pond parisis
Anden zelve over diversche voyaigen by hem voor de stede ghedaen by laste van wetten by
tauxatie – viij pond parisis
Anden zelve Neufville over een voyaige by hem ghedaen tot Liere in Brabant daerinne hy
gheemployeert heeft den tyt van xiij daghen metghaders twee daghen tot Reninghe by laste
van wetten by tauxatie – xxviij pond parisis
An Jan Baervoet de jonghe deurwaerder vander camere over een voyaige by hem ghedaen by
laste van wetten tot St. Omaers by rauxatie – iiij pond parisis
An Christiaen Glorieux over gheweest thebben by laste van wetten tot Waestene – xxiiij
schele
An Guillaume de Bouque over een voyaige by hem ghedaen tot Hondeghem ende Ste.
Silvesters Cappele – xxxvj schele parisis
An Christiaen Glorieux over tdraghen van eenen breif van hier tot Ypre – xvj schele
An Pieter van Neufville, messagier deser stede over een voyage by hem ghedaen metten
greffier naer Dunkercke inde affairen van de stede – viiij pond vj schele
Anden zelven Neufville over een ander voyage by hem ghedaen tot Noortschote, zuutschote
ende Elverdynghe omme te vernemen over tvertrecken van zeker soldaeten aldae thelogier
hebbende – iiij pond x schele
An Jacob Verschote over gheweest hebbende by laste van wetten tot Gootdorple (?) met
eenen archier – iiij pond parisis
An Jan Keersebilck over een voyaige by hem ghedaen by laste als vooren tot Berghen Ste.
Winnocx
Viijde somme – iiijxx vij pond ij schele parisis
Folio 26
Ander betalynghe ghedaen an vremde boden over tport van briefven ende placcaten
Betaelt Cornelis Gheraertss meesagier vanden raede in Vlaenderen over tport van besloten
briefven commende vanden zelven raedt xij schele ende xxiiij schele over tneiwue jaer van
hem ende zyn confreren tsaemen – xxxvj schele parisis
An voornoemde Gherof, meesagier vanden voornoemde raede brynghende briefven ende
ordonancien vanden voorneomde raede – xxxvj schele
Item an zeker twee persoonen commende met breifven vanden bailliu van meessen
inhoudende dadvertentie vande logemente van de bende van ordonnancie vanden grave van
Steeghers – iiij pond parisis
An Gillis Verlynde messagie vanden raede van Vlaenderen over tport van briefven van de
zelve raedt, met een placaet – xxiiij schele parisis
An eenen bode brynghende briefven vanden voorseide raedt met zeker ordonancie van haere
hocheit – xij schele parsiis
An Baltasar van Dickele ten ghelicke cause – xij schele
Anden zelve Baltasar ter zelve oorsaecke par ij billetten – xxiiij schele
Betaelt zeker bode brynghende briefven van Brussele an myn heeren vanden wet – wij schele
Den doender deser heeft ten jaere deser rekenynghe betaelt an diversche messagiers ende
boden over tport van briefven ende placaten commende zoo vande raedt in Vlaenderen als
andersins volghende de notitie by hem danof ghehouden bedraghende x pond viij schele
An voornoemde Gheerolf messagier vanden raede in Vlaenderen brynghende birefven ende
placaten vanden voornoemde radt – xxxvj schele
Anden zelve over ende van ghelycke port van briefven ende placaten – xxxvj schele
Ixde somme – xxiiij pond xvj schele
Folio 27
Den doender deser brynght alhier in rekenynghe de theerynghen tzynen huuse ghedaen upden
xvij octobris 1624 naer thooeren ende sluyten vande rekenynghe vanden voorgaende jaere by
myn heere den proost, bailliu, burghmeesters, schepenen, raeden ende notable gheweest
hebbende over d’auditie vande zelve rekenynghe ende ander daertoe begroot – de somme van
lvij pond j schele
Betaelt Francois Helen, soldaet, gheestoopiert over tderde van zyn pensioen hem by haere
h.h. ghejoont van eenen jaer verscheenen den laestsen decembris 1624 – de somme van lx
pond parisis
An Jooris van Thuque over de leverynghe van lvj pont caes tot behouve van zeker soldaeten
alhier passerende ende refressierende – de somme van xviij pond iiij schele parisis
Anden pastor van Ste. Bertins deser stede ove den incoop van alle de beeldekens ende prysen
by hem ghecocht omme te deelen ende distribueren ande kynderen inde cathechisatie – xvj
pond parisis
Betaelt an de musicieren deser stede ter cause van de debvoiren by hemlieden ghedaen ten H.
Sacrament ende ommegancksaghen laetstleden metghaders ten daeghe van tpresteren vanden
eedt vande wet ende up Ste. Cecilia dach – oock laestleden, met den zanck van musique tot
decoratie ende vermeerderynghe vanden voornoemde ommeganck ende diesnt Godts –
tsamen – xl pond
An Baptiste van Kynderen over de theire tzynen huyse ghedaen byde notable deser stede
upden xxijde octobris 1624 gheweest hebbende inde vergaderynghe van wetten ende raeden –
xiiij pond viij schele
An meester Philips Winnebroot chirurgein over tderde van zyn pensioen hem toegheleit ter
cause van tcureren van de schamele ende behouftighe lieden vescheenen novembris 1624 – de
somem van x pond parisis
An Passchier Boucquet over de leverynghe van derthien vellen parchemin tot ehouve vanden
greffie deser stede – viiij pond viij schele
An Jan de Moor over drie daghen byghestaen thebbende den pater recollet int vergaderen
van zyne aellemoessen – iij pond
Folio 28
An Caerle Staes over de leverynghe van spyse by hem ghedaen int bedancken vande
terminaris alhier ghepredict hebbende de voorleden vastene – viij pond
Ande paters recollecten der stede van ypre ter cause vande alimentatie vande terminaris vande
zelve ordre onderhudende alhier de maendelische state int predicken vanden woorde Godts,
by myne heeren vanden wet dezelve paters toegeleit ten advenante van drie ponden thien
schele parisis de maendt compt over tjaer deser stekeninghe xlij pond
An heer Jan Bateman, capellaen vander wet over de goede debvoiren by hem ghedaen int
