lugograaf 7.4: medische industrie
DESCRIPTION
Lugo 7.4: Medische Industrie. Mooie teksten, schrale foto's en weer een lekker columnpje van de baas.TRANSCRIPT
TB
V L
ug
us
Tec
hn
isch
Bed
rijf
sku
nd
ige V
ere
nig
ing
Lu
gu
s
Medische industrieMI: een verhaal apart?ZorgverzekeringenDe geschiedenis van protheses
7e jaargang | editie 4 | oktober 2010
Lugograaf | 7e jaargang | editie 4 | oktober 2010
Mijn fascinatie Doelgericht innoveren. Nieuwe producten, nieuwe diensten, nieuwe mogelijkheden creëren. Creatieve antwoorden vinden op de vragen die de samenleving stelt. Werken aan betere oplossingen: sneller, veiliger, slimmer, efficiënter. Dat is mijn fascinatie.
TNO_CC_365_Adv_A4_Sebastiaan.indd 1 28-03-2007 14:17:05
Maarten van der VegteHoofdredacteur
VoorwoordNa thema´s
als netwerken, de
voedselindustrie en sport
mogen we nu een kijkje in
de keuken van de medische
industrie nemen.
De medische industrie is een wereld
waar enorme bedragen in om gaan en
waar op alle verschillende vlakken
van Technische Bedrijfskunde
ontwikkelingen plaatsvinden.
De medische industrie wordt
gekenmerkt door haar enorme
ontwikkelfasen en zeer delicate en
complexe producten. Voordat een
medicijn over de toonbank mag rollen,
moeten er ook talloze kwaliteitsstappen
doorlopen zijn. Eén productiefout in
deze industrie heeft enorme gevolgen,
wat de ‘room for error’ bijzonder klein
maakt. Een goed getimede innovatie met
een tactisch geplaatst patent kan echter
een enorme doorbraak betekenen.
In deze editie vind je een artikel over de
opmerkelijk lange ontwikkelfase van de
verschillende producten in de medische
industrie. Een ander artikel gaat over
de opbouw van de verschillende
verzekeringsstelsels die natuurlijk de
gehele markt beïnvloed. Tenslotte vind
je een artikel over een aantal discrete
producten die hun nut hebben in de
medische industrie en natuurlijk, zoals
in elke editie, weer een aantal nieuwe
ontwikkelingen op dit vlak.
Namens de redactie mag ik je weer
veel leesplezier wensen en een zeer fijn
collegejaar.
Al eeuwenlang zijn we bezig met het vervangen van lichaamsdelen die niet meer zelf aangroeien. In de loop der tijd zijn er vanzelfsprekend een aantal dingen veranderd.
In medische ontwikkeling gaat veel geld om en wordt veel in geïnnoveerd. Dit artikel beschrijft het publieke debat hierover.
6 Medische Industrie
18 De geschiedenis van protheses
Colofon
Algemeen
De Lugograaf is een uitgave van
Technisch Bedrijfskundige Vereniging
Lugus en verschijnt vier keer per jaar.
Hoofdredactie
Maarten van der Vegte
Redactie
Arjen Lammers
Jasper Boomer
Casper Kranenborg
Jefta van Hees
Scribenten
Luuk Janssen
Lay-out
Sander Scholten
Vormgeving
Johan Stokking
Harrie Pieters
Eindredactie
Sebastian Tijsma
Fotografie
Johan Stokking
Druk
Flyeralarm B.V. Maastricht
Oplage: 750 stuks
Adverteren
Wilt u meer informatie over adverteren
in de Lugograaf, dan kunt u contact
opnemen met Maarten van der Vegte.
Tel. 050 363 8490
Redactieadres
TBV Lugus
Nijenborg 4
9747 AG Groningen
tel. 050 363 8490
www.tbvlugus.nl
In dit artikel licht Luuk Janssen zijn scriptie toe. Hij heeft voor deze scriptie onderzoek gedaan in het UMCG naar de mogelijkheid om efficiënter te werken.
In Nederland is iedereen verplicht om een zorgverzekering te hebben. In de VS is zo’n wet pas recentelijk ingevoerd door president Obama. Dit artikel beschrijft de economische kant hiervan.
Zorgverzekeringen 12
Thesis 22
17
22
32
34
38
40
42
44
48
49
50
36
IEM project
Nieuwe ontwikkelingen
Test
Lieve Lina
Foto’s
Eventverslag EBT
Eventverslag TASC
Estiem verslag
Column voorzitter
Afgestudeerden
Puzzel
IR-symposium
28 Artikel Akzo Nobel
30 Redactiecolumn
Medische Industrie: een verhaal apart?
6
In de medische wereld gaat veel geld om en er wordt druk in geïnnoveerd. Aan de hand van
een casestudie omtrent het product ‘Aspirine’ zal ik laten zien wat voor een gecompliceerde
weg dit product allemaal heeft moeten afleggen voordat het in de schappen kwam te liggen.
Want voordat de aspirine zich in een glas water oplost om hoofdpijn te verzachten heeft
dit jaren geduurd. In het publieke debat is al jaren veel te doen geweest omtrent medische
ontwikkelingen. Partijen zoals Partij voor de Dieren pleiten bijvoorbeeld voor dierproefvrije
geneesmiddelen. Vooral de ethische kwesties die komen kijken rond de ontwikkelingen van
nieuwe geneesmiddelen en andere medische innovaties worden daarom in het tweede gedeelte
wat dieper uitgelicht.
Tekst: Casper Kranenborg
7
Inleiding
Medicijnen zijn bijna net zo oud
als de mens zelf. Vroeger kregen
mensen dit van de medicijnman
tijdens zweverige rituelen terwijl
tegenwoordig iedereen snel en
efficiënt wordt behandeld door
een man of vrouw in een witte
jas die met het spirituele van de
medicijnman niks meer te maken
wil hebben. Toch krijgen we van
beide personen geneeskrachtige
middelen. Veel medicijnen worden
echter maar even gebruikt.
Chemotherapie bestond 100 jaar
geleden bijvoorbeeld nog niet.
Toch zijn er medicijnen die de tand
des tijds hebben overleefd. Zo ook
aspirine. Het kauwen op gedroogde
myrthebladeren hielp meer dan
3500 jaar geleden al tegen rugpijn.
1000 jaar geleden hielp Hippocrates
– beschouwd als grondlegger van
de geneeskunde - mensen met
een drankje dat hij won uit de
wilgenboom. Hierna is ‘aspirine’
een hele tijd uit de aandacht
geweest, maar in de 17e eeuw
gebruikten Spaanse soldaten kinine
om zich te wapenen tegen koorts.
Nadat een Italiaan de werkzame stof
in aspirine had ontdekt – namelijk
salicylzuur – maakt dr. Felix
Hoffmann in 1897 een synthetische
variant die door middel van
acetylatie de naam acetylsalicylzuur
kreeg. De aspirine werd al snel
een begrip doordat Bayer het op de
markt bracht en het efficiënt allerlei
pijntjes en koorts hielp tegen te
houden.
Productontwikkeling en productcyclus
Aspirine is dus een merknaam, net
als Coca Cola. Tegenwoordig heeft
de aspirine er vele concurrenten
bij, zoals ibuprofen en paracetamol.
Toch hoor je nog altijd iemand vaak
een ‘aspirientje’ nemen wanneer
hij een witte tablet inneemt tegen
hoofdpijn of koorts. Dit gegeven dat
er meerdere medicijnen zijn voor
dezelfde kwaal geeft aan dat ook in
de medische wereld er sprake is van
marktwerking.
In het geval van aspirine is dit
ook zo. Dit medicijn moet sterk
concurreren met ibuprofen en
paracetamol. Er zit een groot
verschil tussen deze drie pijnstillers.
Aspirine helpt bijvoorbeeld tegen
de klontering van bloedplaatjes
en daarmee indirect tegen
hartaanvallen. Ibuprofen is
Figuur 1
8
ontstekingsremmend, terwijl
paracetamol enkel pijnstillend is.
Naast dat aspirine concurrentie
heeft van deze bestaande medicijnen
zijn er nog meer dingen waar de
producent van aspirine rekening
mee moet houden.
Net als elk ander bedrijf heeft
ook de medische industrie en de
medicijnen die ze produceren
te maken met veranderende
omstandigheden. Zo veranderen
de ziekten steeds die bestreden
moeten worden. Vroeger moest
er een medicijn komen tegen de
Pest en in Afrika onlangs nog
voor Ebola. Tegenwoordig worden
mensen steeds ouder en eten we
steeds vetter en zoeter, hierdoor
krijgen we in West-Europa een
epidemie van bijvoorbeeld diabetes.
Deze ziekten kwamen vroeger veel
minder vaak voor. Toch wisselt de
vraag niet alleen aan de kant van
de mensen die de desbetreffende
medicijnen nodig hebben. Ook
de ziekten zelf veranderen. Zo
zijn er malariamuggen gevonden
die resistent zijn tegen bepaalde
malariawerende middelen. Kortom;
de vraag naar medicijnen wisselt
sterk.
Wanneer we figuur 1 even bekijken
zien we een beeld van hoe de
levenscyclus eruit ziet van een
product. Dit is van aspirine niet
anders. Toch bestaat het middel al
100 jaar, terwijl andere producten
al over hun top heen zijn na enkele
jaren. Hoe kan dit?
Producten kunnen in vier fasen van
ontwikkeling worden opgedeeld.
Ten eerste is er de R&D fase,
waarin het product nog moet
worden ontwikkelt en het enkel geld
kost en nauwelijks wat oplevert.
Wanneer dit een beetje aanslaat
kan er worden gekozen om verder
te ontwikkelen en zullen er ook
concurrenten bij komen. Zo rond
1900 had aspirine nog een monopoly
Figuur 2
9
op het geneesmiddel tegen koorts en
pijn, maar paracetamol kwam daar
al snel achteraan, alhoewel het pas
in 1963 in de Britse Farmacopee is
opgenomen. In de derde fase is er
weinig productontwikkeling meer te
bespeuren; het ‘uitmelken’ begint en
er is enkel innovatie op gebied van
efficiëntie en kwaliteitsverbetering.
De kern van het product blijft
bestaan. In de laatste fase is het
product bijna aan zijn laatste adem
toe en bouwt het de productie af. Dit
is allemaal te zien in figuur 2.
Aspirine bevindt zich nog steeds in
de derde fase. Er zijn namelijk wel
concurrenten, maar de productie is
nog steeds niet afgebouwd. Sterker
nog, de productie is hoger dan ooit!
Dit heeft verscheidene oorzaken.
Ten eerste is het zoals al gesteld in
de inleiding ontwikkelt als medicijn
tegen reuma, waarna het populair is
geworden als algemene pijnstiller.
Tegenwoordig heeft het echter ook
een derde toepassing, namelijk de
voorkoming van hartfalen. Aspirine
zorgt ervoor dat bloedplaatjes niet
gaan klonteren. Aangezien aspirine
het bloed verdunt (wat paracetamol
dus niet doet) is er in vetminnend
Amerika al het gezegde: ‘An
aspirine a day keeps the dokter
away’. Verder zijn er geruchten dat
het de ziekte van Alzheimer kan
helpen voorkomen of de symptomen
van de ziekte verminderen.
Dit is echter nog niet officieel
‘bewezen’.
Ethische kwestiesDe medische industrie is erg
interessant als het gaat om ethische
kwesties. In handboeken van de
ethiek komen niet voor niks vaak
de euthanasie, de transplantatie
en de proefdieren tevoorschijn als
onderwerpen die veel stof doen
oplaaien. Ik zal drie controversiële
onderwerpen die ook erg actueel
zijn even aanstippen.
Transhumanisme
Transhumanisme is een stroming
binnen de filosofie, de biologie
en de chemie die de grenzen van
de mens die door de natuur zijn
gesteld probeert te doorbreken. Hier
moet niet meteen worden gedacht
aan een Übermensch, maar meer
een verbetering van het menselijk
lichaam. Zo kunnen we door middel
van medicijnen beter presteren.
Onderzoek van Tjebbe van Meeteren
stelt dat 7 procent van universiteiten
wel eens Ritalin gebruikt om
hun prestaties te verbeteren. Ook
wielrenners gebruiken al jaren
doping om hun lichamelijke
prestaties te verbeteren. Waarom is
dit dan controversieel als het enkel
goede dingen teweeg brengt?
Tegenwoordig kunnen er tijdens
de zwangerschap allerlei ziekten en
afwijkingen worden opgespoord.
De negatieve facetten kunnen er zo
worden uitgefilterd. Toch kan het
ook positief werken. Wil je een kind
met grotere cognitieve vermogens,
die iets socialer ingesteld is of
juist genetisch gemaakt is om
topsporter te worden? Dit is in de
toekomst ook mogelijk door tijdens
de zwangerschap ingrepen te doen.
Dit is ook nog geen ramp. Wel zijn
mensen dan geen product meer van
een natuurlijke loterij, maar ook
een beetje van ingrepen van de
ouders. Dit kan hele rare situaties
opleveren. Stel nu dat een kind de
eigenschappen die de ouders wilden
helemaal niet wil hebben. Kan hij
dit zijn ouders nu verwijten?
Proefdieren
De medische industrie is ook vaak
in het nieuws omtrent proefdieren.
Bij Groenlinks en de Partij voor
de Dieren staat dit al jaren op
de agenda. De ontwikkeling van
nieuwe medicijnen en daarmee de
redding van duizenden levens (voor
even althans) gaat namelijk wel
ten koste van ander leed. Namelijk
de dieren die hiervoor worden
opgeofferd. Is dit eigenlijk wel
toelaatbaar? Zo ja, tot hoever mag
dit gaan? Bedrijven moeten dit
aspect van medicijnontwikkeling
scherp in de gaten houden,
aangezien demonstratieve lobby’s en
andere slechte reclame een bedrijf
ernstig kunnen schaden.
