conferentiebrochure 'verpleegkundig leiderschap vanuit best practice units
DESCRIPTION
Op 28 november 2013 staat Medisch Spectrum Twente voor het derde jaar in het teken van Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units. Deze conferentiebrochure geeft een samenvatting van alle inspirerende verbeterprojecten.TRANSCRIPT
Eindconferentie
Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units
STA VOOR JE VAK!28 november 2013
2
ColofonDatumNovember 2013
Oplage 500 stuks
(Eind)redactieMarieke van Dort Jolande Hellenkamp Linda LigtenbergPaul Oosterholt Lidy SchoolkateBPU-begeleiders
FotografieMedische Fotografie Medisch Spectrum Twente
Concept, vormgeving, (hoofd)redactieGeen Blad voor de Mond BV, Enschedewww.geenbladvoordemond.nl
DrukwerkVerhaag Drukkerij BV, Oldenzaalwww.verhaag.nl
Voor vragen, opmerkingen en ervaringen:
Medical School Twente en Medisch Spectrum Twente T (053) 4 87 22 41E [email protected]
Academie Gezondheidszorg Saxion T (053) 4 87 19 66E [email protected]
www.mst.nl www.saxion.nl
3
Inhoudsopgave
05 Voorwoord
06 Projectleiding
07 Adviesgroep
08 Bestuurder Saxion
09 Bestuurder Medisch
Spectrum Twente
10 A2 Cardio-Thoracale chirurgie
11 A3 Heelkunde
12 A4 Longgeneeskunde
13 A5 Orthopedie
14 B4 Neurochirurgie / neurologie
15 C3 Vaatchirurgie
16 C4 Longgeneeskunde
17 D2 Cardiochirurgie
18 D3 Acute Opname Afdeling
19 D4 Neurologie
20 E2 Cardiologie
21 E3 MDL-Reumatologie
22 E4 Hematologie / oncologie
23 F3 Algemeen interne,
infectieziekten, endocrinologie
24 F3 Algemeen interne,
infectieziekten, endocrinologie
25 G3 Psychiatrie
26 Inspiratiebezoek Birmingham
28 GB Nefrologie
29 Verloskamers en Kraamafdeling
30 Neonatologie
31 Dialyse
32 Gynaecologie
33 Kinderafdeling
34 Urologie en KNO
35 Spoedeisende Hulp (SEH)
36 Coaches Saxion
Symbool druppel
Veranderingen in organisaties worden
wel eens vergeleken met een druppel
die in het water valt; een rimpeling in
het water of dynamiek. De vaart of
stuwkracht kan als verrijkend of als
bedreigend worden gezien. Rimpels
staan symbolisch voor de motivatie
voor de beoogde verandering,
de keerzijde is weerstand. Binnen
dit project, vanuit het bottom-up
principe, is de dynamiek altijd gezien
als een stuwkracht die vanuit de teams
komt, dit geeft empowerment aan de
medewerkers. Het laat verpleegkundig
leiderschap in zijn beste vorm zien. De
uitdaging voor leidinggevenden is om
de juiste leiderschapsstijl toe te passen
om de dynamiek vast te houden.
Voorwoord
Het begon exact twee jaar geleden met een minisymposium
‘Verpleegkundig excelleren, sta voor je vak’. Na een succesvol
innovatieproject binnen de klinische afdeling orthopedie tussen
MST en de Academie Gezondheidszorg van Saxion, namen de
Raden van Bestuur het besluit tot ziekenhuisbrede invoering van
de BPU op alle 25 verpleegafdelingen.
Samen met de Academie Gezondheidszorg van Saxion is
een scholingsprogramma voor verpleegkundigen tot BPU-
begeleider ontwikkeld. In totaal zijn 56 verpleegkundigen van 25
verpleegafdelingen opgeleid. Het is een groot succes geworden!
In hetzelfde tijdsbestek nam MST deel aan de pilot Excellente
zorg, gebaseerd op het Amerikaanse ‘Magnet Hospitals’ concept.
Het concept richt zich met name op de samen hang tussen een
hoge mate van arbeidstevredenheid bij de verpleegkundige,
de grote aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt en excellente
verpleegkundige zorg. BPU sluit hier uitstekend op aan.
Tijdens de halfwegconferentie op 28 november 2012,
presenteerden 46 BPU-begeleiders van zeventien verschillende
afdelingen de eerste resultaten in de vorm van een poster, film
of voordracht. Het fundament voor Verpleegkundig leiderschap
was gelegd. Het was ook indrukkend te constateren dat veelal
multidisciplinaire processen aanleiding zijn geweest voor het
initiëren van verbeterprojecten.
Vandaag wordt Verpleegkundig leiderschap door bekende
sprekers in een breder perspectief geplaatst, vanuit de positie
van patiënt, verpleegkundige en leidinggevende. U krijgt te
horen dat Excellente zorg wordt geleverd door bekwame en
gemotiveerde verpleegkundigen. Met deze conferentiebrochure
geven we u graag de kans om nog meer kennis te nemen van alle
verbeterprojecten.
Als laatste hoop ik dat u vandaag geïnspireerd geraakt, zodat
u als professional in uw eigen werkomgeving zelf het initiatief
neemt of indien u leidinggevende bent, dat u de verpleegkundige
de benodigde regelruimte geeft om samen tot excellente zorg
te komen!
Lidy Schoolkate,
Projectleider Excellente zorg MST
Vandaag, op 28 november 2013, staat Medisch Spectrum Twente alweer voor het
derde achtereenvolgende jaar in het teken van Verpleegkundig leiderschap vanuit
Best Practice Units. Bij de zogenoemde ‘BPU’ wordt bottom-up aan verbeterprocessen
gewerkt. Een professionaliseringsslag vanaf de werkvloer. Verpleegkundigen worden
gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit van zorgverlening,
opleiding en onderzoek.
Succes!
4
5
Allereerst hebben we een kernteam BPU geformeerd. Dit team
houdt zich bezig met de ontwikkeling van de BPU-scholing, de
implementatiefase en het signaleren van behoefte.
Als eerste opdracht is een profiel van de BPU-begeleider
opgesteld. Daarna zijn alle leidinggevenden van MST bijgepraat
over het belang van de Best Practice Unit ontwikkeling en
aansluitend is de werving gestart. In september 2011 is een
kleine delegatie naar Birmingham gegaan om aldaar een bezoek
te brengen aan University Hospital Coventry & Warwickshire
en Birmingham City University, om te leren van de Engelse
gezondheidszorg, hoe zij omgaan met veranderingen en
vernieuwingen. Dit was een groot succes en daarom werd het
bezoek nog twee keer herhaald. De laatste keer is ook
een bezoek aan ‘Nurse Led Hospital’ gebracht. Dit
ziekenhuis wordt gerund door verpleegkundigen.
In november 2011 is gestart met een mini-
symposium, de scholing voor BPU-begeleiders
startte een maand later. In totaal zijn vijf groepen
verpleegkundigen geschoold, wat neer kwam
Na het succes van de Best Practice Unit (BPU) van het RAAK-project bij de afdeling
Orthopedie is besloten om dit project ziekenhuisbreed uit te te rollen in 2011. Na het
ontwikkelen van een kapstoknotitie, een plan van aanpak en een definitief akkoord,
zijn we van start gegaan.
Projectleiding
Verpleegkundig excelleren vanuit Best Practice Units
op 56 verpleegkundigen van 25 verpleegafdelingen. In drie
maanden tijd, met acht bijeenkomsten van vier uur, zijn tijdens
de scholingen de volgende onderwerpen behandeld: Innovatie,
Evidence Based Practice, Begeleiden van veranderingen /
Verpleegkundig leiderschap, Opstellen verbeterplan, Van doel
naar resultaat naar indicator, Groepsdynamica, Publiceren en
Presenteren en als afsluiting van de scholing de
presentatie van het implementatieplan. Na de
scholing werden de BPU-begeleiders het eerste jaar
ondersteund door een coach van Saxion die helpt bij
het implementatieplan door vragen te stellen, mee
te denken en te adviseren. Ook is een adviesgroep
opgericht die ondersteuning verleent bij onderzoek
en implementatieprocessen.
Trots zijn we op de erkenning van het NIAZ en het
feit dat STZ het project ‘een parel’ voor het ziekenhuis vindt. Niet
alleen de inhoudelijke onderwerpen zijn tot leven gekomen, ook
de persoonlijke ontwikkeling van verpleegkundigen is zichtbaar.
Deze ideeën en de realisatie vormen de verdere inhoud van deze
glossy. Via deze weg willen we alle betrokkenen bedanken voor
hun inzet bij de BPU-ontwikkeling!
Trot
s
Marieke van Dort
programmamanager BPU MST
Paul Oosterholt
projectleider BPU Saxion
6
Adviesgroep
Adviesgroep Best Practice Units
Belangrijke leerpunten worden al
gegeven bij het formuleren van de
onderzoeksvraag. Als de onderzoeksvraag
niet goed is opgesteld, achtervolgt dat
je gedurende het hele traject. Epidemiologen
Marjolein Brusse en Job van der Palen, die de onderzoeksfase
ondersteunen, zien het aantal consulten stijgen. Sandra Koster
adviseert over het doen van onderzoek door verpleegkundigen.
Na het formuleren van de onderzoeksvraag wordt ondersteuning
verleend voor weergave van de onderzoeksresultaten. Daarnaast
wordt de adviesgroep ingezet vanwege hun netwerk, zodat BPU-
De adviesgroep BPU ondersteunt BPU-begeleiders
in de ontwikkeling binnen de eigen afdeling, maar
ook buiten de eigen afdeling. De adviesgroep komt
tenminste vier keer per jaar bij elkaar op verzoek
van de BPU-begeleiders. De BPU-begeleiders
kunnen hun idee, implementatieplan,
onderzoeksvragen en producten,
zoals folders, richtlijnen,
presentaties en publicaties
voorleggen ter beoordeling
en advies.
begeleiders weten bij wie ze moeten aankloppen,
bijvoorbeeld als ze vastlopen bij de implementatie.
Vooral HR-adviseur Astrid Jurgens en Adviseur
kwaliteit en veiligheid Marianne Kooistra geven tips en
handreikingen voor het bereiken van een andere insteek.
Verder draagt de adviesgroep vooral bij aan de inhoudelijke
kennis rondom het BPU-traject, groepsdynamica en
implementatiestrategieën. Paul Oosterholt en Marieke van Dort
worden regelmatig ingeschakeld om tips en trucs te geven en om
het verbeteridee vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.
Het stellen van vragen helpt om met een helicopter view naar de
verandering te kijken.
We zien dat er gebruik wordt gemaakt van de ondersteuning
van de adviesgroep. De leden van de adviesgroep hebben als
gastdocent kennisgemaakt met de scholingsgroepen tijdens de
BPU-scholing. Dit werkt drempelverlagend om daarna contact
te zoeken. Het is leuk om ‘out of the box’ te denken en om
te adviseren met een team dat qua samenstelling heel divers
is. Binnen MST zou veel meer gewerkt moeten worden met
expertteams aanvullend op een project.
Kernteam
Best Practice Units
7
Sandra Koster
Ik ben werkzaam als
verpleegkundig specialist
binnen de thoraxchirurgie en
daarnaast een dag per week
werkzaam als verpleegkundig onderzoeker. Mijn affiniteit
binnen (verpleegkundig) onderzoek ligt hoofdzakelijk op
het gebied van de ouderenzorg met onderwerpen als
delirium, functieverlies en vallen.
Astrid Jurgens-Gotink
Als HR-adviseur houd ik mij bezig met advisering ten aanzien
van allerlei personeelsaangelegenheden. Onderwerpen als
ontwikkeling, cultuur en groepsdynamiek komen daar bij aan
bod. Daarnaast heb ik een
rol in een aantal MST-brede
onderwerpen, waaronder
BPU, om bij te dragen aan de
ontwikkeling van een goed HR
MST-beleid en ook de verbinding
tussen theorie / beleid en de
praktijk, de werkvloer, te borgen.
Marianne Kooistra
Na mijn studie Gezondheids-
wetenschappen, werk ik nu
ruim twee jaar binnen MST als
adviseur Kwaliteit & Veiligheid
bij de Stafdienst Kwaliteit & Veiligheid. Binnen MST houd
ik me bezig met ziekenhuisbrede onderwerpen. Zo
coördineer ik ons patiëntervaringenonderzoek (de CQI-
Ziekenhuizen), de interne NIAZ-audits en het DBS. Tevens
ben ik project leider CQI-Z voor Santeon. Tot slot houd ik me
bezig met kwetsbare ouderen, enkele protocollen, zaken
rond het levenseinde.
