special comac :: jongeren en de crisis

4
11 13 oktober 2011 | 38 “Waar zullen wij staan over tien jaar?” Edito T ien jaar geleden konden weinig Griekse jongeren zich indenken hoe ze er van- daag de dag aan toe zijn. De Europese Commissie dwingt de Griekse bevolking nu al maanden een onvoorstelbare daling van haar levensniveau te aanvaarden: loonsverlagingen, lagere werkloosheidsuitkeringen, stijgende levensduurte, duizenden ontslagen, privatisering van overheidsdiensten, een nooit eerder vertoonde achteruit- gang van de collectieve rechten van de werknemers, enz. Achter de naakte cijfers staan de miljoenen levens van mensen die in het nauw gedreven worden. Loopbanen die afgebroken worden, toekomstplannen die kapot gemaakt worden... Velen die hun studie moeten stopzetten of er gewoon niet aan kunnen beginnen, talenten die niet ontwikkeld worden, jobs die er niet meer zijn... Waarom? Om aan speculanten en miljonairs het geld terug te kunnen betalen, dat zij de Griekse staat leenden. En waarom moest de Griekse staat zoveel lenen? Om in 2008 de banken te redden, toen die op de rand van het faillissement stonden. Ze gingen failliet door… diezelfde speculanten en miljonairs. De allerrijksten organiseren momenteel de hold-up van de eeuw. Een heel land gaat naar de verdoemenis. En wat hebben de Griekse jongeren en hun familie daarin te zeggen? Niets. En wij, waar zullen wij staan over tien jaar? Griekenland is geen geïsoleerd geval, ook al is het vandaag het meest in het oog springende. Alle Europese staten staken zich tot over hun oren in de schulden om de banken te redden. Vandaag is het Dexia dat failliet dreigt te gaan en opnieuw een beroep doet op de Belgische staat. De discussie is aan de orde in alle landen: wie moet deze crisis betalen? En in alle landen dringen de regeringen ons hetzelfde antwoord op: wij, jongeren en werkenden, wij moeten ons levensniveau verlagen. De echte (superrijke) verantwoordelijken laten ze in elk geval met rust. Ook de toekomstige regering hier in België gaat die weg bewandelen. Na bijna 500 dagen onderhandelen, horen we nu: “Oef, er is eindelijk een akkoord.” Maar waar slaat dat akkoord eigenlijk op? Op een historische stap voorwaarts in de verdeling van het land, op de splitsing van de sociale zekerheid en op het feit dat ze ons voor de crisis willen doen opdraaien door indrukwekkende besparingen. Ook al verdrievoudigde het inkomen van aandeelhouders de afgelopen tien jaar. Toch willen ze ons doen geloven dat er niet genoeg geld is voor het onderwijs en om jongeren aan een baan te helpen. Nooit eerder was het maatschappelijke debat zo wereldomvattend en globaal en toch zouden ze ons willen doen geloven dat Franstaligen en Nederlands- taligen hier beter tegen gewapend zouden zijn als ze elk in hun eigen hoekje zitten? Hoe durven ze! En dan zouden wij nog blij moeten zijn ook, dat er eindelijk een akkoord is? Neen, dit zal niet gebeuren in onze naam. Of zoals los indignados het formuleren, wij zijn geen koopwaar in handen van bankiers en politici. Geen sprake van dat ze ons dezelfde weg naar de hel opsturen als de Grieken. Geen sprake van dat ze met onze toekomst op de beurs gaan spelen zonder het ons zelfs maar te vragen. Er is wel de- gelijk een alternatief. Een andere wereld is mogelijk, niet geleid door de dictaten van de winstlogica. Die andere wereld vinden we bij het socialisme. Daarom zeggen wij: “CHEnge the World”. Die andere wereld krijgen we echter niet zomaar cadeau. Daarom moet je in actie komen, in jouw school, aan de unief of in je wijk. Op deze COMAC-pagina’s kan je artikels lezen over de indignados, over het mid- delbaar en hoger onderwijs, over de jongerenwerkloosheid, het werk van Comac in de studentenvakbond. Ten slotte kom je er ook meer te weten over de inzet van de pensioenhervorming en wat dat met ons te maken heeft. Kortom, een hele berg ijzer om de wapens mee te smeden voor de komende acties. AURÉLIE DECOENE Aurelie Decoene is voorzitster van COMAC < \ dE indignados in BrussEl Op 15 oktober stappen we samen op tegen d e b esparinge n Vorige zaterdag kwamen de eerste ‘verontwaardig- den’ (indignados) in Brussel aan. Zij kwamen uit Spanje, Frankrijk, Duitsland en Nederland. Ondanks het slechte weer was de sfeer in het Elisabethpark in Koekelberg uit- stekend. Ongeveer 400 sympathisanten verwelkomden de stappers met de strijdkreet “El pueblo unido jamás será vencido”. Wij zijn geen handelswaar in de handen van de ban- kiers en de politici”, “zij vertegen- woordigen ons niet”, zo luiden de ordewoorden die in mei in Span- je gelanceerd werden. Pro- u test tegen de crisis van het kapitalisme en het ontbreken van democratische inspraak. In principe blijven zij in Brussel tot het eind van het week- end. Maar sommigen spreken al van langer blijven. Op het programma staan: filmprojecties, workshops en acties. Maar ook debatten over de Europese besparingsmaatregelen, de oorspong van de schuldenlast, de Griekse crisis en de strijd tegen de privatisering van het water. Elke avond wordt vanaf 18 u ge- debatteerd over alle onderwerpen waarmee de beweging bezig is. Dit is het moment van de dag dat veel nieuwsgierigen lokt. De Spaanse stappers weten uit ervaring hoe je deze bijeen- komsten moet leiden en verwijzen naar de bijeenkomsten die in juni in Brussel en Luik zijn doorgegaan. Dit is echter niet voldoende om de deelnemers écht te laten discussiëren over de weg die de beweging moet inslaan of om beslissingen te treffen. Zondagavond werd er een uur gedebatteerd over de vraag of de media al dan niet het debat mochten filmen. Dat heeft meer dan één aanwezige doen afhaken. De discussie was zeker wel interessant, maar tot een consensus komen lag veel moeilijker. debatteren om tot actie te komen Er zal nog een belangrijk debat nodig zijn over de manier waarop beslissingen moeten genomen worden. Wij zullen het belang verdedigen om een stemming in te voeren waar het nodig is. Als je mensen in een vergadering bijeen brengt is het toch in de eerste plaats om te handelen, zoals correct geschreven staat in artikel met het weekprogramma. “De verontwaardiging is de uitdrukking van een bewustwording. Deze bewustwording moet in daden worden omgezet.” Over actie gesproken: een belangrijke inzet van de discussie is de betoging zaterdag (14 u Brussel-Noord). Nu de federale regering 4 miljard euro op tafel legt om de Belgische belangen in Dexia te redden, wordt het debat over wie de crisis moet betalen nog dringender. Dit is een debat dat in heel Europa moet gevoerd worden. Wij hebben immers een gemeenschap- pelijke vijand: de Europese Unie en de grote monopolies die zij vertegenwoordigt. Het is de EU die alle lidstaten drastische besparingen oplegt. Het is dus van het grootste belang om alle krachten te bundelen en te weigeren hun crisis te betalen. Dat geldt zowel voor de indignados als voor de vakbonden en alle anderen uit de sociale bewegingen. Dat is het standpunt dat wij deze week op de bijeenkomsten zullen verdedigen. NABIL BOUKILI EN MAXIME VAN LAERE < Enkele honderden jonge Europeanen kwamen op zaterdag 8 oktober in Brussel aan voor een ‘week van verontwaardiging’ over - voornamelijk - de Europese instellingen. (Foto Solidair, Martine Raeymaekers)