doen ende celebreeren van twee messen de welcke ghedeurende tjaer deser rekenynghe boven
zyn ordinaire – viij pond
Ande drie pasteuren deser stede ende de twee moeders vande conventen vande grauwe zusters
ende vanden gasthuuse elck zeven ponden parisis maeckende tsamen xxxv pond parisis ter
cause vande goede debvoiren by hemlieden respectivelick ghedaen ten heilighe sacrament
ende ommeganckdaeghen laetstleden tot decoratie vande processie ende vermeerderynghe
vanden dienst godts – dus nopende zelve – xxxv pond parisis
An Olivier Vandermeersch, goudtsmit tot Ypre over de ncoop van een zilveren tasse
ghepresenteert dheer Andries Marsille, bailliu deser sede ende joncvrauwe Marie Makeblyde
thaerlieden bruylofteeste – de somme van iiijxx xiij pond xiij schele
An Caerle Van Caestere ende Claes Baelde over ghehouden thebben de nachtwachte upden
torren van St. Bertins ghedeurende t’jaer deser rekenynghe ten advenante van xviij pond
parisis de maent comt – ijc xvj pond
An Pieter Ellieul over ghecomponeert ende ghemaeck tthebbene een zeer schoone comedie
vanden heilighe martelaer Ste. Victor, ende alhier vertoocht ten ommegange laetstleden par
appostille op requeste – xl pond
Ande comedianten ghespelt ende vertoocht hebbende de voorseide comedie tgonne hemlieden
toegheleit is up requeste omme hiermede te coopen zeker vremde habyten dienende tot
eenighe personaigen – bedraegt xx pond parisis
An Jan Quetstroy over de leverynghe van vier bandelieren tot behouve vande ceurlynghen
alhier opghenomen – iiij pond xvj schele
Folio 29
An Meester Jan Finet over zijn pensioen van tonderhouden van t’oorlogie op den torren van
Ste. Bertins voor den tyt van eenen jaere – verschenen laetsten decembris 1624 – xv pond
parisis
Anden zelven up rekenynghe ende in advenante van tvoorseide pensioen upde loopende
jaerschaere die vallen zal in decembris naestcommende de somme van viij pond
An Gillis Save ende Philippe Fonarte over gheconvoqeert thebben zeker peerderuyteren van
deser stede tot Roesbrugghe by laste van wetten – xl schele
An Andries Vermote ende den voorseide Save over ende te cause van twechvoeren met
haerlieden waeghen ende drie peerden, zeker bagage ende soldaeten van deser stede tot
Renynghelst – tsaen ix pond parisis
Anden voornoemde Save ende Mahieu Deturcq over ghelyck wechvoeren van soldaeten
ende haerlieden bagage tsamen xxxvij pond x schele
An Andries Metsu over tport van zeker bagage van iiij spaengnaerden alhier ghelogiert
hebbende – xx schele
An Jaecques de Voldere ove den coop van eenen waghen gheemployeert totten caroye
daerinne de stede belast was tot dienste van zyne majesteit int belech vande stede van Breda
– liij pond parisis
An Vincent Roens over de leverynghe van twee cassen tot behouve vanden voorseide
waeghen – vij pond
An Jacob vander Schote ende Claes van Haeghe over gheweest thebben tot Rousbrugghe
met seker soldaeten – xl schele
Item an Gillis Save, Pieter Lauwers, Christiaen de Foursy ende Philippe Ellebout over
wech ghevoert thebben met haerlieden peerden ende waghenen de bagage vande
peerderuyteren alhier laetst ghelogier hebbende tsamen – xv pond x schele
An meester Matheus Lottin, greffier deser stede, over ende ter cause van tschryfven,
doubleren ende calculeren van eene ommestellynghe ghedaen ten laste vande ghemeene
inzetene deser stede ende jurisdictie – viij pond parisis
An Mahieu Vermote over twechvoeren van zeker bagage van soldaeten – iij pond x schele
Folio 30
An Pater Cornelius de Leeuwe, paester ende religieux van de ordre vande Carmelyten
binnen de stede van Ypre, tgonne hem by burghmeesters ende schepenen toegeleit is voor
tonderhoudt ende alimentatie van zynen persoon ende van zynen medebroeder ghedeurende
de statie byden zelve pater ghehouden ghedeurende den voorleden vasten ende
naervolghende paesschdaeghen int predicken vanden woorde Godts – bedraeght jc xliij pond
parisis
Het Beleg van Breda was de belegering van de stad Breda tijdens de Tachtigjarige oorlog..
Deze sterke vestingstad, gelegen in Brabant in de Republiek derzeven verenigde Nederlanden
aan de grens met Spaans hertodom Brabant, werd in 1624 en 1625 belaagd door Spaanse
troepen onder leiding van Ambrogio Spinola. Verovering van Breda zou de Spanjaarden een
uitvalsbasis verschaffen om gemakkelijker andere Staatse steden te veroveren en het gevaar
voor de Spaanse steden verminderen. Verder wilde Spinola Spanjes eer herstellen en zijn
reputatie als veldheer redden. Beide hadden aanzienlijke schade geleden na het mislukken van
het beleg van Bergen op Zoom en het gedrag van de Spaanse troepen na de geslaagde list met
het turfschip van Breda.
Spinola verraste door laat in het seizoen de stad te belegeren. Snel werd de stad omsingeld en
met een circumvallatie en een contravallatielinie afgesloten. Prins Maurits, en later zijn
opvolger Frederik henddrik, kwamen Breda te hulp door de bevoorrading van de Spanjaarden
te verstoren en door te proberen de stad te bevoorraden en te ontzetten. Hun pogingen liepen
echter op niets uit en de stad moest zich na een beleg van 11 maanden op 2 juni 1625
overgeven vanwege het gebrek aan voedsel onder de burgerbevolking en de uitzichtloosheid.
Wikipedia
Overgave van Breda – Diego Velasquez – en dat dank zij de levering van een carroywagen
van Poperinge!
Anden voorseide pater Cornelius over myn eerweerde heere den prior vanden convene
vande voorseide Carmelyten over ende te cause vande goede ende lovelycke debvoiren
ghedaen byden voorseide Pater Cornelius ghedeurende den voornoemde vastene ende
naervolghende paesschedaeghen int predicken vanden woorde Godts inde kercke van Ste.