Marjolein Brusse
Job van der Palen
Wij zijn als epidemiologen
werkzaam bij Medical School
Twente. Daar ondersteunen wij bij vragen over een onder-
zoeksopzet, het ont werpen van
een onderzoeks protocol, de manier
van data verzameling, statistiek en
het opschrijven van resultaten in
een verslag of artikel. Maak tijdig
in je onder zoeksfase gerust een
afspraak voor onze ondersteuning.
Paul Oosterholt
Ik ben verpleegkundig specialist
(MANP) GGZ, en als docent
ver bonden aan Saxion. Na mijn
Masteropleiding Advanced
Nursing Practice (MANP) van Saxion heb ik onderzoek gedaan
naar Best Practice Innovaties binnen zorginstellingen. Ik werk
als docent aan de MANP opleiding, hbo-v, differentiatie GGZ
en als projectleider BPU. Mijn uitdaging als projectleider is om
de deelnemers vanuit de eigen kwaliteiten bewust te laten
worden van de omgevingsfactoren die veranderingen kunnen
blokkeren en van daaruit adequate oplossingen te bedenken.
Marieke van Dort-Methorst
Binnen de BPU-ontwikkeling vervul ik de rol van program ma -
manager BPU vanuit Medical School Twente. In MST ben ik
als beleidsadviseur Zorgopleidingen actief en tevens
betrokken bij diverse MST-brede onderwerpen en ver-
ander projecten. Mijn verpleegkundige en verplegings -
wetenschappelijke achter grond
is hierbij van grote waarde.
Theorie, praktijk en onderzoek
bij elkaar brengen door kennis
te delen en verpleegkundig
leiderschap te tonen is de
mooie uitdaging!
Adviesgroepleden
8
Met tevredenheid kijken wij terug op het verloop van het BPU Excellente zorg. Voor
Saxion is het mogen bijdragen aan het BPU-programma een verrijking om, met en voor
verpleegkundige professionals, veranderings- en innovatieprocessen te bespreken en
te analyseren. Het programma biedt niet alleen voor onderzoekers en docenten, maar
ook steeds meer voor onze studenten, een geweldige omgeving om praktijkgericht hun
deskundigheid te bevorderen.
Voor studenten is het uitermate aantrekkelijk om in
opleidingsfase een bijdrage middels toegepast onderzoek te
mogen leveren aan de verbetering van patiëntenzorg. Op deze
manier leiden we in gemeenschappelijkheid zorgprofessionals
op, die niet alleen kunnen inspelen op de huidige kwaliteitseisen,
maar zich uitermate bewust zijn van de complexiteit van
veranderingen in de nabije toekomst.
In het project zijn de afgelopen twee jaren ongeveer zestig
verpleegkundigen geschoold om als BPU-facilitator op hun
eigen verpleegafdeling veranderingen te kunnen
doorvoeren. Daarbij enerzijds ondersteunt door
hbo-v studenten die ‘evidence’ middels
onderzoek leverden, anderzijds gecoacht
door docenten vanuit Saxion om met
obstakels en tegenslag om te gaan. Zelf
heb ik mogen ervaren dat een interessant
onderdeel van het scholingstraject
bestond uit even ‘out of the box’ te gaan
door een bezoek te brengen aan Engeland.
Waar onder de bezielende leiding van
Bestuurder Saxion
Buren
prof. Joy Notter en Inge Geerink University Hospital Coventry
& Warwickshire (CWUH) en Birmingham City University werd
bezocht. Verpleegkundigen van MST kregen de kans een
dagdeel mee te werken op een afdeling van dit universitaire
ziekenhuis. Door afstand te nemen van de eigen omgeving
en zich te verdiepen in het zorgsysteem van een andere
samenleving wordt een basis gelegd voor nieuwe inzichten
en andere toepassingen in de praktijk van alle dag.
Het is een succesvol project gebleken met volop kansen
om verder te ontwikkelen en uit te breiden. Met het oog
op de veranderingen in onze samenleving zullen wij,
MST en Saxion, samen op moeten trekken om excellente
verpleegkundigen af te leveren. Verpleegkundigen die om
kunnen gaan met de verzakelijking van patiëntenzorg, waarbij
meten en bewijsvoering wordt gecombineerd met goede
zorg voor patiënten en naasten. De verpleegkundige van
de toekomst is communicator, samenwerker, organisator,
gezondheidsbevorderaar, reflectief beroepsbeoefenaar,
praktijkonderzoeker en professional (V&V 2020, deel 3, 2012).
Een mooie uitdaging!
Drs. Rients Jorna
Saxion
(Wnd) Directeur Academie
Gezondheidszorg
9
Bestuurder Medisch Spectrum Twente
Samen verbeteren
Voor MST is het BPU-project in meerdere opzichten belangrijk.
De patiëntenzorg wordt geoptimaliseerd dankzij het maximaal
gebruik van de kennis en expertise van zorgprofessionals.
Daarnaast zorgt het project voor persoonlijke ontwikkeling van
de medewerkers, die dankzij de samenwerking met Saxion een
opleiding kunnen volgen, leren hoe praktijk gericht onderzoek
verricht moet worden en hoe het is om ver antwoordelijkheid
te nemen in het verbeteren van zorgprocessen. MST maakt
op die manier optimaal gebruik van de aanwezigheid van
vakinhoudelijk leiderschap en expertise en creëert voor zichzelf
een aantrekkelijk werkgeverschap, waardoor zowel patiënten
als zorgprofessionals voor MST kiezen. Bovendien is het BPU-
project een uitstekend praktijkvoorbeeld dat aansluit bij de
ambitie om het beste verbeterziekenhuis van Nederland
te zijn.
We zijn zeer trots op het aantal gepassioneerde
verpleegkundigen dat met daadkracht een BPU-project heeft
opgepakt. We zijn ook trots op de leidinggevenden, die vanuit
een coachende rol ruimte hebben gegeven aan en zijn ingegaan
op de behoefte van de BPU-begeleiders.
BPU is één van de projecten binnen MST, die in 2010 zijn opgezet onder de noemer Excellente zorg en
is onderdeel van de hele verbetercyclus binnen MST. In de kapstoknotitie ‘Verpleegkundig excelleren
in MST’ is richting gegeven aan de vele initiatieven die rondom excellente zorg zijn gestart, zoals het
coachingstraject voor verpleegkundigen en de ontwikkeling van onderzoekslijnen. Het BPU-project is
echter het ultieme project waar de acht magneetkenmerken van excellente zorg samen komen, waaronder
autonomie en mogelijkheden tot leren en ontwikkeling die leiden tot verpleegkundig leiderschap.
Aandacht voor verbetering en dit met daadkracht omzetten in
veranderingen, is een hele uitdaging. Onderbouwd met
gedegen onderzoek, heeft het BPU-project geleid tot grote
verbeteringen voor de patiëntenzorg. ‘Verpleegkundig
leiderschap sta voor je vak’, een beter passende naam kon er
niet aan worden gegeven! Het zou fantastisch zijn als deze
verbeterbeweging gecontinueerd wordt binnen ons ziekenhuis,
maar ook daar buiten. Door het organiseren van deze conferentie
hopen we ook andere zorginstellingen tot actie aan te zetten,
opdat de totale landelijke patiëntenzorg verbeterd wordt en
daarnaast het beroep van verpleegkundige interessant(er)
wordt. Dat laatste is met het oog op de vergrijzing, zeker
geen onbelangrijke wens.
Hopelijk enthousiasmeert deze conferentie jullie en zet
het aan tot nog meer dynamiek op het gebied van het
verbeteren van de patiëntenzorg. Het BPU-project heeft
bij ons in ieder geval aangetoond dat verpleegkundigen
zelf in staat zijn om verbeteringen door te voeren, op basis
van de combinatie van zowel wetenschappelijke als eigen
vakinhoudelijke kennis, ervaring en leiderschap.
Bas Leerink
Medisch Spectrum Twente
Voorzitter Raad van Bestuur
10
werd, werden er ad hoc noodoplossingen gemaakt
die niet overlegd waren. De communicatie verliep
veelal top-down. Dat hebben we omgedraaid en
met de kennis en kunde van de werkvloer zijn we
tot een oplossing gekomen. Daar zijn we trots op.
Het voordeel voor de patiënt is dat eenduidig
handelen zorgt voor heldere communicatie, wat de
patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg ten goede
komt. De patiënt weet nu bij aankomst en vertrek
van de HCK wat er gedaan gaat worden en gedaan is en kan zo
nodig vragen stellen ter geruststelling. Tevens vergroot het een
positieve werksfeer wat indirect ook invloed heeft op de zorg
voor de patiënt.
De VIM-meldingen omtrent de communicatie, samenwerking en
patiëntveiligheid willen wij met minimaal 50% laten dalen. Het
dient als indicator en heeft een signaalfunctie. Wij verwachten
dat de samenwerking tussen de verschillende disciplines positief
verbeterd door de invoering van de richtlijnen.
Wij blijven meedenken in de veranderingsprocessen op de
werkvloer en hopen op erkenning van het
belang van de inzet en betrokkenheid
van verpleegkundigen bij het
invoeren van veranderingen. We
moeten blijven communiceren
met de verschillende betrokken
disciplines, opdat we allemaal
hetzelfde doel nastreven
en uitdragen.
Door overdrachtsmomenten te integreren binnen het bestaande
zorgpad van de verschillende cardiologische ingrepen, levert dit
een eenduidige overdracht op van en naar de HCK. Daarmee
worden onvolledige overdrachten ondervangen en wordt de
multidisciplinaire samenwerking versterkt. Bovendien waarborgt
het de patiëntveiligheid en bevordert het de kwaliteit van
A2 Cardio-Thoracale chirurgie
Verbeterplan voorcommunicatie
zorg. We hebben collega’s gecoacht en gestimuleerd om de
communicatie te verbeteren en te werken volgens de nieuwe
werkwijze, inclusief verbetertrajecten waarbij we ook het
verpleegkundig team hebben betrokken. Voor ons was het
de uitdaging om de regie in handen te houden. Doordat de
behoeftevraag voor verbetering van de werkwijze steeds groter
Wij hebben een communicatieverbeterplan opgesteld om onduidelijkheden in
de overdracht weg te nemen tussen de afdelingen A2 (interventiecardiologie) en
HCK (hartcatheterisatie kamers). Dat er communicatie-issues zijn, blijkt onder
meer uit de enquête en het aantal Veilig Incident Meldingen (VIM).
Krista Jaspers
Suzan Wessels
Elisa van Zonneveld
Hea
rt f
or B
PU
11
Veranderingen doorvoeren in een grote organisatie houdt in
dat je te maken hebt met verschillende belangen en meerdere
partijen. Voor ons is het een leerpunt dat we de betrokken
partijen beter in kaart brengen, zodat we op de hoogte zijn bij
wie we waarvoor moeten zijn. En we leren wat de standpunten
van de betrokken partijen zijn.
Het doel is om te komen tot gestandaardiseerde verpleegkundige
verslaglegging, zodat iedereen volgens dezelfde richtlijnen
rapporteert en vooral ook om een beter overzicht te krijgen over
de patiënt. In overleg met de adviseur kwaliteit en veiligheid,
verpleegkundige, arts en verpleegkundige specialisten hebben
we bepaald aan welke punten de richtlijnen moeten voldoen.
Naarmate in meerdere lagen van de organisatie bekend werd
dat ons project inhield dat er een aanpassing gemaakt moest
worden in het digitale verpleegkundige dossier, ging de
stafdienst kwaliteit en veiligheid hier niet mee akkoord.
Zij vonden dat rapportage voor alle afdelingen uniform
moest zijn. Helaas kunnen we nu niet achterhalen
of onze opgestelde richtlijnen daadwerkelijk meer
overzicht over de patiënt gaat geven, en of de
communicatie zal verbeteren. Nu proberen we middels
een andere route het belang van ons project aan te tonen, met
het oog op het verbeteren van de patiënttevredenheid en de
continuïteit van zorg. Middels een goed overzicht over de patiënt
kunnen we immers ook veiliger werken.