10
Bronnen
www.aspirine.nl
www.nrc.nl
www.productontwikkeling.nl
www.marketingeasy.net
Schaarsheid van productiemiddelen
Vanwege de schaarsheid van
productiemiddelen moeten
farmaceutische bedrijven kijken
naar welke medicijnen ze gaan
produceren, welke ze gaan
ontwikkelen en welke ziekten ze
graag willen oplossen binnen nu
en een paar jaar. Waarop moeten
ze deze keuzes nu baseren?
Op de winstverwachting? Een
passend medicijn voor diabetes of
hartfalen wordt vaker gebruikt dan
bijvoorbeeld een meer zeldzame
ziekte als de ziekte van Huntington
waar tot nog toe geen medicijn is.
Bedrijven moeten daarom constant
afwegen waar ze hun geld, energie
en tijd aan besteden. Helaas
betekent dit ook dat voor sommige
ziekten geen medicijn voor wordt
ontwikkelt of niet genoeg aandacht
aan wordt besteed. Vanuit moreel
oogpunt is het erg lastig te stellen
waarop een bedrijf zich nu moet
richten.
Conclusie
Ten eerste hebben we kunnen zien
aan de hand van het voorbeeld
omtrent aspirine dat de medische
wereld heel erg lijkt op elke andere
bedrijfstak. De makers van de
producten hebben te maken met
een sterk wisselend aanbod van
zowel de patiënten als muterende
ziektes. Daarnaast moeten ze
ook nog concurreren met andere
medicijnproducenten. Ook krijgen
farmaceutische concerns grote
aandacht van de media, aangezien
ze aan de ene kant de medicijnen
voor een ‘eerlijke’ prijs op de markt
moeten brengen, maar anderzijds
hebben ze ook de plicht om de juiste
medicijnen te maken die zorgen dat
er levens worden gered.
Ten tweede heeft het zoeklicht in de
duistere kamer van de medische
industrie even stilgestaan bij meer
ethische kwesties. Transhumanisme,
proefdieren en de schaarsheid van
productiemiddelen zijn allemaal
factoren in de medische industrie
die vanuit ethische bril erg
controversieel zijn. De bedrijven in
de medische industrie moeten
daarom goed bestand zijn tegen
publieke kritiek en zorgen dat ze
verantwoord hun werk doen. De
medische sector is daarmee niet een
verhaal apart, maar heeft toch zo
zijn eigen kenmerken, risico’s en
mogelijkheden.
11
Beste student,
Wanneer je aan het lezen van dit stukje bent begonnen, zul je enige vorm van interesse hebben voor het IEM-Project. En dat is goed, want het project heeft nogal wat te bieden!
De bestemming van de studiereis is inmiddels bekend. In de maand februari van 2011 zullen we de steden São Paulo en Rio de Janeiro aandoen. Twee wereldsteden welke, in combinatie met een bezoek aan het regenwoud, een mooie reden vormen om ons in te zetten voor de rest van het project.
Maar voor een snoepreisje alleen heeft inschrijven geen zin. Het project kan namelijk niet gevolgd worden zonder het afronden van een consultancy-opdracht uit het bedrijfsleven. Hiervoor zullen we 140 uur aan een case werken, wat van grote waarde zal zijn voor het desbetreffende bedrijf. Daarnaast biedt dit een van de
beste mogelijkheden om praktijkervaring op te doen en om daar goed voor beloond te worden. Ten slotte zal het project overkoepeld worden door een cursus, waarmee 5 ECTS worden behaald. Deze cursus wordt georganiseerd in samenwerking met dr.ir. Jonker, waarin verschillende onderwerpen van sustainability aan bod komen. Een leuke interactieve cursus, met verschillende gastsprekers, waardoor een overall view van sustainability wordt ontwikkeld.
Bovenop deze ontwikkeling van kennis en een mooie ervaring op je CV, zul je als beloning meegaan op een drieweekse studiereis naar Brazilië. Hier wordt met behulp van excursies en bedrijfsbezoeken de context gezocht bij het IEM-vak. Maar dit vormt slechts 40% van de tijd op locatie. De overige dagen zullen besteed worden om het geld op te maken. En daar hebben wij al mooie plannen voor!
Meer informatie wat betreft de studycases en de reis kun je vinden op onze site: www.iemproject.com
Moraal van dit verhaal: In februari 2011 zitten wij gebakken bij 35oC!
Een ferme groet,
De IEM-Commissie 2010/2011
12
De geschiedenis van protheses
Tekst: Jasper Boomer
Al eeuwenlang zijn mensen bezig met het vervangen van lichaamsdelen die niet zelf meer
aangroeien. Wat men verwacht van zo’n prothese is gedurende de geschiedenis flink veranderd.
Waar eerst de behoefte was om gewonde soldaten door te laten vechten wordt nu gepoogd
zoveel mogelijk het originele lichaamsdeel en al haar functies te vervangen. Zover is het alleen
nog lang niet, maar op dit moment volgen de ontwikkelingen op het gebied van protheses
zichzelf in rap tempo op. Hier in het kort een beschrijving van hoe men er tegenwoordig
voor staat, hoe de weg daar naar toe was en wat we in de toekomst kunnen verwachten van
kunstmatige ledematen.
13
Geschiedenis
Als je denkt aan de oudste vormen
van protheses komen vaak het houten
been en het glazen oog naar voren uit
piratenverhalen en dergelijke. Maar
archeologen hebben kunstmatige voeten
gevonden die dateren van zo’n twee tot
drie duizend jaar voor Christus.
In de middeleeuwen was het vooral op
het slagveld waar men gebruik maakte
van protheses. Een strijder kon dan
bijvoorbeeld een hulpmiddel krijgen
wat enkel en alleen diende om een
schild omhoog te kunnen houden of in
de stijgbeugels van een paard te kunnen
blijven zitten. Buiten de oorlog waren
het alleen de rijken die zich een prothese
konden veroorloven.
Toen de fransman Ambroise Pare
in de zestiende eeuw amputatie als
levensreddende operatie ontdekte, was
dat een impuls om de technieken van het
kunstmatig vervangen van ledematen te
verbeteren. Tijdens de renaissance, toen
de wetenschap tot grote bloei kwam werd
er voor het eerst echt aandacht besteedt
aan het maken van een prothese die niet
alleen ervoor zorgde dat een mens weer
al zijn ledematen bezat, maar ook (een
deel van) hun taken weer kon vervullen.
Het was ook in deze tijd dat voor het
eerst ontdekt werd dat een spier zich
aanspant wanneer er een kleine stroom
doorheengaat en dat er andersom een
klein potentiaal ontstaat als een spier
zich aanspant. Zo werd electromyografie
ontdekt, wat later een belangrijke rol
zou gaan spelen in de ontwikkeling van
protheses.
Huidige tijd
Met de tegenwoordige technologische
ontwikkelingen zou je denken dat
mensen met een prothese een stuk beter
uit de voeten kunnen, helaas blijkt het
tegendeel waar.
Hoewel er al heel veel mogelijk is op het
gebied van protheses en electromyografie
worden deze technieken vaak niet
optimaal benut. Zo blijkt bijvoorbeeld
uit het verhaal van een sergeant uit het
Amerikaanse leger, Sgt. James Wright,
die toch de ouderwetse haak prefereert
boven de huidige technologische
hoogstandjes. Dit simpelweg vanwege
de betrouwbaarheid en stevigheid van
het apparaat. Het blijkt vaak lastig voor
patiënten om zichzelf het gebruik van
zo’n vreemd apparaat aan te leren, en bij
armprotheses wordt deze dan ook vaak
enkel gebruikt als ondersteuning voor
de goede arm. Dit in tegenstelling tot
beenprotheses die vanwege noodzaak
wel worden geaccepteerd door
geamputeerden en ook makkelijker zijn
om te ontwerpen.
Uit onderzoek blijkt zelfs dat 40-60%
van de bezitters van een arm-prothese
deze niet of nauwelijks gebruiken en dat
20% het apparaat zelfs niet eens draagt.
Er zijn verschillende verklaringen voor
te geven:
• Ten eerste hebben mensen met de
huidige informatievoorziening al heel
wat voorbeelden kunnen zien van waar
de technologie tegenwoordig allemaal
toe in staat is, dit schept enorm hoge
verwachtingen. De vooruitgang in
technologie zorgt er ook voor dat mensen
steeds meer verwachten dat als een
apparaat eenmaal is aangesloten, deze
ook gelijk werkt. Als eenmaal blijkt dat
er heel wat training aan vooraf moet
gaan voordat men de prothese kan
gebruiken, en dan nog niet optimaal
kan functioneren raakt men gauw
gefrustreerd en doet er weinig moeite
meer voor om de functionaliteit te
verbeteren.
• Er zijn heel veel verschillende soorten
protheses op de markt maar toch zijn er
meer verschillende soorten mensen. Elke
persoon die een prothese krijgt is weer
anders en daardoor gebeurd het nog wel
14
eens dat men het verkeerde materiaal
gebruikt, een ander model zou in dat
geval beter werken. Hier kan aan gewerkt
worden door betere educatie in het
gebruik van protheses.
• Als laatste zijn er nog steeds veel
verbeteringen mogelijk op het gebied van
protheses, om nog meer de ideale situatie
te benaderen waarbij een gebruiker
het verschil met het oorspronkelijke
lichaamsdeel niet zou kunnen merken.
Zo zou er gewerkt kunnen worden
aan het geven van feedback op een zo
natuurlijk mogelijke manier. Vaak is
ook het gewicht een probleem, hoewel
sommige protheses zelfs minder wegen
dan een echte arm worden ze minder
goed ondersteund en voelen daardoor
toch zwaar aan.
Toekomst
Tegenwoordig worden de materialen in
elektronica niet alleen nog kleiner, maar
ook buigzamer, eventueel goedkoper en
worden ze vervangen door bijvoorbeeld
organische materialen. Dit alles kan
bijdragen aan een nieuwe lijn van
protheses die nog natuurlijker aanvoelen.
Ook de mogelijkheden van het internet
zouden kunnen bijdragen aan het
verbeteren van de technieken op dit
gebied. Zo zou er bijvoorbeeld diagnose
en training op afstand kunnen worden
uitgevoerd.
Ook op het gebied van feedback valt nog
veel te verbeteren, op dit moment is het al
wel mogelijk om via kleine pulsen te
kunnen voelen als een kunstarm iets
aanraakt, maar er is nog steeds veel
training nodig voordat die informatie
gebruikt kan worden. In het ideale geval
zou de feedback moeten plaatsvinden via
de overblijfselen van het normale
zenuwkanaal. Uiteindelijk blijkt het
menselijk lichaam dus nog steeds zo’n
ingewikkeld apparaat dat het nog jaren zal
uren voordat wij als mensen echt in staat
zijn delen van ons zelf te vervangen.
Bronnen
Plettenburg, D.H. ‘Upper extremity prosthetics : current status & evaluation’
www.unb.ca (zoek op: institute of biomedical engineering)
www.medgadget.com (zoek op: new upper extremity prosthetics)
www.amputee-coalition.org (zoek op: history of prosthetics)
15
EMGElectromyografie(EMG) is een techniek waarbij kleine potentiaalverschillen in de spiervezels kunnen worden geregistreerd.
Dat kan inwendig(met een speciale naald) of aan de oppervlakte met elektrodes die op de huid kunnen worden bevestigd. Deze
potentiaalverschillen ontstaan door zenuwen die kleine impulsen geven aan spiervezels. Het hele systeem van zo’n “bewegingszenuw”
en de spiervezels die deze aanstuurt wordt een “Motor Unit” genoemd. Hoe hard een spier samentrekt hangt af van het aantal ingezette
Motor Units en de frequentie van de impulsen die worden doorgegeven.
Pas sinds kort zijn de technieken van EMG genoeg ontwikkeld om ze te kunnen gebruiken als sturing voor protheses. Het is lastig om
gedetailleerde informatie uit zo’n EMG signaal te halen vanwege de stochastische aard van het signaal, één van de eerste modellen was
dan ook een hand die alleen openging als een bepaalde drempelwaarde was bereikt en anders weer dichtging.
Institute of Biomedical EngineeringEen van de plekken waar nog steeds veel wordt gewerkt aan het verbeteren van de functionaliteit van protheses is het “Institute of
Biomedical Engineering” van de Universiteit van New Brunswick in Canada. Dit centrum heeft zijn oorsprong in 1957 toen het
eerste revalidatiecentrum in die regio werd opgericht. In 1961 werd contact gelegd met de universiteit voor technische hulp bij twee
patiënten met rugletsel. Vanuit de groep die zo ontstond werd het zogenaamde Technical Assistance and Research Group for Physical
Rehabilitation (TARGPR) gevormd. Deze groep richtte zich in eerste instantie op het gebruik van electromyografie(EMG) signalen voor
protheses wat ook de focus in latere jaren werd.
Maar helaas was ging het onderzoek naar het gebruik van deze nieuwe veelbelovende techniek niet erg snel vooruit, met name doordat
er weinig geld beschikbaar was met uitzondering van donaties van leden. Op het zelfde moment werd voornamelijk in Europa en in
Azië het medicijn Thalidomide op de markt gebracht. Dit medicijn, ontwikkeld door een Duits farmaceutisch bedrijf, was bedoeld als
slaapmiddel en als bestrijder van ochtendmisselijkheid bij zwangere vrouwen. Helaas bleek al snel dat het medicijn als vervelende
bijwerking had dat kinderen van vrouwen die tijdens de zwangerschap het medicijn slikten soms met afwijkingen geboren werden. Pas
nadat het medicijn op de markt werd gebracht, werd in 1961 door de Duitse arts Lenz het verband gelegd tussen het gebruik van het
medicijn en de afwijkingen bij de geboorte. De schade was toen al gedaan, er waren al duizenden kinderen met afwijkingen geboren. De
Canadese regering zorgde toen voor verschillende nieuwe trainingscentra voor mensen met een prothese en voor een groter budget voor
TARGPR mits zij zouden samenwerken met deze trainingscentra. Dit zorgde voor een grotere groep proefpersonen en toegang tot betere
medische faciliteiten.
