eindhoven university of technology master positie van … · in duitse informatica vakdidactiek...

67
Eindhoven University of Technology MASTER Positie van procesmodelleren binnen het vak informatica Buijze, F. Award date: 2009 Link to publication Disclaimer This document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Student theses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the document as presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the required minimum study period may vary in duration. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

Upload: others

Post on 14-Jul-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Eindhoven University of Technology

MASTER

Positie van procesmodelleren binnen het vak informatica

Buijze, F.

Award date:2009

Link to publication

DisclaimerThis document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Studenttheses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the documentas presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the requiredminimum study period may vary in duration.

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

Page 2: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Positie van

procesmodelleren binnen het vak informatica

Frank Buijze, M.Sc. (508733)

29-10-2009

ONDERZOEK VAN ONDERWIJS (2IE10)

Page 3: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 2 van 66

Samenvatting

Dit document beschrijft de uitvoering, resultaten en conclusies van een verkennend toetsend

onderzoek over de positie van procesmodelleren binnen het vak informatica in het Nederlands

voortgezet onderwijs. Hierbij staat het volgende onderzoek centraal:

Welke positie neemt procesmodelleren in binnen het vak informatica in het Nederlands

voortgezet onderwijs?

De aanleiding voor dit onderzoek is gelegen in de persoonlijke ervaringen van de auteur. Daarnaast

heeft de beperkte opname van procesmodelleren in de verschillende methoden een rol gespeeld.

De onderzoeksvraag is opgedeeld in een drietal deelvragen:

1. Hoe behandelen de verschillende lesmethoden het onderwerp procesmodelleren?

2. Hoe wordt procesmodelleren verzorgd op verschillende middelbare scholen?

3. Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende methodieken/technieken?

Naast de deelvragen zijn er ook een vijftal hypothesen opgesteld:

1. Iets meer dan de helft van de docenten besteedt aandacht aan het onderwerp

procesmodelleren binnen het vak infromatica.

2. In de vernieuwde Tweede Fase wordt er gemiddeld meer uren besteed aan het onderwerp

procesmodelleren, dan in de Tweede Fase.

3. Indien er aandacht wordt besteed aan procesmodelleren, gebeurt dit voor het merendeel in

het laatste leerjaar van havo, en het vijfde en zesde leerjaar van vwo.

4. Er valt geen duidelijke voorkeur op havo en vwo waar te nemen voor één van de

methodieken (petrinetten of DFD), die behandeld zijn tijdens de (CODI-)opleiding.

5. Het merendeel van de docenten, die procesmodelleren onderwijzen vinden het een redelijk

moeilijk onderwerp.

Dataverzameling heeft plaats gevonden door middel van een enquête, documentanalyse en

interviews.De enquête is verspreid onder 25 informatica docenten. De verschillende methoden zijn

bestudeert en de leerboekauteurs zijn gevraagd hun keuzes te onderbouwen. Ook is er een vakdidact

informatica en vakdocent informatica geïnterviewd.

De resultaten van het onderzoek hebben geleid tot de conclusie dat hypothese 1, 3 en 5 waar zijn.

Over hypothese 2 en 4 kan geen uitspraak worden gedaan, omdat er niet voldoende gegevens

beschikbaar zijn.

Van de verschillende lesmethoden besteedt alleen Fundament Informatica van Instruct aandacht aan

procesmodelleren. Zij hebben hierbij gekozen voor de methodiek dataflowdiagrammen, omdat deze

gangbaar is binnen het bedrijfsleven, hbo en mbo.

Ruim de helft van de docenten besteedt aandacht aan procesmodelleren. Zij maken hierbij gebruik

van eigen materiaal of materiaal van anderen. Tevens geven deze docenten aan, dat zij het een

moeilijk onderwerp vinden om te onderwijzen en dat het moeilijk is voor leerlingen. Er wordt een

hoog abstractie niveau gevraagd.

Page 4: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 3 van 66

De eindconclusie is dat procesmodelleren een beperkte plek inneemt binnen het vak informatica. Het

wordt door een beperkt aantal docenten onderwezen. De verschillende lesmethoden besteden maar

weinig aandacht of geen aandacht aan het onderwerp.

Page 5: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 4 van 66

Inhoudsopgave

INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................................ 4

1 INLEIDING ................................................................................................................................................ 5

2 LITERATUURVERKENNING ........................................................................................................................ 7

2.1 BRONNEN ................................................................................................................................................. 7

2.2 VAKDIDACTISCHE BRONNEN .......................................................................................................................... 9

2.3 SAMENVATTING ....................................................................................................................................... 10

3 ONDERZOEKSVRAAG.............................................................................................................................. 11

4 HYPOTHESEN ......................................................................................................................................... 12

5 OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK ....................................................................................... 14

5.1 METHODISCHE KARAKTERISERING VAN HET ONDERZOEK ................................................................................... 14

5.2 POPULATIE, STEEKPROEF ............................................................................................................................ 14

5.3 BESCHRIJVING EN VERANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSINSTRUMENTEN ......................................................... 14

5.3.1 Documentanalyse ............................................................................................................................ 15

5.3.2 Interviews ........................................................................................................................................ 15

5.3.3 Enquête ........................................................................................................................................... 15

5.4 DATAVERZAMELING .................................................................................................................................. 16

5.5 VERWERKING EN PREPARATIE VAN DE GEGEVENS EN ANALYSEBESLISSINGEN .......................................................... 16

6 RESULTATEN .......................................................................................................................................... 18

6.1 LESMETHODEN EN KEUZES .......................................................................................................................... 18

6.2 VOORTGEZET ONDERWIJS ........................................................................................................................... 19

6.3 VOOR– EN NADELEN, MOEILIJKHEDEN BIJ ONDERWIJZEN ................................................................................... 23

7 CONCLUSIE EN DISCUSSIE ...................................................................................................................... 26

7.1 CONCLUSIE .............................................................................................................................................. 26

7.2 DISCUSSIE ............................................................................................................................................... 27

LITERATUUR ................................................................................................................................................... 28

BIJLAGE A. INTERVIEW VAKDIDACT ........................................................................................................ 29

BIJLAGE B. INTERVIEW UITGEVERIJ ............................................................................................................. 30

BIJLAGE C. ENQUÊTE ................................................................................................................................... 31

BIJLAGE D. CODEERSCHEMA ................................................................................................................... 37

BIJLAGE E. ENQUÊTERESULTATEN ............................................................................................................... 40

BIJLAGE F. UITWERKING INTERVIEW MET VAKDIDACT ............................................................................... 62

BIJLAGE G. UITWERKING INTERVIEW MET VAKDOCENT INFORMATICA .................................................. 64

Page 6: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 5 van 66

1 Inleiding Tijdens de invoering en de vernieuwing van de Tweede Fase in het Nederlandse voortgezet onderwijs

zijn er keuzes gemaakt aangaande de invulling van het vak informatica. Een van de onderwerpen is

“informatiestromen” , beschreven in subdomein C5. (1)

De kandidaat kan informatiestromen beschrijven in een kleine organisatie.

Dit subdomein is een onderdeel van domein C: Systemen en hun structurering. De andere

subdomeinen binnen domein C zijn:

· C1: Communicatie en netwerken

· C2: Besturingsystemen

· C3: Systemen in de praktijk

· C4: Informatiesysteemontwikkeling

· C6: Informatieanalyse

· C8: Relationele databases

· C9: Systeemontwikkeltraject

Het in kaart brengen van informatiestromen wordt vaak procesmodelleren genoemd, omdat de

processen binnen een organisatie de informatiestromen bepalen.

In de afgelopen jaren heb ik op verschillende stagescholen persoonlijk mogen ervaren, dat het

onderwerp procesmodelleren nauwelijks of niet wordt behandeld. Navraag bij betreffende docenten

heeft geleerd, dat dit gedeeltelijk is veroorzaakt door de negatieve ervaringen, die zijn opgedaan

tijdens CODI1. Tijdens CODI zijn zowel “petrinetten” als “dataflow diagrams” behandeld. Voor

petrinetten is van een niet gebruiksvriendelijke tool, genaamd ExSpect2, gebruik gemaakt. (2)

Tevens worden petrinetten als modelleertaal te moeilijk gevonden voor havo en vwo-leerlingen. Uit

eigen ervaring op drie verschillende scholen weet ik, dat dit met het juiste materiaal en tools

absoluut niet het geval is.

Naast petrinetten wordt ook regelmatig gebruik gemaakt van zogenaamde dataflowdiagrammen

(DFD). Deze diagrammen richten zich voornamelijk op de informatiestromen en in mindere mate op

de achterliggende processen.

Petrinetten richten zich op het systematisch in kaart brengen van processen en de bijbehorende

informatiestromen.

Het onderwerp “informatieanalyse” wordt wel uitvoerig behandeld. Onder informatieanalyse wordt

verstaan het analyseren van informatie en informatiebehoeftes en het bouwen/aanpassen van de

daarbij behorende informatiemodellen. In mijn ogen gaan deze twee onderwerpen hand in hand

samen. Om een goed datamodel te kunnen bouwen, moet er duidelijkheid zijn omtrent de

informatiebehoefte van processen. Hierin dient het datamodel te voorzien.

Al deze facetten samen hebben bij mij een dwang doen ontstaan om meer te weten te komen over

de plaats van procesmodelleren binnen het voortgezet onderwijs. Vanuit de TU/e heb ik een

bepaalde visie op dit onderwerp meegekregen. Wil men een proces goed kunnen begrijpen en

1 Consortium Omscholing Docenten Informatica

2 Executable Specification Tool – http://www.exspect.com

Page 7: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 6 van 66

analyseren, dan zal er een procesmodel moeten worden gemaakt. Dit procesmodel is maar op één

manier te interpreteren. Meerdere interpretatie mogelijkheden van één model zijn niet wenselijk.

Met behulp van dit verkennend toetsend onderzoek zal er een antwoord worden geformuleerd op

de onderstaande hoofdvraag.

Welke positie neemt procesmodelleren in binnen het vak informatica in het Nederlands

voorgezet onderwijs?

Hierbij is het niet de bedoeling een waarde oordeel te hechten aan de manier waarop een docent

procesmodelleren in het vak informatica heeft ingebed. Wel wordt er gekeken naar de voor- en

nadelen van de verschillende gekozen procesmodelleermethoden.

Er is gestreefd naar een zo logisch mogelijke opbouw van het document. In het volgende hoofdstuk

zal de beschikbare literatuur worden besproken. Gevolgd door de onderzoeksvraag en begrippen in

hoofdstuk 3. De opgestelde hypothesen zullen worden besproken in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 zal

de opzet en uitvoering van het onderzoek worden besproken. Tevens zal er aandacht worden

besteed aan de dataverzameling, analyse en de daarbij behorende analysebeslissingen. De resultaten

worden besproken in hoofdstuk 6 gevolgd door de conclusie en discussie in hoofdstuk 7.

Page 8: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 7 van 66

2 Literatuurverkenning Tijdens het zoeken naar literatuur, die gerelateerd is aan procesmodelleren in het (voortgezet)

onderwijs, is een verscheidenheid aan databases en websites doorzocht. Hierbij is veelal gebruik

gemaakt van een combinatie van de volgende zoekwoorden:

1. Petrinetten / Petri nets / Petri netz

2. Onderwijs / Education / unterricht

3. Data Flow modelling / Data Flow Diagram / datenfluss diagram

4. Computer science/ informatica / Informatik

Er zijn hierbij verschillende systemen en websites gebruikt tijdes het zoeken. De volgende systemen

en catalogussen zijn doorzocht:

1. Catalogus TU/e, TU Delft, Twente, MiT, ETH Zürich, TIB Hannover, Library of Congres

2. ACM Guide to Computing Literature/ ACM Digital Library

3. Inspec

4. Petrinet conferenties van de afgelopen jaren

5. TINFON3

6. Citeulike

7. CODI materialen

8. informatikdidaktik.de

9. ICER’08 en ITiCSE-2009

Daarnaast is er nog gebruik gemaakt van Google en Google boeken. De meeste zoekopdrachten

resulteerde in 0 resultaten. Literatuur die direct is gerelateerd aan procesmodelleren in het

voorgezet onderwijs is moeilijk of niet te vinden. Wel zijn er bronnen gevonden die ingaan op

procesmodelleren in het hoger beroeps onderwijs en/of wetenschappeijlijk onderwijs. Deze bronnen

zijn vaak gericht op één mogelijke aanpak en beschrijven daarvan de voor- en nadelen, dit in

combinatie met een bepaalde manier van stofopbouw.

