luisteren naar gods stem

Welkom Welkom Voorganger: Ds. de KokVoorganger: Ds. de KokOrganist: Joh. de VriesOrganist: Joh. de Vries

Thema: Luisteren naar Thema: Luisteren naar

Gods stem Gods stem

Zingen voor de Zingen voor de dienst:dienst:Elb. 289Elb. 289

Ik geloof in God de Ik geloof in God de VaderVader

Ik geloof in God de Vader (EL 289) t. J.R. Zijlstra; m. J. Zundel

WelkomWelkomMededelingenMededelingen

Thema: Luisteren Thema: Luisteren naar Gods stemnaar Gods stem

Intochtslied Intochtslied Ps.133Ps.133

Zie toch hoe goed, Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is ‘t dat hoe lieflijk is ‘t dat

zonenzonen

Psalm 133 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551

Stil gebedStil gebedBemoediging Bemoediging

GroetGroet

Zingen: Klein GloriaZingen: Klein Gloria

Ere zij de Vader en de Zoon

En de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,

En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Zingen:Zingen:Elb. 241Elb. 241

Wees stil voor het Wees stil voor het aangezicht van Godaangezicht van God

Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241)

t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen

Lezen: Joh.15:1-8Lezen: Joh.15:1-8

De wijnstok en de rankenDe wijnstok en de ranken

1 ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn 1 ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. 2 Iedere rank Vader is de wijnbouwer. 2 Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht hij weg, en iedere rank die wel vrucht

draagt snoeit hij bij, opdat hij meer draagt snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. 3 Jullie zijn vruchten draagt. 3 Jullie zijn

al rein door alles wat ik tegen jullie al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd hebgezegd heb

4 Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een 4 Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan rank die niet aan de wijnstok blijft, kan

uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. 5 Ik ben de jullie niet in mij blijven. 5 Ik ben de

wijnstok en jullie zijn de ranken. Als wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij veel vrucht dragen. Maar zonder mij

kun je niets doen. kun je niets doen.

6 Wie niet in mij blijft wordt 6 Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en weggegooid als een wijnrank en

verdort; hij wordt met andere verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur ranken verzameld, in het vuur

gegooid en verbrand. gegooid en verbrand.

7 Als jullie in mij blijven en mijn 7 Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen woorden in jullie, kun je vragen

wat je wilt en het zal wat je wilt en het zal gebeuren. 8 De grootheid van mijn gebeuren. 8 De grootheid van mijn

Vader zal zichtbaar worden Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen wanneer jullie veel vrucht dragen

en mijn leerlingen zijn.en mijn leerlingen zijn.

Zingen:Zingen:Gez. 78: 1 en 2Gez. 78: 1 en 2

Laat me in u blijvenLaat me in u blijven

Laat me in u blijven, groeien, bloeien (LvdK 78) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Neumark

Gebed om verlichting Gebed om verlichting met de Heilige Geestmet de Heilige Geest

Kinderlied:Kinderlied:Lees maar in de bijbelLees maar in de bijbel

Wij gaan,Wij gaan,tot straks!tot straks!

Schriftlezing:Schriftlezing:1 Sam. 3: 1-101 Sam. 3: 1-10

Samuel geroepenSamuel geroepen

1 De jonge Samuel diende dus 1 De jonge Samuel diende dus de HEER, onder de hoede van Eli. de HEER, onder de hoede van Eli.

Er klonken in die tijd zelden woorden Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen van de HEER en er braken geen

visioenen door. 2 Op zekere nacht visioenen door. 2 Op zekere nacht lag Eli op zijn slaapplaats. Zijn ogen lag Eli op zijn slaapplaats. Zijn ogen

waren dof geworden, hij kon bijna niet waren dof geworden, hij kon bijna niet meer zien.meer zien.

3 Samuel lag te slapen in het 3 Samuel lag te slapen in het heiligdom van de HEER, bij heiligdom van de HEER, bij

de ark van God. De godslamp de ark van God. De godslamp was bijna uitgedoofd. was bijna uitgedoofd.

4 Toen riep de HEER Samuel. 4 Toen riep de HEER Samuel. ‘Ja,’ antwoordde Samuel. ‘Ja,’ antwoordde Samuel.

5 Hij liep snel naar Eli toe en zei: 5 Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch ‘Hier ben ik. U hebt me toch

geroepen?’ geroepen?’

Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’ geroepen. Ga maar slapen.’

Toen Samuel weer lag te slapen, Toen Samuel weer lag te slapen, riep de HEER hem riep de HEER hem

opnieuw. Samuel stond op, ging naar opnieuw. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. Eli en zei: ‘Hier ben ik.

U hebt me toch geroepen?’ U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet

geroepen, mijn jongen. geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.’ Ga maar weer slapen.’

7Samuel had de HEER nog niet 7Samuel had de HEER nog niet leren kennen, want de HEER had leren kennen, want de HEER had

zich niet eerder aan hem zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord bekendgemaakt door het woord

tot hem te richten. 8 Opnieuw riep tot hem te richten. 8 Opnieuw riep de HEER Samuel, voor de derde de HEER Samuel, voor de derde keer. Samuel stond op, ging naar keer. Samuel stond op, ging naar

Eli en zei: ‘Hier ben ik. Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ U hebt me toch geroepen?’

Toen begreep Eli dat het Toen begreep Eli dat het de HEER was die de jongen de HEER was die de jongen riep. 9 Hij zei tegen Samuel: riep. 9 Hij zei tegen Samuel:

‘Ga maar weer slapen. Wanneer ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je je wordt geroepen, moet je

antwoorden: “Spreek, HEER, uw antwoorden: “Spreek, HEER, uw dienaar luistert.”dienaar luistert.”

Samuel legde zich weer te Samuel legde zich weer te slapen, slapen,