collectieplan verzetsmuseum amsterdam, conceptversie

27
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam Pagina 1 van 27 Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam Karen Tessel Oktober 2012

Upload: phungdien

Post on 11-Jan-2017

220 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 1 van 27

Collectieplan

Verzetsmuseum Amsterdam

Karen Tessel

Oktober 2012

Page 2: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 2 van 27

Inhoudsopgave

Inleiding 2

Visie 3

Missie 4

Collectiemanagement 4

1. De collectie 5

1.1 Geschiedenis van de collectie 5

1.2 Deelcollecties en registratie 6

1.3 Collectieprofiel- en waardering 9

2. Collectievorming 12

2.1 Verzamelbeleid 12

2.2 Verwerving 14

2.3 Afstoting 15

3. Behoud en beheer 16

3.1 Preventieve conservering 16

3.2 Actieve conservering 17

3.3 Veiligheidszorg 18

4. Collectieregistratie, -digitalisering en –documentatie 20

4.1 Registratie en ontsluiting 20

4.2 Digitalisering 21

4.3 Documentatie 24

5. Gebruik van de collectie 25

Actiepunten 26

Page 3: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 3 van 27

Inleiding

Het Verzetsmuseum Amsterdam (VMA) werd in 1984 opgericht door voormalig deelnemers

aan het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Veertig jaar na het einde van de oorlog vonden

zij het tijd om hun verhaal en collectie openbaar te maken. Dat gebeurde in de voormalige

synagoge in de Lekstraat in Amsterdam-Zuid.

In 1998/1999 verhuisde het VMA naar gebouw Plancius, de huidige locatie aan de Plantage

Kerklaan 61. Dankzij een subsidie vanuit het Deltaplan voor Cultuurbehoud van het

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen kon het VMA toen geklimatiseerde

ruimtes voor de vernieuwde vaste opstelling en wisseltentoonstellingen realiseren. Vanaf

toen beschikte het museum ook over een ruim, centraal en verantwoord geklimatiseerd en

efficiënt ingericht depot.

In 2002 werd het VMA als één van de eerste acht Amsterdamse musea opgenomen in het

Museumregister Nederland.

Visie 1

Het VMA houdt de herinnering levend aan de periode van dictatuur, oorlog en vervolging

tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanuit verschillende invalshoeken besteedt het VMA

aandacht aan persoonlijke verhalen uit die tijd. Dit biedt bezoekers de mogelijkheid tot

herkenning en identificatie en creëert inzicht in de waarde van tolerantie, vrijheid en

democratie. Het museum laat zien dat vrijheid en welvaart niet vanzelfsprekend zijn en

draagt zo bij aan bewust burgerschap in een cultureel diverse samenleving.

Het museum doet dit op basis van haar veelzijdige collectie die betrekking heeft op de

gebeurtenissen in deze bewogen periode. Het VMA beheert, onderzoekt, presenteert en

documenteert een belangrijke en nog steeds groeiende collectie materiële en immateriële

getuigenissen over verzet en het dagelijks leven in Nederland , Nederlands-Indië, Suriname

en de Nederlandse Antillen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

1 Zie ook: Verzetsmuseum Amsterdam, Ondernemingsplan 2013-2016, 4.

Page 4: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 4 van 27

Missie 2

Het VMA wil op basis van haar collectie museale en educatieve producties maken van

historische en vormtechnische topkwaliteit. Het museum combineert daarbij beproefde

middelen met innovatieve technieken om het zware thema van het museum toegankelijk te

maken. Effectbejag door sensatiezucht of door interactiviteit die leuk is maar weinig inhoud

overbrengt, wordt bewust vermeden.

Collectiemanagement

Het collectiemanagement valt onder de verantwoordelijkheid van de conservator, die in het

VMA hoofd collectie en tentoonstellingen is. Het handboek SPECTRUM-N Standaard voor

collectiemanagement in musea versie 1.0 (2008) wordt gebruikt als leidraad.

2 Zie ook: Verzetsmuseum Amsterdam, Ondernemingsplan 2013-2016, 4.

Page 5: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 5 van 27

1. De collectie op hoofdlijnen

1.1 Geschiedenis van de collectie

De collectie waarmee de vaste opstelling in 1985 op de eerste locatie in de Lekstraat in

Amsterdam is ingericht, is in een jaar tijd bijeengebracht door een wervingscampagne onder

oud-verzetsmensen. Sindsdien heeft de collectie zich uitgebreid door schenkingen en door

actieve acquisitie ten behoeve van wisseltentoonstellingen.

In de loop van de jaren negentig nam het aantal schenkingen toe doordat de

directbetrokkenen ouder werden of overleden. De verwachting dat het aantal schenkingen

aan het begin van de 21ste eeuw drastisch zou afnemen door het wegvallen van de eerste

generatie betrokkenen is niet uitgekomen. Veel particuliere collectie ging over in het bezit

van de tweede generatie, die de wens had deze een goede plek te geven. Het

Verzetsmuseum bouwde een goede naam op als collectie beherende instelling; het aantal

schenkingen is de laatste tien jaar gemiddeld 100 per jaar. De kwaliteit van de schenkingen

neemt niet af. Het museum blijft waardevolle aanwinsten verwerven. Medio 2012 heeft het

museum in totaal 16700 schenkingen ontvangen.

De zorg voor de collectie heeft vanaf het begin veel aandacht gehad. Het verworven

materiaal is vanaf de wervingscampagne in 1984 genummerd en op volgorde van

binnenkomst genoteerd in een inventarisboek. Hierdoor is de basisregistratie van meet af

aan in orde geweest. Vanaf 1989 werd de collectie ontsloten middels de destijds gangbare

software Q&A. In 2003 is overgestapt op de software Adlib. Vanaf 2010 is de collectie voor

het publiek ontsloten middels de digitale catalogus op de website van het VMA.

In de eerste jaren van het bestaan van het museum is veel materiaal, zelfs volstrekt

onbelangrijk materiaal, in langdurig bruikleen aangenomen. De eigenaren of hun

nabestaanden zijn niet meer te achterhalen. Het deel van dit materiaal dat buiten het

verzamelbeleid valt, kan echter niet worden afgestoten omdat het VMA het niet in

eigendom heeft. Dat is problematisch. Mede door deze ervaring is het VMA zeer

terughoudend geworden met het aannemen van langdurige bruiklenen.

Page 6: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 6 van 27

1.2 Deelcollecties en registratie

Hieronder volgt een opsomming van de deelcollecties en enkele opmerkingen over de

registratie van de deelcollecties, indien die registratie afwijkend is van de standaarden in de

museumwereld. Meer informatie over de collectieregistratie staat in paragraaf 4.1. De

genoemde cijfers dateren van medio 2012.

