backstage10
DESCRIPTION
Back Stage is het tweemaandelijks opinieblad van de MBO Raad. De MBO Raad isde brancheorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.TRANSCRIPT
![Page 1: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/1.jpg)
juLi 2011
Opi
nie
bla
d O
ver
berO
epsO
nd
erw
ijs
en e
du
ca
tie
Back
sta
ge#10
Backstagemagazine.nL
Manja SMitSWeg Met de Sectorraden
afSchaffen bapo Leraartje peSten?
Papiertje of praktijkervaring?Dé perfecte Docent
coen SiMon
Verderf iS SchuLd VoLWaSSenen
![Page 2: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/2.jpg)
Back stage
Colofon
Back Stage is het tweemaandelijks opinieblad van de MBO Raad. De MBO Raad is de brancheorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. tweede jaargang, nummer 10, juli 2011Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.redactie Twan Stemkens (hoofdredacteur), Marije Hulsbosch (adviseur), Marie-José Linders (eindredacteur), Dagmar de Kruif-Pot (eindredacteur), Tanja Krieger (redacteur).aan dit nummer werkten mee: Hanneke Arts, Berber Bijma, Samar Haddad, Gerry Hurkmans, Friso Keuris, Corien Lambregtse, Guus Mater, Luuk Obbink, Sander Peters, Jeroen Poortvliet, Sander Peters, Sander van der Ploeg, Hans Stakelbeek, Nout Steenkamp, Annette van Soest, Roel Smit, Elmer Veerhoff.
concept en vormgeving Link Design, Amsterdam.drukwerk: Senefelder Misset, Doetinchem.coverfoto: Liz Looker / Mood Board / Rex Features / HHabonnementen en adreswijzigingen: Abonnementen en adreswijzigingen: [email protected]. Back Stage wordt gericht toegezonden. Betaalde abonnementen kosten 30 euro per jaar, incl. BTW en verzendkosten. Opzeggen abonnement: schriftelijk, uiterlijk 1 augustus 2011.redactie-adres: Houttuinlaan 6, 3447 GM Woerden
tel. 0348 - 75 35 00 [email protected] www.backstagemagazine.nl
issn: 2211-2308
12 Weinig vanzeLfsprekenDheiD, veeL onrust
Het is waar dat de jeugd er een potje van maakt. Maar dat is de schuld van volwassenen, vindt filosoof Coen Simon.
4 exit ouWeLuLLenDagen?Als het aan de Tweede Kamer ligt hebben werknemers in het onderwijs vanaf hun 52e niet langer recht op extra vrije dagen. Onbetaalbaar stelt VVD’er Ton Elias. Maar wat dan wel?
20 geschikt of ongeschikt?
In een tijd van tekorten, alleen gediplomeerde docenten voor de klas of ook talent en uit de praktijk? Jan Kamminga, voorzitter FME, pleit voor onconventionele maatregelen: “Anders zijn er geen technische beroepsopleidingen meer.”
![Page 3: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/3.jpg)
Back stage
3 / 32 / 3
28 kansen creëren op De arBeiDsmarkt
Het kabinet trekt de bezuiniging op de 30-plusmaatregel grotendeels in. Vier 30-plussers die werk en school combineren aan het woord. “Voor deze banen is een ouder iemand als ik, zeer geschikt.”
32 in Discussie met
SP-Tweede Kamerlid Manja Smits en werkgevers-man Jan van Zijl discussiëren over het nut van sectorraden.
rubrieken
9 ColumnmBo Raad-voorzitter Jan van Zijl begint zich
langzaam te irriteren.
10 mBoóhtJeshoe staat het eigenlijk met de tekorten in
de techniek?
15 Columnhet heeft echt zin om je stem te laten horen
weet docent elmer Veerhoff uit ervaring.
16 Wat doet hiJ Zoal?Bedrijfseconoom en fondsenwerver Joost
Veldman doet een jaar lang 175 droombanen,
op zoek naar échte ambachten en passie.
18 in Beelddat je geld kunt verdienen met handenwassen
bewijzen studenten van de mBo Business school
(RoC Rijn iJssel).
24 Columnachteraf valt alles best wel mee, zolang je
vertrouwen krijgt van docenten. studente
hanneke arts blikt terug op 4 jaar mbo.
25 ministeR VooR 1 dagPrestatieafspraken met het mbo. dat wil Cocky
Booy, directeur Vhto landelijk expertise-
centrum meisjes/vrouwen en bèta/techniek.
26 ViJf VRagen aan…michaël van straalen (mKB-nederland):
“dat lessen van instructeurs niet meetellen in
de 850-urennorm is onzinnig.”
35 Pittige taaluneto-Vni-voorzitter, marcel engels, wil korten
op de financiering van opleidingen waarvoor
onvoldoende arbeidsperspectief is. het geld dat
overblijft moet naar de techniek.
8 uitBlinKeR‘het is jammer Dat veeL ouDers het mBo Bij voorBaat een verkeerde keuze vinDen’Succesvol hockeyster Minke Booij is in de wieg gelegd voor de praktijkgerichte invulling van het mbo-onderwijs.
![Page 4: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/4.jpg)
ZzzZoals?Zzzz
Back stageBack stage
![Page 5: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/5.jpg)
Back stage
“Onhoudbaar, want onbetaalbaar. Dat is de bapo-regeling.
Het valt niet uit te leggen aan de inmiddels fameuze Henk &
Ingrid dat bijna 5 procent van het geld dat voor het middelbaar
beroepsonderwijs bedoeld is, de komende jaren opgaat aan
deze regeling. In 2014 is 4,4 procent van de totale werkkracht in
het middelbaar beroepsonderwijs niet meer inzetbaar via het
arbeidsproces. Schokkende cijfers: bijna 1 op iedere 20 docenten.
Ik heb geen onderwijsverleden; kijk met een frisse blik naar
de sector. Ik trek me ook niets aan van bijvoorbeeld de PVV die
dit ‘leraartje pesten’ noemt. Dat is het niet; sommige docenten
zijn domweg verwend. Men praat elkaar in de lerarenkamer te
veel na; er moet echt een eind komen aan deze klaagcultuur.
Doordat ik nu de knuppel bewust in het hoenderhok gegooid
heb, komt de zaak hopelijk wat meer in beweging.
Afschaffen van de bapo-regeling is geen kille bezuinigings-
operatie, zoals de bonden vrezen. Ik vind dat de vrijkomende
middelen ingezet moeten worden voor duurzame inzetbaarheid.
Doel daarvan is onder meer het bevorderen van de instroom
en doorstroom van jonge, enthousiaste docenten. Mijn motie
roept weerstand op, vooral bij oudere docenten. Maar zelf zie
ik de afbouw van de regeling juist als iets positiefs: met de
vergrijzing in aantocht wordt de regeling te duur en hebben
we alle docenten nodig voor ieder lesuur.
Wat ik vind van de kritiek, dat wij als politici ons niet moeten
mengen in het sociale domein of dat we de botte bijl hanteren
door een motie in te dienen? Ik vraag me sterk af of het proces
op gang zou zijn gekomen wanneer ik die niet had ingediend.
Minister Van Bijsterveldt zegt dat ze mijn zorg goed begrijpt
en bereid is de oproep onder de aandacht te brengen van de
Stichting van het Onderwijs. Ik zal de oproep van de minister
en de uitvoering door de sociale partners de komende tijd
nauwlettend volgen.”
ton elias, tweede kamerlid vvD en initiatiefnemer motie ‘tegen’ bapo
4 / 5
De een noemt het ontziebeleid, de ander – iets minder respectvol – ouwelullendagen. Werknemers in het onderwijs hebben vanaf hun 52e recht op extra vrije dagen. Althans: nu nog wel. Deze bapo-regeling (bevordering arbeidsparticipatie ouderen) ligt zwaar onder vuur. De Tweede Kamer wil er een streep doorzetten. Terecht of niet? En zo ja, hebben we alternatieven?
tweede kamer vraagt sociale partners om maatregelen
Exit bapo, maar wat dan?
Tekst Sander peters Beeld Link Design, amsterdam
‘Er moet een eind komen aan de klaagcultuur’
![Page 6: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/6.jpg)
Back stage
exit Bapo, maar Wat Dan?vervoLg
‘We moeten het veel slimmer organiseren’
hans van der steen, directeur arbeidsvoorwaardenbeleid werkgeversvereniging aWvn
“Als je mij op de man af vraagt wat ik vind van de motie van Elias,
dan zeg ik: dat is een botte-bijl-aanpak. Het is niet aan politiek
Den Haag om een streep te zetten door zo’n regeling, dit is iets
waar sociale partners samen uit moeten komen. En dat zou ook
zonder politieke bemoeienis gebeurd zijn, want regelingen zoals
de bapo zijn simpelweg niet houdbaar. Niet betaalbaar.
We zitten in een spannende overgangsfase op de arbeidsmarkt:
door de vergrijzing, ontgroening en de veranderde leefpatronen
van mensen gaan zo’n beetje alle bestaande zekerheden op
de schop. Belangrijkste is dat we met minder mensen meer
moeten doen. Dus is iedereen nodig; ook ‘oudere’ werknemers.
Een regeling als bapo – waarbij mensen vrije dagen krijgen
vanaf een bepaalde leeftijd om het werk langer vol te houden –
is niet meer van deze tijd.
Wat dan wel? We moeten het veel en veel slimmer organiseren.
Ook daarbij speelt een aantal trends een rol: werk en privé
lopen meer door elkaar, collectieve afspraken op sectoraal
niveau maken plaats voor individuele arbeidsvoorwaarden,
en de roep om duurzaamheid – people, planet, profit – onder
jongere werknemers wordt sterker en sterker. Dit alles leidt
ertoe dat de dialoog tussen werkgever (of leidinggevende) en
de individuele werknemer belangrijker wordt. Maatwerk dus.
Dat gaat verder dan de cao à la carte; ik noem het wel eens de
‘derde generatie keuzesystemen’. Inspelen op de groeiende
behoefte aan flexibiliteit onder bedrijven en scholen én onder
werknemers. Alleen zo kunnen we mensen duurzaam – dat wil
zeggen gezond, met plezier, en productief – aan de slag houden
tot hun 70e. Werk moet ook voor ouderen leuk zijn.”
“Onze achterban staat zacht gezegd niet te springen bij het
afschaffen van de bapo-regeling. We spreken daar al veel langer
over, onderling en met de werkgevers. Het is duidelijk dat
de regeling duur is en steeds duurder wordt. Ik vind ook dat
er over alternatieven nagedacht mag worden. Misschien wel
‘moet worden’. Maar als wij instemmen met het afschaffen
van de regeling voor de huidige ‘oude garde’, dan worden we
onherroepelijk teruggefloten. Ik kan me dat voorstellen: die
mensen hebben daar naar uitgekeken en zeggen terecht dat
ze daar recht op hebben. Bovendien is de leeftijdsgrens een
tijd terug al met 2 jaar verhoogd. Ik denk dat er met jongere
docenten best te praten valt over alternatieven, bijvoorbeeld een
budget dat ze onafhankelijk van hun leeftijd ergens in de loop
van hun carrière kunnen inzetten. Wanneer ze jonge kinderen
hebben of als sabbatical. Maar de huidige generatie 50-plussers
heeft die extra dagen simpelweg hard nodig. Ja, om de werkweek
door te komen. Het is geestelijk en fysiek uitputtend werk. Als
de bapo-regeling deze mensen helpt om het nog een jaar of 8 of
10 vol te houden, dan is dat toch alleen maar winst? Anders ben
je die ervaring en arbeidskracht kwijt. Ik vind dat de politiek en
ook de media deze kwestie op onfatsoenlijke wijze behandelen.
Als je hoort in welke bewoordingen VVD’er Elias over docenten
spreekt – klaagcultuur, verwend – dan is dat bijna onbeschoft.
