amerika - heemkringkinrooi.net · (zjang van jannes). ook bij jan vanthoor (hans de moggel) werden...
TRANSCRIPT
"Amerika"
Driemaandelijks heemkundig tijdschrift van de
Geschied- en heemkundige
kring Kinrooi v.z.w.
Jaargang 16 nr. 3 15 september 1997
KANTOOR VAN AFGIFTE : 3640 KINROOI
ISSN 0774-000X
BESTUUR
Voorzitter
René RAETS, Venlosesteenweg 368
56.50.84
Ondervoorzitter
Gaby NIES, Oudekerkstraat 36
70.15.20
Secretaris
Pater Jan BIERENS, Pelserstraat 33
3680 Maaseik
56.65.47
Penningmeester
Louis BEIJNSBERGER, Heitjesstraat 2
70.26.80
Bibliothecaris en commissaris
Jos VAN de WINKEL, Margarethastraat 62
NL 6014 AG Ittervoort
0031.475.56.54.56
Bestuursleden
Pol SPREUWERS, Venderstraat 30
70.15.36
Werner SMET, Breeërsteenweg 124
56.31.32
REDACTIERAAD Het Bestuur
LAY-OUT + TYPEWERK
Martine Dryvers
May Verhoeven
WOORDJE VAN DE VOORZITTER
Nummer drie van "Dao raostj gèt" is traditiegetrouw het
nummer dat in de vakantieperiode tot stand komt. Vakantie =
even vergeten en dan met nieuwe moed opnieuw beginnen.
Ook de redactie heeft van de vakantie geprofiteerd, maar
daarom nog niet stilgezeten. Het resultaat kunt U met dit
septembernummer vaststellen.
We zijn blij dit "woordje van de voorzitter" met verheugende
mededelingen te mogen beginnen:
- SCHUTTERIJ ST.MARTINUS KINROOI behaalde op het
O.L.S. de eerste prijs. Ze mogen dus in 1998 dit volkskundig
feest bij uitstek organiseren. Van harte proficiat! De Geschied-
en heemkundige kring zegt ALLE medewerking toe om aan het
welslagen van dit feest te mogen bijdragen.
-MOEDER ANNA VAN GEISTINGEN is terug: dit eeuwen
oude beeldje is, na een afwezigheid van zeven jaar, mooier als
ooit tevoren, teruggekeerd om voortaan in een passende
omgeving devoot vereerd te worden in een kapelleke op een
kruispunt van Vlaamse wegen in het hart van het oude kerkdorp
Geistingen. Het is de bedoeling van de Geschied- en
heemkundige kring geweest
- na restauratie - het beeldje in zijn oorspronkelijke omgeving
terug te brengen, zodat de band met de buurtbewoners én het
verleden niet verloren zou gaan.
Dat ons tijdschrift met aandacht gelezen wordt, bewijzen de
reacties die wij ontvingen op verschillende artikels uit ons
vorig nummero.a.: "Oosmodertaal", "Kessenicherrolregister"
en niet te vergeten het "Oorlogsdagboek van een student" van
Jaak Hoedemakers, wat bij velen de herinnering aan die
benarde tijd weer tot leven heeft doen komen. Dit is heemkunde
in de ware zin van het woord!
EINDREDACTIE René Raets
DRUK
HugoSymons
Bree
REDACTIEADRES
Secr./Documentatiecentrum
Weertersteenweg 419
3640 Kinrooi
Rek.nr. 735-2224992-91
Tel. 089/70.14.10
VERANTWOORDELIJKE
UITGEVER
René Raets
Venlosesteenweg 368
3640 Kinrooi
De HEEMKALENDER 1998 is inmiddels ook weer vers van de
pers. Eerstdaags zullen onze bestuursleden zich bij u aan huis
komen aanbieden. Ontvang ze goed: de heemkalender is onze
steunkaart en wij bieden u dertien unieke foto's aan voor de
luttele prijs van (nog altijd) 100,- Bef.
Als afscheid van het vakantieseizoen en als opening van het
werkjaar heeft op zaterdag, 30 augustus onze traditionele
uitstap, ditmaal naar LUIK, plaatsgehad. Hoe het was en hoe
het ging leest U in een volgend nummer.
Bij gelegenheid van de "Velt-natuurbeurs" hield onze kring een
"open-deur-dag". Velen bezochten onze stand en drukten hun
bewondering uit voor onze werking. Waarvoor onze dank. We
gaan onverdroten op dezelfde weg verder. Dat is beloofd!
René Raets
86 Dao raostj gèt 15 september 1997
INHOUD Woordje van de voorzitter 86
Inhoudstafel 87
Uit heden en verleden van Kinrooi:
- Oorlogsdagboek van een student: deel 3 - 1944 88
- Samenspelletjes en liedjes rond de jaren '40 101
- Van Nolke die naar de markt ging 102
- Over sagen en gebruiken van weleer: deel 2 105
- Sagen over de geestenwereld: deel 8 107
- Beroepsaangiften Kinrooi anno 1866 108
- Maaseiker pleidooi voor een Beerselaar 109
- Een nieuwe rubriek: kwartierstaten 110
- Kinrooi in het termijngebied van de Minderbroeders van Weert 117
Mededelingen:
- Oos modertaal 120
- We waren aanwezig te... 121
- Uit onze ledenfamilie 122
-Kringwerking * 123
- Uit ons documentatiecentrum 125
OP DE OMSLAG :
"Amerika": in dit nummer starten we met een nieuwe rubriek nl. kwartierstaten. We beginnen met een oud
geslacht uit Kinrooi: Theybers.
Dao raostj gèt 15 september 1997 87
Uit heden en verleden
OORLOGSDAGBOEK VAN EEN STUDENT: deel 3 -1944
Dinsdag 1 februari
Er zijn geruchten dat de school in bezit gaat
genomen worden door de Duitsers.
Vandaag rantsoen tabak en sigaretten gekregen.
Vanaf j8 jaar kregen wij rantsoenzegels voor de
aankoop van sigaretten of tabak.
Aangezien ik geen roker was, kon ik er wat zakgeld
mee verdienen.
Woensdag 2 februari
Nederlands: "Gloriant" (held uit een middeleeuws
abelspel): wereldlijk toneel Frans: "Gil Bias
"(schelmenroman van R. Lesage)
Vrijdag 4 februari
Ben evenals Thieu Van Aken grieperig; we gaan in
de middagpauze naar dokter Vanderzijl.
8,5 op 10 voor Frans opstel "Fettre d un ami". Ik mag
het voorlezen.
Ben bedlegerig tot 12 februari.
Thieu Van Aken uit Opitter was bij de enkele
studenten die na de humaniora verder studeerden: hij
werd leraar lichamelijke opvoeding en Antoinette
Martens uit Aldeneik werd lerares wiskunde.
Zondag 13 februari
Uit bibliotheek: "Als Vlaanderen terugroept".
Prachtig verhaal van een Hongaar die te voet naar
Vlaanderen trekt.
Maaseik speelt tegen Hannut. Internationale keeper
Van de Weyer. Flauwe match.
Cinema: "Le Simple " met Fernandel.
Maandag 14 februari
Algebra: determinantenleer Frans:
"Le sommeil du Condor”
Nederlands opstel: 's Morgens als de merels fluiten.
Dinsdag 15 februari
Duits: "Der Totentanz" van Goethe
Korfbal onder de turnles.
Donderdag 17 februari
Bitsig koud.
Engels: "Absent-mindedness in a parish-choir" Te
voet langs Sint-Jansberg naar huis. Aan de boerderij
Royakkers ontmoet ik een groep kinderen die de
ronde doen met "de koningsbaan".
In Ophoven bestond vroeger bij de kinderen het
folkloristisch gebruik op donderdag voor
vastenavond met "de koningshaan" de ronde te doen.
Met een haan of kip op de arm (de poten
vastgebonden, en een fleurig strikje om de nek) liepen
de bengels de huizen af. Voor de deuren werd dan op
zangerige toon telkens het monotone wijsje Gèf mich
get veur de keunings-haan afgedreund.
In een linnen beursje werden de geldstukken
verzameld die hun werden uitgereikt, 's Avonds werd
dan de buit verdeeld.
Vrijdag 18 februari
Wiskunde: goniometrische vergelijkingen Tekenles:
M. Kennis praat over kunst: impressionisme en
expressionisme Franse spreekbeurt door Jan Rutten
over Honoré de Balzac.
Zaterdag 19 februari
's Morgens is de hele natuur met een witte
sneeuwvacht overdekt.
Rantsoenzegels gehaald op het gemeentehuis.
88 Dao raostj gèt 15 september 1997
Zondag 20 februari
Vastenavond.
Ik ben bij vriend Jan (Gorissen), waar enkele
verklede carnavalsvierders aan de deur verschijnen.
Vader Pol haalt lachend de zwezerik te voorschijn
maar overhandigt hun dan toch een fooi.
Te Ophoven en omstreken deden jeugdige verklede
carnavalsvierders de ronde bij de inwoners voor een
omhaling van geld of sneden spek, die aan een lange
puntige stok werden geregen. Op sommige plaatsen
werd voor de grap een pezerik (uitgesneden roede
van het varken die gebruikt werd voor het smeren van
zagen) gegeven. Cinema Plaza: "Stukas":
propagandafilm met indrukwekkende vliegstunts.
Op de besneeuwde markt staan de schommels
opgesteld. Kermisorgel speelt.
Lees 's avonds de dichtbundel "Het levende hout".
Maandag 21 februari
M. Bergen, leraar wiskunde heeft trein gemist. We
verhuizen naar lokaal van M. Bleukx die Griekse les
geeft aan de studenten van de Latijnse.
Geschiedenis: Lodewijk XV M. Renson
handelt over de "Ro..co..co".
De Rococo is een decoratieve bouwstijl die zich in de
eerste helft van de 18de eeuw in Frankrijk uit de
barok ontwikkelde.
We verkneukelden ons steeds over het sterk
articuleren van woorden en het rollen van de "r" door
M. Renson.
Dr. G. Renson werd in 1952 leraar aan het Kon.
Atheneum te Halle en aan de Middelbare
Normaalschool Sint-Thomas te Brussel. Voor zijn
vertrek alhier publiceerde hij nog een "Beknopte
Geschiedenis van Maaseik".
Hij werd later benoemd tot conservator van het
Kasteel van Gaasbeek.
M. Bleukx, die enkele generaties van "klassiekers"
heeft opgeleid aan het Kon. Atheneum, zou ik nog
meer dan vroeger gaan waarderen, toen ik hem in
mijn later persoonlijk leven leerde kennen als
voorzitter van de toenmalige Commissie van
Openbare Onderstand. Daarin nam hij van 1953 tot
1977 het ambt van voorzitter waar, periode tijdens
dewelke ikzelf eerst als ontvanger en
nadien als secretaris werd aangesteld.
Hij was de stuwende kracht achter tal van
initiatieven. Dankzij hem kreeg Maaseik in 1962 een
nieuw en modern ziekenhuis en in 1967 een nieuw
bejaardentehuis dat in 1977 nog werd uitgebreid
meteen nieuwe vleugel voor invalide bejaarden. Hij
overleed op 18 augustus 1991.
Dinsdag 22 februari
Hard gevroren. Het ijs draagt.
Duits: "Die Kraniche des Ibykus" (De Kraanvogels
van Ibycus) (1)
Nederlands: "De bult spreekt" van Willem Elsschot.
(1) We bespraken de bekende ballade van Friedrich
von Schiller over de Griekse lierdichter Ibycus (6e
eeuw voor C.) die volgens de sage door struikrovers
werd vermoord. Kraanvogels die hij ter hulp riep,
zouden de misdaad later gewroken hebben, vandaar
de spreekwoordelijke betekenis van die titel:
"onverhoedse getuigen".
Woensdag 23 februari
Nederlands: geschiedenis van de Nederlandse
letterkunde.
Schriftelijke overhoringen aardrijkskunde (goed) en
scheikunde (slecht)
Sneeuwballen in de studie bij M. Van Dist. Weer
Engelse vliegtuigen 's nachts.
El ie Van Dist, een zeer gedistingeerde figuur, was
de uitstekende tweede leraar Frans. Hij sprak met een
onberispelijk accent, hetgeen deed vermoeden, dat
hij afkomstig was uit een tweetalige familie.
Hij had een tijdlang zijn oog laten vallen op een
Maaseikse schone met de welluidende naam Désiré.
Als er over zijn manieren en voorkomen gesproken
werd, ontlokte dit bij de studenten onder elkaar wel
eens de ironische opmerking: "Ca laisse à désirer"
(dat laat te wensen over). Zijn steeds weerkerende
categorieke aanmaning om gekscherende
klasgenoten op de achterbanken tot de orde te
roepen, klonk steevast: "Est-ce fini de rigoler
là-bas"! (Is 't gedaan met lol te verkopen daarachter).
M. Van Dist werd later leraar aan het Koninklijk
Atheneum van Berchem, waar hij thans nog
woonachtig is.
Dao raostj gèt 15 september 1997 89
Donderdag 24 februari
Frans: "Gil Bias "
Op het marktplein van Maaseik zijn Duitse tanks en
soldaten aangekomen.
Vrijdag 25 februari
Vader werkt in opdracht van de gemeente aan
herstellingswerken van de noodbrug over de Lossing
aan Leurs.
Wij worden ‘s morgens plots opgeschrikt door
onheilspellend geronk van geallieerde vliegtuigen die
glinsterend in de zon oostwaarts vliegen. Vijf minuten
later volgt een hevig bombardement. Moet heel
dichtbij zijn aan de Nederlands- Duitse grens.
Twee kruiwagens houtspaanders gehaald aan de
Lossingbrug.
Man van jonge vrouw uit Ophoven te Wessem
vermoord.
Zaterdag 26 februari
Bij gebuur Jan Klerkx werden vannacht twee fietsen
ontvreemd. Van hun banden ontdaan werden ze
teruggevonden in de haag van mijn oom Jan Coolen
(Zjang van Jannes).
Ook bij Jan Vanthoor (Hans de Moggel) werden twee
fietsen en een zak meel ontvreemd. Vertaling gemaakt
van gedicht van J. Cowper "The diverting hi story of
John Gilpin”.
Zondag 27 februari
Uit bibliotheek: "Hollands Glorie" van Jan de Hart o
g
Vergadering studentenbond.
's Avonds met neef Tuur en Lucien Boonen naar film
in Maaseik. Er is geen plaats meer vrij.
We krijgen drie bijgehaalde stoelen: "Heb mij lief"
met Marika Rock.
De twee cinemazalen in Maaseik deden tijdens de
oorlog goede zaken: de in 1987 buiten gebruik
gestelde zaal Van Eyck en de reeds lang verdwenen
zaal Plaza (Blauwe Zaal) in de Capucienenstraat.
Zowel voor de middag- als voor de avondver-
toningen zaten ze meestal overvol.
De films waren voor 99% van Duitse herkomst.
Sporadisch werd ook wel eens een Franse film
gedraaid bijv. met Fernandel.
De vertaalde versies van de Duitse actualiteiten,
gestoffeerd met de opgeschroefde wapenfeiten van
de nazi's moesten wij er vooraf maar bijnemen.
Maandag 28 februari
Geen lessen. Daarna ijspret op Eendenpoel aan
Hoverhof.
Dinsdag 29 februari
Gelezen: "Kobeke " van Ernest Claes.
Weer schaatsen. Op zwakke plek tot aan knieën door
het ijs gezakt.
Rijkswachters, voorafgegaan door een bestelwagen,
rijden vanuit het dorp door de Leustraat en doen een
inval in villa "La Tourelle".