In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden.

Hier zal later dieper op worden ingegaan.

2.1 Bronnen

Bron 1: Requirements Specification: Learning Object, Process and Data Methodologies

Dit artikel (3) beschrijft een verkennend onderzoek naar het bepalen en documenteren van eisen

voor een informatiesysteem, met als doel een succesvol informatiesysteem te ontwikkelen. Dit wordt

vaak gezien, als een cruciale en moeilijke stap in het ontwikkelen van een informatiesysteem. Dit

komt door een beperkt oplossingsvermogen van de mensen, als gevolg van een klein korte termijn

geheugen en de lange verplaatsingstijd, die nodig is om gegevens van het korte termijn geheugen

naar het lange termijn geheugen over te brengen.

Om dit probleem te verminderen wordt er vaak gebruik gemaakt van specifieke methodieken, die

hun eigen representaties hebben. Deze methodieken passen een gestructureerde analyse toe om het

3 Tijdschrift voor Informaticaonderwijs

Page 9: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 8 van 66

probleem te vereenvoudigen en uiteindelijk op te lossen. Hierin kunnen een drietal verschillende

aanpakken worden onderscheiden: proces-, data- en objectgeoriënteerdeaanpak.

Dit verkennende onderzoek is uitgevoerd met een beperkte groep van onervaren (novice)

systeemontwikkelaars. De onderzoekers hebben deze onervaren systeemontwikkelaars getest op

hun capaciteiten en hebben door middel van observaties bestudeerd waar er problemen optraden

bij de verschillende deelnemers.

De resultaten wijzen erop, dat onervaren systeemontwikkelaars de beste resultaten behalen met een

procesmethodiek en de slechtste met de objectgeoriënteerde techniek. Hiervoor worden een drietal

mogelijke oorzaken aangereikt.

1. Procesmethodieken zijn beter gedefinieerd. Dit is mede af te leiden uit de ruim aanwezige

ondersteuning door CASE tools.

2. Nieuwelingen kunnen van nature beter over weg met een proces aanpak. Dit wordt

ondersteund door de cognitieve psychologie, en aanpakken binnen andere gebieden van

informatica.

3. De beperkte groep van studenten, de kwaliteit van training in een bepaalde techniek.

De onderzoekers wijzen er op dat er weinig relaties tussen methodiek en verschillende

applicatiedomeinen zijn terug te vinden in de literatuur. Misschien is de toepasbaarheid van een

bepaalde methode afhankelijk van een bepaald domein.(3)

Deze bron geeft een inzicht in het toepassen van verschillende aanpakken om tot een bepaald

systeem te komen. Daarnaast geeft dit artikel aan, dat een proces aanpak voor nieuw analisten

(leerlingen) de beste resultaten oplevert. Dit zal mee worden genomen in het vervolg van het

onderzoek.

Bron 2: Understanding Data Flow Diagrams

Dit artikel (4)heeft betrekking op het definiëren van dataflowdiagrammen en is geschreven door

Donald D.S. Le Vie, Jr. Op moment van schrijven is Le Vie Information Development Director bij

Integrated Concepts, Inc. Hij heeft meer dan 20 jaar ervaring in het vak. Op basis van zijn ervaringen

heeft hij dit artikel geschreven.

DFDs worden gebruik om de datastroom (dataflow) te visualiseren. Deze methode wordt door La Vie

verkozen om de volgende drie redenen:

1. DFDs zijn gemakkelijker te begrijpen voor zowel technisch als niet-technisch publiek.

2. DFDs geven een systeem overview op een hoogniveau, compleet met haar limieten en

verbindingen met andere systemen.

3. DFDs kunnen een gedetailleerdere weergave geven van elk van de systeemcomponenten.

Een DFD heeft de volgende componenten: Entiteit, Proces, Datastore, Dataflow. Bij het maken van

een DFD zijn er een aantal richtlijnen om tot een goed model te komen, deze zijn:

1. Bestuderen van de tekstuele omschrijving

2. Bepalen van de systeemgrenzen.

3. Het maken van een DFD

Page 10: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 9 van 66

4. Revisie, gevolgd door het doorlopen van stap 1 tot en met 3.

DFD hebben volgens La Vie als voordeel, dat het gemakkelijk te leren is en gemakkelijk is toe te

passen. Daarnaast maakt het gebruik van een gelimiteerde verzameling van symbolen. Nadelen van

DFD’s zijn, dat verschillende tools verschillende symbolen gebruiken om hetzelfde aan te duiden.

Daarnaast is het maken van DFDs voor grote systemen een hele onderneming.

Dit artikel helpt inzage te krijgen in de voor –en nadelen van de methode DFD en wordt

meegenomen in de rest van het onderzoek.

2.2 Vakdidactische bronnen

Naast de bovenstaande bronnen is er verschillend vakdidactisch materiaal beschikbaar. Dit materiaal

wordt gebruikt door leraren informatica, die in opleiding zijn. Er is hierbij maar een beperkte

hoeveelheid Nederlandstalig materiaal beschikbaar. In Duitsland maakt het vak informatica al

langere tijd deel uit van het onderwijspakket op middelbare scholen (gymnasium). Hierdoor is er al

langere tijd ervaring met modelleren.

Bron 3: Deel IV Didactiek van het modelleren

Het document(2) beschrijft naast procesmodellering ook datamodellering. Bij procesmodellering

wordt voornamelijk de aandacht gelegd op de aanpak. Daarnaast beschrijft dit document uitvoerig

de keuzes, die door de uitgeverijen zijn gemaakt, inclusief de achterliggende didactiek en

verantwoording. De schrijvers van Fundament Informatica van Uitgeverij Instruct hebben gekozen

voor DFD, omdat deze veel worden gebruikt. Daarnaast is binnen het MBO en HBO onderwijs veel

ervaring opgebouwd met het gebruik van deze methodieken en technieken. Bij het modelleren

wordt de volgende globale aanpak door hun aangehangen.

1. Vooronderzoek (Verzamelen van informatie)

2. Definitiestudie (probleemdefinitie en planning)

3. Na acceptatie van het plan wordt er een functioneel ontwerp gemaakt (bedenken van

oplossingen)

De methode Informatica van Edu’Actief4 besteedt veel aandacht aan datamodelleren (FCO-IM

5). Er

wordt gesproken over procesanalyse, door middel van het bestuderen van de updates op een

database. Hier wordt echter geen methodiek of techniek aangekoppeld, zoals bij Fundament

Informatica wel het geval is.

Het document geeft aan dat schematechnieken vaak als moeilijk worden bestempeld door

leerlingen. Daarnaast vermeldt het document dat leerlingen vaak de noodzaak van

schematechnieken niet in zien.

Bron 4: Didaktik der Informatik: Grundlagen, Konzepte, Beispiele

Dit Duitse informatica vakdidactiek boek(5) beschrijft het ontwikkeltraject om tot een

informatiesysteem te komen. Hierbij wordt aangegeven, dat er tijdens het ontwikkelen van

dergelijke systemen een combinatie van modelleringtechnieken noodzakelijk is. Op het moment dat

4 Deze methode wordt niet meer uitgegeven.

5 Fully Communication Oriented Information Modeling

Page 11: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 10 van 66

dergelijke technieken worden overgebracht op leerlingen, dient er rekening te worden gehouden

met de volgende 3 aspecten.

· Technieken dienen één voor één te worden ingevoerd.

· Alleen voor de leerling bekende onderwerpen gebruiken.

· De mogelijkheid om het model vervolgens ook te maken.

De eerste stap bij het modeleren is het opzetten van een dataflowdiagram. Hierin worden de

belangrijke bouwstenen van een systeem duidelijk en wordt de informatiestroom tussen

verschillende modules duidelijk. Zodra de processen en functies zichtbaar zijn gemaakt door middel

van een datastroomdiagram kan de aandacht worden gericht op de dataopslag.

Opmerkelijk is dat er in het Duitse boek wordt gestart met procesmodelleren, gevolgd door het

modelleren van het datamodel voor opslag.

2.3 Samenvatting

Er zijn weinig tot geen bronnen te vinden, die zijn gericht op procesmodelleren voor het voortgezet

onderwijs. De gevonden literatuur richt zich vaak op één aspect. Bron 1 richt zich op de

methodieken. Waarbij een procesmatige methodiek de beste resultaten opleverde bij beginnende

systeemontwikkelaars. Bron 2 richt zich op de methode DFD en geeft daar enkele voor –en nadelen

van. Bron 3 en bron 4 vormen het leermateriaal voor docenten en zijn gericht op het overbrengen

van modelleertechnieken op leerlingen.

De gevonden literatuur zal mede de onderzoeksvragen bepalen en ondersteunen in het volgende

hoofdstuk.

Page 12: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 11 van 66

3 Onderzoeksvraag Op basis van de gevonden literatuur in hoofdstuk 2 en de persoonlijke ervaring in hoofdstuk 1 is de

onderzoeksvraag zoals gesteld in hoofdstuk 1 dezelfde gebleven. Wel zal de onderzoeksvraag in dit

hoofdstuk worden opgesplitst in enkele deelvragen.

Onderzoeksvraag

Welke positie neemt procesmodelleren in binnen het vak informatica in het Nederlands

voortgezet onderwijs?

Deze hoofdvraag is opgesplitst in de volgende deelvragen:

4. Hoe behandelen de verschillende lesmethoden het onderwerp procesmodelleren?

a. Waarom is voor deze manier gekozen door de leerboekauteurs?

5. Hoe wordt procesmodelleren verzorgd op verschillende middelbare scholen?

a. Wat is de tijdsinvestering?

b. Welke methodiek/technieken van procesmodelleren worden er gekozen? Waarom?

Komt deze overeen met de methode uit het gebruikte boek.

c. Zijn er verschillen in aanpak bij havo en vwo?

6. Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende methodieken/technieken?

Leraren informatica in het voortgezet onderwijs maken vaak gebruik van een bepaalde lesmethode

en baseren daar hun lessen op. Het is dus van belang om te weten, of er aandacht wordt besteed aan

het onderwerp procesmodelleren in de betreffende methode. Gebruiken leraren dezlefde

methodieken/technieken als in deze methoden. Dit komt terug in deelvraag 1 en 2.

Deelvraag 3 gaat in op de voor- en nadelen van de verschillende methodieken/technieken. Welke

methodiek is meer geschikt voor het voortgezet onderwijs informatica?

Page 13: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 12 van 66

4 Hypothesen Voortbouwend op de onderzoeksvraag en de gevonden literatuur zijn een vijftal hypothesen

opgesteld. Deze hypothesen zullen worden getoets op basis van de resultaten van de enquête. Dit

vindt plaats in hoofdstuk 5, 6 en 7.

Hypothese 1

Iets meer dan de helft van de docenten besteedt aandacht aan het onderwerp

procesmodelleren binnen het vak infromatica.

Op basis van persoonlijke observaties en het al niet aanwezig zijn van procesmodelleren in de

verschillende methoden is deze hypothese tot stand gekomen. (2) De verwachting is, dat iets meer

dan 50% van de ondervraagde informatica docenten zal aangeven, dat zij aandacht besteden aan

procesmodelleren.

Hypothese 2

In de vernieuwde Tweede Fase wordt er gemiddeld meer uren besteed aan het onderwerp

procesmodelleren, dan in de Tweede Fase.

In de vernieuwde Tweede Fase zijn de hoeveelheid uren op zowel havo als vwo voor het vak

informatica toegenomen. Op havo is het toegenomen met 33% van 240 naar 320 uren. Op vwo is het

aantal uren toegenomen met 57% van 280 naar 440 uren. Het ligt in de lijn der verwachting, dat ook

het aantal uren, dat besteedt wordt aan procesmodelleren zal zijn toegenomen. Dit zal niet gelijk zijn

aan de hierboven gestelde percentages, omdat de nieuwe uren niet evenredig zijn verdeeld over de

verschillende domeinen.