Ook de media presenteren het bewust op verkeerde wijze: als
extra vrije dagen voor de leraar die ‘toch al zoveel vakantie
heeft’. Tja, dat is goedkoop. Makkelijk scoren ook. Over de rug
van de leraar. Laat journalisten eens een reportage maken over
bedreigingen in de klas. Of over alle onderwijshervormingen die
docenten de voorbije jaren over zich heen hebben gekregen. Dan
krijgen mensen een waarheidsgetrouw beeld van de zwaarte
van het vak.”
‘Politici en media scoren over de rug van de leraar’
Wilfred muis, voorzitter onderwijsbond unieNFTO en oud-docent
leraren politici
Bapo
wat dan
wel?
![Page 7: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/7.jpg)
“Ik ben 34 en ben nog niet bezig met de bapo-regeling. Sterker
nog: ik heb even moeten opzoeken wat het nu eigenlijk is. Ik
zie en hoor van oudere collega’s om me heen dat ze de extra
vrije uren goed kunnen gebruiken. We hebben een mentaal
uitputtend vak. Ik kom uit de horeca, maakte daar dagen van
12 uur, en dacht dat dat hard en zwaar werk was. Maar op een
of andere vreemde manier is het leraarschap intensiever. Ik rijd
nu vaak op vrijdag met een zwaar hoofd naar huis; het kost
veel energie om continu alert te zijn, te discussiëren met de
jongeren. Bovendien is het werk nooit af.
De leraar heeft bergen vakantiedagen, maar ik durf te zeggen
dat dat niet voor niets is. Begrijp me niet verkeerd: lesgeven is
prachtig. Ik heb een aanvullende opleiding gedaan om te mogen
lesgeven en ben er trots op. Ik zou graag zien dat mijn collega’s
dat ook zijn. Kom uit die slachtofferrol, verdedig je niet langer
op feestjes en partijen, maar wees trots op de school en je werk.
Laten we eens ophouden met dat gezeur over die regelingen en
onderwijsmethoden. We werken nu eenmaal in een sector waar
iedereen – de hele maatschappij – een mening over heeft. Daar
moeten we ons niets meer van aantrekken.
Maar heel soms denk ik wel eens: het lijkt of de leraar, die
toch al op de grond ligt, nog even een trap na krijgt. Ik vind
dat de bapo-regeling gewoon moet blijven bestaan. Als ik op
vrijdag werk en zie dat een oudere collega een bapo-middagje
‘opneemt’, dan denk ik: dat heeft ‘ie vast dubbel en dwars
verdiend. Ik zou de politiek mee willen geven: als de bapo
verdwijnt, zijn die ouderen straks vaker ziek. Dat kost net zoveel
geld. En over de klaagcultuur: ik ben het met Elias eens dat
die bestaat. Maar de leraar verwend? Ik werk hard en verdien
minder dan de meeste hbo-afgestudeerden. Elias durft wel wat
te roepen tijdens een lerarentekort, zeg. Noem dat maar een
frisse blik. Als je een knuppel in het hoenderhok gooit, raak je
niet alleen de zwakke hoentjes. Dan raak je ze allemaal!”
harm den Dekker, mbo-docent/stagebegeleider en oud-docent van het jaar
6 / 7
Back stage
“Laat ik positief beginnen: ik vind de toevoeging bij de VVD-
motie – om het geld dat vrijkomt bij afschaffing van de bapo
te gebruiken voor andere instrumenten met hetzelfde doel
– sympathiek. Bovendien ben ik het eens met de gedachte
dat zo’n regeling niet meer van deze tijd is. Laten we wel zijn:
tegenwoordig ben je met 52 jaar niet oud. Vroeger kreeg vader
een krantje en een pijp, nu lopen hele volksstammen nog een
marathon op hun 60e. Dus de bapo-regeling is misschien qua
vormgeving achterhaald, maar niet zozeer qua doel. Ik vind
dat we moeten zoeken naar andere manieren om dat doel –
duurzame inzetbaarheid – te bereiken.
Maar… ik vind het ronduit een slecht idee om de ene regeling
af te breken voordat we een fatsoenlijk alternatief hebben.
Dan bekruipt mij weer het akelige gevoel dat we hier slechts
met de zoveelste kille bezuinigingsoperatie van doen hebben.
En daar verzetten wij ons bij De Unie fel tegen. In plaats
van de beperkte bapo-regeling wil ik pleiten voor een meer
inhoudelijke benadering van het ‘probleem’ in het onderwijs.
Waarom is het vak zo zwaar voor 55-plussers? Is dat omdat ze
al 30 jaar hetzelfde doen? Zijn jongeren mondiger geworden?
Te mondig misschien? Of zijn de onderwijsmethoden in de
voorbije decennia te vaak veranderd zonder op resultaten te
wachten? Met andere woorden: misschien zijn de docenten
murw gebeukt. Al die inhoudelijke aspecten moeten deel
uitmaken van een nieuwe regeling. Een nieuwe aanpak
om mensen langer fit en vitaal voor de klas te houden. Die
investering betaalt zich echt wel uit.”
‘We moeten het veel slimmer organiseren’
hans van der steen, directeur arbeidsvoorwaardenbeleid werkgeversvereniging aWvn
‘Wij moeten uit die slachtofferrol’
‘Hopelijk is dit niet de zoveelste kille bezuiniging’
rendert algra, voorzitter vakbond De unie
![Page 8: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/8.jpg)
Back stage
uitblinker
minke Booij (34) won op het hockeyveld zo’n beetje alles wat er te winnen valt, met als hoogtepunt een gouden medaille op de olympische spelen in peking (2008). momenteel geeft ze onder meer presentaties, workshops en is ze coach. Daarnaast promoot ze graag – op basis van eigen ervaring – het mbo. “met een mbo-opleiding kun je zó de arbeidsmarkt op.”
Tekst berber bijma Foto ben Haeck - hockeyfotografie.nl
“Dat ik groot voordeel heb van mijn mbo-studie, merkte ik toen ik
begon aan de hbo-opleiding International business & languages.
Medestudenten met havo of vwo hadden het een stuk zwaarder.
Ik was bij de opleiding Bedrijfscommunicatie en pr op het Koning
Willem I College al gewend geraakt aan de praktijkgerichte invul-
ling van het onderwijs. Als mbo’er kun je zó de arbeidsmarkt op,
terwijl je in het voortgezet onderwijs algemeen geschoold wordt.
Ik zie het nog als ik terug ben op het Koning Willem I College:
er werken bijvoorbeeld studenten in het restaurant. Met een
mbo-diploma ben je simpelweg in staat aan de slag te gaan.
Ik zeg tegen niemand: je moet mbo doen. Het hangt er namelijk
maar net vanaf hoe je in elkaar zit en wat je interesses zijn. Ik
ben zelf een echte doener en daarom paste mbo-hbo bij mij. Leer-
lingen die graag de hele dag achter de boeken zitten, kunnen na
de havo misschien beter naar het vwo gaan. Het is alleen jammer
dat veel ouders mbo bij voorbaat een minder goede keuze vinden
dan vwo. Veel jongeren willen snel aan de slag; voor hen is de
route vmbo-mbo heel geschikt. Ik ben onder meer actief als
ambassadeur van het Koning Willem I College, omdat ik er graag
aan bijdraag dat het beeld dat veel mensen van het mbo hebben,
in positieve zin verandert.
Ik ben zelf meteen na mijn mbo-opleiding doorgegaan naar het
hbo en merkte dat dat perfect op elkaar aansloot. Op het mbo heb
ik ontzettend veel geleerd waar ik de rest van mijn leven profijt
van heb. Vooral schrijven en presenteren. Zelfs als ik daar niet
mijn vak van had gemaakt, had ik daar baat bij, want iedereen
moet weleens iets op papier zetten of aan een groep vertellen.
Een gezond lichaam is ontzettend belangrijk om goed te presteren,
zowel mentaal als fysiek. Daarom verbind ik me graag aan orga-
nisaties die sport en bewegen propageren, zoals het Olympisch
Plan 2028. Ik weet uit ervaring dat lichaam en geest veel invloed
op elkaar hebben. Als ik veel spanning voelde voor een hockey-
wedstrijd, liet mijn lichaam het afweten. En andersom: als ik
geblesseerd op de bank zat te wachten tot mijn lichaam zich
herstelde, voelde ik me ongelukkig. Hoe meer je beweegt en hoe
fitter je bent, hoe sterker je je voelt. Een gezond lichaam zorgt
ervoor dat je beter presteert, óók op school.”
‘met een gezond lichaam presteer je mentaaL en fysiek Beter’
![Page 9: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/9.jpg)
Back stageBack stage
cOlumn
aspirientjeFoto Friso Keuris
uit een recent vragenuurtje in de kamer: cbS-onderzoek wijst
uit dat nederland buiten de internationale onderwijs top 10 is
beland. op vragen hierover geeft de premier aan een top 5-positie
te willen heroveren door de docent onder meer te redden uit de
bureaucratische ellende. en dat kan volgens hem ‘door de kwaliteit
van de bestuurders te verhogen’.
ik deel met het kabinet dat de onderwijskwaliteit echt te verbeteren
is. Maar het gemak waarmee steeds wordt gewezen naar bestuurders
als bron van alles wat er mis is begint langzaam te irriteren. goed
onderwijs lijkt per definitie de verdienste van de politiek, tekort-
schietend onderwijs mag kennelijk te allen tijde op het conto van
bestuurders geschreven worden.
ook in het publieke domein is er een duidelijk verschil in benadering.
een voorbeeld: opleidingen van een hogeschool die diplomafraude
pleegden, werden tot de grond toe afgebrand. een docent in het
voortgezet onderwijs die hetzelfde deed, kan op een handtekeningen-
actie rekenen om zijn schorsing ongedaan te maken.
in mijn ogen is kwalitatief goed mbo de optelsom van wat overheid,
bedrijfsleven, schoolbesturen, docenten en andere betrokkenen er
met waardering en ruimte voor ieders rol samen van maken. Met
als gouden eieren docenten en instructeurs. daar moet je zuinig
op zijn en ze zo min mogelijk belasten met zaken die eigenlijk
buiten hun werkveld vallen. in het mbo beschouwen we invulling
van bureaucratie niet als behorend tot hun takenpakket. Maar
onderwijsinstellingen komen er niet onderuit te voldoen aan de
administratieve vraag van de overheid.
de Mbo raad dringt er bij de overheid al lang op aan deze bureau-
cratie fors te verminderen. het gaat ten koste van onze primaire
taak: goed onderwijs verzorgen. een kabinet of wat geleden werd
het in het regeerakkoord onder het motto ‘minder regels’ zelfs
speerpunt. Maar nog steeds zijn we genoodzaakt in en om het
leslokaal van alles en nog wat administratief te registreren. niet
op verzoek dus van onderwijsbestuurders maar op gezag van
bestuurders van ons land. de oplossing van de premier om een
einde aan de onderwijsbureaucratie te maken is daarom wat te
makkelijk. Verhoging van de kwaliteit van bestuurders is niet het
nodige aspirientje. als kabinet ingrijpen in de jungle van admini-
stratieve lasten kan er wel aan bijdragen. ook dat is in zekere zin
een vorm van verhoging van bestuurlijke kwaliteit. Maar ik vrees
dat de premier het zó niet bedoelde.