Upload: pvda-belgie

Post on 11-Mar-2016

226 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Waar zullen wíj staan over tien jaar? Dat vraagt Aurélie Decoene, voorzitster van PVDA-jongerenbeweging Comac, zich af in het editoriaal artikel van deze Comac-special, samengesteld en geschreven door leden van Comac. In dit pdf-document vind je artikels over de indignados, over het middelbaar en hoger onderwijs, over de jongerenwerkloosheid, het werk van Comac in de studentenvakbond. Je komt er ook meer te weten over de inzet van de pensioenhervorming en op welke manier die ook betrekking heeft op de jongeren. Kortom, een hele berg ijzer om de wapens mee te smeden voor de komende acties.

TRANSCRIPT

Page 1: Special Comac :: Jongeren en de crisis

1113 oktober 2011 | 38

“Waar zullen wij staan over tien jaar?”E d i t o

Edito

Tien jaar geleden konden weinig Griekse jongeren zich indenken hoe ze er van-daag de dag aan toe zijn. De Europese Commissie dwingt de Griekse bevolking nu al maanden een onvoorstelbare daling van haar levensniveau te aanvaarden:

loonsverlagingen, lagere werkloosheidsuitkeringen, stijgende levensduurte, duizenden ontslagen, privatisering van overheidsdiensten, een nooit eerder vertoonde achteruit-gang van de collectieve rechten van de werknemers, enz. Achter de naakte cijfers staan de miljoenen levens van mensen die in het nauw gedreven worden. Loopbanen die afgebroken worden, toekomstplannen die kapot gemaakt worden... Velen die hun studie moeten stopzetten of er gewoon niet aan kunnen beginnen, talenten die niet ontwikkeld worden, jobs die er niet meer zijn... Waarom? Om aan speculanten en miljonairs het geld terug te kunnen betalen, dat zij de Griekse staat leenden. En waarom moest de Griekse staat zoveel lenen? Om in 2008 de banken te redden, toen die op de rand van het faillissement stonden. Ze gingen failliet door… diezelfde speculanten en miljonairs. De allerrijksten organiseren momenteel de hold-up van de eeuw. Een heel land gaat naar de verdoemenis. En wat hebben de Griekse jongeren en hun familie daarin te zeggen? Niets. En wij, waar zullen wij staan over tien jaar? Griekenland is geen geïsoleerd geval, ook al is het vandaag het meest in het oog springende. Alle Europese staten staken zich tot over hun oren in de schulden om de banken te redden. Vandaag is het Dexia dat failliet dreigt te gaan en opnieuw een beroep doet op de Belgische staat. De discussie is aan de orde in alle landen: wie moet deze crisis betalen? En in alle landen dringen de regeringen ons hetzelfde antwoord op: wij, jongeren en werkenden, wij moeten ons levensniveau verlagen. De echte (superrijke) verantwoordelijken laten ze in elk geval met rust. Ook de toekomstige regering hier in België gaat die weg bewandelen. Na bijna 500 dagen onderhandelen, horen we nu: “Oef, er is eindelijk een

akkoord.” Maar waar slaat dat akkoord eigenlijk op? Op een historische stap voorwaarts in de verdeling van het land, op de splitsing van de sociale zekerheid en op het feit dat ze ons voor de crisis willen doen opdraaien door indrukwekkende besparingen. Ook al verdrievoudigde het inkomen van aandeelhouders de afgelopen tien jaar. Toch willen ze ons doen geloven dat er niet genoeg geld is voor het onderwijs en om jongeren aan een baan te helpen. Nooit eerder was het maatschappelijke debat zo wereldomvattend en globaal en toch zouden ze ons willen doen geloven dat Franstaligen en Nederlands-taligen hier beter tegen gewapend zouden zijn als ze elk in hun eigen hoekje zitten? Hoe durven ze! En dan zouden wij nog blij moeten zijn ook, dat er eindelijk een akkoord is? Neen, dit zal niet gebeuren in onze naam. Of zoals los indignados het formuleren, wij zijn geen koopwaar in handen van bankiers en politici. Geen sprake van dat ze ons dezelfde weg naar de hel opsturen als de Grieken. Geen sprake van dat ze met onze toekomst op de beurs gaan spelen zonder het ons zelfs maar te vragen. Er is wel de-gelijk een alternatief. Een andere wereld is mogelijk, niet geleid door de dictaten van de winstlogica. Die andere wereld vinden we bij het socialisme. Daarom zeggen wij: “CHEnge the World”. Die andere wereld krijgen we echter niet zomaar cadeau. Daarom moet je in actie komen, in jouw school, aan de unief of in je wijk. Op deze COMAC-pagina’s kan je artikels lezen over de indignados, over het mid-

delbaar en hoger onderwijs, over de jongerenwerkloosheid, het werk van Comac in de studentenvakbond. Ten slotte kom je er ook meer te weten over de inzet van de pensioenhervorming en wat dat met ons te maken heeft. Kortom, een hele berg ijzer om de wapens mee te smeden voor de komende acties.