Later werd besloten om het revalidatiecentrum als onderzoeksafdeling binnen de universiteit op te nemen, vooral vanwege logistieke en
financiële voordelen. En zo werd het nog steeds bestaande Institute of Biomedical Engineering gevormd. Tegenwoordig wordt daar nog
steeds met name gewerkt aan EMG gestuurde protheses en worden er internationale verscheidene lezingen gegeven op dat gebied.
16
Nieuwe ontwikkelingen
Tegenwoordig gaat alles steeds sneller, slimmer, eenvoudiger en
tegelijkertijd stijlvol. In deze editie van de Lugograaf vind je weer vier
fameuze ontwikkelingen.
AM/FM Floating Duck radioBadeendjes bestaan al sinds mensenheugenis. Het is wereldwijd
een van de meest bekende stukken speelgoed, en het meest
gebruikte speeltje in bad. Een paar mensen is op het idee
gekomen dit te combineren met de behoefte om tijdens het
badderen naar een muziekje te kunnen luisteren, en zie hier het
resultaat.
Deze badeend heeft een ingebouwde AM/FM radiospeler, en is
nog eens waterbestendig ook, wat op zich ook wel praktisch is
bij gebruik in bad. Het radiospelertje zit verborgen in de vleugel
van het eendje en werkt op drie AAA batterijtjes. Verder kan je
de overige ‘ledematen’ gebruiken om het apparaatje te bedienen.
Zo zet je hem aan of uit op de vleugel, kan je de zender kiezen
met de staart en regel je het volume door zijn kop te draaien.
In de categorie nutteloze uitvindingen staat deze ergens
bovenaan, maar voor diegenen die ooit nog eens toekomen aan
het nemen van een bad, misschien het proberen waard?
Optische ChipsIn de loop van de tijd is men steeds meer informatie uit gaan
wisselen. Tegenwoordig gebeurt dit via elektronische chips,
maar hier lijkt binnenkort een einde aan te komen. Optische
chips, in de onderzoekswereld beter bekend als Photonic
Integrated Cicuits of PICs, worden genoemd als mogelijke
opvolgers. Waar elektrische chips voor het transporteren
van informatie gebruik maken van elektronen, die door een
draadje bewegen, gebruiken PICs fotonen (lichtdeeltjes) die
door fotonische kristallen flitsen. Hierdoor zal de snelheid van
de informatieoverdracht toenemen. Op zijn beurt zal dit weer
resulteren in snellere computers.
Ook produceert de elektrische chip warmte en beïnvloeden
elektrische stroompjes elkaar. Dit zijn twee problemen waar
PICs geen last van hebben. Daardoor kunnen optische chips ook
veel kleiner en complexer gemaakt worden dan de elektrische.
Tekst: Jefta van Hees
17
Telefoons op waterstofOp dit moment zit er erg veel beweging in de ontwikkeling
van nieuwe mobiele telefoons. Iedereen heeft tegenwoordig
wel een smartphone. De meeste van deze telefoons hebben
volledige toegang tot het internet, een mp3-speler, een camera
en een navigatiesysteem. Dit is echter niet het enige waar
veel aan verbeterd wordt. Men verwacht dat de nu gebruikte
lithiumbatterijen op den duur niet genoeg capaciteit zullen
hebben om de vernieuwde apparatuur van voldoende energie te
voorzien. Daarom is men driftig op zoek naar alternatieven.
Zo bestaan er inmiddels brandstofcellen die als energiebron voor
mobiele telefoons zouden kunnen dienen. Een groot voordeel
hiervan is, dat deze methanolbrandstofcellen, ook wel Direct-
Methanol Fuel Cell (DMFC) genoemd, meer energie kunnen
leveren, en de telefoon daardoor langer gebruikt kan worden
zonder tussentijds opladen. Nadeel hieraan wel is dat er CO¬2
geproduceerd wordt en dat ze vrij groot zijn. Al snel stopte
men met het ontwikkelen van deze brandstofcellen en werd er
een alternatief geïntroduceerd; De micro-Polimer-Electrolyte
Membrane Fuel Cell (PEMFC), oftewel de waterstofcel. Deze
biedt een oplossing voor beide problemen. In plaats van CO¬2
wordt er namelijk waterstof geproduceerd en ze zijn ook vele
malen compacter. Daarbij kan de waterstofcel meer energie
leveren.
Er moeten nog wel enkele obstakels overwonnen worden voordat
deze micro-PEMFC’s geschikt zijn voor wereldwijde toepassing,
zoals bijvoorbeeld de nu nog hoge productiekosten. De
ontwikkelaar, Nippon Telegraph and Telephon Corporation,
verwacht wel dat deze cellen uiteindelijk geschikt zullen zijn
voor commerciële toepassingen.
Koffie als brandstofWe weten allemaal dat we over een tijdje geen gebruik meer
kunnen maken van fossiele brandstoffen. Er wordt daarom
druk gezocht naar alternatieven. Als alternatief wordt vaak
energiewinning uit zon, wind, water en biologisch afval
aangedragen. Een stel Engelse wetenschappers kwam echter met
een wel heel origineel idee, namelijk: koffie!
Ze zijn er reeds in geslaagd hiermee een Volkswagen Scirocco (uit
1988) aan te drijven. Het werkt als volgt: de koffie wordt verbrand,
en de daarbij ontstane gassen worden gebruikt om de motor aan te
drijven. Het werkt dus ongeveer hetzelfde als met LPG.
Deze Volkswagen kan op één pak koffie, dat is genoeg voor 35
espresso’s, ongeveer een kilometer rijden. Dat is dus 20 tot 50
keer duurder dan rijden op benzine. Daarbij moet de auto om de
paar kilometer worden stilgezet zodat de filters kunnen worden
vervangen en er koffie bijgetankt kan worden. Er kan gelukkig
ook op ‘tweedehandse’ koffie gereden worden, wat de lasten al
enigszins verlicht. De maximum snelheid ligt zo rond de 100 km/u.
Al met al is deze manier van voortbewegen niet erg zuinig, en
praktisch al evenmin. Verwacht wordt dan ook niet dat we over een
tijdje overal auto’s tegenkomen die rijden op koffie. De boodschap
die we hier vooral uit kunnen halen is dat, als we maar creatief
genoeg blijven, we auto’s overal op kunnen laten rijden.
18
ThesisTekst: Luuk Janssen
Mijn naam is Luuk Janssen en ik behoor tot de eerste lichting TBK’ers uit Groningen.
De studie is net als Lugus begonnen in 2002. In de eerste jaren moesten er nog veel vakken
ontwikkeld en aangepast worden. Dit had voor ons studenten voor- en nadelen. Een van de
grootste voordelen was het contact tussen de vakdocenten en de studenten, door relatief kleine
groepen heeft er altijd veel interactie plaatsgevonden.
De keuze voor technische bedrijfskunde was voor mij heel logisch. Aangezien ik op de
middelbare school zowel gevoel had voor bètavakken als voor economische. Deze beide
facetten komen uitgebreid aan bod tijdens de studie en vooral de combinatie hiervan maakte
de studie voor mij interessant. Na het eerste jaar heb ik gekozen voor de specialisatierichting
Discrete Technologie. Mijn voorkeur voor productieverbetering en automatisering maakte dit
voor mij geen moeilijke keuze.
In dit artikel kunnen jullie lezen hoe ik mijn afstudeeronderzoek heb aangepakt en welke
functie ik nu vervul. Omdat het een vertrouwelijk onderzoek betreft staan er geen exacte cijfers
in dit artikel.
19
Context
De eerste maand van mijn
afstudeeropdracht heb ik doorgebracht
in een zeer verrassende omgeving
voor een TBK student. Een werkplek
tussen specialisten, beeldschermen,
steriele lucht en groene lakens; een
operatiekamer. Nu zul je denken, een
operatiekamer? Hoe komt een TBK
student hier nou weer terecht?
Operatiekamers zijn high-tech ruimtes,
waar zowel de apparatuur als de
mensen die er werken enorm hoge
kosten met zich mee brengen. In de
toekomst zullen deze kosten zowel
door personeelstekorten als door de
toenemende vergrijzing alleen maar
verder oplopen. Deze kosten moeten
uiteindelijk opgebracht worden door onze
generatie. Om deze kosten betaalbaar te
houden zijn de
ziekenhuizen de laatste jaren actief bezig
met het verbeteren van hun productie.
Efficiëntie en vakmanschap gaan hierbij
hand in hand.
Het onderzoek is uitgevoerd bij het
Universitair Medisch Centrum Groningen
(UMCG). Er is onderzoek gedaan naar de
benutting van de vier operatiekamers van
het Operatief Dagbehandelingcentrum
(ODBC) in het UMCG. Op deze
afdeling vinden relatief eenvoudige
operaties plaats, waarbij de patiënt
binnen twee uren de operatietafel verlaat.
Zowel hij/zij in de meeste gevallen op de
dag van de operatie weer naar huis mag.
De opdracht heeft plaatsgevonden binnen
het Lean operations Reaserch Centrum
(LORC)van de RuG. Het tegengaan
van verspilling is voor deze opdracht
vertaald naar een efficiënte inzet van de
productiefactoren mens en kapitaal.
Systeemanalyse
Deze analyse bevat twee componenten:
de productiestappen voor de patient, en
de processtappen voor de operatiekamers.
In de eerste component is in kaart
gebracht welke productiestappen de
patiënt ondergaat van binnenkomst tot
het verlaten van het ziekenhuis. Met
behulp van een systeemanalyse zijn de
duur van de stappen voor de patiënt
bepaald.
Vervolgens heeft het onderzoek
zich gericht op de benutting van de
operatiekamers. In de analyse worden de
kritische performance indicatoren (KPI’s)
vastgesteld. Dit zijn: aantal operaties
per dag, geplande bezettingsgraad,
electieve bezettingsgraad, gerealiseerde
bezettingsgraad, uitloop na 16.00 uur en
uitloop na 17.00 uur. De formules voor
het bepalen van de bezettingsgraden zien
er als volgt uit.
%100*sessieduur
renzittingsdugeplandesomgraadbezettingsgeplande =
%100*sessieduur
sessieduurbinnenrenzittingsdurdegerealiseesomgraadbezettingselectieve =
%100*sessieduur
urzittingsdurdegerealiseesomgraadbezettingsrdegerealisee =
20
Om het verschil in realisatie en planning
in kaart te brengen worden de geplande
en de gerealiseerde wisseltijd gebruikt.
Om daarnaast inzichtelijk te maken wat
de bezetting is tijdens de sessieduur,
zonder uitloop, wordt de electieve
bezettingsgraad gebruikt.
De KPI’s zijn berekend door middel
van een analyse op basis van historische
data betreffende anderhalf jaar.
Met behulp van het bovenstaand
overzicht wordt het gebruik van de
operatiekamers doorgelicht. Hierin
worden de verschillende fases waarin
een operatiekamer zich kan bevinden
aangegeven. De rode vakjes geven
verspilling van de operatietijd aan,
terwijl een correcte benutting van de
operatiekamers met de groene vlakjes
worden aangeven. De overige blokjes
zijn niet geheel te elimineren, maar
hebben wel invloed op de benutting van
de operatiekamers.
Simulatie
Een aanzienlijk deel van mijn
scriptie richtte zich op de analyse
van het systeem. Hierin zijn van
de processtappen voor zowel
de operatiekamer als de patiënt
gemiddeldes, standaardafwijkingen,
aankomstpatronen, en overige parameters
vastgelegd.
Het inzicht dat verkregen is in de analyse
heeft tot interessante verbetervoorstellen
geleid. De voorstellen zijn getoetst is
er gekozen voor een simulatiestudie.
Hiervoor bestaan twee belangrijke
beweegredenen.
• Het overtuigen van de medewerkers
van het operatiecentrum, door een visuele
weergave van de verbeteringen.
• Het berekenen van de
efficiëntievoordelen van de verschillende
verbetervoorstellen, om het risico op
onverwachte gebeurtenissen te beperken.
De simulatie is een zo goed mogelijke
weergave van werkelijkheid. De
parameters die het systeemgedrag in
werkelijkheid bepalen dienen op dezelfde
wijze het gedrag van de simulatie te
beïnvloeden. Het aankomstpatroon
van de patiënten voor een bepaald
specialisme is hier een voorbeeld van.
De ‘achterkant’ van het simulatiemodel
bevat programmatuur en statistiek.
De ‘voorkant’ van het systeem, het
zichtbare gedeelte, bevat echter alleen
een plattegrond van het ODBC. Op deze
plattegrond is de patiëntstroom zichtbaar
gemaakt. Patiënten bewegen van de
ene fase in het proces naar de volgende.
De gepresenteerde oplossingen zijn op
deze manier voor een ieder logisch te
volgen en leiden zo tot een verhoogde
motivatie van de medewerkers om de
veranderingen door te voeren.
21
Om per scenario de invloed op de
performance te bereken hoeven enkel de
ingangsparameters aangepast te worden.
Met behulp van een scenarioanalyse
worden de verschillende scenario’s met
elkaar vergeleken. Het voordeel van
een simulatiestudie is dat onverwachte
risico’s eerst in de simulatie aan het
daglicht komen, zodat risico’s in de
werkelijkheid geminimaliseerd worden.