Hypothese 3

Indien er aandacht wordt besteed aan procesmodelleren, gebeurt dit voor het merendeel in

het laatste leerjaar van havo, en het vijfde en zesde leerjaar van vwo.

Deze hypothese is opgesteld op basis van eigen observaties, en de gevonden literatuur. Tijdens het

modelleren hebben de leerlingen een bepaald abstractieniveau nodig. Deze competentie komt pas

tot ontwikkeling in het midden en einde van de pubertijd. Vanwege deze reden is de verwachting,

dat procesmodelleren voor het merendeel wordt onderwezen in de hogere klassen van havo en vwo.

Hypothese 4

Er valt geen duidelijke voorkeur op havo en vwo waar te nemen voor één van de

methodieken (petrinetten of DFD), die behandeld zijn tijdens de (CODI-)opleiding.

Deze hyptohese is opgesteld op basis van de verdeeldheid, die binnen het lerarenkorps en de

methoden aanwezig is. De ene docent zal kiezen voor dataflowdiagrammen de andere voor

petrinetten. De redenen hiervoor zijn divers.

Page 14: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 13 van 66

Hypothese 5

Het merendeel van de docenten, die procesmodelleren onderwijzen vinden het een redelijk

moeilijk onderwerp.

In hoofdstuk 1 is de reden van dit onderzoek aangegeven. Hierin werd aangegeven, dat de indruk

was ontstaan, dat docenten het onderwerp mijden, omdat het te moeilijk en te abstract is.

De bovenstaande 5 hypothesen worden getoetst in de komende hoofdstukken door middel van een

verkennend toetsend onderzoek. De uitkomsten worden gepresenteerd in hoofdstuk 6 en conclusies

worden getrokken in hoofdstuk 7.

Page 15: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 14 van 66

5 Opzet en uitvoering van het onderzoek Dit hoofdstuk beschrijft de opzet en uitvoering van het onderzoek. Dit is opgedeeld in 5 secties. De

eerste van de vijf secties gaat in op het soort onderzoek. In de tweede sectie gaat het over de

populatie en steekproef. In de derde sectie worden de verschillende onderzoeksinstrumenten

besproken. Gevolgd door een omschrijving van de omstandigheden waaronder de gegevens zijn

verzameld. Sectie 5 gaat in op de verwerking en preparatie van de verschillende gegevens en de

gemaakte analysebeslissingen worden benoemd.

5.1 Methodische karakterisering van het onderzoek

Er is gekozen voor een zogenaamd toetsingsonderzoek. Dit toetsingsonderzoek zal verkennend van

aard zijn, vanwege de beperkte hoeveelheid beschikbare literatuur. Ondanks deze beperkte

hoeveelheid beschikbare literatuur zijn er een aantal hypothesen opgesteld, die in de lijn van

verwachting liggen. Deze zullen binnen dit toetsingsonderzoek worden getoetst. Dit gebeurt door

middel van het toepassen van verschillende onderzoeksinstrumenten, namelijk een enquête. Om een

breder zicht op de gegeven antwoorden te krijgen, worden aanvullende interviews afgenomen.

5.2 Populatie, steekproef

Er zijn een drietal populaties aanwezig binnen dit onderzoek.

1. Informatica docenten in het Nederlandse voortgezet onderwijs.

2. Vakdidactici

3. Leerboekuitgeverijen, met name de leerboekauteurs.

Uit de eerste populatie is een toevallige selecte steekproef van 25 personen genomen. Overige

benaderde docenten hebben geen zin, tijd of behoefte gehad om mee te werken aan dit onderzoek.

Deelnemende docenten hebben na een oproep via het internet of via een docentendag een enquête

ingevuld. Daarnaast is er één docent geïnterviewd, genaamd P. Mill van het Lorentz Casimir Lyceum

te Eindhoven. Frans Peeters6 is benaderd voor een interview. Wegens tijdgebrek en drukte was hij

niet beschikbaar.

Uit de tweede kleine populatie is één vakdidact informatica geïnterviewd. Deze vakdidact is

verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven/ Eindhoven School of Education. Twee andere

vakdidicatici zijn benadert via e-mail. Helaas hebben zij niet gereageerd.

Uit de derde populatie zijn alle drie de uitgevers (Instruct, Informatica-Actief, Enigma), die een

methode uitbrengen voor het voortgezet onderwijs, benaderd. Twee van hen hebben op de gestelde

vragen gereageerd. Een derde uitgeverij heeft niks van zich laten horen.

Naast de bestaande uitgeverijen is ook de uitgeverij van de nieuwe methode Pictio benaderd voor

een digitaal interview. Ook hier geen respons.

5.3 Beschrijving en verantwoording van de onderzoeksinstrumenten

Er zijn verschillende methoden van dataverzameling toegepast. Elk van deze methoden zal kort in

combinatie met het gebruikte onderzoeksinstrument worden besproken. De volledige versie van

interviews en vragenlijst zijn terug te vinden in de bijlagen.

6 Beheerder van informaticavo.nl en docent informatica

Page 16: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 15 van 66

5.3.1 Documentanalyse

De verschillende methoden zijn elk apart bestudeerd. Hierbij is gekeken naar de aandacht die elk van

de betreffende methoden besteedt aan het onderwerp procesmodelleren. Welke methodieken

worden er gebruikt en uitgelegd?

5.3.2 Interviews

Er zijn een drietal interviews opgesteld om een uitgebreider beeld te krijgen over het onderwerp

procesmodelleren. Hierbij is er voor elk van de verschillende groepen één interview opgesteld.

Allereerst is er een interview opgesteld voor vakdidactici informatica. Dit interview is te vinden in

Bijlage A. Dit interview bestaat uit een aantal startvragen. Op basis van de reactie van de

geïnterviewde zijn waar mogelijk aanvullende vragen gesteld. Dit interview is ook in persoon

afgenomen bij Kees Huizing (TU/e - ESoE).

Het tweede interview wat is opgesteld, is gericht op de leerboekuitgevers en haar auteurs. In dit

interview, zie Bijlage A, wordt geprobeerd inzicht te krijgen in de overwegingen van de uitgeverij.

Deze uitgeverijen zijn via e-mail benaderd om deel te nemen aan het interview. Uitgeverij Instruct en

Enigma hebben gereageerd.

Het derde interview is afgenomen bij een vakdocent. Bij dit interview is als uitgangspunt de

vragenlijst, zie Bijlage C, genomen. Hierbij is de bedoeling om een beeld te krijgen van de

achterliggende gedachten bij de antwoorden die zijn gegeven op de enquête. Dit interview is

afgenomen bij één vakdocent.

5.3.3 Enquête

Er is een enquête opgesteld met in totaliteit 19 vragen. De enquête is bijgevoegd in Bijlage C. Deze

enquête is verspreid via thesistools.com7 en op papier. Tevens is er aandacht aan besteed op

informaticavo.nl8 en bij de docentenbijeenkomst van Enigma. Via deze laatste twee zijn een groot

deel van de geënquêteerden geselecteerd.

De enquête heeft tot doel een algemeen beeld te kunnen vormen over procesmodelleren binnen het

vak informatica. Om een goede enquête op te stellen, is er gebruik gemaakt van de richtlijnen in (6).

Hierbij staat het achterhalen van antwoorden op de gestelde onderzoeksvraag en het toetsen van de

hypothesen centraal. Zo staat de eerste vraag van de enquête rechtstreeks in verband met

hypothese 1.

Heeft u of uw sectie procesmodelleren opgenomen in het onderwijsprogramma van

informatica in de schooljaren 2006-2007, 2007-2008 of 2008-2009? Dit kan zijn als onderdeel

van systeemontwikkelingtraject.

( ) Ja

( ) Nee

Vraag 2,3,4,5 staan in verband met hypothese 2. Vraag 6 met hypothese 3. Vraag 13 en 19 kunnen

een antwoord geven op hypothese 4. Hypothese 5 wordt daarentegen getoetst door de vragen 10 en

7 Platform voor het afnemen van on-line enquêtes

8 Platform gericht op informatica docenten

Page 17: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 16 van 66

11. De antwoorden op de enquête helpen ook bij het beantwoorden en het onderbouwen van

antwoorden op de gestelde onderzoeksvragen.

Begrippen met een onduidelijke betekenis zijn eerst uitgelegd in de enquête voordat er een vraag

over is gesteld. Dit om eventuele onduidelijkheden uit te sluiten.

Binnen de enquête zijn een drietal trajecten te onderscheiden. Deze trajecten onderscheiden zich op

de volgende aspecten:

1. Procesmodelleren maakt wel of geen onderdeel uit van de lesstof

2. Docent is omgeschoold via CODI

3. Wordt procesmodelleren onderwezen op have of vwo of op beide

5.4 Dataverzameling

Het verzamelen van gegevens verliep enigszins moeizaam. Dit had verschillende oorzaken. Het

interviewen van docenten, vakdidactici en leerboekauteurs bleek moeilijker dan verwacht. Door mijn

geografische locatie was het moeilijk om deze mensen persoonlijk te spreken. Als oplossing hiervoor

is overgestapt op digitale interviews. Helaas is hierbij de respons beperkt gebleven.

De interviews die wel in persoon zijn afgenomen, hebben plaatsgevonden in een eetgelegenheid in

de stad waar betreffende persoon werkzaam is. Zij hebben hierbij de locatie mogen kiezen.

Het benaderen van de doelgroep voor de enquête was relatief eenvoudig. Doormiddel van internet

en docentenbijeenkomsten konden zij eenvoudig worden bereikt. Helaas is het aantal respondenten

tegengevallen. Op de docentenbijeenkomst van Enigma heeft ongeveer 50% van de aanwezigen de

enquête ingevuld. De organisator van het betreffende evenement vond dit een teleurstellend aantal.

Ook het aantal respondenten, dat heeft gereageerd via informaticavo.nl is beperkt gebleven.

Waarschijnlijk hebben weinig docenten de tijd en behoefte gehad om de enquête in te vullen.

5.5 Verwerking en preparatie van de gegevens en analysebeslissingen

Deze paragraaf richt zich voornamelijk op de verwerking van de enquêtes. Van de interviews is

steeds een samenvatting gemaakt, welke vervolgens is voorgelegd aan de geïnterviewde. Op basis

hiervan is deze aangepast, totdat deze is goedgekeurd.

De enquête is op de volgende manier verwerkt. Allereerst is er een uitgebreid codeerschema

opgesteld. Dit schema is terug te vinden in Bijlage D. Op basis van dit codeerschema zijn de gegevens

ingevoerd in SPSS om de benodigde analyse mogelijk te maken.

Hierbij is het van belang om de volgende opmerkingen te plaatsen:

· Indien geënquêteerde een vraag niet heeft beantwoord of niet van toepassing heeft

opgegeven is dit genoteerd als een non-respons.

· Meer meerkeuzevragen zijn opgedeeld in afzonderlijke ja/nee vragen. Zoals beschreven staat

in (7)

· Vraag 13 is opgesplitst in 4 aparte deelvragen.

· De antwoorden op vraag 18 zijn opgedeeld in de volgende categorieën: alfavakken,

bètavakken, gammavakken.

Page 18: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 17 van 66

Om de resultaten breder te kunnen trekken, dient er te worden nagegaan, of de steekproef een

representatie van het gehele docentenkorps informatica vormt. Dit kan worden nagegaan door te

controleren of ruim meer dan de helft van de geënquêteerden is opgeleid via een van de CODI-

trajecten en het overige deel heeft een andere achtergrond9. Hierbij zal de schattingsfout worden

berekend, om inzicht te krijgen in de nauwkeurigheid. Indien de schattingsfout klein is, kunnen de

resultaten breder worden getrokken.

De resultaten van vraag 1, 6, 7, 8, 9, 12, 14, 16, 17, 18 en 19 zullen worden onderworpen aan een

frequentieberekening. Voor de overige vragen zal naast een frequentieberekening ook het

gemiddelde en de standaarddeviatie worden berekend. Hierbij is een totaalscore (moei) van vraag 10

(moeih) en 11 (moeiv) opgesteld, deze vragen hebben beide betrekking op de moeilijkheidsgraad.