Aurélie Decoene

Aurelie Decoene is voorzitster van COMAC

<

\

dE indignados in BrussEl

Op 15 oktober stappen we samen op tegen de besparingen

Vorige zaterdag kwamen de eerste ‘verontwaardig-den’ (indignados) in Brussel aan. Zij kwamen uit Spanje, Frankrijk, Duitsland en Nederland. Ondanks het slechte weer was de sfeer in het Elisabethpark in Koekelberg uit-stekend. Ongeveer 400 sympathisanten verwelkomden de stappers met de strijdkreet “El pueblo unido jamás será vencido”.

“Wij zijn geen handelswaar in de handen van de ban-kiers en de politici”, “zij vertegen-woordigen ons niet”, zo

luiden de ordewoorden die in mei in Span-je gelanceerd werden. Pro-

u test tegen de crisis van het kapitalisme en het ontbreken van democratische inspraak. In principe blijven zij in Brussel tot het eind van het week-end. Maar sommigen spreken al van langer blijven. Op het

programma staan: filmprojecties, workshops en acties. Maar ook

debatten over de Europese besparingsmaatregelen,

de oorspong van de schuldenlast,

de Griekse crisis en de strijd tegen

de privatisering van het water. Elke avond wordt vanaf 18 u ge-debatteerd over alle

onderwerpen waarmee de beweging bezig is. Dit

is het moment van de dag dat veel nieuwsgierigen lokt. De Spaanse stappers

weten uit ervaring hoe je deze bijeen-komsten moet leiden en verwijzen naar de bijeenkomsten die in juni in Brussel en Luik zijn doorgegaan. Dit is echter niet voldoende om de deelnemers

écht te laten discussiëren over de weg die de beweging moet inslaan of om beslissingen te treffen. Zondagavond werd er een uur gedebatteerd over de

vraag of de media al dan niet het debat mochten filmen. Dat heeft meer dan één aanwezige doen afhaken. De discussie was zeker wel interessant, maar tot een consensus komen lag veel moeilijker.

debatteren om tot actie te komenEr zal nog een belangrijk debat nodig zijn over de manier waarop beslissingen moeten genomen worden. Wij zullen het belang verdedigen om een stemming in te voeren waar het nodig is. Als je mensen in een vergadering bijeen brengt is het toch in de eerste plaats om te handelen, zoals correct geschreven staat in artikel met het weekprogramma. “De verontwaardiging is de uitdrukking van een bewustwording. Deze bewustwording moet in daden worden omgezet.” Over actie gesproken: een belangrijke inzet van de discussie is de betoging zaterdag (14 u Brussel-Noord). Nu de federale regering 4 miljard euro op tafel legt om de Belgische belangen in Dexia te redden, wordt het debat over wie de crisis moet betalen nog dringender. Dit is een debat dat in heel Europa moet gevoerd worden. Wij hebben immers een gemeenschap-pelijke vijand: de Europese Unie en de grote monopolies die zij vertegenwoordigt. Het is de EU die alle lidstaten drastische besparingen oplegt. Het is dus van het grootste belang om alle krachten te bundelen en te weigeren hun crisis te betalen. Dat geldt zowel voor de indignados als voor de vakbonden en alle anderen uit de sociale bewegingen. Dat is het standpunt dat wij deze week op de bijeenkomsten zullen verdedigen.

nAbil boukili en MAxiMe VAn lAere<

Enkele honderden jonge Europeanen kwamen op zaterdag 8 oktober in Brussel aan voor een ‘week van verontwaardiging’ over - voornamelijk - de Europese instellingen. (Foto Solidair, Martine Raeymaekers)

Page 2: Special Comac :: Jongeren en de crisis

13 oktober 2011 | 3813 oktober 2011 | 3812 13

Hogeschool Cardijn: reeds een concrete overwinning! Studentenafgevaardigde Romain legt uit: “In april 2011, tijdens de kiescampagne voor de studentenraden, deed de lijst VAST een enquête. Daaruit bleek dat de studenten erover klagen dat ze geen toegang tot internet hebben in de hogeschool. Wij hebben dat in ons programma opgenomen. We werden verkozen en vanaf het begin van het academiejaar zijn we actief geweest rond dat thema. Resultaat: de studenten beschikken nu over Wifi, alsook over nieuwe computers om het internet te kunnen surfen!”

Van in de klas tot op nationaal niveau: de studentenafgevaardigden van Comac organiseren zich.Comac is al jaren actief in de studentenbeweging. “Geregeld ontmoetten we studen-ten die gemotiveerd waren om met ons iets in beweging te zetten, maar zonder dat ze daarbij noodzakelijk lid wilden zijn van Comac. Vaak wisten we niet goed hoe we

met hen konden samenwerken”, zegt Romain, studentenafgevaardigde in het Institut Cardijn, in Louvain-la-Neuve. Daarom namen de leden van Comac die actief zijn in de studentenvertegenwoordiging, het initiatief om overal in België een actieve syndicale stroming te lanceren: Voorrang aan studenten (VAST) - Priorité étudiante (PE). VAST ontstond twee jaar geleden aan de ULB en werd recent ont-wikkeld op andere campussen. Met de ambitie om vanaf dit jaar te zorgen voor een coördinatie op nationaal niveau, iets wat in het verleden echt ontbrak. Een echte primeur in een landschap dat sedert de jaren 1980 volledig gecommunautariseerd is. Het druist in tegen de huidige tendens naar een steeds grotere opdeling van het land. “Dat is geen toeval”, zegt Laszlo Schonbrodt, studentenvertegenwoordiger aan de Universiteit Luik. “Wij bestrijden alles wat streeft naar verdeling in België. Wij eisen een herfederalisering van het onderwijs.”