Jan van ZijlVoorzitter Mbo raad
8 / 9
![Page 10: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/10.jpg)
Back stage
20000
0
40000
60000
80000
100000
120000
140000
160000
180000
2000-1 2001-2 2002-3 2003-4 2004-5 2005-6 2006-7 2007-8 2008-9 2009-10 2010-11
2000-1 2001-2 2002-3 2003-4 2004-5 2005-6 2006-7 2007-8 2008-9 2009-10
0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
Combinatie economie groen techniek Zorg
Combinatie economie groen techniek Zorg
Wist u Dat?
mBoóhtjes
aantal mbo-studenten per sector, 2000-2011
aantal gediplomeerde mbo-studenten per sector, 2000-2011
Bron: www.platformbetatechniek.nl
Bron: www.platformbetatechniek.nl
Volg al het mbo-nieuws via: www.twitter.com/mbonieuws
*Baanopeningen: De totale vraag naar nieuwkomers op
de arbeidsmarkt, zoals deze is bepaald door de werk
gelegen heidsgroei (positieve uitbreidingsvraag) en de
vervangingsvraag.
Bron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2014.
verwachte vraag en aanbod op de arbeidsmarkt sector techniek, 2009-2013
vmBo techniek
mBo techniek
hBo techniek
Wo techniek
Wo techniek
Baanopeningen* instroom indicator
toekomstig
arbeidsmarkt-
perspectief
73.200
172.200
51.300
15.900
312.600
38.400
127.800
36.500
21.200
223.700
38.400
44.400
14.800
-5.300
88.900
20000
0
40000
60000
80000
100000
120000
140000
160000
180000
2000-1 2001-2 2002-3 2003-4 2004-5 2005-6 2006-7 2007-8 2008-9 2009-10 2010-11
2000-1 2001-2 2002-3 2003-4 2004-5 2005-6 2006-7 2007-8 2008-9 2009-10
0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
![Page 11: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/11.jpg)
10 / 11
![Page 12: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/12.jpg)
Back stage
‘We laten ons een loer draaien door
deskundigen’
![Page 13: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/13.jpg)
12 / 13
Back stage
Hij is 39 en door HP/De Tijd uitgeroepen
tot ‘nieuwe ster aan het filosofenfirma-
ment’. Is 39 niet wat jong voor een filo-
soof? “Je denkt misschien eerder aan een
oude man met een grijze baard. Maar
filosoferen is een manier van denken en
die leer je gewoon als je filosofie studeert.
Ik kan niets anders.” In zijn net verschenen
boek ‘En toen wisten we alles’ probeert
hij die manier van denken te verspreiden.
“In dat boek houd ik een pleidooi voor
oppervlakkigheid. Ik laat zien dat je met
gezond verstand ver komt. Het probleem
van onze tijd is dat we ons een loer laten
draaien door deskundigen. Door de popu-
larisering van de wetenschap wordt er
paradoxaal genoeg minder zelfstandig
gedacht. Doordat wetenschappelijke
verklaringen tot in de kleinste hoeken
van het gewone leven zijn doorgedrongen,
vragen we bij de eerste de beste keuze al
om een deskundige. Wetenschap zou ons
slimmer moeten maken, maar feitelijk
levert ze steeds meer leken op. Ik wil
laten zien hoe je nog altijd kunt denken
zonder dat je ergens verstand van hebt.
Dat is wat de filosofie doet: het beste uit
je gezonde verstand halen.”
De wetenschap overschat zichzelf?“De wetenschap kan nooit zekerheid
bieden. De filosoof Gadamer, een leerling
van Heidegger, heeft dat met een voorbeeld
uitgelegd. De werkelijkheid is als een boek.
Je ziet de kaft, je leest de achterflap en
met die kennis begin je het boek te lezen
en krijgen de eerste zinnen betekenis. Al
lezend begrijp je het geheel steeds beter
en daardoor lees je de volgende zinnen
ook weer anders. Zo gaat het ook in het
dagelijks leven. Wij kunnen nooit boven
de tijd uitstijgen om te bekijken hoe de
werkelijkheid in elkaar zit. Toch doet de
wetenschap nogal eens of dat wel kan.
En dat bestrijd ik. Een filosoof kijkt voort-
durend naar de vooronderstellingen van
een verhaal. Aan elke aanname die je doet,
ligt een andere aanname ten grondslag.”
We kunnen dus nooit iets zeker weten?“Nee, maar dat is helemaal niet erg. Het
geldt voor iedereen. Ook voor weten-
schappers. Als we beseffen dat onze blik
eindig is, omdat we niet verder kunnen
kijken dan de horizon, worden we ge-
duldiger, claimen we niet de waarheid
en kunnen we beter samenwerken. Het
is ontzettend belangrijk dat opvoeders
en docenten zich daarvan bewust zijn
en dat overdragen. Het heeft ook alles
te maken met het ‘aanleren’ van demo-
cratie. Democratie is niet: op een knop
drukken en je zin krijgen. Democratie is
overleggen, rekening houden met wat wel
en niet kan. Ieder mens bekijkt de wereld
letterlijk vanuit zijn eigen standpunt. Het
enige wat je kunt doen is jouw manier van
kijken vergelijken met die van een ander.”
zit kennis van binnen of komt het van buiten?“Dat is een van de grote vragen in de
filosofie. Er zijn altijd twee stromingen
geweest. Filosofen als Rousseau en Illich
gingen ervan uit dat het kind alles al in
zich heeft, en dat die kennis in vrijheid
tot ontwikkeling moet komen. Illich zag
een school als gevangenis. Maar er zijn
ook filosofen die het onderwijs als een
toegangspoort voor vrijheid zien, bij-
voorbeeld voor kinderen uit arme sociale
milieus. In discussies wordt vaak gekozen
tussen het een of het ander, maar de
waarheid ligt natuurlijk in het midden.”
Waarom denkt elke oudere generatie dat de jongere generatie het slechter doet?“Dat is inderdaad iets van alle eeuwen.
Pseudo-Longinus, een Griekse denker
uit de eerste eeuw, klaagt al over de
onverschilligheid van mensen, die de
talenten bederft. En dat zien we in
iedere historische periode terug.”
het slaat dus nergens op?“Het slaat wel ergens op! Het is namelijk
waar dat de jeugd er een potje van maakt.
De wereld is nog niet naar de verdommenis
gegaan, omdat we ons daar telkens zorgen
over maken. Wat wel nieuw is in deze
tijd, zijn de etiketten die we gebruiken:
generatie X of Y, we labelen kinderen met
alle mogelijke gedragssyndromen. Daar
gaat het al mis. Het punt is dat ieder kind
een eigen manier heeft om met proble-
men om te gaan.
Etikettering zorgt ervoor dat je gaat
denken: ik ben dit, andere dingen kan
ik dus niet. Jongeren wórden zoals wij
ze hebben geëtiketteerd.”
Kritiek op de jeugd, het onderwijs en het verlies van normen en waarden is iets van alle eeuwen. En de wereld is nog steeds niet ten onder gegaan. Toch maken we ons volgens filosoof Coen Simon terecht zorgen. “Het hoort bij het onderhoud van onze cultuur. Elke generatie moet haar eigen mores oppoetsen.”
‘aLLes hangt af van hoe je samen speelt’
coen simon, filosoof:
Tekst Corien Lambregtse Illustratie Seb Jarnot - Unit Cma
![Page 14: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/14.jpg)
Back stage
curricuLum vitae
geboren: 1972, Eerbeek
studie: Baudartius College Zutphen (vwo), wijsbegeerte UvA (1991-1996)
Werk: schrijft voor NRC Handelsblad, nrc.next, Trouw en Filosofie
Magazine. Publiceerde onder meer de essaybundels Kijk de mens (2006),
Waarom we onszelf zoeken maar niet vinden (2008) en het voor de
Socratesprijs genomineerde Zo begint iedere ziener (2010). Onlangs
verscheen En toen wisten ze alles. Een pleidooi voor oppervlakkigheid
(uitgeverij Ambo).
‘aLLes hangt af van hoe je samen speeLt’vervoLg
transformatiestation, waar zoveel
mogelijk individuen zo snel mogelijk
in de juiste richting worden gestuurd.”
Wat is daar erg aan?“Als de tussenruimte verdwijnt, doe je
alsof mensen schakels zijn in een groot
economische proces dat je kunt overzien.
Maar de financiële crisis en de crisis in
Europa bewijzen juist dat we die processen
niet overzien. Als mensen schakels zijn,
leren ze niet oplossingen te zoeken voor
de ongewisse problemen die zich zeker
zullen aandienen. Door de tussenruimte
werkelijk tussenruimte te laten, ligt de
toekomst open, leren jongeren samen-
werken en worden ze wendbaarder.”
Waarom werkt u zelf niet in het onderwijs?“Ik was een lastige leerling. Had altijd mot
met leraren. Volgens mijn moeder, die
zelf in het onderwijs zat, zijn de lastigste
leerlingen de beste docenten. Ik heb na
mijn studie filosofie de lerarenopleiding
gevolgd, maar had nog steeds een ontzet-
tende hekel aan die schoolcultuur, vooral
aan die poeha van schoolmanagers. Maar
wie weet! Ik wil nog veel doen: promove-
ren, boeken schrijven, maar er is natuur-
lijk geen mooier vak dan het onderwijs.
Het moment waarop je ziet dat iemand
echt iets leert, dat is magisch. We kunnen
nooit boven onszelf uitstijgen, maar als je
ziet hoe jongeren leren en daardoor ver-
anderen, dan zie je toch een beetje hoe de
cultuur zich voltrekt.”
is er een verschil tussen de jongeren van nu en bijvoorbeeld 20 jaar geleden?“Een individu wordt medebepaald door
zijn omgeving. Als de jeugd dommer
of onverschilliger wordt, dan komt dat
bijvoorbeeld doordat wij als volwassenen
slordig omgaan met spelvormen. Daar-
mee bedoel ik de manier waarop we met
elkaar omgaan, hoe we in een rij staan
en op onze beurt wachten, hoe we in
het openbaar telefoneren. Respectvol
met elkaar omgaan zit niet vast aan
leeftijd. Het belgedrag van oudere men-
sen is vaak asocialer dan van jongeren.
Dat vind ik zorgwekkend.”
u bent kritischer op volwassenen dan jongeren.“Het is een raar idee dat het verderf van
de jeugd zou komen. Het komt juist van de
achteloosheid van onze cultuur, en die cul-
tuur wordt gedragen door de volwassenen.”
er zijn onderzoekers die zeggen dat kinderen nog nooit zo egocentrisch waren als in deze tijd.“Als dat waar is, wordt dat onze zwakte
en op een gegeven moment ons probleem.
Dat probleem zal dan wel weer worden
opgelost. Tja, en in het ergste geval gaat
de cultuur ten onder, maar zo’n vaart
loopt het meestal niet. Alles hangt af
van hoe je samen speelt. Dat doen we nu
slecht. Er is weinig vanzelfsprekendheid
en veel onrust. Dat is ook een verklaring
voor de problemen die veel kinderen
hebben. Als we meer aandacht zouden
besteden aan de spelvorm, en daarmee
bedoel ik aan rituelen, spelregels en
omgangsvormen, dan zou dat goed zijn
voor onze cultuur. De filosoof Huizinga had
het over de ‘homo ludens’, de spelende
mens. Daar gaat het in mijn filosofie over:
rituelen, de spelvorm, fatsoen. Het is net
als met bijvoorbeeld hockey: de regels van
het spel maken dat je niet over dingen
hoeft na te denken. Je kunt die regels
overtreden, juist omdat ze er zijn. Zonder
spelregels weet niemand hoe te beginnen.
Maar als iedereen hetzelfde spel speelt,
dan loopt het.”
kan onderwijs daarbij helpen?“Zeker! Scholen zijn er vooral om kin-
deren te ‘normaliseren’. Het onderwijs
vormt een tussenruimte tussen privé en
publiek. In die ruimte wordt een maat-
schappelijk geweten opgebouwd. Op de
crèche en op school leren kinderen met
elkaar de regels van het spel: spullen
delen, aan tafel zitten, op elkaar wachten.
