flow cytometrie bij lage cytoses in lumbaal vocht veerle compernolle supervisor: nancy boeckx
TRANSCRIPT
Flow cytometrie bij lage cytoses in lumbaal vocht
Veerle CompernolleSupervisor: Nancy Boeckx
Principe van Flow Cytometrie
Fluorescencedetectors
Side scatter
Forward scatterLaser
Stream of fluid containing antibody-labeled cells
Onderwerp van critical appraised topic
=
Immunofenotypering Diagnostisch & MRD op cerebrospinaal vocht
Onderwerp van critical appraised topic
=
Immunofenotypering Diagnostisch & MRD op vochten
Beperking:De verstrekkingen 555730-555741 en 555752-555763 mogen enkel worden aangerekend aan de ZIV voor het typeren van hematologische maligniteiten, of in geval van congenitale of levensbedreigende verworven immunodeficiënties, of in geval van sarcoïdose.
Identificatie van een receptor of een membraan- of cytoplasma- ofnucleair antigeen van hematopoïetische cellen, exclusief de antigenen van het HLA systeem
Onderwerp van critical appraised topic
=
Immunofenotypering Diagnostisch & MRD op vochten
Voornamelijk: Opsporen metastasen van hematologische maligniteiten
in cerebrospinaal vocht
39
21
8 84
9
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45Ly
mfo
om
Leuk
emie
And
ere
hem
atol
ogis
che
mal
igni
teit
Neu
rolo
gisc
h
Gee
n
And
ere
Aan
tal
Klinische gegevens bij aanvraag
Belang opsporen hematologische metastasen in cerebrospinaal vocht
• Prognostisch• Intensificatie van de therapie
Intrathecale chemotherapie & Radiotherapie
Nevenwerkingen:
oa. -secundaire maligniteiten
-verminderde cognitieve capaciteit -groeiretardatie...
Diagnostic test Abnormal finding % of patients with abnormal findings
Lumbar puncture Elevated CSF proteinElevated CSF pressureLow CSF glucosePositive CSF cytology on initial lumbar puncturePositive CSF cytology after three lumbar punctures
75%50%40%50%
85%
Neuro-imaging studies
Abnormal findings 50%
Laboratory and imaging findings in patients with leptomenigeal carcinomatosis (ref. Grossman et al. Cancer treatment reviews, 1999: 25:103-119)
Diagnostic test Abnormal finding % of patients with abnormal findings
Lumbar puncture Elevated CSF proteinElevated CSF pressureLow CSF glucosePositive CSF cytology on initial lumbar puncturePositive CSF cytology after three lumbar punctures
75%50%40%50%
85%
Neuro-imaging studies
Abnormal findings 50%
Laboratory and imaging findings in patients with leptomenigeal carcinomatosis (ref. Grossman et al. Cancer treatment reviews, 1999: 25:103-119)
Goudenstandaard
Gouden standaard: cytologie
• Sensitiviteit: 50-70%• Goede specificiteit
1. Heeft immunofenotypering van CSV door flow cytometrie een aanvullende waarde?
-het aantal vals negatieve resultaten verminderen?
-Quid specificiteit?
2. Wat zijn de condities voor een geschikt staal
28
14
3 2 2 2 2
2
4
31 1
4
20
0
5
10
15
20
25
30
35
0-1 >1-5 >5-10 >10-15 >15-20 >20-50 >50
Cytose
Aan
tal s
tale
n
uitgevoerd (N)
geannuleerd (N)
Overzicht van uitgevoerde en geannuleerde stalen
(2002-2003)
(cellen/µl)
Vragen
1.Heeft immunofenotypering van CSV door flow cytometrie een aanvullende waarde?
-het aantal vals negatieve resultaten verminderen?
-Quid specificiteit?
2.Wat zijn de condities voor een geschikt staal
3.Zijn deze annulaties terecht?
Is flow cytometrie op stalen met een lage cytose of een gering staalvolume zinvol?
1. Heeft immunofenotypering van CSV door flow cytometrie een aanvullende waarde?
Guidelines:
“Flow cytometrische immunofenotypering van cerebrospinaal vocht kan klinisch nuttig zijn bij patiënten met een vermoeden van maligne lymfomen of leukemie”
Mo
ria
rty
Va
lde
z
Ro
ma
Su
bira
Fe
rna
nde
z
Fin
n
Urb
ani
ts
Fre
nch
Klinische F.U.
ReferentietestOnafh+blind?
Referentietest
Referentieteststeeds uitgevoerd?
