oefeningen - zwakke monozuren en monobasen

6
3.2.2 Zwakke monozuren en zwakke monobasen Gegevens Oplossing pH van een oplossing die 5,40 g/l HCN bevat met een dissociatiegraad α = 1 Merk op! Voor reactie 0,200 M Tijdens reactie – x + x + x Na reactie 0,200 M x x x

Upload: tom-mortier

Post on 04-Aug-2015

658 views

Category:

Education


5 download

TRANSCRIPT

Page 1: Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen

3.2.2 Zwakke monozuren en zwakke monobasen

Gegevens

Oplossing

1. Bereken de pH van een oplossing die 5,40 g/l HCN bevat met een dissociatiegraad α = 10–4.

Merk op!

Voor reactie 0,200 M

Tijdens reactie – x + x + x

Na reactie 0,200 M – x x x

Page 2: Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen

3.2.2 Zwakke monozuren en zwakke monobasen

3. Bereken de pH van een 0,0200 M HCN-O. Welk is het percentage reactie van HCN met H2O?

Voor reactie 0,0200 M

Tijdens reactie – x + x + x

Na reactie 0,0200 M – x x x

VerwaarlozenpH-berekening van een zwak zuur

Page 3: Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen

3.2.2 Zwakke monozuren en zwakke monobasen

3. Bereken de pH van een 0,0200 M HCN-O. Welk is het percentage reactie van HCN met H2O?

Voor reactie 0,0200 M

Tijdens reactie – x + x + x

Na reactie 0,0200 M – x x x

Merk op!

Helemaal uitwerken !

Dit invullen in Kz

Kwadratische vergelijking

Merk op!

Besluit! We mochten de verwaarlozing dus doorvoeren!

Page 4: Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen

3.2.2 Zwakke monozuren en zwakke monobasen

6. Hoeveel gram CH3COOH bevat 1 liter oplossing met pH 3,00?

Voor reactie CCH3COOH

Tijdens reactie – x + x + x

Na reactie CCH3COOH – x x x

x ?

Dit invullen in Kz

Herschikken

Page 5: Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen

3.2.2 Zwakke monozuren en zwakke monobasen

8. Hoeveel gram CH3COOH moet men oplossen in een totaal volume van 1 liter opdat het zuur voor 4,40 % zou reageren met H2O?

Gegeven

of

Oplossing

Voor reactie CHAc

Tijdens reactie – CHAc£ α

Na reactie CHAc

(1 – α )

x ?

+ CHAc£ α + CHAc£ α

αCHAc αCHAc

Page 6: Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen

3.2.2 Zwakke monozuren en zwakke monobasen

13. Bereken de pH van volgende mengsels

c) 20 ml NaOH 0,100 M 20 ml NH3 0,100 M 20 ml NH4Cl 0,100 M

= 2,00 mmol = sterke base (sb)= 2,00 mmol = zwakke base (zb)= 2,00 mmol = zwak zuur (zz)

Reactie tussen NaOH en NH4Cl Verdringingsreactie

Reactiesb zz zb

Voor reactie 2 mmol

Tijdens reactie

Na reactie

Vtot = 60 ml

2 mmol

-2 mmol -2 mmol

/ /

+2 mmol

4 mmol

2 mmol

4/60 M = 1/15 M = 0,0667 M Enkel zb in O!

zb zz

Voor reactie 0,0667 M

Tijdens reactie – x + x + x

Na reactie 0,0667 M – x x x

Met verwaarlozen