Particuliere Archieven (PA’s)

Ongeveer 680 collecties die voornamelijk bestaan uit documenten van zeer uiteenlopende

aard en objecten afkomstig van een persoon of groep, meestal afkomstig uit het voormalig

verzet. Deze vormen de kern van de collectie van het VMA.

De omvang van de PA’s loopt uiteen van een enkel document tot verzamelingen die

meerdere archiefdozen beslaan. De PA’s hebben vaak een heterogeen karakter. Sommige

verzamelingen hebben betrekking op verschillende vormen van verzet omdat de

betreffende verzetsgroepen waarvan de collectie afkomstig is zich met verschillende vormen

van verzet bezighielden. Ook hebben individuele verzetsmensen vaak te maken gehad met

verschillende verzetsgroepen. Verzetsgroepen hadden vaak een zeer losse organisatorische

samenhang; de groepsnamen zijn meestal pas na de bevrijding ontstaan.

De registratie van de PA’s bleek aanvankelijk door het heterogene karakter van de collecties

een probleem op te leveren. De in de museumwereld gehanteerde uitgangspunten – ieder

museaal object een eigen nummer, een eigen registratieformulier en uitgebreide

objectbeschrijving – bleek weinig zinvol en toepasbaar. Na enig experimenteren is besloten

de PA’s als een eenheid te registreren en beschrijven. Daarbij zijn standaarden uit de

archivistiek gebruikt. Er werd aanvankelijk gewerkt met zelf ontworpen formulieren, waarop

veel ruimte was voor associatietrefwoorden, achtergrondinformatie en een inventarislijst.

Objecten

1380. Objecten die naar hun aard bij elkaar horen, zijn onder één inventarisnummer

geregistreerd met subnummers. Voorbeelden van dergelijke strikt bij elkaar horende

objecten zijn gehamsterde voedselvoorraden of een omvangrijke collectie

vervalsingsmaterialen.

Page 7: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 7 van 27

Foto’s

6500. Dit zijn zowel authentieke afdrukken als reproducties.

Affiches

570 affiches uit de periode 1940-1945.

Prenten, tekeningen, schilderijen

301 prenten en tekeningen en 38 schilderijen.

Brochures en pamfletten

860 (voornamelijk illegale) brochures en pamfletten. Deze deelcollectie is niet geregistreerd

in het registratiesysteem Adlib. Pamfletten werden vaak op particulier initiatief keer op keer

opnieuw gedrukt, gestencild of overgeschreven. De pamfletten zijn op titel geordend, omdat

er vaak tientallen verschillende versies bestaan van hetzelfde pamflet. Ze zijn beschreven in

een aparte inventaris. In deze deelcollectie zijn veel doubletten aanwezig. Een deel komt

daardoor in aanmerking voor afstoting.

Periodieken

350 titels. Het betreft illegale kranten en een aantal andere periodieken, zoals het Joodsch

Weekblad, het orgaan van de Nederlandse Unie en Nederlandstalige geallieerde

tijdschriften. Ook gelijkgeschakelde kranten en nationaalsocialistische kranten vallen binnen

het verzamelbeleid.

De periodieken zijn niet ontsloten via Adlib, maar geordend aan de hand van het alfabetisch

overzicht uit de RIOD-publicatie De ondergrondse pers 1940-1945 van Lydia E. Winkel uit

1989. Dit overzicht is voorzien van een personenregister en plaatsnamenregister. De

periodieken zijn beschreven in een aparte inventaris. In deze deelcollectie bevinden zich veel

doubletten. Een deel komt daardoor in aanmerking voor afstoting.

Nadere registratie van de periodieken heeft geen prioriteit, aangezien de Koninklijke

Bibliotheek in het grootschalige project Databank Digitale Dagbladen illegale en legale

periodieken uit de periode 1940-1945 nagenoeg integraal heeft gedigitaliseerd. De KB stelt

deze gratis beschikbaar op internet, zie http://kranten.kb.nl/. Ze zijn uitstekend

doorzoekbaar middels een zoekmachine.

Page 8: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 8 van 27

Audiovisueel materiaal

212 interviews op verschillende dragers en 219 AV-producties gemaakt voor en gebruikt in

tentoonstellingen. Tot 1997 werden interviews met ooggetuigen niet als deel van de

collectie beschouwd. Dit standpunt is toen gewijzigd. Deze deelcollectie is nog niet ontsloten

via Adlib. Dit zal wel gebeuren. De laatste jaren krijgt het VMA incidenteel ‘digital born’

collectie aangeboden; dat wil zeggen, interviews gemaakt door derden die zijn opgenomen

op een digitale camera. Deze interviews worden als digitaal bestand opgenomen in de

collectie.

Gebruikscollectie

Kleine collectie voor presentatie- of educatiedoeleinden. Het betreft algemene, niet-

persoonsgebonden stukken, zoals distributiebonnen, formulieren die niet op naam staan en

legale kranten met berichten over belangrijke historische gebeurtenissen.

Rekwisieten

Gebruiksvoorwerpen uit de periode 1940-1945, die niet in verband staan met de

oorlogsomstandigheden en dus feitelijk niet in de collectie passen, bijvoorbeeld gewone

huisraad en kleding, typemachines, radio’s en servies (meer hierover in paragraaf 2.1 over

het verzamelbeleid).

Page 9: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 9 van 27

1.3 Collectieprofiel en -waardering

Met het waardestellend kader van het Deltaplan voor Cultuurbehoud (1990) als

uitgangspunt is de collectie van het VMA als volgt in te delen:

Categorie A

Een aantal objecten en PA’s van het VMA behoort tot de top van het Nederlandse

cultuurbezit. Het zijn unieke objecten en collecties die onvervangbaar zijn voor het

Nederlandse cultuurbezit door hun relatie met een bijzondere gebeurtenis in de

geschiedenis of met een bijzondere persoon uit de Nederlandse geschiedenis. Uit de

collectie van het VMA zijn dit de volgende objecten en documenten:

In de vaste opstelling tentoongesteld:

1. vermommingbril van Hannie Schaft

2. stippenkaart met aanduiding Joden in Amsterdam (langdurig bruikleen van het

NIOD)

3. microfilm met toezegging miljoenenlening aan het Nationaal Steun Fonds van

regering in ballingschap (langdurig bruikleen van het NIOD)