Ze leren samenwerken, niet als gebod,
maar omdat blijkt dat je samen meer
bereikt. Het probleem is dat die tussen-
ruimte aan het verdwijnen is. Het onder-
wijs is tegenwoordig te veel op de serieuze
economische praktijk gericht. Jongeren
moeten al op jonge leeftijd een profiel
kiezen, terwijl ze nog lang niet weten
wie ze zijn, wat ze kunnen. Als we er
alleen maar voor zorgen dat iedereen zo
snel mogelijk de juiste weg vindt om
zijn functie in die praktijk te kunnen
vervullen, dan wordt de school een
‘Scholen zijn er vooral om kinderen
te normaliseren’
![Page 15: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/15.jpg)
15 / 15
Back stage
cOlumn 14 / 15
Wie schetst mijn verbazing? Mijn bestuursvoorzitter, de heer jeroen
Knigge (roc Leiden), nodigt mij uit voor een gesprek. hij heeft mijn
vorige column gelezen over toenemende werkdruk van docenten, is
enthousiast en wil graag nader geïnformeerd worden.
Vandaag heeft het gesprek plaatsgevonden, een uiterst plezierig
gesprek. We hebben het gehad over de werkdruk en de rol die auto-
matisering daarin gaat vervullen. over de nieuwe structuur en meer
uniformiteit: alle opleidingen van roc Leiden dragen hetzelfde uit
naar buiten toe.
jeroen Knigge zet hoog in op ontzorgen van docenten. ook vindt
hij dat er nog grote stappen te zetten zijn om draagvlak te vinden
voor de nieuwe structuur bij docententeams. We hebben gesproken
over de moeilijkheden die het management tegenkomt bij docenten:
sommige docenten vinden zich op 55-jarige leeftijd te oud om nog
aan de digitalisering deel te nemen. dat ze nog 11 jaar moeten
werken, daar gaan ze aan voorbij!
als docent krijg je vaak het idee dat het bestuur vanuit ivoren torens
beslissingen neemt. Zonder dat ze weten wat er op de werkvloer
plaatsvindt en zonder dat ze in de gaten hebben wat de gevolgen
zijn van hun beslissingen. jeroen Knigge vroeg zich af hoe hij als
bestuursvoorzitter draagvlak kan creëren zodat docenten mee-
werken. ik heb gemerkt dat hij volledig op de hoogte is van de
gevolgen en tegenstribbelingen van de teams en hij stelde zich
besluitvaardig en begripvol op.
het is jeroen Knigge opgevallen dat iedere docent van het roc Leiden
enorm betrokken is bij zijn werk, school en studenten. dat we allemaal
een passie hebben: de student opleiden naar een goed kennisniveau en
sociaal goed functioneren in het beroepenveld! hij vindt ook dat elke
docent een stem heeft in het verbeteren van ons onderwijs. het heeft
dus absoluut zin als docent je stem te laten horen. bij mij heeft het
gewerkt, misschien een voorbeeld voor anderen?
Elmer Veerhoffdocent ict academie roc Leiden en schreef als songwriter vele
nederlandstalige hits
Laat van je horen!Foto Friso Keuris
![Page 16: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/16.jpg)
Back stage
De traveLLing taiLor “Na mijn studie bedrijfseconomie
werkte ik als fondsenwerver voor onder meer War Child
en heb ik sport- en spelprogramma’s opgezet in Oeganda.
Op mijn manier wil ik bijdragen aan een betere wereld.
Het idee om met mensen met diverse beroepen mee te
lopen, ontstond tijdens een lange reis. Uit nieuwsgierig-
heid én omdat ik zelf 10 jaar lang op kantoor zat. Rafaël
Antón van Wezel heeft een maatpakkenwinkel in het
Amsterdamse WTC. Zijn filosofie is dat een pak een man
kan maken. Samen met de klant kijkt hij naar welk pak
het beste bij hem past qua ontwerp, kleur en stof. De
pakken worden gemaakt in China en 5 weken na de
eerste fitting kunnen klanten het op maat gemaakte
pak ophalen. Hij verkoopt zo’n 1.000 maatpakken
per jaar.”
ma di
mensen inspireren met 175 droombanen
De meeste Nederlanders zijn matig enthousiast over hun werk, blijkt uit onderzoek.
Op maandag kijken ze al weer uit naar het weekend. Zonde, vindt Joost Veldman (34),
van origine bedrijfseconoom en jarenlang actief als fondsenwerver voor goede doelen.
Hij wil mensen inspireren hun droombaan te vinden. Daarom loopt hij een jaar lang mee
met 175 gepassioneerde vakmensen. “Ik wil op mijn manier bijdragen aan een betere wereld.”
en wat dOet hij zOal?
Tekst Samar Haddad Foto’s Gerry Hurkmans
De week van joost veldman
Dominee henk Leegte “Het merendeel van de bevolking
werkt in de diensteneconomie. Ik wil juist een kijkje in de
keuken krijgen van échte ambachten. Door droombanen
hoop ik mensen te inspireren hun droombaan te verwezen-
lijken. Henk Leegte is dominee van de vrijzinnige Doops-
gezinde Gemeente in Amsterdam. Naast pastorale taken
is hij bezig met zingevingsvraagstukken. Mensen komen
op belangrijke kruispunten in hun leven bij hem: dopen,
trouwen en sterven. Juist de wisselwerking tussen geloof
en realiteit boeien Henk. Neem psalm 23: ‘De Heer is mijn
herder’. Henk spreekt momenteel veel met een 32-jarige
die terminaal ziek is en zich afvraagt hoe hij God als zijn
herder kan zien als hij niet lang meer te leven heeft?”
![Page 17: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/17.jpg)
Back stage
17 / 1716 / 17
Vr
BLog BijhouDen “Ik doe rond de vier droom-
banen per week. ’s Avonds schrijf ik wat ik heb
meegemaakt op mijn blog doejedroombaan.nl.
Als ik eenmaal ga zitten, heb ik het blog vaak
binnen een uurtje geschreven en de foto’s erbij
geplaatst. Met mijn blog vraag ik ook aandacht
voor het project Building Skills in Noord-Oeganda.
Veel jongeren zijn als gevolg van de oorlog niet
of nauwelijks naar school geweest en hebben
geen vak geleerd. Met het project Building Skills
krijgen ze de mogelijkheid een vak te leren en
sociale vaardigheden te ontwikkelen.”
machinist coos De kroos “Bij het bedenken
van ‘droombanen’ kwam ik op een wishlist van
100 banen. Mensen kunnen via mijn blog ook
hun droombaan opgeven. Ik loop maximaal één
dag mee. Koos de Croos is al 37 jaar machinist,
en werkt vandaag in een nieuwe trein. Hij kent
onder meer het traject Amsterdam-Alkmaar
van haver tot gort en bedenkt leuke dingen voor
reizigers. Bij het vertrek van de trein zegt hij:
‘welkom aan boord’, wat hij heeft overgenomen
uit de luchtvaartindustrie. Ook vertelt hij mensen
de precieze aankomsttijden. Zijn uitdaging zit in
energiezuinig en op tijd rijden. Een man met
passie voor zijn vak.”
pappaDag “Ons dochtertje gaat drie dagen per week naar
de crèche. Mijn vrouw past maandag op haar en ik op
vrijdag. Ik vind het belangrijk haar op te zien groeien en
niet alleen in het weekend te zien. Ze is vrolijk en ik haal
er veel plezier uit om tijd met haar door te brengen. Ik vind
het wonderlijk hoe zo’n klein wezen in zo’n korte tijd zoveel
leert. De ontwikkeling die ze doormaakt is fascinerend. Op
vrijdag lezen we, spelen we en gaan we, afhankelijk van
het weer, een paar uur naar buiten. Een van mijn favoriete
plekken om met haar te bezoeken is het Vondelpark.”
do
WoV
r
www.doejedroombaan.nl
![Page 18: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/18.jpg)
knettersuccesvoLTekst Dagmar de Kruif-pot Foto Knetterzeep
Het houdt niet op voor Knetter. Een eerste plaats op de Open Huis Challenge, de
Internationale Marktdag Antwerpen, de International Trade Fair Bratislava en een
Europese finaleplaats bij de wedstrijd Jong Ondernemen.
Anne Werkman, Sjoerd Bouwmeester, Wouter Paus en Niels Sonneveld, van de MBO
Business School (ROC Rijn IJssel), zit ondernemerschap in het bloed. Ze wisten een
jeugdkwelling om te zetten in een succesvol product: Knetterzeep, een speciale zeep
die knettert en zo het handenwassen voor kinderen weer leuk moet maken. Dat deze
ergernis bij meer kinderen leeft, blijkt wel uit het feit dat het Knetterzeep al 3.000 keer
over toonbank ging.
www.knetterzeep.nl
Back stage
in beeld
![Page 19: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/19.jpg)
19 / 19
Back stage
18 / 19
![Page 20: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/20.jpg)
Back stage
Wie staan er voor de klas?
een BevoegDe Docent is niet aLtijD een bekwame docent
Docentg e D i p L o m e e r D
DocentB e r o e p s p r a k t i j k
lesBeVoegdheid
eRVaRing
BekWaam?onBekWaam?
![Page 21: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/21.jpg)
20 / 2120 / 21
Back stage
Alleen docenten met een afgeronde lerarenopleiding voor de klas? Met ook nog een master? Of, meer nog dan nu al gebeurt, gebruikmaken van professionals uit de beroepspraktijk? Het nijpende lerarentekort dwingt tot een meer pragmatische omgang met bevoegdheden, eigenlijk tot een nieuwe visie op doceren.
Tekst annette van Soest Illustraties Link Design, amsterdam
Niels Jonker is geluidstechnicus en werkt
freelance voor Nederlandse poppodia als Tivoli
en artiesten waaronder Spinvis en Alamo Race
Track. Daarnaast geeft hij les in geluidstechniek
aan de Herman Brood Academie, de eerste
mbo-muzikantenopleiding van Nederland.
Ook coördineert hij er de opleiding podium-/
studiotechniek. Vorig jaar haalde hij zijn
pedagogisch-didactische aantekening.
Daarvoor gaf hij 4 jaar lang, zonder aantekening,
les als instructeur. “Of een docent bekwaam is,
wordt niet alleen geborgd door een papiertje.
Kennis kan best in de praktijk zijn opgedaan,
dat is zelfs heel goed. Je moet die kennis wel
kunnen overbrengen en daarvoor heb je
pedagogisch en didactische vaardigheden
nodig. Maar die kun je op meerdere manieren
verkrijgen, bijvoorbeeld via zelfstudie en
coaching. Een papiertje zegt niet dat je al die
vaardigheden beheerst. Je kunt ook een papiertje
halen met alleen maar zessen. En het zegt
helemaal niets over je inhoud als vakdocent.”
Veel mensen die lesgeven aan de Herman
Brood Academie komen van het conserva-
torium. Zij hebben meestal een pedagogisch-
didactische aantekening en zijn officieel dus
wel bevoegd, maar geven ook vakken waarin ze
niet specialistisch zijn opgeleid. Daarnaast
werken er veel instructeurs op de opleiding, die
alleen onder aanwijzing van een docent mogen
lesgeven. Jonker: “Dat werkt heel goed, omdat
alle mensen enthousiast zijn en goede social
skills hebben.”
Werkgevers LuiDen nooDkLokDocenten, instructeurs, onderwijsassistenten,
gastdocenten, leermeesters uit de beroeps-
praktijk… Juist het mbo heeft een verscheiden-
heid aan opleiders nodig om van studenten de
best mogelijke beroepsbeoefenaars te maken
en hen goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt.