Bertins alhier de somme van jc xx pond parisis
An Franchois Keerne over de heure van zynen huyse inde Papestraete voor desen ghebuyckt
vor de stedeschole voor een jaer ende een maendt verscheenen xxviijden february 1625 dacht
vant verhuysen van meester Anthonis Reys, schoolmeester, tsamen iiijxx xv pond parisis
An Adriaen Sansen over tschoonmaecken van zeker calibers ende tmaecken van zes
foucqueten tot behouve vande ceurlynghen deser stede – ix pond parisis
Ande beleeders vande ghilde vande Annanisten, cranckbstierders over tquytschel vant
stederecht van eene tonne biers by hemlieden ghedronken thaerlieden princefeeste doende – v
pond x schele
Ande kerckmeesters vander kercke van Ste. Jans deser stede tgonne hemlieden toegheleit is in
betalynghe vande nieuwe mande ende reparatie van thooft ende rock vande reuse ende ande
zaecken danof dependerende – bedraeght xlj pond parisis
Ande vier capiteinen elck xvj pond hemlieden ghejoont ende toegheleit by wetten ter laste
monsterynghe ende ghedaen vande ghemeene inzetene deser stede maeckende tsamen lxiiij
pond
Ande ghildebroedes van Ste. Andries ghilde deser stede de somme van vyftich ponden parisis
hemleiden ghejoont tot vermeerderynghe vanden incoop van buspouder omme by hemlieden
te ghebruycken tot verchieringhe ende decoratie vanden ommeganck ende processe laetsleden
dus alhier de zelve – l pond
Van ghelycke ande ghildebroeders van Ste. Jooris ghilde over den incoop van buspouder
ghebruyckt tot decoratie vande processe alsvooren – xxiiij pond
Folio 31
Den doender deser heeft ghefurneert in handen vanden bailliu ende burghmeester vande
commune deser sted de somme van iijc pond die zy als daertoe ghecommiteert ende
ghedeputeert zynde ghejont ende ghegheven hebben voor eene courtosie anden lieutenant van
de bende van ordonnancie van de marquis van Warenbon, wesende ghelogier tot Hollebeke,
ten regarde dat den zelve lieutenant de vornoemde stede exempteerde vanden logemente
vande zelve compagnie die apparent was alhier te commen logieren ne hadde gheweest deur
middele vande voornoemde debvoiren – dus alhier de zelve iijx pond parisis
Van ghelycken heeft den doender deser ghesonden an monsieur de Coubrone guidon vande
vendel van ordonatie vande grave van Steeghers ghelogiert tot Noortschote twaelf stucken
van acht schellynghen specie makende lvij pond xij schele by voorgaende resolutie van de
wetten ten regarde vande vrientschap by hem de stede ghedaen – alhier de zelve lvij pond xij
schele
Betaelt anden coster van Ste. Jans ter cause vande notitie by hem ghehouden vande
kynderen die haerelieden cristendom ontfanghen hebben metghaders vande gonne die
hemlieden begheven hebben in huwelicken staete, de somme van iij pond parisis
An Pieter Schildewaert over tderde port deser stede ter cause vande leverynghe van
wynckelwaere by hem ghedaen tot behouve ende alimentatie vande schamel lieden wesende
in de contigieuse ziecte – bedraeght – xxvij pond xj schel xj deniers
An Andries Schoonaert over vyf daeghen peertheure – vij pond x schele
An myn heere den proost deser stede ter cause vande oncosten by hem ghedoocht int bancket
ende desfroy ghedaen by burghmeesters ende schepenen anden lieutenant vande bende van
ordonnantie vanden grave van Steeghers metghaders den guidon ende ander officieren
principale vande zelve compaignie alhier ghepasseert hebbende den xvijde febrauri 1625 de
selve van – lxvj pond
Item ande vyf dienaers vanden heere dese stede over vermaent thebben divesche landslieden
der zelve stde tot wechvoeren vande soldaeten ende haerliden bagaigen alhier ghelogiert
hebbende tsamen – viij pond parisis
An Anthoine Herman over de leverynghe van twee rasieren havere bh yem ghedaen tot
behouve vande peerden vande benden van ordonnantie alhier ghelogiert hebbende – doende
xvj pond xvj schele
Folio 32
An Andries Rebault over de remysen van eene ommestellynghe by anneghenomen t’innen –
xj pond parisis
An Andries Schoonaert over ghelycke remysen van eene ander ommesellynghe by hem
anneghenomen tinnen xxxv pond v schele metghaders x pond parsiis ghedefalsueert an
joncker Anthoine de Leeuwe van zyne quote ende tauxatie inde zelve ommestellynghe
mackende tsamen – xlv pond v schele
Ande moeder vanden gasthuyse deser stede tercause vande leveryghe van dwaelen,servetten,
lynwaet ende tin tot behouve vanden pater alhier ghepredict hebbende den woorde Godts den
voorleden vastene – viij pond parisis
An Gillis Save ende Pieter Lauwers over wech ghevoert thebben met hemlieden peerden
ende waeghene zkee bagage van soldaeten tsamen – x pond
An Nicolas Babelaere als partionyde ende collecteur vanden pacht vande bierassysen deser
stede vanden halven jaere gheexpireert den laetsten octobre 1624 over ende ter cause van xvj
tonnen grootbier ghevent by Ghilein vande Clyte ghedeurende denzelve pacht wanof den
zelve Clyte van wetten quytschel ghecreghen heeft van l schele up elcke tonne bedraecht over
de voorseide xvj tonnen – xl pond parisis
An Dumons over de heure van vier zaelpeerden by hem ghelevert tot behouve vande chefven
vande compagnie vande capitein Rosco alhier ghepasseert hebbende – vij pond parisis
Den doender deser heeft betaelt de somme van achtendertich ponden acht schele parisis over
ghelycke somme verteert ten huyse vanden bailliu in wyne in een bancquet ghepresenteert de
drie lieutenanten vande benden van ordonantie vanden marquis van Marenbon ende van de
graven van Rucquoy ende Steghers in haerleiden vertrck buuen deser stede – dus alhier de
zelve – xxxviij pond viij schele
Betaelt Robert Procoost over tvaeghen ende zuuveren vande oude marct ghederuende t’jaer
deser rekenynghe – x pond
An Jacob Goudenaere over tfatsoen van lvj musquetmaeten emt de leverynghe vande houtte
daertoe dienende tot behouve ende oorboore vande leverynghe deser stede – vj pond
An Guillaume Bovyne over tschilderen vande voorseide musquetmaeten de somme van – lvj
schele
Folio 33
An Jan Wydts over zeker assystentie by hem ghedaen an Franchois Quidt wesende inde
contageuse ziecte – iij pond
An Robert proventier over de leverynghe van vichtien stoopen ende en pynte wyn daermede
die vande wet ghefesteirt hebben de drie lieutenanten vande benden van ordonnantie alhiere
ghelogiert hebbende – xxvij pond xij schele
An Nicolais Babelaere over zyn goede debvoiren ghedaen int presenteen vande bieren ende
wynen vanden voorgaende wyntersaysoen boven zyn ordinaire – xij pond parisis
Anden pasteur van Ste. Jans zes ponden parisis over tderde part deser stede hem toegheleit
omme daermede te coopen beeldekens ende de zelve t deelen ande kynderen commende tot
cathechisatie – dus alhier de zelve – vj pond
An Henderyck Fibel, messagier vande finantien over ende uten name van A. van Oncle –
ontfangher generael vande voornoemde fianntien tgonne de stede schuldich was in volle
betaelynghe van haere quote inde carroywaghens dienende tot dienst vn zyne majesteit voor
tbelech van Breda, daerinne dese stede belast was – beraeght – vc xxx pond parisis
Anden zelve messagier over ende ter cause dat hy heeft moeten alhier vertoufven den tyt van
twee daeghen ofte daerontrent een anderstont by de voornoemde pennynghe heeft connen