4. vervalsingscollecties

5. armband Joodse Raad van Jacques van de Kar (ontsnappingen uit de Hollandse

Schouwburg)

6. schilderijen met begeleidend briefje gemaakt tijdens de onderduik door Erich en

Heinz Geiringer (Joodse onderduik)

7. het prototype van de nationale feestrok gemaakt door Mies Boissevain-van Lennep

(verzetsgroep CS-6)

8. telefoontoestel CID (Centrale Inlichtingen Dienst)

9. zendkoffer Sjoerd Sjoerdsma

10. ordner spionage rapporten groep ‘Spijker’ (spionagegroep Packard)

11. pistool Bertus Valstar (top LKP - Landelijke Knokploegen)

12. sleutels overval Weteringschans-gevangenis (Gerrit van der Veen)

13. papieren Ir. Loep (als topman van Stork geëxecuteerd na April/Meistakingen)

14. nachtkijker en kaartenbak van Herman Sterrenburg (spionagegroep Albrecht)

15. papieren en papiergeld Tolly Thijssen (verzet Nederlands-Indië)

16. typemachine Coba Veltman (Februaristaking)

Page 10: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 10 van 27

17. inventaris Parool-drukkerij Jesse

18. collectie Jan Brasser (prominent communist, actief in gewapend verzet in de

Zaanstreek, Raad van Verzet, Binnenlandse Strijdkrachten)

19. bergschoenen en reisspullen Eleanore en Eddie Hertzberger (ontsnappingslijn

Zwitserland, Pyreneeën naar Engeland)

20. collectie Joe Russell met vals persoonsbewijs op vrouwennaam en pasfoto in

travestie (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers)

21. collectie Jaap de Graaf (hoofdverspreider Trouw)

In depot:

22. afscheidsbrief van Willem Arondéus, de leider van de aanslag op het Amsterdamse

bevolkingsregister en prominent lid van het Kunstenaarsverzet (NB. replica in vaste

opstelling, te kwetsbaar om tentoon te stellen)

23. afscheidsbrief van Arie Addicks (Het Parool), geschreven achterop het kartonnen

huisreglement van de gevangenis (NB. replica in vaste opstelling, te kwetsbaar om

tentoon te stellen)

24. Webley Scott revolver van Gerrit-Jan van Heuven Goedhart, prominent lid van de

Paroolgroep en latere minister van Justitie in de Regering in ballingschap (langdurig

bruikleen van het Amsterdam Museum)

25. Collectie Bertus Valstar (PA gedeelte; andere gedeelte in vaste opstelling)

26. collectie Slomp, brief geschreven in koepelgevangenis Arnhem door Frits Slomp

(Frits de Zwerver) (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers)

27. collectie Martien van Engelen (top Landelijke Organisatie voor hulp aan

Onderduikers)

28. collectie prenten en tekeningen van Jan Rot (illegale krant Paraat)

29. collectie Jesse (PA gedeelte; andere gedeelte in vaste opstelling)

30. linoleumsnede voor verzetsaffiche, gemaakt door Krijn Dolman jr. Afbeelding van

straatbeeld met spandoek, waarop "Duitschland wint op alle fronten!", waaronder

een grijnzende jongen met een bal onder de arm. Daar weer onder in oranje de

tekst "1 April!"

31. collectie J.F. IJisberg met briefjes die uit de gevangenis zijn gesmokkeld

(communistisch verzetsman en medeorganisator Februaristaking)

32. vervalsingscollectie van de Persoonsbewijzencentrale (PBC) (Gerrit van der Veen)

33. collectie Jan Brasser (PA gedeelte; andere gedeelte in vaste opstelling)

Page 11: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 11 van 27

34. collectie Jiskoot/ Johannes Post (Landelijke Knokploegen, vervalsingen, hulp aan

onderduikers)

35. collectie Erik Hazelhoff Roelfzema (Soldaat van Oranje)

36. koffer met dubbele bodem van Jaap Beekman, agent van het Bureau Bijzondere

Opdrachten

37. gordel van J. Borghouts, commandant Stoottroepen van de Binnenlandse

Strijdkrachten

38. collectie Charles van Blommestein (samen met Geert Lubberhuizen de oprichter van

de illegale drukkerij De Bezige Bij)

39. collectie Ivo Schöffer (studentenverzet en vervalsingen)

40. collectie L.H. van der Tweel (vervalsingen Persoonsbewijzen Centrale)

41. collectie J.M. Goudswaard (studentenverzet)

42. collectie J. van Hellenberg Hubar, J. van Mansvelt en W. Eggink (studentenverzet)

43. collectie H.G. Scholten (gijzelaar in Sint Michelgestel)

44. album familie Boissevain (verzetsgroep CS-6)

45. fotoalbum Tienray (kindersmokkel en –onderduik) (replica in de vaste opstelling)

46. fotoalbums Karel Bönnekamp (amateurfoto’s van bezet Amsterdam)

Categorie B

Het grootste gedeelte van de collectie van het VMA behoort tot de categorie cultuurbezit

met een hoge presentatie en documentatiewaarde. Het betreft hier de PA’s, pamfletten en

brochures, affiches, tekeningen en prenten en periodieken. De doubletten in de pamfletten-

en brochurecollectie en in de collectie periodieken komen voor afstoting in aanmerking.

Categorie C

Een klein gedeelte van de PA’s heeft een grote documentatiewaarde, maar een geringe

presentatiewaarde. Dergelijk materiaal wordt soms in wisseltentoonstellingen geëxposeerd.

Het betreft rapporten, notulen, verslagen van verzetsactiviteiten e.d.

Categorie D

De gebruikscollectie behoort feitelijk niet tot het verzamelgebied van het VMA, maar wordt

vanwege presentatie- en educatiedoeleinden behouden.

Page 12: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 12 van 27

2. Collectievorming

2.1 Verzamelbeleid

Het VMA verzamelt objecten, documenten en immateriële getuigenissen (interviews) die

betrekking hebben op gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog in Nederland en de

voormalige Nederlandse koloniën. Het VMA concentreert zich daarbij op cultureel erfgoed

dat betrekking heeft op het verzet tijdens de bezetting van Nederland en de voormalige

Nederlandse koloniën. Hieronder valt:

materiaal dat is geproduceerd met het oog op de specifieke gebeurtenissen en

omstandigheden van bezetting en verzet

materiaal dat een functie heeft gehad in de specifieke gebeurtenissen en

omstandigheden van bezetting en verzet.