En juist werkgevers luiden de noodklok, vanwege
het dreigende tekort aan vakmensen in de
sterk vergrijsde onderwijssector. Jan Kamminga,
voorzitter van FME, de grootste ondernemers-
organisatie in de technologische industrie,
maakt zich ernstige zorgen. Volgens hem is het
zelfs de vraag of er over 5 jaar nog wel technisch
beroepsonderwijs kan worden gegeven, zo
schreef hij afgelopen maart in de Volkskrant:
‘Uren van gastdocenten moeten meetellen in de
850-urennorm’Yvonne Moerman,
Koning Willem i college
peDagogisch DiDactische aanteKening
netWeRK
VERBINDINgonDerWijsBeroepspraktijk
![Page 22: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/22.jpg)
Back stage
een BevoegDe Docent is niet aLtijD een BekWame DocentvervoLg
“Dit tekort is de grootste bedreiging voor de
toekomst van het mbo. Voor het vinden van
een oplossing moeten ook bedrijven actief
worden. Bedrijven moeten onderwijscapaciteit
leveren en willen dat ook. Het is de enige
mogelijkheid om het mbo overeind te houden.
Pure noodzaak dus.”
Volgens FME moeten er wel onconventionele
maatregelen worden genomen om de verwachte
personeelstekorten in het mbo te tackelen. Aan
goed opgeleide docenten techniek is al jaren
een enorm tekort. “De nood is over een paar
jaar heel hoog”, zegt Willie Berentsen, FME-
beleidsadviseur arbeidsmarkt en onderwijs.
“Dan is niet alleen het lerarentekort een
probleem, maar hebben wij als metalektro-
industrie een probleem omdat er geen technische
opleidingen meer zijn. Het is nu alle hens aan
dek.” De werkgeversorganisatie heeft om die
reden samen met kenniscentrum Kenteq,
Stichting A+O en Hogeschool Windesheim een
nieuwe hbo-deeltijdopleiding op associate
degree-niveau ontwikkeld. Drie betrokken roc’s
– Deltion College Zwolle, ROC Leiden en het
Koning Willem I College in Den Bosch – bieden
het leeuwendeel van de opleiding aan. De
opleiding tot praktijkdocent is gericht op
leermeesters en praktijkopleiders in de werk-
tuigbouw, elektro- en installatietechniek die
zich willen bekwamen op pedagogisch en
didactisch gebied. Zij besteden al een substan-
tieel deel van hun tijd aan de begeleiding van
studenten of doen dat in dienst van een bedrijfs-
school. De benoembaarheidseisen in het mbo
schrijven voor dat alleen mensen met een
afgeronde lerarenopleiding of hbo-opleiding
techniek met pedagogisch-didactische aan-
tekening als docent mogen worden benoemd.
Officieel zijn de praktijkleermeesters na de
nieuwe, 2-jarige Ad-opleiding nog geen docent.
Ze zitten pas halverwege het traject. Daarom
ligt het predicaat praktijkdocent dat de opleiding
draagt nog gevoelig. Onterecht, volgens Berentsen.
“Mag je een praktijkdocent een docent noemen?
Daar ligt de controverse. Ik vind zelf uiteraard
van wel. Als we niet willen dat het water ons
over 3 jaar aan de lippen staat, moeten we
stappen nemen om die grote tekorten in het
middelbaar technisch beroepsonderwijs op te
vangen. We mogen ons niet verschuilen achter
de formele discussie of een praktijkdocent wel
een docent mag zijn. We kunnen ons druk
maken over allerlei punten en komma’s, maar
als er straks geen docent meer voor de klas
staat, dan houdt het op.”
Bijkomend voordeel van de nieuwe opleiding is
dat de opleidingsdeskundigheid binnen onder-
nemingen verbetert. Maar er zijn meer plussen.
Groter wederzijds begrip tussen scholen en
bedrijven bijvoorbeeld. Daaraan schort het nu
nog vaak. “Docenten op het schoolplein en
praktijkdocenten op het industrieterrein zullen
elkaar meer als collega’s zien en niet meer met
de ruggen, maar met de neuzen naar elkaar
staan”, stelt Berentsen. Daar zijn nu ook al voor-
beelden van. De Corus Bedrijfsschool werkt al
jaren goed samen met het Nova College.
neiging tot naveLstarenYvonne Moerman, vicevoorzitter college van
bestuur van het Koning Willem I College, een
van de drie roc’s die meedoen aan de opleiding,
hoopt dat de nieuwe lichting praktijkdocenten
uiteindelijk doorgroeit naar een lerarenfunctie
op bachelor-niveau. “Als wij hen kunnen
interesseren voor het onderwijs, dan hebben
we echt een doorbraak. Want dán doen we iets
‘Een docent moet een link houden met de
beroepspraktijk’ben hövels, Kba
passie
BetRoKKenheid
![Page 23: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/23.jpg)
Back stage
22 / 23
‘We mogen ons niet verschuilen
achter de discussie of een praktijkdocent wel
docent mag zijn’Willy berentsen, fMe
aan het steeds nijpender wordende tekort en
aan het overbruggen van de kloof tussen onder-
wijs en bedrijfsleven.”Dat laatste is ook nodig,
want een veel gehoorde klacht van werkgevers
is dat de aansluiting tussen beroepsonderwijs
en het werkveld te wensen overlaat. Een structu-
relere samenwerking is de sleutel, is ook de
mening van Ben Hövels, directeur en senior
onderzoeker van het Kenniscentrum Beroeps-
onderwijs Arbeidsmarkt (KBA). Uit onderzoek
van KBA naar de samenwerking tussen scholen
en bedrijven blijkt dat onderwijsinstellingen
nog vaak te weinig extern georiënteerd zijn.
“Met name roc’s hebben de neiging tot navel-
staren. Er dient een link te zijn tussen datgene
wat de docent doet en de ontwikkelingen die
zich voordoen in de beroepspraktijk en op de
arbeidsmarkt. Als je bevoegd bent, ben je nog
niet altijd bekwaam. Een leraar moet zich
specifiek richten op nieuwe ontwikkelingen in
zijn vakgebied. Dat maakt het tot een noodzaak
dat hij een nauwe link onderhoudt met de
beroepspraktijk waartoe hij opleidt.”
Omgekeerd geldt volgens Hövels hetzelfde: als
je bekwaam bent hoef je nog niet altijd bevoegd
te zijn. “Ik heb het idee dat de standpunten die
veel mensen innemen over de relatie tussen
bevoegdheid en bekwaamheid, voortkomen uit
eigen agenda’s of uit formalistische redeneringen
die sterk aanhaken op regelgeving die er momen-
teel is op dat punt. Maar als je die standpunten
niet kunt onderbouwen met hoe het er in feite
aan toe gaat in de praktijk, dan zijn ze nogal
zwak.” Er is volgens hem namelijk nog niet
wetenschappelijk onderzocht op welke criteria
mensen uit de praktijk worden ingezet op roc’s
en wat je kunt zeggen over hun functioneren
als docent. “Daar zit een grote leemte in kennis.”
Niels Jonker van de Herman Brood Academie
stelt als coördinator de ‘zachte’ eis aan docen-
ten dat ze met één been in de praktijk blijven
staan. Een docent is geloofwaardiger als een
student hem in de praktijk kan tegenkomen.
“Als je al 20 jaar niets gedaan hebt, ben je niet
meer bij. En het maakt je verhalen ook smeuïger,
doordat je de lesstof kunt relateren aan wat er
gebeurt op een podium.” Bovendien profiteert
de student van het netwerk van docenten. Stage-
plaatsen, klusjes of vrijwilligerswerk worden
verdeeld onder studenten. Jonker: “Ik heb zelf
twee jongens mee gehad met tours van Johan
en Micheline van Hautem. Dat soort dingen.”
Behoefte van jongerenDe huidige problematiek in het mbo vraagt om
een pragmatische omgang met het begrip docent.
De Algemene Onderwijsbond (AOb) is daar
overigens geen voorstander van. Volgens de
vakbond is hoogopgeleid en bevoegd personeel
de beste en snelste weg om de kwaliteit van
onderwijs te garanderen. Natuurlijk: doceren is
een vak en niemand wil dat er onbekwame
mensen voor de klas staan. Een andere visie op
doceren, die minder is gericht op de tweedeling
bevoegd-onbevoegd en meer op de behoefte
van jongeren, zou goed zijn. In dat opzicht
zouden bijvoorbeeld de lesuren van gastdocenten
– zij zijn voor 100 procent in het bedrijfsleven
geworteld en geven eens in de zoveel tijd les –
anders dan nu, gewoon moeten meetellen met de
850-urennorm, vindt Moerman van het Koning
Willem I College. “Gastdocenten zijn waardevol,
ze brengen ontzettend veel nieuwe kennis de
school in. Natuurlijk moeten die uren meetellen.
Het is toch geen uitje naar de Efteling?!”
CONClUSIE:BeiDen geschikt!
coaching
kennis
![Page 24: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/24.jpg)
Back stage
cOlumn
voL vertrouWen Bezig met De laatste loodjesFoto Friso Keuris
het is zover: zonder dat ik het doorhad zit ik nu toch echt in mijn
laatste jaar. Momenteel ben ik bezig met de laatste loodjes voor
school, al voelt het soms meer alsof ik het loodje ga leggen.
een groot deel van mijn theorie heb ik al afgerond, dus dat
scheelt. toch merk ik dat mijn laatste praktijkopdracht me veel
moeite kost. ideeën heb ik zoals altijd genoeg, alleen het uit-
voeren schiet er nog wel eens bij in. dan zit ik zo te dromen
over de afgelopen jaren, de leuke en minder leuke dingen.
ik weet nog wel hoe ik als 16-jarig meisje vanuit brabant terecht-
kwam in friesland. in eerste instantie kende ik drachten niet
eens en even later woonde ik er. Vanaf het heb ik op veel
vertrouwen kunnen rekenen van mijn ouders en docenten.
in het eerste jaar mocht ik meteen een grote show presenteren.
onder het motto: ‘je zachte g klinkt zo leuk’. ik kwam er laatst
achter dat een van mijn leraren mij er geschikt voor vond, maar
het ook goed voor mijn zelfvertrouwen vond.
het jaar daarna deden we bij een festival in drachten, Simmerdeis,
verslag van het festival door een krantje te maken, met eigen
foto’s en artikelen. ook maakten we filmpjes en radio-uitzen-
dingen. een prachtig project. toen kreeg ik al steeds meer de
kriebels om dingen te organiseren en tijdens een project de
leiding te hebben.
Mijn leraar had het volste vertrouwen in me en dat was maar
goed ook. als hij van tevoren al had verteld dat ik over alles,
behalve radio, de leiding zou krijgen, had ik het nooit gedaan.
Stiekem ben ik er nu best trots op, hoe alles toen draaide.
natuurlijk was het niet perfect, maar het was wel een van
de mooiste projecten van mijn vier jaren mbo.
het vertrouwen dat de docenten altijd in mij hebben gehad,
ook als ik het niet meer zag zitten, is iets wat ik afgelopen jaren
prettig vond. al had ikzelf niet altijd vertrouwen in de organisatie,
de roostermakers en soms zelfs niet in mijn docenten. op hun
manier probeerden ze altijd het beste uit iemand te halen.
daardoor lijken dingen die tijdens mijn opleiding enorm vervelend
waren, nu een stuk minder erg. doordat mensen vertrouwen in
je hebben, haal je ook meer uit jezelf. dus docenten: bedankt
voor het vertrouwen!