Tevens wordt er een nieuwe totaalscore berekend op basis van vraag 13 (stel1 en stel2) en vraag 19

(codi2). Om dit te kunnen doen dienen de resultaten van codi2 te worden gehercodeerd. De

hercodering (codi3) is als volgt:

Huidige waarde Omschrijving Nieuwe waarde

Omschrijving

1 Beide genieten mijn voorkeur

3 niet eens en niet oneens

2 Petrinetten genieten mijn

voorkeur boven DFD

4,5 meer eens dan oneens,

helemaal eens

3 DFD geniet mijn voorkeur

boven petrinetten

1,5 Helemaal oneens, meer oneens

dan eens

4 Geen van beide genieten mijn

voorkeur

3 niet eens en niet oneens

De nieuwe totaalscore staat bekend onder de code voorkeur.

Naast de hercodering voor vraag 19, wordt ook het antwoord op vraag 6 (bkvwo4, bkvwo5, bkvwo6,

bkhavo4, bkhavo5) gehercodeerd. De hercodering (bkboven) is als volgt:

Variabele Huidige waarde Omschrijving Nieuwe waarde

Omschrijving

bkvwo4 bkhavo4

1

2

Ja

Nee

2 Nee

bkvwo5 bkvwo6 bkjavo4

1

2

Ja

Nee

1 Ja

Bkboven geeft aan of in havo4/vwo4 of in vwo5/vwo6/havo5 de beginselen van procesmodelleren

worden bijgebracht.

Indien er sprake is van een open vraag, zal een opsomming worden gegeven van de gegeven

antwoorden.

In het volgende hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd. Hierbij wordt gebruik van de

hierboven genoemde aanpak en analyse.

9 Gebaseerd op schatting, precieze cijfers niet beschikbaar.

Page 19: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 18 van 66

6 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van dataverzamelmethoden gepresenteerd. Hierbij wordt de

volgorde die aanwezig is in de onderzoeksvragen en hypothesen gevolgd. Alleereest zal de aandacht

worden gevestigd op de verschillende methoden. Hoe behandelen zij procesmodelleren? Waarom is

er gekozen voor deze aanpak? In dit onderdeel zullen de resultaten van de documentanalyse en de

interviews van de uitgeverijen/leerboekauteurs worden besproken.

In het tweede onderdeel wordt ingegaan op hoe procesmodelleren wordt verzorgt in het vak

informatica. Hoe gaan verschillende scholen hier mee om? Wat is hun tijdsinvestering? Zijn er

verschillende aanpakken te onderscheiden? In dit onderdeel zullen de enquêteresultaten worden

verwerkt.

In het derde deel zullen de voor– en nadelen van verschillende methoden worden besproken. Hierbij

zullen de resultaten van het interview met de vakdidact en de docent informatica worden vewerkt.

6.1 Lesmethoden en keuzes

Er zijn momenteel drie lesmethoden in gebruik in Nederland. Dit zijn Fundament Informatica van

Instruct, Enigma van Stichting Enigma Online en Informatica-actief van de Stichting INFORMATICA

Actief. Zeer binnenkort (najaar 2009) komt ook de methode pictio van Brinkman Uitgeverij

beschikbaar.

Alle vier de partijen zijn benaderd voor een interview. Hieronder een samengevatte versie van de

antwoorden op de vragen (zie Bijlage B) die zijn gegeven door de betreffende partijen.

Enigma

Enigma antwoordde het volgende: “In de methode ENIGMA wordt geen expliciete aandacht besteed

aan procesmodelleren. Bij het samenstellen van de methode hebben wij ons in eerste instantie

gericht op de eindtermen voor het schoolvak informatica. Daar komt procesmodellering i.t.t.

datamodellering niet in voor. Daarnaast kijken wij ook naar het onderwijsveld: naar welke

onderwerpen is veel vraag en welke onderwerpen sluiten aan bij de belangstelling bij de leerling. “

Na aandachtige besturing heb ik geconstateerd dat er in de methode Enigma geen aandacht wordt

besteed aan procesmodelleren.

Fundament Informatica

Bij Instruct is de verantwoordelijke persoon vanwege persoonlijke redenen enkele weken afwezig.

Hiervan zijn dus geen antwoorden op het betreffende interview ontvangen. Wel is de volgende uitleg

uit een eerdere correspondentie10

beschikbaar: “Bij Instruct hebben we het ooit over petrinetten

gehad, maar zijn tot de conclusie gekomen, dat dit voor met name havo-leerlingen veel te ver voert.

Voorzover ik met het onderwerp bekend ben, is het echt iets wat aan universiteiten gedoceerd

wordt. Ook in de basismethoden, die in het HBO populair zijn, wordt dit onderwerp niet besproken.

Vandaar dat wij in Fundament voor DFD's hebben gekozen.”

10

Correspondentie met Josien van der Laan, hoofdverantwoordelijke Fundament Informatica op 3-12-2007.

Page 20: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 19 van 66

Na bestudering van de methode Fundament Informatica heb ik kunnen vaststellen dat er in Module 8

Hoofdstuk 1 aandacht wordt besteed aan procesmodelleren. Hierbij wordt de methodiek Dataflow

Diagrammen gebruikt.

Informatica-Actief

De schrijvers van Informatica-actief hebben geen reactie gegeven op de gestuurde vragenlijst.

Na bestudering van de methode Informatica-Actief heb ik kunnen vaststellen, dat er geen aandacht

wordt besteedt aan procesmodelleren.

Pictio

Er is geen reactie gekomen van Pictio op betreffende vragenlijst. De methode is nog niet beschikbaar

voor derden, een inhoudelijk onderzoek heeft niet plaats kunnen vinden.

6.2 Voortgezet onderwijs

De enquêteresutlaten worden op basis van de in het vorige hoofdstuk omschreven stappen verwerkt.

Alleen de meest relevante en opmerkelijke resultaten zullen hieronder worden gepresenteerd. Een

totaaloverzicht van de resultaten is terug te vinden in Bijlage E.

Resultaten scholing

Figuur 6-1: Scholing van geënquêteerden

In figuur 6-1 is een weergave te vinden, van hoe de geënquênteerden hun bevoegdheid informatica

hebben behaald. Hiervoor is het resultaat van vraag 16, variabele scholing, gebruikt. Met minstens

95% zekerheid kunnen we stellen dat het percentage docenten wat geschoold is via het CODI-traject

Page 21: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 20 van 66

ligt tussen de 53% en 89%. Dit is meer dan de helft. Gezien de relatief kleine steekproef kunnen we

niet zonder meer generaliseren naar de populatie. Desondanks liggen de waarden binnen het in het

vorig hoofdstuk gestelde bereik. Op basis hiervan kunnen gestelde uitspraken worden

gegeneraliseerd.

Procesmoddeleren onderdeel van stof

Tabel 6-1: Procesmodelleren onderdeel van stof

N = 25 Frequentie Percentage

Valid Ja 17 68,0

Nee 8 32,0

Totaal 25 100,0

In tabel 6-1 is af te lezen bij hoeveel procent van de docenten procesmodelleren onderdeel uitmaakt

van de lesstof van het vak informatica. Op basis van bovenstaande gegevens is met 95% zekerheid te

stellen, dat tussen de 50% en 86% van de docenten aandacht besteedt aan het onderwerp

procesmodelleren. Dit resultaat ondersteunt hypothese 1.

Aantal uren

Tabel 6-2: Bestede tijd op havo, Tweede Fase – vernieuwde Tweede Fase

N = 25 Frequentie

tijdh1

Frequentie

tijdh2

Valid 0 uren 5 6

1 - 15 uren 6 3

16 - 25 uren 2 4

Totaal 13 13

Ontbreekt 12 12

Gemiddelde 1,77 1,85

Standaarddeviatie 0,73 0,90

In tabel 6-2 is de bestede tijd aan procesmodelleren in havo Tweede Fase en vernieuwde Tweede

Fase weergegeven. 18 respectievelijk 19 van de ondervraagden geven aan geen tijd te besteden aan

procesmodelleren op havo. Acht van de ontbrekende antwoorden is het gevolg van het feit dat deze

Page 22: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 21 van 66

docenten geen procesmodelleren hebben opgenomen in de lesstof voor havo. Het gemiddelde

aantal uren is toegenomen, maar ook de standaarddeviatie. Hierdoor kan niet gesproken worden

van een significante toename van het aantal uren op havo.

Tabel 6-3: Bestede tijd op vwo, Tweede Fase - vernieuwde Tweede Fase

N = 25 Frequentie

tijdv1

Frequentie

tijdv2

Valid 0 uren 1 1

1 - 20 uren 6 6

21- 25 uren 5 4

36-50 uren 1 2

Totaal 13 13

Otbreekt 12 12

Gemiddelde 2,36 2,54

Standaarddeviatie 0,78 0,88

In tabel 6-3 is de bestede tijd aan procesmodelleren op vwo in de Tweede Fase en vernieuwde

Tweede Fase weergegeven. 13 van de ondervraagden geven aan geen tijd te besteden aan

procesmodelleren op vwo. Acht van de ontbrekende antwoorden is het gevolg van het feit dat deze

docenten geen procesmodelleren hebben opgenomen in de lesstof voor vwo. Het gemiddelde aantal

uren is toegenomen, maar ook de standaarddeviatie. Hierdoor kan niet gesproken worden van een

significante toename van het aantal uren op vwo.

Deze informatie ondersteunt hypothese 2 gedeeltelijk.

Page 23: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 22 van 66

Leerjaar

Tabel 6-4: Beginselen in havo 5 of vwo 5/vwo 6

N = 25 Frequentie Percentage

Valid Ja 12 48

Nee 1 4

Totaal 13 52

Ontbreekt 12 48

Totaal 25 100

In tabel 6-4 zijn de resultaten met betrekking tot het leerjaar waarin de beginselen van

procesmodelleren worden bijgebracht weergegeven. Van de 13 docenten die de beginselen van

procesmodelleren bijbrengen doet het overgrote deel dit in havo 5 en vwo 5 of 6. Op basis van deze

gegevens kunnen we met zekerheid van minimaal 95% stellen, dat de docenten, die de beginselen

overbrengen dit voor 78% tot 100% doen in havo 5 en vwo 5 of 6.

Deze resultaten ondersteunen hypothese 3.

Voorkeur voor DFD of Petrinetten

Zoals omschreven in het vorige hoofdstuk is er een totaalscore bepaald voor de voorkeur voor

Petrinetten dan wel DFD’s. Deze totaalscore is uitgekomen op 8,65. Dit getal is opgebouwd uit het

gemiddelde van stel1, stel2 en codi3. 8,65 komt hierdoor neer op een lichte voorkeur voor DFD’s,

maar deze voorkeur is zo nihil dat er geen sprake kan zijn van een breed gedragen voorkeur voor

DFD’s dan wel petrinetten.

Kijken we naar de resultaten van stel1, stel2, stel3 en stel4, dan zien we dat er over de gehele linie

DFD’s geschikter worden gevonden voor havo, dan petrinetten. Op het vwo is er geen voorkeur

aanwezig voor één van de twee technieken.

Moeilijkheid van onderwijzen

Ook hier is een totaalscore bepaald door het combineren van de resultaten van moeih en moeiv.

Page 24: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 23 van 66

Tabel 6-5: Moeilijksgraad van onderwijzen

N = 25 Frequentie

Valid redelijk eenvoudig 1

redelijk ingewikkeld/redelijk

eenvoudig 3

redelijk ingewikkeld 4

zeer/redelijk ingewikkeld 3

zeer ingewikkeld 1

Totaal 12

System 13

Totaal 25

Gemiddelde 6,0

Standaarddeviatie 1,13

In tabel 6-5 is af te lezen dat procesmodelleren als een redelijk ingewikkeld (gemiddelde = 6,0)

onderwerp wordt beschouwd om te onderwijzen aan havo en vwo leerlingen. De resultaten voor

moeih en moeiv wijzen erop dat het eenvoudiger is om procesmodelleren te onderwijzen aan vwo

(gemiddelde = 2,8) dan aan havo (gemiddelde = 3,4).

Deze resultaten ondersteunen hypothese 5.

Algemene opmerkingen

Van de 8 docenten, die geen aandacht besteden aan procesmodelleren geven 3 docenten aan, dat

het geen verplicht onderdeel is. Eén docent geeft aan, dat het te ingewikkeld is om te onderwijzen.