Binnen het verzamelgebied van het VMA valt nadrukkelijk materiaal dat betrekking heeft op:

gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de jaren dertig die een direct verband hebben

met gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog

het nationaalsocialisme in Nederland en de voormalige Nederlandse koloniën

het ingrijpen van de omstandigheden tijdens de bezetting in het dagelijks leven

gebeurtenissen en ontwikkelingen die betrekking hebben op de directe nasleep van

de bezettingstijd.

Binnen het verzamelgebied van het VMA valt ook:

materiaal afkomstig van verenigingen, stichtingen, comités, zelfhulpgroepen e.d. die

rechtstreeks betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog, indien het deel

uitmaakt van een PA dat hoofdzakelijk bestaat uit authentiek materiaal uit de

oorlog.

Buiten het verzamelgebied van het VMA valt materiaal dat uitsluitend betrekking heeft op:

de oorlogsvoering en het leger tijdens de Tweede Wereldoorlog (primair

verzamelgebied van Liberty Park Oorlogsmuseum – Overloon)

de concentratiekampen in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog (primair

verzamelgebied van Herinneringscentrum Kamp Westerbork; Nationaal Monument

Kamp Vught; Nationaal Monument Kamp Amersfoort)

Page 13: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 13 van 27

algemene aspecten van de voor- en naoorlogse samenleving (verzuiling, crisis in de

jaren dertig, welvaartsontwikkeling e.d.) (verzamelgebied van het Internationaal

Instituut voor Sociale Geschiedenis en diverse regionale musea en Regionaal

Historische Centra)

verzet buiten het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de Tweede Wereldoorlog,

tenzij er een directe relatie is met het Koninkrijk der Nederlanden, bijvoorbeeld de

buitenlandse ontsnappingslijnen (verzamelgebied van buitenlandse musea met

betrekking tot de Tweede Wereldoorlog)

hedendaagse vormen van onderdrukking en verzet (verzamelgebied van diverse

solidariteitscomités en actiegroepen)

naoorlogse Nederlandse verzets- en solidariteitsacties, bijvoorbeeld boycotacties

tegen Spanje ten tijde van Franco, demonstraties tegen de oorlog in Vietnam, acties

en demonstraties tegen kernwapens (verzamelgebied van het Internationaal

Instituut voor Sociale Geschiedenis)

neonazisme, racisme en protestacties daartegen (verzamelgebied van de Anne Frank

Stichting)

Buiten het verzamelgebied vallen ook:

complete archieven van verenigingen, stichtingen, comités, zelfhulpgroepen e.d. die

rechtstreeks betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog. Het NIOD neemt

dergelijke archivalia wel op in de collectie.

kunstwerken, mits deze van historische betekenis zijn vanwege de documentaire

waarde ervan. Het gaat dan bijvoorbeeld om uit herinnering of overlevering

vastgelegde reconstructies van historische gebeurtenissen, die niet of nauwelijks op

foto of film zijn vastgelegd.

zogenaamde ‘verwerkingskunstwerken’; kunst vervaardigd door direct betrokkenen

om hun (traumatische) ervaringen uit de oorlogsperiode te verwerken.

N.B. Materiaal dat in principe buiten het verzamelgebied van het VMA valt, zoals hierboven

beschreven, kan wel worden verzameld indien het deel uitmaakt van een PA of als het

afkomstig is van belangrijke verzetsmensen en er een duidelijk verband bestaat met hun

ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog.

Page 14: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 14 van 27

2.2 Verwerving

De collectie van het VMA groeit door schenkingen. Het gaat enerzijds om materiaal dat

spontaan door particulieren wordt aangeboden. Anderzijds wordt er actief materiaal

geacquireerd in het kader van wisseltentoonstellingen. Het verzamelbeleid strekt zich echter

niet uit over alle onderwerpen die in wisseltentoonstellingen aan de orde kunnen komen.

Het museum is zeer terughoudend in het accepteren van langdurige bruiklenen. Alleen

wanneer het zeer bijzondere collectie betreft, kan een langdurige bruikleenovereenkomst

worden overwogen.

De beslissing over het al dan niet acquireren van nieuwe collectie valt onder de

verantwoordelijkheid van de conservator. Indien er twijfel bestaat over de herkomst van een

aangeboden object, wordt herkomstonderzoek gedaan. Als een aangeboden object niet

binnen het verzamelbeleid van het VMA past, maar wel als waardevol wordt beschouwt, zal

het VMA doorverwijzen naar een instelling waar het aangebodene wel in de collectie past. In

de dagelijkse praktijk behandelt de collectiebeheerder, in overleg met de conservator, vaak

de acquisitie van nieuwe collectie en het contact met de schenkers.

Het VMA werkt met een standaard schenkingsakte. Sinds 2012 hanteert het VMA ook een

zogenaamd ‘museumcodicil’. Dit is een schenkingsovereenkomst op termijn, die na het

overlijden van de schenker effectief zal worden.

In de eerste jaren van het bestaan van het museum was er nog weinig aandacht voor het

verwerven van de bij collectie behorende auteursrechten. Op enkele collecties van foto’s,

prenten en schilderijen, gemaakt door personen die nog niet langer van 75 jaar zijn

overleden, berusten officieel nog auteursrechten. De overdracht van deze auteursrechten

door de maker of diens nabestaanden aan het VMA moet alsnog worden geregeld. In de

huidige schenkingsakte is standaard een clausule opgenomen waarin de overdracht van

auteursrechten wordt vastgelegd. Ook voor het overdragen van de rechten die zijn ontstaan

in het kader van op film of digitaal vastgelegde oral history interviews worden

overeenkomsten met geïnterviewden ondertekend.

Het museum heeft geen aankoopbudget. Slechts bij zeer hoge uitzondering zijn in het

verleden collectiestukken aangekocht. Er bestaat een levendige handel in collectie met

betrekking tot de Tweede Wereldoorlog op beurzen en het internet. Het VMA begeeft zich

Page 15: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 15 van 27

bewust niet op deze markt. Dat heeft een aantal redenen. Ten eerste stimuleert het VMA

vanaf het begin van haar bestaan dat direct bij de oorlog betrokkenen hun collectie aan het

museum afstaan, mét het bijbehorende verhaal. Een dergelijk verhaal, dat een object

betekenis geeft, ontbreekt vaak bij materiaal dat wordt aangeschaft via internet of op

beurzen en heeft daardoor een minder grote symboolwaarde. Ten tweede groeit de

collectie nog steeds hard genoeg. Het museum heeft alle beschikbare middelen hard nodig

voor een verantwoorde registratie en conservering van de collectie. Ten derde is het meeste

materiaal dat via de markt wordt aangeboden van militaire aard en dat valt buiten het

verzamelbeleid van het museum.