Hanneke ArtsVierdejaars studente journalistiek & fotografie roc friese poort
![Page 25: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/25.jpg)
Back stage
“Techniek is mooi, je kunt je er breed in ont-
wikkelen. Het is goed voor de economie als
meer meisjes deze richting kiezen, bovenal is
het in hun eigen belang. Van mij hoeven heus
niet alle meiden zo te kiezen, maar ze moeten
het niet op voorhand uitsluiten en de kans
hebben zich breed te oriënteren. Vanuit de
vooronderstelling dat techniek vooral iets voor
jongens is, overwegen te weinig meisjes deze
richting. Bovendien is diversiteit op de werk-
vloer een groot goed. Goed voor de producti-
viteit en de sfeer. En een gemengd team scoort
beter als het bijvoorbeeld gaat om het oog van
de consument bij productontwikkeling.
glazen wandIn het buitenland volgen meer meisjes tech-
nische opleidingen. In Turkije is bijvoorbeeld
de helft vrouw. Maar bij ons zit het verschil
ingebakken in de cultuur. Onze oma’s stopten
nog met werken als ze gingen trouwen, laat
staan dat ze in de techniek werkten. Al gene-
raties lang bepalen mannen hier het beeld in
de techniek, letterlijk. Vrouwelijke rolmodellen
zijn er te weinig of ze zijn niet zichtbaar. Verder
ontbreekt het meisjes nogal eens aan het soort
bluf dat jongens vaak wel verder helpt in het
leven. Ze denken eerder dat ze niet goed zijn
in exacte vakken en techniek. Dit alles houdt
de scheiding in stand. We spreken wel van het
glazen plafond, maar fnuikender is de glazen
wand. Vooral op het lagere niveau.
Cocky booy, directeur VHTO:
‘Als ik Marja ben, MAAK IK PRESTATIEAFSPRAKEN MET HET MBO’
Als VHTO proberen we dit te doorbreken.
Bijvoorbeeld met ons project vmbo-mbo-brug,
waarin meisjes van vmbo-t in een traject van
12 weken kennismaken met techniek op het mbo,
in het bedrijfsleven en waarin zij speeddaten
met vakvrouwen. Ook hebben we de Meiden-
focus ontwikkeld: een instrument waarmee
mbo’s kunnen nagaan wat voor mogelijkheden
ze hebben om de interesse in techniek te vergro-
ten en waarmee ze bovendien in kaart kunnen
brengen hoeveel meisjes kiezen voor techniek,
waar ze vandaan komen en waar ze heen gaan.
Het mbo is beslist op de goede weg, maar er
kan meer. Als ik minister was, zou ik daar
bovenop zitten. Door bijvoorbeeld prestatie-
afspraken over keuzebegeleiding te maken
of inspanningsverplichtingen af te spreken,
al weet ik ook wel dat het mbo zich hier niet
graag op vastlegt. Van Bijsterveldt doet het
zeker niet slecht. Met ook emancipatie in haar
portefeuille voelt ze zich werkelijk betrokken,
ze heeft een prachtige emancipatienota ge-
schreven. Maar wat mij verbaast, is dat in haar
actieplan Focus op vakmanschap het woord
‘meisje’ niet voorkomt. Voorlopig is er nog veel
werk aan de winkel. Vier van de 27 leden van
het Nederlandse team van WorldSkills zijn dit
jaar vrouw, waarvan er drie een technisch be-
roep hebben. Het zou mooi zijn als dat volgend
jaar de helft is, maar laten we om te beginnen
eens voorzichtig mikken op 25 procent?”
minister vOOr 1 dag
Tekst Luuk obbink Foto’s Nout Steenkamp (Fmax)
‘Veel fnuikender is
de glazen wand’
meisjes stimuleren zich breder te oriënteren, waardoor ze vaker kiezen voor een loopbaan in de techniek; dat is de missie van het vhtO landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek. als directeur cocky booy één dag minister zou zijn, wist ze het wel. “ik maak prestatieafspraken met het mbo. we zijn op de goede weg, maar er kan nog veel meer.”
24 / 25
![Page 26: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/26.jpg)
Back stage
vijf vragen aan…
aan:
michaëL van straaLen, vicevoorzitter MKB-Nederland
onderwerp: Het midden- en kleinbedrijf is van eminent belang voor het mbo. En omgekeerd.
Dat de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt beter moet, is inmiddels
een cliché. Vijf vragen aan de man die bij MKB-Nederland de periode overbrugde
tussen oud-voorzitter Loek Hermans en nieuwe voorzitter Hans Biesheuvel. Nu is
Van Straalen weer vicevoorzitter, de functie die hij sinds 2007 vervulde. Hij is ook
lid van de SER.
Tekst Guus mater Foto Jeroen poortvliet
![Page 27: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/27.jpg)
Back stage
Kijk op www.mboraad.nl om uw vragen voor de volgende aflevering in te sturen.
“gelukkig gaat er veel goed. Maar veel kan ook
beter. Dan denk ik aan de vroegtijdige uit-
stroom, de inrichting van opleidingen en de beroeps-
praktijkvorming. De wereld buiten het schoolgebouw
is dynamischer dan die daarbinnen. Dat merkt een
student ook. Die denkt waarom zou ik Engels moeten
leren, ik wil kapper worden. In het basis- en voort-
gezet onderwijs moet een grondige kennis van taal
en rekenen worden onderwezen. De derde fase van
het onderwijs is daarvoor minder geschikt. Daar
moet de beroepsvorming centraal staan. Van groot
belang zie ik de toename van het aantal parttime
docenten die tegelijkertijd in het bedrijfsleven
werkzaam zijn. Dat de lessen van die instructeurs,
tenzij er supervisie is van een docent, niet meetellen
in de 850-urennorm, is onzinnig.”
“erg concreet is het kabinet nog niet geworden.
Afgezien van de verhoging van de maximum-
snelheid is er weinig gebeurd. In het kader van de
crisis- en herstelwet wordt er veel aan de wegen
gewerkt. Daardoor staat het mkb in de file. We
waarderen de pro-ondernemerschapsvisie van
het kabinet, maar door de krappe meerderheid in
de Tweede Kamer is er weinig van te merken. Een
belastingplan is er nog niet. Alleen wordt er af en
toe een bal in de lucht geschoten. Een daarvan is de
verhoging van het lage btw-tarief. Dat zou beslist niet
mkb-minded zijn. Dan zie ik liever dat het onderwijs
wat meer geknuffeld wordt. De behoefte aan goed
opgeleide burgers neemt in de toekomst alleen maar
toe. Het is mijn ambitie dat er aan de voorkant meer
wordt ingestopt. Dat wil zeggen dat kinderen van 3 al
wat leercultuur meekrijgen.”
“het was een initiatief van Hans de Boer (oud-
voorzitter MKB-Nederland). Het was vooral een
marketingachtige manier om het beladen begrip vmbo
een andere inkleuring te geven. Het imago was slecht.
Vooral door het accent dat op de theoretische leerweg
werd gelegd. Dat vond De Boer een rare ontwikkeling.
Meer aandacht voor techniek en eigentijdse leermid-
delen zorgden voor aansluiting bij de wereld waarin de
leerlingen leven. Niet dat die vakcolleges de kwaliteit
van het onderwijs verhogen. Ook geloof ik niet dat de
colleges overal en in alle sectoren noodzakelijk zijn.
Maar het is een goed label.”
“nee. De Stichting moet vragen over kwaliteit,
examinering en doelmatigheid beantwoorden
en moet een aantal van de vele overlegtafels die het
vraag 1: u werkt veel samen met het mbo. is het echt zo erg gesteld?
vraag 4: tijdens het politiek forum zei u: ‘het in de media bijna doodknuffelen van het mkb-metaal door politici, is niet meer genoeg. het is tijd dat ‘het hart op de goede plek’ gaat leiden tot concrete oplossingen van problemen’. We zijn nu een half jaar verder… wordt er al minder geknuffeld?
“ik ben een gesjeesde student Nederlands.
Poëzieverklaring, dat beviel me niet. Dat je
als lezer geacht werd te weten wat een dichter met
een tekst bedoelde. Na mijn militaire dienst heb
ik het nog even geprobeerd. Ik ben tot het 3e jaar
gekomen, destijds was de studie nog 6 jaar. Nu had ik
het misschien toch afgemaakt. Maar toen was ik, met
Atheneum B op zak, al een technisch bureau (hang-
en sluitwerken) begonnen.”
vraag 3: tijdens uw voorzitterschap is de Stichting beroepsonderwijs bedrijfsleven in het leven geroepen. Sommige tweede Kamerfracties noemden de Sbb een ’onnodige nieuwe tussenlaag’. Zit er een kern van waarheid in deze kritiek?
vraag 2: u bent directeur van vier bedrijven in de metaalsector. het onderwijs kent sinds een tijd de vakcolleges. Wat vindt u als werkgever van deze colleges?
vraag 5: ‘en uw eigen schoolcarrière?
26 / 27
onderwijs telt, overbodig maken. Ook de vraag of
een kleine opleiding (bijvoorbeeld die van hoefsmid)
in stand moet worden gehouden, moet daar aan de
orde komen.”
![Page 28: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/28.jpg)
De kabinetsplannen om de opleiding van oudere
mbo’ers niet langer te bekostigen, zijn na
protesten vanuit het bedrijfsleven en onderwijs
grotendeels van de baan. Vooral in de zorg en
techniek dreigden tekorten als 30-plussers zich
niet langer konden bij- of omscholen. Nu is het
woord aan de betrokken studenten zelf.
Back stage
Wij Leren en Werken doorTekst Sander van der ploeg
Foto Nout Steenkamp, Hans Stakelbeek (Fmax)
‘Door mijn opleiding kan ik langer blijven werken’
Naam: andré Verwaaijen (41) Werk: reparateur binnenvaart-schepen Opleiding: Scheepsbouw niveau 4, Scheepvaart en transport College“Ik werk op een werf in Nijmegen, waar ik reparaties uitvoer
aan binnenvaartschepen. Dat doe ik nu tien jaar. Daarvoor
was ik stellingbouwer. Ik werkte overal in het land, kende
lange reistijden en veel tijdsdruk. Het zware werk vond ik
niet erg, de stress wel. Ik wilde wat anders. Via een vriend
kwam ik in de scheepsbouw terecht. Ik had geen ervaring,
maar dat maakte niet uit. Het is zwaar, ongezond en vies
werk dat weinigen willen doen. In principe wordt iedereen die
maar wil aangenomen. Zo zijn ook bijna al mijn collega’s hier
terechtgekomen. Ik denk dat nauwelijks 20 procent van hen
een diploma heeft. Ik moest natuurlijk onderaan beginnen.
De afgelopen jaren heb ik veel in de praktijk geleerd. Ik
ben ambitieus en nu is het tijd voor de volgende stap. Na
wat zoeken op internet vond ik de geschikte opleiding.
Mijn studie is pittig en ik leer veel. Gelukkig heb ik veel
werkervaring in dit vakgebied, want als leek had ik het
niet gered op school. Een diploma is belangrijk voor de
toekomst. In mijn sector gaat het niet goed; rederijen
stellen reparaties uit en dat merken we op de werf.
Olietankers voor de binnenvaart moesten van de EU voor
2013 een dubbelwandig ruim hebben. Dat leverde een
aantal waardevolle orders op, maar onlangs is de Europese
eis uitgesteld tot 2018. Meteen werden alle opdrachten
ingetrokken. Veel rederijen kopen in 2018 een nieuw
schip en verkopen de oude olietankers in Afrika. Gelukkig
heeft mijn werkgever een goede naam in het wereldje
en blijft de onderhoudsportefeuille goed gevuld. Als ik
mijn studie afrond, hoop ik over pakweg vijf jaar mijn
bedrijfsleider op te volgen als hij met pensioen gaat. Dan
vervul ik meer een sturende rol vanaf de zijlijn. Als ik mijn
huidige werk blijf doen, ben ik rond mijn 50e lichamelijk
‘op’. In een leidinggevende rol kan ik langer blijven werken
en onderscheid ik mij van mijn collega’s. Steeds meer
Polen en Roemenen werken op de werf, dat is vaak lastig
communiceren, maar ze zijn harde en vooral goedkope
werkers. Ik ben een duurdere werknemer, maar ik vrees
niet voor mijn baan. Iemand moet ze toch leiding geven?