De VAST-delegees in actieDe VAST-delegees proberen om op alle beslissingsniveaus te werken: van in de klas tot op het nationale niveau. Zo werkt VAST met participatieve structuren waarin de verkozen studenten vertegenwoordigd zijn. Maar tezelfdertijd wil VAST ook op het terrein aanwezig en de studenten mobiliseren om een gunstige krachtsverhouding te kunnen verwerven. Het volstaat immers niet om rond een tafel te gaan zitten met de ‘autoriteiten’ om vooruitgang voor de studenten te krijgen. VAST wil dicht bij de studenten staan. Door te strijden voor concrete overwinningen om het dagelijkse leven van de studenten te verbeteren. Gilles Marot, studentenafgevaardige aan de ULB, vertelt over de belangrijkste eis aan de ULB: “De studenten klagen elke zittijd over de beperkte tijd die ze hebben tussen twee examens. We hebben een enquête uitgevoerd rond dat probleem en sedertdien strijden wij ervoor dat er tussen twee examens minstens 36 uur zou zijn. Dat is een zeer concrete eis die de studenten raakt, ver van abstracte ordewoorden.”

Wat verdedigt Voorrang aan Studenten?VAST verdedigt ook een onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is. Volgens Mathias, studen-tenafgevaardigde in Gent, “blijft het hoger onderwijs nog beperkt tot een sociaaleconomische elite. Slechts 3% van de arbeiderskinderen beëindigen de universiteit, terwijl dat bij de kinderen van kaderleden 80% is”. Het woord ‘gratis’ verliest zijn betekenis: inschrijvingsgeld, boeken, kot, eten, maandelijkse studietoelage, enz. Voorrang aan Studenten verzet zich categoriek tegen het Europese beleid van het Bologna-proces, dat van het onderwijs koopwaar wil maken. VAST dringt integendeel aan op een uitsluitend publieke financiering van minstens 7% van het bruto binnenlands product. Dat staat echter ver van de bezorgdheden van onze toekomstige regering, die op het punt staat een in België nooit gezien besparingsplan op te stellen. Het is duidelijk dat de studenten daar volop door zullen worden getroffen. Het belooft een jaar vol strijd te worden op de Neder-landstalige en Franstalige campussen. De deur staat wijd open voor iedereen die aan onze zijde willen strijden!

Sander Vandecapelle<

Wij zijn echt tevreden dat dankzij onze strijd 30.000 beursstudenten zich gratis kunnen inschrijven in het hoger onderwijs

We moeten niet bang zijn om een open debat te voeren over gratis onderwijs in België. Het voorbeeld van Chili toont aan dat deze boodschap massaal kan worden ondersteund door de studenten en hun families

OnderWijs | IntervIew met marIe SchmIt van de federatIe van franStalIge Studenten

“Voor veel gezinnen is het heel moeilijk om vijf of meer jaar studie te bekostigen voor hun kinderen”

Vorige maand is het acade-miejaar gestart voor de studenten van het hoger onderwijs. De groot-ste studentenvakbond in de Franse Gemeenschap, de Fédération des Etudiants Francophones (FEF), is heel actief op de campus. Marie Schmit, de nieuwe algemeen secretaris van de FEF en lid van Comac, de jonge-renbeweging van de PVDA, schetst een beeld van de situatie.

Dag Marie, je bent sinds begin augustus de nieuwe algemeen secretaris van de federatie van Franstalige studenten (FEF). Welke weg heb je afgelegd en wat zijn je veran-twoordelijkheden? Marie Schmit. Ik heb net mijn studies leer-kracht lager onderwijs beëindigd. Ik ben al twee jaar actief in de studentendelegatie. Eerst in mijn hogeschool en nadien bij de FEF. Ik heb FEF leren kennen door samen met Comac deel te nemen aan de ResPACT-campagne voor de verlaging van de studiekosten. Sindsdien heb ik mij geëngageerd als afgevaardigde. In augustus 2011 ben ik algemeen secre-taris geworden. Mijn taak bestaat erin de eindverantwoordelijkheid van de gehele interne organisatie van de fede-ratie op mij te nemen. Ik organiseer en centraliseer al het werk dat lokaal werd uitgevoerd door de organisatoren, de afgevaardigden en de militanten uit de regio’s.

De FEF is al enkele jaren behoorlijk actief op het terrein. Wat zijn jullie acties en wat hebben jullie al verwezenlijkt? Marie Schmit. Vier jaar geleden ontwikkelde de FEF een eigen organisatie en een eigen beleidslijn. We verdedigen openbaar onderwijs dat kwalitatief en gratis is. De FEF is militant, wil dicht bij de studenten staan en vertrekt vanuit de lokale problemen om de rechten van de studenten te verdedigen en daarbij campagne te voeren. Wij willen rekening houden met de mening van de studenten en die verdedigen. Daarom werken wij vaak met enquêtes om te zien wat er onder de studenten leeft. Op die manier hebben we ontdekt dat de studiekosten het grootste probleem vormen. Wij hebben dan ook besloten om daar vier jaar lang ons voornaamste strijdthema van te maken. Dankzij lokale mobilisaties, beto-gingen en meerdere petities, hebben we in juli 2010 een belangrijke over-winning behaald: het zogenaamde Wendy-decreet. Daarin wordt voor alle studenten het inschrijvingsgeld vijf jaar lang bevroren. Voor beursstudenten worden het inschrijvingsgeld en de kosten voor lesmateriaal afgeschaft. Wij zijn echt tevreden dat dankzij onze strijd 30.000 beursstudenten zich gratis kunnen inschrijven voor hogere studies. Dit belet ons niet om verder te kijken. Onze eisen over vervoer, het volledige

u inschrijvingsgeld, huisvesting, stagekosten werden nog steeds niet gehoord. Er is nog werk aan de winkel. Maar we kunnen hieruit toch een les leren, namelijk, dat de militante strijd en aanpak wel lonen. Het is een primeur in de geschiedenis van de studentenbeweging, en vooral binnen de context van de economische crisis.