ontfanghen overmidts de casse niet voorsien en was van ghelde – vj pond
An Guillaume Veryseren over de leverynghe van koord tot behouve van zeker soldaeten
alhier passerende ende refoncheirende – x pond viij schele
Ande derthien ceurlynghen deser stede tgonne hemlieden toegheleit is gheweest ten
diversche stonden voor eene courtosie ter cause ende in consideratie dat zy hemlieden
voluntairelick hebben laeen upschoquen ten dienste van zyne majesteit ende vanden lande als
ceurlynghen metghaders int afdancken vande zelve blyckende by xij billettten bedraeghende
tsamen de somme van jx xxj pond vj schele
An Jaeques Bonbnois anghenomen hondeslaeger deser stede over tdootslaen van diversche
honden blyckende by zeven billetten – tsamen ix pond parisis
Anden greffier deser stede ter casue van tschryven, dobbleren, calculeren ende sluyten vande
laetst ommesellinghe ghedaen ten laste vande ghemeene inzetenen deser stede ende jurisdictie
– viij pond parisis
Folio 34
Item an Gillis Save, Pieter Lauwers, Anthoine van Noortover, voerlieden deser stede,
Allaert Faes, Mahieu de Turcq ende anden lanslieden over bevrechtight thebben de bagaige
vande compagnie voeknechten vanden regimente vanden heere van Fontaine onder tbevel
vande capitein de Henin van hier tot Cassele – tsaemen – jcc liij pond parisis
An Baptiste vande Kynderen ter cause van theire tzynen huyse ghedaen byde notable deser
stede upden xix februari 1625 naerdien zy in vergaederynghe hadden gheweest met wetten
ende raeden – xiiij pond viij schele
An Mahieu Bondeulle over gheweest thebben met zeker peerderuyteren tot Roesbrugghe –
xx schel
An Jan Baervoet de jonghe deurwaerder vande camere over de debvoiren by hem ghedaen
int vermaenen van alle de corporade schepen deser stede ghedeurende e ntyt datmen alhier
wachte hilt – xxx pond parisis
An Jan Jacobssone de jonghe over de leverynghe van keerssen, pampier, ynt, was ende
pennen ten behouve ende oorboir vanden greffie, tresorier, nachtachte ende andere by
specificatie byden voornoemde Jacobssone overghegehven, de somme van ijc xiij pond xviij
schele
An Toryne de weduwe van Pieter Timmerman ove ghedreghen hebbende brieven up Ypre
ende elders met verschot van ghelde by haer ghedaen ghedeurende tjaer deser rekenynghe
blyckende by billette ende specificatie by haer overghegheven de somme van xiiij pond xiiij
schele
An Pieter Ortio over gheclapt thebbene tjaer deser rekenynghe de marctdaeghen commende
upden donderdach – xl schele
De stede heeft ten ajere 1622 ghecocht upde boortocht van Guillaume Rouvroy, Chrisitaen
Mannen ende Jan Wydts jeghens de kynderen van Willem de Rycke d’oude eene
erfvelicke losrente van xvj pond parisis by jaee den penning xvj vallende den iiijden februari
elck jaer zo ter rekenynghe vanden zelve jaere breedder gheseit is,ende tcapitael aldaer in
ontfanghe ghebrocht van welck capitael ten ajere 1623 ghelost is vj c pond parisis over
tcontingent van Ghastyne, eene vande voorseide kynderen, zoo oock ten voorleden ajere
upgheliet is xij c iiijxx iiij pond parisis over tremboursmeent ende uplech van tcapitael vande
quote competerende inde voorseie rente Jaecquemyne ende Margriete, kynderen vanden
voorseide Willem Derycke in zulcke voughen dat de stede maer vande voorseide rente
schuoldich en is tcontingent van Jan de zone vande voornoemde Rycke, bedraeghende in
capitaele xxxix pond ij schele grooten, metghaders tcontingent van Tanneken zyne zustere,
gedraeghende in capitaele lix pond xviij schellynghe grooten maeckende tsamen
Folio 35
In capitaele iiijxx xix pond grooten vlaems ut brynghende met tverloop van dien – den
pennynck xvj – lxxiiij pond v schele danof de stede schuldcih bleeft ter voorgaende
rekenynghe een jaer ghevallen iiijden februari 1624 al breeder blyckende byde zelve
rekenynghe alhier – memorie
Betaelt an Jaecques vande Wynckele ende Pieter De Rycke als voochden vande
voornoemde weesen twee jaeren verloop vande voornoemde rene tlaetste van een ghevallen
den iiijde februari 1625 bedraghende jaerelickx lxxiiij pond v schele – compt samen – jc xlviij
pond x schele
Van ghelycke heeft de selve stede ten voorleden jaere up ghenomen ende ontfanghen van
zuster Marie Fegoy, moeder vanden convente vande grauwe zusters in St. Jans prochie deser
stede upde boortocht van Guillaume Rouvroy, Andries rebault, Jaecques Floor ende Jaecques
Baert de somme van jm vc xxxvj pond parisis omme daermede te betaelen een deel van de
groote ende zwaere schulden daermede de stede belast was - zynde de zelve pennynghen
upghenomen rent wys den penning xvj – vutbrynghende iiijxx vj pond parisis by jaere wanof
tjste jaer verscheenen is den xvij in lauwe 1625 al breeder blyckende by de voorgaende
rekenynghe ende in capitel vande ontfanck van capitale pennynghen alhier – memorie.
An Jaecques Floor
d’oude over de helft
vanden rapporte vande
processe hanghende
inden raedt van
Vlaenderen tusschen
den zelve Floor als
heescher ende
Burghmeesters ende
schepenen deser stede - verweerders – xlvj schele
Den doender deser heeft ghefurniert in handen van Jaecques Proventier, schepen deser stede
de somme van cijc ponden parsiis omme daermede te trecken naer voorgaende deputatie nare
de stadt van Liere in Brabant, ten fyne van aldaer te beteden de carroywaghens die de stede
lveen moese ten diene van zyne majesteit voor tbelech van breda, ende oock mede te betaelen
tgonne de zelve stede tn dien causen aldaer chuldich was van welcke xijc ponden parsiis den
zelveproventier beaelt heeft an diversche personen tot ontlastynghe vande voornoemde stede,
de somme van xjc lix pond i schel daerinne begrepen zyn voyaige blyckende by rekenynghe
danof den xden decembris 1624 – dus alhier de zelve – xjc lix pond j schele
Van ghelycken heeft den doender deser oock ghetelt in handen van Jaecques Floor ende
Robert Du Flocq, schepenen deser stede ghelicke somme van xijc pond parisis omme oock
naer voorgaende deputatie te trecken naer Brussele ende alder te spreken ende accordeen met
den commisaris vanden Beeke die anghenomen hadde de leverynghe vande twee
caroywaeghens deser stede tot dienste van zyne majesteit alsvooren van welcke xijc pond
parisis zy beaelt hebben anden voornmden commissaris over de vulel betalinghe ende vande
eerste drie voyagen by hem mette zelve caroywaghens ghedaen van Liere inden leghere voor
Breda de somme van vc xxij pond parisis ende ghelicke vc xxij pond parisis up rekenynghe
vande drie laetste voyagen,
Item an Octavie Bunet voor eene cortosie vj pond parisis over den waghenrecht xxxj pond ix
schele over haerlieden vctien ende voyagie jx lxviij pond pariis vutbrynghende al tsamen boen
de voroseide xij pond parisis de somme van xlix pond ix schele doende tsaemen xij c xlix pnd
ix schel dus alhier de selve – xijc xlix pond ix schele
Betaelt aen Clayse Vermaerles up rekenynghe van haeren dienst gheaen int assisteren vande
persoonen wesende inde conasieuse ziecte – de somem van lxxij pnd parisis
An meeester Anthoine Reys, schoolmeester deser stede over zyne debvoiren by he mghedaen
int verthoonen vnden patroon ende patronesse zyner schooe te weten Sint Nicolais ende Ste.