Hoewel er, zoals eerder reeds aangestipt, tot op heden geen sprake van is, zal het aantal

schenkingen in de toekomst afnemen. Vanaf het moment dat het zover is, zal het museum

zich meer (kunnen) gaan richten op aanvulling en completering van de collectie. In eerste

instantie zal het museum zich daarbij richten op ruil met collega-musea. Een

geïnstitutionaliseerd overleg met andere collectie beherende instellingen en musea op het

gebied van de Tweede Wereldoorlog is hiertoe het geëigende forum. Een oriëntatie op het

commerciële aanbod is dan eveneens mogelijk.

2.3 Afstoting

In de eerste jaren van het bestaan van het museum is veel materiaal – zelfs volstrekt

onbelangrijk materiaal – in langdurige bruikleen aangenomen. De eigenaren of hun

nabestaanden zijn nu niet meer te achterhalen. Dat deel dat voor het museum weinig

waarde heeft, kan echter volgens de Leidraad voor het Afstoting van Museale Objecten

(LAMO) (2006) niet worden afgestoten omdat het VMA het niet in eigendom heeft. Voor

deze situatie, waarmee ook andere musea te maken hebben, biedt de bestaande LAMO

geen effectieve methode. Het museum houdt de ontwikkelingen rondom de, op het

moment van schrijven, in herziening zijnde LAMO in de gaten en zal het afstotingsbeleid op

deze nieuwe leidraad afstemmen.

Naast het in langdurig bruikleen afgestane onbelangrijke materiaal, komen op basis van het

verzamelbeleid van het VMA, zoals uiteengezet in paragraaf 2.1, de doubletten in de

deelcollectie pamfletten en brochures en die in de deelcollectie periodieken voor afstoting

in aanmerking. Afstoten zal vooral overdracht van dit materiaal aan andere instellingen

betekenen. Binnen het eerder genoemde geïnstitutionaliseerd overleg van collectie

Page 16: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 16 van 27

beherende oorlogsmusea en herinneringscentra wordt het afstotingsbeleid van de

individuele instellingen op elkaar afgestemd.

In de praktijk heeft afstoting tot op heden incidenteel plaatsgevonden. Aangezien afstoting

een zeer tijdrovende kwestie is en het museum over beperkte menskracht en middelen

beschikt, is aan het systematisch afstoten van de voor afstoting in aanmerking komende

collectieonderdelen geen prioriteit gegeven. Actief afstotingsbeleid zal worden gemaakt op

het moment dat daartoe voldoende menskracht en middelen beschikbaar kunnen worden

gemaakt.

3. Behoud en beheer

3.1 Preventieve conservering

90% van de PA’s en de meeste deelcollecties (periodieken, brochures/pamfletten,

prenten/tekeningen, foto's en affiches) bestaan uit papier. Een groot deel van dit papier is

door de schaarste van de bezettingsjaren van zeer slechte kwaliteit; het heeft een hoge

zuurgraad en is sterk vergeeld. Het overige materiaal betreft doorgaans gebruiksvoorwerpen

met een samengesteld karakter, ook veelal van matige kwaliteit.

Vanaf de opening van het museum in 1985 zijn er maatregelen genomen op het gebied van

preventieve conservering: zonwering, UV-arme verlichting, zuurvrij verpakkingsmateriaal,

fomalhydevrije bouwmaterialen, e.d. Sinds de verhuizing in 1998-1999 beschikt het VMA

over optimaal geklimatiseerde expositieruimtes en depot. De verhuizing naar gebouw

Plancius is de conditie van de collectie zeer ten goede gekomen.

Klimaatbeheersing

De temperatuur en relatieve luchtvochtigheid in het depot en de expositieruimtes wordt

wekelijks gecontroleerd door de conservator. Hiervoor worden digitale dataloggers

gebruikt.3 Halfjaarlijks (in maart en september) worden de klimaatgegevens geanalyseerd

door de conservator. Als de conservator afwijkingen (ook tussentijds) constateert en meent

dat actie moet worden ondernomen, wordt dit opgenomen met de coördinator technische

dienst. Hij neemt contact op met de beheerder van de klimaatinstallatie, Wolter & Dros/ TBI

3 De klimaatnormen die worden gehanteerd zijn een binnentemperatuur van 18˚C (+/- 1,5˚C) in de

winter, 22˚C (+/- 1,5˚C) in de zomer en een relatieve luchtvochtigheid van 50% (+/- 5%).

Page 17: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 17 van 27

techniek. Het VMA heeft daar een vast contactpersoon. De dataloggers worden jaarlijks in

januari gekalibreerd.

Lichtbeheersing

In september voert de collectiebeheerder de jaarlijkse lichtmeting in de vaste opstelling uit.

Bij het inrichten van wisseltentoonstellingen worden standaard lichtmetingen uitgevoerd

onder verantwoordelijkheid van de conservator. Lichtmetingen zijn de afgelopen jaren nog

niet consequent uitgevoerd. Bij de metingen in 2012 is geconstateerd dat de

lichtbeheersing, vooral in de vaste opstelling over Nederlands-Indië, niet voldoet aan de

eisen.4 Het belichtingsplan voor de gehele vaste opstelling zal daarom zo snel mogelijk

worden aangepast.

Controles collectie

Twee maal per jaar (in mei en november) worden de tentoonstellingsruimtes en het depot

systematisch gecontroleerd op ongedierte door de technische dienst onder

verantwoordelijkheid van de conservator. Dit is de laatste jaren niet consequent gedaan. In

mei 2012 werd weer een controle uitgevoerd, waarbij geen ongedierte werd geconstateerd.

De collectiebeheerder is verantwoordelijk voor het schoonhouden van het depot en de

vitrines in de exposities.

Een maal per kwartaal controleert de collectiebeheerder de conditie van objecten in de

vaste opstelling en de meest kwetsbare objecten in het depot. Alle museummedewerkers en

vrijwilligers worden geïnstrueerd alert te zijn op afwijkingen van de objecten, in het klimaat

en op ongedierte of schimmels in de expositieruimtes. Als zij iets verdachts zien,

rapporteren zij dat aan de coördinator technische dienst. In overleg met de coördinator

technische dienst beslist de conservator over te nemen maatregelen.

3.2 Actieve conservering

De collectie van het Verzetsmuseum ontleent zijn waarde niet aan de esthetische kwaliteit.

