OVERZICHT VAN BUITENLANDSE TIJDSCHRIFTEN 1).

THE EECONO/VIIC JOURNAL (1949, blz. 458) .

J u n i 1949.

R. G. D. Allen, Wholesale Prices, 1938 48.

De indexcijfers van de groothandelsprijzen in Engeland zijn gebaseerd op een goederenpakket van 1938. Een herziening is dringend noodzakelijk en aan de hand van cijfers worden suggesties voor de samenstelling van de nieuwe index gegeven.

R. V. Rosa, The Problem of French Recovery.

Het zwakke punt in Frankrijks herstel is de inflatie, welke veroorzaakt wordt door , ,over-investment" en Monnet plan, excessieve bankcredieten en veranderingen vall de inkomsten- verdeling. Belastingherziening is noodzakelijk in die zin, dat de progressie groter zou worden.

A. C. Pigou, Mill and the W a g e s Fund.

Honderd jaar na her verschijnen van Mill's Principals ol Political Economy (1848) bespreekt schrijver her leerstuk van her loonfonds. Na enkele voorbeelden van de wijze, waarop dit leerstuk is toegepast, volgt een bespreking van enkele punten van critiek.

P. A. Samuelson, International Factor Price Equalisation Once Again.

Op grond van een aantal zeer vereenvoudigende veronder- stellingen toont schrijver aan, dat vrijhandel leidt tot vol- ledige egalisatie der prijzen van de productiefactoren, tenzij voor het bereiken van deze egalisatie absolute specialisatie is tot stand gekomen.

Colin Clark, The Value of the Pound.

Schrijver geeft op basis van een aantal verschillende ver- onderstellingen en gebruik makend van onderzoekingen van anderen omtrent ira- en export-elasticiteiten, berekeningen van de $-s koers in 1952. De grenzen liggen bij dollar 2.40 en dollar 5.50 per s Vooral de laatste is een zeer extreme schatting.

a) Jaartal en blz. achter de namen der tijdschriften hebben betrekkirtg op de plaats, waar deze laatstelijk in De Economist werden behandeld.

696

]. S. G. Wilson, The Future of Banking in Australia.

Na een overzicht van de geschiedenis van de nationalisatie der particuliere banken wordt een bespreking gegeven van enkele punten van critiek op deze nationalisatie.

Ti le AMERICAN REVIEW (1949,

M a a r t 1949.

1. A. Schumpeter, Science and

blz. 298) .

Ideology.

D~ ,T.

Voordracht, gehouden als voorzitter van de American Economic Association. S. bespreekt de invloed van ideolo- gische elementen in de ontwikkeling der economische weten- schap, inzonderheicl in het werk van Smith, Marx en Keynes. De bron van de ideologische elementen in de wetenschap is de ,,prescientific cognitive act". Aangezien deze voorweten- schappelijke visie tevens het noodzakelijke uitgangspunt voor het wetenschappelijke onderzoek is, kan de ideologische fac- tor nooit geheel uit de wetenschap verdwijnen. ,,And so though we proceed slowly because of our ideologies, we might not proceed at all without them".

]. Viner, Bentham and J. S. Mill: The Utilitarian Background.

Beschouwing over Stuart Mill n.a.v, het feit dat honderd jaar geleden diens Principles o/Political Economy verschenen. Schr. schetst de denkbeelden van Bentham en de ontwikke- ling van het standpunt van Stuart Mill tegenover deze opvat- tingen. ,,T,he intellectual history of Mill is in large part a history, first of faithful discipleship, then of rebellion from and finally of substantial return to the Benthamite set of doctrines". Schr. critiseert Mill's interpretatie van de utilita- ristische ethiek in zijn Utilitariasnism en eindigt met een korte beschouwing over zijn Principles.

P. ]. Strayer, Public Expendi ture Policy.

Critische beschouwing over de moderne opvattingen over de taak van de financi~le politiek van de overheid. Volgens schr. vertoont de gangbare zienswijze een aantal leemten, o.a. wat betreft de politieke en bestuurlijke aspecten der financi~le politiek. Schr. stelt een aantal moeilijkheden en gevaren van een compenserende politiek van openbare wer- ken in het licht. Nodig is, dat meet aandacht wordt ge- s~honken aan de invloeden op lange termijn. Schr. besluit met een aantal voorstellen voor de financi~le politiek op korte en op lange termijn.

L. V. Chandler, Federal Reserve Policy and the Public Debt.

Sinds 1937 wordt door de Federale Reserve Banken open- marktpolitiek gevoerd om de koersen der staatsobligaties te steunen. Na het uitbreken van de oorlog werd het handhaven

697

van een lage rente het hoofddoel van de politiek der F.R.B. Het gevolg hiervan is, dat her centrale-bankstelsel de macht over de geldhoeveelheid heeft verloren, en dat de inflatie is bevorderd. Schr. betreurt deze ontwikkeling, die hij in strijd acht met her handhaven der economische stabiliteit, en pleit voor een meer flexibele politiek waardoor de F.R.B. de heer- schappij over de geldschepping herwinnen.