Het onderzoek heeft tot een hogere
benutting van de operatiekamers
geleid. Ten eerste doordat tijdens de
analyse kleine verbeteringen van het
systeem direct zijn doorgevoerd, het
betrof hier voornamelijk discipline en
bewustwording van de medewerkers.
Vervolgens zijn met behulp van de
simulatie alternatieve planningen en
patronen berekend. De simulatie heeft
bewezen dat de systeemveranderingen
voor een hogere benutting zorgen.
Tijdens een presentatie met de
medewerkers van het ODBC is getoond
dat de aanpassingen werken. Dit visuele
effect, waarmee medewerkers met
eigen ogen heeft gezien welke invloed
veranderingen hebben heeft geleid tot
bewustwording en acceptatie.
Als er bijvoorbeeld op een dag een half
uur te laat gestart wordt heeft dit invloed
op het totale systeem. Zoals een drukkere
wachtkamer, meer uitloop aan het eind
van de dag en hogere doorlooptijden
voor de patiënt. Het zichtbaar maken
van de gevolgen van incidenten voor het
totale systeem heeft tot meer kennis van
het totale systeem geleid. De praktijk
leert dat dit ook heeft geleid tot betere
benutting van de operatiekamers.
Rabobank
Wij technisch bedrijfskundigen maken
na afloop van onze studie carrière in
uiteenlopende functies, zoals planner,
controller, onderzoeker, ontwikkelaar,
productiemanager.
Sinds enkele maanden ben ik als trainee
aan de slag gegaan bij Rabobank Stad
en Midden Groningen. Deze functie past
perfect bij een technisch bedrijfskundige,
omdat binnen het traineeship meerdere
projecten bij de verschillende afdelingen
van de bank worden uitgevoerd. Zowel
management, procesverbetering als
bedrijfskundige elementen komen
uitgebreid aan bod in mijn huidige
functie. Persoonlijke ontwikkeling maakt
een belangrijk onderdeel uit van mijn
functioneren.
Ik ben begonnen op de afdeling Private
Banking. Het is heel interessant en leuk
om mensen te helpen bij bijvoorbeeld
het aankopen van hun droomhuis. Over
enkele maanden ben ik actief op de
afdeling bedrijven, daar zijn andere
eigenschappen van belang. Zoals het
maken van analyses en het beoordelen
van financieringsaanvragen. Naast direct
klantcontact leer ik ook interne processen
kennen. Meedenken over processen en
toekomstige ontwikkelingen leiden tot
een efficiëntere bedrijfsvoering.
Het brede karakter van de opleiding en
de vele uiteenlopende vakken helpen mij
in het vervullen van mijn huidige functie.
De ervaringen opgedaan tijdens mijn
afstudeerstage hebben mij geholpen om
naast technische aspecten ook de
persoonlijke aspecten mee te nemen in de
keuzes die ik maak.
GroningenDe stad is een studentenstad bij uitstek. Op de lugusborrels in Ome Ko en later in De Doos heb ik me altijd prima vermaakt. Ook andere
activiteiten binnen of ver buiten Groningen heb ik als zeer leuk ervaren. Vooral de eerste buitenlandse lugusreis in Budapest zal ik nooit
vergeten. Dagelijks bedrijfsbezoeken, lezingen en stappen tot in de vroege uurtjes.
Groningen heeft meer te bieden dan de studie. Denk hierbij aan het recente Noorderzon en Bommen Berend, maar ook de Poelestraat en
de Kromme elleboog.
Mijn huidige functie bij de Rabobank houdt mij verbonden met de stad Groningen. Binnen de bank houd ik mij bezig met processen en
leer ik kennis maken met de verschillende afdelingen. De multifunctionaliteit van een technisch bedrijfskundige biedt ons kansen in vele
verschillende branches. Dus grijp je kansen, dan is er voor ons TBK’ers van alles mogelijk.
22
Taking ControlWetenschapplijk artikel Akzo Nobel
Remote control technology isn’t limited to the one which operates your TV. It’s about to be
used by AkzoNobel to help deliver chlorine to customers.
Chlorine is a vital ingredient for many of
life’s essentials. From ensuring drinking
water is safe and clean, to playing a key
role in the manufacture of plastics and
medicines. Many issues still surround
its delivery, but the summer of 2006
proved to be something of a landmark,
as it hailed the end of AkzoNobel’s
structural chlorine transports in the
Netherlands. With other countries under
pressure to follow suit, it has become
imperative to find alternative ways
to ensure an uninterrupted supply of
chlorine to customers. Which is why the
company has been working on cutting-
edge proposals to introduce remotely-
controlled chlorine production units.
Installed on site at the customer’s
premises, the environmental benefits of
this approach are immediately evident.
Although salt and other raw materials
need to be delivered for use in the
new units, because the final product is
produced in-situ, it means less chlorine
has to be transported – therefore reducing
the already small risk of spillage or
incident. It also addresses the concerns
of people who live along rail tracks
previously used for chlorine shipment.
There are positive financial benefits
to consider as well, because you’re
able to operate a cluster of chlorine
production units from a single control
point, rather than stationing a team of
people at each location. “We asked
ourselves what would happen if there
was a ban on chlorine transportation in
other countries,” explains AkzoNobel’s
Business Manager Ellen Holmen,
who is marketing the idea. “It would
mean either closing down plants where
chlorine is used, or coming up with a
way of producing it on-site. We believe
remotely-controlled units offer a
sustainable and cost-effective solution.
It’s a very exciting project because it’s
such an innovative concept, but it’s
entirely feasible that we could have the
first plant ready in the next two to three
years.”
”Our partners in the scheme are Uhde
and Uhdenora, who have vast experience
in engineering chemical plants and in
producing electrolysis cells and skid-
mounted units”, continues Holmen.
“Together, the collaboration has produced
the initial design and cost estimates. Not
all the logistics are in place yet. This
is something we need to work out with
our potential customers – we don’t want
to come up with the completed concept
and find it’s not right for their needs.”
Manufacturing Manager for AkzoNobel’s
Chlor-Alkali activities, Jan Pranger adds
23
that even if there is no future ban on
chlorine transportation, the remotely-
controlled units definitely have a place
in the industry. “We want to bring new,
more sustainable best practices to the
marketplace. While there are no fears
at all over the safety of our chlorine
transportation, it is still officially classed
as ‘dangerous goods’ and there are risks.
These new installations would eliminate
that.”
As well as operating the units,
AkzoNobel would aim to supply
the vacuum salt needed to produce
the chlorine, as well as taking away
the resulting caustic lye. The units
themselves will have a maximum
production capacity of 15,000 tons per
year – around 1.9 tons per hour – and
while this rate can be slowed to allow
less chlorine, more units would be
necessary for higher volumes. This
means that on-site safety would be
increased as hardly any chlorine storage
is required, while the retaining element
of the unit is entirely self-contained.
Failsafe systems also ensure immediate
shut-down in an emergency.
“The control center has overall
command, they could stop the unit if
necessary,” notes Holmen. “In addition,
there would be somebody educated and
trained at each location to step in if
needed, so you don’t lose the human
presence totally. The actual control
rooms will be located at our existing
chlorine production sites and we’d
estimate operating four to five units from
each control room, which would have
positive implications for employment at
those sites.” The cost per unit – which
would be half the size of an average
soccer field – is expected to be around
€15 million. While it’s a big initial
outlay, it will be recuperated through the
decrease in transportation costs,
efficiency in construction and operation
and lowered risk profile. “We want to be
the main producer in Europe who
significantly contributes to the reduction
of chlorine transportation,” states
Holmen. “Lonza, one of the world’s
leading suppliers to the pharmaceutical,
healthcare and life science industries, and
AkzoNobel have signed a Letter of Intent
to build a remote controlled chlorine
production plant at its main production
site in Visp, Switzerland. This would
allow Lonza to put a stop to an annual
railway transport of 13,000 to 15,000
tons of chlorine. It is anticipated that the
plant will come on stream in 2012.”
24
Kwakzalverij
De scheikunde kende de alchemie, biologie heeft alles wat tegen
Darwin is, en de medische industrie heeft een indrukwekkende kwakzalverij
appendix. Vaak onzinnige apparaten of methodes die allen wetenschappelijk
faalden en alleen dienst deden en doen als placebo, of als de basis voor een
oplichterspraktijk. Hieronder een kleine greep uit het uiterst brede aanbod
dat de kwakzalverij te bieden heeft.
Biostabil 2000
Begin 21e eeuw was het dan eindelijk zo ver: de ontbrekende
schakel in de geneeskunde was een feit. Door middel van
magnetomineraaltherapie verwerkt in een gouden, zilveren of
gecombineerde halsketting wordt de energiebalans in je lichaam
hersteld zodat je organen weer ‘normaal’ gaan functioneren en je
emotioneel stabieler bent dan voorheen. Als Tell Sell en Bruno
Santanera, het meesterbrein achter de Biostabil franchise, gelijk
hebben dan was er inmiddels wereldvrede en zou iedereen louter
rationele beslissingen maken.
De Biostabil headquarters bevinden zich in Godlinze, een
pittoresk plaatsje in de buurt van Delfzijl. Voor ons studenten is
de garantie dus op een flinke fietsafstand te krijgen. Naast het
epicentrum van de magnetomineraaltherapie tsunami over de
wereld bevindt zicht hier ook het imperium van Bruno Santenera
himself. Een enorme beeldentuin en tot kerk omgebouwd
kantorencomplex vormen zo’n beetje de helft van de plaats
Godlinze. Santanera heeft dit in de loop der jaren kunnen
bewerkstelligen door de enorme verkoopsuccessen van de
Biostabil 2000 en daarbij horende producten. Met meer dan
250000 verkochte exemplaren beginnend met bij een prijs van
119,- euro is het een kassucces te noemen.
Maart 2004 stortte de verkoop dan eindelijk in. Dankzij een
uitzending van TROS Radar werd de, voor zover dit nog niet
algemene kennis was, werking van de Biostabil als onwaar
bewezen. Na vrij simpel onderzoek bleek het hangertje niets
meer dan een Neodymiummagneetje met dun zilveren omhulsel
te zijn. Santanera, die tot dat moment altijd beweerde dat
de Biostabil samengeperste aarde uit Zaïre, oftewel Congo
bevatte, deed dit argument af met het feit dat een magneetje
ook uit aarde bestaat. Goed ingestudeerde verkooppraat dus.
Na deze uitzending van Radar werd het reclamespotje voor de
Biostabil zodanig aangepast dat deze weer gewoon op Tell Sell
vertoond mocht worden. In 2007 bestempelde de Reclame Code
Commissie het spotje opnieuw als misleidend waardoor deze
in theorie niet meer vertoond mocht worden. In theorie, want
laat SBS6 en RTL nu net geen contract hebben met de RCC.
Hierdoor hoeft Tell Sell de reclame niet van de buis te halen.
Alles leuk en wel dus, dat hele Biostabil gebeuren. Een
magneethangertje met een winkelwaarde van 40,- euro dat
verkocht wordt voor 199,- euro. Een hangertje dat beweert jezelf
van zo’n beetje alle bekende kwaaltjes af te helpen, en de
depressieve en verzwakten in de samenleving te helpen. Een
hangertje met teveel beloftes dus. Want laten we eerlijk wezen:
je behoort zelf tot een van de zwaksten van de samenleving als
je deze kwakzalverij aan de echte zieken durft te verkopen.
Tekst: Diederik Jan Lemkes
Prijs: 199 euro
25
I-TRONIC-EDA
EDA staat voor Electro-dermal assessment. De I-TRONIC-EDA
meet op grond van huidweerstandsmetingen de ‘vegetatieve
regulatie’ van je huid.
Op de begin of eindpunten van de meridianen wordt de
huidweerstand gemeten. Deze metingen geven inzicht in de
mate waarin de meridianen in staat zijn om hun specifieke, uit de
acupunctuur bekende en per meridiaan nauwkeurig omschreven
regulerende functies te vervullen. Een enorm uitgebreid
onderzoek dat ten behoeve van de ruimtevaart is uitgevoerd heeft
de norm-waarden voor iedere meridiaan opgeleverd.
De EDA-metingen worden direct weergegeven in eenvoudig te
interpreteren grafieken. De actuele toestand kan direct worden
vergeleken met die van eerdere onderzoeken. De bedoeling is dat
reacties op gegeven therapie en medicatie direct kunnen worden
gemeten waardoor duidelijk wordt of de behandeling gunstig
was.
De meting van alle punten duurt in totaal ca. 60 seconden en is
net zo betrouwbaar als bijvoorbeeld bloeddrukmetingen, een
hartfilmpje, laboratoriumbepalingen, e.d. De betrouwbaarheid
is door verschillende wetenschappelijke studies bevestigd. De
metingen kunnen worden gedelegeerd en zijn zeer snel te leren.
Een onwijs interessant apparaat zou je dus denken! Er is alleen
wel één klein probleempje.
Ondanks de miljoeneninvesteringen in samenwerking met de
ruimtevaart is het verband tussen de exacte huidweerstand en
iemands gezondheid of geestelijke gesteldheid nooit aangetoond.
En wat doe je als onderneming als je investering waardeloos
blijkt te zijn? Precies, je verkoopt het als broodje poep. Een
broodje poep van 10.500 euro welteverstaan.
Haaienkraakbeen
Haaien zijn ontzettend interessante beesten. Ze behoren tot de
oudste gewervelde dieren die nog bestaan - een paar honderd
miljoen jaar oud - en zijn dus bijna automatisch ook de
eenvoudigste. En er is iets interessants aan de hand met hun
afweersysteem. Haaien zijn namelijk de evolutionair oudste
dieren die beschikken over T-cellen. Nu weet iedereen die iets
over aids heeft gelezen hoe belangrijk die T-cellen zijn voor het
menselijke afweersysteem. Uit het oogpunt van evolutie van het
afweersysteem zijn haaien een belangrijke bron van informatie.