Catharine met diversche maeghdekens tot decoratie vande processie ten ommeganghe
laetsten – xxiiij pond parisis
An Jan Jacobssone de jonghe over de leverynghe van wynckelwaere tot behouve vanden
pate alhier ghepredict hebbende den voorleden vastene – xj pond xviij schele
Ande comedianten over hemlieden debvoiren ghedaen int verthoonen van een schoon groot
spel van Ste. Victor ten ommeghanghe laetstleden ende des anderen sdaechs een estiate met
xxx pond parisis ende xj pond parisis over tquytschel vanden stee rechte van twee tonnen bier
– tsamen xlj pond parisis
Anden conynck ende gouverneuren vand ghilde van Ste. Sebastiaen over tquiytschl vande
stederecht van een tonne bier by hemleiden ghedroncken naerdien zy gheschoten hadden
jeghens de schotterlycke ghesellen vande prochie van Vlamertynghe – v pond x schele
An Andries Schoonaert over neghen daeghen peertheure van zyn peert tot behouve van de
ghedeputeerde deser stde – xiij pond x schele
An diversche landtslieden deser stede over twechvoeren van diversche soldaeten ende
huerlieden bagiage nvan deser stede naer ander differente quartieren, blyckende by ix billetten
tsameen – lxj pond x schele
An Jacob Willems ten ghelick causen – iiij pond parisis
An Jacob Verschote over een voaige by hem ghedaen tot Bambeke by laste van wetten – xx
schele
An myn heere den proost over tdesfroy ghepresenteert anden quartiermeester Fournique alhier
logerende – xv pond parisis
Folio 37
An meesters Vincent Ysenbrant; Michiel Aernoudt ende Philips Winnebroot chirurgien
over tderde part vander stede over haerlieden cure ghedaen in afzetten vant been van Jacob
Kiecken filius Aernoudt – bedraeghende xxx pond parisis
An Nicolais Heyerman, over de theire tzynen huyse ghedaen by wetten naer dat zy
ghevisiteert hadden de nieuwe calchiede ghemaeckt upde wech van Ypre – xiiij pnd x schele
An Jaecques Wydts iij pond x schele over ghelycke somme by hem verschoten itn coopen
van een zilveren coppetasse ghepresenteert an joncvrauwe Cathelyne de ochter van dheer
Pieter vanden Peereboome – dus alhier de zelve – iij pond x schele
Den doender deser heeft ten voorgaenden jaere maer in bealynghe ghebocht vj podn over den
pacht van een half ghemet landts byde stede jeghens de kerckmeesters van Sint Jans gheheurt
daer nochtans den zelven pacht bedraecht ix podn parisis by jaere volghende de rekenynghe
van de voroseide kerckmeesters ende de notitie byden greffier danof ghehouden – dus alhier
over de tecortheyt – iij pond parisis
Van ghelycken heeft den zlven inghebrocht voor ontfanck l schele over ee njaer heure vnde
erfve gheseyt tvyfverstraetjen tweclke gheschiet is by abuys overmidts de zelve licht vage
ende ghebrucyt by de ghebeuren – dus alhier de zelve – l schele
An Pieter van Neufville, messagier deser stede ove den coope van fazanten, pretrisen ende
ander wilt, ghepresenteert an eenighe groote heeren tot welvaert vanden stede – xxiiij pond
An Jan van Trecht als schoolmeester vanden sondachschoole zyn pensioen van een ajer
ghevallen den xxijde lauwe 1625 – lx pond parisis
An Jaecques Baert over de leverynghe van xij stoopen wyn tot behouve vanden pater alhier
ghepredict hebbende de woorde godts – den voorleden vastene – xxij pnd ij schele
Betaelt Andries Schoonaert als collecteur vander ommestellynghe ghedaen tne lase vane
ghemeene inzetene deser stede upden xxijde octobris 1624 bedraghende vm viijc lvij pond
xvij schele over zyn sallaris van t’innen der zelve ten advenante van xj schele van elck pondt
grooten bedraecht – ijc lxviij pond viij schele
Xde somme – vjm iiijc lxxiij pond ix schele
Betalynghen van wercken ende reparatien ghedaen ande schipvaert, brugghen, speyen
overdraghen en calchiede ende anders
Betaelt Pieter de Zeghere over tvoeren van twee eecken bullen naer de speye te Coppernolle
– iij pond parisis
An Clais deleZenne over zes daghen ghevrocht thebben itn wechvoeren vanden lande
utghesmeten uten spriet ten oppersen overdraghe – vj pond parisis
Anden zelven Clais ende zynen broeder over thien daeghen ende half werckens int
wechvoeren vanden voorseide lande – x pond x schele
An Jan de Vynck – timmerman – over ghebvrocht te hebben den tyt van zes daeghen int
verlegghen van tslet vanden overdraghe ten reepken – viij pond viij schele
Anden zelven over zyn handtwerck by hem ghedaen den tyt van zeven daeghen ande huyse
ter watermuelen – x pond x schele
An Loys Lhermytte over ghezaecht thebben elf slethoutten tot behouve van tslet ten reepken
– xij pond parisis
Anden zelven Lhermyte over ghelicke zaeghen van slethouten tot behouve als voren – xvj
pond
An Michiel Maes ende Francois Pyl over den coop van eenen almen boom dienende tot
slethoutten vanden oppersten overdraghe – xxvj pond parisis
An Christiaen vande weghe over tverlegghen vande nieuwe caye ende kerckwech van ste.
Bertins – xxxvj pond parisis
An Jan de Vynck ende Guillaume Zomerman timmerkieden over haerlieden handtwerck
den tydt van zeven daeghen int verlegghen van tslet ten oppersten overdraghe – xviij pond iiij
schele
An Clays dele Zenne over vyfdaeghen werckens int upvullen van tvoornoemde slet – v pond
parisis
Anden voornoemde Clays dele Zenne over zyn handtwerck ghedaen ande buuse ter
watemuelen, landen vande houvers ende andersins – xij pond xiij schele parisis
An Pieter Lauwers voerman ove rtmeenen ende voeren van zavele tot behouve vanden caye
ende calchie deser stede – xxxvj pond parisis
Folio 39
An Clays delezenne over tdelfven van eenen dyck langhes tslet ten reepken metgaders het
delfven van de clyte dienende tot upvullen van tzelve slet – vj podn x schele
An Guillaume Zomerman over zyn hadntwerck by hem ghedaen den tyt van twaelf
daaeghen int verlegghen van tvoornoemde slet – xv pond xij schele
An Jaecques de voldere ove de leverynghe van een hondert gleyen tot behoufve vanden
overdraghe ten Reepken – xiij pond parisis
An Jan Keertebaete over tvlechten van een
‘vlech’ upden zolder inden stedehuys ten Reepken met leverynghe van houtte daertoe
dienende
An Jaecques de voldere xv pond iiij schele over ghelycke somme by hem betaelt an Robert
Provoost ende Jehan Pir over tplacken vanden voorseide stedehuyse dus alhier de zelve – xv
pond iiij schele
An Jan Devynck ende Guillaume Zomerman timmerlieden over haerlieden handtwerck
ghedaen den tydt van elck zes daeghen int verlegghen van tslet te Reepken ende anders de
somme van – xvj pond iiij schele
An Abraham van Hove, coordrayer over de leverynghe van eenen clokcstynck tot behovue