De politieke en sociale context zijn niet gemakkelijk. We verwachten zware besparingen in de budgetten van de openbare diensten. Marie Schmit. Het is inderdaad zo dat we in een diepe economische crisis zitten. Het ergste moet nog komen. We zien nu pas besparingsmaatregelen opdagen die andere landen al moeten ondergaan hebben. De FEF verwacht inderdaad aanvallen op het onderwijs. Op woensdag 5 oktober merkten de studenten al een eerste keer dat hun rechten teruggeschroefd werden. De Franse Gemeenschapsregering (PS-Ecolo-cdH, n.v.d.r.) besliste dat beursstudenten die een masteropleiding volgen hun lesmateriaal niet meer gratis krijgen, iets wat het Wendy-decreet nochtans voorzien had voor aanvang van het academiejaar 2011. Er zijn voortaan twee categorieën van beursstudenten: zij die rechten hebben – in de bachelor – en zij die minder rech-

ten hebben – in de master. Naast het feit dat er gesnoeid

wordt aan de verworvenheden van het Wendy-decreet, voorziet de minister van Onderwijs in de Franse Gemeenschap nog verschillende selectiemaatregelen bij de aanvang de studies. Als er niet echt de politieke wil bestaat om het onderwijs opnieuw te financieren, blijkt natuurlijk het filteren van studenten de verkeerde goede oplossing te zijn om aan bespa-ringen te doen. Onze campagne rond de kostprijs van hoger onderwijs zorgt ervoor dat hier geen massale frontale

aanval kan worden uitgevoerd, zoals in andere landen het geval is. In Vlaanderen pleit een rector aan de universiteit voor gedifferentieerd inschrijvingsgeld. Richtingen die niet ‘nuttig’ zijn voor de arbeidsmarkt en waar veel studenten op afkomen, worden dan

duurder. Dit is onaanvaardbaar.

Wat zijn jullie plannen voor dit jaar? Marie Schmit. Als reactie op de aanvallen van de minister hebben wij besloten om twee verschillende cam-pagnes te voeren tijdens het eerste semester. Vorige week zijn we begonnen ons te mobiliseren tegen de afbraak van het Wendy-decreet. Er werden tal van algemene vergaderingen georganiseerd, waaraan in totaal zo’n 800 studenten deelnamen. Er waren ook twee mani-

festaties met telkens 150 betogers. Dit is nog maar een begin. Nadien zullen wij een campagne voeren die zich specifiek richt op toelatingsproeven. Deze twee problemen zijn te wijten aan een tekort aan openbare middelen voor het onderwijs. Onze rode draad voor dit jaar zal dus een derde campagne zijn die onderwijs promoot dat met publieke middelen gefinancierd en georganiseerd wordt, en dit in overeenstemming met de noden.

Je hebt vast al iets gehoord over de studentenbeweging in Chili. Marie Schmit. Ja, natuurlijk! Het is echt indrukwekkend te zien wat de om-vang is van de studentenbeweging daar. Het is motiverend om een studenten-beweging te zien die grotendeels gesteund wordt door de bevolking, in de peilingen en op straat. De studen-tenvakbond is de belangrijkste motor van de strijd. Net zoals wij, vechten zij voor openbaar onderwijs dat kwa-litatief en gratis is, wat ons sterkt in onze strijd. We moeten niet bang zijn om een open debat te voeren over gratis onderwijs in België. De situatie in Chili toont aan dat deze boodschap massaal kan worden ondersteund door de studenten en hun families. Wij willen ook samenwerken met vakbondsvereni-gingen en professoren, zodat zij zich bij onze strijd aansluiten. Maar daarvoor is nog veel werk aan de winkel.

Waarom strijd je voor openbaar onderwijs dat

kwalitatief en gratis is? Marie Schmit. Het onderwijs in België is heel ongelijk. Wij zijn ons er niet van bewust hoe moeilijk de keuze is voor heel veel gezinnen om vijf of meer jaren studies te bekostigen voor hun kinderen. Slechts 40% van de jon-geren stapt in het hoger onderwijs, en het aantal dat afstudeert is nog kleiner. Onderwijs moet kwalitatief zijn voor iedereen. Met kwalitatief bedoel ik dat er genoeg professoren en assistenten zijn, dat de onderwijsinfrastructuur aan-gepast is aan onze tijd, dat het materiaal aanwezig is… Een kwalitatief en gratis onderwijs voor iedereen, dus zonder sociale selectie, is slechts mogelijk als die uitsluitend door

de staat gefinancierd wordt. Ook al wordt vandaag de dag in België het onder-wijs grotendeels door de overheid gefinancierd, toch zien we dat er in het onderwijs ook steeds meer privéspelers komen en dat er tus-sen de universiteiten een concurrentiële markt ontstaat. Die drie aspecten zijn dus nauw aan elkaar

verbonden. Om ons doel te bereiken is een consequente herfinanciering van het onderwijs noodzakelijk.

Het dagelijks bestuur van de FEF is voortaan

paritair samengesteld: de helft jongens, de helft meisjes. Dat is nieuw, niet?

Marie Schmit. Klopt. In het verle-den werd de FEF vooral bestuurd door mannen. Dat is een doorbraak, maar het is vooral een noodzaak om de mix man/vrouw te versterken, maar ook de mix universiteit/hogeschool moet groter worden zodat de verscheidenheid van de studenten vertegenwoordigd kan worden. 55% van de studenten bestaat uit vrouwen. Wij hebben niet moeten wachten op quota om daarin verandering te brengen. Het volstaat zich van bepaalde machoclichés te ontdoen en alle studenten – zowel vrouwen als mannen – aan te spreken om hen daarin te betrekken.

De krant Le Soir schreef in mei dat de FEF “geïnfiltreerd” is door de PVDA. Wat denk jij hierover? Marie Schmit. Binnen de federatie, is het geen groot nieuws dat er leden van de jongerenbeweging van de PVDA betrokken zijn. Comac heeft, in april tijdens haar 3de congres een eenvormige politieke visie op het onderwijs naar voren gebracht. Wij willen onderwijs dat komaf maakt met de kapitalistische logica van het onderwijs dat tegemoet komt aan de noden van de markt aan geschoolde werkkrachten. Met Comac willen we een verandering in de maat-schappij, een maatschappij die er eerst en vooral is voor de mensen en niet voor de winst. De FEF staat niet achter hetzelfde project, maar bun-delt haar krachten samen in de strijd voor onderwijs dat toegankelijk is voor iedereen. Daarom noemt de FEF zichzelf niet-partijgebonden, maar in geen geval apolitiek. Comac wil de FEF sterker maken in haar militante aanpak om de rechten van de studenten te verkrijgen. Men mag niet vergeten dat de leden van Comac die actief zijn bij de FEF – maar ook bij de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) – aan Vlaamse zijde, binnen hun instellingen verkozen werden. Ze worden grotendeels gesteund door studenten en vaak winnen zij verkiezingen ten opzichte van andere lijsten die vaak een andere politieke strekking verdedigen. Het is de

aanpak op het terrein, de betrokkenheid van de studenten die vaak het verschil uitmaakt en waarmee ze de steun van de studenten voor zich winnen. Ik begrijp de bezorgdheid niet over de aanwezigheid van militanten van Comac, aangezien zij de FEF in haar campagnes helpen en versterken. Hetzelfde kan gezegd worden over vele jonge ecolo-gisten of socialisten of zelfs studenten die niet tot een politieke strekking horen. En maar goed ook! Het pluralisme en de diversiteit binnen de FEF maken haar sterker en verrijken haar. Een student kan men toch niet verbieden een ruimer politiek bewustzijn te hebben?