Dit versterkt het hypothese 5. De overige 5 docenten geven aan, dat er geen goed lesmateriaal is, of

dat de methode er geen aandacht aan schenkt.

De resultaten laten ook zien dat leerlingen het volgens docenten makkelijker vinden om

datamodelleren te leren dan processmodelleren.

6.3 Voor– en nadelen, moeilijkheden bij onderwijzen

Deze sectie geeft een samenvatting van de interviews met P. van Mill, docent informatica op het

Lorentz Casimir in Eindhoven en K. Huizing vakdidact informatica aan de Eindhoven School of

Education weer. De volledige uitwerkingen van de interviews zijn te vinden in respectievelijk Bijlage

G en Bijlage F.

Page 25: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 24 van 66

Interview met vakdidact

Procesmodelleren is volgens de vakdidact een moeilijk onderwerp voor leerlingen. Dit kom mede

door de kunst van het weglaten. Vaak wordt er een stappenplan onderwezen i.p.v. een bepaalde

techniek. Hierdoor blijft de begripsontwikkeling bij leerlingen achter.

Er wordt meer aandacht besteed aan datamodelleren, omdat dit gangbaarder is dan

procesmodelleren. De bekendheid van en met tools is nog erg beperkt bij procesmodelleren.

Datamodelleren heeft als voordeel dat een reeks van stappen kan worden doorlopen, van model

naar database naar queries loslaten op deze database.

Dataflowdiagrammen zijn oude kennis, maar worden nog steeds gebruikt. Petrinetten daarentegen

zijn abstracter en hebben een ingewikkelde onhandige omschrijving, niet schaalbaar. De truc is om

bedrijfsprocessen te koppelen aan petrinetten, dan wordt het een krachtige niet onnatuurlijk geheel.

De bekendheid hiermee in het veld is nog beperkt. Petrinetten zijn intimiderend, aanbieden binnen

het middelbaar onderwijs is niet onmogelijk.

Er is maar een beperkte hoeveelheid lesmateriaal beschikbaar, doordat er onvoldoende auteurs met

kennis van zaken beschikbaar zijn.

Petrinetten lijken moeilijker en abstracter dan dataflowdiagrammen. In ieder geval zijn petrinetten

strikter. Petrinetten weglaten op havo, maar niet op vwo. Je moet de gekozen taal niet vager maken,

maar uitkleden. Juist als de gereedschap vager is, heb je meer deskundigheid nodig om het te

gebruiken en te begrijpen. Als je het echt wil doen is het veel te moeilijk. Het moet duidelijk zijn hoe

je het moet gebruiken. Voor de hand liggende voorbeelden, niet te abstract.

In eerste instantie zou ik zeggen weglaten, maar als het werkt voegt het iets toe. Dit geldt ook voor

datamodelleren. Het gaat vooral om algemene kennis van databases aan de oppervlakte. Hierbij ligt

de nadruk op het gebruik en niet op het ontwerp.

Interview met vakdocent

De basiskennis over procemodelleren wordt bijgebracht in havo 5 en vwo 6. Dit nadat

datamodelleren is behandeld. Het is echt iets voor leerlingen, die de informatica kant op willen. Er

wordt gebruik gemaakt van zelfgemaakt materiaal en materiaal van informatica-vo.nl Er wordt geen

fysieke link met de data gelegd. Er wordt gekeken naar wat je kunt verwachten, wat zie je op de

schermen. Zowel DFD, petrinetten en UML worden besproken. Alleen op petrinetten wordt dieper

ingegaan.

Voor havo-leerlingen is dit een zeer ingewikkeld onderwerp, dit komt door de hoge abstractiegraad.

Alleen beperkte eenvoudige problemen zijn mogelijk. Aan vwo-leerlingen is het redelijk eenvoudig te

onderwijzen. Het is ook makkelijker om het te legitimeren richting de leerlingen. Waarom is het

belangrijk? Daarnaast ligt het bij havo-leerlingen buiten hun interessegebied, bij vwo-leerlingen is dit

minder het geval.

Zowel op havo als op vwo genieten petrinetten de voorkeur. Petrinetten zijn voor allbei de groepen

even geschikt. DFD’s zijn minder geschikt. Dit komt doordat bij DFD’s data en proces niet uit elkaar

worden gehaald. Dit maakt het voor leerlingen moeilijker. DFD’s zijn zeer onduidelijk, tekening is

onduidelijk, een vorm is onduidelijk. Bij petrinetten kan je processen, die leerlingen kennen

gebruiken. Voorbeelden ook hier beperkt. Inzichtlijk is bijvoorbeeld de lift. Hierin zijn de transities en

toestanden duidelijk.

Page 26: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 25 van 66

Bij het aanleren van procesmodelleren moeten leerlingen het probleem eerst ervaren. Pas dan kan er

worden gekeken naar een oplossing. Ze moeten geboeid worden, zijn en blijven.

Samenvatting

Bij beide inteviews zijn de volgende punten naar voor gekomen:

· Procesmodelleren is een moeilijk onderwerp vanwege benodigd abstractieniveau.

· Beperkte hoeveelheid lesmateriaal beschikbaar.

· Petrinetten strikter en abstracter dan DFD’s

· Gebruik maken van voorbeelden, die herkenbaar zijn voor leerlingen.

Page 27: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 26 van 66

7 Conclusie en discussie

7.1 Conclusie

In deze paragraaf zullen eerst de verschillende hypothesen worden besproken. Is een hypothese juist

of onjuist? Vervolgens zullen de verschillende onderzoeksvragen worden besproken. Tenslotte zal

een conclusie worden getrokken met betrekking tot de hoofdvraag:

Welke positie neemt procesmodelleren in binnen het vak informatica in het Nederlands

voortgezet onderwijs?

Op basis van de resultaten wordt aangenomen, dat de groep geënquêteerden een afspiegeling vormt

van de gehele beroepspopulatie informaticadocenten.

Hypothese 1 is juist. Dit kan geconcludeerd worden uit de resultaten, die aangeven dat meer dan

50% van de docenten aandacht besteed aan het onderwerp procesmodelleren. Er kan niet

geconcludeerd worden, dat er gemiddeld meer uren worden besteed aan procesmodelleren binnen

de vernieuwde Tweede Fase. De beschikbare resultaten zijn hier niet voldoende voor. Over

hypothese 2 kan geen steekhoudende uitspraak worden gedaan. Hypothese 3 is overduidelijk geldig.

Tussen de 78% en 100% van de docenten brengen de basisbeginselen van procesmodelleren bij in

havo 5 en/of vwo 5 en 6.

Op basis van de resultaten kan niet met voldoende zekerheid worden gesteld, dat er een voorkeur is

voor een bepaalde methodiek. DFD’s genieten een lichte voorkeur boven petrinetten op havo. Op

vwo is geen voorkeur te bespeuren. Over hypothese 4 kan geen uitspraak worden gedaan.

De literatuur en resultaten wijzen op de moeilijkheid van procesmodelleren. Deze moeilijkheid is

gelegen in het benodigde abstractieniveau. Hierbij spelen de kunst van het weglaten, het gebruiken

van de juiste voorbeelden een rol. Over het algemeen kan gesteld worden, dat om deze redenen

redelijk moeilijk gevonden wordt door docenten om te onderwijzen. Hypothese 5 is dus waar.

Er is maar één methode, die het onderwerp procesmodelleren heeft opgenomen. Deze methode is

genaamd Fundament Informatica en wordt uitgegeven door Instruct. Andere methoden hebben het

onderdeel procesmodelleren niet opgenomen, omdat zij van mening zijn dat het geen onderdeel

vormt van de eindtermen informatica. Instruct heeft in haar methode gekozen voor

dataflowdiagrammen, omdat dit een veel gebruikte aanpak is binnen het HBO en MBO.

Iets meer dan de helft van de docenteninformatica besteedt aandacht aan procesmodelleren. Op de

havo ligt het aantal uren rond 10. Op het vwo ligt dit aantal hoger op zo’n 25 uren. Veel docenten

maken gebruik van hun methode, aangevuld met extra materiaal. Dit extra materiaal wordt

bijvoorbeeld opgehaald van informaticavo.nl. De meeste docenten maken onderscheid tussen havo-

en vwo-leerlingen. Volgens de docenten wordt procesmodelleren als een moeilijk onderwerp

ervaren door havoleerlingen. Dit komt door het benodigde abstractieniveau. Door hier op in te

spelen, door middel van het gebruik van bekende processen, zoals de wachtrij bij de Mac Donalds is

hier een mouw aan te passen.

De literatuur en interviews wijzen erop, dat er zowel aan petrinetten, als aan dataflowdiagrammen

bezwaren kleven. Petrinetten zijn erg abstract en strikt. Dit wordt door de een als voordeel gezien en

door de andere als nadeel. Dataflowdiagrammen zijn minder abstract, maar zijn vaak op meerdere

manieren te interpreteren. Ook is er geen duidelijke scheiding tussen data en proces aanwezig.

Tevens zijn er verschillende schrijfwijzen in omloop van de verschillende methodieken.

Page 28: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 27 van 66

Samenvattend wordt er geconcludeerd, dat de positie, die procesmodelleren in neemt binnen het

vak informatica beperkt is. Een gedeelte van de docenten behandelt het onderwerp niet. Methoden

besteden geen of beperkte aandacht aan het onderwerp. Daarnaast wordt er gewezen op de

beperkte hoeveelheid beschikbare materialen.

Een aanleiding voor dit onderzoek was het gevoel, dat er maar een klein deel van de docenten

aandacht besteedt aan procesmodelleren. Ik moet concluderen dat het aantal docenten dat

procesmodelleren heeft opgenomen mij positief heeft verrast.

7.2 Discussie Er zijn een aantal onderdelen, die binnen dit onderzoek niet naar boven zijn gekomen. Ondanks dat

veel docenten zeggen aandacht te besteden aan procesmodelleren, is er niet gecontroleerd op welke

manier zij het onderwerp invullen. Dit was ook niet het doel van dit onderzoek. Dit zal een

onderwerp voor een nieuw onderzoek kunnen zijn.

Wel kunnen we ons afvragen of de interpretatie van Enigma en andere uitgeverijen van de

eindtermen correct is. Ik ben van mening dat procesmodelleren is opgenomen in de eindtermen en

een essentieel onderdeel vormt van het ontwikkelen van een informatiesysteem. In de bron 4, duitse

vakdidactiek literatuur, wordt begonnen met het in kaart brengen van de processen en de daarbij

behorende datastromen. Hierna werd pas de data gekoppeld en gezocht naar een passend

datamodel. Dit is ook de volgorde waarin Fundament Informatica dit benaderd.

Ik kan mij zo voorstellen dat procesmodelleren op het vwo uitgebreider aan bod komt dan op havo.

Havoleerlingen zijn in de praktijk meer gericht op het maken van systemen, en minder mate het

ontwerpen ervan.

Welke van de twee meest gebruikte methodieken er het meest geschikt is voor het voortgezet

onderwijs blijft onduidelijk. Op basis van de resultaten zien we een lichte voorkeur voor

dataflowdiagrammen, waarop deze voorkeur is gebaseerd blijft onduidelijk. Komt het door

gebrekkige kennis van de andere methodiek of zijn er andere oorzaken aan te wijzen. Welke

methodiek is het gemakkelijkst aan te leren en biedt de beste resultaten?

In mijn optiek dient een methodiek eenvoudig en duidelijk te zijn. Zo zijn dubbele interpretatie

mogelijkheden ongewenst. Uit eigen ervaring weet ik dat leerlingen liever een methodiek leren, die

strikt is in plaats van ambigu. Tevens moeten de voorbeelden zonder erg gemaakt te zijn aansluiten

bij de beleefwereld van de leerling. Hierdoor zijn de processen eenvoudiger te begrijpen en te

modelleren. Een enigzins uitgeklede versie van petrinetten is hier in mijn optiek zeer geschikt voor.

Petrinetten bieden een strikte notatie, die met behulp van een tool gemoduleerd en gesimuleerd kan

worden. Dit maakt het inzichtelijk voor de leering, wat het gemoduleerde precies doet.

Page 29: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 28 van 66

Literatuur

1. Schmidt, Victor. Handreiking schoolexamen informatica havo/vwo. Enschede : Stichting

leerplanontwikkeling, maart 2007. 97890 329 22771.