Het is integendeel juist kenmerkend voor een collectie die stamt uit een periode van

schaarste en onderdrukking, dat objecten en documenten er armoedig en geïmproviseerd

uitzien. Het materiaal krijgt authenticiteit door beschadigingen die zijn veroorzaakt door het

4 Zie het artikel: ICN, Het beperken van lichtschade aan museale objecten: lichtlijnen in: ICN

Informatie, nummer 13, mei 2005.

Page 18: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 18 van 27

gebruik tijdens de oorlogsjaren. Het Verzetsmuseum streeft er niet naar de collectie door

restauraties in een zo gaaf mogelijke toestand te brengen. Het is natuurlijk wel van groot

belang dat de collectie wordt behoed voor verval.

Bij inkomende en uitgaande objecten en bruiklenen wordt standaard een conditiecontrole

en –onderzoek gedaan door de collectiebeheerder. Indien dit uitwijst dat actieve

conservering noodzakelijk is, zal, na overleg met de conservator, een deskundig restaurateur

worden ingeschakeld. Dat geldt natuurlijk ook voor collectieonderdelen uit de vaste

opstelling en kwetsbare collectie uit het depot.

3.3 Veiligheidszorg

Depot

Het depot is niet toegankelijk met een generaalsleutel en heeft een apart slot. Alleen de

collectiebeheerder, conservator en directeur beschikken over een sleutel van het depot. Zij

dragen verantwoordelijkheid voor de omgang met de collectie.

Exposities

Er zijn zeven bewakingscamera’s in de expositieruimtes. De beelden die daarmee worden

gemaakt zijn zichtbaar op een computer achter de balie. Baliemedewerkers houden de

camera’s in de gaten en grijpen in bij calamiteiten. Instructies hieromtrent zijn opgenomen

in het Balieboek.

Baliemedewerkers lopen minimaal een maal per uur een surveillanceronde door de

expositieruimtes. Zij noteren alle onvolkomenheden op een ‘dagrapport-formulier’. Ook

spreken ze bezoekers aan op ongeoorloofd gedrag, zoals:

- fotograferen met flits

- eten of drinken

- tegen panelen leunen of schrijven

De vitrines met NSB-objecten, die op de verzamelaarsmarkt veel geld waar zijn, en de

vitrines met wapens zijn extra geborgd en niet met gewoon gereedschap open te krijgen.

Page 19: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 19 van 27

Technische mankementen worden direct gemeld aan de coördinator technische dienst.

Dagrapporten worden tweewekelijks ingeleverd bij de coördinator technische dienst.

In het Bedrijfsnoodplan van het VMA staat omschreven hoe er bij calamiteiten gehandeld

moet worden met betrekking tot de collectie.

Verzekeringen

De gehele collectie en de bruiklenen zijn verzekerd. De administratie omtrent verzekeringen

van in- en uitgaande bruiklenen wordt uitgevoerd door de administrateur op aanwijzing van

de conservator.

Collectie-informatiesysteem

Dagelijks wordt een back-up gemaakt van het gehele digitale netwerk van het VMA,

waaronder Adlib. Het actueel houden van de back-up van het netwerk valt onder de

verantwoordelijkheid van de bureau-assistent op aanwijzing van de coördinator technische

dienst.

Page 20: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 20 van 27

4. Collectieregistratie, -digitalisering en -documentatie

4.1 Registratie en ontsluiting

In 1989 is begonnen met de ontsluiting van de collectie door middel van de destijds door de

Nederlandse Museumvereniging aanbevolen software Q&A. In Q&A werd een eigen

applicatie vervaardigd. Al werkend is een eigen thesaurus ontwikkeld, waarmee nog steeds

wordt gewerkt en die in de praktijk goed blijft voldoen.

In 1995 is voor het eerst een collectieplan opgesteld. Nadien is dit meermaals

geactualiseerd. Bij het tienjarig bestaan van het VMA verscheen de publicatie Verstopt,

vervalst, verzameld: de collectie van het Verzetsmuseum Amsterdam, geschreven door

toenmalige conservator Liesbeth van der Horst.

In 2003 is het VMA van de inmiddels verouderde software Q&A overgestapt op Adlib. In de

periode 2008-2010 werd door twee freelance collectie registratoren de achterstand

weggewerkt die in de collectieregistratie was ontstaan door structurele onderbezetting

wegens geldgebrek. Het beleidsdoel om de collectie volledig te registreren en ontsluiten,

geformuleerd in het collectieplan uit 2005, is daarmee behaald.5

De collectieregistratie valt onder de verantwoordelijkheid van de collectiebeheerder. Hij

wordt daarin bijgestaan door vrijwilligers. Nadat de grote registratie achterstand in 2010

mede door de freelance collectie registratoren was weggewerkt, stond de

collectiebeheerder er weer alleen voor. In de registratie van nieuw binnenkomende collectie

is inmiddels weer een achterstand ontstaan. Een oplossing voor het wegwerken van deze

achterstand wordt gezocht in het aantrekken van gekwalificeerde vrijwilligers die met

pensioen zijn en die zich voor langere tijd en minimaal twee dagdelen in de week willen

inzetten.

De collectiebeheerder is bij het museum werkzaam in een voormalige ID-baan die behouden

is gebleven door de zogenaamde Sargentini-regeling. Gezien het feit dat de Gemeente

Amsterdam voornemens is de Sargentini-regeling af te bouwen, is zijn opvolging – hij is

medio 2012 7 jaar van zijn pensioen – een punt van aandacht en zorg. Bij daadwerkelijke

afbouw van de Sargentini-regeling zal in de subsidieaanvraag voor de nieuwe Kunstenplan

5 Het VMA ontving hiertoe een subsidie vanuit het programma Erfgoed van de Oorlog van het

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Page 21: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 21 van 27

periode 2017-2020 geld worden aangevraagd om een nieuwe collectiebeheerder in regulier

dienstverband aan te kunnen stellen.

4.2 Digitalisering

Het VMA streeft er om drie redenen naar de collectie systematisch te digitaliseren zodat

zoveel mogelijk collectieonderdelen digitaal beschikbaar kunnen worden gesteld. De

collectie kan zo ten eerste worden beschermd voor gebruiksschade. Bovendien biedt

digitalisering de mogelijkheid om informatie over het authentieke materiaal te koppelen aan

digitale beelden van de objecten en documenten. Ten slotte kunnen digitale beelden en

gedigitaliseerde informatie worden ingezet voor onderzoek, educatie, PR en marketing.6 De

afgelopen jaren is het belangrijkste deel van de collectie gedigitaliseerd. Voor de periode

2013-2016 is het de ambitie om de deelcollectie objecten te digitaliseren en de digitale

catalogus nog breder toegankelijk te maken.