Daarom betaalt mijn werkgever mijn opleiding. Daar
spreekt vertrouwen uit.”
![Page 29: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/29.jpg)
‘Nu doe ik wat terug voor de maatschappij’
Naam: martin van Dijke (41) Werk: Begeleider dagopvang Opleiding: Begeleider geestelijke gezondheidszorg met ervaringsdeskundigheid niveau 4, zadkine“Mijn medestudenten en ik hebben allemaal een verleden.
Sommigen waren gedetineerd, anderen verslaafd, hadden
een psychiatrisch verleden of een combinatie daarvan. Zelf
kampte ik met psychische problemen en een stevige alcohol-
verslaving. Mijn ervaringen gebruik ik nu om anderen te
helpen. Vaak bepalen hulpverlenende instanties wat goed
is voor de cliënt. Die voelt zich dan soms onbegrepen. Een
verslaving is een ziekte, geen gebrek aan discipline. Door
mijn eigen verleden herken ik de situatie en psyche van een
cliënt. De reguliere zorg staat nog wat huiverig tegenover de
inzet van ex-verslaafden.
Toch merk ik dat dit verandert. Het is wetenschappelijk
bewezen dat juist wij erg geschikt zijn om verslaafden te
helpen. Het belangrijkste is dat zij hun ziekte onderkennen
en accepteren. Pas dan kun je werken aan herstel. Zo is het
bij mij ook gegaan. Ik dronk veel, maar zag mijzelf niet als
alcoholist. Ruim twee jaar geleden werd ik opgenomen in
een verslavingskliniek in Den Haag. Daar sprak ik met een
ex-verslaafde die mij begreep en mij ervan wist te overtui-
gen dat ik wel degelijk een alcoholprobleem had. Hij volgde
de opleiding die ik nu ook doe. Hij zette zijn ervaringen in
om anderen te helpen. Dat wilde ik ook. Door mijn psychi-
sche problemen en alcoholisme heb ik heel wat therapieën
gevolgd. Toch kwam ik er nog steeds niet uit. Pas toen ik
met mensen die mij echt begrepen kon praten over mijn
problemen, klaarde de lucht op. Dit ervaar ik ook bij mijn
studie. Gesprekstechnieken leren vind ik belangrijk. Ik zet
deze nieuwe kennis samen met mijn ervaringen in bij stich-
ting De Regenboog in Amsterdam. Hier vang ik mensen op
die dakloos zijn, psychiatrische problemen hebben en vaak
met een verslaving worstelen. Ik wil hen in eerste instantie
een veilige plek bieden en een praatje maken.
Alleen als zij er behoefte aan hebben, verwijs ik ze door
naar hulp verlenende instanties. Ik haal veel voldoening
uit mijn werk, hiervoor was ik door mijn problemen altijd
werkloos. Mijn uitkeringsinstantie betaalt mijn opleiding en
daar schaam ik mij niet voor. Zo krijg ik de kans iets terug
doen voor de maatschappij: door hulp te bieden aan mensen
die dat misschien wel het hardst nodig hebben.”
Back stage
28 / 29
![Page 30: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/30.jpg)
‘Ik ben nog lang niet uitgeleerd’
Naam: ton schouw (51) Werk: Beheerder sporthal Opleiding: Beheerder/ conciërge niveau 1, helicon“Ik heb meerdere banen gehad, maar mijn lichaam werkte
niet altijd mee. Tot mijn 30e was ik timmerman, totdat
mijn rug het begaf. Ik werkte een tijdje als receptionist
bij een politiebureau en was zwemleraar. Vooral de
laatste baan beviel mij goed. Helaas kreeg ik astma en de
chloordampen in het zwembad waren niet goed voor mij
longen. Via een re-integratieproject kwam ik terecht bij
een sporthal in Etten-Leur waar ik als beheerder werk ben
voor de gemeente. Mijn baan bestaat uit ongeschoold werk,
maar vorig jaar bood de gemeente mij een opleiding aan
tot beheerder. Zelf kan ik de kosten niet dragen. Mijn zoon
volgt een dure hbo-opleiding en zijn studie gaat voor. Dat ik
alsnog kan studeren was voor mij een kans die ik meteen
aangreep. Ik word er alleen maar beter van omdat ik me
kan verdiepen in het werk. Ik leer hoe ik administratieve
taken uitvoer en de noodzakelijke reparaties verricht. Ook
vind ik het belangrijk dat ik goed leer communiceren met
Back stage
Wij Leren en Werken DoorvervoLg
de klanten en hoe ik moet omgaan met agressie. Bij een
sporthal heb je met veel verschillende mensen te maken.
Daar moet de dienstverlening op afgestemd zijn. Soms zag
ik op tegen bepaalde groepen.
De lastigste groep bestaat uit pubers. Ik merk dat jongeren
de laatste jaren steeds mondiger zijn geworden; ze hebben
altijd een weerwoord. Daar moet ik mee kunnen omgaan.
Vaak wissel ik ervaringen uit met medestudenten en daar
leer ik van. Ook ben ik rustiger geworden. Het voordeel van
werkend leren is dat je de nieuwe kennis meteen in praktijk
brengt. Ik denk dat mijn werkgever de vooruitgang die ik
boek zeker merkt. Tijdens een werkoverleg sta ik steviger
in mijn schoenen en durf kritisch te zijn. Het werk wordt
steeds veeleisender. Dat gaat soms ten koste van de goede
communicatie met de klant. Dat wil ik voorkomen, want mijn
werk is mensenwerk. Als ik mijn diploma heb, sta ik sterker
op de arbeidsmarkt. Gemeenten moeten bezuinigen waardoor
mijn baan zomaar op de tocht kan komen te staan. Met mijn
opleiding kan ik ook solliciteren bij woningbouwverenigingen
als huismeester. Voor deze banen is een ouder iemand met
levenservaring zoals ik heel geschikt.”
![Page 31: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/31.jpg)
‘Ik begrijp de autotechnieknu pas echt’
Naam: Jan-Willem tenkink (30) Werk: automonteur
Opleiding: Eerste autotechnicus niveau 3, Graafschap College“Zo’n tien jaar geleden was ik automonteur, daarna ben ik
overgestapt naar het leger. Dat was een lang gekoesterde
wens, alleen durfde ik de stap niet te zetten. Nadat ik een
weddenschap verloor van een vriend, meldde ik mij aan
bij Defensie. Acht jaar heb ik gediend. Zo ben ik twee keer
op missie geweest in Afghanistan. Het was een mooie tijd,
toch heb ik het leger verlaten. Mijn werk was niet meer te
verenigen met het thuisfront. Ik besloot mijn oude vak weer
op te pakken, maar dat ging niet zomaar.
De autotechniek heeft in die tijd niet stilgestaan. Vooral
de elektronica in auto’s is ingewikkelder geworden. Nu
specialiseer ik mij in de bedrading en sensoren van
moderne auto’s. Die kennis had ik zonder mijn opleiding
niet gehad. Sterker: door mijn huidige opleiding begin ik
de autotechniek pas echt te begrijpen. Daarvoor verrichte
Back stage
30 / 31
ik alleen eenvoudige reparaties. De juiste papieren zijn
belangrijk in mijn vak. Er zijn veel mensen die fantastisch
kunnen sleutelen, maar zonder diploma word je nergens
aangenomen. Ik heb geluk met mijn huidige werkgever in
Doetinchem. Hij is een vriend van mij. Het is belangrijk dat
je mensen kent als je een baan zoekt, zeker in deze tijd.
Veel garages hebben meer personeel dan er werk is, vooral
bij werkplaatsen die zijn gespecialiseerd in één merk.
Je merkt dat door de economische crisis minder auto’s
worden verkocht. Dan kun je je als monteur maar beter
op alle merken richten. Ik heb het geluk dat Defensie een
re-integratieprogramma heeft en het eerste jaar van mijn
studie betaalt. Daarna sta ik er alleen voor. Als ik klaar ben
wil ik doorstuderen voor niveau 4. Dit kan alleen via een
beroepsbegeleidende leerweg, ofwel werkend leren. Als ik
alleen studeer en niet verdien, kan ik mijn hypotheek niet
aflossen. Met mijn opleiding wil ik doorgroeien bij mijn
huidige werkgever. Ik werk voor een klein bedrijf waar
ik iedereen ken en de werkplaats naar mijn wensen is
ingericht. Ik heb alles wat ik wil, nu mijn diploma’s nog.”
![Page 32: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/32.jpg)
Back stage
discussie
manja smits in discussie met…jan van zijL
de overheid is gebaat bij een beleidsmatig
aanspreekpunt namens de scholen
vz“De politiek heeft zo’n
vijftien jaar geleden
besloten de overheid op grotere
afstand van het onderwijs te
zetten. Scholen kregen meer
eigen verantwoordelijkheden
en de sectorraden werden
verantwoordelijk voor het
afsluiten van een cao. Alle 66
mbo-onderwijsinstellingen
hebben zich vrijwillig bij de
MBO Raad aangesloten, om
gezamenlijk gesprekspartner
te zijn voor overheid en vak-
bonden. Allemaal dus. Dat
zegt toch genoeg.”
s“Gelukkig maar dat het
lidmaatschap vrijwillig
is. Toch willen wij de MBO
Raad afschaffen, omdat het
onderdeel is van een fout bestel.
Die sectorraden vormen een
bureaucratische tussenlaag,
waar de Tweede Kamer geen
controle over heeft.”
vz“De SP wil de verant-
woordelijkheid voor het
onderwijs terugleggen bij de
overheid, en álle verenigingen
en raden afschaffen. Maar om
de een of andere reden richten
jullie je pijlen vaak op de MBO
Raad, als voorbeeld van een
bureaucratisch orgaan. Wij
besparen de minister juist
werk. Ze hoeft alleen met ons
in plaats van met 66 scholen
te spreken. We werken zeer
efficiënt, sluiten cao’s, zijn
gesprekspartner en delen
kennis. Dat zijn allemaal
nuttige dingen die het mini-
sterie echt niet efficiënter kan
uitvoeren. Voor de taken die
wij uitvoeren, lappen de scholen
8 miljoen. Nogal bescheiden
op een mbo-begroting van
3 miljard.”
s“Het is op zichzelf
allemaal heel nuttig.
![Page 33: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/33.jpg)
33 / 33
Back stage
Tekst Corien Lambregtse Foto’s Jeroen poortvliet
Kamerlid Manja Smits (SP) wil alle sectorraden afschaffen, de MBO Raad voorop. Want de verantwoordelijkheid voor het onderwijs hoort bij de minister, niet bij een tussenlaag. Maar volgens Jan van Zijl is de MBO Raad in het huidige bestel de beste instantie om het belang van het mbo te dienen. Een botsing tussen twee maatschappijvisies.
32 / 33
Maar de minister heeft de
grondwettelijke plicht om
voor goed onderwijs te zorgen
en de Tweede Kamer moet
dat controleren. Bij elk plan
van de minister zijn er wel
twintig punten waarvan
ze zegt dat ze die met de
sectorraden gaat uitwerken.
En zodra een onderwerp bij
de MBO Raad is geparkeerd,
is democratische controle
onmogelijk. Bovendien is de
MBO Raad slechts één van de
belangenclubs in het mbo. U
identificeert de MBO Raad met
de scholen, ik identificeer de
MBO Raad met bestuurders.
Er zijn heel veel docenten die
vinden dat de MBO Raad hen
niet vertegenwoordigt.”
vz“Ik ben het met u eens
dat de MBO Raad niet
de club van de managers
mag zijn, al ga ik er wel van
uit dat de bestuurders van
een school ook hart voor die
school hebben. Maar er valt
op dit punt zeker nog wat te
verdienen. De MBO Raad is
er voor het hele middelbare
beroepsonderwijs. We doen
juist ook veel dingen samen
met docenten. Er zijn bijvoor-
beeld bedrijfstakgroepen
waarin docenten meedenken
over beleid en uitvoering.