Volgens de Amerikaan William Lane is haaienkraakbeen een
uitstekend middel tegen kanker. En sinds kort is zijn vermalen
kraakbeen ook hier verkrijgbaar. Prijzig is het wel, en de kans
bestaat dat alleen Lanes portemonnee er beter van wordt.
In het begin van de jaren ‘90 was het televisieprogramma 60
Minutes van het Columbia Broadcasting System (CBS) in de
Verenigde Staten van Amerika erg populair. Op 28 februari 1993
had dit programma als onderwerp ‘Sharks Don’t Get Cancer’, naar
het gelijknamige boekje van dr. William Lane en Linda Comac.
Lane, een groothandelaar in haaienkraakbeen, vertelde dat haaien
geen kanker krijgen en dat haaienkraakbeenpoeder bij mensen
een geneesmiddel tegen kanker was en bovendien kanker kon
voorkomen. Het spul was in natuurvoedingswinkels verkrijgbaar.
Enig weerwoord van critici over deze redenering was afwezig.
De oplichting was zorgvuldig voorbereid. Weken van te voren
hadden de natuurvoedingswinkels al te horen gekregen dat dit
programma zou worden uitgezonden. De winkels hadden een forse
voorraad ingeslagen en het liep storm. De prijzen vlogen omhoog
en zijn hoog gebleven.
Prijs: 50 euro (90 capsules)
Prijs: 10.500 euro
26
Tekst: Arjen Lammers
De economische kant van zorgverzekeringen
In maart 2010 heeft de Amerikaanse president Obama een nieuwe ‘health care bill’ weten
in te voeren. Deze wet zorgde voor stevige ingrepen in de manier waarop zorgverzekeraars om
konden gaan met hun klanten. In Amerika waren tot voor kort veel personen niet verzekerd tegen
torenhoge ziektekosten en kwam tweederde van alle persoonlijke faillissementen door medische
kosten. Ook de documentairemaker Michael Moore heeft een film gemaakt, getiteld ‘Sicko’, over
precies deze wantoestand in de Amerikaanse zorg.
27
In die film werd met veel lof gesproken
over het zorgstelsel in Groot Brittannië,
waar de National Health Service (NHS)
alle medische operaties verzorgt. Alle
zorg wordt betaald door de overheid.
Men zou zeggen dat dit systeem veel
meer tevreden mensen behaalt. Maar
in Brittannië is slechts 25% van de
inwoners tevreden. Dit is weliswaar
beter dan de 17% van de Amerikanen
die tevreden zijn met hun zorg, maar
het verschil is niet dramatisch groot. De
vraag die in dit artikel dan ook centraal
staat, is of een zorgverzekeringsstelsel
beter georganiseerd kan worden door
de overheid of door vrije marktwerking.
Dit zal gedaan worden door eerst te
kijken naar het ‘oude’ Amerikaanse
systeem, daarna het Britse systeem van
overheidscontrole en ten slotte wordt
het systeem van Singapore onderzocht.
Singapore heeft namelijk een bijzondere
oplossing gevonden, wat heeft geleidt
tot één van de beste zorgstelsels van de
wereld.
Het Amerikaanse model; marktwerking
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat één
van de meest welvarende landen ter
wereld, de Verenigde Staten, zo veel
mensen niet kan voorzien van goede
gezondheidszorg? De torenhoge kosten
van de gezondheidszorg komen voort
uit het Amerikaanse ideaal van een
vrije markt. Er is een fundamenteel
economisch principe aan het werk, het
idee van asynchrone informatie. Het
basisidee van deze theorie is opgesteld
door de Nobelprijswinnaar George
Akerlof. Hij beschreef de situatie van
tweedehands autodealers: peaches en
lemons. Stel dat de autohandelaar precies
kan weten of een tweedehands auto
goed (peach) of slecht (lemon) is. Als
peaches nu €4000 waard zijn en lemons
€0, en er is een kans van ½ dat een auto
peach is, dan is een consument bereid
om ½ x €4000 + ½ x €0 = €2000 voor
een tweedehands auto te betalen. De
autodealer is echter op de hoogte van
de waarde van de auto en zal slechts
lemons willen verkopen voor een bedrag
van €2000. De peaches zou hij zelf
willen houden. Zodoende komt er geen
markt voor tweedehands auto’s op gang.
Natuurlijk zijn hier vele complicaties bij
en gaat het niet altijd op, maar meer kan
niet worden uitgelegd in een artikel van
zeven paragrafen.
In de gezondheidszorg is ook sprake van
asymmetrische informatie, alleen zijn
deze keer de verzekeraars onwetend.
Zij proberen dan ook zeer fanatiek
uit te zoeken of klanten peaches of
lemons zijn. Peaches zijn jonge mensen,
tot een jaar of veertig, waarvan de
ouders en grootouders nog leven of
op honderdjarige leeftijd omkomen
door een autocrash met een Ferrari.
Deze mensen leveren veel geld op voor
de verzekeraars, omdat hun uitgaven
aan zorg praktisch nul zijn. Ouderen
gebruiken echter veel zorg en kosten
28 juist veel geld. Ook mensen met vooraf
bekende kwalen, dan wel erfelijke
ziekten of langdurige kwalen vallen in
de categorie lemons. Zij kosten juist veel
geld. Voor de verzekeraar is het dan ook
zaak om deze mensen niet in het bestand
te krijgen. Het probleem is echter dat
wanneer de peaches niet verplicht zijn
om zich te verzekeren, zij dat ook niet
zullen doen tenzij de kosten precies
zijn wat ze verwachten uit te geven.
Maar zodra zorgverzekeraars zulke
prijzen gaan hanteren, dan zullen de
lemons hiervan profiteren. Dus moeten
de verzekeraars hogere prijzen vragen,
waarna de peaches het systeem verlaten.
Dit gaat dan ook een spiraal oproepen
van steeds hogere tarieven waardoor het
voor steeds meer mensen economisch
interessant wordt om zich niet te
verzekeren.
De problemen van de Amerikaanse
gezondheidszorg zijn dan ook
fundamenteel aan de vrije marktwerking
toe te wijten. Het voordeel is dat precies
duidelijk wordt wat bepaalde medische
procedures en ingrepen kosten, maar
deze kosten zijn vaak te hoog voor
individuen om te kunnen betalen.
Daardoor is er weliswaar een markt
voor gezonde mensen die graag voor
ongevallen zouden worden verzekerd,
maar dat niet kunnen vanwege de lemons
op de markt. En als zorgverzekeraars
precies konden bepalen wat iemands
verwachte kosten waren, dan zou het
nog tot problemen leiden, aangezien
deze kosten dan ook door de verzekerde
zouden worden opgehoest en die zijn te
hoog voor de meesten.
De Britse manier; overheidsbepaald
De NHS in het Verenigd Koninkrijk
behandelt alle inwoners die ziek zijn.
Als de overheid de benodigde operatie
heeft goedgekeurd, dan wordt je
geholpen. Botbreuken, rare knobbeltjes
en chronische verkoudheid zijn allemaal
verzekerd, plastische chirurgie valt er
buiten. Het voordeel is dus dat niemand
problemen heeft met zijn gezondheid,
29
aangezien overal geholpen kan worden.
Het probleem is echter dat de overheid
bepaalt wat een ziekte is en wat niet en
het is aan de overheid om te beslissen wat
zwaarder weegt. En dat kan heel lastige
dilemma’s opleveren. Maar de overheid
zou de overheid niet zijn als er niet een
instantie is die deze beslissingen met
veel vergaderingen en papierwerk maakt.
En in Brittannië wordt dit geregeld door
het National Institute for Health and
Clinical Excellence (NICE). Iedereen
is dus verzekerd van een basisniveau
van zorg en de overheid bepaalt welke
behandelingen in aanmerking komen
voor vergoeding. Maar dit zorgt ook
voor problemen. Waar moet NICE
nu op letten bij het vaststellen van te
vergoeden behandelingen? Als er twee
behandelingen zijn voor bijvoorbeeld
slokdarmkanker, waarvan optie A een
kans van 10% en optie B een kans van
20%, dan is de keuze simpel. Wanneer
B meer dan 2x zo duur is als A, dan
kiest men voor A, anders voor B. Maar
hoe vergelijk je twee behandelingen
voor twee verschillende ziekten? Het
antwoord dat de overheid had gevonden,
was met behulp van QUALY’s, een soort
punten voor de kwaliteit en lengte van
iemands leven. Maar wat nu wanneer
iemand last heeft van staar? Deze
aandoening zorgt er voor dat mensen hun
gezichtsvermogen verliezen. En er was
een bepaalde remedie voor. Maar die
werkt niet 100%, geneest ook niet, maar
stelt uit en zorgt er voor dat iemand nog
enkele jaren goed kan zien. Iemand die
deze ziekte heeft wil hem graag genezen,
maar kan dat niet. Iemand anders heeft
weer last van een been dat misschien
weg moet. Onmogelijke dilemma’s.
Dus wordt besloten dat de behandeling
van één oog vergoedt wordt. Een soort
middenoplossing waar niemand tevreden
mee is, maar wel efficiënt. Efficiënt in
de zin dat iemand gelukkig maken niet
ten koste kan gaan van iemand anders
ongelukkig maken. Het gaat er in ieder
geval om dat zonder financiële prikkel
vanuit de markt, de juiste kosten per
operatie niet te zien zijn. En dat ook
niemand die afweging voor zichzelf
kan maken. Want stel dat iemand de
keuze moet maken voor zichzelf of hij
nog twee jaar kan leven met volledig
zicht en gehoor, of vijf jaar als blinde
(keuze tussen bijvoorbeeld oogoperatie
en niertransplantatie). Iedereen zal die
keuze zelf willen maken, maar door een
overheid kan dat niet.
Signapore; de tussenweg
Het gezondheidsstelsel in Singapore
wordt gezien als één van de
meest effectieve manieren van
gezondheidszorg. Naast goede
voorzieningen (dokters/ziekenhuizen/
30
tandartsen) zijn de kosten en keuzes van
individuen ook erg goed. Het systeem
werkt als volgt: iedere inwoner moet
verplicht een deel van zijn inkomen
sparen. Dat lijkt ernstig, maar het is
hetzelfde als iedere maand €100 aan
zorgverzekering te betalen. Alleen ben
je dit keer zelf in bezit van het geld.
Dit komt op een speciale spaarrekening
en als je zorg nodig hebt, dan moet
je dat zelf betalen van je spaargeld.
Ook bepaalt de overheid bepaalde
maximumtarieven, zodat de prijzen niet
volledig uit de pan rijzen en iedereen
gebruik kan maken van de zorg. Voor
spoedprocedures en extreme zorgkosten
(denk aan transplantaties, jarenlange
behandelingen en dergelijke) betaalt de
overheid een groot deel van de kosten.
Als gevolg hiervan zijn de uitgaven aan
zorg in Singapore niet meer dan drie
procent van het Bruto Nationaal Product.
Dat zijn in verhouding erg lage kosten en
daar pakt Singapore dan ook zeker een
voordeel ten opzichte van andere landen.
Het probleem is dat het niet mogelijk
is om in landen als de Verenigde Staten
een dergelijk systeem op te zetten. Het
voordeel van Singapore is dat ze, door
een verplichte zorgverzekering, het
mogelijk maakt voor de onaantrekkelijke
patiënten om goedkopere zorg te hebben,
terwijl de peaches meer betalen. Maar
iedereen is verzekerd van een zeer
goed minimum. Wanneer Amerika een
dergelijk systeem zou invoeren, spelen
andere zaken mee, zoals lobbygroepen,
een te grote bevolking, te veel individuen
die niet kunnen betalen en dergelijke.
Dus hoewel Singapore het beste van de
vrije markt en de overheidsregulering
weet te pakken, is dit niet in elk land
mogelijk.
En Nederland...
In Nederland is het allemaal wel voor
elkaar. De verplichte verzekering zorgt er
voor dat iedereen minimaal verzekerd is
tegen grote ongemakken en langdurige
ziekten. Dat niet elk griepje verzekerd is,
kan ook niet wanneer je gebruik wilt
maken van de vrije markt om de ware
kosten te tonen en een succesvol beleid
daar op in te stellen. Maar het
Nederlandse systeem weet ook redelijk
goed de vrije markt te combineren met
een overheidsgestuurd systeem, waardoor
ware kosten én goede dekking mogelijk
gemaakt worden.
Verenigingsnieuws
Illustratie: Anton Jan de Boer
32
Test: Zon-hotspotsTekst: Jasper Boomer
De zomer begint zich weer van zijn beste kant te laten zien en dat gaat gepaard met de
nodige veranderingen. De temperatuur gaat gestaag omhoog, zonnebrillen worden weer
voor de ogen geschoven, overbodige kledingstukken verdwijnen als sneeuw voor de zon en
barbecues staan op elke hoek van de straat te smeulen. Helaas is het fysiek onmogelijk om
op meerdere plaatsen tegelijk te zijn, dus om optimaal te genieten moet er een keuze gemaakt
worden waar je jezelf gaat installeren. De commissie heeft uit de grote scala van mogelijkheden
drie hotspots gepikt en deze met elkaar vergeleken aan de hand van een aantal criteria.
Hotspot 1: Het Noorderplantsoen
Het Noorderplantsoen biedt vele mogelijke manieren om van
het weer te genieten. Zo kun je er gaan voetballen, volleyballen,
basketballen of, wat twee gare gasten elke middag doen, drie uur
lang salto maken in de zandbak. Naast sportieve mogelijkheden is
het mogelijk er een barbecue aan te steken, je gitaarskills te delen
met de rest of gewoon jezelf flink te etaleren. Echter voor de
mensen die gewoon ontspannen willen zitten en de zonnestralen
absorberen onder het genot van een gele rakker is het minder
geschikt. Ten eerste zijn er geen stoelen dus blijf je heen en weer
schuiven op de grond om ‘lekker te zitten’. Wil je vervolgens een
koud biertje dan moet je het mooie weer hebben voorzien en bier
hebben ingeslagen of onderweg wat meenemen. De laatste optie
zorgt wel voor lauw bier! Niet onoverkomelijk, maar dus ook
zeker niet optimaal.