Door de verbeterde communicatie tussen professionals onderling,
voelt de patiënt zich vertrouwd en veilig. Verpleegkundig
Het BPU-traject ‘verpleegkundige verslaglegging’ betekent voor ons dat we samen
met ons team, vanuit ons positivisme en enthousiasme, de mogelijkheid creëren
om vanuit onze rol als verpleegkundige de kwaliteit van zorg te verbeteren.
Naam---
Beroep & afdeling---
A3 Heelkunde
Door positivisme onze cirkel van invloed vergroten
Loes Oude Vrielink
Anneke Raaben
Inn
over
endleiderschap wordt gestimuleerd. Verpleegkundigen
leren van elkaar en leren dat ze direct invloed uit
kunnen oefenen op de zorg voor de patiënt. Als
enthousiasme uitgedragen wordt, is een afdeling
meer in de belangstelling en is het aantrekkelijk
om op die afdeling te werken. We zijn trots op het
vertrouwen in onszelf en dat we door dit positivisme
onze cirkel van invloed hebben vergroot.
We zien als toekomstdroom dat verpleegkundigen
die op onze afdeling werken, de kwaliteit van zorg op de eerste
plek hebben staan en dat ze vanuit dat besef beslissingen maken
en verbeteringen inzetten. Dankzij de bottom-up management-
benadering, oefen je vanaf de werkvloer invloed uit op het
zorgproces van de patiënt, waardoor de patiënttevredenheid
zal toenemen.
12
Aan ons de taak om te bekijken waarom de afspraak uit het
klinisch pad niet wordt nagekomen en waar verbeteringen
aangebracht moeten worden. We zijn vol overgave aan de slag
gegaan. Ter verbetering van de afdeling hebben we collega’s
gestimuleerd en geënthousiasmeerd om het maximale uit zichzelf
te halen.
We hebben gekozen voor het doorvoeren van een wijziging in
het klinisch pad en de ontslagprocedure. Bovendien willen wij alle
disciplines opnieuw informeren over de juiste werkwijze van het
klinisch pad. Bij uitvoering van de juiste manier, blijkt het namelijk
wel degelijk haalbaar dat de patiënten rond de zevende dag naar
huis kunnen.
We hebben geleerd elke dag opnieuw kritisch naar
het zorgproces te kijken en daarbij te zoeken naar
accenten die verbeterd kunnen worden, om
zodoende de kwaliteit van zorg te optimaliseren.
We zijn trots op de hoeveelheid energie die we
in dit project hebben gestoken en op het resultaat
dat de BPU met zich heeft meegebracht voor de afdeling, het
ziekenhuis en de verpleegkundige beroepsgroep. De patiënt
ziet dagelijks een positief en enthousiast team klaar staan
waarop ze kan vertrouwen dat wij het maximale er uit halen.
De verpleegkundigen hebben zelf de regie in handen om dingen
te kunnen veranderen op basis van onderzoek. Hierdoor krijgt de
gehele verpleegkundige beroepsgroep een boost!
Wij hopen dat door middel van de veranderingen die
aangebracht worden met de BPU, iedereen het nut, plezier en de
uitdaging ziet om hiermee aan de slag te gaan!
Onze tip: Laat je informeren en kijk wat je zelf kunt doen om
deel uit te maken van deze druppel! Iedereen kan hierin wat
betekenen en voor iedereen is een rol weggelegd. Blijf kritisch
kijken naar het zorgproces en naar je eigen handelen.
Conform het klinisch pad, moet een COPD-patiënt na zeven dagen worden
ontslagen. Wij hebben geconstateerd dat die afspraak niet wordt nagekomen.
Een klinisch pad bestaat uit multidisciplinaire afspraken voor een specifieke
patiëntencategorie die in een dossier worden vastgelegd.
Wendy Bokxem
Robert Davina
Inn
over
end
A4 Longgeneeskunde
Opnieuw informeren over de juiste werkwijze
13
DEMO, de dagevaluatie met de patiënt, als uit het
ontslaggesprek worden geanalyseerd en besproken
in een werkbespreking. Mogelijke veranderingen
kunnen hierdoor snel doorgevoerd worden. Met
dit alles wordt niet alleen de patiënttevredenheid
verbeterd, maar ook de werksfeer met de collega’s
onderling.
We hopen dat al deze maatregelen uiteindelijk
tot minder klachten leiden en dat patiënten met een
goed gevoel terugkijken op hun opname in Medisch
Spectrum Twente.
Alleen al door jezelf klantvriendelijk te profileren, kun je het
verschil zijn voor een positieve ervaring van de patiënt. Hou het
klein, hou het bij jezelf!
We zijn gaan werken aan de hand van DEMO: Dag Evaluatie
Medewerkers Onderling. Middels DEMO werden we ons bewust
van onze eigen houding ten opzichte van de patiënt, maar ook
ten opzichte van elkaar. Daarnaast zorgt DEMO er voor dat het
geven van feedback in het team gemakkelijker is geworden.
We zijn ook gestart met de dagevaluatie met de patiënt. De
patiënt krijgt iedere dag de mogelijkheid om positieve en
negatieve ervaringen uit te spreken waarop direct actie kan
worden ondernomen. Door het starten met spiegelgesprekken
kregen we beter inzicht in de ervaringen van de patiënt op onze
afdeling en de verbeteringen die zij graag zouden willen zien.
Heel belangrijk voor ons was het
onderdeel groepsdynamica.
Hoe reageren mensen op
elkaar, waarop reageren ze,
waarom wel en waarom
niet.
Wij zijn trots op het feit
dat DEMO een vast deel
van de werkdag is en dat het gedragen wordt door het team.
De meeste collega’s zijn enthousiast en zien de meerwaarde
er van in. We bespreken de knelpunten, zodat we ze kunnen
verbeteren of veranderen. Ook hebben we geconstateerd dat het
aantal ontslagevaluaties dat wordt afgenomen sterk is verhoogd,
dat vinden we erg positief. Verbeterpunten vanuit zowel
Als BPU-project zijn wij op onze verpleegafdeling aan de slag gegaan met het
onderwerp ‘klantvriendelijkheid’. Doordat dit project voor de hele afdeling
geldt, wordt het ook breed gedragen door het team en konden aanpassingen
makkelijk geïmplementeerd worden.
A5 Orthopedie
DEMO is nu een vast onderdeel van de werkdag
Gerardi Hooijsma
Diane ter Huurne
Henriëtte van Blaaderen
Exc
elle
nte
zor
g
14
We zijn begonnen met het opstellen van een werkinstructie voor
de Vista® kraag. In deze instructie staat het medisch beleid en
een stappenplan voor de verpleegkundige. Deze werkinstructie
gaan wij implementeren en komt (later) beschikbaar in het DBS
(Document Beheer Systeem).
Uit de vragenlijsten (gericht aan SEH, IC, D4 en B4) blijkt dat de
B4 Neurochirurgie / neurologie
Eenduidig beleid zorgt voor enthousiasme
verpleegkundigen niet voldoende frequent in aanraking komen
met de Vista® kraag, om er echt bedreven in te geraken. Dit
met uitzondering van de afdeling B4, die we voor dit onderzoek
naar een expertfunctie willen tillen. Verpleegkundigen van B4
krijgen een scholing rondom de Vista® kraag en moeten deze
jaarlijks herhalen, zodat ze bekwaam blijven om deze specifieke
handeling te kunnen blijven uitvoeren. De eerste scholingsronde
Voor ons BPU-project hebben we ons ten doel gesteld om eenduidig beleid
op te stellen voor de conservatieve behandeling van wervelfracturen. Er is
namelijk nog geen documentatie of beleidsvoering hieromtrent.
Gea Koerssen
Manon Krol
Sharon van der Tuin
Ste
ek je
nek
uitnemen wij voor onze rekening, waarbij we
deskundigen inschakelen zoals de neurochirurg en
de leverancier van de kragen. Beiden tonen interesse
en bereidwilligheid.
In het begin van ons project liepen we tegen veel
weerstand van onze collega’s aan, maar naarmate
het project vorderde draaide dat om en moest het
team zelfs getemperd worden in hun enthousiasme.
Het liefst zou men de werkinstructie en de instructie-
kaart nu al willen gebruiken! Wij zijn echter van mening dat dit
pas kan wanneer men de scholing heeft ondergaan. Deze moet
nog ingepland worden. Hoe om te gaan met weerstanden en hoe
mensen in het proces van verandering mee te krijgen is voor
ons leerzaam en uitdagend geweest.
Wij zijn nu al trots op wat we bereikt hebben en daar draagt
de positieve feedback die we kregen van ons team, de
neurochirurgen en het management aan bij. Als afdeling zijn we
ook trots dat wij op het gebied van de cervicale wervelfractuur
de expertfunctie gaan invullen. De patiënt profiteert er ook van,
doordat hij goed geïnformeerd, geïnstrueerd en voorbereid
huiswaarts gaat.
In het kader van ons BPU-onderwerp
willen we nog graag een
patiënten folder ontwikkelen
en de voorlichting extramuraal
uitbreiden, zodat we ook de
wijkverpleegkundige op de
hoogte stellen.
15
Het doormaken van een delier is een nare ervaring voor de
patiënt en zijn naaste(n) en het geeft een hoge werkdruk voor
de verpleegkundige. Vaak kwam de verpleegkundige pas in actie
nadat de patiënt de eerste tekenen van verwardheid vertoonde.
Door middel van het geven van klinische lessen hebben we de
kennis omtrent de verpleegkundige preventieve maatregelen
vergroot. Dit hebben we gedaan naar aanleiding van een
nulmeting, waaruit bleek dat er een kennistekort bestond
ten aanzien van de inzet van preventieve verpleegkundige
interventies ter voorkoming van een delier. Ook de
verpleegkundigen van de preoperatieve screening kregen
een klinische les aangeboden. Zij signaleren als
eerste dat een patiënt een verhoogd risico
heeft op een delier en kunnen direct
actie ondernemen. We hebben
een nieuwe voorlichtingsfolder
ontwikkeld voor de patiënt en
zijn naaste(n), met preventieve
maatregelen voor opname in
het ziekenhuis.
Het hele BPU-traject was een leertraject voor ons en een
uitdaging om stap voor stap aan verbeteringen te werken. We
hebben geleerd dat we veel kunnen bereiken door samen te
werken met collega’s van andere disciplines. We zijn trots op ons
team. Zij stonden open voor veranderingen en feedback. Ook
steunden zij ons in het verbetertraject.
Voor ons BPU-project stellen we de delirante patiënten binnen onze
vaatchirurgische patiëntencategorie centraal, met als doel de bewustwording van
het eigen handelen en de inzet van preventieve maatregelen te verhogen van de
verpleegkundigen in het team.
Naam---
Beroep & afdeling---
C3 Vaatchirurgie
Streven naar minder delirante patiënten
Bew
ust
wor
din
g
Rita Schotman
Inge Slagman
Door betere inzet van preventieve maatregelen en
bewustwording van verpleegkundig handelen, wordt
er betere kwaliteit van zorg gegeven. Uiteindelijk
zijn er minder (ernstige) delirante patiënten op
de afdeling. Door vroegsignalering hopen we op
tijd interventies toe te passen, zodat als het delier
zich aandient dit niet erger wordt voor de patiënt.
Het verminderde aantal delirante patiënten leidt
uiteindelijk tot een lagere werkdruk en meer plezier
in het werk. Minder delirante patiënten betekent
ook minder complicaties en een kortere ligduur. Uiteindelijk zal
dit samen kostenverlagend werken voor MST.
Onze droom is dat we door middel van metingen kunnen
aantonen dat het aantal delirante patiënten ook daadwerkelijk
verminderd is en de kwaliteit van zorg daarmee verbeterd.
16
Annelien Meier
Janneke Nooteboom
De extra handelingen zijn vervelend voor de ex-patiënt en
diens betrokkenen, de thuiszorgmedewerkers en de zieken-
huismedewerkers die de oproep ontvangen. Behalve een
verslechtering van ons imago, hebben de oproepen als gevolg
dat het verstoring oplevert bij de patiëntenzorg op dat moment.
Er kan niet altijd antwoord gegeven worden op de vraag van de
ex-patiënt of thuiszorgmedewerkers omdat niet alle benodigde
informatie meer voorhanden is.