Op Jettenhof werden vannacht een schaap en een
partij konijnen gestolen.
Bij de inval in villa "Fa Tourelle" werd een
wapendepot ontdekt.
De Staf van het Geheim Leger, met onder meer Tony
Lambrechts uit Hasselt zat er verborgen. De
verzetslieden waren echter verwittigd door de
toenmalige veldwachter Pieter Coolen en konden
zich tijdig in veiligheid stellen.
De eigenares Juffrouw Nyssen en Jan Hilven werden
nadien gevankelijk weggevoerd.
Het volledig relaas en het tragisch gevolg van de
inval in villa "Fa Tourelle" worden uitvoerig belicht
in het boek "Oorlog 40-45 tussen Maas en Kempen"
van ere-senator Mathieu Rutten uit Tongeren.
Villa "La Tourelle" te Ophoven waar tijdens de oorlog de
Staf van het Geheim Leger was ondergebracht
90 Dao raostj gèt 15 september 1997
Woensdag 1 maart
Engels: "Ripvan Winkle"van WashingtonIrving.
Frans: "Le passeurd’ eau" van Emile Verhaeren
Gekocht: volksuitgave van "Légende d’Ulen- spieghel
et de Lamme Goedzak" van Ch. de Coster.
Donderdag 2 maart
In de stal gewerkt. Na de middag wordt brood
gebakken. Ik stook de oven. Geallieerde vliegtuigen
weer zeer bedrijvig.
-Vrijdag 3 maart
Frans opstel: "Santé ou richesse"
Bèr Notermans houdt een spreekbeurt over Alfred de
Musset.
Bij tante Liza geluisterd naar luisterspel op radio
"Pastoor Campens en zijn parochie".
Zaterdag 4 maart
Het heeft opnieuw gesneeuwd.
De ganse dag gedreun van overvliegende
Amerikaanse bombardementsvliegtuigen.
Ze blijven echter onzichtbaar in de grauwe
sneeuwlucht.
Zondag 5 maart
Na het lof naar de cinema: "De zondenbok".
's Avonds toneel in de parochiezaal: "De zoon van de
werkstaker".
Mathieu Hornikx danst de charleston.
Blijspel: "Nachtwacht op de maan" met René
Hoedemakers (Neer van 't Schoor) in de hoofdrol.
In de Gildezaal (ook repetitiezaal van de Kon. Fanfare
"De Ophoverzonen") vonden heel wat culturele
activiteiten plaats. Aan de voorkant boven het podium
stond, over de gehele breedte van de zaal, in sierlijke
Gothische letters, het veelzeggende geschilderd
devies: "Geen lauwer wast in lager lucht".
De vermelde toneeluitvoering werd gebracht door de
toneelgroep "Hand in Hand", waaraan dorpsgenoot
Jos Smeets reeds vroeger een uitvoerig artikel heeft
gewijd.
Maandag 6 maart
Het dooit.
Lucien Boonen vertelt grap over Engelse boer die
piloot werd bij de Royal Air Force. Keert na vlucht
naar Berlijn met zijn volledige bommenlast terug
naar de basis.
Reden: het alarm was juist afgeblazen. Klasgenoot
Lucien Boonen uit Aldeneik was tevens medelid van
de studentenbond in Ophoven. Vliegtuigen waren
steeds zijn stokpaardje en hij droomde van het
avontuurlijke vliegeniersleven. Hij was een knap
student.
Kort na de bevrijding verliet hij het Atheneum om
dienst te nemen bij de Belgische Luchtmacht. Hij
behaalde er zijn vliegeniersbrevet en nam later deel
aan diverse militaire opdrachten o.m. in het
voormalige Belgisch Kongo en in Amerika. Hij
beëindigde zijn loopbaan met de graad van kolonel.
Dinsdag 7 maart
M. Renson spoort ons aan, meer belangstelling aan
de dag te leggen voorde wetenschappen: wij behoren
immers reeds bij de meer ontwikkelden (sic).
Woensdag 8 maart
Bij het huiswaarts keren in gezelschap van Gerard
Schiepers zijn we ter hoogte van Meurkenshof
getuige van een treffen tussen drie laagvliegende
geallieerde vliegtuigen en een Duitse jager. Hevig
mitrailleurvuur. We duiken de haag in.
Gerard Schiepers, die verdere studies deed aan de
Koloniale Hogeschool, bekleedde aanvankelijk een
administratieve functie in het voormalige Belgisch
Kongo.
Nadien werd hij kabinetchef op enkele Ministeriële
Departementen en later regeringsafgevaardigde aan
de Leuvense universiteit.
Donderdag 9 maart
Wanneer ik rond 8 uur langs Sint-Jansberg op het
Majoor Aertsplein aankom, rijdt de stoomtram uit
Eisden luid toeterend binnen, volgeladen met
studenten en mijnwerkers. Ook de reizigers met de
trein uit Hasselt zijn gearriveerd en haasten zich in
de richting van het centrum.
Dao raostj gèt 15 september 1997 91
's Avonds hevig bombardement niet ver over de
Maas, richting Duitse grens.
Bij de aanvang van de roman uit 1933 van Georges
Simenon, "La Maison du Can al", arriveert ook de
hoofdpersoon, het Brusselse weesmeisje Edmée,
vanuit Hasselt te "Maeseyck" om van daaruit per
"vicinal" (buurtspoorweg) door te reizen naar
"Neeroeteren". Daar wordt ze met een koets
afgehaald om zich naar het huis de "Wateringen", dat
in feite op het grondgebied van Elen is gelegen, te
begeven.
Hoeve "De Wateringen" te Elen-Neeroeteren, plaats uit het
gelijknamige boek "La Maison du Canal" van G. Simenon
Het is een min of meer autobiografisch boek,
gebaseerd op de herinneringen van de schrijver uit
een kerstvacantie die hij onder de Eerste
Wereldoorlog bij familieleden in dat huis doorbracht.
Dit typisch werk van G. Simenon, waarin hij een
beeld ophangt van de armoedige en rauwe
levensomstandigheden van de landelijke bevolking,
ademt, inzonderheid in de natuurbeschrijvingen, een
drukkende en beklemmende sfeer. Het huis de
"Wateringen" wordt momenteel bewoond door het
echtpaar Edgard Tombal-Truyen. Ook Gérard
Walschap beschrijft kleurrijk zijn aankomst aan het
Majoor Aertsplein en de ingang van de Bosstraat in
de novelle "Op vrijersvoeten".
Hij huwde namelijk de Maaseikse Antoinette
Theunissen uit het "Hotel du Chemin de Fer" in de
Bosstraat.
De waargebeurde anecdote gaat, dat een andere zus
Theunissen op 10 mei 1940 vanuit een bovenraam
naar buiten leunde, toen de eerste Duitse soldaten
door de Bosstraat renden. In de mening dat het
Hollandse douaniers waren, die ook in veldgrauw
gekleed waren, riep zij: "Jongens, zit de Pruus achter
uuch"? Een bulderend "Rein!" met een geweerloop in
haar richting, deed haar totaal onthutst het venster
sluiten
Zaterdag 11 maart
Ben 's morgens mijn Duitse les aan het blokken. Op
het ogenblik dat ik de zin lees "befleissige dich stets
der Wahrheit", wordt ik opgeschrikt door een heftig
bonzen op de voordeur. Vier rijkswachters. Zij
vragen de weg naar de boerderij Meulenaars in de
buurt. Later verneem ik dat daar 's nachts
aardappelen werden gestolen. Gelezen: The MUI on
the Floss (verkorte uitgave) van Elliot.
Weer vliegtuigen in de nacht. Ik lig pas in bed, als
een zware bominslag het hele huis doet daveren.
Zondag 12 maart
Bij vriend Jan Gorissen, waar we herinneringen
opdiepen uit onze kinderjaren: over de boeken die we
samen lazen en onze eerste eigen pennevruchten.
Gelezen: "De Geest der Gothiek" van Urbain Van de
Voorde. Het geeft mij de grootste voldoening, mij
geestelijk te verrijken, voldoening die de bovenhand
heeft op wereldse ontspanning en materiële rijkdom.
Jan Gorissen, mijn gebuur en boezemvriend sinds
mijn prille jeugd voelde zich reeds van jongs af aan
geroepen tot het zendelingenleven.
Hij verblijft reeds ruim 35 jaar in Zaïre, eerst als
leraar en nadien als pastoor en broussepater in de
kruisherenmissie aldaar. Vertoeft thans in de
kruisherenmissie van Kinsjasa.
Op 30 mei 1965 ontsnapte hij aan de gruwelijke
moord op 21 Paters Kruisheren in Buta omdat hij
toen zijn verlof in België doorbracht.
Vriend Jan hield net als ik gedurende het jaar 1944
een dagboek bij. Tot zij n grote spijt verdween het in
zijn missiepost tijdens de troebelen in onze
92 Dao raostj gèt 15 september 1997
voormalige kolonie in 1965.
Dat Jan een onverwoestbaar optimist is blijkt uit zijn
regelmatige bijdragen in het tijdschrift "Kruis en
Wereld" over zijn belevenissen in zijn Zaïrese
missiepost.
Dinsdag 14 maart
Nederlands: "Dinska Bronska " van K. Van den
Oever
Meetkunde: Transversalen.
Woensdag 15 maart
's Morgens stralende zon. Na de middag verandert
het.
Nederlands: Bredero.
Voordracht van M. Coopmans over Lamartine, de
Franse romantische dichter.
Vrijdag 17 maart
Frans: spreekbeurt door Bèr Hotterbeekx over de
Franse dichter Alfred de Vigny.
Bèr Notermans heeft een "vitaminenverbrijzelaar"
vervaardigd.
Het waren niet zozeer de vitaminen maar wel de
broodjes waar wij en ook de leraars iedere dag naar
uitkeken.
Bèr Hotterbeekx trad in dienst van de Regie der
Luchtwegen waar hij de functie van vluchtleider
vervulde.
Bèr Notermans, de grapjas van de klas, had een
onmiskenbare "wiskundige knobbel". Hij was voor
velen van ons de toeverlaat bij het oplossen van de
moeilijke opgaven van analytische meetkunde die
wij in de weekends van leraar Fons Bergen als
huiswerk kregen.
Hij was een tijdlang studiemeester en daarna
secretaris van de Schippersschool van Eisden. Hij
vestigde zich tenslotte als zelfstandig
verzekeringsmakelaar en fiscaal raadgever in Rotem
waar hij op 3 augustus 1990 onverwacht overleed.
Zaterdag 18 maart
Neef René (van ‘t Schoor) brengt een wagen
voederbieten.
Met een mand de hele voorraad naar de schuur
gesjouwd.
Rijkswachters doen weer de ronde in het Leu naar
aanleiding van nieuwe diefstallen.
Zondag 19 maart
Uit bibliotheek: "De vliegende herberg" van
Chesterton.
Maandag 20 maart
's Avonds vallen er bommen in Leut.
Dinsdag 21 maart
Duits: Balladen van Schiller en Goethe.
Woensdag 22 maart
We leren Engels liedje:
"Polly wolly doodle "
For I went down to see my girl
Sing Polly wolly doodle all the day.
Fare thee well, fare thee well,
fare thee well my fairy fay.
Met hondenkar van oom Jan hout gehaald aan
Lossingbrug.
Donderdag 23 maart
Sedert enkele dagen is de Vesuvius weer in werking.
Twee dorpen werden onder de lava bedolven en
duizenden mensen zijn op de vlucht. Dreunende
vliegtuigen in de nacht.
Vrijdag 24 maart
Proefwerk Frans opstel: "Vivre c’est se combattre ".
's Middags thuis bakoven gestookt.
Later sta ik buiten naar de blauwe, wit bewolkte
lucht te turen. Alles ademt rust en kalmte. De
dorpsklok tampt in de verte. Ik voel mij weemoedig
en vervuld van een vreemd verlangen. Ik denk terug
aan mijn onbezorgde kinderjaren.
Zaterdag 25 maart
Heerlijk lenteweertje. Zulke dag, ik herinner het mij
nog goed, was het ook bij de Duitse inval op 10 mei
1940, dag zo vol angstwekkende herinneringen.
Dao raostj gèt 15 september 1997 93
Moet vandaag mijn hersens volstoppen met
wiskunde: Dura lex, sed lex ( de wet is hard maar het
is nu eenmaal de wet).
Op straat spelen kinderen uit de buurt met blikken
gevuld met carbuur. (carbid)
Een geliefkoosde bezigheid van de dorpsjeugd was
het niet ongevaarlijk spelen met carbid dat toen nog
sporadisch gebruikt werd voor de verlichting van
fietslantaarns.
Het goedje werd in een blikken bus met deksel
gestopt en daarna lichtjes bevochtigd, waardoor de
gassen vrijkwamen. Een brandende lucifer met
omzichtigheid tegen het smalle gaatje in de bodem
van het blik gebracht, deed dan het deksel met een
luide knal eraf vliegen, waarna het spel opnieuw kon
beginnen.
Schoolmakker Godfried Jaeken onderschatte de
uitwerking ervan, toen hij achteloos enkele brokjes
carbid in de inktpot van zijn bank stopte. Het effect
was onmiddellijk: kissend startte een zwartgrijze
smurrie haar weg over bank en vloer. Godfried
Jaeken werd na een functie bij de belastingen
afdelingshoofd op het stadhuis van Brussel. Hij is
tevens wereldreiziger en free-lance journalist. Hij
schreef honderden wetenschappelijke artikels in
diverse dag- en weekbladen. In 1991 schreef hij een
boek over het belang van de olie op wereldvlak onder
de titel "Big Oil van Bagdad tot Noordzee". Daarna
volgden nog "De zwarte dood" over de olietankers op
de wereldzeeën en "De Grootmoeder van alle
Oorlogen" (De Golfoorlog). In de Artis-reeks
verscheen eveneens van hem een toeristische
handleiding "Schotland".
Zondag 26 maart
Plechtige communiedag van de twaalfjarigen.
Buurjongen Mathieu Klerkx en neef Christ Coolen
vormen een paar. Fiere ouders stappen met hun
jeugdige feestelingen naar de dorpskerk op de
Steenweg.
Twee zusters van het klooster in Geistingen,
onderwijzeressen aan de lagere meisjesschool van
Ophoven, komen ook kerkwaarts gewandeld. Ter
hoogte van de Witbeek komen twee Duitse militairen
met zware motors achter ben aangereden, razen
rakelings langs de twee opgeschrikte nonnekens en
laten daarbij hun uitlaten hevig knallen. De twee
grinnikende moffen herhalen dit spelletje nog eens
tegenover de kerk, waar ze
de aankomende kerkgangers op een nieuw salvo
onthalen.
Meetkunde geblokt, 's Avonds cinema:
"Circustragedie".
Het vormen van "paren" bij plechtige communie-
kanten was in die tijd nog in voege.
De communiekanten waren beurtelings te gast aan de
feestdis van hun respectievelijke families. Er werden
ook kleine geschenken uitgewisseld.
Maandag 27 maart
Proefwerk wiskunde in het laboratorium: tamelijk
goed.
Studiebeurs (250,- fr.) ontvangen.
Kortrijk zwaar gebombardeerd.
Dinsdag 28 maart
Geen school. Geschiedenis en Duits geblokt.
Woensdag 29 maart
Proefwerk geschiedenis. Valt erg goed mee. Dokter
Hendrix uit Maaseik is bij buur Moors op bezoek.