2. Bergervoet, Paul, et al. Deel IV Didactiek van het modelleren. [Online] juli 2003.

http://www.win.tue.nl/~keesh/dokuwiki/lib/exe/fetch.php?id=vakwikitiek&cache=cache&media=vdi

nf4.pdf.

3. Vessy, Iris en Conguer, Sue A. Requirements Specification: Learning Object, Process, and Data

Methodologies. sl : ACM, 1994, Vol. 37.

4. Le Vie, Donald S. Understanding Data Flow Diagrams. Orlando : STC, 2000.

5. Hubwieser, Peter. Didaktik der Informatik: Grundlagen, Konzepte, Beispiele. Berling : Springer,

2007, pp. 90-97.

6. Baarda, Ben, de Goede, Martijn en Kalmijn, Matthijs. Basisboek enquêteren : handleiding voor het

maken van een vragenlijst en het voorbereiden en afnemen van enquêtes. Groningen : Wolters-

Noordhoff, 2007. 978 9001 70009 6.

7. Baarda, Ben en de Goede, Martijn. Baisboek Methoden en Technieken. Groningen : Noordhoff

Uitgevers b, afdeling Hoger Onderwijs, 2006. 978 90207 3315 0.

Page 30: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 29 van 66

Bijlage A. Interview vakdidact Begrippen

Onder procesmodelleren versta ik het in kaart brengen van informatiestromen binnen organisaties of

systemen. In mijn ogen zijn het de processen die de informatiestromen aansturen en verwerken. Een

andere veel gebruikte term voor procesmodelleren is informatiestroomanalyse.

Vragen

1. Hoe kijkt u aan tegen procesmodelleren als onderdeel van het vak Informatica?

2. Waarom wordt er in uw optiek meer aandacht besteed aan datamodelleren, dan aan

processmodelleren? Terwijl beide nodig zijn om een geheel systeem te modelleren.

3. Is procesmodelleren noodzakelijk bij het ontwerpen van een systeem?

4. Er zijn verschillend processmodelleertalen, zoals dataflowdiagrammen en petrinetten. Hoe

kijkt u aan tegen DFDs?

5. Hoe kijkt u aan tegen Petrinetten?

6. Waarom is er weinig tot geen lesmateriaal voor Petrinetten beschikbaar?

7. Hoe kijkt u aan tegen UML voor het modelleren van processen?

8. Is een van de twee talen, petrinetten of dataflowdiagrammen, meer geschikt voor havo of

vwo dan de andere?

9. Moet procesmodelleren opgenomen worden/blijven binnen het vak informatica?

Page 31: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 30 van 66

Bijlage B. Interview uitgeverij Begrippen

Onder procesmodelleren versta ik het in kaart brengen van informatiestromen binnen organisaties of

systemen. In mijn ogen zijn het de processen die de informatiestromen aansturen en verwerken. Een

andere veel gebruikte term voor procesmodelleren is informatiestroomanalyse.

Vragen

1. Heeft u als uitgeverij procesmodelleren opgenomen in uw methode? Waarom wel, waarom

niet?

2.

a. Voor welke methodiek of methodieken heeft u gekozen? Denk hierbij aan DFD

(Dataflowdiagram, petrinetten, UML etc.

b. Waarom heeft u juist wel of niet voor deze methodieken gekozen?

c. Waarop is uw keuze voor deze methodieken gebaseerd?

3. Biedt u verschillende methodieken of aanpakken aan voor havo en vwo?

4. Hoeveel uren en in welk leerjaar raadt u docenten aan om aandacht te besteden aan

procesmodelleren?

5. Vindt u de informatie in uw methode toereikend, of zal u dit graag uitbreiden of

verminderen? Zo ja, in welk opzicht.

Page 32: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 31 van 66

Bijlage C. Enquête Titel:

Procesmodelleren bij informatica.

Instatie:

Technische Universiteit Eindhoven

Eindhoven School of Education

Geachte collega,

Ik doe in het kader van mijn opleiding tot informatica docent onderzoek naar de positie van

procesmodelleren binnen het informatica onderwijs in het voortgezet onderwijs in Nederland. De

keuze voor dit onderwerp is gemaakt na mijn verschillende stages waarin ik heb ervaren dat het

onderwerp procesmodelleren minder uitgebreid aan bod komt, dan bijvoorbeeld datamodelleren.

Onder procesmodelleren versta ik het in kaart brengen van informatiestromen binnen organisaties of

systemen. In mijn ogen zijn het de processen die de informatiestromen aansturen en verwerken. Een

andere veel gebruikte term voor procesmodelleren is informatiestroomanalyse.

Als u geïnteresseerd bent in de uitkomsten kan ik u het onderzoeksverslag toesturen. Als u dat op

prijs stelt kunt u aan het einde van de enquête uw naam en e-mailadres invullen.

De enquête bestaat uit 19 vragen, en neemt ongeveer 12 minuten in beslag.

Alvast mijn hartelijke dank,

Frank Buijze, M.Sc.

[email protected]

Page 33: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 32 van 66

Vraag 1

Heeft u of uw sectie procesmodelleren opgenomen in het onderwijsprogramma van informatica in

de schooljaren 2006-2007, 2007-2008 of 2008-2009? Dit kan zijn als onderdeel van

systeemontwikkelingtraject.

( ) Ja Ga verder bij vraag 2.

( ) Nee Ga verder bij vraag 16.

Geïnvesteerde tijd

De volgende 4 vragen hebben betrekking op het aantal geïnvesteerde uren in het onderwerp

procesmodelleren, in de Tweede Fase en de vernieuwde Tweede Fase. Onder geïnvesteerde uren

wordt verstaan:

· Lesuren die specifiek zijn gericht op het onderwijzen van het onderwerp procesmodelleren.

· De uren die aan procesmodelleren zijn besteed door leerlingen tijdens praktische opdrachten.

· De huiswerk uren, die leerlingen specifiek aan dit onderwerp hebben moeten besteden.

Indien informatica niet wordt aangeboden in havo of vwo, dan kunt u de optie niet van toepassing

selecteren.

Vraag 2

Hoeveel uur heeft u gedurende twee jaar besteed aan het onderwerp procesmodelleren in havo

tijdens de Tweede Fase?

( ) geen

( ) 1- 15 uren

( ) 16 - 25 uren

( ) 26 - 35 uren

( ) 36 - 45 uren

( ) meer dan 45 uren

( ) niet van toepassing

Vraag 3

Hoeveel uur heeft u gedurende drie jaar besteed aan het onderwerp procesmodelleren in vwo

tijdens de Tweede Fase?

( ) geen

( ) 1 -20 uren

( ) 21 - 35 uren

( ) 36 - 50 uren

( ) 51 - 65 uren

( ) meer dan 65 uren

( ) niet van toepassing

Page 34: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 33 van 66

Vraag 4

Hoeveel uur heeft u gedurende twee jaar besteed aan het onderwerp procesmodelleren in havo

tijdens de vernieuwde Tweede Fase?

( ) geen

( ) 0 - 15 uren

( ) 16 - 25 uren

( ) 26 - 35 uren

( ) 36 - 45 uren

( ) meer dan 45 uren

( ) niet van toepassing

Vraag 5

Hoeveel uur heeft u gedurende drie jaar besteed aan het onderwerp procesmodelleren in vwo

tijdens de vernieuwde Tweede Fase?

( ) geen

( ) 1 -20 uren

( ) 21 - 35 uren

( ) 36 - 50 uren

( ) 51 - 65 uren

( ) meer dan 65 uren

( ) niet van toepassing

Vraag 6

In welke klassen wordt de basiskennis over procesmodelleren bijgebracht bij u op school? Onder

basiskennis wordt verstaan de stof waarin de methodiek(en) wordt uitgelegd en aangeleerd. Indien

dit verschillend is per schooljaar, dan dient u de vraag te beantwoorden voor de nieuwe lichting van

het schooljaar 2008-2009.

[ ] vwo 4

[ ] vwo 5

[ ] vwo 6

[ ] havo 4

[ ] havo 5

Page 35: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Vraag 7

Welk cursusmateriaal wordt door u tijdens het schooljaar 2008-2009 gebruikt, om het onderwerp

procesmodelleren te behandelen?

[ ] geen

[ ] Fundament Informatica (Instruct)

[ ] Informatica-actief

[ ] Enigma

[ ] eigen materiaal

[ ] overig, namelijk ______________________________________________________________

Vraag 8

Welke methodiek of methodieken worden door u onderwezen aan havo?

[ ] niet van toepassing

[ ] DataFlow Diagrammen

[ ] Petrinetten

[ ] UML-diagrammen gericht op processen en informatiestromen.

[ ] overig, namelijk ______________________________________________________________

Vraag 9

Welke methodiek of methodieken worden door u onderwezen aan vwo?

[ ] niet van toepassing

[ ] DataFlow Diagrammen

[ ] Petrinetten

[ ] UML-diagrammen gericht op processen en informatiestromen.

[ ] overig, namelijk_______________________________________________________________

Vraag 10

Vindt u het onderwerp procesmodelleren eenvoudig of ingewikkeld om te onderwijzen aan havo-

leerlingen?

( ) zeer eenvoudig

( ) redelijk eenvoudig

( ) redelijk ingewikkeld

( ) zeer ingewikkeld

( ) niet van toepassing

Vraag 11

Vindt u het onderwerp procesmodelleren eenvoudig of ingewikkeld om te onderwijzen aan vwo-

leerlingen?

( ) zeer eenvoudig

( ) redelijk eenvoudig

( ) redelijk ingewikkeld

Page 36: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 35 van 66

( ) zeer ingewikkeld

( ) niet van toepassing

Vraag 12

Op basis van uw ervaringen. Ziet u grote verschillen tussen havo en vwo bij het toepassen en

aanleren van procesmodelleer methodieken? Laat leeg indien u geen vergelijking kunt maken.

Vraag 13

In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen:

nvt Helemaal

oneens

Oneens Niet

eens, niet

oneens

Eens Helemaal

eens

Petrinetten genieten de voorkeur

boven DFD’s op het havo.

( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( )

Petrinetten genieten de voorkeur

boven DFD’s op het vwo.

( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( )

Petrinetten zijn geschikter voor

vwo-leerlingen, dan voor havo-

leerlingen.

( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( )

DFD’s zijn geschikter voor vwo-

leerlingen, dan voor havo-

leerlingen.

( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( )

Vraag 14

Heeft u of uw sectie datamodelleren opgenomen in het onderwijsprogramma van informatica in de

schooljaren 2006-2007, 2007-2008 of 2008-2009?

( ) Ja Ga verder bij vraag 15.

( ) Nee Ga verder bij vraag 17.

Vraag 15

Op basis van uw ervaringen. Vinden leerling, het aanleren en toepassen van methodieken bij

procesmodelleren moeilijker of makkelijker dan bij datamodelleren?

( ) veel moeilijker Ga verder bij vraag 17.

( ) moeilijker, Ga verder bij vraag 17.

( ) geen verschil, Ga verder bij vraag 17.

( ) makkelijker, Ga verder bij vraag 17.

( ) veel makkelijker, Ga verder bij vraag 17.

Ja/Nee, dit wordt veroorzaakt door …

Page 37: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 36 van 66

Vraag 16

Procesmodelleren maakt geen onderdeel uit van de stof, omdat …

( ) het geen verplicht onderdeel is.

( ) het vormt geen belangrijk aspect bij informatica.

( ) het is te moeilijk voor leerlingen.

( ) overig, namelijk ______________________________________________________________

Vraag 17

Op basis van welke opleiding verzorgt u het vak informatica?

( ) Omscholing via CODI-traject. Ga verder bij vraag 18.

( ) Universitaire opleiding voor informatica docent. Ga verder bij afsluiting.

( ) In opleiding tot informatica docent, Ga verder bij afsluiting.

( ) Overig, namelijk_____________________________________ Ga verder bij afsluiting.

Vraag 18

Wat is uw eerste bevoegdheid, die u toegang heeft gegeven tot het CODI-traject?

Vraag 19

Zowel Petrinetten als DFD’s zijn behandeld tijdens het CODI-traject. Welke van de twee methodieken

geniet uw voorkeur?

( ) beide genieten mijn voorkeur

( ) Petrinetten genieten mijn voorkeur boven DataFlow Diagrammen.

