het hoogste woord - zolhet belang van limburg 12 hbvl plus woensdag 2 december 2015 het hoogste...

2
HET BELANG VAN LIMBURG WOENSDAG 2 DECEMBER 2015 10 HBvLPLUS In Het Hoogste Woord laten we elke week Limburgers aan het woord die onze provincie op de kaart zetten. De ene is misschien bekender bij het grote publiek dan de andere, maar het zijn stuk voor stuk baanbrekers in hun vakgebied. HET HOOGSTE Mathias Vrolix cardioloog “Het heeft geen zin om elke jonge sporter te screenen” Niet alleen de dienst cardiologie is meegegroeid. Ik vermoed dat u ook de patïenten in die jaren hebt zien veranderen? “De patiënt wordt tegenwoordig samen met de dokter oud (lacht). De gemiddelde leeftijd van de pa- tiëntenpopulatie stijgt. Maar op een goede manier. Ik zie patiënten van 80, 85 jaar en die zijn nog steeds heel actief. Ik moet soms zelfs opletten dat ik hen niet bele- dig. Een van de testen - bij een hartonderzoek - is fietsen op een hometrainer. Maar op 80 jaar hoef je dat voor mij niet meer te doen. Sommigen zijn echt boos als ik dat zeg. ‘Ja maar, dokter, ik fiets nog elke dag zoveel kilome- ter...’ Vroeger dacht je er niet aan een hartkatheterisatie - een onder- zoek om vernauwingen in de krans- slagaders op te sporen en open te maken, red - uit te voeren bij 80- plussers. Nu gebeurt het regelma- tig nog bij iemand van 85 jaar. Omdat het nog zin heeft.” Zijn we dan plots zo gezond gaan leven, dat uw hartpatiën- ten allemaal ouder worden? “Ik denk dat een gezondere le- vensstijl wel speelt, ja. De gemid- delde leeftijd van man en vrouw neemt toe. Dat hadden we een tijdlang te danken aan antibiotica en medische vooruitgang, maar de laatste jaren speelt ook onze le- venswijze een rol. Weet je dat een meisje dat in 2015 wordt geboren een gemiddelde levensverwach- ting van 100 jaar heeft. Gemid- deld. Dat betekent dat we met een heel contingent 110-jarigen gaan zijn. Onderzoekers denken dat 120 tot 122 jaar de maximale leef- tijd wordt die we kunnen behalen. Als alle externe factoren gunstig zijn: als we niet te hard werken, ge- zond eten, niet blootgesteld wor- den aan toxische stoffen,.. Als we nog ouder willen worden, moeten we al aan de genetica sleutelen.” Over die genen: deze week is weer een jonge sporter gestor- ven aan hartfalen. Moeten we toch niet elke sporter screenen op genetische afwijkingen? “Jonge, sportieve mensen die on- verwacht sterven, dat ligt natuur- lijk gevoelig bij het publiek. Die vraag duikt dan elke keer op. We zijn nog niet uit de discussie, maar de meeste cardiologen denken dat zo’n algemene screening niet nut- tig is. En ik behoor tot die groep. Omdat het nooit de gewenste re- sultaten zou hebben. De maat- schappij kan zich dat simpelweg niet veroorloven. We zouden als cardiologen van ’s morgensvroeg tot ’s avonds laat met niets anders bezig zijn. Om een paar uitzonde- ringen op te sporen. En een elek- trocardiogram (ECG) zou zelfs niet genoeg zijn, in feite is ook een echo van het hart nodig. Plus moeten er deskundige mensen zijn die de resultaten kunnen in- terpreteren. Er zijn vandaag al 700 genen ontdekt die meer kans ge- ven op hartritmestoornissen of plotse dood. En er worden nog elke dag nieuwe gevonden. Hoe bepaal je dan de kans? Ik ben wel voorstander van screening van fa- milieleden na een plots overlijden. Om de voorbeschiktheid te testen en daarop in te spelen.” Hoe zit dat met uw patiënten, houden ze zich aan de regels na een eerste waarschuwing? “Oudere patiënten zijn daar veel correcter in. Bij jonge mensen mag je blij zijn dat ze nog twee van de vier medicamenten na een maand regelmatig innemen. Ze zoeken ook op internet en begin- HASSELT - Dertien jaar lang heeft hij Noord-Oost-Limburg onder handen gehad als ze ’s nachts met een hartinfarct werden binnenge- bracht in Genk. Met twee man, Vrolix en Van Lierde, draaiden ze de wachtdiensten, nooit verder dan 30 minuten van huis weg. “In het universitair ziekenhuis van Leuven ben je een klein rad in een groot uurwerk, hier ben je zelf dat uurwerk. Jij draagt de verantwoordelijk- heid”, zegt ZOL-cardioloog Mathias Vrolix (57). De dienst invasieve en interventionele cardiologie stampte hij persoonlijk uit de grond in Genk. Vandaag goed voor 14 cardiologen en vanaf deze maand een nieuw