Wordt ook even thuis binnengeroepen voor jongste
zus die ziek is. Wat verdienen die heren vlug op korte
tijd (25,-fr.).
Mijn oordeel als 18-jarige over Dr. Jos Hendrix zou
totaal wijzigen, toen ik hem op rijpere leeftijd van
zeer nabij leerde kennen. Ze zijn niette tellen, de
mensen die bij hem te rade kwamen, toen hij in het
bejaardentehuis te Maaseik verbleef, zelf zwaar
gehandicapt door een verlamming van de onderste
ledematen. Zijn onverwoestbaar goed humeur en zijn
gemeende hartelijkheid waren van die aard, dat
iedereen die hem raadpleegde voor lichamelijke of
geestelijke problemen met een verlicht gemoed bij
hem vandaan ging.
Hij was een erudiete en veelzijdige persoonlijkheid
en een kunstenaar in harten ziel. Hij verwierf niet
alleen naam als componist maar tevens als
letterkundige, getuige daarvan zijn werken "Le-
vensserum", "Het gaat om Gwen" en "Ogen Open".
Hij was een persoonlijk vriend van wijlen
Gouverneur Roppe die hem meermaals in het
bejaardenhuis kwam opzoeken.
Hij overleed op 27 december 1976.
94 Dao raostj gèt 15 september 1997
Donderdag 30 maart
Proefwerken Engels en Duits. We zitten met de eerste
wetenschappelijke samen in één lokaal. Nest
Vandebroek hangt heel gewichtig zijn groot
zakhorloge aan het bord. Jos Raets uit Stokkem is
niet enthousiast over de titel van het Engels opstel
(Rip Van Winkle) en maakt zijn beklag. Zit na een
tijdje in een minuscuul woordenboekje te bladeren.
Vrijdag 31 maart
Weer samen met eerste wetenschappelijke voor
Nederlands opstel. Voor ons "Dinska Bronska", voor
de anderen: "Het leven is een schouwtoneel. Elk
speelt zijn rol en krijgt zijn deel."
Of met een burleske van een leukerd van de hoogste
klas: "Het leven is een pijp kaneel. Elk zuigt eraan en
krijgt niet veel."
Nest hield op luchtige wijze de spanning erin, door
van tijd tot tijd zijn zakhorloge, dat aan een koordje
bevestigd was, ostentatief uit zijn vestzak op te
diepen.
Zaterdag 1 april
's Morgens wit sneeuwtapijt.
Aan de parochiezaal heeft kunstschilder Jean van
Dooren zijn schildersezel opgesteld, om een pittoresk
dorpszicht te vereeuwigen.
Zondag 2 april
Cinema van Eyck: "Ons kleine Vrouwtje" met Paul
Kemp en Albert Materstock.
's Avonds toneel: De zwerftocht naar het geluk. Rik
Van Steenbergen wint Omloop van Vlaanderen.
Briek Schotte tweede. Marcel Kint gevallen.
Dinsdag 4 april
In moestuin gespit. Klein perceeltje van boomgaard
erbij, dat met stokken wordt af gezet tegen de kippen.
Vergadering studentenbond. 's Avonds gelezen:
"Gulliver’s Travels" van J. Swift.
Woensdag 5 april
Reeds in de vroege morgen met kruiwagen naar de
watermolen aan de Donkstraat. Daarna met razende
tandpijn + aspirine in bed. Een uurtje later moet ik
vader de koffie brengen in het
Winterlandschap geschilderd door kunstschilder Jean Van
Dooren in 1950: "Langs het voetpad". Rechts geboortehuis
van Jaak Hoedemakers, links de boerderij van Leo Moors en
op de achtergrond het geboortehuis van Pater Jan Gorissen.
Ophoverveld. Donderdag 6 april
Witte Donderdag.
Op ravitailleringsdienst nieuwe rantsoenkaarten
gehaald. Dan naar de melkerij (Thuis wordt het
varken geslacht en dan ben ik liefst ver weg).
's Avonds in huis een drukte van belang. Slachter
Neer Smeets komt het varken versnijden en
inpekelen. Op de Leuvense stoof staat de balkenbrij
te pruttelen. Moeder is druk in de weer met het
vervaardigen van saucissen en leverworst.
Mijn broer stopt jongste zus Sibilla een zogezegde
lekkernij in de hand: een varkensoog.
Vrijdag 7 april
Met vader een dorre perenboom in de boomgaard
Nulens omgehakt. Toepassing van natuurkundige
wetten met de hefboom valt falikant uit bij het
verwijderen van de stronk: de lastarm (dikke paal)
breekt onverwacht stuk en de twee machten (mijn
vaderen ik) tuimelen halsoverkop
Dao raostj gèt 15 september 1997 95
tegen de vlakte. Voetbaltraining met studenten
op plein. Thuis worden de Paaseieren geverfd.
Voormeld "werkongeval" deed zich voor in de
grote boomgaard van het statige huis "Merrenhof"
gelegen in de toenma-
lige Dorpsstraat, thans
herdoopt in Merrenhof-
straat. Het dankt zijn
naam aan het feit dat
Renier Rutten, geb.
04.10.1758, dit huis be-
woonde toen hij in de
periode 1791 tot 1824
achtereenvolgens"
maire" (burgemeester)
was van Ophoven zowel
tijdens het Oostenrijks
als het Frans en het Ne-
derlands bewind. In
1907 werd het huis inge-
volge een deling toege-
wezen aan de familie
Casimir Nulens-Gielen. Het is het geboortehuis
van E.H. Lambert Nulens, thans nog pastoor te
Wimmertingen. Als jonge kinderen keken wij
steeds met ontzag op naar dit patriciërshuis met
zijn sierlijke palmen en cypressen in de voortuin,
van de straat gescheiden door een imposante
ijzeren poorten hekken. In zijn boek "Mensen uit
mijn dorp aan de Maas" brengt oud-burgemees-
ter Gaspard Coolen een memorabele terugblik
op het Merrenhof en zijn bewoners.
In 1987 werd het jammer genoeg met de grond
gelijkgemaakt.
"Merrenhof' in Ophoven (Foto: Jos Smeets)
"Werkongeval op Merrenhof: de lastarm breekt... (tekening Tjeu Corstjens)
Zaterdag 8 april
's Morgens naar de mis. Jaarrantsoen wijwater
meegebracht. Moeder, die ziek is, geholpen met
huiselijk werk.
's Middags paasbiecht: kruisheer met rosse baard
(Barbarossa).
Horen hevig bombardement. We vernemen enkele
uren later dat het station van Hasselt gebombardeerd
werd (7 doden en enorme ravage).
Zondag 9 april
Pasen gehouden in de vroegmis. Daarna hoogmis,
prachtig verzorgd door het kerkkoor met orgelist Jan
Wijnen: Victimae paschali laudes, immolent
Christiani. (Wilt aan’t Paaslam uw loflied wijden, o
Christenscharen\ ) ( 1 ) Bibliotheek en namiddaglof.
Ingevolge bombardement van Hasselt zijn er
vandaag geen dagbladen (2 ) .
Maurice Desimpelare wint Parijs-Roubaix.
(1) Deze heerlijke Gregoriaanse sequentia, gezongen vóór het
Evangelie, is een hymne aan de verrezen Heer. Zij werd in de
eerste helft der XI eeuw opgesteld door Wipo van
Bourgondië, hofkapelaan van keizer
96 Dao raostj gèt 15 september 1997
Koenraad II. Sinds mijn jeugd, toen ik ook meezong
in het kerkkoor, was deze hymne voor mij
onafscheidelijk verbonden met het Paasfeest, het
feest van de heropstanding dat samenvalt met de
komst van de nieuwe lente. De veranderingen in de
liturgie die later doorgevoerd werden, bleken
noodzakelijk. Maar toch blijft er de nostalgie voor
degenen die de tijd van de Gregoriaanse gezangen in
de kerkdiensten meemaakten en die een veel diepere
indruk maakten dan veel hedendaagse, berijmde en
gekunstelde kerkliederen. (2) Kranten werden ook
op zon- en hoogdagen uitgedragen.
Maandag 10 april
Kar mest geladen.
Gust Fincken uit Kessenich komt thuis elektri-
citeitspanne repareren.
's Nachts weer vliegtuigen en bombardementen in de
verte.
Dinsdag 11 april
Prachtig lenteweer. Tuinzaden gehaald bij Van
Haelst in Maaseik.
Rond 12 uur ‘s nachts opgeschrikt door
onheilspellend geronk van vliegtuigen.
In nachtkleding de straat op. In de richting van
Maaseik wordt de lucht doorkliefd door honderden
vuurflitsen.
Een brandend vliegtuig met angstig loeiende
motoren komt overgevlogen. We horen het even later
met een doffe dreun neerstorten.
Zoals later bleek was het neergestort op de grens
tussen Molenbeersel en Hunsel.
In 1944 gebeurde het vrijwel nacht na nacht, dat wij
opgeschrikt uit bed opsprongen, gewekt door het
dreunende, ééntonige geronk van de zware
bommenwerpers die in grote formaties uren na
elkaar oostwaarts vlogen en nadien weer terugkeerde
n. Daarbij kwam ook nog het geraas van de
laagvliegende Duitse jagers.
In een grote kring, Ophoven vormde zowat het
middelpunt, stonden Duitse zoeklichten opgesteld
die met hun felle lichtstralen de hemel aftastten.
Wij waren steeds met afgrijzen vervuld, als een
vliegtuig gevangen werd in de bundeling van deze
enorme lichtstralen.
Tientallen keren zagen we dan, hoe het na korte tijd
bestookt werd door jagers of afweergeschut, in brand
werd geschoten, waarna het zig-zaggend,
in lichterlaaie, met een doffe dreun in de verre of
nabije omgeving neerstortte.
Vanaf 1942 maakten de Duitse nachtjagers gebruik
van een radarsysteem waardoor ze als het ware tot
vlak bij de geallieerde bommenwerpers werden
geleid, die dan een gemakkelijk doelwit werden om
neer te schieten.
Woensdag 12 april
Bij Thieu Hornix nieuw pak gaan aanpassen.
Slachtbon gehaald op ravitailleringsdienst en
vergunning voor aankoop van een big bij de
veesecretaris.
's Namiddags weer honderden Amerikaanse
vliegtuigen in de helderblauwe hemel, later gevolgd
door een hevig bombardement.
Via de radio horen we 's avonds dat Aken
gebombardeerd werd.
Donderdag 13 april
Verder gewerkt met aks, hamer en beitel aan gevelde
perenboom.
De ganse dag vliegtuigen en gerommel van verre
bombardementen.
Repetitie voor toneel. Onze studentenbond "Harop
"zal een opvoering geven van het blij spel "Baas Best
en Sint-Antonius ".
Vrijdag 14 april
Stralend weer. 's Morgens mis voor de
krijgsgevangenen, door ons studentenkoor gezongen.
Hubert Van Immissen is voorzanger. Theo, Toine en
ik vallen in.
Verder gespit in de moestuin en hout gehaald met de
hondenkar.
's Namiddags mest uitspreiden op het veld.
Ondertussen weer ver oorlogsgedonder.
Hubert Van Immissen werd na zijn priesteropleiding
directeur van het H. Hartcollege in Bree. Hetzelfde
ambt vervulde hij gedurende 15 jaar aan het Sint-Jan
Berchmanscollege in Genk. Theo Verheyden trok na
de bevrijding als tolk mee met het Amerikaanse leger
en werd nadien beroepsmilitair.
Theo overleed op 2 november 1961 ingevolge een
complicatie van blindedarmontsteking.
Zijn jongere broer Jean Verheyden nam als vrij-
williger-parachutist van het Belgisch legerdetache-
Dao raostj gèt 15 september 1997 97
ment deel aan de oorlog in Korea waar hij te Chatkoll
in 1953 sneuvelde. Beide broers liggen in een
gemeenschappelijk graf op het kerkhof van
Ophoven.
Vriend Toine, zoon uit de familie Toon Van
Esser-Peters verdronk op jammerlijke wijze tijdens
het zwemmen in de Maas op 15 mei 1945.
Zaterdag 15 april
Troosteloze dag met vervelende landarbeid: ploegen,
eggen, haver zaaien.
Vader heeft een oude, af gejakkerde knol vaneen boer
uit het Gremelslo, in gebruik.
Moeizaam maar gelaten doet deze zijn werk.
We vernemen dat onze paasvacantie met een week
wordt verlengd.
Zondag 16 april
Zon, wind, overdrijvende witte wolkenvelden. Het is
heerlijk en rustig buiten. In onze boomgaard staan
kerselaren, perzik- en pruimenbomen in volle bloei.
Gelezen: "Het leven dat wij droomden "van Maurice
Roelants.
Bericht van verlengd vacantieverlof staat vandaag in
de krant.
Dinsdag 18 april
Met hondenkar, die ikzelf voortduw, naar de
watermolen (de trekhond van Tante Liza is gekwetst
en mankt). Zangrepetitie in zaal te Geistingen:
"Heimwee doet ons hart verlangen ".
‘ s Avonds naar toneel in Maaseik: K.N.S.-opvoering
van "Parkstraat 13 " met Piet van den Auwera en
Tuur Bouchez. Spannend. Prachtige vertolking.
Hasselt opnieuw gebombardeerd.
Woensdag 19 april
Studentenkampdag te Geistingen met alle bonden
van het gewest. Mis aan de grot waar de ganse dag
de erewacht wordt opgetrokken. Atletiekoefeningen
op het voetbalplein. Ophoven behaalt de eerste prijs.
In de zaal: zang en declamatie, 's Nachts om twee uur
weer opgeschrikt uit bed naar buiten. Urenlang tot
tegen de morgen daveren de vliegtuigen over.
Vrijdag 21 april
We hebben onverwacht een nieuwe regisseur voor
onze toneelopvoering van "Baas Best en St.-
Antonius", in vervanging van onze proost E.H.
Lambert Nulens die wegens ambtsbezigheden is
weerhouden. Frans Smeets, een Nederlander, die
sinds korte tijd in Ophoven woont, is een
beroepsacteur, die voorheen bij een bekend
Nederlands toneelgezelschap optrad. De geplande
opvoering van zondag 23 april wordt daarom een
week uitgesteld.
Frans Smeets vertrok na de bevrijding terug naar
Nederland. Het bleek toen, dat hij te Ophoven als
onderduiker onder een valse naam had verbleven.
Zijn eigenlijke naam was Frans Somers en hij was
wel degelijk een talentvol acteur van "de Haagse
Comedie". Hij was ondergedoken, omdat hij niet
meer wenste op te treden voor Nederlandse
organisaties die nazi-gezind waren. Thans vermoeden
wij dat hij van Joodse afkomst was.
Zaterdag 22 april
Heerlijke lentedag. De hoogstam appelbomen in onze
boomgaard staan in volle bloei als reusachtige
bloemtuilen. Met volle teugen adem ik de heerlijke
bloesemgeuren in die overal rondzweven. Maar daar
komt spoedig een einde aan. De beerkar verschijnt op
het erf en dan wordt het pompen met de hand boven
de kwalijk riekende aalput naast de koestal. Nadien
nog geholpen met het laden van mest. Rol van toneel
ingestudeerd. ‘s Nachts weer op door de vliegtuigen.
Zondag 23 april
Naar cinema. Tram uit Opitter komt juist Maaseik
binnen met de voetballers en supporters van Ophoven
die er verloren met 3-1.
Film: "De erfgename van het Rozenhof" met Paul
Klinger. Heerlijke lenteavond. De eerste meikevers
zoemen boven de beukenhagen die ons huis
omringen.