En de studentenorganisatie
zien wij ook als belangrijke
gesprekspartner.”
s “Toch blijven de belangen
verschillend. Bestuurders
van scholen worden afgerekend
op rendement. Daar kunnen
zij niets aan doen, dat heeft de
overheid opgelegd. Docenten
hebben niet als doel dat stu-
denten zo snel mogelijk hun
diploma halen, ze willen dat
die studenten goed onderwijs
![Page 34: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/34.jpg)
Back stage
manja smits in Discussie met jan van zijLvervoLg
krijgen. Laatst vertelde een
bestuurder dat hij na twintig
jaar weer les was gaan geven.
Hij zei: “Ik wist niet dat een
docent tegen zoveel regeltjes
aanloopt. Ik geef een ochtend
les en ben er een dag aan
kwijt.” Dan denk ik: hè hè, zie
je het nu?”
vz“Die regels komen niet
bij ons, maar bij de
overheid vandaan. U lost dat
niet op door alles wat er op de
scholen moet gebeuren weer
bij de minister neer te leggen.”
s“Wij willen niet terug naar
een systeem waarin de
overheid alles bepaalt. We
moeten juist af van de regels
over uren en middelen. Daar
gaan scholen vooral zelf over.
Waar het ons om gaat, is dat
docenten weer in dienst
komen van de overheid.
Momenteel wordt slechts
55 procent van het personeels-
budget in het mbo uitgegeven
aan docenten, terwijl zij het
allerbelangrijkste zijn. Daar
schrik ik van.”
vz “Wij willen ook meer
geld naar docenten
in plaats van naar overhead.
OCW heeft vijf rondetafels in
het land georganiseerd om
over de actieplannen voor
het onderwijs te praten. Ze
kwamen er bleek van de neus
vandaan, want de docenten
waren net zo kritisch als de
bestuurders. Nóg meer regels,
bureaucratie, nog meer
inspectie op details. Er is
wel eens spanning tussen
docenten en bestuurders,
maar als het hierom gaat,
zijn bestuurders en docenten
het helemaal met elkaar eens.”
s “Uiteindelijk is mijn kritiek
ook meer op het kabinet
gericht en op de meerderheids-
partijen in de Tweede Kamer
dan op de MBO Raad.”
vz “Maar de situatie is
nu eenmaal zoals ze
is. En daarin speelt de MBO
Raad zijn belangrijke rol. Ik
zou willen dat de SP ons helpt
in onze pogingen om het
onderwijs te verbeteren.”
s “Op welk punt is de MBO
Raad dan onmisbaar?”
vz “In ieder geval op het
punt van arbeids-
voorwaarden. Ik geloof niet
dat de SP het op prijs zou
stellen als scholen met elkaar
gaan concurreren op arbeids-
voorwaarden. En wat we doen
op het punt van bekostiging
en kennisdeling is ook zeer
belangrijk.”
s “Voor arbeidsvoorwaarden
hebben we een probleem
als we de MBO Raad morgen
zouden opheffen. Maar de
rest kunnen we gemakkelijk
oplossen. Die dingen kunnen
ze op het ministerie ook.”
vz “Blijft het probleem dat
de minister met alle
scholen apart moet praten.
Geloof me, als u ooit minister
van Onderwijs wordt, zult u
blij zijn met de MBO Raad.
Natuurlijk zou u net als de
huidige minister ook afzonder-
lijk met de scholen willen
spreken, maar één aanspreek-
punt voor beleid maakt het
leven een stuk eenvoudiger.”
s “Ik zou meteen gaan
koffiedrinken bij de MBO
Raad. Maar ze ook direct
vragen een plan te maken
om de raad zo snel mogelijk
overbodig te maken.”
vz “Het is mij helaas
nog niet gelukt over
te brengen dat wij een club
zijn die een publiek belang
behartigt. Wij doen geen
uitvoerend werk, hebben
niet veel gedelegeerde taken,
maken zelf geen regels. Wij
zijn een belangrijke gespreks-
partner omdat wij weten wat
er op scholen leeft. En daarin
spreken wij meestal dezelfde
taal als de docenten.”
s ‘Ik krijg van docenten vaak
iets anders te horen.’
vz‘Ik zou me zorgen
maken als docenten
gemiddeld een ander verhaal
hebben dan de MBO Raad.
Maar dat is niet zo. De
rondetafelgesprekken over
de actieplannen zijn daar
een voorbeeld van.’
s‘Ik blijf erbij dat de
praktijk anders is.
Laat de MBO Raad gewoon
een vereniging zijn voor
bestuurders. Net als de
verenigingen van leraren
en studentenraden. Ga
discussiëren, borrelen, voel
u met elkaar verwant. Maar
maak er als overheid geen
belangrijke partner van.’
‘Laat de MBO Raad gewoon een vereniging zijn, ga discussiëren, borrelen…’
‘Als minister zult u blij zijn met de MBO Raad: één aanspreekpunt maakt het leven een stuk
eenvoudiger’
discussie
![Page 35: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/35.jpg)
Back stage
35 / 35pittige taal
keuze voor techniek stimuleren? Dat gebeurt toch al jaren. met zeer beperkt resultaat.“We stimuleren de keuze voor techniek via het samenwerkings-
verband techniektalent.nu. dat sorteert wel degelijk effect.
Maar het is onvoldoende. de komende jaren verwachten we forse
tekorten. daarom onze oproep om extra te investeren in technische
opleidingen en ik verwacht dat we daarnaast een beroep
moeten doen op vakmensen uit het buitenland.”
is het vak wel aantrekkelijk? verdien je als cv-monteur of elektricien voldoende?“je verdient er een prima boterham mee. Met dit
vak kun je alle kanten op. je werkt steeds aan
een ander project, hebt veel vrijheid. bedenk wel,
als je een cv-monteur 50 procent meer geeft,
betaal je als klant ook 50 procent meer voor je
onderhoudscontract.”
je stimuleert de keuze voor techniek niet door andere opleidingen financieel te korten.“niemand moet een beroep kiezen waaraan geen behoefte is. de
keuze voor techniek betekent bijna de garantie op een baan. de
vraag naar installatietechnici is de laatste 15 jaar verdubbeld. en
die vraag neemt alleen maar toe. Kijk naar het energiezuinig maken
van woningen en kantoren, dat gaat werk opleveren. Kijk naar de
elektrische auto waarvoor oplaadpunten moeten komen. Zelf heb
ik elektrotechniek in delft gestudeerd, terwijl mijn hartstocht bij
gitaarspelen lag. ik kon naar het conservatorium, maar ik zag wel
dat mijn talent te beperkt was om als solist uit te blinken. anders
was ik waarschijnlijk onder de erasmusbrug geëindigd. het is
verstandig enig realisme te betrachten.”
We leven niet in china. jongeren kiezen zelf hun opleiding.“ik kan en wil niemand dwingen. geef ze goede voorlichting over
de beroepskansen. daarnaast kan een numerus fixus voor sommige
opleidingen een goede stap zijn. over een zwarte lijst van opleidingen
wil ik niet spreken.”
maakt de branche wel duidelijk waaraan behoefte is?“dat kan altijd beter. daarvoor zijn we een imagocampagne begonnen.
het gaat niet alleen om de technici die aan huis komen. We hebben
ook mensen nodig die complexe installaties in ziekenhuizen, kantoren
of in de industrie ontwerpen, aanleggen en onderhouden. er zal de
komende jaren grote behoefte zijn aan mensen die alles weten van
tunnelbouw. het aantal specialisten dat die techniek onder de knie
heeft, is in nederland op de vingers van twee handen te tellen. in
lokale en regionale samenwerkingsverbanden laten we de opleidingen
weten wat we willen. de omvang van de roc’s zie ik als probleem,
waardoor docenten niet meer weten welke richting ze uit moeten
en motivatie verliezen. door organisatie in compacte units kun je
dat voorkomen.”
Tekst Guus mater Foto Uneto-VNi
Back stage
34 / 35
Pittige taaL van… marceL engeLs
‘Niemand moet een
beroep kiezen waaraan
geen behoefte is’
UNETO-VNI wil korten op de financiering van opleidingen waarvoor onvoldoende arbeids- perspectief is. Pittige woorden van de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en technische detailhandel. Voorzitter Marcel Engels vindt dat dat geld moet worden besteed om de instroom in de technische beroepsopleidingen te stimuleren. Er zijn al te veel recreatie-managers en paardenverzorgsters.
![Page 36: Backstage10](https://reader033.vdocuments.site/reader033/viewer/2022052603/568bd88f1a28ab2034a3caa7/html5/thumbnails/36.jpg)
‘jullie moeten dat niet overlaten aan mannen in blauwe pakken van
brancheorganisaties, aan vaag middenveldgedoe. een banketbakker
moet zelf beslissen hoe die mensen worden opgeleid’blauw is zó 2010! Vindt premier rutte, fervent drager van grijze pakken,
die in het financieele dagblad ondernemers oproept zich nadrukkelijker te bemoeien met het mbo.
‘De onderwijsinspectie beoordeelt
scholen met sprekende, maar mislei-
dende kleuren: rood, oranje en groen.
groen is overigens niet goed. Bij de
inspectie doe je het nooit goed’
jan tishauer,oud-docent en promotieonderzoeker naar
de professionele ontwikkeling van docenten, laat in de
Leeuwarder courant zien nog altijd prima op de hoogte
te zijn van de werkwijze van de inspectie.
‘het ziet er gelikt uit, de pr is in orde,
maar je weet dat het nep is’
groenLinks-fractievoorzitter Sap laat tijdens het
verantwoordingsdebat blijken niet veel op te hebben
met het ‘goochelkabinet’ van rutte.
‘het cDa-congres kan resoluties
aannemen wat het wil, maar ik doe
er niks mee’
Minister van bijsterveldt lijkt in de Volkskrant erg in
haar sas in haar nieuwe rol van minister.
‘28.000 studenten, en al die paardjes
moesten over dezelfde hindernis-
balk. ook de stramme knollen, de
pony’s en de ezels van wie we later
zeggen: sommigen zijn gratis naar
school geweest en anderen zijn voor
niks naar school geweest’
oud-student journalistiek en auteur tommy Wieringa
beschrijft in Metro zijn collega-studenten aan de
hogeschool utrecht.
‘omdat ik al bijna een jaar werkloos
ben kan ik het geld erg goed gebrui-
ken; ik heb alle documenten nog
dus ik kan hier zeker een paar keer
boodschappen van doen!’
oud-inholland-studente uit op despeld.nl haar vreugde
over het feit dat haar diploma niet helemaal waardeloos
is. het is te recyclen tot luxe papierproduct.
‘media- en entertainmentmanage-
ment, dat is geen vak! (…) Wat voor
goeds verwacht je ook van zo’n klets-
opleiding.(…) als we weer gewoon
echte vakken geven, is een deel van
het probleem al ondervangen’
de 86-jarige emeritus hoogleraar filosofie en oud
pvda- eerste Kamerlid de rijk ziet in het nrc voor het
gemak over het hoofd dat filosofen en politici al eeuwen
niets anders doen dan kletsen.
‘misschien moeten we een nieuwe
naam nemen’
inholland-voorzitter terpstra presenteert in het parool
dé oplossing voor de problemen op zijn school.
‘Daarom gaan wij hier werken met
zwarte jassen, geven we de ruimtes
waarin we werken frisse kleuren en
moet het overal brandschoon zijn’
teammanager van een mbo-techniekafdeling weet in
dagblad van het noorden hoe je meiden enthousiast
maakt voor de techniek.