hartcentrum met zeven zalen om in uw hart te kijken. “Met die katherisatiezalen staan we aan de top in België.” nen dan zelf beslissingen te ne- men. De patiënten die we het vaakst met een ‘eigen’ diagnose zien, zijn de Nederlanders. Vijf procent van onze patiënten komt van over de grens. Met een kaft vol. Wat zij denken dat het is. Dat zijn lange consultaties....Jullie openen nu een nieuw hartcentrum? “Ben ik trots op, ik beschouw het zo’n beetje als mijn levenswerk. We hebben nu zeven nieuw kath- lab-zalen, waarin we samenwer- ken met cardiologie, vaatchirurgie en interventionele radiologie. Met verschillende specialisaties kun- nen we nu alles op dezelfde plek onderzoeken en behandelen. In het verleden gebeurde het bijvoor- beeld dat de cardioloog een ver- nauwing vaststelde en het onder- zoek moest afbreken. Er moest een sessie bij de vaatchirurg ge- boekt worden, dan terug naar de cardioloog... Nu gebeurt dat alle- maal samen. De patiënt gaat er dus niets van merken, behalve dat het allemaal sneller kan.” U werkt in Genk. De omgekeerde weg van uw ouders. Zij trokken van Limburg naar Antwerpen? “Moeder is van Bree, vader komt uit Bocholt. Hij werkte voor een elektronicabedrijf in Meeuwen- Gruitrode, dat net een nieuwe tak in Antwerpen had geopend. Daar ben ik, als eerste telg, geboren. De band met Limburg is wel geble- ven. Na de dood van mijn broer zijn ze mij gevolgd naar deze pro- vincie. Voor de kleinkinderen.” Een ‘Antwerpenaar’ die naar Leuven trok voor geneeskunde? “Een beetje tegen de stroom in, mijn vrienden van het Atheneum van Berchem gingen naar Univer- siteit Antwerpen. Maar ik vond HET BELANG VAN LIMBURG WOENSDAG 2 DECEMBER 2015 11 HBvLPLUS WOORD Door Caroline VANDENREYT FOTO LUC DAELEMANS KU Leuven de beste unief. Ik denk dat ik een beetje gelijk heb gekregen…(lacht). Ik heb wel lang getwijfeld tussen burgerlijk ingenieur en geneeskunde. Omdat wiskunde me lag. Ik was geïnspi- reerd door onze atheneumdirec- teur Gaspard Bosteels, auteur van de meeste wiskundeboeken voor het middelbaar. Ik heb zelfs mee- gedaan aan het toelatingsexamen burgerlijk ingenieur, was geslaagd maar heb toch geneeskunde ge- daan. Tot vreugde van mijn moe- der, die zelf verpleegster was. De eerste jaren heb ik me dat wel wat beklaagd omdat je bij wijze van spreken hele telefoonboeken me- dicijnen van buiten moest leren. Maar in mijn specialisatiejaren heb ik mijn liefde voor cijfers en exactheid teruggevonden.” U was staflid in het universitair ziekenhuis van Leuven, een comfortabele positie voor elke dokter. Maar u heeft bewust gekozen voor Limburg? “De patiënten waren voor mij de belangrijkste reden: ik had gezien hoe mensen uit Noord-Limburg 100 km moesten rijden naar Leu- ven, drie dagen in het ziekenhuis waren voor een simpele coronaro- grafie (radiologisch onderzoek van de kransslagaders, red). Omdat zo- iets in Limburg nog niet bestond. Terwijl dat nu gewoon daghospi- talisatie is. Ongeveer gelijktijdig werd destijds in Hasselt en Genk een centrum voor ‘invasieve en in- terventionele cardiologie’ opge- richt. Ik heb voor Genk gekozen omdat ze daar letterlijk van nul begonnen. Dat maakte de uitda- ging groter. In Hasselt bestond er al een kleine dienst die uitge- bouwd werd. Vanuit Leuven heb ik nog alles moeten regelen en be- stellen zodat we een hartkathete- risatiezaal in Genk hadden, opge- leid verplegend personeel,... Sindsdien hebben we een enorme evolutie meegemaakt. In het be- gin had je drie verpleegkundigen voor hartkatheterisatie, nu zijn ze met zeventien. Wij zijn gestart met zes cardiologen, vandaag zitten we aan veertien. Dat kan je toch al omschrijven als een kleine kmo.” Toch even slikken van een UZ naar een kliniek waar u zelf de afdeling nog moest opstarten? “Het was anders werken, ja. In Leuven zat je zo’n beetje in een be- schermde werkplaats, in een peri- feer ziekenhuis ligt de werkdruk veel hoger. De verantwoordelijk- heid komt op jouw schouders te- recht, terwijl je in Leuven maar een deel van het raderwerk bent. In Genk was ik het uurwerk...” Een uurwerk dat dag en nacht moest draaien? “De beginjaren waren zwaar. Ik kwam een beetje uit een luxeposi- tie: als staflid had je assistenten die je kon inschakelen. Maar om- dat we in Genk met zo weinig .Blz. 12

