galaten26

25
Brief aan de Galaten -26- zonen – lotgenieters - vrijheid

Upload: dgorter

Post on 19-Dec-2014

4.657 views

Category:

Spiritual


0 download

DESCRIPTION

bible study

TRANSCRIPT

Page 1: GALATEN26

Brief aan de Galaten -26-

zonen – lotgenieters - vrijheid

Page 2: GALATEN26

4. Toen echter het complement van de tijd kwam, ‑vaardigde .God zfZijn .Zoon af, |geboren๏* uuit een vrouw, |geboren๏* ononder de wet,

afvaardiging van Zijn Zoon : bijzondere missie het kruisgeworden uit een vrouw : Maria/Mirjam/Israël/Judageworden onder de wet : Thora van Mozes (stond allang vast dat die zou verdwijnen)

Hebreeën 8:5-13

Page 3: GALATEN26

Nu heeft Hij echter een zoveel voortreffelijker bediening ontvangen, zoals Hij ook van een beter verbond Middelaar is: dat in betere beloften is vastgelegd. Hebr. 8:6

Immers, als dat eerste onberispelijk geweest was, zou er voor een tweede geen plaats zijn gezocht. Hebr. 8:7

Page 4: GALATEN26

Want berispend zegt Hij tegen hen: Zie, de dagen komen,spreekt de Heer, dat Ik met het huis van Israël en methet huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten. Hb. 8:8

Page 5: GALATEN26

niet overeenkomstig het verbond dat Ik met hun vaderen geslotenheb, op de dag toen Ik hen bij de hand nam om hen uit het land Egypte uit te leiden. Want zij bleven niet in Mijn verbond en Ik hebgeen acht op hen geslagen, zegt de Heer. Hb.8:9

beter verbond

Page 6: GALATEN26

Want dit is het verbond dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na die dagen, zegt de Heer: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. Hb. 8:10

Page 7: GALATEN26

En zij zullen beslist niet ieder zijn naaste en ieder zijn broeder onderwijzen en zeggen: Ken de Heer. Want zij allen zullen Mij kennen, van klein tot groot onder hen. Hb.8:11

Page 8: GALATEN26

Want Ik zal wat hun ongerechtigheden betreft genadig zijn en hun zonden en wetteloosheden beslist niet meer herinneren. Hb. 8:12

genadig zijn = hileos = bescherming

vergelijk: hilasmos (bescherming), hilastèrion (beschermdeksel)

Page 9: GALATEN26

Als Hij spreekt van een nieuw, heeft Hij het eerste verouderd. En wat oud is en bouwvallig (gammel), is nabij de verdwijning. Hb.8:13

Situatie van het oudeverbond, door Jeremia al uitgesproken.

Page 10: GALATEN26

Galaten 4:5

opdat Hij .hen, die ononder de wet zijn, uitkooptfc, opdat wij het zoonschap krijgenc.

losgekocht, uitgekocht van onder de wet : zoon-plaatsing / zoonschap

Vrij!

Page 11: GALATEN26

6. Omdat jullie ecnu zonenmf zijn, ‑vaardigt .God de geest van zfZijn .Zoon af nbin onze .hartenf, die |

roept*: ‘Abba! .Vader!’, Rom.8:14-17

zoon = volwassenheid(geen kind meer, eerst kind van God)

geest van Zijn Zoon – aanzettende kracht tot –

Page 12: GALATEN26

6. Omdat jullie ecnu zonenmf zijn, ‑vaardigt .God de geest van zfZijn .Zoon af nbin onze .hartenf, die |roept*: ‘Abba! .Vader!’, Rom.8:14-17

de geest van het zoonschap, die roept: Abba, Vader!onze Heer zelf: Marcus 14:32-36

want zovelen door de geest van God geleid worden, deze zijn zonen van God. Romeinen 8:14

Page 13: GALATEN26

En zij kwamen op een plaats waarvan de naam Gethsémané was, en Hij zei tegen Zijn discipelen: Ga hier zitten totdat Ik gebeden zal hebben. Marcus 14:32

Gethsémané = olijfpers(bak)

Page 14: GALATEN26

En Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met Zich mee en begon ontdaan en zeer angstig te worden Marcus 14:33

ontdaan en zeer angstig:

zeer ontsteld en zeer bedruktHij was mens!