( ) DataFlow Diagrammen genieten mijn voorkeur boven Petrinetten.

( ) geen van beide genieten mijn voorkeur.

Afsluiting

Nogmaals mijn dank voor uw medewerking aan deze enquête.

Als u geïnteresseerd bent in de uitkomsten kan ik u het onderzoeksverslag toesturen. U dient

hiervoor onderstaande velden in te vullen:

Naam: _____________________________________________________________________

E-mailadres: _____________________________________________________________________

Page 38: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 37 van 66

Bijlage D. Codeerschema

Vraagnummer Variabele Code

1 proc1 1 = ja

2 = nee

2 tijdh1 1 = 0 uren

2 = 1 – 15 uren

3 = 16 – 25 uren

4 = 26 – 35 uren

5 = 36 – 45 uren

6 = meer dan 45 uren

3 tijdv1 1 = 0 uren

2 = 1 – 20 uren

3 = 21 – 35 uren

4 = 36 – 50 uren

5 = 51 – 65 uren

6 = meer dan 65 uren

4 tijdh2 1 = 0 uren

2 = 1 – 15 uren

3 = 16 – 25 uren

4 = 26 – 35 uren

5 = 36 – 45 uren

6 = meer dan 45 uren

5 tijdv2 1 = 0 uren

2 = 1 – 20 uren

3 = 21 – 35 uren

4 = 36 – 50 uren

5 = 51 – 65 uren

6 = meer dan 65 uren

6 bkv4 Vwo4 1 = Ja

2 = Nee

bkv5 Vwo 5 1 = Ja

2 = Nee

bkv6 Vwo 6 1 = Ja

2 = Nee

bkh4 Havo 4 1 = Ja

2 = Nee

bkh5 Havo 5 1 = Ja

2 = Nee

7 cgeen Geen 1 = Ja

2 = Nee

cfi Fundament

Informatica

1 = Ja

2 = Nee

cia Informatica-actief 1 = Ja

2 = Nee

ce Enigma 1 = Ja

2 = Nee

cem Eigen materiaal 1 = Ja

2 = Nee

cover Overig 1 = Ja

2 = Nee

Page 39: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 38 van 66

8 mhdfd DataFlow

Diagrammen

1 = Ja

2 = Nee

mhp Petrinetten 1 = Ja

2 = Nee

mhu UML-diagrammen 1 = Ja

2 = Nee

mhover Overig 1 = Ja

2 = Nee

9 mvdfd DataFlow

Diagrammen

1 = Ja

2 = Nee

mvp Petrinetten 1 = Ja

2 = Nee

mvu UML-diagrammen 1 = Ja

2 = Nee

mvover Overig 1 = Ja

2 = Nee

10 moeih 1 = zeer eenvoudig

2 = redelijk eenvoudig

3 = redelijk ingewikkeld

4 = zeer ingewikkeld

11 moeiv 1 = zeer eenvoudig

2 = redelijk eenvoudig

3 = redelijk ingewikkeld

4 = zeer ingewikkeld

13 stel1 1 = helemaal eens

2 = meer oneens dan eens

3 = niet eens en niet oneens

4 = meer eens dan oneens

5 = helemaal eens

stel2 1 = helemaal eens

2 = meer oneens dan eens

3 = niet eens en niet oneens

4 = meer eens dan oneens

5 = helemaal eens

stel3 1 = helemaal eens

2 = meer oneens dan eens

3 = niet eens en niet oneens

4 = meer eens dan oneens

5 = helemaal eens

stel4 1 = helemaal eens

2 = meer oneens dan eens

3 = niet eens en niet oneens

4 = meer eens dan oneens

5 = helemaal eens

14 data 1 = Ja

2 = Nee

15 moeidata 1 = veel moeilijker

2 = moeilijker

3 = geen verschil

4 = makkelijker

Page 40: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 39 van 66

5 = veel makkelijker

16 geenproc 1 = het geen verplicht onderdeel is

2 = het vormt geen belangrijk aspect bij

informatica

3 = het is te ingewikkeld om te onderwijzen

4 = overig

17 scholing 1 = omscholing via CODI-traject

2 = universitaire opleiding tot informatica docent

3 = in opleiding tot informatica docent

4 = overig

18 codi1 1 = alfavak

2 = betavak

4 = gammavak

19 codi2 1 = beide genieten voorkeur

2 = Petrinetten meer dan DFD

3 = DFD meet dan Petrinetten

4 = geen van beide

Ontbrekend gegeven spatie intikken

Niet van toepassing spatie intikken

Alfavakken: Engels, Frans, Duits, Nederlands, Kunstvakken, L.O.

Bètavakken: Wiskunde, Scheikunde, Natuurkunde, Biologie

Gammavakken: Geschiedenis, Aardrijkskunde, Maatschappijleer, Economie

Page 41: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 40 van 66

Bijlage E. Enquêteresultaten

Statistics

proc1 tijdh1 tijdv1 tijdh2 tijdv2 bkvwo4

N Valid 25 13 13 13 13 13

Missing 0 12 12 12 12 12

Mean 1,77 2,46 1,85 2,54

Std. Deviation ,725 ,776 ,899 ,877

Statistics

bkvwo5 bkvwo6 bkhavo4 bkhavo5 cgeen cfi

N Valid 13 13 13 13 12 12

Missing 12 12 12 12 13 13

Mean

Std. Deviation

Statistics

cia ce cem cover mhdfd mhp

N Valid 12 12 12 12 12 12

Missing 13 13 13 13 13 13

Mean

Std. Deviation

Statistics

mhu mhover mvdfd mvp mvu mvover

N Valid 12 12 12 12 12 12

Missing 13 13 13 13 13 13

Page 42: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 41 van 66

Mean

Std. Deviation

Statistics

moeih moeiv stel1 stel2 stel3 stel4

N Valid 10 12 7 9 7 8

Missing 15 13 18 16 18 17

Mean 3,40 2,75 2,86 3,00 2,71 2,38

Std. Deviation ,699 ,622 1,215 1,323 ,951 1,061

Statistics

data moeidata geenproc scholing codi1

N Valid 12 10 9 21 15

Missing 13 15 16 4 10

Mean 3,50

Std. Deviation ,707

Statistics

codi2 codi3 moei voorkeur bkboven

N Valid 14 14 13

Missing 11 11 12

Mean 2,7857 6,00

Std. Deviation ,99449 1,18

Totaalscore 8,65

Page 43: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 42 van 66

Frequentietabellen en openvragen

proc1

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 17 68,0 68,0 68,0

Nee 8 32,0 32,0 100,0

Total 25 100,0 100,0

tijdh1

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid 0 uren 5 20,0 38,5 38,5

1 - 15 uren 6 24,0 46,2 84,6

16 - 25 uren 2 8,0 15,4 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

Page 44: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 43 van 66

tijdv1

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid 0 uren 1 4,0 7,7 7,7

1 - 20 uren 6 24,0 46,2 53,8

21 - 35 uren 5 20,0 38,5 92,3

36 - 50 uren 1 4,0 7,7 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

tijdh2

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid 0 uren 6 24,0 46,2 46,2

1 - 15 uren 3 12,0 23,1 69,2

16 - 25 uren 4 16,0 30,8 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

Page 45: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 44 van 66

tijdv2

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid 0 uren 1 4,0 7,7 7,7

1 - 20 uren 6 24,0 46,2 53,8

21 - 35 uren 4 16,0 30,8 84,6

36 - 50 uren 2 8,0 15,4 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

bkvwo4

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 1 4,0 7,7 7,7

Nee 12 48,0 92,3 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

Page 46: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 45 van 66

bkvwo5

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 6 24,0 46,2 46,2

Nee 7 28,0 53,8 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

bkvwo6

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 7 28,0 53,8 53,8

Nee 6 24,0 46,2 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

bkhavo4

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 2 8,0 15,4 15,4

Nee 11 44,0 84,6 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

Page 47: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 46 van 66

bkhavo5

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 6 24,0 46,2 46,2

Nee 7 28,0 53,8 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

bkboven

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 12 48,0 92,3 92,3

Nee 1 4,0 7,7 100,0

Total 13 52,0 100,0

Missing System 12 48,0

Total 25 100,0

cgeen

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Nee 12 48,0 100,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

Page 48: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 47 van 66

cfi

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 1 4,0 8,3 8,3

Nee 11 44,0 91,7 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

cia

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 2 8,0 16,7 16,7

Nee 10 40,0 83,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

ce

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid ja 5 20,0 41,7 41,7

Nee 7 28,0 58,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

Page 49: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 48 van 66

cem

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 5 20,0 41,7 41,7

Nee 7 28,0 58,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

cover

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 2 8,0 16,7 16,7

Nee 10 40,0 83,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

Page 50: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 49 van 66

· Petrinetten door Frank Buijze

· Zelfgemaakt material, informaticavo.nl

mhdfd

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 2 8,0 16,7 16,7

Nee 10 40,0 83,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

Page 51: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 50 van 66

mhp

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 2 8,0 16,7 16,7

Nee 10 40,0 83,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

mhu

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 1 4,0 8,3 8,3

Nee 11 44,0 91,7 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

Page 52: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 51 van 66

mhover

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 2 8,0 16,7 16,7

Nee 10 40,0 83,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

· FCO-IM

mvdfd

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 5 20,0 41,7 41,7

Nee 7 28,0 58,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

Page 53: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 52 van 66

mvp

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 4 16,0 33,3 33,3

Nee 8 32,0 66,7 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total

mvu

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 4 16,0 33,3 33,3

Nee 8 32,0 66,7 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

Page 54: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 53 van 66

mvover

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 2 8,0 16,7 16,7

Nee 10 40,0 83,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

· FCO-IM

moeih

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid redelijk eenvoudig 1 4,0 10,0 10,0

redelijk ingewikkeld 4 16,0 40,0 50,0

zeer ingewikkeld 5 20,0 50,0 100,0

Total 10 40,0 100,0

Missing System 15 60,0

Total 25 100,0

Page 55: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 54 van 66

moeiv

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid redelijk eenvoudig 4 16,0 33,3 33,3

redelijk ingewikkeld 7 28,0 58,3 91,7

zeer ingewikkeld 1 4,0 8,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

moei

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid redelijk eenvoudig 1 4,0 8,3 8,3

redelijk ingewikkeld/redelijk

eenvoudig 3 12,0 25,0 33,3

redelijk ingewikeld 4 16,0 33,3 66,7

zeer/redelijk ingewikkeld 3 12,0 25,0 91,7

zeer ingewikkeld 1 4,0 8,3 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

stel1

Page 56: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 55 van 66

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid helemaal oneens 1 4,0 14,3 14,3

meer oneens dan eens 2 8,0 28,6 42,9

niet eens en niet oneens 1 4,0 14,3 57,1

meer eens dan oneens 3 12,0 42,9 100,0

Total 7 28,0 100,0

Missing System 18 72,0

Total 25 100,0

Page 57: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 56 van 66

stel2

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid helemaal oneens 1 4,0 11,1 11,1

meer oneens dan eens 3 12,0 33,3 44,4

niet eens en niet oneens 1 4,0 11,1 55,6

meer eens dan oneens 3 12,0 33,3 88,9

helemaal eens 1 4,0 11,1 100,0

Total 9 36,0 100,0

Missing System 16 64,0

Total 25 100,0

stel3

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid helemaal oneens 1 4,0 14,3 14,3

meer oneens dan eens 1 4,0 14,3 28,6

niet eens en niet oneens 4 16,0 57,1 85,7

meer eens dan oneens 1 4,0 14,3 100,0

Total 7 28,0 100,0

Missing System 18 72,0

Total 25 100,0

Page 58: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 57 van 66

stel4

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid helemaal oneens 2 8,0 25,0 25,0

meer oneens dan eens 2 8,0 25,0 50,0

niet eens en niet oneens 3 12,0 37,5 87,5

meer eens dan oneens 1 4,0 12,5 100,0

Total 8 32,0 100,0

Missing System 17 68,0

Total 25 100,0

data

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja 10 40,0 83,3 83,3

Nee 2 8,0 16,7 100,0

Total 12 48,0 100,0

Missing System 13 52,0

Total 25 100,0

Page 59: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 58 van 66

moeidata

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid moeilijker 1 4,0 10,0 10,0