Digitale catalogus

Tegelijk met het wegwerken van de registratieachterstand in de periode 2008-2010, werd

een digitale catalogus vervaardigd (http://collectie.verzetsmuseum.org).7 De digitale

catalogus is vanaf mei 2010 te raadplegen. In 2010 werd de digitale catalogus 2228 keer

geraadpleegd, in 2011 2283 keer en in 2012 t/m juli 1326 keer.

Het is voor het VMA een doel een nog bredere toegankelijkheid van de digitale catalogus te

bewerkstelligen, en daarmee de bekendheid van de collectie. Dit wordt bereikt door het

aansluiten van de digitale catalogus op de Digitale Museale Collectie Nederland (DiMCoN),

een project dat wordt gecoördineerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

(http://www.digitalecollectienederland.nl/). DiMCoN is aangesloten op Europeana, de

digitale bibliotheek van de EU. Europeana maakt Europees cultureel erfgoed toegankelijk.

Via de website www.europeana.eu zijn sinds 2008 miljoenen gedigitaliseerde objecten, zoals

boeken, tijdschriften, films, foto's en muziek beschikbaar.

6 Informatieplan Verzetsmuseum Amsterdam, digitaliseren met beleid (november 2007).

7 Bekostigd middels dezelfde subsidie vanuit het programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie

voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De digitale catalogus voldoet aan de standaarden van DE BASIS van Digitaal Erfgoed Nederland.

Page 22: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 22 van 27

Hieronder wordt de stand van zaken met betrekking tot digitalisering per deelcollectie

medio 2012 weergegeven.

Particuliere archieven (PA’s)

Op basis van criteria als kwetsbaarheid, uniciteit en representativiteit is in 2009 een selectie

van de 50 belangrijkste PA’s (circa 15.000 pagina’s) gedigitaliseerd. Dit is ongeveer 7,5% van

deze deelcollectie. De bestanden zijn toegevoegd aan Adlib en in PDF-formaat te

downloaden via de digitale catalogus. Een bijzonder onderdeel van de deelcollectie PA’s, 14

egodocumenten, zijn in 2009 in het kader van het programma Metamorfoze gedigitaliseerd

en toegevoegd aan het Geheugen van Nederland (www.geheugenvannederland.nl). Deze

staan nog niet in Adlib. Dat zal wel gebeuren.

Objecten

Van de collectie objecten zijn gaandeweg, met het oog op de ontwikkeling van de website,

educatieve en PR-doeleinden, ad hoc veelvuldig digitale afbeeldingen vervaardigd. Een

verbetering van de digitale archivering, administratie van het bestaande beeldmateriaal van

de collectie en het protocolleren van de werkprocessen hieromtrent, is een doel voor de

periode 2013-2016. Er bestaat vooral behoefte aan goede foto’s van de deelcollectie

objecten. Het is dan ook een doel om van een selectie van de deelcollectie objecten

afbeeldingen toe te voegen aan Adlib. Deze afbeeldingen kunnen dan via de digitale

catalogus beschikbaar worden gesteld aan het publiek. De selectie zal gemaakt worden op

basis van de criteria kwetsbaarheid, uniciteit en representativiteit. De digitale foto’s van de

objecten zullen de collectie-informatie ondersteunen en daarnaast moeten ze kunnen

worden gebruikt voor de website, educatieve en PR-doeleinden. De digitale beelden moeten

dus kwalitatief zo goed mogelijk worden gerealiseerd.

Foto’s

De fotocollectie van het VMA is sinds 2008 gedigitaliseerd in het kader van de ontwikkeling

van Beeldbank WO2 (www.beeldbankwo2.nl). Op deze beeldbank zijn digitale afbeeldingen

van alle collectie beherende Nederlandse oorlogs- en verzetsmusea, herinneringscentra en

het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies doorzoek- en bestelbaar. De

coördinatie van de Beeldbank WO2 ligt bij het NIOD. Daar wordt ook het uitvoerende werk

gedaan. In de jaren die Beeldbank WO2 online is, werd de fotocollectie van het VMA

Page 23: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 23 van 27

veelvuldig geraadpleegd en besteld. Jaarlijks wordt er rekening van via de beeldbank

bestelde VMA-foto’s opgemaakt en een bedrag naar het museum overgemaakt.

De gedigitaliseerde foto’s zijn niet aan Adlib toegevoegd en dus ook niet raadpleegbaar via

de digitale catalogus van het VMA. Dit is bewust zo gedaan om onduidelijkheid over de

service omtrent de foto’s te voorkomen. Al deze service wordt verleend door de

medewerkers van Beeldbank WO2 op het NIOD.

Prenten en tekeningen

Ongeveer 85% van de collectie prenten en tekeningen is gedigitaliseerd, toegevoegd aan

Adlib en via de digitale catalogus te raadplegen.

Audiovisuele collectie

Ruim 200 interviews zijn gedigitaliseerd, maar niet raadpleegbaar via de digitale catalogus.

Dat is vanwege de privacy omtrent deze interviews ook niet wenselijk. Alle oral history

interviews, gemaakt in het kader van voorbereidingen voor tentoonstellingen, worden

standaard digitaal gearchiveerd.

Page 24: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 24 van 27

4.3 Documentatie

Documentair materiaal dat betrekking heeft op de collectie, zoals catalogi, andere gedrukte

publicaties, educatief- en beeldmateriaal, wordt bewaard in het secretariaatsarchief van het

museum. In Adlib wordt melding gemaakt van alle documentatie over de betreffende

collectieonderdelen.

Het VMA beschikt over een handbibliotheek, die is bedoeld om medewerkers te

ondersteunen in hun informatiebehoefte. De bibliotheek catalogus is in 2011 omgezet van

de verouderde Q&A software naar Microsoft Access, waardoor de catalogus op meerdere

werkplekken beschikbaar is. De bibliotheek heeft de maximale capaciteit bereikt. Er is

besloten de bibliotheek niet fysiek uit te breiden, maar deze te specialiseren in unieke

publicaties over verzet, zodat de bibliotheek een aanvulling is op die van het NIOD.

De bibliotheek valt onder de verantwoordelijkheid van de historisch medewerker en wordt

verder parttime bemand door vrijwilligers, die er samen enkele dagen per week zijn. De

bibliotheek is alleen op afspraak toegankelijk voor het publiek. Er is de laatste jaren een

toename waarneembaar van publiek bezoek aan de bibliotheek. Er worden studenten en

scholieren, nabestaanden die op zoek zijn naar informatie over familieleden en

wetenschappelijk onderzoekers ontvangen. In 2006 waren dit er nog 12 en dat groeide

jaarlijks naar ruim 50 in 2011. Daarnaast werden de afgelopen jaren steeds vaker

informatieverzoeken telefonisch of per e-mail ontvangen en afgehandeld door de

bibliotheekmedewerkers; 170 in 2006 tot ruim 500 in 2011.