Page 15: GALATEN26

en Hij zei tegen hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot dedood toe; blijf hier en waak. Marcus 14:34

zeer bedroefd: smart, leed, grief, pijn

De Heer: waakt en bidtDiscipelen: sliepen

Beeld van: de Heer nu en vele gelovigen

Page 16: GALATEN26

En toen Hij iets verder gegaan was, wierp Hij Zich ter aarde en bad dat, als het mogelijk was, dat uur aan Hem voorbij zou gaan. Marcus 14:35

Wat als God Hem wel gespaard had?

oneindig verlies! Voor God, voor de Zoon en de schepselen

Page 17: GALATEN26

En Hij zei: Abba, Vader, alle dingen zijn mogelijk voor U; neem deze drinkbeker van Mij weg, maar niet wat Ik wil, maar wat U

gehoorzaamheid van de Zoon in ootmoedige gezindheid….tot de dood, ja de dood van het kruis Filippenzen 2

Page 18: GALATEN26

7. zodat je niet langer slaafmf bent, maar zoonmf; indien echter zoonf, dan +ook lotgenieterf van God, dodoor Christus.

De lotgenieter: iemand die een lot(s)deel ontving en geniet op aarde: Israël in de hemel : lichaam van Christus

Page 19: GALATEN26

1. Ik |zeg echter: opogedurende al* de tijd dat de lotgenieter een onmondige is, |is hij niet* van meer belang dan een slaaf, terwijl hij heer |is van alles, 2. maar is hij ononder toezicht houders* en beheerders gesteld tot* de door* de vader voor genomen tijd. Lotgenieter: door erven het lotdeel verkrijgeneerst kind (onmondige), staat gelijk aan slaaf zijn

onder toezicht van beheerder(s)/paidagogos, totdat…

Situatie van Israël onder de Thora van Mozes

Page 20: GALATEN26

3. Zo waren +ook wíj, toen wij onmondigenmf waren, ononder de grondbeginselen* van de wereld tot slaaf °gemaakt๏f. Kol.2:8 Galaten 4:3

de grondbeginselen* van de wereld = wetten, rituelen, voorschriften over het doen en laten van mensen (cultuur!)

Alle religies stemmen daarin overeen: wetten/regels die het leven reguleren, gebondenheid/slavernij – geen vrijheid.

Page 21: GALATEN26

7. zodat je niet langer slaafmf bent, maar zoonmf; indien echter zoonf, dan +ook lotgenieterf van God, dodoor Christus.

Lotdeelgenieters – daarbij gezegend : Efeziërs 1:3; 2:6,7 onze toekomst!

Page 22: GALATEN26

8. Maar destijds, toen jullie inderdaad geen* °besef* hadden van God, ‑slaafdenf jullie voor goden .die dat van nature niet |zijn.

duisternis!

Jullie weten dat julie heidenen waren, weggetrokken naar de stomme afgoden. Zo lieten jullie je meevoeren.1 Corinthiërs 12:2

Page 23: GALATEN26

Onze Alueim is in de hemelen,Hij doet al wat Hem behaagt.

Hun afgoden zijn zilver en goud,het werk van mensenhanden: zij hebben een mond, maar spreken niet;zij hebben ogen, maar zien niet; zij hebben oren, maar horen niet;zij hebben een neus, maar ruiken niet; hun handen, die tasten niet;hun voeten, die gaan niet;er komt geen geluid uit hun keel.

Laat wie ze maken hun gelijk worden,al wie op hen vertrouwt. Psalm 115:3-8

Page 24: GALATEN26

9. ecMaar nu jullie God |kennen, meer* ecnog, dodoor God |

gekend zijn, hoe kunnen jullie je weer |omkerenf opotot de zwakkezv en armezv grondbeginselen,* wewaarvoor jullie weer van voren* af aan |willen ‑slavenzv?

1. Galaten mochten God leren kennen2. Zij kennen Hem nu in Zijn liefde3. Zij kennen Hem doordat Hij Christus opwekte4. Zij kennen ook Zijn gerechtigheid 5. Zij weten dat God hén kent

Page 25: GALATEN26