Maandag 24 april
Langs Sint-Jansberg te voet naar school.
M. van Dist en M. Bergen die met de treinmoeten
komen zijn niet aanwezig.
98 Dao raostj gèt 15 september 1997
Duits: "Aus dem Leben eines Taugenichts".
Na de toneelrepetitie zijn ze er weer: dreunende
elkaar opvolgende formaties bommenwerpers in de
regennacht.
Woensdag 25 april
Engels: "The pied piper of Hameln"(Browning)
Frans: "La mort du loup"(A. de Vigny)
Donderdag 26 april
Gezellig onderonsje met onze nieuwe
toneelregisseur: over de oorlog, toneel, film, boeken,
dierenbescherming. Vertelt ons over zijn
belevenissen bij het toneel, 's Nachts weer op uit bed.
Zuidoostelijk in de richting van Maaseik zie ik twee
vliegtuigen brandend neerstorten.
De twee Engelse vliegtuigen die terugkeerden van
een bombardementsvlucht op Montzen werden door
Duitse nachtjagers van de basis Venlo
neergeschoten. Ze kwamen terecht op Duits
grondgebied, in vogelvlucht niet ver van Maaseik
verwijderd.
Dao raostj gèt 15 september 1997 99
Vrijdag 28 april
Frans opstel: Santé ou richesse: 9/10. Ik mag het
voorlezen.
's Avonds geen toneelrepetitie. Onze regisseur, M.
Smeets, is naar de opvoering van "De ingebeelde zieke
" van Molière in Maaseik. Gisteravond werden Leuven,
Diest en Tienen zwaar gebombardeerd.
Zondag 30 april
Eerste opvoering van ons toneel "Baas Best en
Sint-Antonius".
Juffrouw Ghislaine Van Immissen en de vrouw van
onze regisseur zijn belast met het grimeren.
Uithangbord van de herberg waar zich het gebeuren
afspeelt:
"In de witte kat Houdt men
de kelen nat".
De zaal is nokvol. Wij oogsten een overdonderend
succes. Mijn leraar Nederlands, N. Vandenbroeck,
is ook aanwezig.
Jaak Hoedemakers
(wordt vervolgd)
De uitvoerders van "Baas Best en St. Antonius", 53 jaar later: v.l.n.r. Pater Jan Gorissen, Lucien Boonen, Mevr.
Gevers-Van Immissen, Arthur Hoedemakers, Jaak Hoedemakers, Thieu Van Engeland, E.H. Hubert Van
Immissen Inzet: Boven: Jean Hoedemakers (overl. 26.10.1950)
Onder: Regisseur Frans Somers alias Frans Smeets, acteur verbonden aan de Haagse Comedie
100 Dao raostj gèt 15 september 1997
SAMENSPELLETJES EN LIEDJES ROND DE JAREN 40
Deze liedjes werden vooral gezongen op de speelplaats van Molenbeersel en genoteerd door wijlen mevr. Majella Celis-Peerlings
Lammeke, lammeke zijt ge ziek, ziek, ziek
Waarom sta je zo te treuren met je bonte
kleuren?
Sta stil, sta stil, en kies maar wie je wil, sta stil.
In het midden van de kring stond een geblinddoekt
kind. Terwijl de anderen zongen moest het kind
ronddraaien ter plaatse en aldoor wijzen met haar
vinger. Dan moest ze voelen welk meisje dat voor
haar stond. Wist ze het dan moest het slachtoffer in ‘t
midden, hetzelfde herhaalde zich dan. Als ze
verkeerd geraden had, moest ze herbeginnen.
Daar kwam een vogel gevlogen Hij vliegt op en
neer met een brief in zijn bekje zie daar legt hij
hem neer.
Lief kindje ik dank u, ik breng de groeten weer
aan om uw vader te geven dat ge mede moogt
gaan.
Achter een kring kinderen mocht één al fladderend
en zingend er rond lopen. Als het lied uit was na 4
eerste regels dan moest het stoppen en met haar
handen op de schouders van een kind op maat
kloppen en de twee laatste regels alleen zingen.
Daarna mocht dit kind het ritueel herhalen !
Anna zat op eenen steen, eenen steen.
Anna zat op eenen steen, eenen steen.
Ze kamt haar gouden haren, haren.
Ze kamt haar gouden haren, haren (dit deed ze
dan)
Zeg Anna waarom weent gij nu, weent gij nu?
Zeg Anna waarom weent gij nu, weent gij nu?
(tranen drogen)
Ik ween omdat ik sterven moet, sterven moet. Ik
ween omdat ik sterven moet, sterven moet.
Dit spelletje werd hetzelfde gespeeld als dat van het
lammetje, behalve dat Anna hurkend moest zitten
(tussen haakjes: zeer zedig, want we werden in de
gaten gehouden!)
Twee emmertjes water halen, twee emmertjes
pompen,
de jongens op hun klompen, de meisjes op een
houten been.
Rij maar door het poortje heen.
Van je ras, ras, ras, rijdt de koning door de plas
Van je erk, erk, erk, rijdt de koning door de kerk
van je één, twee, drie!
Twee tegenover elkaar op een rij, de handen
vastnemen en pompen tot er gezongen werd van je
ras, ras, ras, dan moesten ze beginnen met het laatste
koppel gebukt onder die hele haag door, terwijl ze
gedurig op hun ruggen een klop kregen. Op het einde
van die tunnel stelden zij zich weer op om de
volgende door te laten; tot ze allemaal eens aan de
beurt waren geweest.
Zakdoek leggen, niemand zeggen
Kukelekuu zei onze haan Ik heb maar één
paar schoenen aan Een van stof en één
van leer, daar leg ik mijne zakdoek neer !
Dit spelletje kent zeker iedereen. Allemaal in een
kring en één kind er achter lopen met een zakdoek in
de hand. Bij het einde van het liedje moest ze stiekem
de zakdoek op de grond werpen achter één kind. Als
ze die vlug opraapte en het andere kind kon vangen
vóór dat dit de hele ronde had gelopen, was ze
gewonnen.
Heb je al gehoord van de zeven de zeven
Heb je al gehoord van de zevensprong?
Wie zegt dat ik niet dansen kan, ik dans
gelijk een edelman.
En dat is een. (1 voet vooruit plaatsen)
En dat is twee. (andere voet vooruit plaatsen)
En dat is drie. (op een knie knielen)
En dat is vier. (op twee knieën knielen)
En dat is vijf. (blijven in die houding zitten, één
hand op de grond)
En dat is zes. (blijven in de houding zitten, twee
handen op de grond)
En dat is zeven, (het hele lijf plat ter aarde !)
Dao raostj gèt 15 september 1997 101
Het duurde nogal lang dit spel omdat het hele liedje 7
maal gezongen werd, iedere maal een getal erbij.
Zaaie, zaaie, dich mos male op het
einde van sint male O wie heilig, o
wie schoon Zaaie, zaaie dich mos
wanjele gon.
Wie van eug kon raoje wie dit steinke verloren
heeft?
Spelwijze: een rij meisjes zitten met de handen
dicht in de schoot.
Eén heeft een klein steentje tussen haar handen en
beurtelings raakt ze alle kinderen tussen hun handen
en ongemerkt legt ze bij iemand het steentje. Dan
zingt ze het laatste regeltje terwijl ze één voor één
wijst naar de kinderen, waar ze eindigt die moet
opstaan en raden wie het steentje heeft. Raadt ze
fout, dan mag de bezitter van het steenje opstaan en
opnieuw beginnen.
Raadt ze goed dan mag ze herbeginnen.
Opmerking: in die tijd hoefden we niets te hebben en
toch amuseerden wij ons!
VAN NOLKE DIE NAAR DE MARKT GING
Wanneer leeftijdsgenoten bij toeval of georganiseerd zich samentreffen dan worden vanzelfsprekend heel wat
feiten en dingen van vroeger aan de vergetelheid onttrokken. Herinneringen uit de prille jeugd worden weer tot
nieuw leven gewekt. En de zwart-witfilm van eertijds wordt nu met brio omgezet in alle kleuren van de
regenboog. Men monkelt met een weemoedige blik: "Ja, wat gaat de tijd toch snel, het is precies alsof het pas
geleden is".
Klasfoto uit 1945 bij het "klein begienke". Naast Zuster Octavie, met strikje, zit Alfonsine Hornix (toen 6 jaar). Wie herkent de
anderen?
102 Dao raostj gèt 15 september 1997
Een dankbaar onderwerp dat spontaan wordt
aangesneden gaat vooral over het schoolleven uit de
jaren 1937-’38. Belevenissen die wij persoonlijk
hebben meegemaakt bij het "klein begienke" en haar
beruchte kolenhok, waar menige rakker sneller in
terechtkwam dan hem lief was. Mondje dichtgeplakt
met een reepje papier, kartonnen ezelsoren aangezet,
lang genoeg om een viervoetige steenezel te doen
watertanden. Zelfs de hernieuwing van het doopsel
(ditmaal zonder peter en meter) werd in ere
gehouden met een fikse hoofddompeling in een
emmer schrobwater. Dat waren min of meerde
voornaamste attributen die zuster Octavie voor ons
in petto had. Het ritueel met het schrobwater kon nog
door de beugel, zeker op een zomerse dag. Maar het
kolenhok, daar waren wij allergisch voor. Dat was de
hel, de brandende hel van Heintje Pek, alleen de
kolen waren nog niet aangestookt; met een beetje
fantasie kregen wij al een voorsmaakje hoe het er
ginder moet uitzien.
Meester Berghs van de jongensschool hield zich met
die futiliteiten niet bezig. Hij was al een stuk verder
geavanceerd en moderner van opvatting. De meester
speelde immers "center-voor" in de glorietijd van
Maaseik F.C. Hij was volgens kenners een lepe
voetballer en maakte ongezien zoveel doelpunten
met de hand als met zijn voeten, om zelfs Maradonna
te doen blozen. Maar hij was een goede onderwijzer,
die ons heel veel heeft bijgebracht. Meester Berghs
dweepte met de Vlaamse schrijvers Felix
Timmermans, Stijn Streuvel s, maar zij n voorkeur
ging uit naar Ernest Claes. Vaak las hij voor over de
Witte van Zichem, en hij deed dat met zoveel
enthousiasme dat wij zelf de pretentie kregen ons te
vereenzelvigen met Dabbe-Krol en last but not least
met de Witte. Wannes Raps en de lotgevallen van
Reinaart de Vos mochten eveneens de revue
passeren.
Ook op geschiedkundig vlak kon de meester
boeiende verhalen vertellen over de oorlog 1914-
1918. Dat hij ooit als zesjarige knaap voor een
Klasfoto met meester Berghs, circa 1952
Boven van links naar rechts: Dierx Hein - Silkens Henri - Nies Leon - +Vanmontfort Pierre - Sleven Jac - Peeters Louis - Peeters
Jean - +Aengeveld Mathieu - +Meester Berghs
2e rij: Leenders Jos - Cuypers Bèr- Dekkers Henri - Sleven Ghislain - Van Esser Tony - +Stienen René - Aengeveld Henri 3e rij:
Nies René - Meurs Lom - onbekend - Janssen Jean - onbekend - +Cuypers Willy - -t-Gorissen Pol - +Bauduin Jean 4e rij: Sleven
Jac - Vanthoor Leon - Heussen Jos - Leenders Mathieu
Dao raostj gèt 15 september 1997 103
Duitser het spotliedje zong: "Aan de ijzer krijgen de
Pruisen klop op de kop". Over Herr Kop die in
Maaseik en omstreken tijdens de Eerste
Wereldoorlog het leven van de bevolking onmogelijk
maakte. Maar ook uitte hij kritiek omdat België na de
oorlog werd afgescheept met Eupen-Malmedy. Want
zei hij: "Daar groeien alleen maar wat dennenbomen
en de grond is nog te slecht om er patatten te oogsten.
Maar als de "grote heren" willen voetballen dan is
België het voetbalplein".
Toch blijven de eenvoudige leeslesjes uit "Het lustig
volkje" van weleer nog vers in het geheugen gegrift.
Deze korte maar leuke verhaaltjes waren een goede
methode om de jeugd tot lezen aan te zetten. De
toppers daarin waren: "Ondank is 's wereldsloon",
ook "Triene giet", maar vooral de succesvolle novelle
"Van Nolke die naar de markt
ging".
Helaas hebben wij die leesboekjes nog niet kunnen
recupereren.
Ex-Ophovenaar Willy Meerten uit Rotem, ook
ondertussen de "Siebzig" gepasseerd, kende dit
verhaal van Nolke nog rats uit het hoofd. De mooie
pentekening van Nolke is gecreëerd door Frans
Costens uit Kinrooi, waarvoor onze hartelijke dank.
Hier gaan we dan:
Van Nolke die naar de markt ging
Nolke... zei boer Wannes tot zijn zoontje: "Vandaag
heb ik geen tijd zodat gij in mijn plaats naar de markt
moet gaan". "Goed vader", zei Nolke. "Maar luister
goed, wat gij zo al moet wet en. Het eerste wat ze U
zullen vragen is: wie zijt gij manneke? En dan roept
ge maar: de zoon van boer Wannes. Ook zullen ze
vragen, wat hebt ge te verkopen? Dan zegt gij: een
koppel vette kiekens. En als ze dan geld bieden, dan
antwoordt ge, dat is niet genoeg, daar moet nog eens
zoveel bij".
"Goed vader", zei Nolke. En Nolke nam de korf en
ging naar de markt. Het was in de tijd dat het octrooi
(vergunning) nog bestond. Nolke zag aan de poorten
van de stad twee mannen staan die snuffelden in alle
pakken en korven.
"Hela!", schreeuwden ze Nolke toe, "wat hebt gij in
die korf?"
"De zoon van boer Wannes!", zei Nolke. "Wie komt
ge hiervoor de zot houden ?", vroeg één van de
mannen die een vreselijke snor droeg. "Een koppel
vette kiekens" lachte Nolke. "Moeten wij U seffens
een dozijn oorvijgen geven", dreigde een van de
mannen.
"Dat is niet genoeg", zei Nolke, "daar moet nog eens
zoveel bij."
Dit ventje is niet goed snik, dachten de commiezen.
En de zoon van boer Wannes mocht door.
Jos Smeets
104 Dao raostj gèt 15 september 1997
OVER SAGEN EN GEBRUIKEN VAN WELEER. Deel 2
Een uniek boekwerk van prof. dr. K. C. Peeters met als titel "Eigen aard" geeft een uit gebreid overzicht van het
Vlaamse volksleven.
Dat ons volk een dergelijke schat bezit aan sagen,
legenden, sprookjes, vertellingen, gebruiken, enz. is
waarlijk verheugend. Het is dan ook geen kleinigheid
al die gegevens te verzamelen en te noteren zoals
prof. Peeters en zijn medewerkers gedaan hebben.
Het is zo dat tussen de mythische sagen de spook- en
toversagen een heel aparte plaats bekleden. Ze
verhalen onder meer de tocht van toverheksen die op
een bezem door het luchtruim zweven om de
nachtelijke vergaderingen bij te wonen. Soms rijden
ze op bokken (Bokkenrijders in Limburg) of op
andere dieren.
Het uitspreken van de naam van God doet
toverheksen of de duivel verdwijnen, zoals het
uitspreken van de naam van de duivel wordt gestraft.
Zo liggen er schatten goud bedolven in diepe putten
en moerassen. Twee schaapherders vonden in het
Vijverbroek te Kessenich een kist en toen ze haar met
veel moeite op het droge hadden gebracht zei de ene
:"met God ! We hebben de schat !" - "Met God of niet
met God, we hebben hem toch," zei de ander en
meteen was de kist opnieuw verzonken.