Jij bent het kleine, maar uitgesproken linkse geweten binnen de FEF? Marie Schmit. Ik ben al twee jaar actief binnen de FEF zonder dat mijn communistische identiteit voor problemen zorgt. Het is mogelijk dat het sommigen stoort dat ik als algemeen secretaris de nummer twee van de FEF ben geworden. Ik blijf een onderscheid maken tussen mijn engagement bij de FEF en dat bij Comac, waar ik voor meer uitgebreide thema’s kan strijden. Bij Comac eis ik een nationaal en geherfederaliseerd onder-wijs. Ik neem deel aan de betogingen van Comac tegen de aanwezigheid van racistische studentenverenigingen op de campussen in Vlaanderen, voor de invoering van een miljonairstaks, voor

het klimaat… Niemand lijkt zich te storen aan het feit dat an-dere studentenor-ganisaties geleid worden door jongli-beralen of jongsoci-aaldemocraten. Zij strijden voor een ander project dan ik. Neem trouwens Chili als voorbeeld: de voorzitster van de studentenvakbond daar, Camila Vallejo, is een militante van de communistische

partij. Dit belet niet dat honderddui-zenden studenten haar steunen als woordvoerster tegen het beleid van de rechtse president Pinera. Men zal mij op mijn werk moeten beoordelen.

lizz printz<

Comac wil de FeF versterken in haar militante aanpak om zo de rechten van studenten te verdedigen

Onze campagne rond de kostprijs van hoger onderwijs zorgt ervoor dat hier geen massale frontale aanval kan worden uitgevoerd, zoals in andere landen het geval is

Besparingen in het hoger onderwijs? De federatie van Franstalige studenten neemt de handschoen op en mobiliseert om de rechten van de studenten te verdedigen. (Foto Solidair, Martine Raeymaekers)

Vrijdag 7 oktober betoogden studenten voor het kabinet van Franstalig minister van Hoger Onderwijs Marcourt, die beursstudenten in een masteropleiding opnieuw doet betalen voor hun cursusmateriaal. (Foto Ludovic Voet)

Op het terrein, aan de zijde

van scholieren en studenten

Op het terrein, aan de zijde

van scholieren en studenten

Page 3: Special Comac :: Jongeren en de crisis

14 13 oktober 2011 | 38

Hoger onderwijs Vlaamse gemeenscHap

Te veel studenten? Te weinig middelen!

Wie geld heeft, kan studeren, en wie er geen heeft, heeft geen recht op een toekomst. Het opkrikken van het inschrijvingsgeld is dan ook de verkeerde manier om het probleem van de overvolle aula’s aan te pakken. Het zal het democratisch gehalte van het onderwijs nog verminderen. (Foto Hugo Alexandre Cruz)

“Hogescholen en universiteiten barsten uit hun voegen”, klinkt het begin dit academiejaar in alle Neder-landstalige kranten. Deze stijgende trend is al een paar jaar aan de gang, maar het probleem wordt almaar pran-gender. Wat nu?

Verschillende voorstellen om het teveel aan studen-ten op te vangen passeren de revue. Een eerste is het voorstel om een oriënteringsproef in te lassen

alvorens men aan een studie begint, om zo ‘studenten die niet op hun plaats zijn aan de universiteit’ van gedachte te doen veranderen. De resultaten op dit soort tests komen echter vaak niet overeen met de eigenlijke capaciteiten van de studenten. Uit het MENO-experiment in 1995 blijkt dat 18% van de studenten die op het einde van het jaar geslaagd waren, niet geslaagd waren op de test in het begin van dat jaar. Op die manier wordt studenten de toegang tot de universiteit onterecht ontzegd of afgeraden. Wat meer is, de sociale achtergrond van de studenten speelt hier een cruciale rol. Jongeren van een lagere sociale achtergrond buizen vaker op dit soort tests in verhouding tot hun echte slaagkansen. Los van het feit dat zo’n test inaccuraat is, druist het rechtstreeks in tegen het feit dat studeren een basisrecht is voor iedereen. Alle jongeren moeten de kans hebben verder te studeren. Het moge duidelijk zijn dat zo’n proef geen structurele oplossing is voor het feit dat universiteiten en hogescholen niet om kunnen met de grote aantallen studenten.

InternetlesAan de faculteit sociale wetenschappen van de K.U.Leuven heeft men het probleem van overbevolking op een zeer aparte manier ‘aangepakt’. Aangezien de aula’s vol zitten, en profes-soren geen tijd hebben om meer lessen te geven dan ze nu al doen, gaat de oplossing als volgt: de helft van de studenten kan naar de les gaan, de andere helft blijft thuis en kan nadien zelf op internet de gefilmde les bekijken. Dit soort maatregelen wordt naar voren geschoven omdat het de professoren niet met extra druk opzadelt en tegelijk goedkoop is. Het vermindert echter de kwaliteit van het onderwijs aanzienlijk. André Oosterlinck, voorzitter van de associatie K.U.Leuven, ziet de oplossing in de verdubbeling van de inschrijvings-

u gelden. En met dit voorstel komt hij dicht bij de kern van het eigenlijke probleem. Lapmiddelen als oriënteringsproeven en weblectures zijn immers geen oplossing voor het echte probleem: de onderfinanciering van het hoger onderwijs. Het probleem is niet dat er te veel studenten zijn. Integendeel, als we een kennissamenleving (waarin zoveel mogelijk mensen hoger onderwijs kunnen genieten) willen worden, is dat net positief. Maar er moet geld zijn om deze studenten kwaliteits-vol onderwijs te kunnen bieden. De toestroom van studenten wijst er eens te meer op dat we met een structureel tekort aan middelen te kampen hebben in het hoger onderwijs. De eigenlijke discussie, die hier te weinig aan bod komt is: wie gaat dat betalen? Oosterlinck stelt gemakzuchtig dat ‘de overheid het toch niet zal doen’ en dat de studenten daarom een extra duit in het zakje zullen moeten doen. Hiermee gaat hij echter het eigenlijke maatschappelijke debat uit de weg. Wij wensen het maatschappelijke debat wel aan te gaan. Er moeten meer middelen komen voor hoger onderwijs, en daarin zal de over-heid moeten investeren.