Upload: others

Post on 29-Mar-2021

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: HET HOOGSTE WOORD - ZOLHET BELANG VAN LIMBURG 12 HBvL PLUS WOENSDAG 2 DECEMBER 2015 HET HOOGSTE WOORD.Vervolg van blz.11 mensen waren, moesten we alles zelf doen. We waren met twee

HET BELANG VAN LIMBURGWOENSDAG 2 DECEMBER 2015 10 HBvLPLUS

In Het Hoogste Woord laten we elke week Limburgers aan het woord die onze provincie op de kaart zetten. De ene is misschien bekender bij het grote publiek dan de andere, maar het zijn stuk voor stuk baanbrekers in hun vakgebied.

HET HOOGSTE WOORD

Mathias Vrolixcardioloog

“Het heeft geen zin om elke jonge sporter te screenen”

Niet alleen de dienst cardiologieis meegegroeid. Ik vermoed datu ook de patïenten in die jaren hebt zien veranderen?

“De patiënt wordt tegenwoordig samen met de dokter oud (lacht).De gemiddelde leeftijd van de pa-tiëntenpopulatie stijgt. Maar op een goede manier. Ik zie patiëntenvan 80, 85 jaar en die zijn nog steeds heel actief. Ik moet soms zelfs opletten dat ik hen niet bele-dig. Een van de testen - bij eenhartonderzoek - is fietsen op een hometrainer. Maar op 80 jaar hoef je dat voor mij niet meer te doen. Sommigen zijn echt boosals ik dat zeg. ‘Ja maar, dokter, ikfiets nog elke dag zoveel kilome-

ter...’ Vroeger dacht je er niet aaneen hartkatheterisatie - een onder-zoek om vernauwingen in de krans-slagaders op te sporen en open temaken, red - uit te voeren bij 80-plussers. Nu gebeurt het regelma-tig nog bij iemand van 85 jaar. Omdat het nog zin heeft.”

Zijn we dan plots zo gezond gaan leven, dat uw hartpatiën-ten allemaal ouder worden?

“Ik denk dat een gezondere le-vensstijl wel speelt, ja. De gemid-delde leeftijd van man en vrouwneemt toe. Dat hadden we een tijdlang te danken aan antibioticaen medische vooruitgang, maar de laatste jaren speelt ook onze le-

venswijze een rol. Weet je dat eenmeisje dat in 2015 wordt geboreneen gemiddelde levensverwach-ting van 100 jaar heeft. Gemid-deld. Dat betekent dat we met eenheel contingent 110-jarigen gaan zijn. Onderzoekers denken dat120 tot 122 jaar de maximale leef-tijd wordt die we kunnen behalen.Als alle externe factoren gunstig zijn: als we niet te hard werken, ge-zond eten, niet blootgesteld wor-den aan toxische stoffen,.. Als wenog ouder willen worden, moetenwe al aan de genetica sleutelen.”

Over die genen: deze week is weer een jonge sporter gestor-ven aan hartfalen. Moeten we toch niet elke sporter screenen op genetische afwijkingen?

“Jonge, sportieve mensen die on-verwacht sterven, dat ligt natuur-lijk gevoelig bij het publiek. Dievraag duikt dan elke keer op. Wezijn nog niet uit de discussie, maarde meeste cardiologen denken datzo’n algemene screening niet nut-tig is. En ik behoor tot die groep. Omdat het nooit de gewenste re-sultaten zou hebben. De maat-

schappij kan zich dat simpelwegniet veroorloven. We zouden alscardiologen van ’s morgensvroeg tot ’s avonds laat met niets andersbezig zijn. Om een paar uitzonde-ringen op te sporen. En een elek-trocardiogram (ECG) zou zelfsniet genoeg zijn, in feite is ook eenecho van het hart nodig. Plus moeten er deskundige mensen zijn die de resultaten kunnen in-terpreteren. Er zijn vandaag al 700genen ontdekt die meer kans ge-ven op hartritmestoornissen of plotse dood. En er worden nog elke dag nieuwe gevonden. Hoebepaal je dan de kans? Ik ben welvoorstander van screening van fa-milieleden na een plots overlijden.Om de voorbeschiktheid te testenen daarop in te spelen.”