Aldus een toversage uit Kessenich... deel uitmakend
van de volkse vertelschat.
Duistere, angstaanjagende vertelsels... daar ontbreekt
het niet aan, maar toch wordt ook ruime aandacht
besteed aan alle markante gebeurtenissen en
mijlpalen in de levensloop van mensen en waarbij
tradities en plaatselijke gebruiken zo'n grote rol
spelen of speelden.
In het geval van liefde en huwelijk zou Limburg zelfs
de kroon spannen als het gaat om het in ere houden
van tradities, gebruiken en gewoonten. De grote dag
is de dag van het kerkelijk huwelijk. Het burgerlijk
huwelijk, voorheen weinig in aan
zien, werd gezien als de ondertrouw en ging de
kerkelijke plechtigheid soms acht dagen vooraf
(Kinrooi). In Haspengouw gingen de aanstaande
echtgenoten in werkplunje naar het gemeentehuis op
de vooravond van de kerkelijke trouwdag. In families
die naar kerk noch kluis gingen verliep het kerkelijk
feest toch met veel luister. Een greep uit de talrijke
tradities van weleer:
- Het afschieten van kanonnetjes en het maken van
lawaai op de bruiloftsdagen, kan in verband gebracht
worden met het verjagen van boze geesten.
- De schilderachtige bruiloftsstoeten behoren tot het
verleden; schamele overblijfsels zijn het vegen van
de schoenen van de bruid, het handschoen- lopen
(d.i. het bemachtigen van de handschoen of de
neusdoek van de bruid).
- Wegversperring met linten die tegen betaling van
een fooi werden teruggetrokken (Hechtel)
- Het aandoen van een groot aantal herbergen met of
zonder speelman aan het hoofd van de stoet.
- Op andere plaatsen (Berg, Rutten, Lauw,
Vliermaal) werd op de weg van de kerk naar huis een
bussel stro verbrand: bruidegom en bruiloftsgasten
staken een bruiloftspenning in de hand van de
"opbrander" of wierpen geld te grabbel.
En wie sluit de rij... Kessenich. Juist.
Daar werd het pas getrouwd koppel opgesloten in de
kerk en moest een fooi betalen om buiten te komen.
Een geluk voor de Kessenichenaren dat hun
voorouders toch maar betaald hebben... !
Henri Poukens
Dao raostj gèt 15 september 1997 105
SAGEN OVER DE GEESTENWERELD. Deel 8 (Uit: Onderzoek naar de sagenmotieven van Thomas Daniëls, 1965)
Spookdieren (vervolg)
Haan
Spookhaan licht boer in over wat de meiden deden
(Weert).
Mijn moeder werkte vroeger als meid bij een boer in
Nederweert.
De boer en de boerin gingen 's nachts
vaak uit en de meiden kookten dan soms
wat melk, zonder de boer daarvan iets te
vertellen.
Maar toch was de boer steeds op de hoogte. Mijn
moeder wou er het fijne van weten en ging eens
loeren door het sleutelgat en ze zag daar een haan
zitten die steeds maar kraaide. Het was die haan die
door zijn kraaien de boer steeds inlichtte. De boer zei
later eens tegen mijn moeder dat het een spookhaan
was.
SMEETS Anna, huishoudster, 71 jaar, Nieuw- straat
86, Weert.
Konijn
Konijn verandert in een steen (Schoot-Budel)
Neel Tus had vroeger eens een klein wit konijntje
gevangen meteen strik. Hij stopte 't in zijn weitas,
maar toen ie thuiskwam zat er een kasseisteen in en
van 't konijn was er niets meer te zien.
VEREYKEN J., metselaar, 64 jaar, Lemmen- straat
9, Schoot-Budel.
Paard
Spookpaard loopt rond huis en is dan plots
verdwenen (Kinrooi)
Wij verwachtten den voerman en we lagen nog in bed
en toen zegt moeder: "Pier, potverdikke, we zijn te
laat, stang op, want daar is Koob al". We hoorden
duidelijk een paard rond het huis lopen
en we zagen een paard veur de venster lopen. En toen
stond ich op en toen was er geen peerd meer te zien
en toch stonden de sporen in de grond, maar het
peerd zelf was plots verdwenen.
HORNIX P., werkman 89 jaar, Neeroeterse-
steenweg 39, Kinrooi.
Muis
Witte muizen beheksen de beesten (Ophoven)
Ich heb auch einen boer gekend en die had veul
tegenslag met zijn beesten, want ze gongen allemaal
kapot. En dat kwam omdat er op zijn stal wel
honderd witte muizen zaten en die plaagden de
beesten en vraten al het vreten op. En toen zijn ze
naar de pastoor gegangen en die gaf ze de raad de
beesten met wijwater te besprenkelen en ze deden
het en ze hebben nooit nog witte muizen in hun stal
gehad.
HENDRIKS Gertrude, huishoudster, 78 jaar,
Dongstraat 384, Ophoven.
106 Dao raostj gèt 15 september 1997
BEROEPSAANGIFTEN KINROOI ANNO 1866
Na de landwinning die in het vorig nummer aan bod kwam, kijken wij nu naar de "beroepsaangiften" uit 1866.
Wij vermelden de aangevers/aangeefsters alfabetisch. Hun beroep wordt enkel vermeld als ze geen landbouwer
waren. Verder maken we melding van het aantal knechten en meiden, die al of niet inwonend waren. Hun
verdiensten bedroegen voorde mannen in geld 32 centiemen per dag (meiden 25 centiemen) en in waren 60
centiemen. Ze werkten meestal 10 uur per dag volgens de opgave. Bij ieder persoon vermelden we ook het aantal
karren (hiermee worden bedoeld de eigenlijke karren en de rijtuigen met 2 wielen). Ook de veestapel (meestal
beperkt) wordt weergegeven.
Aengeveld Mathijs: 1 vaars - 4 gevogelte. Biesmans
Lambert: 1 knecht - 1 meid - 2 karren
- 3 runderen - 5 gevogelte.
Bosmans Hendrik: 1 knecht - 2 karren - 4 runderen -
5 gevogelte.
Bosmans Hendrik: 2 knechten -1 meid - 2 karren
- 1 paard - 6 runderen - 4 varkens - 1 hond - 7
gevogelte.
Bosmans Louis: 1 knecht - 1 kar - 1 paard - 3
runderen - 1 varken - 9 gevogelte.
Bosmans Peter weduwe: 2 knechten - 1 meid - 2
karren - 1 paard - 6 runderen - 3 varkens - 6
gevogelte.
Breukers Mathijs: 2 knechten - 2 meiden - 2 karren -
2 paarden - 11 runderen - 3 schapen - 1 varken - 1
hond - 7 gevogelte.
Bruynen Maria rentenierster: 1 meid - 1 geit - 1 koe -
6 gevogelte.
Coolen Gerardus: 1 knecht - 3 geiten - 1 hond - 6
gevogelte.
Coolen Hendrik winkelier-herbergier-landbouwer: 2
knechten - 1 meid - 2 karren - 6 runderen
- 1 hond - 10 gevogelte.
Coolen Jan: 3 knechten - 2 meiden - 2 karren - 1
paard - 8 runderen - 1 varken - 5 gevogelte. Creemers
Mechtildis (niets ingevuld). Fiddelaers Jacob: 1
knecht -1 meid - 3 runderen- 1 varken - 2 gevogelte.
Franken Willem linnenwever werkende met 2
getouwen: 1 knecht linnenwever (60 ct/dag) - 1 meid
- 2 koeien - 5 gevogelte.
Geertz Jan: 2 runderen - 3 gevogelte.
Gelissen Nicolaas weduwe: 2 meiden - 1 knecht
- 2 karren -1 paard - 3 koeien - 2 varkens -1 hond
- 4 gevogelte.
Geuen Mathijs weduwe: 1 knecht -1 koe - 1 geit 6
gevogelte.
Geusen Cornelis: 1 knecht - 2 runderen - 1 geit.
Gielen Hendrik herbergier in bieren landbouwer: 1
knecht -1 meid - 2 karren - 1 paard - 6 runderen
- 2 varkens - 1 hond - 8 gevogelte.
Gielen Jan weduwe: 2 knechten - 1 meid - 2 karren -
4 runderen - 1 hond - 5 gevogelte - 9 biekorven.
Goedermans Gerardus weduwe: 1 knecht - 1 meid - 1
kar - 4 runderen - 3 gevogelte.
Graus Jacob: 1 knecht.
Hagmans Leonard hoefsmid werkend met "un veur":
1 meid - 1 hoefsmid (50 ct/dag) - 3 runderen 4
gevogelte.
Hanssen Jan: 2 karren - 2 koeien - 3 gevogelte.
Hanssen Leonard: 1 koe - 2 gevogelte - 23 biekorven.
Hendrikx Peter commissionaire-landbouwer: 1 meid
- 3 runderen - 1 geit - 1 hond - 6 gevogelte.
Indenkleef Jan Renier: 2 knechten - 2 meiden - 4
karren - 2 paarden - 12 runderen - 6 schapen - 2
varkens - 1 hond - 15 gevogelte.
Janssen Willem: 1 knecht.
Knippenberg Theodorus herbergier-landbouwer: 1
koe - 1 geit - 1 varken - 4 gevogelte.
Kuypers Jacob weduwe: 1 knecht - 1 meid - 4
runderen - 2 gevogelte.
Lemmen Hendrik hoefsmid met één vuur werkende:
1 knecht - 1 meid - 2 runderen - 1 varken
- 2 gevogelte.
Lemmen Michiel: 1 knecht -1 meid-2 runderen.
Moubax Hendrik veldwachter (blanco).
Moubax Theodorus: 1 knecht - 2 karren - 4 runderen
- 5 gevogelte.
Dao raostj gèt 15 september 1997 107
Opdenkamp Leonard burgemeester-landbouwer:
1 meid - 2 knechten - 3 karren - 1 paard - 8 runderen -
6 biekorven.
Peeters Jacob timmerman: 1 knecht (verdiende 70
ct/dag) - 2 geiten - 2 gevogelte.
Peeters Leonard: 2 knechten - 1 meid - 2 karren 1
paard - 3 runderen -1 geit -1 hond-7 gevogelte.
Poulssen Peter weduwe: 1 meid - 2 knechten - 2
karren - 6 runderen - 3 gevogelte - 1 biekorf. Prikken
Mathijs: 1 koe - 1 geit - 1 biekorf. Prikken
Theodorus: 2 runderen - 1 geit - 14 biekorven.
Renette Thomas Lambert: 1 meid - 2 karren - 5
runderen - 5 gevogelte.
Reynen Jan weduwe: 1 knecht - 2 geiten.
Reyven Theodorus: 1 knecht - 12 runderen.
Schaekers Theodorus koopman in varkens: 1 knecht -
2 koeien - 5 gevogelte.
Scheymans Jan weduwe bierbrouwster: 2 knechten -1
meid -1 bierbrouwer (80 ct/dag) - 2 karren 1 paard - 7
runderen - 1 varken - 1 hond - 6 gevogelte - 7
biekorven.
Segers Janschepen-landbouwer: 1 meid-1 knecht
- 2 karren - 1 paard - 4 runderen - 1 schaap - 1
varken - 8 gevogelte
Simons Godefridus: 1 knecht - 2 meiden - 2 karren - 1
paard - 10 runderen - 1 hond - 8 gevogelte - 1 biekorf.
Sniekers Jacob: 3 knechten - 2 karren - 5 runderen
- 5 gevogelte.
Snijkers Gerardus kleermaker: 2 knechten
kleermaker (90 ct/dag).
Snijkers Maria: 1 meid - 1 koe - 2 geiten - 7
gevogelte.
Soors Jan Jacob horlogemaker: 1 knecht (60 ct/ dag) -
3 geiten.
Steyvers Renier weduwe: 1 knecht - 1 meid - 2 karren
- 4 runderen - 4 biekorven.
Teuwen Godefridus weduwe: 1 meid - 1 knecht
- 2 karren - 5 runderen - 1 hond.
Teuwen Mathijs weduwe: 2 knechten - 2 meiden
- 1 kar - 3 runderen - 1 hond - 8 gevogelte. Theybers
Jan weduwe: 2 knechten - 1 meid - 2 karren -1 paard -
7 runderen - 2 varkens - 1 hond
- 7 biekorven.
Thissen Peter Mathijs: 2 knechten - 2 meiden - 2
karren - 5 runderen - 3 varkens - 2 konijnen - 6
gevogelte.
Truyen Jan Leonardus: 1 meid-2 karren -1 paard
- 4 runderen - 5 gevogelte.
Vandebosch Theodorus: 1 knecht -1 meid -1 kar
- 2 koeien - 4 gevogelte.
Vandewal Hendrik: 1 knecht - 1 meid - 2 karren
- 1 paard - 7 runderen - 44 schapen - 1 varken - 1
hond - 8 gevogelte.
Vandewal Max: 1 koe - 3 gevogelte.
Vankessel Willem herbergier in bieren hoefsmid
werkende metéén vuur: 1 knecht hoefsmid (60 ct/
dag) - 1 meid - 1 koe - 1 hond.
Vanratingen Gerardus: 3 geiten - 3 gevogelte. Van
toren Peter: 1 knecht.
Verbeek Franciscus graanwindmolen werkende met
2 koppelen stenen en oliemolen werkende met één
koppel stenen: 1 molenaarsknecht (90 ct/ dag) - 1
olieslager (90 ct/dag) - 1 meid - 1 windmolen 5 pk -
voortbrengsels: tarwe - rogge
- boekweit - raap- en lijnzaadoliën - 4 runderen - 3
varkens - 1 hond - 13 gevogelte.
Verheyden Jan: 1 geit - 4 gevogelte. Vleeshouwers
Balthazar: 2 knechten - 2 karren - 5 runderen - 5
gevogelte.
Vleeschouwers Jan weduwe: 2 geiten - 3 gevogelte.
Vleeshouwers Willem: 1 knecht - 1 meid - 2 runderen
- 3 gevogelte.
Als we hiervan een telling maken dan komen we op
86 karren en rijtuigen met 2 wielen - 30 paarden - 304
runderen - 49 varkens - 93 schapen
- 36 geiten - 26 honden - 411 gevogelte (kippen)
- slechts 2 konijnen! - 103 biekorven.
Er was nog veel huispersoneel te oordelen aan de 98
knechten en de 60 meiden of in totaal 158 personen.
In een volgende bijdrage komen we terug op de
eigenlijke volkstelling (telling van de bewoners per
huis).
Bron: Gemeentearchief Kinrooi
Werner Smet
108 Dao raostj gèt 15 september 1997
MAASEIKER PLEIDOOI VOOR EEN BEERSELAAR
In 1580, de twaalfde dag van oktober, was Mathijs van den Bouwen, burger van de stad Maaseik. Die dag
verscheen hij voor de burgemeester, gezworenen en raad van die stad.
Mathijs kwam er klagelijk te kennen geven wat zijn broer overkomen was. Die broer heette Mewis van den
Bouwen en woonde in Beersel onder het land van Luik.
Zonder enige redenen of oorzaak werd Mewis
gevankelijk meegevoerd naar Diest. Dat gebeurde
door soldaten die in Diest gelegerd waren. Die
verlangden van Mewis een grote, maar niet
genoemde som losgeld. De Maaseiker van den
Bouwen smeekte om de tussenkomst van zijn
stadsbestuur om zijn broer vrij te krijgen.