vande clocke in Ste. Bertins kerke – x pond iij schele
An Pieter Lauwers over tvoeren van zavele tot behouve vande calchiede deser stede – viij
pond iij schele
An Jan Devynck timmerman over zyn handtwerck ghedaen itn verlegghen van ’t slet te
Reepken – xj pond iiij schele
An Jan Hubrecht over de leverynghe van twyntich duyst root steen tot behouve vande speye
te Coppernolle ende caye deser stede de somme van – jc lxxij pond
An Charles Leuren over ende uten name van meester Jan Vanderfoosse over den coop van
vyf eecken ghe-employeert inde noodighe wercken deser stede – ijc lvij parisis
An Jaeques vande Wynckele d’oude ove tleveren ende maecken van eenen nieuwen
vierwaghen ende andersins – xxxix pond
An Jaecques Leroy over tleveren van ijc xv voeten plancken ende ander houtten tot maecken
van een nieuwe brugghe idne belstraete – xlvj pond xj schele
Folio 40
An Guillaume Zomerman over tmaecken van een cayken neffens de speye te Coppernolle –
ix pond ij schele
An Jan de Vynck, timmerman, ove tmaecken van eene nieuwe baille upde oppersten
overdracht – iij pond xvj schele
An Adriaen Keertebaete over de leverynghe an achtien voeten latten ende vyf hondert
vyftich banderoen tot behouve van het upperste overdrach deser stede – ix pond xij schele
An Pieter Lauwers over tvoeren van zavele ende straetzant al to behouve vande calchiede
ende ander wercken deser stede – lxiij pond
An Jan de vynck ende Guillaume Zomerman, timmerlieden, over zes daeghen werckens
ande stedeschole – xv pond xij schele
An Anthoine Bureau over de leverynghe van een mande tot behouve vander stede – xviij
schele
An Jacques vande Wynckele de jonghe over de leverynghe van 24 voeten zolderboom ende
een mantelhoudt ten behouve van de schoole – vj pond parisis
An Michiel de Visch over den coop ende leverynghe van vyf eecken bullen tot maecken van
een baillie ende staeken upde nieuwe clachiede opde yperstraete – xxxj pond x schele
An Jan de Meester over de leverynghe van xij plantsoenen ende zeker daeghen werckens
tsameen – xvij pond x schele
An Jan Vaes over de leverynghe van twee hondert vyftich fagooten tot behouve vanden
wachte deser stede metgaders over tvoeren van zeker slethoutten – xl pond
An Chrispiaen vande weghe, calchiemaeckeer over zyn handtwerck int verlegghen vande
caye ende kerckwech van Ste. Bertins – jc xij pond ij schele
An de wedewe van Pieter Temmerman over den coop van lootpennynghen tot behovue
vande hoghe loye deser stede – xxiiij schele
An Gillis de Roode over de leverynghe van een hondert almen facheelen tot behouve van de
wetten – xxiiij pond
An Guillaume Rouseau over de leverynghe van twee cassen, twee rysboomen ende twee
scheen tot behouve van de carrywaghens deser stede – xiij pond Folio 41
An Pieter de werf – stroycdecker over verdeckt thebben een hondert gley anden nieuwen
dobbelen meur vande stedeschole – iiij pond vj schele
An meester Jan vanderFoosse over den coop ende leverynghe van twee abeelen dienende tot
tsaeghen van slethoutten tot behouve van t’overdragh ten Reepken. – xlij pond
An Bertholomeus Bollaert over de leverynghe van een hondert ende acht gleyschooven tot
het decken vanden deobelen meur inde stedeschoole – xiiij pond
An Anthoine de Witte slotenmaeker over tvermaecken vande muschetten de stede
competerende – xv pond
An Loys Lermyte over tsaeghen van zeven bullen tot het maecken vande burgghe neffens het
upperse overdrach – ix pond
An Clays Dele Zenne ove zyn handtwerck ghedaen ande houvers langhes de schipvaert deser
stede – x pond xvj schele
An Pieter Lauwers, voerman, over tmeenen van zeker houtten, staeken ende andere – xvij
pond
An Jaecques Peltier over tmaecken van een hondert neghenentwyntich bundelen faseelen
ende lxiiij fagooten ghevallen ut de toppelynghe vande stedebomen – iij pond iiij schele
An Jan Christiaen over de coop ende leverynghe van vyfentnegentich bondelen drooghe
almen fasseelen tot behouve van wetten – xxv pond
An Jan Keertebaete ove de leverynghe van thien houppen tot behoude vande speye ter
Coppernolle – xxxvj schele
An Clays Delezenne over tlichten vanden houver ten zyen den spriet ten oppersten
overdraghe – vj pond
An Jan Minne over de leverynghe van zeker yseren boutten tot behouve vande
carroywaghens deser stede – xl schele
An Christiaen Meerlynck over de leverynghe van gley tot behouve van der stede – x pond
iiij schele
An Caerle Jacobs over tbevrechtighen van twee voeren houdts naer de Belbrugghe – xxiiij
schele
An Mahieu Sohier over zyn handtwerck ghedaen int opvullen van twee ghebroken goten
neffens topperse overdrach – vj pond
Folio 42
An Michiel Maes over de leverynghe van twaelf voeten taillen tot behouve vanden huuse
vande vrauws broeders in Sint Jans Cruyce – ix pond
An Caerle Jacobs over tvoeren van zeker houtten – xx schele
An meester Jan Smet hoorlogemaecker over de reparatie by hem ghedaen ant hoorloge
staende upden torren van Ste. Bertins – xij pond
Anden zelve meester Jan in vulle betaynghe vande voornoemde reparatie – xxviij pond
An Philippe Marie over eenen dach ghelevert thebben boomen met twee peerden voor de
stede – vij pond
An Pieter Capelle ende Jooris van Thuyne, metsers, over haerlieden handtwerck ghedaen
an diversche brugghen pyppen als ande voorghevel van de stedeschoole – l pond xij schele
An denzelven ten ghelicke oorsaecke – xxxvj pond
An Michiel Maes over den coop van een eecke tot behouve vande stede – xxij pond
An Allaert Faes over tmeenen van eenen dach zeker houtten voor de stede – vij pond
An Pieter de Werf, stroydecker, over tdecken van hutten dienende totte persoonen
gheinfecteert zynde mette contasieuse ziecte – vij pond xiiij schele
An Christiaen Meerlynck over de leverynghe van zes gheabateerde plantsoenen tot behouve
vande wercken deser stede – iij pond
An Adriaen Keertebaete ove de leverynghe van ijc dobbel banderoen tot behouve vande
bonensche nieuwe hutten – xlviij schele
An Michiel de Visch over den coop ende leverynghe van zes eecken bullen tot behouve
vande nieuwe coutterbrugge de somme van jc xxxij pond
An Jan de Cuupere over de elverynghe van latten ende wischtynghe vanden dubbelen meur
inde stedeschole – xv pond
An Mahieu de Turck over de leverynghe van zes voeren plackaerde tot behouve vanden
voorseide meur – iiij pond xvj schele
An Anthoine Robillewaert over placken vande voorseide dubbelen meur – wij pond
An Pieter de Werf in vulle betaelynghe van tdecken van den voorseide meur – iij pond
Folio 43