Geen recht op een toekomst?De nakende besparingen bereiden ons voor op het idee dat het niet langer ‘mogelijk’ is de studies te bekostigen voor alle studenten. Het wordt te duur. Hierin kadert ook Oosterlincks visie dat studenten zelf zullen moeten betalen voor hun onderwijs. Het moet echter voor alle studenten mogelijk zijn om te studeren, studeren is een basisrecht. Bepaalde jongeren een toekomst ontzeggen is ronduit schandalig. Als die selectie dan nog eens gebeurt op basis van inkomensgeld, wordt het enkel erger. Wie geld heeft, kan studeren, en wie er geen heeft, heeft geen recht op een toekomst. Het opkrikken van het inschrijvingsgeld is dan ook de verkeerde manier om dit probleem aan te pakken. We willen een democratisch onderwijs. Door de inschrijvingsgelden te verhogen, zal het democratisch gehalte van het onderwijs echter nog verminderen. Ides Nicaise, onderwijsonderzoeker aan de K.U.Leuven wijst erop dat de toestroom van studenten op dit moment zelfs geen democratisering van het onderwijs inhoudt: “De achtergestelde groepen zoals allochtonen halen hun achterstand qua scholing niet in.” Uit onderzoek blijkt dat de beslissing om al dan niet verder te studeren sterk wordt bepaald door financiële factoren. Het optrekken van de studiegelden zou dit effect enkel vergroten.

We moeten naar een democratischer, kwaliteitsvol onderwijs en het is hoog tijd dat daar volop in wordt geïnvesteerd. Het feit dat er meer studenten zijn, mag echter geen inbreuk doen op de kwaliteit van het onderwijs. Verbazingwekkend genoeg worden verhoudingsgewijs steeds minder middelen aan onderwijs besteed. Het percentage van het bruto binnen-lands product (bbp) dat naar onderwijs gaat, is gedaald van 7% in de jaren 1980 naar 4,5% vandaag. Paul Van Cauwenbergh, rector van de UGent bevestigt dit probleem: “De UGent zal het komende academiejaar drie procent meer studenten tellen dan in 2010. Probleem daarmee is dat de studentenaantallen wel stijgen, maar de subsidiëring niet.”

PrioriteitenTen slotte heeft een hoogopgeleide bevolking ook positieve gevolgen voor de samenleving als geheel. Uit onderzoek van onder meer professor Nicaise blijkt dat investeringen in hoger onderwijs een hoog rendement kennen voor het lerende in-dividu, de overheid én de maatschappij als geheel. Onderwijs heeft zowel monetaire als niet monetaire positieve effecten voor het individu. En voor elke 100 euro die de overheid in hoger onderwijs investeert, krijgt ze er 103,9 terug. Hoger onderwijs levert met andere woorden meer op dan het kost. Kortom, het eigenlijke debat dient dringend gevoerd te worden: wie gaat er betalen voor het tekort aan middelen in het hoger onderwijs? Dit heeft alles te maken met prioriteiten die er in een samenleving worden gelegd. Op dit moment wordt hoger onderwijs niet als prioritair gezien, terwijl het een basisrecht is én de gehele samenleving ten goede komt. Als er niet meer wordt geïnvesteerd in onderwijs gaat het democratisch gehalte, dat nu al zeer penibel is, enkel omlaag. Eén procent van de bevolking heeft zich de laatste twintig jaar verrijkt door middel van speculatie en belastingverlaging. Het is niet aan ons om hun crisis te betalen. Wij steunen daarom met Comac alle krachten die zich willen inzetten voor een democratisch, kwaliteitsvol onderwijs en proberen daarom actief in studentenraden te werken rond deze eisen.

Line De Witte Line De Witte is socioloog en actief in de studentenkring sociale

wetenschappen aan de K.U.Leuven

<\

Page 4: Special Comac :: Jongeren en de crisis

1513 oktober 2011 | 38

De waarheid achter jeugdwerkloosheid

Voor het laatste Street Art Festival, maakte Comac-Wijken Brussel een theaterstuk over de pro-blemen van werkzoekende jongeren. Hun inspiratie haalden ze uit eigen ervaring en die van vrienden en kennissen. In Brussel is een op de drie jongeren werkloos. Bij jongeren van vreemde origine ligt dit cijfer nog hoger. Hieronder enkele voorbeelden over de waarheid achter deze statistieken.

“Ik ben wel bij tien interimkantoren ingeschreven. Ik ga er regelmatig langs, maar ze roepen mij niet op.”“Ik heb 40 sollicitatiebrieven verstuurd. Ik kreeg geen enkele reactie. Ik was ontmoedigd. Zelfs geen antwoord!”“Bij het plaatselijke Actiriskantoor (Brusselse tegenhanger van de VDAB, n.v.d.r.) toonden ze mij een computer en ‘trek uw plan’. Luister, ik heb thuis een computer, maar ik wil dat ze me helpen om een job te vinden.”“Ze beweren dat er geen rassendiscriminatie meer bestaat. Ja, mijn oren, ik onderga ze elke dag opnieuw. Ze zeggen dat ze je niet willen inschrijven. Of dat ik me via internet moet inschrijven. Niemand controleert hoe