Hoe zit dat met uw patiënten, houden ze zich aan de regels naeen eerste waarschuwing?

“Oudere patiënten zijn daar veelcorrecter in. Bij jonge mensen mag je blij zijn dat ze nog twee vande vier medicamenten na eenmaand regelmatig innemen. Ze zoeken ook op internet en begin-

HASSELT - Dertien jaar lang heeft hij Noord-Oost-Limburg onder handen gehad als ze ’s nachts met een hartinfarct werden binnenge-bracht in Genk. Met twee man, Vrolix en Van Lierde, draaiden ze de wachtdiensten, nooit verder dan 30 minuten van huis weg. “In het universitair ziekenhuis van Leuven ben je een klein rad in een groot uurwerk, hier ben je zelf dat uurwerk. Jij draagt de verantwoordelijk-heid”, zegt ZOL-cardioloog Mathias Vrolix (57). De dienst invasieve en interventionele cardiologie stampte hij persoonlijk uit de grond in Genk. Vandaag goed voor 14 cardiologen en vanaf deze maand een nieuw hartcentrum met zeven zalen om in uw hart te kijken. “Met die katherisatiezalen staan we aan de top in België.”

nen dan zelf beslissingen te ne-men. De patiënten die we het vaakst met een ‘eigen’ diagnose zien, zijn de Nederlanders. Vijf procent van onze patiënten komt van over de grens. Met een kaft vol. Wat zij denken dat het is. Datzijn lange consultaties....”

Jullie openen nu een nieuw hartcentrum?

“Ben ik trots op, ik beschouw hetzo’n beetje als mijn levenswerk.We hebben nu zeven nieuw kath-lab-zalen, waarin we samenwer-ken met cardiologie, vaatchirurgieen interventionele radiologie. Metverschillende specialisaties kun-nen we nu alles op dezelfde plekonderzoeken en behandelen. Inhet verleden gebeurde het bijvoor-beeld dat de cardioloog een ver-nauwing vaststelde en het onder-zoek moest afbreken. Er moest een sessie bij de vaatchirurg ge-boekt worden, dan terug naar decardioloog... Nu gebeurt dat alle-maal samen. De patiënt gaat er dus niets van merken, behalve dathet allemaal sneller kan.”

U werkt in Genk. De omgekeerdeweg van uw ouders. Zij trokkenvan Limburg naar Antwerpen?

“Moeder is van Bree, vader komtuit Bocholt. Hij werkte voor eenelektronicabedrijf in Meeuwen-Gruitrode, dat net een nieuwe takin Antwerpen had geopend. Daarben ik, als eerste telg, geboren. Deband met Limburg is wel geble-ven. Na de dood van mijn broer zijn ze mij gevolgd naar deze pro-vincie. Voor de kleinkinderen.”

Een ‘Antwerpenaar’ die naar Leuven trok voor geneeskunde?

“Een beetje tegen de stroom in,mijn vrienden van het Atheneum van Berchem gingen naar Univer-siteit Antwerpen. Maar ik vond

HET BELANG VAN LIMBURGWOENSDAG 2 DECEMBER 2015 11 HBvLPLUS

HET HOOGSTE WOORDDoor Caroline VANDENREYT

FOTO LUC DAELEMANS

KU Leuven de beste unief. Ikdenk dat ik een beetje gelijk heb gekregen…(lacht). Ik heb wellang getwijfeld tussen burgerlijkingenieur en geneeskunde. Omdatwiskunde me lag. Ik was geïnspi-reerd door onze atheneumdirec-teur Gaspard Bosteels, auteur vande meeste wiskundeboeken voorhet middelbaar. Ik heb zelfs mee-gedaan aan het toelatingsexamenburgerlijk ingenieur, was geslaagdmaar heb toch geneeskunde ge-daan. Tot vreugde van mijn moe-der, die zelf verpleegster was. Deeerste jaren heb ik me dat wel watbeklaagd omdat je bij wijze van spreken hele telefoonboeken me-dicijnen van buiten moest leren. Maar in mijn specialisatiejarenheb ik mijn liefde voor cijfers en exactheid teruggevonden.”