An Pieter Craye over tmaecken van zeker yseren platen dienende tot de rollen van eht
opperste overdracht – vij pond x schele
An Pieter Blocquet over de leverynghe van groote ende cleene teghels tot behouve vande
stedeschole ende den huyse vanden carmelyten – tsameen xxxv pond v schele
An Robert Proventier over de leverynghe van lxv deelen ende half ende elf gheschopte
deelen tot maecken ende repareren van het voornoemde huyseken vande carmelyten – iiijxx
xiij pond ij schele
An Jacques vande Wynckele de jonghe over de leverynghe van houtte gheemplyeert ande
stede schole ende caroywaghens – xij pond x schele
An Loys vande Goosteene over de coop ende leverynghe van vyf hondert abeelen bert ende
lxxv almen reghels tot behouve vanden huyse vande carmelyten – xliij pond vij schele
An Anthoine du Bureau over de leverynghe van wissen dienende tot het decken vande
nieuwe hutten – xxxij schele
An Jaecques Proventier over den coop van een eecke tot behouve vande coutterbrugghe –
xiij pond
An Lodewyck Douway over de leverynghe van thien voeten ende half latten tot behouve
vande hutten – iiij pond parisis
An Jaecques Duboule over vellen van zeker boomen voor de stede – iij pond
An Ghilein Everaert over den coop van eenen reep – xl schele
An Pieter Capelle over de leverynghe van neghen plantsoenen ende vervoeten vanden meur
inde stedeschole – tsaemen viij pond x schele
An Jaecques Peltier over tvellen van twee eecken voor de stede – iij pond
An Abraham van hove – coordedrayer – over de leverynghe an eenen reep tot behouve
vanden uppeersten overdragh – xxiij pond xvj schele
An Jaecques Plucquet de somme van xx pond ij schele over ghelicke somme by hem voor de
stede betaelt dus alhier de zelve xx pond ij schele
An Christiaen Vandeweghe over zyn handtwerck by hem ghedaen int verlegghen van de
caye ende greppe inde Leverstraete – xxiiij pond
Folio 44
An Pieter Lauwers over tmeenen van zavele ende staadtsant tot behouve vande wercken
deser stede – xvij pond
An Pieter Capelle ende Jooris van Thuyne, meester metsers, over haerlieden handtwerck
ghedaen ande noodighe wercken deser stede – xlv pond xiiij schele
An Clays Olivier over de leverynghe van een vyftich gleyschoven tot behouve an het
upperste overdrach – vij pond x schele
An Pieter de Werf, stroydecker, over tverlegghen van vyf hondert gleyen ende leverynghe
van drie duust drie hondert wissen an het voorseide overdracht – tsamen ix pond parisis
Andenvoorseide Pieter over ghelicke verlegghen ende leverynghe van wissen – x pond
Anden zelve ten ghelicke causen – vj pond
An Pieter Cappelle ende Jooris van Thuyne over de leverynghe van jc lxvj voeten zillen
xxxxj saende posten ende vier daeghen werckes ende dat al tot behouve vande stedeschole
ende huuseken van de carmelyten – lvj pond x schele
An Pieter de Fyne als ontfangheree vanden grave van middelburch over den coop van vier
abeelen gheemplyeert inde noodighe wercken deser stede – lxxiij pond xij schele
An Jan deCynck ende Guilaume Zomerman – timmerlieden – over vyf daeghen werckens int
maecken van een nieuwe stelde, deuren, veisnters ende zolder in het huyseken van onse lieve
vrauwe broeders in Ste. Jans Cruyse – xiij pond
An Clays Delezenne over zyn handtwerk den tyt van achte daeghen ende half ande houvers
ende buusen vande schipbaert – x pond iiij schele
An Jan Lambert over vier daeghen ghedect thebben ande huyse vande stedeschole – vj pond
An Jaecques Floor d’oude over de lverynghe van jc xxv bondelen fasseelen ende ijx
ryshoudt tot behouve van wetten – xlv pond
An Michiel Maes over tmaecken van vier laen zes forketten ende drie stampers alles tot
behouve van het stede
An Gillis de zaeghere over den coop ende leverynghe van een hondert fasseelen tot behouve
vanden wacht deser stede – xix pond
Folio 45
An Dieryck Spetebroot over de leverynghe an twee hondert fagooten tot behouve alsvooren
– xix pond
An Guillaume Ledou, glazemaecker, over de leverynghe van glazeveinsters inde stedeschole
– xxiij pond ij schele
An Ghilein Berquet, slotenmaecker, over de leverynghe van glaseuren dienende tot den
glaseveinsters byde stede ghejoont ande kercke van Ste. Bertins – xxij pond xv schele
An Pieter Dewerf over tdecken van twee hutten dienende tot de personen gheinfecteert zynde
mette contasieuse ziecte – viij pond
An Caerle Jacobs over tvoeren van zeker voeren ghezaecht houdt dienende tot de noodighe
wercken deser stede blyckende by zes billetten – tsaemen ter somme van xij pond x schele
An Clays Delezenne over diversche daeghen by hem voor de stede ghevrocht int wechvoeren
vande aerde vutghesmeten ter zyden den spriet vanden oppersten overdraghe metgaders te
Coppernolle ende andere noodighe wercken vande stede blyckende by vij billetten – tsamen
ter somme van – lxxij pond xvj schele
An Lowy Lermyte over tsaeghen van plancken, caypillen, posten, festhoutten ende andere
dienende tot maecken vande coutterbrugghe ende meer ander noodighe wercken vande stde
blyckende by ix billetten bedraeghende tsamen de somme van – jc lx pond j schele
An Jan de Vynck ende Guillaume Zomerman, timmerlieden, over tmaecken vande nieuwe
brugghe byden overdraghe ten reepken blyckende by vyf billetten tsameen ter somme van
iiijxx pond xvj schele
Ande zelve over haerlieden handtwerck ghedaen ande coutterbrugghe blyckende by drie
billetten bedraeghende tsamen – xxix pond xiiij
Ande zelfe over diversche dacheuren by hemlieden ghedae nzoo ande stedeschole, baillen,
speyen, brugghen ende meer ander noodelycke wercken vander stede blycdkende by xiij
billetten bedraeghende tsamen – jc iiijxx vij pond xvij schele
An Jaecques Leroy over de leverynghe van zeker houdt dienende tot maecken van een
stalagie upen torren van Ste. Bertins omme toorlogie aldaer te vermaecken met zyn
handtwerck – tsaemen ix pond xix schele
An Jaecques Floor over de leverynghe van een vyftich fagooten tot behouve van wetten in
haerlieden wetcamere – v pond
Folio 46
An Anthone Loovelde over den coop ende leverynghe an een hondert zeventachtich gleyen
tot behouve vande hutten diende tot de personen gheinfecteert met contasieuse ziecte de
somme van – xxviij pond
An Clays Beke over de leverynghe van eenhondert gleyschoven gheemplyoeert als vooren –
xv pond
An Jooris van Thuyne ende Pieter Cappelle, meester metsenaers, over hunlieden
handtwerck ghedaen int maecken van een nieuwe brugghe idne meessenstraete – ’t
vemaecken vande brugghe te Coppernolle ende andere tsamen de somme van lvij pnd xvj
schele