Test onafh. van andere infouitgevoerd
Geen
Nee
Nee
nvt
nvt
?
?
?2x
niet2x niet
Ja
JaCNS
invasie?
?Ja
Ja
?CNS
invasie?
Cytologie
Validatie in 2°onafh groep?
Ja
Validiteitstudies
JaJa ?
Nee
Ja
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%V
alde
z
Rom
a
Sub
ira
Fer
nand
ez A
bell
an
Fin
n
Urb
anit
s
Fre
nch
Andere
leukemie
Lymfoblastisch lymfoom
lymfoom
Vermoeden lymfoom
Niet hematologische maligniteit
geen gegevens
Patiëntenspectrum
Ro
ma
Su
bira
Fe
rna
n-
dez Fin
n
Urb
ani
ts
Fre
nch
Aantal patiënten
Aantal CSV-stalen-totaal
-Valide cyto+IF
-Concordante
-Discordante
-Onduidelijk
negatief
positief
Cyto+/IF-
Cyto-/IF+
Cyto?/IF-
Cyto-/IF?
43 31 51 18 32
53
51
4078% 2812
11
29
168
168
15894%14711
9
36
1
1
352
291
28397%26914
8
1 * + 1 *2 * + 1 *
36
25
1768%116
5
1 + 13
3
3
31
27
1970%145
8
7
6
5
1
1
35
23
1369%94
3
2 1
Roma et al.
Subira et al.
Urbanits et al.
Pre
vale
nti
e
Aa
nta
l sta
len
Sensitiviteit Specificiteit
Cyto IF Cyto IF
0,412
0,102
0,485
51
167
27
0,57
0,65
0,46
1,00
1,00
0,92
0,93
0,98
1,00
1,00
1,00
1,00
Sensitiviteit/specificiteit werd berekend -met ‘klinische follow-up’ als gouden standaard-met gebruik van aantal stalen
Concordante en discordante data
Concordant Discordant Twijfel
Negatief PositiefCyto +
IF-Cyto-IF+
16 7 1 2 4
Resultaten 2002-2003
77%
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
0-1 >1-5 >5-10 >10-15 >15-20 >20-50 >50
Cytose
Aan
tal s
tale
n
twijfel
discordant
concordant
Concordante en discordante resultaten in functie van de cytose
(cellen/µl)
Besluit• Er is een grote concordantie tussen
immunofenotypering en cytologisch onderzoek
• Combinatie van immunofenotypering en cytologisch onderzoek kan het aantal vals negatieve resultaten verminderen.
• De specificiteit van immunofenotypering dmv flow cytometrie is zeer goed
1. Heeft immunofenotypering van CSV door flow cytometrie een aanvullende waarde?
Houding t.o.v. discordante resultaten?
Quid: Negatief (of twijfelachtig) resultaat bij cytologie en positieve immunofenotypering
• Hematologie: Beschouwen als positief resultaat. Aanpassen therapie
• Pediatrische hemato-oncologie: geen aanpassing therapie.
2. Wat zijn de condities voor een geschikt staal?
- Geen anticoagulans; geen fixatie OK- Onmiddelijk transport naar labo- Beschikbare klinische of diagnostische informatie moet samen met het staal opgestuurd worden- Bewaring op kamertemperatuur OK- Analyse binnen de : -3 uur (Subira)
-8 uur (Australasian group)-24 uur (Finn)
Stalen worden soms pas na 24 uur geanalyseerd!
2. Wat zijn de condities voor een geschikt staal?
-Lysis van erythrocyten door externe lyserende reagentia is aanvaardbaar-Globaal voor immunofenotypering: Idealiter: 500000-1000000 cellen per tube.
Bij cytose van 50 cellen/µl: 10 ml nodig !!!Ideale aantal cellen wordt dus zelden gehaald.
3. Is flow cytometrie op stalen met een lage cytose of een gering staalvolume zinvol?
Guidelines-“There is a strong consensus among all conference participants that every attempt should be made to derive useful information from any specimen submitted for analysis.” -Flagging criteria intrinsiek aan staal: hypocellulariteit(US-Canadian Consensus)
-Welke verwerpingscriteria worden gehanteerdin originele studies?
-Is het detecteren van zeer kleine aantallen blasten/lymfoomcellen zinvol?