Accommodatie 7
Bediening 3
Bier 5
Publiek 7
Prijs 9
Ambiance 7.5
33
Hotspot 2: Jasper’s ‘dakterras’
Als de mussen dood van het dak vallen is het tijd om de mannen
van de jongens te onderscheiden en het dakterras van Jasper
aan te doen. Het is een redelijke onderneming om er überhaupt
te geraken, maar eenmaal daar gekomen word je ook dubbel en
dwars beloond. De intensiteit van de zon lijkt met factor 10 te
zijn toegenomen op zijn platte zwarte dak, het bier warmt op met
drie graden per minuut en het hele gezelschap ligt er bij als Adolf
en Eva na een capsule. Ondanks de erbarmelijke omstandigheden
is de sfeer erg gezellig de meest rare verhalen komen los het dak.
Minpuntje was er wel voor de bediening. Met vijf goden op haar
dak weigerde Jasper’s huisgenote alsnog pertinent om koud bier
te serveren.
Accommodatie 6
Bediening 1
Bier 4
Publiek 4
Prijs 9
Ambiance 8
Hotspot 3: De Drie Gezusters
Als het maar een beetje mooi weer begint te worden zitten alle
terrasjes in Groningen direct vol, vooral bij het terras van de
‘Drie Gezusters’. De ambiance is hier altijd goed, want het terras
is altijd goed gevuld en het terras ligt ook op een goede plek om
lekker mensen te kijken. Minpuntje is natuurlijk dat de prijs voor
een pilsje vele malen hoger is dan zelf een kratje kopen in de
supermarkt. Daar tegenover staat dat je versgetapte biertje dan
gebracht wordt en lekker koud is. Het moet alleen niet te druk
zijn, want anders kan het soms wel een tijdje duren voordat de
bediening tijd voor je heeft.
Accommodatie 7
Bediening 6.5
Bier 9
Publiek 7.5
Prijs 5
Ambiance 8
34
Lieve Lina
Beste eerstejaars,
Dit is inderdaad een lastige situatie. Ik heb erg met je te doen,
zeker omdat ik precies weet hoe jij je op dit moment moet voelen.
In een ver verleden heb ik me ook nog eens ooit aan een knappe
ouderejaars mogen vergrijpen. Iets waar ik zeker geen spijt van
heb. Maar goed, ik dwaal af. Ik ben er om jou te helpen, en dat ga
ik nu dan ook doen.
Allereerst wil ik je aanraden nog eens goed alle foto’s te bekijken
en op basis daar van te beslissen of je verder wil. Het bekende
gezegde luidt niet voor niets: ‘Liefde maakt blind’. Een foto
zegt meer dan duizend woorden hoeft ook zeker niet altijd op
te gaan. Graaf daarom eens goed in het facebookprofiel van je
vlam en beoordeel hem zeer nauwkeurig op lengte, haarkleur en
kledingstijl. Omdat ik al een idee heb van welke ouderejaars jij zo
leuk vindt, kan ik je dit alleen maar ten zeerste aanraden. Er lopen
namelijk veel blonde spetters rond daar in Scandinavië waarmee je
de betreffende persoon zomaar kan verwarren.
Zodra het uiterlijk definitief is goedgekeurd kunnen we doorgaan
naar de volgende fase: de eerste date. Om hiertoe te komen is het
belangrijk dat we alle contacten vanaf nu echt goed aanpakken.
Trek voor elke chatsessie passende kleding aan, en zorg dat je
zo volwassen en verantwoordelijk mogelijk over komt. Op deze
manier heeft een ouderejaars genoeg argumenten om zijn keuze
voor een zeer jonge vrouw als jij te verantwoorden tegenover zijn
vrienden. Mocht dit de komende chatsessies goed aanslaan, dan
kunnen we langzaam richting de eerste date gaan werken. Vanaf
dit moment zijn er drie scenario’s: een verrassingsbezoek aan hem,
een verrassingsbezoek door hem, of de pijn uitzitten en wachten
tot hij terug is. Uit ervaring met ouderejaars kan ik je melden dat
bij het uittrekken van een enkele kledingstuk het bezoek aan jou
al snel een done deal is. Mocht je geen geld hebben, of toch nog
enigszins onzeker zijn over je beslissing dan raad ik je aan gewoon
de pijn uit te zitten. Er mogen dan wel veel mannen zijn bij TBK,
de kwaliteit is vaak ver te zoeken. Mocht je interesse hebben in
kwaliteit, dan is het meestal beter de belangrijke functies binnen
Lugus eens aan te spreken voor een leuke date.
Lieve Lina,
Inmiddels al weer enige tijd geleden heb ik op MSN een leuke en knappe ouderejaars
TBK’er ontmoet. Ik ben zeer vereerd dat ik als eerstejaars zo bij hem in de smaak val. Hij is
altijd heel erg lief tegen me, en we zijn altijd lang aan het praten op de chat. Ik zou hem graag
een keer ontmoeten, echter is er een probleem: op dit moment zit hij een half jaar in Stockholm.
Vandaar ook mijn stap richting jou Lieve Lina. Wat zou jij doen als je net zo hopeloos verliefd
was als ik?
Een verliefde eerstejaars
Arjen LammersColumnist
Iedereen kent de discussie of alcohol gezond is of niet. Waar ik zelf heel erg mee zat is de
voorlichting op de middelbare school. Alcoholgebruik werd voorgesteld als iets dat onder twee
glazen volkomen acceptabel was, maar daarna meteen moest worden afgestraft met haltbureau-
achtige taferelen.
Echte Sovjetpropaganda waar een
verstandig iemand niet meer in gelooft
sinds ‘ie besefte dat als de bom van de
baron in het gezicht van handige Harrie
kan ontploffen zonder dat er doden
vallen, dat het ook niet werkt op Bassie
en Adriaan. Het probleem is dat er pas
begonnen wordt met voorlichting
wanneer de meesten van ons al een paar
keer zeer vriendelijk het toilet hebben?
geknuffeld. Dus is er sprake van een
keuzemoment, waarop je kiest om ofwel
prediker van de kerk van de blauwe
knoop te worden, danwel de volgende
alcoholist. Ik kan me nog herinneren dat
ik voor het eerst alcohol proefde, op een
handbaltoernooi in Denemarken. Dertien
ervaren drinkers van een jaar of
zeventien en één broekie van dertien dat
zonder toezicht van paps & mams zich
mag wagen aan een biertje. De
verwachtingen waren torenhoog (hoewel
de smaak al bekend was) en kort gezegd
was het niet zo bijzonder. Ongeveer
hetzelfde als een cadeautje openmaken
en uitvinden dat er een dode rat en het
Ebolavirus in dat pakketje zat. Maar
onder de belofte dat het beter zou
worden, zette ik door. De keuze was dus
snel gemaakt, ik zou de opvolger van
Ronnie Wood gaan worden, zonder dan
het overmatig drugsgebruik en (helaas)
de dagelijkse dosis groupies. Maar who
the fuck is Ronnie Wood? En wat is de
link met medische wetenschap? Lees
verder, jij verrukkelijke lezer, en je zult
er achter komen! Ronnie Wood komt in
1975 bij de beste rockband ooit, de
Rolling Stones. Jammer genoeg zijn de
Stones nooit zo goed geworden als in de
jaren zestig, maar dat heeft niet aan hem
gelegen. Maar hij verdient vermelding,
omdat hij om de vijf maanden zichzelf
kan inchecken in de afkickkliniek
vanwege alcoholverslaving. En niet
alleen hij, maar juist ook zijn
medespelers, Mick Jagger, Charlie Watts
en vooral Keith Richards hadden al
driehonderdduizend keer dood moeten
zijn vanwege alcohol- en drugsoverdoses,
althans volgens de geldende normen van
gezond gebruik volgens de medische
wetenschap. Die lullen dus gewoon uit
hun nek, als je de slechte gevolgen van
alcohol probeert te verklaren.
Ondertussen kun je er, in goede conditie,
zeventig mee worden en ondertussen nog
steeds meer seks hebben dan een
dertienjarige op de dag dat hij er achter
komt hoe de badkamerdeur op slot moet.
Voor mij staat dan ook de medische
wetenschap lijnrecht tegenover de
Rolling Stones en is het op dit moment
zeker twaalf-nul voor de Stones. Ik zou
zo zeggen: “Let’s drink, to the salt of the
earth”!
Alcoholgebruik
Ingenieurssymposium Nanotechnologie
Tekst: Suzanne Bouwman1 juni 2010
36
De dag was opgedeeld in drie sessies, elk bestaand uit twee
lezingen. Na een heerlijk kopje koffie en een plakje cake om
wakker te worden werd, helaas met enige vertraging door
materiaalpech, geopend door de voorzitter van de commissie,
namelijk Finn Boeije. De dagvoorzitter, Prof. Dr. J.C. Hummelen
wist ons allen nog een mooie anekdote over de locatie te vertellen
voordat de eerste spreker, Dr. Wesley R. Browne het spits af mocht
bijten. Al luisterend naar een prachtig Iers accent werden tijdens
de lezing alle ins en outs van de moleculaire Nanotachnologie aan
het licht gebracht. Er werd een overzicht gegeven over de huidige
inspanningen om werkende moleculaire machines te bouwen.
Aansluitend kwam Prof. Dr. Antoine van Oijen in de schijnwerpers
te staan om zijn kennis over biotechnologie op nanoniveau met
ons te delen. Na een introductie over zijn loopbaan, die na zes jaar
Amerika weer naar Nederland is verplaatst vanwege het gemis
van bitterballen en hagelslag, werd er verteld over de toepassing
van enkel-molekuul technieken in DNA sequencing en in de
ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen tegen virale infecties.
Al met al dus erg interessant en meteen een goede binnenkomer zo
op de vroege ochtend. Om al deze informatie goed op te kunnen
nemen was een korte pauze zeer gewenst.
Na de pauze was voor lezing nummer drie het toneel vrij voor
Dr. Ton de Rooij, een fervent ruimtevaart specialist. Ton is sinds
1982 werkzaam bij ESTEC en kon ons dus tot in detail vertellen
over de nanotechnologie die gebruikt wordt binnen de ruimtevaart
1 juni jongstleden was het weer zover, het jaarlijkse Ingenieurssymposium vond voor
de zevende keer plaats, dit jaar in Huize Maas. De dag stond deze editie in het teken van
Nanotechnologie : ‘Groots in het kleine’.
37
industrie. Vele voorbeelden van ingenieuze ideeën op Nano gebied
die al dan niet een toekomst hebben binnen de ruimtevaart werden
uitgebreid besproken. Door de beoordelingscriteria kwamen
wij te weten waarom een idee wel of geen goede was. Prof. Dr.
Ing. Dave H.A. Blank volgde als vierde spreker. Dave is op vele
vlakken actief met bèta en Nanotechnologie bezig. Zo is hij
programma directeur van MESA+, het onderzoeksinstituut op het
gebied van materiaalkunde van interfaces. Ook is hij auteur van
meer dan 200 wetenschappelijke artikelen en is hij hoofdredacteur
van Natuurkunde.nl, een website die vwo leerlingen moet
enthousiastmeren voor bèta. In zijn lezing heeft Dave het
toekomstperspectief van Nanotechnologie voor en in Nederland de
revue laten passeren. De lezing was van zulk kaliber, dat niemand
het erg vond om de lunch een minuut of 10 uit te stellen om het
gehele verhaal te kunnen horen.
Vele van ons waren mede aanwezig voor de door Finn beloofde
kroketten. Maar niet alleen de kroketten waren lekker, de grote
variëteit in broodjes en een lekker soepje maken het een geslaagde
lunch waar iedereen even rustig de onderwerpen die al besproken
waren te evalueren en elkaar te verheugen op wat nog komen ging.
Hetgeen wat nog komen ging was, als vijfde spreker van de dag,
Dr. Ir. Jaap M.J. den Toonder. Hij is sinds 1995 werkzaam bij
Phillips. Sinds 2008 is hij bij Phillips Applied Technologies als
chief scientist een van de leiders van het R&D programma over
(micro-)fluidics. Tijdens de presentatie werden de applicatie
mogelijkheden hiervan aangesneden en de technologie werd
toegelicht. Als laatste was Ir. ing. Bart Walhout aan de beurt.
Hij is werkzaam als onderzoeker bij de afdeling Technology
Assessment van het Rathenau Instituut. Het Rathenau Instituut
informeert het parlement over maatschappelijke vraagstukken in
wetenschap en technologie. Aan hem dus de moeilijke taak om
politiek en wetenschap samen te laten komen. In deze lezing ging
Bart Walhout in op belangrijke uitdagingen: risico’s aanpakken,
een visie op de toekomst ontwikkelen en een helder debat voeren.
Volgens hem is investeren in nanotechnologie, investeren in de
toekomst.
Na en afrondend woord van de dagvoorzitter betrad Finn wederom
het podium om ter afsluiting nog een aantal mensen te bedanken
en om terug te blikken op een geslaagde dag. Na de vele hobbels
die de commissie heeft moeten nemen was er toch een goed
resultaat geleverd. Ze zijn er in geslaagd wederom een mooie
dag neer te zetten die interessant was voor zowel Natuurkundige,
Scheikundige als Technisch bedrijfskundige, een hele prestatie!