Onze onderzoeksresultaten liggen bij Transferpunt. Zij regelen
het inschakelen van de nazorg voor patiënten die na
ziekenhuis opname naar huis gaan. Transferpunt
neemt onze punten mee in de ontwikkeling
van het digitale verpleegkundige
nazorgformulier.
Door veranderingen binnen ons eigen
team en binnen MST, bleken onze vooraf
bedachte denkbeelden over ons plan
niet haalbaar te zijn. Hierdoor hebben
Uit ons onderzoek blijkt dat op onze afdeling de verpleegkundige niet een duidig
omgaat met de ontslagprocedure van de COPD-patiënt. Daardoor ont staan
hiaten in de overdracht van het ziekenhuis naar de thuissituatie. Hierdoor bellen
patiënten of de thuiszorg met regelmaat na ontslag van de patiënt voor aanvullende
informatie terug naar onze afdeling. Dit is gemiddeld één telefoontje per drie ontslagen.
C4 Longgeneeskunde
Hiaten wegnemen rondom ontslagoverdracht
we geleerd flexibel om te gaan met ons project en niet te veel
en tegelijk te verwachten van de organisatie, ons team en het
tijdschema.
Het resultaat is een eenduidige digitale overdracht, zodat
ook nieuwe medewerkers of medewerkers die van afdeling
veranderen, op dezelfde manier werken. Als de overdracht op de
juiste manier verloopt, merkt de patiënt hier juist niks van en zijn
er geen hiaten.
We zijn er trots op dat we ons voordeel hebben gedaan met de
ontwikkelingen binnen het ziekenhuis op het gebied van de ont-
slagprocedure, door contacten te leggen met andere afdelingen.
Wij hebben geleerd om flexibel om te gaan met veranderingen
en niet alles gelijk te willen regelen. Wij streven er naar om verder
te gaan met het onderwerp ontslagprocedure, waarin nog veel te
verbeteren valt. Bijvoorbeeld medicatie bij ontslag.
Daarnaast is het onze missie om veranderingen ziekenhuisbreed
uit te dragen en niet alleen binnen de eigen afdeling te houden.
Invl
oed
17
Een IKP wordt gebruikt bij een ‘gecompliceerde patiënt’, die
bijvoorbeeld een lange opname op de Intensive Care met
meerdere complicaties heeft gehad. Op dit moment zijn we bezig
met de uitvoering van het kiezen van de juiste oplossingsrichting.
We hebben op basis van de gezondheidspatronen van Gordon
een enquête gehouden om duidelijk te krijgen wat de huidige
situatie is en welke onder werpen verpleegkundigen belangrijk
vinden. Daarnaast doen we een literatuurstudie naar de eisen
waar een verpleegplan / klinisch pad aan moet voldoen. We
inventariseren tevens bij andere zieken huizen hoe zij omgaan
met de documentatie rondom gecompliceerde patiënten.
Door middel van scholing leer je hoe je een
projectplan moet schrijven en implementeren,
hoe je draagvlak creëert in je team en
hoe de organisatie in elkaar steekt qua
samenwerking tussen verschillende
disciplines. Bovendien versterkt dit de
motivatie, doordat je als verpleegkundige zelf
kan werken aan een verbeterpunt waar jij en je
Met ons BPU-project willen we op de cardiochirurgie een bijdrage leveren aan de
verbetering van het Individueel Klinisch Pad (IKP), bij patiënten die een coronair
bypass en / of hartklepoperatie hebben ondergaan. Als verpleeg kundigen de patiënt
niet kennen, is de informatie uit het verpleegkundig dossier (IKP) afdoende voor een
goed overzicht van de actuele verpleegsituatie.
D2 Cardiochirurgie
Helderheid in verpleegsituatie ‘gecompliceerde patiënt’
collega’s al langere tijd tegenaan lopen. Ook draagt het sterk bij
aan je persoonlijke ontwikkeling.
We zijn trots dat ons ziekenhuis tijd en geld investeert om ver-
pleegkundigen verder te laten ontwikkelen. De patiënt merkt dit
ook en voelt zich veiliger wanneer er eenduidig
gewerkt wordt en hij weet dat de verpleegkundigen
op de hoogte zijn van zijn situatie. Binnen de af deling
zal de medewerkerstevredenheid ook stijgen en
dankzij de betere kwaliteit van zorg wordt de ligduur
van deze patiëntencategorie verkort. Daar komt nog
bij dat de patiënt zijn of haar goede ervaringen deelt
met derden, waardoor er aantrekkingskracht ontstaat
om naar MST te komen voor een behandeling. Door
de samenwerking met het zieken huis, kan Saxion
studen ten hbo-verpleegkunde voor onderzoeks activiteiten
inzetten binnen de BPU.
Wij hopen dat het door ons ontwikkelde document wordt
doorgevoerd binnen alle afdelingen van MST, maar ook in
de rest van alle (Santeon) ziekenhuizen!
Kan
s
Elise Coes
Iris Schoemaker
18
Wouter Bruil
Hester Wittebroek
Naar aanleiding van de resultaten van ons onderzoek, zijn de
volgende conclusies te trekken. Het maakt qua uitzetfouten
nauwelijks verschil of je ’s nachts of overdag de medicatie
uitzet. Wel is gebleken dat het voor onze afdeling erg prettig
is om overdag de medicatie uit te zetten doordat er overdag
een grotere personeelsbezetting is. Overdag kan de medicatie
ook direct worden opgehaald bij de apotheek, of worden
meegenomen door familie.
We zijn er achter gekomen dat het medicatieproces niet alleen
een verpleegkundige taak is. Vanwege de kennis, ervaring en
tijd moet het bij voorkeur weer terug worden gegeven aan de
apotheek. De niet-storen-hesjes geven rust tijdens het
uitdelen van de medicatie.
Vooraf dachten we dat er veel minder
fouten zouden gemaakt worden wanneer
de medicatie niet ’s nachts maar overdag
uitgezet wordt. Dit is echter niet het geval.
Daardoor moesten we verder uitzoeken wat
het daadwerkelijke probleem was. Dat het
Voor ons BPU-project streven we naar een veilig en betrouwbaar medicatie-
proces. Het komt namelijk vaak voor dat er uitzetfouten gemaakt worden
of dat de medicatie überhaupt niet is uitgezet. Met ons plan willen we daar
verandering in aanbrengen.
D3 Acute Opname Afdeling
Medicatieproces teruggeven aan apotheek
medicatieproces volgens ons geen verpleegkundige taak is, mag
geen reden zijn om fouten te maken. Tijdens ons project kwamen
we er ook achter dat er veel medicatie werd weggegooid,
doordat de medicatie soms pas op de afdeling kwam nadat de
patiënt alweer naar huis was. Samen met de apotheek zijn we tot
de oplossing gekomen van voortzetting van de thuismedicatie.
Cijfers lieten zien dat we een flinke kostenreductie hadden
binnen de afdeling.
We hebben aandacht geschonken aan de bewustwording van
de verpleegkundigen, over de risicovolle handeling van het
medicatieproces zodat er veiliger gewerkt wordt en minder
fouten worden gemaakt.
Onze toekomstdroom is dat alle processen rondom medicatie
van opname tot aan ontslag goed en veilig wordt geregeld,
onder andere door het terug te geven aan de personen die
daarvoor de meeste kennis in huis hebben. Wij denken dan aan
de apothekersassistenten. Zij kunnen het hele medicatieproces
bewaken. Ook op de afdeling en inclusief het verifiëren, het
uitzetten en de communicatie met de patiënt voor ontslag.
Dra
agvl
ak c
reër
en
19
Zel
fon
tplo
oiin
g
Suzanne Boxem
Elly Kollenstart
Er was geen evidence based protocol op de afdeling D4 en
binnen MST. Daarnaast is er ook onvoldoende aansluiting van
de ziekenhuisfase naar de revalidatiefase. Daarnaast is er bij
verpleegkundigen en artsen geen eenduidigheid ten aanzien
van zorgverlening aan contusio cerebri patiënten.
We willen de volgende punten verbeteren:
■ een evidence based protocol maken voor patiënten
met een contusio cerebri;
■ betere interdisciplinaire samenwerking binnen MST / D4;
■ beter samenwerking met Het Roessingh.
We willen dat deze patiëntencategorie eenduidige zorg krijgt,
zodat de continuïteit en kwaliteit van zorg gewaarborgd blijft,
dankzij dit protocol.
Het leereffect voor ons: hoe laat je projectmatig je idee en plan
tot stand komen. We hebben geleerd hoe je innovaties imple-
men teert binnen je eigen team en hoe je duidelijke presentaties
geeft om je team te informeren over de vorderingen van je
project.
Wij zijn actief geweest in het ontwikkelen van een protocol voor mensen
met een hersenkneuzing (contusio cerebri). Daarnaast proberen we met
Het Roessingh een samenwerking te creëren, om zo een procedure te
ontwikkelen, waarbij acute fase aansluit op de revalidatiefase.
D4 Neurologie
Juiste zorg op maat voor patiënten met hersenkneuzing
We zijn trots dat het project op een goede wijze is aangepakt,
dankzij een goede planning en aan de hand van een stappenplan.
Het project is enthousiast ontvangen, waardoor ons team ook
goed meewerkte. Het opgezette protocol is uiteindelijk in
gezamenlijkheid tot stand gekomen, waarmee de kwaliteit voor
patiënten met een contusio cerebri verbeterd is. Wij hebben
hierbij weinig weerstand ondervonden. Eenduidig beleid van
zorg, zodat de continuïteit en kwaliteit van zorg gewaarborgd
wordt. Zorg op maat!
We willen een ziekenhuisbreed evidence based practice protocol
voor contusio cerebri patiënten maken, met een onderzoeksplan
en een beleidsadvies van Saxion studenten.
We willen dat het protocol goed wordt gehanteerd
en we zijn er trots op dat het protocol is
opgenomen in het Document Beheer Systeem
(DBS), zodat patiënten met een contusio cerebri
de juiste zorg op maat krijgen. Ook wensen we
dat andere (Santeon) ziekenhuizen er op langere
termijn gebruik van kunnen maken.
20
Onze cijfers hebben we vergeleken met landelijke cijfers en met
behulp van een epidemioloog geanalyseerd. Met deze cijfers en
onze literatuurstudie zijn wij gekomen tot de volgende doelen:
■ juistheid indicatie;
■ reductie in het gebruik en tijdsduur van canules;
■ terugdringen opnametijd en kosten;
■ patiëntencomfort verhogen door alertheid op gebruik van canules;
■ reductie werkbelasting personeel;
■ een hogere alertheid op en preventiebijscholing over
(beginnende) flebitis.
De incidentie van flebitis lag op onze afdeling al onder het
landelijk gemiddelde. Toch willen we het aantal verder
terugdringen door aandacht te geven aan het
vernieuwde protocol ‘Inbrengen / verwijderen
van een perifere canule’. Ook organiseerden we
klinische lessen en deden we mee aan symposia
en conferenties. We hebben posters met de do’s
and don’ts opgehangen en FIP-pasjes uitgereikt.
FIP staat voor flebitis Identificatie Pas. Deze pasjes
hebben we zelf ontwikkeld en zijn gebaseerd op
Vanuit de werkvloer kwamen steeds meer signalen dat ‘canule gerelateerde
bloedbaaninfecties’ (flebitis) een frequent voorkomende complicatie is. Om dit
signaal te onderbouwen hebben we gedurende een periode van zes maanden
gemeten hoe vaak flebitis voor komt en welke factoren hier een rol in spelen.
E2 Cardiologie
Tijdig signaleren en preventie van flebitis
de WIP-richtlijnen. Op de voorkant staan de hygiënemaatregelen
en op de achterkant vroegtijdig signaleren van flebitis. Alle
verpleegkundigen op de afdeling hebben deze pas gekregen om
de alertheid te verhogen. Daarnaast hebben we kritisch gekeken
naar de indicatie van het gebruik van canule en het type canule
(diameter zo klein mogelijk) en of een centraal veneuze lijn te
overwegen is. Door preventie van flebitis wordt veel ongemak
bij de patiënt weggenomen. Flebitis kan leiden tot extra onder-
zoeken, behandelingen, verlenging van de opnameduur, afname
van patiënttevredenheid en extra werkbelasting voor het
personeel. Hierdoor kunnen de kosten van het ziekenhuis ook
flink oplopen. Ten aanzien van het voorkomen van flebitis is er
een positieve tendens ontstaan. Verder hopen we dat het gebruik
van de verschillende canules actueel en bespreekbaar blijft. We
hebben geleerd stapsgewijs en gestructureerd een project op
te zetten. Bruikbare kennis te vergaren en te vergelijken. We
zijn trots op het kunnen toepassen van de verkregen kennis. Bij
het bepalen van het BPU-onderwerp moet er draagvlak op de
werkvloer zijn. Betrek collega’s en stakeholders vanaf het begin
bij het proces. Maak gebruik van de kennis en expertise binnen je
team maar kijk ook organisatiebreed én daarbuiten.