]. M. Clark, The Law and Economics of Basing Points: Appraisal and Proposals.

Kanttekeningen bij de recente veroordeling van het ,,basing point system" door het Supreme Court.

]. S. Bain, A Note on Pricing in Monopoly and Oligopoly.

Empirische studies over de prijspolitiek van ondernemingen hebben getoond, dat de feitelijke prijspolitiek zeer dikwijls afwijkt van die welke theoretisch een maximale winst ver- schaft. Schr. ziet als een tier oorzaken van een dergelijk gedrag bet streven nieuwe vestigingen van concurrerende ondernemingen tegen te gaan, en geeft een theoretische analyse van de prijspolitiek onder invloed van deze over- weging. De bepalende factor in de prijspolitiek der geves- tigde onderneming is dan de ,,limit price", d.i. de maximale prijs die de aanbieder meent te kunnen vragen zonder nieuwe vestigingen uit te Iokken.

M e i 1949.

Papers and Proceedings of the Sixty-first Annual Meeting of the American Economic Association.

V. W. Bladen, John Stuart Mill's Principles: A Centenary Estimate. Voorts prae-adviezen en discussies over de volgende onder-

werpen:

Commemoration of the Centenary of the Communist Manifesto: The Sociology and Economics of Class Conflict.

Current Research in Business Cycles.

Interregional Variations in Economic Fluctuations.

The Theory and Measurement of Price Expectations.

Liquidity and Uncertainty.

Input-Output Analysis and Its Use in Peace and War Economics.

Problems of the ITO.

The Economic Consequences of Some Recent Antitrust Decisions.

Possibilities for a Realistic Theory of Entrepreneurship.

The Economics of Preparedness for War.

698

Present Issues of the Latin-American Economy.

Commodi ty Market ing - - Going Where?

Transpor ta t ion and Public Utility Problems.

Economic Research.

J u n i 1947.

H. Henderson, The Havana Charter.

Scherpe critiek op her ontwerp-handvest van de wereld- handel. Schr. vreest dat dit handvest , ,may do more harm than good and may prove more of a hindrance than a help to the creation of a healthy international economy". Het mis- kent dat her evenwicht der betalingsbalansen het centrale vraagstuk van de moderne wereldhuishouding is. Eerst wan- neer dit vraagstuk is opgelost kunnen maatregelen ter bevor- dering van de internationale handel vruchtdragend zijn. Het tot stand brengen van deze oplossing is ,,a long-term, large- scale task". In her licht van dit vraagstuk zijn wederkerige verlagingen van invoerrechten niet doelmatig, maar dienen de onderscheiden landen hun invoerrechten te verlagen naar gelang van hun belastingsbalanspositie. Bij grote evenwichts- verstoringen kan her prijzenstelsel de nodige aanpassing niet tot stand brengen; daarom zijn in dergelijke omstandigheden directe kwantitatieve regelingen nodig. Het is onjuist valuta- depreciatie als een steeds doeltreffend middel tegen een betalingsbalanstekort te beschouwen.

R. F. Mikesell, International Disequilibrium and the Pos twar World.

Schr. onderscheidt drie typen van verstoring van her inter- nationale economische evenwicht, en bespreekt vervolgens het verdwijnen van de automatische evenwichtsherstellende krachten na de eerste wereldoorlog, de betekenis van even- wicht bij geleide economie (welk evenwicht door schr. wordt omschreven als overeenstemming inet het plan), de oorzaken van de evenwichtsverstoring na de jongste oorlog, en de mogelijke middelen tot herstel.

H. Mendershausen, Prices, Money and the Distribution of Goods in Pos twar Germany.

S. Katona, Analysis of Dissaving.

Analyse van her ontsparen in de Vet. Staten in 1946 en 1947. De stelling, dat meer wordt ingeteerd naarmate het in- komen lager is, wordt niet bevestigd door de feiten. Het ont- sparen .wordt vooral bei'nvloed door de onmogelijkheid of de ongeneigdheid noodzakelijk geachte uitgaven uit her inkomen te bestrijden, en de bereidheid ongewone uitgaven te doen. I~epaalde vormen van ontsparen worden gestimuleerd door

699

n. m.

een hoog welvaartspeil; de betrekkelijke grote frequentie van her verschijnsel in 1946 en 1947 is daarom niet verwonderlijk.

D. M. Keizer c.s., The Antitrust Laws: A. Symposium.

Reeks antwoorden van economisten ( o . m . A . R . Burns en F. A. Fetter), juristen en ondernemers, over de invloed van de anti-trustwetgeving op de concurrentie in de Ver. Staten. De opvattingen der deelnemers aan de enqu&te lopen sterk uiteen.

T~E QUARTERLY JOURNAL OF ECONOMICS (1949, blz. 618).

M e t 1949.

]. A. Schumpeter, Vilfredo Pareto, 1848---1923.