Het stadsbestuur schreef daarop een brief. Daarin
wordt Mewis van den Bouwen een man van goede
naam en faam genoemd, die enkel zijn akkers
bebouwde om zodoende zijn kost te verdienen voor
hem, zijn vrouw en hun kinderen. Die brief vermeldt
verder dat Mewis zijn residentie had in Beersel onder
het land van Luik: land, dat in de aan gang zijnde
oorlog, neutraal gebleven was.
Deze brief is niet enig in zijn soort. Een gelijkaardige
brief werd geschreven op 5 november 1580. Daaruit
blijkt dat soldaten uit de reeds genoemde
garnizoenstad, Dyrck, de zoon van de weduwe Peter
int Rellen, ontvoerd hadden. Deze stadsburger was
met een klein rood paard aan ‘t werk geweest in
Eisden, op de grond van zijn moeder.
Deze twee aangehaalde brieven maken deel uit van
een bundel "uitgaande brieven", geschreven door de
Maaseiker stadssecretaris in 1579 en 1580, en
waarvan de afschriften bewaard worden in het
Rijksarchief Hasselt, afdeling gemeente Maaseik;
zonder nummer.
De hele bundel bevat ruim honderd afschriften van
brieven. Geen enkele daarvan heeft verder nog
betrekking op de vier dorpen van het huidige Kinrooi
of vroegere inwoners uit dat gebied. Uit één kopie
blijkt wel het gemeenschappelijk belang dat
Maaseik, Elen, Rotem en Dilsen hadden in het
maken van de Trichterstraat.
Aan het einde schrijven we een opsomming van de
merkwaardigste brieven. Maar eerst vatten we een
schrijven samen, dat stadssecretaris Dionys Van
Wenthuysen op 8 september 1580, op bevel van
burgemeesters en raad richtte aan Gerard van
Groesbeek, kardinaal-bisschop te Luik, hertog van
Bouillon, graaf van Loon.
Op een ogenblik dat de hoofdtaak van burgemeester
van Ophoven, Kessenich, Kinrooi, Mane- straat,
Beersel en Grootbeersel er in bestond de
grondbelasting te innen, hadden hun stedelijke
collega's uit Maaseik heel andere dingen om handen.
Over de gaffel boven de waag. De stad Maaseik telde zes ambachten. Namelijk:
1 .Ambt van Sint-Elooi of akkerambt;
2. Ambt van Sint-Cunibertus of brouwersambt;
3. Ambt van Sint-Antonius of weversambt of
gewantmakersambt;
4. Ambt van Sint-Niklaas of kremersambt;
5. Ambt van Sint-Crispinus of schoenmakersambt
of leerlooiersambt;
6. Ambt van Sint-Mathijs of vleeshouwersambt.
In die volgorde staan ze opgenoemd in het werkje
over de ambachten van meester Bollen.
Voor de geïnteresseerde lezer weze terloops gezegd
dat het rijksarchief heel wat meer gegevens bewaart
over deze Maaseiker gilden, dan de geschriften van
Mr. Bollen laten blijken.
Uit de geciteerde brief van 8 september 1580 blijkt,
dat het Sint-Mathijsambt, in de tijd dat Gysbricht van
Hommelen substituut scholtis was in de stad,
eigenaar geworden was van de kamer boven de waag
op de Maaseiker markt. Het gebouw, de waag, was
eigendom van de prins- bisschop. In 1580 dienden
drie ambten, nl. die van Sint-Elooi, Sint-Niklaas en
Sint-Mathijs een bouwaanvraag in. "Ze" hadden
graag "hun" kamer, die ze toen nog hun gaffel
noemden, uitgebreid. Ze hadden die graag met
ongeveer een gebont, als een oversteek uitgebouwd
naar de kant van de Bosstraat toe. De genoemde
ambachten zouden de kosten volledig voor hun
rekening
Dao raostj gèt 15 september 1997 109
nemen. Alhoewel de prins-bisschop of diens
rekenkamer ook groot voordeel haalden uit de
mogelijke verbouwing.
De ruimte van de waag, die diende tot opslag van
goederen, vergrootte aanzienlijk.
Als compensatie voor hun investeringen verzochten
de ambachten twee zaken.
Ten eerste, dat hun de uit-te-bouwen oversteek in
eigendom zou vergund worden.
Ten tweede dat op één eind van de waag een "waeck
caemer ter eerden" mocht gemaakt worden. De stad
had wel een waakkamer in de hoogte, maar die was
zeer ongerieflijk. In het slot van de brief benadrukte
de secretaris nogmaals het voordeel dat de eigenaar
van de waag, door de eventuele verbouwing zou
verwerven.
Die waag zou dan een derde groter worden.
Men mag geredelijk aannemen dat de uitbreiding aan
dit centraal gelegen gebouw in Maaseik er gekomen
is. Dat zou men kunnen afleiden uit een brief uit
dezelfde bundel, gedateerd 11 oktober 1580.
Op die dag verklaarden Johan Gobbels en Mewis
Huls, meesters van Sint-Elooi- en Sint-Niklaas-
ambt, van intentie te zijn naar Luik te reizen. Ze
waren "weechverdich" om aldaar een lot leien, nagels
en planken te kopen, ten einde die te gebruiken en te
verbouwen aan de nieuw op te richten gaffelen. De
burgemeesters reikten de twee ambachtslui een
paspoort uit. Dat moest hen overal vrijgeleide geven.
En aan de inhoud te lezen, vooral op hun doortocht
door Maastricht.
Een samenvatting van alle brieven, zoals voor
beloofd, is er niet van gekomen. Niet dat we tegen het
werk opzien. We hebben ze allen gelezen. Maar de
inhoud ervan draagt, in tegenstelling tot het
uitbreidingsverhaal van een openbare waag en
gaffelgebouw, een meer persoonlijk karakter. Voor
een Maaseiker geïnteresseerde toch wel interessant,
omdat documenten van vóór 1600, buiten
schepenbankregisters, toch niet zoveel bewaard
gebleven zijn.
EEN NIEUWE RUBRIEK
'' KWARTIERSTATEN''
De Geschied- en heemkundige kring Kinrooi
probeert via dit tijdschrift een zo breed mogelijk
lezerspubliek te interesseren, te boeien en informatie
te verschaffen. In die zin oordelen we het nuttig om ‘n
nieuwe reeks artikelen op stapel te zetten.
Iets van genealogische draagwijdte, wat de kennis
van onze families aangaat. Het gaat hier om kleine
kwartierstaten waarin enkele generaties voorouders
van Kinrooienaren voorgesteld worden.
Degenen die ‘n goed geheugen hebben weten dat er
al ooit ‘n proef van ‘n kwartierstaat in dit tijdschrift
verschenen is. Het ging nl. over de familie Rosvelds.
(jg 10, 1991, nr 3, blz. 107- 113). Onze bedoeling is
iets dergelijks te doen voor andere families uit de
gemeente. In het begin vooral uit de deelgemeente
Kinrooi.
Voor degenen die niet goed met ‘n kwartierstaat om
kunnen gaan, is een kleine inleiding wel nuttig.
Waar komt die naam kwartierstaat vandaan?
Het lijkt een vreemde naam. Hij komt uit de
wapenkunde of heraldiek.
Adelijke geslachten waren gewend de verschillende
families van hun voorouders af te beelden door een
soort tekening. Dat gebeurde dan bij voorkeur op het
schild dat de adellijke heer bij zich droeg. Daarop
werd in elk vierde deel of kwartier een bepaalde
voorstelling geplaatst die één van de vier families der
grootouders weergaf. Hieruit komt de naam
kwartierstaat voort. Men zou ook van
"vooroudertafel" kunnen spreken. Wellicht deed die
naam teveel aan eten denken, want de naam
kwartierstaat is tegenwoordig algemeen gebruikt.
Wij gaan natuurlijk geen tekeningen gebruiken om
familienamen weer te geven maar we geven de naam
zelf, aangevuld met plaats/datum van geboorte,
huwelijk en overlijden.
Vertrekkend van de stamhouder gaan we ook verder
in het verleden terug dan de grootouders en geven
ook de overgrootouders en betovergrootouders.
110 Dao raostj gèt 15 september 1997
Genealogische gegevens en kwartierstaat
Eén van de manieren om stamboomgegevens weer te
geven is de kwartierstaat.
Andere zijn: de stamreeks, de genealogie, het
parenteel.
Elk van deze vier heeft BEPAALDE
KENMERKEN:
* Men VERTREKT VAN EEN BEPAALD
PERSOON.
* Deze wordt de stamhouder of probant genoemd
wanneer men zijn voorouders aan geeft. Het is dus
normaal de laatste zoon die het geslacht met die
naam voor uitsterven behoedt.
* Hij heet stamvader wanneer zij n nazaten worden
vermeld. Hij is het die zijn naam aan de familie
gegeven heeft.
* De WEERGAVE der gegevens kan op
verschillende manieren gebeuren:
- in een beknopte en schematische vorm: een
grafisch schema,
- of in de meer volledige vorm van tabellen of
lijsten,
- of in een vertellende vorm door teksten.
* Men kiest ‘n RICHTING van werken:
- Ofwel van nu naar het verleden, of, als u wilt, van
onder naar boven.
Hierbij kiest men welke personen men wil
vermelden:
- De stamreeks vermeldt alleen de
voorouders in mannelijke lijn van de stamhouder.
Het is een reeks mensen die de stamhouder verbindt
met zijn stamvader.
de KWARTIERSTAAT geeft alle
voorouders van de stamhouder, zowel in mannelijke
als in vrouwelijke lijn.
-Van het verleden naar het nu, of, als u wil, van
boven naar onder. Ook hier onderscheiden we welke
personen we willen vermelden:
- de genealogie geeft alleen alle
nakomelingen in mannelijke lijn van de
stamvader. Men gebruikt ook de naam stamboom
wanneer dit gebeurt in de vorm van een boom.
- het parenteel geeft van een stamvader alle
nakomelingen, zowel de vrouwelijke als de
mannelijke.
Waarom kiezen we de kwartierstaat?
Het is duidelijk, dat de kwartierstaat 'n volledig en
duidelijk beeld geeft van de opbouw van een
familie. De voorouders van iemand, over een, twee,
drie, of meer generaties, worden vermeld. Vooral in
het grafisch schema, ziet men vlug en duidelijk wie
de voorouders zijn van 'n persoon en welke plaats ze
in de familiale structuur innemen. Een kwartierstaat
geeft dus alle personen aan waarvan de probant
erfelijke eigenschappen meekreeg. De familiegeest
van al die mensen werkt op een of andere manier in
hem verder.
Een stamreeks zou alleen de mannelijke voorouders
en dus de naamdragers in de familie aangeven. De
vrouwelijke helft van de familie wordt vergeten.
Toch is die evenveel familie van iemand als de
mannelijke helft, al dragen ze andere namen.
In omgekeerde richting hebben we hetzelfde
verschijnsel. Een parenteel is volledig en geeft alle
nazaten, mannen en vrouwen. Hierbij komt dus een
hele reeks familienamen voor, ook die van
aangetrouwde mannen en vrouwen uit de familie. De
genealogie van een stamvader geeft alleen de namen
van zijn mannelijke nazaten.
De schematische voorstelling van onze
kwartierstaten
We gebruiken vijf rijen gegevens boven elkaar. In
de bovenste rij plaatsen we de zestien
betovergrootouders van de stamhouder. Om ze op
een blad geschikt te krijgen moeten we die verticaal
afdrukken.
Op de tweede rij van boven komen de acht
overgrootouders van de stamhouder, telkens onder
de namen van hun eigen ouders.
Op de derde rij van boven komen de namen der vier
grootouders van de stamhouder, telkens weer onder
de namen van hun eigen ouders.
Op de vierde rij van boven komen de namen der twee
ouders van de stamhouder. Weer geplaatst onder
hun eigen ouders.
Op de onderste rij staat dan de naam van de
stamhouder, een gekend persoon uit onze tijd.
Dao raostj gèt 15 september 1997 111
In andere gevallen werkt men in horizontale richting
met kolommen.
In de eerste kolom bevindt zich dan centraal de naam
van de persoon die het vertrekpunt is: de stamhouder
of probant.
In de tweede kolom bevinden zich de namen van de
vader en de moeder van de probant. Dat is de kolom
der twee ouders.
In de derde kolom worden de vader en de moeder van
elk der personen uit de tweede kolom vermeld. Dit is
de kolom der vier grootouders van de probant.
In de vierde kolom treft men de namen der ouders van
elke persoon uit de vorige kolom. Het is de kolom der
acht overgrootouders van de probant. In de v i j f d e
kolom vindt men de zestien betovergrootouders van
de probant.
Wie verder wil gaan krijgt een nieuwe reeks van vier
generaties voorouders met het voorvoegsel oud-. Dat
geeft dan: oud-ouder, oud-grootouder,
oud-overgrootouder, oud-betovergrootouder. Wie al
zijn oud-betovergrootouders vermeldt, heeft in die
kolom 256 namen staan. U begrijpt dat het niet
eenvoudig is om die allemaal terug te vinden.
Voor de daarop volgende vier generaties wordt het
voorvoegsel "oud" vervangen door het voorvoegsel
"stam-''. Dat geeft dan: stam-ouders,
stam-grootouders, stam-overgrootouders en
stam-betovergrootouders. In deze laatste generatie
moet men 4096 namen hebben staan om volledig te
zijn.
Wil men perse verder gaan dan worden de vorige
reeksen hernomen maar mét het voorvoegsel "edel".
Deze reeks gaat terug tot de 33ste generatie. Men
komt hiermee tot rond het jaar 1000. Wie er dan nog
niet genoeg van heeft kan de hele reeks nog eens
doornemen met het voorvoegsel "Voor" en geraakt op
die manier tot de 65ste
generatie. Wie hiermee zijn gemoedsrust nog niet
hervonden heeft, kan verdere informatie vinden in de
boeken over genealogie. In ons documentatiecentrum
in Molenbeersel staan er verschillenden.2
De nummering in een kwartierstaat
Elke persoon krijgt een nummer: de probant
ontvangt nummer 1, zijn vader het dubbel, dus 2, zijn
moeder het nummer 3 (het nummer van de vader + 1).
Telkens ontvangt de vader van een vermelde persoon
het dubbel van het nummer van zijn kind uit de
vorige kolom. Op die manier zijn alle nummers van
mannen, behalve die van de stamhouder, een even
getal. De vrouwen dragen een oneven getal als
nummer.
Dit wordt de nummering volgens Kekule genoemd
naar zijn ontwerper Stefan Kekule von Stradonitz. Ze
laat toe vlug voorzaten of nazaten terug te vinden.
Vertrekkend van een bepaalde persoon is zijn
nummer x 2 de vader, x 4 is de grootvader, x 8 is de
overgrootvader en zo verder. Op dezelfde manier
geeft een nummer gedeeld door 2 de zoon en gedeeld
door 4 de kleinzoon, enz.3
Welke beperkingen leggen we ons op?
- We beperken ons tot vijf generaties. We houden
onze kwartierstatenreeks dus vrij eenvoudig. Het
achterhalen van iemands voorouders vergt veel
opzoekingswerk, en dat groeit met het aantal
generaties dat men wil vervolledigen.
- We zagen om praktische redenen ook graag dat een
kwartierstaat past op een volle bladzijde van ons
tijdschrift. Meer dan vijf generaties kan men daar op
een leesbare manier niet op krijgen. In ieder nummer
kunnen we zo telkens hetzelfde grafisch schema
volgen.
- Alleen plaats en datum van geboorte, van huwelijk
en van overlijden worden aangegeven, in zover we
die konden achterhalen.