U was staflid in het universitair ziekenhuis van Leuven, een comfortabele positie voor elke dokter. Maar u heeft bewust gekozen voor Limburg?

“De patiënten waren voor mij de belangrijkste reden: ik had gezienhoe mensen uit Noord-Limburg100 km moesten rijden naar Leu-ven, drie dagen in het ziekenhuis waren voor een simpele coronaro-grafie (radiologisch onderzoek vande kransslagaders, red). Omdat zo-iets in Limburg nog niet bestond.Terwijl dat nu gewoon daghospi-talisatie is. Ongeveer gelijktijdig werd destijds in Hasselt en Genk een centrum voor ‘invasieve en in-terventionele cardiologie’ opge-richt. Ik heb voor Genk gekozen omdat ze daar letterlijk van nul begonnen. Dat maakte de uitda-ging groter. In Hasselt bestond eral een kleine dienst die uitge-bouwd werd. Vanuit Leuven heb ik nog alles moeten regelen en be-stellen zodat we een hartkathete-risatiezaal in Genk hadden, opge-leid verplegend personeel,... Sindsdien hebben we een enormeevolutie meegemaakt. In het be-gin had je drie verpleegkundigen voor hartkatheterisatie, nu zijn zemet zeventien. Wij zijn gestart metzes cardiologen, vandaag zittenwe aan veertien. Dat kan je toch alomschrijven als een kleine kmo.”

Toch even slikken van een UZ naar een kliniek waar u zelf de afdeling nog moest opstarten?

“Het was anders werken, ja. InLeuven zat je zo’n beetje in een be-schermde werkplaats, in een peri-feer ziekenhuis ligt de werkdrukveel hoger. De verantwoordelijk-heid komt op jouw schouders te-recht, terwijl je in Leuven maar een deel van het raderwerk bent. In Genk was ik het uurwerk...”

Een uurwerk dat dag en nacht moest draaien?

“De beginjaren waren zwaar. Ik kwam een beetje uit een luxeposi-tie: als staflid had je assistenten die je kon inschakelen. Maar om-dat we in Genk met zo weinig

.Blz. 12

Page 2: HET HOOGSTE WOORD - ZOLHET BELANG VAN LIMBURG 12 HBvL PLUS WOENSDAG 2 DECEMBER 2015 HET HOOGSTE WOORD.Vervolg van blz.11 mensen waren, moesten we alles zelf doen. We waren met twee

HET BELANG VAN LIMBURGWOENSDAG 2 DECEMBER 2015 12 HBvLPLUS

HET HOOGSTE WOORD

.Vervolg van blz.11

mensen waren, moesten we alles zelf doen. We waren met twee in-terventionele cardiologen, dat be-tekende dat we jarenlang met tweeman de wachtdienst voor myo-cardinfarcten (de afsluiting van een bloedvat door een bloedklonter,red) verzekerd hebben. Dat moetje binnen 30 à 45 minuten behan-delen door het bloedvat open temaken met een ballonnetje of eenveertje. Hoe langer je wacht, hoe meer weefsel er verloren gaat.Dertien jaar lang, twee dokters voor het hele noord-oostelijke deel van de provincie. Die wacht-diensten hebben gewogen op mijnfamilie en het sociale leven. Wantje moest altijd binnen een straal van 30 km van het ziekenhuis blij-ven. Een concert meepikken inHasselt of Maastricht kon nog,maar naar Brussel of Antwerpen kon je vergeten. Soms werd het zelfs zo zwaar dat je ’s nachts nietmeer wakker werd van de tele-foon. Ik weet nog dat de brand-weer van Genk me ’s nachts thuis is komen halen, omdat ik door deoproep was geslapen. Zwaar maarwaardevol werk. Door dat werk-ritme hebben we heel veel ervaringkunnen opdoen.”

Met twee zijn jullie niet meer?

Nederlandse patiënten komen met heel dossier over wat er volgens hen allemaal mis is, dat zijn lange consultaties...

Mathias Vrolix

“Na dertien jaar begin je het tevoelen. Uitbreiding was ook mo-gelijk omdat het patiëntenaanboder was. En in cardiologie zag je meer verscheidenheid, er moest meer gespecialiseerd worden. We zijn dan beginnen recruteren, vooral mensen die blijk gaven vaniets extra. De meesten zijn opge-leid in de VS of een ander cardiolo-gisch centrum met naam.”

