hoofdstuk 3 stoffen de leerteksten in dit hoofdstuk zijn oranje gedrukt. schrijf van elke paragraaf...
TRANSCRIPT
hoofdstuk 3 STOFFEN
De leerteksten in dit hoofdstuk zijn oranje gedrukt.
Schrijf van elke paragraaf de leertekst in je schrift. Dat is huiswerk.
3.1 Waar gaat dit hoofdstuk over?
A B
C
D
F
Schrijf de juiste letter op.
1. Vaste stoffen zie ik op plaatje (s)…
2. Vloeibare stoffen op …….
3. Gassen op ……
4. Op welke plaatjes is een chemische reactie te zien?
5. Op welke plaatjes is een stof te zien die door mensen is gemaakt?
E
3.2 Waaraan herken je een stof?
Schrijf minstens 3
stofeigenschappen op van
Cola.
Stofeigenschappen van cola:
1. ……………………………………..
2. ……………………………………..
3. ………………………………………
Stofeigenschappen van cola:
1. donkerbruine kleur
2. herkenbare colageur
3. Vloeibaar bij kamertemperatuur
4. Herkenbare colasmaak
Een stof herken je aan zijn stofeigenschappen.
Welke stofeigenschappen zie
je van de stof waarvan deze
deur gemaakt is?
Stofeigenschappen van de deur:
1. ……………………………………..
2. ……………………………………..
3. ………………………………………
Stofeigenschappen van de deur:
1. donkerbruine kleur
2. Hard en sterk
3. Geroest
Dus waarschijnlijk ijzer.
Bij stofeigenschappen kijken we naar:1. Toestand bij kamertemperatuur 2. Smeltpunt 3. Kookpunt4. Dichtheid5. Kleur6. geur
stof Toestand bij 200 C
Smeltpunt
(0 C)
Kookpunt
(0 C)
Dichtheid
(g/cm3)
kleur geur
water vloeibaar
0 100 1,0 geen geen
aceton
vloeibaar
-95 56 0,79 geen wel
ijzer vast 1539 2750 7,9 wit/grijs geen
keukenzout vast 808 1413 2,2 wit geen
zuurstof gas -219 -183 klein geen geen
Tabel 5 blz. 248
3.2 Waaraan herken je een stof?
moleculen: kunnen we ooit alles namaken?
Leertekst:
Een stof kan vast, vloeibaar of gasvormig zijn.
Stoffen bestaan uit moleculen.
Moleculen van een chemische stof zijn gelijk.
Moleculen van verschillende stoffen verschillen van elkaar.
Een mengsel bestaat uit meer dan één stof.
Een mengsel bestaat dan ook uit meer dan één soort moleculen.
3.3 Stoffen en temperatuur
Water in vaste vorm
smelten
Water in vloeibare
vorm
verdampen
Water in gasvorm
condenseren
stollen
vervluchtigen
rijpen
3.3 Stoffen verwarmen
Als er voldoende zuurstoftoevoer is verbrandt het gas met een hete blauwe vlam tot koolzuur en water.
Wanneer je de zuurstoftoevoer dichtdraait wordt de vlam oranjegeel en minder heet. De verbranding is dan onvolledig (gloeiende koolstofdeeltjes veroorzaken de geelrode kleur). Dit is de juiste wachtstand, want de vlam is zo beter zichtbaar. Wanneer je echter iets verwarmt ontstaat bij deze vlam roetafzetting.