Erik Mast
Marloes Schoppink
Pro
fess
ion
alis
erin
g
21
Binnen het team zijn duidelijke richtlijnen en afspraken gemaakt:
■ voorbespreken artsenvisite en alle verpleegkundige
overdrachten alleen in een daarvoor geschikte ruimte
(deur sluiten);
■ realiseer je welke vragen je de patiënt tijdens de artsenvisite bij
de patiënt op de kamer wilt stellen. Creëer een aparte ruimte
bij erg privacygevoelige vragen;
■ tijdens de artsenvisite wordt het bezoek van medepatiënten
verzocht de kamer te verlaten;
■ deuren sluiten van patiëntenkamers tijdens de artsenvisite en
bij andere overleg- of zorgmomenten met de patiënt;
■ geen mobiele telefoongesprekken op de gang of in
patiëntenkamers.
Door de richtlijnen te communiceren binnen het team kwam er
bewustwording en besef dat onze houding ook moest wijzigen.
Wij zijn trots op de film ‘Privacy van de patiënt’, hierin laten wij
zien wat de huidige en wenselijke situatie is. Aan de reacties
op de film merken we dat het probleem door zorgverleners
herkend wordt. Over privacy met betrekking tot hoorbare
patiëntengegevens is nog maar weinig geschreven. Wij hopen,
door dit onderwerp onder de aandacht te brengen en uit te
Op de afdeling MDL-Reumatologie kwam naar voren dat patiënten het als negatief
ervaren dat ze patiëntengegevens horen die niet voor hen bestemd zijn. Het team heeft
gezamenlijk besloten om een verbetertraject te starten.
E3 MDL-Reumatologie
Hoorbare patiëntgegevens: ongehoord!
dragen, als ziekenhuis een voorloper te zijn.
Binnen opleidingen moet aandacht besteed worden aan hoe
om te gaan met hoorbare privacygevoelige gegevens. Ons
toekomstideaal is dat de film wordt opgenomen binnen de
algemene introductie van MST. Patiënten zullen ervaren dat
zorgverleners respectvol en vertrouwelijk met hun gegevens
omgaan. Persoonlijk zijn wij door de BPU-scholing gegroeid in
communicatie, inzicht, relativeren en uitdragen. Dit kunnen wij in
de toekomst gebruiken om veranderprocessen te begeleiden.
Bew
ust
wor
din
g
Teamhoofd Marty Oude Luttikhuis
Dankzij dit BPU-project, is er op de afdeling E3 veel meer
aandacht voor de privacy van de patiënt. Elke medewerker
is bewuster van zijn handelen met betrekking tot
gevoelige informatie. Ook medici en paramedici
doen automatisch mee, waardoor je wel van een
cultuurverandering kunt spreken. Ik heb veel
waardering voor de wijze waarop onze BPU-
begeleiders dit onderwerp op een professionele
wijze hebben aangepakt!
Ellen Hassink
Anita Mulder
22
Wij wilden dit onderzoeken door het afnemen van interviews
met medewerkers van verschillende ziekenhuizen in Nederland.
Ook hebben wij een literatuurstudie gedaan. Wij hebben
verschillende keren telefonisch contact gehad met Arno Mank
(nurse researcher AMC). Hij heeft veel geschreven over dit
onderwerp. Naar aanleiding van de uitkomsten van de interviews
E4 Hematologie / oncologie
Meer vrijheid, maar ook minder kans op infectiesDe doelstelling van ons BPU-project was het versoepelen van het beleid rondom
beschermende isolatie op de afdeling hematologie / oncologie E4. Tot voor kort werden
patiënten tijdens de omgekeerde isolatie continu verpleegd met schorten en handschoenen
aan. Ook mochten patiënten gedurende de neutropene periode de kamer niet verlaten.
en gesprekken met dr. Schaafsma, hebben we besloten om ons
isolatiebeleid naast het beleid van het LUMC te leggen. Na het
uitvoeren van een nulmeting, hebben we besloten de volgende
zaken te veranderen:
■ patiënten worden alleen nog door verpleegkundigen verzorgd,
die geen andere contactgeïsoleerde patiënten verzorgen;
■ het 100% dragen van schorten en handschoenen
afschaffen. Alleen handschoenen, disposable
schorten en mondmasker dragen bij intensief
contact;
■ patiënten mogen buiten bezoektijden twee
keer een half uur op de gang lopen, mits zij een
mondmasker dragen;
■ handhygiëne moet met 100% geborgd worden;
■ deuren van de patiëntenkamers blijven dicht;
■ geen handen meer geven aan patiënten.
Door de veranderingen die we hebben doorgevoerd, ervaart de
patiënt meer vrijheid, minder psychische belasting en is er minder
kans op infecties. Dit uit zich onder andere in meer aandacht voor
de patiënt en hogere kwaliteit van zorg. We zouden het geweldig
vinden om de uitkomsten van ons onderzoek landelijk kenbaar te
maken, bijvoorbeeld door middel van een artikel in een medisch
tijdschrift of een posterpresentatie ten tijde van een congres.
Wij hebben door dit project geleerd samen te werken met de
artsen en andere disciplines. Tevens hebben we contacten gelegd
met andere ziekenhuizen en daar ons voordeel mee gedaan
(netwerken). Maar ook het schrijven van goede rapportages en
het verzorgen van goede presentaties is een leereffect geweest.
We zijn trots dat we een gedegen onderzoek hebben
uitgevoerd en daardoor een goede rapportage hebben
geschreven. Dit heeft ons vele complimenten opgeleverd.
We hebben de kwaliteitszorg op de afdeling E4 naar
een hoger plan getild. Wel hebben we gemerkt dat het
verrichten van onderzoek veel tijd en energie kost. Het
maken van een goede planning is daarom belangrijk.
In
spir
eren
d
Bianca Fischer
Jacqueline Polman
23
We zagen dat er vaak extra zorg geregeld moest worden voordat
patiënten naar huis konden of dat ze helemaal niet meer naar
huis konden. Dit is niet goed voor het welbevinden van de
patiënt en kwaliteit van leven zoals de patiënt die ervaart.
Als BPU-begeleider heb ik een onderzoek naar dit onderwerp
opgezet, geïmplementeerd en geëvalueerd. Door het
eerder inzetten van fysiotherapie en het aanbieden van
activiteitenbegeleiding heeft de afdeling geprobeerd functie-
verlies bij oude patiënten te voorkomen of te beperken.
Vaak werd fysiotherapie pas later tijdens de opname ingezet,
waardoor er al (langer) sprake was van functieverlies. Voor de
activiteitenbegeleiding wordt gebruik gemaakt van vrijwilligers,
hierdoor blijven de kosten beperkt.
Onze organisatie is door dit onderzoek wakker geschud. Men
heeft ingezien dat er heel wat verbeterpunten zijn ten aanzien
van de zorg voor de oudere patiënt. Voor het ziekenhuis en de
gezondheidszorg betekent het een daling in het percentage
oudere patiënten met functieverlies, een daling van de ligduur en
dus een daling van de kosten.
Op onze afdeling viel het de verpleegkundigen op dat veel oudere zorgvragers
weinig gestimuleerd werden tot activiteiten. Patiënten lagen veel in bed,
verveelden zich en vielen overdag in slaap, waardoor hun dag- en nachtritme
omdraaide. Hierdoor hebben deze patiënten een verhoogde kans op decubitus,
vallen, ondervoeding én het ontwikkelen van functieverlies.
F3 Algemeen interne, infectieziekten, endocrinologie
Functieverlies bij oudere patiënten is te voorkomen
Rap
op
’t h
oes
an
Ik hoop dat mijn onderzoek er toe leidt dat binnen MST
er meer aandacht komt voor de kwaliteit van zorg voor
de oudere zorgvrager. Daarnaast zou ik graag zien dat dit
onderzoek binnenkort herhaald wordt binnen een grotere
patiëntenpopulatie, het liefst in Santeon-verband. Op deze
manier kan er nog meer bewijs worden verzameld wat betreft
het nut en de noodzaak van de genoemde interventies. Op de
langere termijn zou ik graag zien dat er binnen het ziekenhuis
een geriatrisch team wordt geformeerd om de kwaliteit van zorg
voor de oudere zorgvrager te centraliseren en te verbeteren.
We moeten ons blijven realiseren wat de impact van een
ziekenhuisopname voor de oudere zorgvrager is
en met welke mogelijke risico’s deze opname
gepaard gaat.
Dorien van Workum -
Maarseveen
24
De meeste Veilig Incident Meldingen (VIM) bestonden uit
valincidenten. De verpleegkundigen hadden het gevoel dat
ondanks de verpleegkundige interventies (bijvoorbeeld bed laag,
rekken omlaag, bed tegen de muur, snoeren van de grond,
goede schoenen) patiënten alsnog vielen door onvoldoende
toezicht. Daarom bekijken we nu gezamenlijk of valpreventieve
hulpmiddelen in combinatie met verpleegkundige interventies
leiden tot minder valincidenten. Het project bevindt zich in
de onderzoeksfase. Met het team zijn we tot een kernvraag
gekomen en hebben we gezocht naar passende interventies.
Mijn taak is het bijhouden van literatuur met betrekking tot
nieuwe ontwikkelingen binnen valpreventie en het daadwerkelijk
in praktijk brengen van valpreventieve hulpmiddelen.
Voor ons is nu al duidelijk dat het erg
belangrijk is dat wanneer je tegen een
knelpunt aanloopt, je onderzoekt hoe
dit knelpunt is ontstaan. Ook als je een
verbetering wilt aanbrengen, moet je dit
weloverwogen en goed beargumenteerd
richting je teamhoofd / collega’s en
andere disciplines beargumenteren. Ook al
F3 Algemeen interne, infectieziekten, endocrinologie
Valpreventie: voel je veilig in het ziekenhuisBinnen de afdeling Infectieziekten en Endocrinologie ligt de gemiddelde
leeftijd van de patiënt boven 65 jaar. Uit onderzoek is gebleken dat patiënten in
deze categorie een hoger valrisico hebben.
kost het extra tijd, veranderingen aanbrengen kan iedereen,
mits de ideeën goed worden onderbouwd. Ik ben er trots op dat
mijn collega’s enthousiast zijn over het onderwerp en benieuwd
zijn naar het effect van de valpreventieve hulpmiddelen. Voor
de patiënten moeten de maatregelen gaan leiden tot een lager
valrisico en meer toezicht. Hopelijk leiden de uitkomsten van ons
project op den duur tot de implementatie van valpreventieve
hulpmiddelen voor heel MST, waardoor de kwaliteit van zorg en
veiligheid van de patiënt nog beter wordt gewaarborgd. En als
één van de belangrijkste neveneffecten hopen we dat familie,
patiënten en verpleegkundigen zich nog veiliger gaan voelen in
ons ziekenhuis.
Vei
ligh
eid
24
Eva Smitshoek
25
Tijdens de nulmeting werd vastgesteld dat er op dat moment
geen eenduidige zorg werd geleverd aan patiënten met een
depressie. Vanuit het team werd vaak gevraagd om duidelijkheid
en een eenduidige aanpak voor de begeleiding van depressieve
patiënten.
De volgende punten zijn inmiddels op de afdeling gerealiseerd:
■ een standaard verpleegplan dat werkbaar is binnen de
klinische setting;
■ de ontwikkeling van een nieuw plan ten aanzien van
familieparticipatie;
■ het gebruik van foldermateriaal over psycho-educatie;
■ de implementatie van een suïcide quickscan;
■ het updaten van het bestaande
EVV (Eerste Verantwoordelijke
Verpleegkundige) gesprek.