U bent nu diensthoofd cardiolo-gie. Niet de meest makkelijke mensen wordt gezegd van cardiologen. Einzelgängers.

“Mijn job is complexer geworden(lacht). Als diensthoofd ben je toch vooral een people manageren met veertien spelers heb je veer-tien meningen. Maar het lukt. Communicatie is belangrijk, ie-dereen het gevoel geven dat hij zijn

ding kan doen. Elke cardioloogheeft zijn dada. Zo hebben we ie-mand die heel betrokken is bij hetonderwijs, waardoor we nu ver-schillende doctoraatsstudentenhebben om onderzoek te doen. Vooral in de richting van hartfa-len. Had ik tien, vijftien jaar gele-den nooit gedacht. Toen trokkendie allemaal naar een universitair centrum. Ook doctoraatsstuden-ten biomedische wetenschappen,die vooral bezig zijn met de ont-wikkeling van apps. Uiteraard insamenwerking met Universiteit Hasselt en het Jessa Ziekenhuis.”

Nu we het daar toch over hebben: De concurrentiestrijd tussen ZOL en Jessa is en blijft?

“Er is een zekere rivaliteit. Maartussen de diensten cardiologie vanZOL en Jessa is altijd in goede ver-standhouding gewerkt. En ik benovertuigd dat dit ook in de toe-komst blijft. Dat zie je ook bij an-dere specialisten. Op bestuursni-veau ligt het soms wat moeilijker.”

Staat u nog ooit aan het patiën-tenbed?

“Absoluut. Ik probeer nog altijdgenoeg klinisch werk te doen. Car-diologen krijgen standaard eenhalve dag vrij. Ze kunnen die thuisdoorbrengen, met wetenschappe-

lijk werk,... Het diensthoofd heeftnog een extra halve dag, die ge-bruik ik voor administratie, prak-tische regelingen. Daarnaast zit ikin de medische raad, de erken-ningscommissie voor cardiolo-gen, ik ben voorzitter van de Belgi-sche Vereniging van Specialisten(voor cardiologie),... Als ik éénavond per week thuis ben, is het veel. Maar ik heb gelukkig eenheel begripvolle echtgenote en de kinderen zijn intussen het huis uit.In hun jonge jaren hebben ze me wel moeten missen. Ik gebruikte vroeger zelfs mijn halve vrije dagniet. Maar sinds acht maanden is er mijn kleinzoon Lowie... Mijnkinderen hebben er nog geen op-merkingen over gemaakt. Maar iklees het in hun blik (lacht).”

Moet een cardioloog niet beter weten, dan zo’n hectisch ritme?

“Ik probeer het gezond te houden.Let op mijn eten, gevarieerd en vooral niet te veel. En ik ben een fanatiek sportman. Als ik niet in het ziekenhuis ben, zit ik op defiets. Zelfs ’s nachts. Op routes dieik ken, zodat ik snel terug kan zijn.En als ik van wacht ben, fiets ik gewoon rond de kerktoren. Mijn fietsclub past de ritten ook aannaar mijn werkschema. Ze bege-leiden me zelfs in escorte naar het

ziekenhuis als ik opgeroepen word(lacht). Maar zo kom ik toch aan10.000 kilometer per jaar.”

Als geen ander heeft u het levenvan een mens in handen. Hoe gaat u om met die constante verantwoordelijkheid?

“Je kweekt een soort van pantser,denk ik. Toch zijn er altijd situa-ties die je weer eens extra met de neus op de feiten drukken. On-langs nog, met een jonge veertigerdie heel zware complicaties kreeg en dringend naar Leuven moestvoor een transplantatie. Ik ga ookniet zeggen dat het niet op jeweegt. Denk maar als je ’s nachtswordt opgebeld voor een dringen-de procedure, je hebt een mensen-leven inderdaad letterlijk in jouw handen en je kan niemand op datuur om raad vragen. Het is hele-maal aan jou. En dan word je ver-ondersteld om een uur later naar huis te rijden, opnieuw in bed tekruipen, te slapen en ’s morgens-vroeg weer gewoon aan het werk te gaan. Sommigen kunnen daarbeter mee om dan anderen. Bij mijvalt het nog mee. Ik maak hetsoms mee dat mijn vrouw ’s och-tends zegt dat ik die nacht ben op-geroepen en dat ik vergeten ben dat ik in het ziekenhuis en terug ben geweest.”

WIE ISMathias Vrolix

X Mathias Vrolix (57) groeide op inBerchem, zijn ouders kwamenuit Bree en Bocholt. Hij had één jongere broer die aan leukemie is gestorven.