40
Eventverslag TascTaSC, de uit de as herrezen Feniks, voorheen genaamd Speechles. Verder bouwend op
dezelfde formule, namelijk sprekers gevolgd door een interactief middagprogramma, begonnen
we op een zonnige 27e april aan het eerste Technology and Society Congress. Centraal thema
dit jaar was ‘The road ahead, paying per mile’, waarbij de OV-chipkaart en de kilometerheffing
(of hoe politici het liever positief verwoorden: kilometerbeprijzing) centraal staan.
Nadat de bij binnenkomst vele glazige gezichten enigszins wakker
waren geworden na het verplichte kopje koffie, kon het programma
beginnen. Na een uitgebreide introductie door dagvoorzitter Jonker
kon het daadwerkelijke programma dan echt beginnen. Prof.
drs. Rietveld beet het spits af met een interessant verhaal over de
samenhang tussen het OV systeem en de druk op het wegennet.
Enkele verrassende feiten en OV betaalconstructies kwamen aan
bod. Constructies die net als de kilometerheffing al 25 jaar in de
pijplijn zitten, maar nog nooit gebruikt zijn. Feiten en constructies
die later op enkele malen als argument waren terug te vinden in
het debat. Deze argumenten werden, zoals het een echte politicus
betaamt, weggewimpeld met ‘Dan heeft deze professor gewoon niet
goed opgelet’ . Duidelijke taal met een onduidelijk antwoord dus.
De tweede spreker van de dag kwam van NXP, producent van de
belangrijkste chip in het kastje voor de kilometerheffing. Maurice
Geraets wist met zijn mooie Brabantse accent en gezelligheid
een boeiend verhaal neer te zetten over de ontwikkeling en de
toekomst van de techniek achter de kilometerheffing. Ondanks het
gevallen kabinet, en daarmee de opnieuw tot stilstand gekomen
kilometerheffing, bleef ook hij positief over de invoering van de
kilometerheffing. ‘We kunnen er uiteindelijk niet onder uit, tenzij
er een omslag komt in de arbeidscultuur. We moeten naar gespreide
starttijden van de werkdag’.
Ochtendsessie gehad, tijd voor een van de belangrijkste momenten
van een congres: de lunch. Verse koffie, jus, fris en dampende
kroketten en saucijzenbroodjes stonden in overvloed te wachten
27 April 2010
41
wist zich flink de nesten in te werken over de wisselwerking tussen
extra datacentra en de daarmee gepaarde belasting op het milieu. Dit
alles werd ontvangen met een dankbare lach van Charlie Aptroot, en
uiteraard de zaal. Ook de VVD had zo haar momenten; Aptroot kon
het niet laten waar het ook maar kon neerbuigende opmerkingen
over alle mogelijke partijen te maken . Dit werd hem niet altijd
in dank afgenomen, en bracht daardoor vaak de nodige grappige
situaties met zich mee. Saillant detail is dat op het moment van
schrijven Aptroot net niet is gekozen als nieuwe Kamervoorzitter.
De algemene opinie binnen Lugus kan zich hier zeker in vinden
bleek de afgelopen week toen dit nieuws met enig gelach werd
onthaald.
Aansluitend aan het debat kondigde het tweede belangrijke moment
van de dag zich aan: de borrel. Waar de politici redelijk snel
afdropen bleven velen nog even hangen om wat ingekochte biertjes
en happen te scoren. De dag werd nog even geëvalueerd, en de
plannen voor volgend jaar kwamen al snel weer boven drijven.
Toen ook de laatste happen en biertjes er door heen waren
gejaagd werd de dag geheel niet in stijl afgesloten bij de Napoli
zodat we ons daarna met twijfelachtig gevulde magen naar de
bestuursbekendmakingsborrel in het Pand konden begeven, alwaar
het publiek geheim eindelijk officieel openbaar werd gemaakt.
Terugblikkend op de dag mogen we concluderen dat TaSC een
congres met toekomst is. De afgelopen jaren is het TBK congres
in zijn ontwikkeling een beetje blijven hangen, maar met deze dag
onder de riem kunnen we nu echt verder gaan bouwen. De nieuwe
commissie is inmiddels begonnen en is hard bezig een dag samen
te stellen die zich volgend jaar gemakkelijk met de grote jongens
kan meten. De doelen voor het bestuur en de commissie zijn dus
duidelijk. Er van overtuigd dat wij dit komend jaar zeker gaan halen
kunnen we jullie nu alvast aanraden de 17e mei jullie agenda vrij te
houden.
in een te nauwe gang, waardoor er soms enige fysieke kracht
nodig was om bij de lekkernijen te komen. De lezingen werden
uitgebreid geëvalueerd met sprekers, en interessante ideeën werden
uitgewisseld. Bij vertrek gaven beide sprekers aan de insteek van
een TBK’er wel te waarderen. Het was niet slechts bedrijfskundig
gepraat, maar er werd ook serieus nagedacht over argumenten.
Drs. ing. Roel Verdult. Student van het jaar 2008 en de eerste
persoon die de OV-chipkaart wist te kraken. Hij liet in een mooie,
bij vlagen misschien wel te technische, presentatie zien hoe met
simpele apparatuur van een paar tientjes het mogelijk is je eigen
OV-chipkaart en andere pasjes te hacken en na te maken. Verdult
mengde zich na afloop van de presentatie goed in de groep, en deed
zeer enthousiast mee in de debatcursus. Het blijft toch gewoon een
student.
Aansluitend op de derde lezing vond men de weg naar de Vredestein
case of de debatcursus georganiseerd door Kalliope. Waar het bij
de Vredestein case uiteindelijk vooral eenrichtingsverkeer van
Vredestein was, was het bij de debatcursus een volledig interactief
gedeelte. Vrouwen die vrouwen moeten afkraken en mannen de
hemel in moeten prijzen. Wat wil een TBK’er nog meer?
Het afsluitend debat vormde de climax van de dag. Zoals je mag
verwachten van een echte VVD’er kwam Charlie Aptroot binnen
met een grote entourage, welke meteen bij de bar te vinden was
voor wijn en een bittergarnituur. Ineke ‘Klopt dat?’ van Gent was
echter nog hard aan het werk in de achtertuin toen ze erachter kwam
dat ze zich had vergist in de tijd. Na een sprintje vanuit Helpman
arriveerde ze bezweet en bijna op tijd. Het debat kon beginnen.
Waar de zaal in het begin nog rustig aan deed, kwam het debat
al snel op gang. Er werden scherpe vragen gesteld, en informatie
die tijdens de dag was gewonnen werd ook goed gebruikt tijdens
het debat. Mede dankzij de voortreffelijke debatleider die de twee
Kamerleden goed onder de duim hield en zeer interessante vragen
had, bleven zowel de politici als de zaal scherp. Ineke van Gent
42
EBT project 2010: Sint. Petersburg
Tekst: Anneroos Treur3 mei 2010 t/m 10 mei 2010
Na een aantal weken van voorbereiding vertrokken we op 3 mei eindelijk richting St.
Petersburg. Door een barre tocht van 12 uur met de bus, vliegtuig en metro, kwamen we
eindelijk aan in het hostel. Het hostel was even wennen gezien de vreemde lucht in de kamers,
verwarming die dag en nacht aan stond en de douches die voornamelijk koud water gaven.
Maar wat maakt het uit: We waren tenslotte in St. Petersburg!!
Na het afzetten van onze bagage in het hostel werden we gelijk
rondgeleid door de stad door een aantal dames van Estiem.
Tijdens de rondleiding werd ons gelijk duidelijk dat de stad veel
gelijkenissen vertoont met Europese steden, de grachten van
Amsterdam en zelfs het typisch Russisch eten leek toch wel erg
veel op de Hollandse pannenkoek.
De volgende ochtend zijn we met z’n allen met de bus richting de
Bronka dam gereden waar Boskalis werkt aan de voltooiing van
de dam en de weg eroverheen. Hier konden we onder begeleiding
van safety Svetlana de dam op om de Russen aan het werk te
zien. De middag hebben we doorgebracht in het Petrodvorets,
ook wel het Versailles van St.Petersburg genoemd. In het paleis
konden we de pracht en praal zien van het tsarentijdperk. In de
avond konden de dames en een aantal mannen genieten van het
ballet in het Mariinsky theater. De ‘echte’ mannen zijn naar een
cafe gegaan om de voetbalwedstrijd van Zenit te zien. Helaas
bleek Zenit de dag erop te spelen.
Op donderdag was het tijd om een bezoekje te brengen aan het
Nederlands Instituut in St. Petersburg. Bij het instituut kregen we
een lezing van de heer Nikita Logamin. Hij kon ons veel vertellen
over……………. Niet echt bij gebleven. Erg veel woorden met
weinig betekenis.
De middag zouden we doorbrengen bij de Saint Petersburg State
University of Engineering and Economics (ENGECON). Eerst
konden we hier in de kantine een goede echt Russische lunch
nuttigen. Toen eenmaal het programma begon, was duidelijk dat
er hier heel anders aan toe ging. Onze docent, Michiel Hillen, en
43
Anneroos mochten plaats nemen op het podium naast de dean en
een professor van de universiteit. Wat ons verder verbaasde en
ook enigszins irriteerde was dat zowel de dean als de professor
geen Engels spraken. Alles moest dus steeds vertaald worden
door een vertaler die niet altijd even duidelijk was. Gelukkig
bleek de professor later wel Duits te kunnen spreken, wat in
ieder geval voor Ruben de communicatie een stuk gemakkelijker
maakte. Na het officiële gedeelte waar ook onze docent nog een
lezing gaf kwam het leukere gedeelte. Een aantal studenten lieten
hun talenten zien, zoals zingen, spaanse dans en buikdansen. Dit
bleek erg gebruikelijk in Rusland. Opmerkelijk was het aantal
vrouwen in de zaal. Onze groep bestond uit 27 mannen en 4
vrouwen, de Russische toeschouwers uit 80 vrouwen en 1 man.
Het vooroordeel over de Russische vrouw werd meteen bevestigd
door de vrij directe vraag naar het jaarsalaris van Joris.
Op vrijdagochtend brachten we een bezoek aan NordConnect.
Zij helpen nieuwe Russische bedrijven om zich te vestigen
in St. Petersburg. Die middag zijn we naar Heineken geweest
waar we rondgeleid zijn door de fabriek en natuurlijk ook een
biertje konden drinken. Heineken was ook gelijk ons laatste
bedrijfsbezoek in St Petersburg, dit betekende dan ook dat we
’s avonds met z’n allen naar een club gingen. Hier konden we
kennismaken met de manier van uitgaan van de Russen. Een
walhalla voor de Nederlandse man. Nadat een aantal het startsein
hadden gegeven, was de algehele jacht op Russische vrouwen
begonnen. Gelukkig bleken de vrouwen hier geen moeite mee te
hebben.
De volgende dag was het vroeg opstaan om de Hermitage te
bezoeken en ’s middags te stad te verkennen.
Op zondag was de ‘Dag van de Overwinning’, de Bevrijdingsdag
van Rusland. Een aantal van ons waren op tijd op en konden
kijken naar de militaire parade op het paleisplein. De meeste
stonden wat later op na een zware avond ervoor. De rest van de
dag was er overal in de stad muziek en liepen er vele veteranen
en militairen rond. Aan het eind van de middag was het tijd voor
de parade van veteranen.
In de avond was er nog het vuurwerk aan de Neva. Een nogal
vreemde ervaring omdat het nog licht was en iedereen ging
juichen bij elke vuurpijl. Het meest indrukwekkende hieraan was
dan ook de grote mensenmassa die er op af was gekomen. Na
het vuurwerk konden we naar een feestje waarvoor we waren
uitgenodigd door de studenten van ENGECON. Aangezien er
voor de volgende ochtend pas laat verzameld hoefde te worden
werd het een feestje tot in de late uurtjes.
De laatste dag hebben we doorgebracht in het Peter en Paul
fort. Het fort dat nagebouwd is naar de Naardense vesting. De
middag sloten we af in het Vodka museum waar de brakheid werd
weggespoeld, zodat iedereen met een goed humeur de reis af kon
sluiten tijdens het diner. Een sjiek diner in een mooie jazzbar en
voor een aantal mensen nogmaals naar de ‘Tittybar’ was de ideale
afsluiting van een erg geslaagde week!
44
Local responsible forum 2010Tekst: Daan Stienstra en Kirsten Schrotenboer
17 mei 2010 t/m 21 mei 2010
Afgelopen 17 mei was het zover, eindelijk brak de langverwachte Local Responsible Forum
week aan. Hier hebben we het hele jaar naar toe geleefd. Gedurende deze week kwamen
allerlei Local Responsibles( internationale voorzitters ) uit verschillende locale groepen uit
Europa naar het mooie Groningen om trainingen te volgen. Voor deze week hebben wij een
groot bedrag gekregen van het Europese jeugdfonds: Youth in Action. Dit zorgde er voor dat
wij een nog hoger educatief en professioneel niveau hebben kunnen bereiken.
45
De maandagochtend begon voor ons als een shock. Op het
nieuws werd verteld dat Schiphol gesloten was. Uiteindelijk viel
het allemaal reuze mee omdat er toch veel buitenlandse studenten
via Eindhoven vlogen of met de auto kwamen. Gedurende de
hele dag werden alle studenten van het station gehaald. Waarna
ze hun spullen konden opbergen in het hostel. Die avond werden
er overheerlijke hamburgers genuttigd bij restaurant Papa Joey’s.
Daarna kon de introductieavond beginnen. Dit vond plaats in
De Rumba. Daar werden de teambuilding games gedaan. Toch
gingen vele studenten op tijd naar bed ivm de lange reis van
vandaag.
De volgende dag begon vroeg in het kasteel ( 8.45!!). Na een
welkomstwoord van Daan begonnen de allereerste trainingen.