Van een aantal patiënten hebben we
inmiddels feedback ontvangen dat
ze het als zeer prettig ervaren dat het
verpleegplan met ze werd besproken,
De psychiatrieafdeling van MST gaat in de toekomst werken aan de hand van drie
pijlers: stemmingsstoornissen, angst- en paniekstoornissen en psychosomatische
stoornissen. Wij hebben ervoor gekozen om aan de slag te gaan met het onderwerp
‘depressie’, behorend tot de pijler stemmingsstoornissen.
G3 Psychiatrie
Betrokken bij de eigen behandeling
Sam
enw
erki
ng
zodat ze betrokken worden bij hun eigen behandeling. Dit
is uiteraard erg belangrijk, want zorg draait om de patiënt.
Dankzij een duidelijk omschreven stappenplan, voeren alle
verpleegkundigen dezelfde begeleiding uit bij dezelfde patiënt.
Hetgeen zorgt voor stabiliteit en rust. Ziekenhuisbreed zal de
nieuwe aanpak niet direct zichtbaar zijn. Dit komt doordat het
stappenplan is ontwikkeld voor de begeleiding van
een depressieve patiënt. Deze vorm van zorg vindt
alleen plaats op de afdeling psychiatrie. Op andere
afdelingen waar een patiënt is opgenomen waarbij
een depressie aan de orde is, zal de begeleiding in
eerste instantie gericht zijn op het somatische deel.
Het verpleegplan depressie zal daarom in deze vorm
voor andere afdelingen van geringe waarde zijn.
Het project is op dit moment nog niet ten einde.
De familieparticipatie en suïcide quickscan worden
nog geïmplementeerd. Daarnaast wordt ook gekeken naar de
andere pijlers, zoals angst en paniek. De belangrijkste tip is om
te blijven communiceren met het gehele team. Door te blijven
communiceren en het onderwerp levend te houden, verlopen
implementaties beter. Je kunt de feedback makkelijker verwerken
om op die wijze tot het beste resultaat te komen.
Petra Dogger
Marijke Waanders
26
Studiereis BirminghamJaarlijks gaat een aantal verpleeg-
kundigen en leidinggevenden van MST
voor een studiereis naar Birmingham.
Aldaar wordt met een breed gezelschap
ervaren wat de aanwezigheid doet van
een werkomgeving waarin verpleeg-
kundigen gestimuleerd worden
verantwoordelijkheid te nemen voor
de kwaliteit van de zorgverlening,
opleiding en onderzoek.
Een kort verslag van de studiereis
2013, aan University Hospital Coventry
& Warwickshire, Birmingham City
University, Mental Health Trust
Birmingham, Nurse led hospital
Kidderminster.
Psychiatrie
In het Universiteitsziekenhuis
Coventry & Warwickshire
kent men geen psychiatrische
afdeling of PAAZ. Men kent
een psychiatrisch team dat in
consult kan worden gevraagd.
Door de Engelse organisatie van
de geestelijke gezondheidszorg
wordt een groot deel van de zorg
verleend in de thuissituatie of in
een soort poliklinische setting.
Anne-marie Heusinkveld,
PAAZ
27
Nurse Led Hospital
Een kijkje in het ziekenhuis te Kidderminster (Nurse Led
Hospital), leerde ons hoe een ziekenhuis gerund kan worden
door enkel verpleegkundigen en NP-ers. Zij leveren daar
minder complexe zorg waar geen arts aan te pas komt. De
patiënten ervaren de zorg als goed en zeer patiëntgericht.
Er heerst weinig ontevredenheid, wat blijkt uit een gering
aantal klachten. Mocht er een complexe zorgvrager komen,
dan wordt de patiënt doorverwezen naar een ziekenhuis in
omgeving. Wat een droom om daar te mogen werken zeg!
Sharon van der Tuin, Manon Krol en Gea Mulder
B4 Neurochirurgie
Nazorg
De verpleegkundigen in het universiteitsziekenhuis Coventry &
Warwickshire regelen rondom de nazorg eigenlijk niets zelf. Zij
hebben ‘social workers’ die alles regelen rondom het ontslag. Wel
proberen ze bij opname een inschatting te maken hoe lang een
patiënt moet blijven en of er na ontslag extra zorg nodig is. Dit
is vergelijkbaar met het transferpunt van MST, maar het verschil
is dat de verpleegkundigen in Nederland de zorg inventariseren
en een overdracht schrijven. In Coventry & Warwickshire schrijft
de arts een ontslagbrief die met de patiënt meegaat en waarin
is beschreven welke medicatie de patiënt moet gebruiken. Een
verpleegkundige overdracht kent men niet.
Wendy van Boxem- Diekman
Verpleegkundige A4 Longgeneeskunde
28
De vragen die wij onszelf hebben gesteld om tot een heldere
werkwijze te komen zijn:
■ wat verwachten wij als verpleegkundigen van de
contactpersoon?
■ wat zijn de wettelijke regels als het gaat om het verstrekken
van informatie aan (niet) contactpersonen?
■ zijn de patiënt en zijn contactpersoon wel voldoende
geïnformeerd tijdens de opname?
We wilden bereiken dat er een eenduidige manier van
communiceren met de contactpersoon wordt nageleefd.
Daarvoor hebben wij een brochure ontwikkeld die bij opname
wordt overhandigd aan de contactpersoon en de patiënt.
Zo kunnen zij bijvoorbeeld nalezen wat het inhoudt om
contactpersoon van een patiënt te zijn en bij wie ze
met vragen terecht kunnen. Tevens is er voor de
verpleegkundigen en artsen van de afdeling een
richtlijn opgesteld die ingaat op de communicatie
met de contactpersoon en de regels en
afspraken hieromtrent. Hierdoor werken alle
verpleegkundigen en artsen op dezelfde manier.
De brochure bevalt erg goed in de praktijk,
Wij hebben een verbeterproject opgezet binnen de afdeling Nefrologie
omtrent de communicatie door verpleegkundigen en artsen met de (eerste)
contactpersoon van de patiënt.
GB Nefrologie
Optimale communicatie met patiënt en contactpersoon
voor zowel de patiënt en de contactpersoon als voor de
verpleegkundigen. Door te werken aan het project hebben
we veel geleerd over essentiële aspecten van communicatie
tijdens een opname. Het is belangrijk om altijd in de gaten te
houden dat zowel de patiënt als de contactpersoon voldoende
geïnformeerd worden over de stand van zaken. Vraag regelmatig
aan de patiënt of alles nog duidelijk is ten aanzien van zijn of
haar ziektebeeld en behandeling. En als laatste, pols regelmatig
bij de contactpersoon en patiënt samen of er behoefte is aan een
gesprek met de (zaal)arts.
Door het invoeren van de richtlijn is de eenduidigheid binnen
de communicatie met de contactpersonen flink verbeterd.
Tevens vinden er momenteel meer gesprekken plaats tussen
de arts, de patiënt en de contactpersoon, waardoor
contactpersonen meer tevreden zijn over de manier van
communiceren. De patiënt wordt beter voorgelicht over de gang
van zaken op de afdeling, maar vooral ook over zijn of haar
aandoening en de ziekenhuisopname. Het effect dat we beogen
is dat de brochure en de richtlijn in de toekomst ziekenhuisbreed
worden ingezet, zodat optimale communicatie ontstaat met de
patiënt en de contactpersoon.
Com
mu
nic
atie
Inge Borkent
Sandra de Gier
29
We zijn begonnen met het opzetten van het project TBTILAT
(The Best Things In Life Aren’t Things), waarbij de focus ligt op
bewustwording van het gedrag van zorgverleners naar patiënt.
Hierbij is het belangrijk om termen als hoffelijkheid, gastvrijheid,
compassie of patiëntgerichtheid niet alleen te gebruiken, maar
ook concreet te maken.
We hebben dit op verschillende manieren onder de aandacht
gebracht. Zo zijn er nieuwsbrieven voor collega’s opgesteld,
waarin we voorbeelden gaven van patiënten en daarnaast
theoretische achtergronden gaven die voor een groot deel
kwamen uit van het boek van Fred Lee ‘Als
Disney de baas was in uw ziekenhuis,
9½ dingen die u anders zou doen’.
Daarnaast bleek het invoeren van
‘Tijd voor Tienen’ heel effectief
te zijn; aan het einde van een
werkdag geef je in één minuut
aan een collega aan waar je
hem of haar een 10 voor geeft.
Door veranderende visies op de inhoudelijke invulling van de zorg, wordt de nadruk
steeds meer gelegd op ‘meten en weten’. De patiënt beoordeelt zijn ziekenhuisverblijf
echter niet alleen op het medisch handelen, maar ook op de manier waarop ze als
persoon wordt behandeld. Het verschil hierin kan worden gemaakt door kleine
dingen of door bijzondere dingen die niet worden verwacht.
Verloskamers en Kraamafdeling
Kleine dingen die het grote verschil maken
Bew
ust
wor
din
g
Buiten je kaders denken en nieuwe uitdagingen aangaan, geeft
een kick en brengt jezelf ook veel positiefs. We zijn trots op
het feit dat het merendeel van onze collega’s zo positief heeft
gereageerd op het BPU-onderwerp en de manier van werken
is gaan toepassen. In de loop van het project kwam er vanuit
het team steeds meer creativiteit en dachten
we meer out of the box. Ook zijn we trots dat
de patiënttevredenheid duidelijk is gestegen.
In zes maanden tijd is de patiënttevredenheid
(weergegeven als rapportcijfer) toegenomen van
8,25 naar 8,73. En het percentage patiënten dat
de zorg met een 10 waardeerde nam toe van 8,7%
naar 28,5%.
Extra persoonlijke aandacht voor de patiënt leidt tot
optimaler herstel (reductie van stress, het aantal ligdagen
en de hoeveelheid medicatie) en effectievere zorg (betere
onderlinge samenwerking tussen collega’s en minder
klachten en claims) en versterkt de reputatie van Medisch
Spectrum Twente. Het levert meer loyale patiënten en
werknemers op.
Ilse Arav
Helga Teunissen-Borkes
30
We hebben infectiepreventie opgedeeld in acht subdoelen,
waarvan we er inmiddels twee hebben opgepakt in het kader van
BPU. Het eerste subdoel werd het voorkomen en behandelen van
‘rode billen’ (luierdermatitis). Als tweede subdoel werd gekozen
voor het uniform werken rondom en reinigen van de bedplek
(eilandverpleging). Middels literatuuronderzoek en veldonderzoek
zijn we gekomen tot een eenduidig beleid voor beide subdoelen.
Neonatologie
Infectiepreventie bij een kwetsbare patiëntengroepDe afdeling neonatologie kent een kwetsbare patiëntengroep, waarbij infectiepreventie
een belangrijk speerpunt is. Op de afdeling was veel onduidelijkheid onder
verpleegkundigen over diverse aspecten van infectiepreventie.
Gro
ei
Implementatie van dit nieuwe beleid op de afdeling heeft
geleid tot mooie resultaten, minder discussie en een viertal
nieuwe protocollen op de werkvloer. De implementatie van
het vernieuwde protocol ‘rode billen’ heeft geleid tot een
vermindering van de ernst en een significante vermindering
van luierdermatitis. Dit geeft meer comfort (minder pijn) voor
de neonaat, en bevordert het groeien en een sneller ontslag.
De nieuwe werkwijze rondom het tweede subdoel
heeft geleid tot eenduidigheid in het omgaan
en reinigen van materialen rondom de bedplek.
Binnenkort wordt er een instructiefilm gemaakt voor
(nieuwe) medewerkers over het schoonmaken van
de couveuses. Voor de neonaat betekent dit dat er
gewerkt wordt volgens de laatste richtlijnen, om zo
kruisinfecties te voorkomen.
Als BPU-begeleider hebben we kennis gemaakt met
de vele mogelijkheden binnen onze eigen organisatie, denk aan
epidemiologen die kunnen ondersteunen bij ‘evidence based
nursing’. Door samenwerking met studenten van Saxion op de
afdeling was het mogelijk om sneller te komen tot uitwerkingen
van literatuurstudie en metingen. Door een posterpresentatie
met als onderwerp infectiepreventie die we hebben gegeven
tijdens een minisymposium in MST over BPU, hebben ook
externe partijen kennis gemaakt met MST. Eind 2012, tijdens
het symposium ‘Zorg rond de pasgeborene’, hebben we met
een aangepaste versie van deze poster de Truus van Lier prijs
gewonnen.