X Aan de KU Leuven studeerdehij geneeskunde, met speciali-satie cardiologie.

X Na vier jaar als staflid cardio-logie in het universitair zieken-huis van Leuven maakte hij deoverstap naar het ZOL in Genk.

X Met zijn collega dokter Van Lierde stampte hij hier de afdeling invasieve en interven-tionele cardiologie uit de grond.

X Vrolix is intussen diensthoofd cardiologie van het ZOL.

X Hij is getrouwd, zijn echtgenotewerkt voor een bedrijf in medische materialen. Ze wonenin Genk. Vrolix heeft vier kinderen en één kleinzoon.

FOTO LUC DAELEMANS

APARTWaar kan u geen geld aan uitgeven?

“Aan dure reizen of zo, ik hou van eenvoudige hotels tussen de mensen. Mij zal je nooit in een duur golfhotel vinden. Ik kan wel iets spenderen aan een goed restaurant of een mooie auto. Ik heb een Porsche maar rijd er niet mee. Principieel niet, sinds de VAA (voordeel alle aard, een belastings-

regel op bedrijfswagens) die meneer Di Rupo heeft ingevoerd. Ik ga daar niet mee akkoord. Zo lang de auto niet als privéwagen geldt, blijft hij op stal.”

Hoeveel uur slaap heeft u per nacht nodig?

“Zes uur. Daarmee voel ik me perfect uitgeslapen. Ook in het weekend kan ik niet blijven liggen.”

Welke muziek staat er op uw gsm of iPod?

“Mijn interesse is breed. Van Klara in de auto tot het betere rockwerk als Dire Straits. Als ik fiets, luister ik op de gsm: vooral als ik bergen beklim, moet er tempo inzitten. Tiësto, Armin Van Buuren...”

Wat kan u ontroeren? “Veel. Een blik, een moment met

kleinzoon Lowie. Dingen die je met patiënten meemaakt.”

Wat is uw slechtste eigen-schap?

“Geduld. Heb ik niet. Als ik vind dat er iets moet gebeuren, moet dat binnen een bepaalde termijn opgelost zijn. Mijn kinderen zouden waarschijnlijk antwoorden dat ik meer tijd moet maken om te

luisteren (lacht).”

Waar kan u niet zonder leven?“Mijn familie, uiteraard. Maar ook mijn patiënten. Die zou ik missen.”

Wat is uw favoriete restaurant?“In Genk is dat La Posta, heel eenvoudige, eerlijke keuken. In Hasselt kom ik al eens graag in de Goei Goesting.”

HET BELANG VAN LIMBURGWOENSDAG 2 DECEMBER 2015 13 NIEUWS

Nieuw CM-voordeel in 2016

TERUGBETALING DEELNAME SPORT- EN JEUGDKAMPEN, OPENLUCHTKLASSEN OF SPEELPLEINWERKING

Nieuw CM-voordeel in 2016

tot 135 euro

per jaar en per kind

EMMA GAAT VOLGEND JAAR OP TENNISKAMP. EN NAAR DE SPEELPLEIN-WERKING. EN OP SCOUTSWEEKEND. EN…

Nog geen CM-lid? Bel 011 280 211 of surf naar www.cm.be/lid-worden

En nog veel meer, want Emma is een actieve meid. Sport- en jeugdkampen, speelpleinwerking, openluchtklassen. Superleuk, maar voor ouders een hele uitgave. Daarom biedt CM vanaf 2016 een tegemoetkoming tot 100 euro voor deze activiteiten. Bovendien krijg je een terugbetaling tot 20 euro voor het lidgeld van een jeugdvereniging en tot 15 euro bij een sportvereniging. Samengeteld dus tot 135 euro per jaar en per kind.

Deze

adv

erte

ntie

hee

ft ee

n in

form

atie

ve w

aard

e. V

oor e

en g

edet

aille

erde

om

schr

ijvin

g va

n de

rech

ten

en p

licht

en v

an d

e le

den

en h

et zi

eken

fond

s zijn

alle

en d

e st

atut

en re

chts

geld

ig. D

e vo

orde

len

geld

en v

anaf

1-1

-201

6 on

der v

oorb

ehou

d va

n go

edke

urin

g do

or d

e co

ntro

ledi

enst

voor

de

zieke

nfon

dsen

.