S. bespreekt na een inleiding (waarin hi] o.a. zegt: ,,Pareto cannot be pigeon-holed. He paid court to no ,,ism". No creed or party can claim him as its own, although many creeds and parties appropriated fragments of the vast intellectual realm over which he held sway") achtereenvolgens ,,the man", ,,the theorist" en ,,the sociologist".

S. A. Alexander, The Accelerator as a Generator of Steady Growth.

Met behulp van bet acceleratiebeginsel kunnen niet slechts cyclische bewegingen doch kan in beginsel ook een regel- matig groeiproces worden afgeleid. In hoeverre zulks het geval is hangt er van af hoe groot de acceleratie en de con- sumptiequote zijn. Van de aard van de resulterende beweging zijn voorts van belang de inkomens- en de investcringsperiode alsmede her gcdrag van her prijspeil. Van een en ander wordt een nadere casuistische uitwerking gegeven.

R. S. Sa~,ers, Central Banking in the Light of Rccent British and American Experience.

De periode tussen de twee wereldoorlogen was ,,the hey- day of central banking". In de laatste decennia is de macht van de centrale bankcn over het geldstelsel in Engeland en de Ver. Starch versterkt. Deze nlacht is niet gebruikt om de credietvcrlening aan het bedrijfsleven te regelen, doch om de rentevoet op lange termijn te beheersen. Vooral in de Ver. Staten is de behecrsing van her rentcpeil gelukt. Als gevolg van de politiek van stabilisatie der rente op laag peil is in de plaats van de kwantitatieve de kwalitatieve credietpolitiek gekomen. Schr. ziet hierin geen breuk met de traditionele centrale-bankpolitiek.

Shannon, The British Payments and Exchange Control System.

M. A. Adelman, The A & P Case: A Study in Applied Economic Theory.

Critiek op de economische argumenten, ten grondslag lig- gend aan de recente vervolging en veroordeling van de

700

New York Great Atlantic & Pacific Tea Cy. wegens over- treding van de anti-trustwetten door haar prijspolitiek.

�9 A. M. Somers, The Multiplier in a Tri-fiscal Economy.

In de theorie van de multiplicator moet niet alleen rekening worden gehouden met de uitgaven van de federale regering, maar ook met de financR!le politiek der afzonderlijke staten en de gemeenten. Schr. werkt een aantal modellen uit van uiteenlopende gedragingen van laatstbedoelde financiele politiek; deze kan de invloed van de federale politiek op her rationale inkomen versterken of tegenwerken.

KYKLOS (1949, blz. 536 ~).

Vol III (1949) , Nr 1.

A. yon Miihlhausen, Zur Problematik vielformiger Wirtschafts- ordnungen.

Hoewel algemeen wordt ingezien dat iedere werkelijke economische orde een gemengd karakter heeft, heeft de theorie hiermee tot dusver weinig rekening gehouden en de problematiek der gemengde vormen verwaarlooscl. Schr. schetst een aantal vraagstukken die zich bij de behandeling hiervan voordoen. De kans op een ,,natuurlijk" evenwicht in de veelvormige economische stelsels is klein; een bewuste co{Jrdinatie is nodig.

O

G. Akerman, Unemployment and Unemployment Policy in England.

Samenvatting van schr.'s werk Engelsk arbetslOshet och arbetslo'shetpolitik (1947). Critiek wordt geleverd op de voor- stellen van Beveridge met betrekking tot de werkgelegenheids- politiek.

E. Schneider, Geldtheorie und Oeldpolitik.

Uitvoerige bespreking van J. Pedersen, Pengeteori og Pen- gepolitik (1944), door rec. zeer belangrijk geacht.

SCHWEIZERISCHE ZEITSCHRIFT FOR VOLKSWIRTSCHAFT UND STA- TISTIK (1949, blz. 136).

J u n i 1949.

A. Koller, Entv~51kerung und Landflucht.

H. Wanner, Volkswirtschaftliche Gesichtspunkte im Bodenrecht.

Ch. La Roche, Die volkswirtschaftliche Bedeutung der Einkom- menssicherung in der Landwirtschaft.

1) Men leze hier: 1948 nr 4 i.p.v. 1938 nr 2.

701

THE CANADIAN JOURNAL OF ECONOMICS AND POLITICAL SCIENCE (1949, blz. 379) .

M e i 1949.

]. S. Chipman, The General ized Bi-System Multiplier.

Grafische en algebraische uitwerking van de Iheorie van de multiplicator voor een gesloten stelsel, een open stelsel en twee met elkaar in verbinding staande stelsels.

H. S. Johnson, Malthus on the High Price of Provisions.

Afgedrukt wordt de tekst van Malthus' brochure An Investi- gcttion of the Cause of the Present High Price of Provisions (1800), met een inleiding waarin wordt geschetst in hoeverre Malthus in dit geschrift anticipeerde op de Keynesiaanse theorie tier effectieve vraag.

P .H.