Dat het onderwerp landelijke aandacht
heeft gekregen, blijkt uit het feit
dat andere ziekenhuizen
inmiddels informatie bij ons
hebben opgevraagd. Het heeft
MST op de kaart gezet en de
moge lijk heden voor verpleeg-
kundigen om hier te groeien
doen toenemen.
Hermien Boulogne
Tanya Butcher
Marion Wissink
31
Dialyse
Vochtgebruik in kaart gebracht: oorzaak en gevolg
We willen onze patiënten ondersteunen om de vochtinname
tussen twee dialyses zoveel mogelijk te beperken, zodat men
zich voor, na en vooral ook tijdens de dialyse beter voelt. Ook
streven we er naar dat de patiënt op zijn streefgewicht (ideale
drooggewicht) uitkomt, zodat extra dialyse niet nodig is.
De patiënt is ons uitgangspunt en vanuit hun ideeën, meningen
en opmerkingen gaan we een plan opstellen om samen met de
patiënt tot een goede samenwerking te komen en zo samen een
oplossing / reden te vinden voor een te groot vochtgebruik en
deze aan te pakken.
We willen samen met de patiënt tot een plan
komen om het opnemen van te veel
vocht tussen twee dialyses in een
week te beperken. De patiënt moet
dit zelf doen en met name voor
de thuissituatie willen we tips en
aanwijzingen geven hoe ermee om
te gaan. We staan nog middenin
het project en inventariseren nu de
feedback van de patiënten, waarom zij
Ons BPU-project richt zich op het ondersteunen van de patiënten in hun
dialysebehandeling en dan vooral op het gebied van therapietrouw, zodat we
daarmee een verbetering creëren van het welbevinden van de patiënt.
zich moeilijk kunnen houden aan de vochtbeperking. Het geeft
meer inzicht in hun proces van ‘ziek zijn’ en wat daar voor hen bij
komt kijken. Met name het sociale aspect is voor hen van grote
invloed, hoe reageert de omgeving op hun ziekte en therapie.
Daarnaast gaan drie hbo-verpleegkunde studenten onze enquête
afnemen, waaruit we hopelijk kunnen achterhalen wat de
oorzaken zijn van het grote vochtgebruik.
Als het goed is, zal de patiënt aan het eind van
ons project ondersteuning krijgen om de
vochtinname te beperken. Dit kan betekenen dat
onze patiënten niet extra hoeven te dialyseren om
op hun streefgewicht uit te komen. Op lange
termijn zal dit klachten, zoals hartfalen en dyspneu
kunnen verminderen.
We hebben als toekomstdroom om een gezondere
toekomst voor onze patiëntendoelgroep te
bewerkstelligen. We willen het belang van de patiënten voorop
blijven stellen en samen met de patiënt, een goede behandeling
starten en vervolgen. Zij kunnen aangeven wat hen bezighoudt.
Samen kom je dan tot een zo optimaal mogelijk behandelplan
voor beide partijen, waarin staat wat je van elkaar verwacht en
mag verwachten.
Eb
en o
verv
loed
Wilma Geerling
Paulien Kolkman
Liset Kraaijenvanger
32
Gynaecologie
Nauwkeurige registratie van de vochtbalans voorkomt problemen
We vroegen ons af of nauwkeurige registratie van in- en
output deze problemen vroegtijdig kan ondervangen. We
hebben het initiatief genomen om dit verder te onderzoeken
en om een protocol ‘Vochtbalans’ te ontwikkelen. Omdat
er geen eenduidigheid was en geen goede afspraken over
verantwoordelijkheden, moest er een richtlijn komen. Uit ons
onderzoek bleek dat er onvoldoende informatie bestond over
de vochtbalans. Om nauwkeurige registratie van de vochtbalans
te optimaliseren hebben we een richtlijn / werkinstructie en een
patiënteninformatiefolder ontwikkeld. Het viel ons vooral op dat
collega’s enthousiast mee gingen denken, toen duidelijk werd dat
met hun inbreng ook daadwerkelijk iets gedaan ging worden.
Het verbeteren van de situatie rondom een onderwerp dat
betrekking heeft op het dagelijks werk spreekt aan.
Naar onze mening is een belangrijke voorwaarde
hiervoor wel dat het onderwerp actueel en relevant
is. Betrokkenen moeten goed geïnformeerd
worden over het doel, de manier waarop dit
doel wordt gerealiseerd en welke bijdrage
door henzelf geleverd kan worden. Regelmatig
Na een grote (abdominale / laparotomie) operatie is het mogelijk dat patiënten
problemen ondervinden die verklaard kunnen worden door onder- of overvulling
van het vaatbed. Deze problemen uiten zich onder andere in benauwdheid, oedeem,
slechte saturatie, lage tensie en krappe urineproductie. In de praktijk bleek dat in
dat geval de vochtbalans niet altijd volledig was.
Eve
nw
ich
t
voortgangsinformatie geven is hierbij belangrijk net als inbreng
vanuit het team.
Het traject dat we hebben doorlopen, betekent in ieder geval
een kwaliteitsverbetering voor onze afdeling. De nieuwe
werkwijze is geïnitieerd door mensen van de werkvloer. Dit
motiveert en daardoor wordt de procedure breed gedragen. In
de praktijk betekent dit een verbetering van de registratie van de
vochtbalans. Dit vermindert mogelijk de risico’s op complicaties.
We zijn trots op het resultaat dat we hebben neergezet. Er
is nu meer aandacht voor de registratie van de vochtbalans.
Collega’s spreken elkaar erop aan en communiceren beter over
de vochtbalans. Ook is er meer duidelijkheid doordat er afspraken
zijn gemaakt wie verantwoordelijk is op welk moment. De patiënt
krijgt in de toekomst een duidelijke informatiefolder, waardoor zij
ook zelf kunnen bijdragen aan het voorkomen van problemen na
een operatie. Daarnaast kunnen de richtlijn en de patiëntenfolder
worden uitgebreid tot een ‘ziekenhuisbreed’ protocol voor alle
specialismen van MST.
Ilse ter Borch
Marjolein Otto
33
Goo
dby
e
Zowel de ochtendvisite als de terugkoppeling nemen tijd in
beslag. Hierdoor werd het ontslag vaak pas in de loop van de dag
bekend. Ditzelfde geldt voor kinderen die ‘ongezien’ naar huis
mogen. Er werd veelal adhoc besloten tot ontslag. Dit betekent
vaak onvoorbereide ouders, die thuis nog niet alles geregeld
hebben, veel vragen hebben en het soms niet zien zitten om naar
Kinderafdeling
Ontslagprocedure zieke kinderen efficiënter ingerichtDe kinderverpleegkundigen waren niet tevreden over de bestaande ontslagprocedure rondom
zieke kinderen. Mondeling gemaakte afspraken werden niet nageleefd. Ter voorbeeld, de
arts-assistent beoordeelt de zieke kinderen vóór de ochtendvisite. Bij de ochtendvisite is de
kinderarts aanwezig en na afloop vindt de terugkoppeling tussen arts en arts-assistent plaats.
huis te gaan. Daarnaast heeft het onder andere gevolgen voor
het tijdig aanvragen van medische middelen / materialen en het
regelen van thuismedicatie. Wij hebben het initiatief genomen
tot het optimaliseren van de directe patiëntenzorg. Het coachen
en stimuleren van collega’s, zorgde er voor dat het hele team
betrokken was bij dit proces. Na analyse van de nulmeting is
er een procedure met betrekking tot de visite
ontwikkeld en ingevoerd om de doorstroming
van de patiënten te versnellen. Deze procedure is
in samenspraak met de kinderartsen opgesteld.
Op deze manier wordt er eenduidig gewerkt.
Door de ontwikkelde procedure en gemotiveerde
medewerkers verloopt de patiëntendoorstroming
vlotter en is de medewerkertevredenheid
toegenomen. Uit analyse van de nulmeting komt
naar voren dat 99% van de ouders / patiënten
tevreden is over de ontslagprocedure. We hopen dat door de
invoering van de procedure de patiënttevredenheid gelijk blijft
of toeneemt. Dit moet blijken uit de nameting. Het ontslag-
traject bevat daarnaast nog andere verbeterpunten, waaronder
pedagogische nazorg, een kindernazorgformulier, het ontslag-
gesprek, het contact transferpunt en medicatie / recepten.
Teamhoofd Sonja Stienstra
Onze BPU-ers hebben op een gedegen en ludieke manier
geïnventariseerd welk project opgepakt kon worden op
onze afdeling. De hoge respons maakte duidelijk dat
een afgebakend project rondom de ontslagprocedure
gewenst was. De meningen rondom deze
procedure zijn gepeild bij ouders /
verzorgers, verpleegkundigen,
kinderartsen en arts-assistenten.
De uitkomsten van het project
zijn een prima afspiegeling en
zorgen voor verbetering van
onze afdeling.
Jacqueline Broeze
Ingrid Exterkate
Susan Scholten
34
Veel patiënteninformatie is onbedoeld hoorbaar rondom de
balie en de patiëntenkamers, van gesprekken die achter de
balie plaatsvinden. Naar aanleiding van een enquête onder de
medewerkers van de afdeling bleek het onderwerp ‘privacy van
de patiënt’ een van de grootste knelpunten. Ook tijdens een
spiegelbijeenkomst met patiënten kwam dit naar voren.
De volgende verbeterpunten zijn inmiddels ingevoerd:
■ tijdens de overdracht die in de koffiekamer plaatsvindt, is de
deur gesloten;
■ telefonische nacontrole vindt niet plaats achter de balie, maar
in de koffiekamer / het dagverblijf met de deur dicht;
■ de late dienst leest in een afgesloten ruimte, indien mogelijk in
het dagverblijf;
■ tijdens de artsenvisite zijn de deuren van de patiëntenkamers
gesloten;
■ het voorbespreken van de patiënten met de specialist vindt in
een aparte ruimte plaats;
■ slechtnieuwsgesprekken met patiënt en familie vindt in een
aparte ruimte plaats, tenzij de patiënt alleen ligt op de kamer;
■ twee van de vier computers die achter de balie stonden zijn
naar het kantoor verplaatst.
De verpleegafdeling Urologie en KNO bevindt zich in het VKC (Vrouw Kind Centrum).
Dit gebouw is ovaalvormig en dat levert volgens de medewerkers van de afdeling
problemen op wat betreft de privacy van de patiënt.
Urologie en KNO
Bewust omgaan met patiëntprivacy
Marieke Davina
Alexandra Kieftenbelt
Wij hebben deze oplossingsrichting gekozen, omdat
het een verandering is van de werkwijze van de medewerkers.
Er hebben geen grote verbouwingen plaatsgevonden en er zijn
geen kosten gemaakt om de verbeterpunten door te voeren
en de nieuwe werkwijze te borgen. Daarnaast hebben we veel
geleerd over het implementeren van een verbeterplan en het
gemotiveerd houden van collega’s.
Het was geweldig om te zien dat alle collega’s van de afdeling,
inclusief de medisch specialisten, bereid waren om mee te
werken aan het project. Er heeft echt een bewustwordingsproces
plaatsgevonden. Medewerkers gaan voorzichtiger om met
privacygevoelige informatie en wijzen elkaar op de juiste
handelswijze, daar zijn wij erg trots op! Daarnaast hopen we
dat dit proces wordt doorgetrokken binnen MST, zodat alle
medewerkers opletten wat er wordt gezegd op de gang of
achter de balie.
En
thou
sias
me
35
Spoedeisende Hulp (SEH)
Alcohol- en drugsintoxicatie: een toenemend probleem
Om informatie te verzamelen hebben we verschillende
specialisten op het gebied van alcohol en drugs geïnterviewd,
zowel binnen MST als daarbuiten. We hebben goede
werkafspraken gemaakt met de verslavingsarts, verpleegkundig
specialist en casemanager binnen Tactus. Ons streven is om op
1 juni 2014 een ‘evidence based’ stroomschema aan te bieden
aan de spoedeisende hulp, de samenwerkende artsen en Tactus.
Door het gebruik van dit stroomschema is de zorg die wij bieden
aan mensen met een alcohol- en / of drugsintoxicatie inzichtelijk
voor elke hulpverlener. Tevens volgen er klinische lessen voor
SEH-verpleegkundigen om de kennis rondom alcohol en drugs
te vergroten. Dit alles moet uiteindelijk leiden tot minder SEH-
bezoeken voor de patiënt.