“De dokter gaf me geen vijf jaar meer”Stijn en Michel vermagerden elk meer dan 50 kilo

HASSELT - Gisteren won hij zijn eerste aflevering in ‘De Slimste Mens Ter Wereld’, maar dat stand-upcomedian Kamal Kharmach tot straffe dingen in staat is, wisten we al. Na een maagverkleining speelde hij maar liefst 122 kilo kwijt. Nu weegt de 24-jarige Kharmach nog 78 kilo “maar in mijn hoofd ben ik wel nog altijd die kerel van 200 kilo”, zei hij gisteren in deze krant. Een gevoel dat Stijn Truyens (-68 kilo) en Michel Vanderfeesten (-50 kilo) maar al te goed kennen.

Joos MEESTERS

“Als kind was ik niet dik”, zegtTruyens. “Maar toen ik alleenging wonen ben ik stelselmatigverdikt door te veel pizza, ke-bab en frieten te eten. Ik ben een keer twintig kilo afgevallenmet een dieet, maar achteraf kwam er weer 30 kilo bij. Opmijn zwaarste gewicht, 165kilo, droeg ik T-shirts met maatXXXXXL. Ik had veel last vanmijn rug, ik was altijd moe en ikhad ademhalingsproblemen.”In 2006 liet Truyens een maag-ring plaatsen, zonder resultaat.

“Ik kon nog altijd eten wat ik wou,alleen moest ik het regelmatigeven laten zakken. Pas na mijn maagverkleining twee jaar gele-den is de situatie drastisch verbe-terd. Nu kan ik niet te veel suikerof room meer eten want dan voel ik me ziek.”

Knop omdraaienDoor de operatie in combinatie met andere voedingsgewoontenen veel beweging kan Truyens (1,97 meter) zijn gewicht onder dehonderd kilo houden. “Ik sportelke dag. Ik ga minstens een uurfitnessen en ’s zondags ga ik lo-pen.” Hij heeft zijn levensstijl grondig moeten aanpassen, maarheeft geen seconde spijt gehad vanzijn operatie. “Oké, ik ga mindervaak op restaurant en eet meer groenten maar dat is een kwestie van de knop omdraaien. Ik ben superblij dat ik de stap gezet heb.Terwijl ik vroeger altijd moe en sneller ambetant was, heb ik nu

energie te veel. Ik heb veel meer plezier in het leven en ik moet nietmeer naar speciaalzaken om mijnkleren te kopen. Ik denk dat ik al-tijd wel bang zal blijven om weer bij te komen, maar ik heb er ver-

trouwen in dat ik dit kan vol-houden. Ik ben twintig jaar dikgeweest. Dat wil ik niet meer.”

“T-shirts in maat XXXXXL”BERINGEN - “Proficiat met je dertigste verjaardag. Maar je 35ste verjaardag zul je niet halen.” Het waren harde woorden van zijn dokter, maar ze deden de ogen van Stijn Truyens uit Koersel wel opengaan. Intussen is hij 68 kilo kwijtgeraakt en voelt hij zich op zijn 35ste fitter dan ooit tevoren.

Stijn ging van 165 naar 97 kilo. FOTO KAREL HEMERIJCKX

X Stijn Truyens (-68 kilo)

Goed eten kreeg hij van thuis mee. “In het derde studiejaar woog ik al 76 kilo. Geregeld raakte ik met een dieet wat ge-wicht kwijt, maar het kwam ertelkens weer bij. Pas toen goedanderhalf jaar geleden diabetestype 2 werd vastgesteld, zijn mijn ogen opengegaan. Ik heb twee kleine kinderen, die een

vader nodig hebben.”“Ik heb me lichamelijk noch-tans nooit echt slecht gevoeld en ik was ook niet ongelukkig.Maar kleren kopen was eenprobleem, ik zweette veel en was snel vermoeid. Met de kin-deren spelen lukte amper.”Met behulp van een diëtiste pakte Vanderfeesten zijn le-vensstijl aan. “Ik ga elke avondwandelen en eet bijna geen sui-ker. Het zit ook in kleine din-gen. Ik neem nu bijvoorbeeldaltijd de trap in plaats van de lift.” Vanderfeesten (1,81 me-ter) weegt nu 82 kilo. “Wat ikwel nog heb, is het gevoel dat ikdik ben. Heel gek. Het zit inmijn kopke en gaat er niet uit.”

“Diabetes heeft ogen geopend”

PEER - Michel Vanderfeesten (36) uit Peer woog twee jaar geleden nog 132 kilo. Maar nadat diabetes type 2 werd vastgesteld, een ziekte die gelinkt wordt aan een ongezonde levensstijl, ging hij de strijd aan met de kilo’s.

Michel ging van 132 naar 82 kilo. FOTO DICK DEMEY

X Michel Vanderfeesten (-50 kilo)