- De eerste jaren zal het gaan over de voorzaten van
een bepaald persoon uit de deelgemeente Kinrooi.
Het is geen gewilde beperking maar noodzaak omdat
dit soort werk veel tijdopslorpend opzoekingswerk
vergt en we toch ergens moeten beginnen.
112 Dao raostj gèt 15 september 1997
16 bet-overgrootouders
8 overgrootouders
4 grootouders
2 ouders
stamhouder of probant
Wat zouden we graag zien van de kant van de
lezers?
Dat we aanvullingen of verbeteringen ontvangen.
- Onze wens is dat familieleden of kennissen van
personen uit een kwartierstaat ons zouden helpen om
fouten te verbeteren of onbekende elementen aan te
vullen.
Soms sluipen er fouten in de gegevens omdat we
verstrooid waren en de gegevens verkeerd
overnamen. Soms is de leesbaarheid van de originele
documenten of van de kopieën slecht. Soms zitten er
zelfs fouten in de originele registers omdat data of
andere gegevens verkeerd werden genoteerd.
- Nu en dan kan het zelfs gebeuren dat verkeerde
namen gekozen werden, vooral wanneer meerdere
volledig gelijkluidende namen in de familie
voorkomen.
Dat we een begeleidend artikel kunnen
publiceren.
- We zouden graag medewerking krijgen van de
betreffende familie of van andere lezers om in een
bijkomend artikel verdere informatie te verstrekken
over de personen die in de kwartierstaat voorkomen.
Ze kennen wellicht nog verhalen uit de familie,
anecdotes of geschiedkundige gegevens over de
families. Dat is echter een taak die we niet zelf op ons
kunnen nemen en dat verwachten we dan van onze
lezers.
Daarbij laten we het voor deze inleiding op de
kwartierstaten. De eerste die in dit nummer aan de
beurt komt is die van Cecilia Schaekers. Ze is de
schoonmoeder van onze documentaliste die al jaren
met zoveel ijver dienstwerk verricht op het
documentatiecentrum en met vriendelijke
voorkomendheid de heemkundige vorsers te woord
staat en een handje toesteekt.
Jan Bierens o.s.c. 1 2 3
1 In het Frans "tableau d’ascendance". 2 Bijv. de La Haye, Régis, Handleiding voor genealogisch
onderzoek in Limburg, blz. 17 en genealogie Paul Van Baelen 3 Een dergelijke manier van nummeren begint met nul voor de
stamhouder of probant. De vader is dan 1 en de moeder 2. In deze
manier van nummeren, van Czellitzer, is het nummer voor de vaders
oneven en voor de moeders even.
"Amerika's Sjang" bouwt Theybershof
in Kinrooi in 1868
Eén van de weinige zekerheden die een mens heeft, is
het feit dat hij voorouders gehad heeft. Als je dat
erkent, krijg je er bijna automatisch belangstelling
voor. Men zal dan concluderen dat het vaak net zo
boeiend is om over je schouder te kijken naar het
verleden als wel de toekomst te voorspellen.
Theybers, een oud-Kinrooier geslacht, zal als eerste
aan de beurt komen.
Waar kwamen ze vandaan?
Joannes Mathijs THEYBERS , zoon van
Christiaan en Elisabeth Hendriks, werd geboren in
Neeritter-Broekhoek (Manestraat) op 19/10/ 1821 en
is afstammeling van een oud-Kinrooier geslacht.
Eerst wonende op "Deres" (Dirickx), gebouwd rond
1795 en gelegen in de huidige Belestraat, huwde hij
op 12/07/1849 te Kinrooi met Maria Elisabeth Klaps
uit Opitter. Dit gezin telde vijf kinderen: twee meisjes
en drie jongens. Eén van deze zonen, vermoedelijk
Christiaan, was schaapherder en zou zowel te Weert
als op St. Jansberg, Maaseik, hebben gewoond. Een
goed bewaarde herdersstaf getuigt nog over deze
herder. De twee dochters zouden naar verluidt
vertrokken zijn naar Java.(l)
In 1853 (2) trok het gezin richting Bree, Steenberg 1
"huis Coninx", samen met zijn jongste broer
Theodoor als dienstknecht. In een opsomming van de
bewoners van dit hof werd de naam Theybers echter
niet vermeld. (3)
Op 24 maart 1868 vertrok het gezin terug naar de
heimat Kinrooi en bouwde er het nu nog bestaande
"Theybershof", een tweewoonst met alkoof, in de
volksmond beter gekend als "Amerika".
Amerika’s Sjang
Waar komt nu deze bijnaam vandaan?
Wel, het feit dat een gebroken ruit bij koud weer
hersteld moest worden en door gebrek aan "modern"
materiaal bracht een stuk karton de oplossing. Op de
buitenzijde ervan stond een reclame met "Amerika"
en nog wat genoteerd. Dus kreeg het huis de naam
van "Amerika". (4)
Dao raostj gèt 15 september 1997 113
Volgens een ander verhaal woonde "Amerika's
Sjang" afgelegen en alleen. Zo vonden de mensen dat
hij wel in Amerika kon wonen. Dit verhaal is minder
waarschijnlijk vermits we konden terugvinden dat
het oude Theybersgoed (genaamd "Diricks") reeds in
1795 gebouwd werd en daar vlakbij lag.
Willem Andries THEYBERS, zoon van voor-
noemd echtpaar, was landbouwer van beroep.
Geboren op 01/10/1855 te Bree, gehuwd voorde kerk
op 24/10/1882 te Kinrooi met Maria Margaretha
Schroyen (zie volgende pagina). Bij het huwelijk van
zijn dochter Kaatje, echtg. Meerten, ging hij met haar
mee naar Geistingen, waar hij overleed op 86-jarige
leeftijd.
Amerika’s Trui (Gertrude Theybers) was gehuwd
met Jappe Door (Theodoor Schaekers) en woonde
als laatste Theybersgeslacht op "Amerika". Dit gezin
telde 7 kinderen, waarvan er nog zes in leven zijn.
Momenteel woont Dhr. Marcel Celis in deze mooi
gerestaureerde woning sinds 1976 met nog steeds
dezelfde woonvertrekken als voorheen.
De Theybersen blijken een zeer oud Kinrooier
geslacht te zijn, nauw verbonden met de plaatselijke
geschiedenis vooral dan van de Broekhoek. Ook
vandaag nog vindt men in verschillende families hun
trekken, mensaard en voorkomen terug. Misschien
dat deze gegevens een aanzet kunnen zij n voor een
meer gestoffeerd familieboek.
Het moge ze goed gaan!
Marti ne Dry vers
NOTEN:
(1) Verteld door de gezusters Meerten uit Geistingen.
Ze bewaren nog steeds een kistje met beschreven deksel uit
die tijd.
(2) Uit: Bevolkingsregister van Bree 1846-1856 blz.
92-boek II.
(3) Uit: De geschiedenis van Bree van Pater Maes en
J.Dreesen- Deel II, blz. 255-256.
(4) Verteld door Mevr. Mia Caris-Christis.
Als laatste wil ik nog een woordje van dank richten aan de
volgende personen voor hun medewerking aan dit artikel:
Mevr. C. Schaekers, pater Jan Bierens, Dhr. Theo Guffens,
Toke Craeghs, de gezusters Meerten, Mevr. M.Caris- Christis
en Dhr. Marcel Celis.
Huwelijk van Jappe Door (Schaekers Theodoor) met Amerika's Trui (Gertrude Theybers)
op Theybershof op 29/04/1919
114 Dao raostj gèt 15 september 1997
Kinderen uit het huwelijk van
Theybers Willem en Schroyen Maria
Margaretha X Kinrooi 20-04-1882
4. c
7.
KINROOI IN HET TERMIJNGEBIED VAN DE MINDERBROEDERS VAN WEERT
Vanwege haar geografische ligging tussen Maaseik en Weert, onderging de streek van Kinrooi vanzelfsprekend
de sociaal-economische en culturele invloed van beide steden. Kinrooi, tot 1845 een wijk van Kessenich,
behoorde niet alleen tot hun marktgebied, maar ook op het godsdienstige vlak oefenden Maaseik en Weert een
aantrekkingskracht uit op de omliggende dorpen (1). Tijdens het oude regime, waaraan de Franse Revolutie een
einde maakte, ressorteerde de wijkkapel van Kinrooi, behorende tot de parochie Kessenich, onder het
landdecanaat Eyck (2). De dorpsgemeenschap onderhield bovendien nauwe betrekkingen met de aanwezige
kloosters, voornamelijk met de Minderbroeders. Die Franciscaanse bedelorde had namelijk al in de 15 de eeuw
een kloosternederzetting in Weert en sedert de 17de eeuw ook in Maaseik.
Het Minderbroedersklooster van Weert kwam tot
stand dankzij Jacob I (+1488), graaf van Home en
tevens heer van Weert, die in 1461 zijn Aldenborgh
op de Biest te Weert, als laatste wilsbeschikking van
zijn vrouw Johanna van Meurs (+1461), aan de
Minderbroeder Jan Brugman, vice-provinciaal van
de Keulse ordesprovincie, schonk om er een
Minderbroedersklooster te stichten (3).
Ruim anderhalve eeuw later werd ook in Maaseik,
op de hoek van de Greven- of Huysbongaertsstraat
(huidige Boomgaardstraat) een
Minderbroedersklooster opgericht. Het werd
officieel op 1 mei 1626 gesticht. Op het provinciaal
kapittel te Leuven, op 27 augustus 1628, werd het
convent van Maaseik definitief erkend, met Aegidius
Cremers als gardiaan en Franciscus Bisschops als
vicaris. Als één der motieven voor de nieuwe
kloosterstichting werd aangevoerd dat de
Minderbroeders (meestal vanuit Maastricht en
Weert) in Maaseik en omliggende dorpen al
vroegtijdig vijf- tot zesmaal per jaar "op statie"
kwamen (4) om te prediken en aalmoezen in te
zamelen, zelfs voordat in Maaseik andere
kloosterorden gekend waren (5). Dat argument werd
naar voren ge- brachttegen de Kapucijnen, een
andere bedelorde, die eveneens in 1626 een klooster
oprichtte in Maaseik (6).
De Minderbroederskloosters van Weert en Maas
eik oefenden een opmerkelijke pastorale invloed uit
op de streek. Elk klooster had een welomschreven
gebied, waarbinnen de kloosterlingen, als leden van
een bedelorde, het recht hadden aalmoezen en
goederen in natura in te zamelen voor het onderhoud
van de kloostergemeenschap. Zulk begrensd gebied
noemde men een "termijn" (van het Latijnse woord
terminus = grens, einde). De uitdrukking "op termijn
gaan" betekende dan het houden van een inzameling
van giften in geld of in natura (graan, boter, eieren,
laken, stro, enz.) door de kloosterlingen in de
verschillende parochies van hun termijngebied. Men
sprak ook van "op statie komen". De relatie met de
Minderbroeders bleef niet alleen beperkt tot de
omhalingen, die voornamelijk door lekebroeders
gebeurden. De priester-kloosterlingen, die hen
vergezelden, hielden zich bezig met predicatie en
waren een welgekomen steun voor de parochiale
geestelijkheid bij het toedienen van de sacramenten,
vooral bij het biecht horen.
De parochie Kessenich, waartoe Kinrooi dus tot in
de 19deeeuw behoorde (7), lag aanvankelijk in het
termijngebied van het Minderbroedersklooster van
Weert. Ook Stramproy, Beek, Bree, Ger- dingen,
Bocholt, Reppel, Wijshagen, Gruitrode, Meeuwen,
Peer, Eksel, Grote-Brogel, Overpelt, Neerpelt,
Sint-Huibrechts-Lille, Hamont en Budel maakten
oorspronkelijk deel uit van het termijngebied van
Weert (8), dat nagenoeg tachtig sta
Dao raostj gèt 15 september 1997 117
ties omvatte. Na de stichting van het
Minderbroederklooster te Maaseik, in 1626, werd het
termijngebied van Weert verkleind, ten voordele van
de Minderbroeders van Maaseik. In 1644 werden
Bree, Gruitrode en Meeuwen toegewezen aan het
klooster van Maaseik (9). De parochie Kessenich,
met het geannexeerde Kinrooi, behoorde, evenals
Thorn, Hunsel en nog andere dorpen, waarschijnlijk
reeds vanaf 1626 tot het termijngebied van Maaseik.
Zij wordt in ieder geval niet meer als zodanig
vermeld op de lij st van de dorpen, die in 1644 deel
uitmaakten van het termijngebied van Weert. In het
Memoriale perpetuum Guardiani conventus Fratrum
Minorum prope Weerdt, dat sedert 1644 door de
gardiaans van Weert zorgvuldig werd bijgehouden,
komt Kessenich (met Kinrooi) inderdaad niet meer
voor (10). Men mag dus aannemen dat de
Minderbroeders van Maaseik tot het einde van de
18de eeuw, toen hun klooster werd opgeheven, in
Kinrooi "op statie kwamen", met hulp in de zielzorg
(biechthoren, predicatie) en met rondhaling van geld
en levensmiddelen. Tot het termijngebied van
Maaseik behoorde waarschijnlijk ook de omgeving
van Sittard, die door het klooster van Maastricht
werd afgestaan.
Na de afschaffing van het klooster op 6 maart 1797
geraakte ook het "termijn gaan" of "op statie komen"
in onbruik. Het Minderbroeders- klooster van
Maaseik werd na de Franse Revolutie niet
heropgericht. De Minderbroeders van Weert
daarentegen, die op 9 februari 1797 uit hun
kloostergebouwen waren gedreven, konden wel
herbeginnen. Op 17 april 1836 werd hun klooster
hersticht (11).
Om in het onderhoud van de kloostergemeenschap te
voorzien en met het oog op een hernieuwde pastorale
bedrijvigheid in de streek, werd het termijngebied
van het Weerter Minderbroeders- klooster opnieuw
bekeken. Omdat Maaseik niet werd hersticht, was in
Belgisch Noord-Limburg geen klooster van die orde
meer actief. De Minderbroeders van Weert keken
voor hun "termijn-gebied" dus ook over de grens,
hoewel zij na 1847, toen meer zuidelijk het
Minderbroeders- klooster van Rekem werd hersticht
(12), ook met die nieuwe situatie rekening moesten
houden.
Kessenich, met het geannexeerde Kinrooi, werd zeer
waarschijnlijk omstreeks 1836 bij het ter
mijngebied van Weert ingedeeld. Pastoor Jan-
Baptist Weyen (Zutendaal ° 1824-+Kinrooi, 1915),
die van 1866 tot 1905 met de pastorale zielezorg in
de Sint-Martinusparochie te Kinrooi belast was, liet
een nota na met betrekking tot het termijngebied van
de Minderbroeders van Weert, waartoe toen de
zelfstandige parochie Kinrooi behoorde. Zijn
aantekening luidt als volgt (13):
De Eeirwaarde Paters van Weert
De Eerwaarde Paters van Weert hebben in
Kinroy twee termynen. Eenen van boter kort
na Allerheiligen en eenen van koren in den
loop van Januari. Hier voor komen zy my
helpen op de volgende dagen.
1° Dinsdags in de Goede Week komt er eenen
om op Woensdag en Donderdag ‘s morgens te
helpen biechten.
2° Daegs voor Pinkster en komen er twee
paters om te biechten en te prediken op
Pinkstermaandag zynde den feestdag van den
H. Gerlacus (14).
3° Zaterdags voor den 1ste Zondag van 7ber
(= september), zijnde de Kermis van Kinroy,
om te prediken.