We zijn er trots op dat we een samenwerkingsverband hebben
opgezet tussen Tactus en MST. In de toekomst worden deze
afspraken hopelijk ook met andere instanties vastgelegd. Dit
alles in combinatie met een druk werk- en sociaal leven, heeft
er voor gezorgd dat de afgelopen tijd pittig was (en in ieder
geval tot juni 2014 ook zo blijft), maar het resultaat mag er
Op de Spoedeisende Hulp (SEH) bestond geen eenduidigheid over het verlenen van
(na)zorg bij mensen met een alcohol- en / of drugsintoxicatie. Dit is een groeiende
patiëntengroep, waarvoor nog geen interne afspraken zijn gedefinieerd. Mede
hierdoor is de ligduur van deze patiënten erg lang. Wij vonden het noodzakelijk om
deze situatie te verbeteren. Niet alleen voor de patiënt, maar ook voor de afdeling.
zeker zijn. Uiteindelijk hopen we dat het stroomschema niet
alleen in ons ziekenhuis gebruikt wordt, maar ook in andere
(Santeon) ziekenhuizen. Geef verpleegkundigen tijd en ruimte om
verantwoording te nemen het beroep verder te ontwikkelen en er
ontstaan mooie plannen!
Kw
alit
eit
verb
eter
en
Teamhoofd Monique Poessé-Vennevertloo
De zorg voor patiënten met een alcohol- en / of
drugsintoxicatie brengt unieke problemen met zich mee.
Door een praktische tool te ontwikkelen, willen we
deze zorg zo eenduidig mogelijk uitvoeren
en daarmee een veilige omgeving en
zorgaanbod te borgen voor zowel
patiënten, SEH-verpleegkundigen
als artsen. Een intensief project,
dat duidelijk heeft gemaakt wat
het betekent om als ketenpartners
samen te werken.
Rebecca Hagreis
Hilga Peeters
36
Dé waarheid bestaat niet en dé goede oplossing dus ook niet.
Een verkenning van het probleem en een analyse waarmee
literatuuronderzoek wordt verricht, helpen om een keuze te
maken voor de best practice oplossing van een afdelingsprobleem
waar iedereen mee kan werken. Voordat deze stappen worden
genomen moet een degelijk plan worden geformuleerd, waarin
het probleem staat beschreven en het beoogde resultaat SMART
wordt geformuleerd. Daarnaast wordt tijdens de instructie en
coaching veel aandacht besteed aan methoden van onderzoek,
hoe je vragenlijsten en interviews het beste kunt opzetten en hoe
je de uitkomsten het beste kunt analyseren en interpreteren.
Leren onderzoeken
Met alleen wat coaching en begeleiding kunnen
verpleegkundigen niet tot voldoende motivatie en resultaten
De weg is minstens zo belangrijk als het doelHoe kom je erachter wat op een verpleegafdeling
de beste werkwijze is? Hoe breng je op een posi-
tieve manier een verbetering teweeg in een team
ver pleegkundigen? Hoe lang duurt het eigenlijk
voordat een praktijkprobleem zodanig is onder-
zocht, bijgesteld en voor de toekomst vastgelegd
dat je echt kunt spreken van een Best Practice
Unit (BPU)?
komen. Belangrijk is dat zij daarnaast leren hoe ze bijvoorbeeld
een goede literatuurstudie moeten verrichten, en dat ze
worden bijgeschoold in onderzoeksmethoden. Ook belangrijk
is hoe de uitkomsten in een heldere en voor collega’s
begrijpelijke stijl op papier worden zet. Om die redenen zijn
diverse leerzame lesochtenden uitgevoerd door de docenten
van Saxion in coproductie met verpleegkundigen, artsen
en beleidsmedewerkers van MST. Ook de voorbeelden die
zijn verkregen tijdens een excursie naar de Universiteit van
Birmingham en het Coventry Warwick University Hospital
in Engeland hebben bijgedragen aan de inzichten hoe de
eigen best practice het beste kan worden ontwikkeld. Tot
slot zijn individuele- en groepscoachingssessies voor de BPU-
verpleegkundigen uitgevoerd door de Saxion docenten.
Heiligt het doel alle middelen?
Dat goede hygiëne van levensbelang is voor de veiligheid van
de patiënt en voor het imago van het ziekenhuis, dat weet
iedereen. Maar wat is nu wel werkzaam bij omgekeerd geïsoleerd
verplegen en wat niet, of behoort misschien wel tot overbodige
rituelen? Kan gesteld worden dat het doel, het bereiken van
optimale isolatieveiligheid alle middelen heiligt, of is het beter
om alle voor- en nadelen van omgekeerd geïsoleerd verplegen
te verkennen en van daaruit de best werkzame praktijk te
gaan formuleren? Bepaald geen vragen die gemakkelijk te
beantwoorden zijn en het heeft de BPU-verpleegkundigen van
afdeling E4 dan ook heel wat studie en onderzoek gekost om
een werkwijze te formuleren die verantwoord genoeg is om
voor te kunnen leggen aan de afdelingsleiding en de artsen.
Dat geldt ook voor het adequaat volgen van het klinisch pad bij
COPD-patiënten: hoe zorg je ervoor dat je enerzijds flexibel kunt
37
‘Een voorbeeld voor vakgenoten’
Sylvia Vonk-Klaassen
Gedurende een jaar ben ik coach van een aantal
BPU-trajecten geweest. Daarnaast ben ik betrokken
geweest bij het voorafgaande RAAK-project
‘Naadloze zorg voor de oudere orthopedische
patiënt’ van de BPU-afdeling Orthopedie A5. Het
afgelopen jaar hebben 19 studenten op negen BPU’s
onderzoek gedaan. Momenteel zijn er elf studenten
bezig met een praktijkgericht onderzoek. Bijzonder
trots ben ik op wat BPU-verpleegkundigen, door hun
enthousiasme en eigen professionele ontwikkeling,
bereiken op hun afdeling, in MST maar ook landelijk
doordat ze hun kennis verspreiden op symposia.
Maar ook trots op de samenwerking tussen studenten
hbo-verpleegkunde en de BPU-verpleegkundigen.
De studenten doen praktijkgericht onderzoek ten
behoeve van de BPU en de verpleegkundigen ont-
wikkelen tegelijkertijd verpleegkundig leiderschap in
het streven naar excellente zorg. Mijn droom is om
nog meer ver pleegkundigen op te leiden tot BPU-
verpleeg kundigen. Ik hoop dat we de samenwerking
tussen hbo-v studenten, BPU-verpleegkundigen en
docenten van Saxion kunnen continueren. Het is
een prachtig voorbeeld hoe aankomende en huidige
professionals samen werken aan het bereiken van
excellente evidence based zorg en daarmee ook aan
hun eigen professionele ontwikkeling. Hiermee zijn
ze een voorbeeld voor hun vakgenoten.
Hans Schreurs
Truus Spijker
Sylvia Vonk
Coaches Saxion
omgaan met de ontslagdatum van patiënten en tegelijkertijd
toch kunt zorgen voor een goed geplande overstap van de kliniek
naar de thuissituatie? Een goed uitgeschreven klinisch ontslagpad
geeft immers een duidelijk overzicht van het te bereiken
patiëntdoel en de tijdsplanning, maar als een patiënt een dag
eerder al voldoende is opgeknapt dan kun je toch moeilijk
zeggen: ‘U kunt nog niet naar huis, want het klinisch pad laat dat
niet toe’. Een puzzel voor de BPU-verpleegkundigen van afdeling
A4 en een onderwerp waarnaar grondig onderzoek is verricht,
wat zeker zal leiden tot een beter planbare ontslagprocedure van
COPD-patiënten.
Goede protocollen en heldere brochures
Als een patiënt wordt opgenomen en weer ontslagen dan speelt
in de tussenliggende tijd de contactpersoon van de patiënt een
belangrijke rol. Maar wie mag nu - al of niet telefonisch -
informatie over de patiënt opvragen? Alleen de partner, of
juist ook die belangrijke mantelzorger? En wie wordt gebeld
als er iets met de patiënt aan de hand is? En wat mag van de
contactpersoon verwacht worden als het gaat om het zorgen
voor schone kleding en het transport van de kliniek naar thuis of
een andere instelling? Een dankbare en mooie klus voor de BPU-
verpleegkundigen van afdeling GB. Goede protocollen zijn door
hen ontwikkeld en heldere informatiebrochures voor de patiënten
en contactpersonen. Een uitkomst die goed te gebruiken
is voor andere afdelingen en ziekenhuizen. Een interessant
veranderingsproject is ook de verbetering van de privacy van
de patiënt op de afdeling. Menig patiënt hoort veelvuldig
informatie over al of niet bij name genoemde lotgenoten
zijn kamer binnen dwarrelen. De bouw van de afdeling,
bijvoorbeeld hoe patiëntenkamers en de verpleegkundige balie
zijn gesitueerd, maar ook gewoontes in overdrachtssituaties
spelen een belangrijke rol hierin. Welke haalbare verbeteringen
kunnen worden aangebracht, en welke afspraken over omgaan
met privacygevoelige patiëntinformatie zullen in de toekomst
daadwerkelijk stand kunnen houden? De verpleegkundigen
van de afdelingen Urologie en MDL-Reumatologie hebben zich
met verve op dit probleem gestort en door hen vernieuwde
protocollen en een demonstratie dvd zullen in de toekomst hun
dienst gaan bewijzen aan het hele ziekenhuis.
‘Een prachtig project’
Truus Spijker
Ik deel graag mijn ervaringen met het werken met de
BPU-begeleiders, om aan de buitenwereld kenbaar te
maken hoe inventief en voortvarend zoveel verschil-
lende verpleegkundigen hebben gewerkt. Wat ik zag
waren enthousiaste professionals die met hart en ziel
het onderwerp dat zij hadden uitgekozen uitwerkten,
samen met hun afdelingsteam en studenten van
Saxion. De onderwerpen waren zeer verschillend, maar
allemaal cruciaal voor een kwalitatief goede zorg aan
patiënten. Zo vind ik het inventief en getuigen van
goed observatiever mogen als verpleeg kundigen het
belang zien van het goed bijhouden van de vocht-
balans na een grote buikoperatie. Er is gewerkt aan
een protocol dat geïmplementeerd kan worden op de
afdeling. Tevens is er een informatie folder ontwikkeld
voor de familie van de patiënt en werd scholing
opgezet voor de team leden. Kortom: een prachtig
project dat terecht het predicaat ‘excellent’ mag
krijgen. Maar ook het project met als doel het bewerk-
stelligen van ketenzorg voor patiënten met contusio
cerebri (hersenkneuzing) mag ‘excellent’ genoemd
worden. Andere Santeon ziekenhuizen, artsen van
MST en het team van de afdeling werden ingeschakeld
om in samenhang een nieuw protocol te ontwikkelen
om optimale zorg voor deze categorie patiënten
te kunnen garanderen. Ook het vervolgtraject naar
revalidatie, welke veelal plaatsvindt in Het Roessingh,
werd onder de loep genomen. Klasse dus!
38
belangrijke kwaliteitsverbetering? Zoals bij elke vorm van
kwaliteitsmanagement geldt ook hier: begin opnieuw!
Inventariseer welk volgend probleem op de afdeling nijpend
genoeg is om aan te pakken. En zoek in de literatuur naar
evidence based informatie om het probleem te lijf te gaan
zo dat een nóg betere BPU zal ontstaan. Met de huidige groepen
BPU-verpleegkundigen kan MST erop aan dat deze continue
kwaliteitsverbeteringscyclus een perpetuum mobile is.
‘Geniet en… begin opnieuw!’
Hans Schreurs
Als na hard werken het doel is bereikt, dan is het belangrijk
om even grondig (na) te genieten van het resultaat. Eigenlijk is
het nog belangrijker om van het hele ontwikkelingstraject te
genieten. Immers: de weg is belangrijker dan het doel. Maar
wat als je dan zover bent en met zijn allen tevreden constateert
dat de resultaten van het BPU-project hebben geleid tot een
39
In november 2011 is
‘Verpleegkundig leiderschap
vanuit Best Practice Units, sta
voor je vak!’ gestart.
Hartelijk dank aan allen die dit mooie traject met passie, daadkracht en aandacht mogelijk hebben gemaakt!
Raad van Bestuur Medisch Spectrum Twente
College van Bestuur Saxion