An Jan Keertebaete over de leverynghe van twyntich bondelen vlichthoudt tot behouve
vande bovenschreven hutten – xx pond
An Pieter Diedeman over de leverynghe van dertich voeten zillen, gheemployeert int
maecken van tafstopsel inde vierschaere deser stede - vj pond
An Gillis Save, voerman over tvoeren van diversche voeten zavele tot behouve vande
nooidghe wercken ende reparatien deser stede – x pond
An Chrispiaen deVynck over de leverynghe van 46 voeten zillen tot het maecken van eeenen
nieuwen meur inde stedeschole – vj pond xviij schele
An Pieter ende Jaspar van Caysele, timmerlieden, up rekenynghe an haerlieden handtwerck
int maecken vande nieuwe hoochbrugghe – xl pond
Ande zelve up rekenynghe als vooren – xxiiij pond
An Francois Widoot, SimphorienDeradt ende Jacob Willems ove ’t bevestighen van
zzeker houtten tot de voorseide hooghbrugghe – xij pond
An Jan Devynck ende Guillaume Zomerman, timmerlieden over diversche daeghen
handtwerck by hemlieden ghedaen ande buuyse neeffens de speye, brugghen, schole ende
andere noodelycke wercken ende reaparatien vander stede blyckende by vj billetten vande
refectiemeesters deser sede – tsamen ter somme van – iiijxx pond iij schele
An Gillis Save, voerman, over tbevrechtighen van zeker houtten naer de hoochbrugghe
metgaders zavele tot oorboir vande wercken deser stede par twee billetten tsamen – xx pond
xij schele
An Meester Jan Vanderfoosse over den coop van twee eecken gheemployeert ande
brugghen ten uppersten overdraghe ende couttere de somme van jc lxxvj pond
Anden coster van Ste. Bertins tgonne hem behoufde omme te gaene naer Ypre omme aldaer
te coopen cooperdraet tot behouve van thoorlogie staende upden toren van Ste. Bertins
bedraeght – iiij pond iiij schele
Folio 47
An Jonckvrauwe Anna Gommes over de ncoop van drie eeckenboomen gheemployeert ande
noodighe wercken deser stede de somme van lviij pond
An Robert Duflocq over de leverynghe van jc iiijxx voeten almen reghels tot oorboir vant
huyseken vande carmelyten – viiij pond
Anden zelve over de leverynghe van een hondert almen fasseelen tot behouve vanden wet in
haerlieden wetcamere – xxvj pond
An Jacob Plucquet in vulle betalynghe vande leverynghe van 1493 lysten, anckers ende
caypyllen – 1123 voeten plancken 182 caynaeghels ende ander noodtzaeckelike dienende tot
macken van 163 voeten cayinghe anden nedersten sluys te vestgens tsaemen by rekenynghe
byde voorgaende refectiemeesters gedaen de saomme van – ijc lxxviij pond
An Michiel Moiver over tbevrechtighen van zeker voeren houdt van deser stede naer de
hoochbrugghe – xviij pond
An Jan de Meester over de leverynghe van gley tot behouve vande speye ende overdrach te
Coppernolle, latten, wissen ende banderoen metgaders een vyftich dacheuren betaelt byden
voornoemde meester in verwaesen vande vaert ende andersins tsaemen iiijxx xiiij pond
Xiijde somme iijm ixc xxxviij pond xiij schele vj deniers
Folio 48
Ander betalynghen ghedaen van theerynghe van soldaeten ende anders ten diversche upsiene
gheschiet ghedeurende tjaer deser rekenynghe
Betaelt Nicolais Heyerman over de theerynghe tzynen huyse ghedaen by diversche capiteinen,
leiutenanten, sergeanten ende soldaeten alhier logerende, passerende ende repasserende
blyckende by viij billetn bedraecht tsaemen – iijx xlvij pond xix schele
Ande wedewe van jaecues Vasseur over ghelycke theerynghe van chefven ende soldaeten
thaeren huyse ghdaen blyckende by xxix billetten vutbrynghende tsamen ter somme van – vc
xxxiiij pond viij schele
An Baptist vander Kynderen ove dierghelick theerynghe van soldaeten blyckende by lxxij
billetten bedonghen tsamen ter somme van jxiiijxx xvj pond xvj schele
An Caerle Staes over de theerynghe tzynen huyse ghedaen alsvooren blyckende by lij billetten
vutbrynghende tsamen – ijc liij pond xvj schele
An Pieter Rouvroy over ghelycke theerynghe tzynen huyse ghedaen by soldaeten blyckende
by xj billetten bedraghende tsamen – lxv pond xij schele
An Claes Michiel ter cause als vooren blyckende by vj billetten bedraeghende tsamen ter
somme van – xxxiij pond xvj schele
An Caerle van Damme over de theerynghe tzynen huyse ghedaen by thien soldaeten vande
copagnie anden capitien Henin alhier vernacht hebbende – xv pond parisis
An Jan van Damme over ghelicke therynghe van thien soldaeten vande voornoedme
compagnie – xv pond
An Dieryck Hallynck over ghelicke logement – vj pond
An Noel Collet over ghelicke logement – xvj pond xvj schele
An Jodioen Weert in St. Jooris over de theerynghe van soldaeten alsvooren par twe e billeten
– xviij pond
An Jaecques Baert ter cause vande theerynghe dhedaen by xxix perderuyteen i ndivershe
heerberghen ghelogier hebbende wesende vande bende van ordonnantie vande grave van
Bossu danof den voorseide Baert tbroodt vercreghen heeft – bedraecht iiijxx j pond iij schele
Xijde somme – jm vc iiijxx iiij pond vij schele
Andere mysen ende betalynghen extraordinaire
Over den ontfanck extraordinaire hier vooren tot den ordinairen ghevoucht ende oock de
distributie vande pennynghe daraf procedeurende inde voorgaende mysen begrepen – de
somme van lij pond
Over tschryfven ende dobbleren vande zelve rekenynghe extraordinaire – xij pond
Over trecht vande auditeuren vande zelve rekenynghe ende in ghetaele van x – xij pond
Anden greffier ter cause van tappostilleren ende sluyten van dese rekeninghe – viij pond
Anden zelven greffier deser stede over tstellen van alle dinstructien vande processen de stede
raeckende hanghende inden raedt van mechelen ende Vlaenderen ghesonden ande advocaten
ende procureurs wesende ten pensioene deser stede met ander diensten ende vacatien danof
dependerende – xxiij pond
Anden voorgaenden tresorier doender deser als hebbende meer betaelt dan ontfanghen
blcykende by tslot van zyne rekeneynghe ghedaen upen xvijden octobris xvjc xxiiij de somme
van – vijc liij pond ij deniers
Xiijde somme – viijc lxix pond ij deniers
Totale somme van de voorseide betaelinghe bedraecht – xix m iijc ij pond ix schel ij deniers
Ende den ontfanck hier vooren xix m jx xl pond vij schele xix deniers
Dus meer betaelt dan tonfaen – jc lxij pond iiij deniers
Ghehoort, gheexamineert ende ghesloten by sire Charles d’Ursele, proost inde naeme vande
heere – dheers Andries Marsille, bailliu, Guillaume Rouvroy, burghmeester, Loys vande
Goosteene, schepene, Pieter vanden Peerboome, Guillaume Floor, raeden, Andries
Rebaut ende Jan Denys, notable
den xvijde octobris vjc xxv opden protestatie ghecostumeert.