De informatieverzoeken betreffen niet alleen de collectie of tentoonstellingen. Het museum

verstrekt ook algemene informatie over de Tweede Wereldoorlog en is behulpzaam bij het

doen van (familie)onderzoek. De druk die dat op de kleine bezetting van de bibliotheek legt,

is echter onevenredig groot. Daarom is het beleid zo veel mogelijk naar de website te

verwijzen of door te verwijzen naar het NIOD Instituut voor Oorlogs- Holocaust en

Genocidestudies. Dit onderzoeksinstituut heeft een serviceafdeling heeft die zich speciaal

met dit soort informatieverzoeken bezighoudt.

Page 25: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 25 van 27

5. Gebruik van de collectie

De collectie wordt gemiddeld 15 keer per jaar geraadpleegd voor onderzoek. Dat geschiedt

onder toezicht van de collectiebeheerder.

Het bruikleenverkeer valt onder de verantwoordelijkheid van de conservator.

Uitgaande bruiklenen

Het VMA leent regelmatig collectie uit. Collectie wordt alleen uitgeleend aan musea en

instellingen die een verantwoord museaal klimaat kunnen garanderen. Er moet een

schriftelijke bruikleenaanvraag worden gedaan die wordt beoordeeld door de conservator.

Het VMA werkt met een standaard overeenkomst voor uitgaande bruiklenen. Objecten

worden voorafgaand aan de bruikleen door de collectiebeheerder aan een conditiecontrole

onderworpen en gefotografeerd. Na afloop van de bruikleenperiode gebeurt dit opnieuw,

om vast te kunnen stellen of er schade is ontstaan of anderszins actieve conservering

noodzakelijk is.

Inkomende bruiklenen

In het kader van wisselexposities heeft het VMA geregeld bruiklenen van andere musea in

beheer. Daartoe worden de door de lenende instelling opgestelde overeenkomsten

ondertekend. De bruiklenen worden altijd verzekerd door het VMA.

Page 26: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 26 van 27

Actiepunten

Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende actiepunten geformuleerd:

Aanvulling en completering van de collectie

Het VMA gaat zich richten op aanvulling en completering van de collectie. In eerste instantie

zal het museum zich daarbij richten op ruil met collega-musea. Een geïnstitutionaliseerd

overleg met andere collectie beherende instellingen en musea op het gebied van de Tweede

Wereldoorlog is hiertoe het geëigende forum. Een oriëntatie op het commerciële aanbod is

eveneens mogelijk.

Afstoten

De doubletten in de deelcollectie pamfletten en brochures en die in de deelcollectie

periodieken komen voor afstoting in aanmerking. Afstoten zal vooral overdracht van dit

materiaal aan andere instellingen betekenen. Binnen het eerder genoemde

geïnstitutionaliseerd overleg van collectie beherende oorlogsmusea en herinneringscentra

wordt het afstotingsbeleid van de individuele instellingen op elkaar afgestemd.

Collectiebeheerder

De collectiebeheerder is bij het museum werkzaam in een voormalige ID-baan die behouden

is gebleven door de zogenaamde Sargentini-regeling. Gezien het feit dat de Gemeente

Amsterdam voornemens is de Sargentini-regeling af te bouwen, is zijn opvolging – hij is op

moment van schrijven 7 jaar van zijn pensioen – een punt van aandacht en zorg. Bij

daadwerkelijke afbouw van de Sargentini-regeling zal in de subsidieaanvraag voor de nieuwe

Kunstenplan periode 2017-2020 geld worden aangevraagd om een nieuwe

collectiebeheerder in regulier dienstverband aan te kunnen stellen.

Registratieachterstand

Nadat de registratie achterstand in 2010 mede door de freelance collectie registratoren was

weggewerkt, stond de collectiebeheerder er weer alleen voor. In de registratie van nieuw

binnenkomende collectie is inmiddels weer een achterstand ontstaan. Een oplossing voor

het wegwerken van deze achterstand wordt gezocht in het aantrekken van gekwalificeerde

vrijwilligers die met pensioen zijn en die zich voor langere tijd en minimaal twee dagdelen in

de week willen inzetten.

Page 27: Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam, conceptversie

Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam

Pagina 27 van 27

Bredere toegankelijkheid digitale catalogus

Het is voor het VMA een doel een nog bredere toegankelijkheid van de digitale catalogus te

bewerkstelligen, en daarmee de toegankelijkheid en bekendheid van de collectie. Dit zal

worden bereikt door het aansluiten van de digitale catalogus op de Digitale Museale

Collectie Nederland (DiMCoN), een project dat wordt gecoördineerd door de Rijksdienst

voor het Cultureel Erfgoed (http://www.digitalecollectienederland.nl/). DiMCoN is

aangesloten op Europeana, de digitale bibliotheek van de EU. Europeana maakt Europees

cultureel erfgoed toegankelijk. Via de website www.europeana.eu zijn sinds 2008 miljoenen

gedigitaliseerde objecten, zoals boeken, tijdschriften, films, foto's en muziek beschikbaar.

Digitalisering deelcollectie objecten

Van de collectie objecten zijn gaandeweg, met het oog op de ontwikkeling van de website,

educatieve en PR-doeleinden, ad hoc veelvuldig digitale afbeeldingen vervaardigd. Een

verbetering van de digitale archivering, administratie van het bestaande beeldmateriaal van

de collectie en het protocolleren van de werkprocessen hieromtrent, is een doel voor de

periode 2013-2016. Er bestaat vooral behoefte aan goede foto’s van de deelcollectie

objecten. Het is dan ook een doel om van een selectie van de deelcollectie objecten

afbeeldingen toe te voegen aan Adlib. Deze afbeeldingen kunnen dan via de digitale

catalogus beschikbaar worden gesteld aan het publiek. De selectie zal gemaakt worden op

basis van de criteria kwetsbaarheid, uniciteit en representativiteit. De digitale foto’s van de

objecten zullen de collectie-informatie ondersteunen en daarnaast moeten ze kunnen

worden gebruikt voor de website, educatieve en PR-doeleinden. De digitale beelden moeten

dus kwalitatief zo goed mogelijk worden gerealiseerd.