Tijdens de verschillende trainingen werden LR skills geleerd aan
de deelnemers. In de middag, na overheerlijke sandwiches te
hebben gegeten bij restaurant t’ land van kokanje, kon iedereen
de trainingen van het middagprogramma weer aan. Deze vonden
plaats in het Harmonie gebouw.
S’avonds kregen we een lekker gerecht bij restaurant Springs.
Na het eten konden alle ESTIEMers hun bowling skills laten
zien bij het bowlingcentrum. Een paar ESTIEM liedjes verder
stonden we in de Ijsbar van de 3. Daar werden door de kou veel
jaigermaisters genuttigd.
De volgende dag, na alweer een heerlijk ontbijt te hebben
genuttigd in het hostel, gingen de ESTIEMers weer op weg naar
het Kasteel voor het een half dagje trainingen. Deze middag zou
het veel besproken bierfietsen door de stad plaatsvinden. Dit werd
een groot succes. Met drie bierfietsen door de stad rijden was op
zich al een bezienswaardigheid voor vele toeristen en studenten
in Groningen. Ondanks, het feit dat 1 bierfiets al na 1 uur zonder
bier zat en dat er af en toe wat mensen van de fiets zijn gevallen!!
was het ‘de’ activiteit van de week. 3 fusten verder, was het tijd
voor het avond eten waar ook ongeveer 15 Lugianen bij aanwezig
waren, die in eerste instantie host zouden zijn voor de studenten.
Het diner werd genuttigd bij restaurant Time Out. Het was een
goed moment voor een aantal lugianen om kennis te maken met
46
de buitenlandse studenten. Na het eten kon de party beginnen,
hier waren de host ook bij. Gedurende de karaoke avond in
de Great Pianos kwamen er steeds meer Lugianen de groep
vergezellen. Door een fust weg te geven werd ook deze avond
één groot feest, waarbij menig Estiemer Lugus beter heeft leren
kennen.
Weer een hele dag trainingen stonden op de planning. Behalve
trainingen vond deze dag ook de bedrijfspresentatie van onze
sponsor HP plaats. Dit was een extreem groot succes bij de
buitenlandse studenten. Het was een interactieve presentatie. Na
deze drukke dag hadden de studenten de mogelijkheid om in hun
vrije tijd de martini toren te beklimmen. Hierdoor konden de
studenten de hele stad bekijken. Die avond gingen we uiteten bij
het pannenkoekenschip, waar de studenten onbeperkt pancakes
aan het nuttigen waren. Gelukkig heeft niemand er voor gezorgd
dat het pannenkoekenschip is gezonken. Wel een beetje een zware
bodem voor de activiteit die daarna volgde, namelijk het Salsa
dansen. Hier konden de ESTIEMers hun heupen los maken om
vervolgens de mooiste moves te showen. Deze moves kwamen
daarna nog van pas in de Tapperij waar iedereen z’n kunstjes
vertoonde. Op deze avond waren er ook veel lugianen aanwezig,
waardoor ze de mogelijkheid hadden om de ESTIEMers beter te
leren kennen.
De laatse trainingsdag brak aan. Dit was net zoals de woensdag
een halve trainingsdag, waarbij er smiddags ook een leuke
activiteit op het programma stond. Het was prachtig weer,dus
wat doe je nou wanneer het weer zo mooi is: Zeilen natuurlijk.
Na een lunch bij restaurant Bar Pepper gingen we op weg per
openbaar vervoer naar het Paterswoldse meer, waar er 8 valken
en 2 motorbootjes voor ons klaarstonden. Onder begeleiding
van professionele zeilers gingen we het meer op. Heerlijk zo’n
middagje op het water, een mogelijkheid voor vele studenten
om even een momenten bij te komen van de drukke week. De
laatste avond brak aan. Vanavond zou het spectaculaire gala diner
plaatsvinden. Na 2 uurtjes voorbereiding van douchen, make
uppen, haren stijlen en in je jurk of pak hijsen was het tijd voor
het gala. Louis XVI, een luxe restaurant serveerde ons maar liefst
een drie gangen diner, met champagne. Na het diner hadden wij
de gelegenheid om alle trainers en studenten te bedanken. Dit was
ook het moment waarbij wij als commissie door iedereen bedankt
werden voor het organiseren van deze fantastisch geslaagde
week. Na het diner ging iedereen op weg in zijn gala outfit en
hoge hakken naar club &zo.
De vertrek dag was aangebroken. Er was dan toch een einde
gekomen aan deze geweldige week. Eén voor één kwamen de
brakke gezichtjes van de studenten te voorschijn aan de ontbijt
tafel. Sommigen die amper een paar uur hadden geslapen
moesten hun koffers inpakken en met de trein richting Schiphol.
Waar gelukkig weer alle vluchten vertrokken.
Nu was het eindelijk tijd om onze rust te pakken. Het was een
geweldige, leerzame, drukke maar vooral leuke week die we
hebben mogen organiseren. We zijn ook zeer dankbaar dat wij
deze week hebben mogen organiseren. Zoals de meeste studenten
de hele week hebben gezegd, It was an unforgetable week!!
DeadlineNovember15th-21st Europe3D Belgium, Brussels 10/1029th-3rd ESTIEM Logistics Days, Eindhoven 17/10
December5th-12th Vision - Leadership through Engagement, Lyon-Grenoble
Januari19th-23rd Vision - Leadership through Engagement, Luleå
More events: www.estiem.orgMore info: [email protected]
48
Column voorzitter
Diederik Jan LemkesVoorzitter TBV Lugus
Zo, dat is schrikken. Nog geen volledige bestuurswerkdag achter de rug, en de
hoofdredacteur van de Lugograaf zit al weer achter je aan voor een goed verhaal. Een
kakverhaal dus, zoals het een echte voorzitter betaamt. Maar, wat maakt zo’n verhaal nou
goed? Is het de presentatie of de inhoud?
Om er maar meteen voorbeeld
van formaat bij te halen: Obama.
Overhyped, redder van de VS, groots
spreker, weer een politicus die z’n
beloftes niet nakomt. Een president
wiens vertrouwen onder de bevolking
al onder de 46% zit na slechts 1 jaar
regeren. Wat je ook van hem vindt,
het is wel de president die het door
velen verguisde nieuwe zorgplan er
doorheen gekregen. Conservatief
Amerika walgde van hervormingen in
de zorg, maar toch is het er gekomen
na vele eerder mislukte pogingen
door eerdere presidenten. Eindelijk
ziet ook Amerika (goed, de minieme
meerderheid) in dat er iets niet klopt met
32 miljoen niet verzekerde landgenoten.
Met het vernieuwde zorgplan is het
heel kort samengevat verplicht voor
iedere Amerikaan een basispakket af te
sluiten. Verzekeraars mogen hier ook
niet toe weigeren, op straffe van een
boete. Dit, terwijl het tot nu toe niet
raar was om iemand ofwel te weigeren,
of gewoon uit de verzekering te gooien
als de kosten te hoog opliepen voor een
verzekeringsmaaschappij.
Wat gaf uiteindelijk dan de doorslag?
Tuurlijk, lobbyisten bevonden zich
ruim anderhalf jaar in een constante
natte droom. Maar, de echte beslissing
kwam wat mij betreft op 8 maart,
met wederom een speech om U tegen
te zeggen. Een mix van charisma,
rust, vertrouwen, populisme, en
overtuigingskracht die net dat beetje
gezond verstand in de laatste twijfelende
democraten deed werken. Want laten
we heel eerlijk zijn: Geen enkele
republikein stemde voor, het was louter
de nipte democratische meerderheid in
het congres dat het plan goedkeurde.
Desalniettemin is toch ook hier het nut
van een goed verhaal verpakt in een
mooi jasje wederom bewezen. Dit had
ik Bush, ook al was het een democraat
met hetzelfde plan als Obama, nog niet
zien doen. Al had ie de beste lobbyisten,
speechschrijvers, een autocue direct
op z’n ogen geprojecteerd, een speech
bestaande uit woorden niet langer dan
twee lettergrepen, en het vertrouwen van
de rest van de wereld. Nog steeds komt
Bush dan niet aan de overtuigingskracht
die Obama heeft.
Mogen we dan concluderen dat
presentatie belangrijker is dan inhoud?
Ik denk dat we tegenwoordig jammer
genoeg mogen stellen dat dit, zeker in
de Amerikaanse politiek, steeds meer
het geval is. Daarom ben ik voorstander
van radiodebatten zodat we gewoon
weer op de inhoud van het verhaal af
kunnen gaan. Worden we tenminste niet
afgeleid door de discussie of Thieme
nou beter is dan Halsema, fysiek gezien.
Presentatie, daar is nog wel op te
oefenen. Is het creëren van een goede
inhoud dan ook een gevalletje oefening
baart kunst? De uitkomsten van het
eerste empirisch onderzoek naar
kakverhalen staat geplanned in mei
2011, de laatste Lugograaf en dus het
laatste column van ons bestuursjaar.
AfgestudeerdenWij feliciteren de volgende mensen met hun afstuderen:
Bachelor afgestudeerden
DT
Birza, E.
Dülmen Krumpelmann, E.H. von
Rensen, E.
Riemersma, F.C.
Stubbé, C.P.T.
Tuin, R.
Verkade, J.D.
Noordman, J.
Beus, V.R. de
Boelema, A.
Hengel, C.J. van den
PT
Beus, V.R. de
Boelema, A.
Hengel, C.J. van den
IT
Noordman, J.
Master afgestudeerden
Hoekstra, J.A.
Rutgers, P.
Tijsma, S.
Vetter, J.
50
Puzzelpagina
Prijspuzzel Wie de puzzel die hiernaast staat oplost en de oplossing met uitleg
stuurt naar [email protected] maakt kans op een bioscoopbon
ter waarde van €12,50 euro!
Op een dag ontmoet een docent Wiskunde een oud-student van hem.
Bij hun ontmoeting blijkt dat ze allebei jarig zijn, en wanneer de
professor zijn leeftijd vernoemt zegt de oud-student dat de docent
juist tweemaal zo oud is als hij. Daarop zegt de docent meteen: “Dan
ben jij ook een zondagskind!”
De docent is in de 20e eeuw geboren en is jonger dan 100 jaar op
het tijdstip van de ontmoeting. De ontmoeting kan op elk mogelijk
tijdstip in de 20e of 21e eeuw hebben plaatsgehad. Hoe oud is de
professor op het tijdstip van de ontmoeting ?
Rekenpuzzels
De volgende vergelijking klopt niet, maar er zijn precies elf manieren waarop je met alleen plussen en minnen toevoegen aan het linkerlid
de vergelijking kloppend kan maken, kan jij ze vinden?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 = 100
Met de cijfers 1, 4, 5 en 6 moet het getal 24 gemaakt worden. De spelregels zijn als volgt:
• Elk cijfer moet precies één keer gebruikt worden
• De toegestane operaties zijn: plus, min, maal en delen.
• De cijfers mogen niet samengesteld worden (bijvoorbeeld 1 en 4 gebruiken als 14).
• Haakjes zijn toegestaan.
Win die prijspuzzel. Weet jij hem op te lossen? Stuur dan je
oplossing voor 1 september naar: [email protected] maakt kans
op een bioscoopbon ter waarde van 12,50 euro!
JongereJaars SymposiumDit jaar zal wederom het succesvolle symposium voor alle eerste-jaars plaatsvinden. Ditmaal in het nieuwe Life-science gebouw.
Recruitment Diner AccentureOp 28 oktober zullen we heerlijk dineren met Accenture! Naast het lekkere eten kom je in contact met medewerk-ers van Accenture. Schrijf je snel in via de website!
WoMiBoIedere woensdag is er een borrel in het Lugushok! Kom allemaal langs om onder het genot van een hapje en een drankje bij te praten en een kaartje te leggen.Iedereen is van harte welkom!
Acti viteiten oktober
Acti eve leden dagDe acti eve leden organiseren de acti viteiten voor Lugus, daarom als waardering speciaal een middag voor hun.
woensdag
20 oktober
28 oktober
16 november
Een nieuwe maand, dus dat betekent nieuwe acti viteiten. Nu iedereen langzaam weer gewend is aan de collegebanken staan er de komende maand wat meer inhoudelijke acti viteiten op de agenda. Er is weer keuze uit genoeg trainingen en excursies, met een mooie pre-tentamenbor-rel aan het eind van de maand om daarna de focus op de komende tentamenperiode te leggen.
Komende maand staan de volgende acti viteiten op de agenda:
Pre-tentamenborrelTer voorbereiding op een tentamenperiode is er weer een pretenta-menborrel. Je kunt natuurlijk weer rekenen op een grati s fust en warme happen!
26 oktober
Voorzitt erstrainingSpeciaal voor alle voorzitt ers van onze commissies wordt een voorzitt erstraining gegeven. Tijdens de training leer je alles over het leidinggeven aan een commissie. Schrijf je snel in via de website!
27 oktober
Acquisiti etrainingVoor alle acquisiti eleden en andere geïnteresseerde acti eve leden zal 13 oktober een acquisiti etraining gegeven worden.
13 oktober
Voor meer informati e: www.tbvlugus.nl
Internati onale borrelOp dinsdag 16 november zal er weer een borrel plaatsvinden met het thema “In-ternati onalisering”. Deuren zijn geopend vanaf 22:00 uur en er zal een grati s fust worden aangeboden!
16 november
JJS
Are you ready to add color to your life?
One out of every three aircraft is painted with our coatings. They can withstand sudden temperature variations from minus 60 to plus 40 degrees centigrade. They also weigh less. These technological advantages have made us a world leader in aerospace coatings. Coatings is just one of the many activities of AkzoNobel, an international and multicultural company with leading positions in paints, coatings and specialty chemicals. Want to know more? www.akzonobel.nl
We’ve added lots of colors to the sky
AN_Advert_Vliegtuig_A4.indd 1 31-07-2008 11:08:04