geen verschil 3 12,0 30,0 40,0

makkelijker 6 24,0 60,0 100,0

Total 10 40,0 100,0

Missing System 15 60,0

Total 25 100,0

geenproc

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid het geen verplicht

onderdeel is

3 12,0 33,3 33,3

het is te ingewikkeld om

te onderwijzen

1 4,0 11,1 44,4

overig 5 20,0 55,6 100,0

Total 9 36,0 100,0

Missing System 16 64,0

Total 25 100,0

· Komt in de methode niet/nauwelijks aan bod

· Geen goed lesmateriaal

· Nog niet overwogen

· De methode biedt het niet aan, komt nog waarschijnlijk

· Komt in de methode niet of nauwelijks aan bod

scholing

Page 60: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 59 van 66

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid omscholing via CODI-

traject

15 60,0 71,4 71,4

universitaire opleiding tot

informatica docent

4 16,0 19,0 90,5

overig 2 8,0 9,5 100,0

Total 21 84,0 100,0

Missing System 4 16,0

Total 25 100,0

· HTS-TN en TVK: 16 jaar werkervaring

· Universiteit ifnormatica HBO ICT

codi1

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid alfa 2 8,0 13,3 13,3

beta 8 32,0 53,3 66,7

gamma 5 20,0 33,3 100,0

Total 15 60,0 100,0

Missing System 10 40,0

Total 25 100,0

Page 61: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 60 van 66

codi2

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid beiden genieten mijn

voorkeur

2 8,0 14,3 14,3

Petrinetten genieten mijn

voorkeur boven DataFlow

Diagrammen

2 8,0 14,3 28,6

DataFlow Diagrammen

genieten mijn voorkeur

boven Petrinetten

4 16,0 28,6 57,1

geen van beide genieten

mijn voorkeur

6 24,0 42,9 100,0

Total 14 56,0 100,0

Missing System 11 44,0

Total 25 100,0

codi3

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative

Percent

Valid 1,50 4 16,0 28,6 28,6

3,00 8 32,0 57,1 85,7

4,50 2 8,0 14,3 100,0

Total 14 56,0 100,0

Missing System 11 44,0

Total 25 100,0

Page 62: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 61 van 66

Antwoorden op vraag 12

· Geen ervaring bij havo.

· Ja, dit wordt veroorzaakt doordat dit voor HAVO leerlingen te abstract lijkt (in hun eigen

ogen dan)

· Ja, havo leerlingen kunnen zaker moeilijker in een model zetten

· Nee

· Nee

· Ja, Bij havo ligt het buiten het interesse gebied. Vwo-leerlingen zullen het mogelijk later

vaker gebruiken

Page 63: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 62 van 66

Bijlage F. Uitwerking interview met vakdidact Procesmodelleren maakt net als datamodelleren onderdeel uit van het vak Informatica binnen havo

en vwo. Met procesmodelleren wordt bedoeld het schematisch in kaart brengen van processen en/of

datastromen.

V: Hoe kijkt u aan tegen procesmodelleren als onderdeel van het vak Informatica?

A: Procesmodelleren is een moeilijk onderwerp voor leerlingen. Het gaat hierbij om de kunst van het

weglaten. Dit is moeilijk. Indien de taal niet bekend is, dan wordt er vaak een stappenplan

aangeleerd. Dan is het niet meer modelleren, maar alleen onderwijzen van de taal of het afvinken

van een bepaalde eindterm.

De begripontwikkeling bij leerlingen blijft achter. Zij leren voornamelijk het operationele idee van

een model (Hoe gemaakt). Wat betekent nu precies een pijltje uit het stappenplan?

V: Waarom wordt er in uw optiek meer aandacht besteed aan datamodelleren, dan aan

procesmodelleren? Terwijl beide nodig zijn om een geheel systeem te modelleren.

A: Datamodelleren is gebaseerd op ouder werk, en bestaat langer. Het is meer mainstream, dan

procesmodelleren. Voor procesmodelleren is pas recent meer aandacht voor gekomen. De

bekendheid van tools, en de bekendheid met tools is nog erg gelimiteerd.

Datamodelleren is meer een geheel, completer dan procesmodelleren. Het is van meerdere kanten

te benaderen.

Van model, naar database, naar queries loslaten op de database.

V: Is procesmodelleren noodzakelijk bij het ontwerpen van een systeem?

A: Het klopt dat je procesmodelleren nodig hebt, maar de toepassingen vertroebelen vaak de

concepten bij het aanleren. Probeer altijd bij de concepten te blijven.

V: Er zijn verschillend processmodelleertalen, zoals Data Flow Diagrams en Petrinetten. Hoe kijkt u

aan tegen DFDs?

A: Data Flow Diagrams is oude kennis, maar belangrijk. Je kan er interessante zaken mee doen. Het is

wel ouderwets. Word nog wel in de praktijk gebruikt.

V: Hoe kijkt u aan tegen Petrinetten?

A: Petrinetten zijn abstract. Ingewikkelde onhandige omschrijving. Kun je er echt iets meer mee?

Voor schrijven van programma’s te onhandig, niet schaalbaar.

De truc is om bedrijfsprocessen aan Petrinetten te koppelen. Krachtig, niet onnatuurlijk. De

bekendheid in het veld is er niet erg groot mee.

Petrinetten zijn intimiderend, aanbieden binnen het middelbaar onderwijs is niet onmogelijk.

V: Waarom is er weinig tot geen lesmateriaal voor Petrinetten beschikbaar?

A: Er zijn maar weinig auteurs die voldoende kennis hebben om een dergelijk materiaal te schrijven.

Page 64: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 63 van 66

V: Hoe kijkt u aan tegen UML voor het modelleren van processen?

A: UML geschiedenis niet zo in beeld. UML is meta-achtig en kan dus interessant zijn. Wat ze moeten

opschrijven blijft vaag. Ook het leren en begrijpen van een UML-variant is complex. Kost veel tijd.

V: is een van de twee talen, Petrinetten of Data Flow Diagrams, meer geschikt voor havo of vwo

dan de andere?

A: Petrinetten lijken moeilijker en abstracter dan Data Flow Diagrams. In ieder geval zijn Petrinetten

strikter. Petrinetten niet weglaten op havo. Je moet de gekozen taal niet vager maken, maar

uitkleden. Juist als je gereedschap vager is, heb je meer deskundigheid nodig om het te gebruiken en

te begrijpen. Als je het echt wil doen is het veel te moeilijk.

Het moet duidelijk zijn hoe je het moet gebruiken. Voor de hand liggende voorbeelden, niet te

abstract.

V: Moet procesmodelleren opgenomen worden/blijven binnen het vak informatica?

A: Eerst dacht ik van niet. Als het werkt voegt het iets toe, mar het hoeft er niet in. Idem voor

datamodelleren. Het gaat vooral om algemene kennis van databases, aan de oppervlakte. Hierbij ligt

de nadruk nog vaak op het gebruik, niet op ontwerp.

Page 65: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 64 van 66

Bijlage G. Uitwerking interview met vakdocent informatica Uitwerking interview met P. van Mil docent informatica aan het Lorentz Casimir Lyceum te

Eindhoven

Datum: 30 september 2009

V: Besteedt u aandacht aan procesmodelleren in uw lessen informatica? Zo ja, hoeveel uur?

A: Tussen de 1 en 15 uren wordt er besteed aan procesmodelleren op de havo. Op het vwo is

dit aantal uren tussen de 21 en 35 uren.

V: Is het aantal uren toegenomen sinds de invoering van de vernieuwde tweede fase?

A: Nee het aantal uren dat wordt besteed aan procesmodelleren is gelijk gebleven.

V: In welke klas op havo en vwo wordt de basiskennis over procesmodelleren bijgebracht?

Waarom juist in deze klassen?

A: Eind havo 5 en vwo 6 nadat databases zijn behandeld. Het is een onderwerp voor leerlingen

die de informatica kant opwillen. Het is te moeilijk voor mensen die geen informatica gaan

doen.

V: Welke materialen gebruikt u?

A: Zelfgemaakt materiaal en materiaal van informaticavo.nl. Hierbij besteed ik voornamelijk

aandacht aan waar welke data waar beschikbaar moet zijn. Er wordt geen fysieke link met de

data gelegd. Op basis van de schermen. Wat kun je verwachten?

V: Welke methodieken laat u zien, en op welke gaat u dieper in?

A: Zowel DataFlow Diagrammen, UML en petrinetten worden besproken. Op petrinetten wordt

dieper ingegaan.

V: Vindt u het onderwerp procesmodelleren eenvoudig of ingewikkeld om te onderwijzen aan

havo en vwo leerlingen?

A: Voor havo-leerlingen is het een zeer ingewikkeld onderwerp, dit komt door de hoge

abstractie graad. Alleen beperkte/eenvoudige problemen zijn mogelijk.

Aan vwo-leerlingen is het redelijk eenvoudig te onderwijzen. Het is ook makkelijker om het te

legitimeren richting de leerlingen waarom het belangrijk is.

V: Op basis van uw ervaringen. Ziet u grote verschillen tussen havo en vwo bij het toepassen

en aanleren van procesmodelleer technieken? Laat leeg indien u geen vergelijking kunt

maken.

A: Bij havo-leerlingen ligt het buiten hun interesse gebieden. Zij zullen in de praktijk zelden of

nooit een analyse maken. Vwo-leerlingen daarentegen zullen juist zaken analyseren en een

architecturen maken. Er is voldoende materiaal aanwezig, maar meer voorbeelden en

oefeningen zijn altijd welkom? Dit zelfde gaat op voor software tools.

Page 66: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 65 van 66

V: Wat geniet u voorkeur in havo en vwo, petrinetten of DFD’s?

A: Zowel op havo als vwo geniet petrinetten de voorkeur. Petrinetten zijn voor allebei de

groepen even geschikt. DFD’s zijn minder geschikt. Dit komt doordat DFD’s data en proces

niet uit elkaar worden gehaald. Beiden tegelijkertijd maakt het moeilijker.

V: Heeft uw sectie datamodelleren opgenomen in het programma voor informatica? Zo ja, is

het makkelijker of moeilijker dan datamodelleren?

A: Voor het datamodelleren gebruiken we FCO-IM voor het procesmodelleren onder andere

Petrinetten. Procesmodelleren is makelijker dan procesmodelleren.

V: Op basis van welke opleiding verzorgt u het vak informatica?

A: Omscholing via het CODI-traject. Van origine eerste graads economie.

V: Petrinetten of DFD’s?

A: Petrinetten genieten mijn voorkeur.

V: Moet procesmodelleren onderdeel uitmaken van het vak informatica, of kan het er ook

uitgelaten worden.

A: Het is vaak snuffelen aan de onderwerpen, inhoudelijk diepgang is moeilijk. Waarom zouden

ze het moeten weten? Nut versus noodzaak. Voor veel leerlingen eind onderwijs in

informatica.

V: Hoe denkt u over DFD’s en petrinetten?

A: DFD zeer onduidelijk, tekening is onduidelijk een de vorm is onduidelijk. Bij Petrinetten kan je

processen die leerlingen kennen gebruiken. Hoe ziet dat er uit. Wachtrijen bij Mac Donalds,

Jumbo etc. Voorbeelden ook hier beperkt. Inzichtelijk is bijvoorbeeld de lift. Hierin zijn de

transities en toestanden duidelijk.

V: Is er genoeg lesmateriaal aanwezig?

A: Ja er is genoeg lesmateriaal beschikbaar, meer voorbeelden zijn altijd welkom.

V: Wat ervaart u als een moeilijkheid of een probleem bij het aanleren van

procesmodelleertechnieken?

A: Eerst moeten leerlingen het probleem ervaren en dan kan er gekeken worden naar een

oplossing. Ze moeten het ervaren. Ze moeten geboeid worden en zijn.

V: Welke tools gebruikt u?

A: ExSpecT gebruik ik niet, deze tool is te complex. Ik gebruik Yasper of een on-line java applet.

Deze twee zijn toereikend genoeg.

Page 67: Eindhoven University of Technology MASTER Positie van … · In Duitse informatica vakdidactiek literatuur zijn wel verwijzingen naar procesmodelleren te vinden. Hier zal later dieper

Pagina 66 van 66