3. Is flow cytometrie op stalen met een lage cytose of een gering staalvolume zinvol?
Vooraf gestelde verwerpingscriteria
Achteraf gestelde verwerpingscriteria
RomaLymfoom+ leukemie
Onvoldoende events aanwezig. Aantal wordt niet gespecifiëerd
Subira Leukemie-RBC aanwezig-<1ml
Fernandez ALL-RBC aanwezig-<1ml
FinnVnl lymfoma
Geen<200 events in diagn popul. >24 uur oud OF
<10000 cellen (in totaal)
Urbanits lymfoma-<1ml-<1000 cellen
French Varia
-talrijke RBC aanwezig
-<1000 cellen+<20% lymfo’s-<5 cellen op cytospin
->3 dagen oud
1
2
2 3
5
1
1
5
2
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
<1 >1-5 >5-10 >10-15 >15-20 >20-50 >50
Cytose
Per
cent
age
twijfel
Positief
Negatief
Resultaat immunofenotyperingen bij lymfomen in functie van de cytose
(cellen/µl)
Resultaat immunofenotyperingen bij leukemie in functie van de cytose
1
1
3
1
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
<1 >1-5 >5-10 >10-15 >15-20 >20-50 >50
Cytose
Per
cent
age
tw ijfel
Positief
Negatief
(cellen/µl)
Is het opsporen van kleine aberrante populaties zinvol ?
Leukemie• CNS leukemie wordt meestal gedefiniëerd als de
aanwezigheid van leukemische blasten (na cytocentrifugatie) in cerebrospinale vochten met meer dan 5 leukocyten per microliter.
• Klinisch belang van blasten bij cytose<5/µl is onduidelijk.
Gilchrist et al.: geen verhoogd risico voor CNS-relapse of andere relapse dan CNS-negative patiënten. (ALL) Tubergen et al. : De ‘disease free survival’ is na 5 jaar niet verschillend.Bürger et al.: goede prognose en hebben geen intensificatie van CNS-gerichte therapie nodig. (ALL)Abott et al.: geen prognostisch belang. (AML)Mahmoud et al.: een verhoogd risico op relapse en hebben mogelijks een meer intensieve intrathecale therapie nodig. (ALL)
CAVE: Sommige studies (oa Bürger et al. ,Abott et al.) patiënten met blasten in cerebrospinaal vocht met normale cytose, een meer intensieve behandeling kregen dan patiëntenzonder blasten in het cerebrospinaal vocht.
• Zowel op hematologie als op pediatrische hemato-oncologie wordt er weinig onderscheid gemaakt tussen:– Blasten aanwezig in CSV met een cytose
onder de 5/µl EN– Blasten in CSV met cytose boven de 5/µl.
Houding kliniek t.o.v. blasten bij lage cytose?
• Belang van detectie van zeer kleine populaties onduidelijk
Lymfomen
Besluit• Ook bij een gering aantal cellen zullen soms
maligniteiten kunnen gediagnosticeerd worden• Bij minder dan 10000 cellen zullen sommige
analyse resultaten niet meer betrouwbaar kunnen geïnterpreteerd worden
• Op basis van klinische praktijk in UZ: onvoldoende argumenten om stalen onder een bepaalde cytose te annuleren.
3. Is flow cytometrie op stalen met een lage cytose of een gering staalvolume zinvol?
TO DO
• Indien een staal minder dan 10000 cellen bevat: enkel immunofenotypering uitvoeren indien diagnostisch fenotype van lymfoom/leukemie gekend is.
• Indien na analyse blijkt dat er minder dan 200 events hebben plaatsgevonden in de diagnostische populatie: “te weinig events aanwezig voor betrouwbare analyse” aan protocol toevoegen
• Bij toekomstige stalen: nagaan met hoeveel events ‘10000 cellen’ overeenkomt
TO DO
Nu: voor B-cell lymphoma:minstens 2 panels van antistoffen, nl:
CD45/CD19/kappa lichte keten CD45/CD19/lambda lichte ketenInvestigeren of we kunnen overschakelen naar 1
panel, nl: CD19/kappa lichte keten/lambda lichte keten
(drie-kleuren analyse) CD45/CD19/kappa lichte keten/lambda lichte
keten (vier-kleuren analyse)
TO DO
• Op stalen die ouder zijn dan 24 uur: geen immunofenotypering meer uitvoeren.
• Stalen die voor 15u00 op het laboratorium toekomen nog dezelfde dag analyseren.
TO DO
• Aanpassen op intranet:– Aanpassen afname-instructies:
• Minimum 2 ml cerebrospinaal vocht opvangen in een steriel buis met schroefdop.
• Op vrijdag moet staal voor 12 uur op laboratorium toekomen
– Aanpassen uitvoeringsfrequentie:• Geen Immunofenotyp. Diagn & MRD in
cerebrospinaalvocht tijdens het week-end.