u de inschrijvingen worden opgevolgd. Een keer heeft men vlakaf geweigerd om me in te schrijven. Dat is toch onwettelijk?”“Al die Activa- en andere plannen hebben een groot nadeel: van zodra je niet meer aan de voorwaarden voldoet en ze je meer loon moeten betalen, vlieg je aan de deur en je kunt opnieuw naar werk gaan zoeken.”“Laatst kreeg ik een goed aanbod als animator, maar je moest zes maanden werkloos zijn. Ja zeg, moet je dan om een kans te hebben, vooral niet werken?”“Ze zagen mijn oren af om een opleiding te volgen. Maar alle opleidingen die uitzicht geven op werk zitten vol. Ik heb geen zin om opleidingen te volgen enkel om van de straat af te zijn, opleidingen die tot niets anders dienen dan te voorkomen dat ik van de dop gesmeten word.”“Een vriend van mij heeft het ouderlijk huis moeten verlaten. Een paar maanden later stond hij letterlijk op straat omdat hij zijn huishuur niet meer kon betalen met de kleine karweitjes die hij links en rechts deed. Het is bijna onmogelijk geworden om te rond te komen met je stempelgeld.”

Dirk De Block<

De aanval op de pensioenen raakt ook de jongeren

We horen en lezen het overal: de overheid wil de mensen langer doen werken.

We zouden natuurlijk kunnen denken dat dit ons, jongeren, niet aanbelangt, dat dit iets is voor oudere mensen en dat wij nog heel veel tijd hebben voor we daar staan. Niets is echter minder waar, als je het van dichterbij bekijkt, heeft dit een veel grotere impact op jongeren dan je denkt.

Waarover gaat het? Ingaand op de oproep van de patronale organisa-ties en van de Europese Commissie wil Di Rupo de leeftijd om met brugpensioen te kunnen gaan met twee jaar optrekken van 58 naar 60 jaar. Er komen nog andere maatregelen om de mensen langer te doen werken. Zo wordt steeds moeilijker om recht te hebben op een volledig pensioen. Dit is slechts een eerste stap. In verschillende Europese landen ligt de pensioenleeftijd al op 67 jaar en de Europese Commissie spreekt er reeds over om mensen tot hun 70ste te laten werken.

“De mensen leven langer, dan moeten ze ook maar langer werken”

Van bovenstaande uitspraak ontglipt de logica ons volledig. De vooruitgang van de maatschappij be-staat er net in dat mensen na tientallen jaren rijkdom geproduceerd te hebben,, de keuze moeten hebben om op hun oude dag te kunnen genieten van een wel-verdiend pensioen. Het is eveneens zo dat werkende mensen (nog meer in bepaalde beroepscategorieën) het zeer moeilijk hebben om tussen hun 55 en 65 nog verder te werken. Velen zijn op na dertig jaar arbeid. Moet langer leven dan bestraft worden? Dat is de wereld op zijn kop.

Na botsende beschavingen, nu ook botsende generaties?

Een van de vaak gehoorde uitspraken is dat het niet aan de jongeren is om de lasten van de oudere bevolking te dragen. Tussen de lijnen wil dit zeggen dat er geen geld meer zal overschieten om onze

u pensioenen te betalen als we nu de hervorming niet doorvoeren. Zo doet men uitschijnen dat het in ons eigen belang is dat onze ouders (en wij later) langer werken. De toekomstige regering zet zo de belangen van jongeren lijnrecht tegenover die van de oudere bevolking. Maar ze vermijdt een antwoord te geven op een essentiële vraag: hoe zullen we al die jongeren werk geven die geen job vinden doordat iedereen langer moet werken? In de getuigenissen over de arbeidsmarkt in de Brusselse wijken, lees je hoe moeilijk het is voor jon-geren om aan de bak te komen. In België wordt een op de vijf jongeren in de werkloosheid gedwongen omdat er niet voldoende jobs beschikbaar zijn. Dit is het dubbele van het werkloosheidspeil voor de hele bevolking. Het is niet door ouderen uit te putten en zo nog minder werkkansen te creëren dat we het probleem zullen oplossen. Wij willen kunnen werken na onze studies. Verder is de strijd voor de pensioenen ook direct een strijd voor de jongeren. Want ook wij zullen steeds langer moeten sparen voor een dege-lijk pensioen, ook wij zullen 40 jaar moeten werken. Reken maar eens uit hoe oud jij zult zijn voor je aan je welverdiende pensioen zult kunnen beginnen.

Jouwe Vanhoutteghem<

Kom uit je ivoren torenSommige studenten zien hun universitaire campus wel eens als een “cocon” waar ze het liefst nooit uitkomen, een “ivoren toren”, ver verwijderd van de dagelijkse werkelijkheid van mensen die werken, van het leven in fabrieken of in de wij-ken. Precies die werkelijkheid die voor steeds meer mensen moeilijker wordt. We trekken met Comac voor twee dagen naar de wereld van de arbeid. We gaan het terrein op, praten met de arbeiders zelf, luisteren naar wat zij ons te vertellen hebben. Op 4 en 5 november doen opnieuw een honderdtal Fransta-lige en Nederlandstalige studenten mee aan “Dit is Belgisch”. Een bedrijfsbezoek, een gesprek met de vakbondsdelegatie en verder een bezoek aan de plaatselijke medische groepspraktijk van Geneeskunde voor het Volk (GVHV). Studenten uit Leuven, Brussel (ULB en VUB) en Bergen gaan naar Charleroi, terwijl studenten uit Antwerpen, Gent, Luik en Louvain-la-Neuve naar Zelzate gaan. En dat in de typische tweetalige sfeer die altijd heerst bij ons!

Info en inschrijvingen via de website www.ditisbelgisch.be\

In Frankrijk werd vorig jaar tussen maart en november over het hele land massaal strijd gevoerd tegen een gelijkaardige pensioen-hervorming. De kracht van de beweging – die miljoenen mensen op de been bracht – was net dat scholieren en studenten zij aan zij be-toogden met de arbeiders en bedienden. Zij kwamen op straat met de slogan “les jeunes au boulot, les vieux au repos” (jongeren aan het werk, ouderen op rust). Samen met de vakbonden, met de PVDA en Comac kunnen we hier in België ook voor vechten. Om ons voor te bereiden op deze strijd, om in contact te komenmet de werkende bevolking, moe-digen we dan ook iedereen aan om deel te nemen aan “Dit Is Belgisch”, georganiseerd door Comac Studenten.