4° Den 16 Januari ‘s avonds om den 17 Ja-
nuari te helpen biechten, zynde de Vigilie van
biddag.
5° Daegs voor St. Martinus zynde dan 11 9ber
(= november).
Dit zijn de vaste dagen opde welcke de Paters
komen zonder er aanvraag van te doen. Moe-
ten zy anders komen dan moet ik hen vragen
door eenen brief. Zy komen altyd als ik hen
door het jaar vraag, zooals ik niet goed ben of
moet uit gaan of naar het retraite gaan.
De Minderbroeders uit Maaseik en Weert hebben dus
een opmerkelijke rol gespeeld op het vlak van de
zielzorg in Kinrooi en omgeving. Voor de pastoors
betekenden zij een welgekomen hulp en de
parochianen waren ongetwijfeld ook wel eens
gediend met een "vreemde biechtvader"...
Drs. Jan Gerits
118 Dao raostj gèt 15 september 1997
NOTEN
(1) De zelfstandige gemeente Kinrooi werd bij
wet van 12 april 1845 opgericht. Vgl. E.
H(OUTMAN), Kinrooi, in: Gemeenten van België.
Geschiedkundig en administratief-geografisch
woordenboek, dl. 1: Vlaanderen, Brussel, 1980, blz.
486.
(2) Zie: H. VAN DE WEERD, Het Landdekenaat
Eyck, Maaseik, z.d., blz. 96-98. Het bisdom Luik
bestond eertijds uit verschillende aartsdiaconaten,
met aan het hoofd een aartsdiaken, als onmiddellijke
medewerker van de bisschop. Elk aartsdiaconaat
groepeerde een aantal concilies of landdecanaten.
Het landdecanaat Eyck behoorde tot het
aartsdiaconaat Kempenland.
(3) De stichter van het Minderbroedersklooster te
Weert, Jacob I (+1488), graaf van Home, echtgenoot
van Johanna van Meurs (+1461), deed in 1467
afstand van zijn regering en trok zich terug in het
door hem gestichte klooster, waar hij als
Minderbroeder overleed. Zie over hem: A.
POMPEN, Jacob de Eerste, graaf van Home, in:
Publications de la Société historique et
archéologique dans le Limbourg, XXXV, 1904, blz.
3-216; G.J.H. HOUBEN, Weert en de Horner Heren
tot!500, in: Publications..., XXXV, 1899, blz.
295-309. Over Johanna van Meurs leze men: D.
VAN WELY, De memorietafel ter nagedachtenis
van gravin Johanna van Meurs (+1461), in: De
Maasgouw, LXXX, 1961, blz. 129- 138; ID., Gravin
Johanna van Meurs, de eerste stichteres van het
Minderbroedersklooster te Weert, in: Bijdragen voor
de geschiedenis van de Provincie der
Minderbroeders in de Nederlanden, XIII, 1962, blz.
31-36.
(4) Over de uitdrukking "op statie komen", die
hetzelfde betekent als "op termijn gaan", zie verder
in dit artikel.
(5) L.M. KORTLEVEN, De Minderbroeders te
Maaseik, 1626-1797, in: Franciscana, VII, 1951,
blz. 8-15, 91-100 en VIII, 1952, blz. 33-42, 88-98;
J. BAETENS, Minderbroederskloosters in de
Zuidelijke Nederlanden, blz. 46.
Maaseik, in: Franciscana, XLIII, 1988, blz. 113-
137.
(6) L.M. KORTLEVEN, a.w., in: Franciscana,
VII, 1951, blz. 13. Over het Kapucijnenklooster te
Maaseik kan men raadplegen: P. HILDEBRAND,De
Kapucijnen in de Nederlanden en het Prinsbisdom
Luik, V, Antwerpen, 1950, blz. 412-432.
(7) De parochie Kinrooi werd opgericht op 22
oktober 1842.
(8) B. GROENEN, Minderbroeders tussen adel,
burgers en buitenlui, in: Bijdragen voor de
geschiedenis van de Provincie der Minderbroeders
in de Nederlanden, XIII, 1962, blz. 21-22.
(9) B. GROENEN, a.w., blz. 21.
(10) Het Memoriale perpetuum Guardiani
conventus Fratrum Minorum prope Weerdt wordt
thans bewaard in het Archief van het
Minderbroedersklooster te Utrecht (Ned.).
(11) Dat feit werd herdacht in 1936 met de uitgave
van een album: Gedenkboek uitgegeven bij
gelegenheid van het eeuwfeest van den terugkeer der
Paters Minderbroeders in hun klooster op de Biest te
Weert. 1836 - 17 april - 1936, Heerlen, 1936.
Over het klooster, zie: C. DE LANGE, Het Minder-
broeders-klooster op de Biest in Weert, Weert, 1984.
In 1853 werd Weert hoofdklooster en provincialaat
van de Nederlandse Minderbroedersprovincie,
waaronder alle kloosters en staties vielen in
Nederland.
(12) Zie daarover: T. COENEGRACHT,
Geschiedenis van het klooster en college der
Minderbroeders te Reckheim, in: Publications de la
Société historique et archéologique dans le
Limbourg, XLIV, 1908, blz. 205-386 en XLV, 1909,
blz. 3-105; R. VERBOIS, Geschiedenis der kerken,
kloosters en kapellen van Rekem, Rekem, 1965, blz.
171-181 en 185.
(13) Kinrooi, Parochie-archief St.-Martinus,
"Regis- trum Inventaris", blz. 34.
(14) Over de St.-Gerlachusverering te Kinrooi leze
men: J. GERITS, Sint-Gerlach van Houthem,
beschermheilige tegen veeziekten in Kinrooi, in:
(Dao raostj gètl, XV, 1996, nr. 3-4, blz. 73-80.
Dao raostj gèt 15 september 1997 119
Mededelingen
Mien Moodertaal! De jeeger is doëd... lang leeven het wildj !
Oos dörpke ligtj vlak oppe grens van Hollandj. En
net euver diej grens zeen de wétte op jage get
strenger en zeen de minse (doorein gepaktj) get
deer-vri ntj el ikker aan gel agdj.
Det mèrkse good! Vlak euver de grens blieve de
bosdoeve oppe gröndj zitte tossebiejnaobiej heur
bés. Torteldoeve, mösse, èegerste en kreie könse dao
ouch ech van veul korter biej bekieke!
Gelökkig begintj het hiej in Belzj ouch get te ver-
angere. De broëdjeegers (det zeen minse diej alles
sjeete waat veur de luip kumtj zitte) zeen fél ge-
dundj! Vermits men biej de slechter veur einen appel
en ein eike "wildj" kan koiipe EN ömdet eederein
heet motten aangèeve of 'r ei geweer in hoes heet,
weurdj 'r veul minder gestruiptj en gejaagdj!
Het is nów vreugjaor 1997 en het viltj ech op det 'r
zoeveul patrieze zeen! Eu veral zuuse köppelkes
door de veldjer renne. Hopelik breuje ze op de zjuste
plaats! Het is angers jaore en jaore geleeje det nog
ganse klochte patrieze plots van veur dien veut
opvloge en dich het hart inne kèel deege kloppe van 't
versjrikke! Jaore en jaore is het geleeje desse
smörges vreug de haze langs dien achterdeur zoogs
wanjele! Jaore en jaore is het geleeje det de
fazantenhaan dich langs de wèeg nog vriej en vrank
dors aan te kiëke, öm pas op het allerlèste moment op
te vleege of zich in eine briëmestroëk te versjoele!
Mer het is nog neet zoeveul jaore geleeje of ich kos
dich hiej in mien buurt driej, veer jeegers opnumme
diej mét (en dék sónger) pederm de veldjer
aafstruupdje óm heur kertousje betaaltj te
kriege. En det ze dék eine gansen daag róndj-
zwabberdjeen slóbberdje sóngereine stertgezeen te
höbbe. Door diej broëdjeegers wore de haze en
patrieze biejnao oetgeroëdj! Door heur sjöldj waas
het ein half minuut veur twelf gewore!! Nów zeen de
meiste van diej jeegers en struipers doëd. De pederm
en het jagen in ‘t algemein is ein deur hobbiej gewore
en iër deste ein vergunning kriegs möste ekzames
aaflègge diej neet gemek- kelikzeen!
Gelökkig veur het wildj!!! De moogs neemes de
doëd gunne mer men begintj nów toch duudelik het
groëte versjil te zeen!
En nów zuldj’r ouch waal begriepe woeröm det ich
den tietel "De jeeger is doëd...lang leeve het wildj"
gekozen höb!
Esse ei klein bitje mètte nateur in zits en ein tikkel-
ke respekt köns opbringe veur al waat luiptj, vluugtj
en fladdertj...den könse het allein mer töwjuuche det
het wildj begintj aan te grujje! Nów zég ich neet det
ein van deez’ daag of jaore de veldjer weer vol
veugel, hèes en kniën zulle zitte...want de groëtste
jeeger heerstj nog öngestuërdjü En mét dèe felste
deere-moordeniër bedoel ich de vergifsproejer!!
Net wiej de minse wèere de deere missjien door den
tiëd immuun teegen al det vergif.. .mer veur de
kak-jönge beteikentj det altiëd den önverbidde-
likken doëd! Van zoe-gauw de boor zien veldjer
sproedj zeen de kak-jönge in det veldj ten doëje
opgesjreeve!
Dao zouw ein wét motte komme det ze beveur-
beeldj de majes neet veur 1 juni mochte pote! Veur
15 juni maag het graas langs de wèeg offe-
120 Dao raostj gèt 15 september 1997
sjeel neet gemeidj wèere óm de gröndjbreujers te
besjerme. Det is veur te lache want vlak t'r nèeve
maag de boor het zwaorste vergif spuite óm alle
ónkroëd...mer ouch alle lèevendje weezes den
ónvermeidelikken doëd in tejage!
Esse dageliks in de nateur róndj-rieds en hiël veul
kielomèeters mós oetkieke veur ei veugelke te zeen
of te huëre...pas DEN viltj het dich op det Oze
Leeven Hiër opnów mót beginne te sjape! En es Oze
Leeven Hiër dao neet den tiëd veur kan aafdoon is
allein het sjepsel det nao zien geliekenis is gemaaktj
dao bekwaom veur!
Liewerikke, graasmösse, bokesvinke, kwikster- tjes
en nog hiël veul anger klein veugelkes zeen
muzeejum-stökken aan ‘t wèere.
Men wiltj zoeveul doon veur kwakkerte, water-
jufferkes en vlinders...mer allein óngedeerte, kauwe
en kreie kónne weerstaon aan de vergif- eepedemiej!
Al de res mót traan geluive! Al de res!!! Dao zeen
wèe ouch biej!!!
Door den doëd van ei paar jeegers höbbe wèe
zeenbaar weer get mië wildj gekreege. Koste wèe
nów het vergif-sproeje ane kètting lègge den haaj de
res vanne sjepping ein groëter euverlèevings- kans!
Vergeleeke biej al det vergif waat "wèttelik" maag
gesproedj wèere...heet ein atoombom nog gein sjien
van kans!!!
TeeVee
Ons Heem:
In Jrg.50 nr 4, 1996, neemt Jan Gerits afscheid. Hij
schrijft:" ...Metfierheid neem ik afscheid van een
blad, dat ik vele jaren heb gekoesterd en waaraan
veel studie, tijd en energie werden gespendeerd. Mijn
taak als hoofdredacteur heb ik steeds vol toewijding
en met zin voor verantwoordelijkheid volbracht. Het
moge verder goed gaan met "Ons Heem ".
Dat wensen wij ook en we kijken nu al uit naar de
aangekondigde themanummers:
1997: Herbergen in Vlaanderen
1997-1998: De adel
1998: Suiker
1999: Tabaksteelt en Dood en begrafenis
Herdenking Pater Willem Sangers. 29 juni te Maaseik
Moderator Tony Van Wijck pleitte in een volgelopen
Cultureel Centrum, met Limburgers uit de beide
Maaslanden en daarbuiten, om de Maasbrug om te
dopen in "Sangersbrug". Dan startte de
"herdènkingsmés", volledig in het Maaslands dialect
waarin kruisheer Roger Janssen samen met twee
confraters voorging en die werd opgeluisterd door het
A Capellakoor. Een waardig en uniek gebeuren.
Lei Meisen van Omroep Limburg schetste dan de
totstandkoming van de CD "Mijn leef luj" met de
stem van pater Sangers en liedjes van Sjef Die- teren,
Chel Savelkoul en Herman Veugelers. Na de pauze
veel ludieke toespraken waarin men telkens pater
Sangers typeerde: Wiel Janssen, Jean Knoors, Jaak
Bergers, Freddy Corstjens, Jean Walraven en Pierre
Knoops afgewisseld met zang van de Maaslandse
troubadours. Het werd een leuke namiddag die de
figuur van Willem Sangers deed herleven, al is hij al
tien jaar overleden, daags na het O.L.S. in Kinrooi.
Zijn stem was aanwezig dankzij de CD en een kort
fragment van het verhaal van zij n roeping over de
"peperkoek" in Amsterdam. Tussendoor werden ook
nog beelden geprojecteerd waarbij deze grote
Limburger te zien was bij diverse gelegenheden. Het
decor, prachtig met bloemen versierd door de
woonwagenbewoners van Siemkensheuvel, werd
Dao raostj gèt 15 september 1997 121
WE WAREN AANWEZIG TE...
Erratum
Veldeke Kring uit Echt schreef ons dat in de
vorige uitgave van "Dao Raostj Get" in de
rubriek "Oos modeltaal" met als titel "Het dialek
is in den opgank" p.77, werd vermeld dat Dhr.
Jan G.M..Notten afkomstig is uit Valkens-
waard. Dit moet zijn Valkenburg (Valkeberg)
inZuid-Limburg.
gedomineerd door het prachtige schilderij van de
pater als ere-burger van Maaseik. Proficiat aan de
Pater Sangerskring, Het Heilig Wammes en de
Maasketen Jan Van Eyck voorde prachtige
organisatie. En pater Sangers, wiens zuster aanwezig
was, zag van hierboven dat het goed was en voor wie
toch nog met sommige gedeelten moeite had, zijn
wijze raad: "bök dich, dan geit het!"
Als de Maaslanders iets van hem konden en kunnen
leren is het wel zijn "ruimdenkendheid". Het weze
hier geschreven door een Waaslander, die toch al
bijna twintig jaar in het Maasland woont.
Werner Smet
Sint-Martinus Kinrooi wint O.LS. 1997 te
Kaulille!
Tijdens dit O.L.S. hadden we belangstelling voor de
plechtige hoogmis, de openingsceremonie, de
kleurige optocht, het kinderdorp, de
nevenwedstrijden en de schietwedstrijd. De Bond
Maas en Kempen bleef met vier in de finale en
Kinrooi met twee kanshebbers: Sint-Martinus
Kinrooi en Sint- Servatius Raam-Ophoven. Deze
laatste werd achtste en Sint-Martinus versloeg
Reuver en Heythuysen zodat ze voor de tweede maal
het O.L.S mogen organiseren. Proficiat aan de
zestallen! Onze aandacht ging eveneens uit naar de
inbreng van de heemkundige kring "De Klaveren
Heer" die instond voor de prachtige bevlagging en
het zandtapijt met O.L.S-logo aan de ingang van het
feestterrein.
We melden met droefheid het overlijden van: Mevr.
Jaklien Snijkers, echtgenote van Jean Roussard.
Geboren te Ophoven op 25-09-1948 en overleden te
Maaseik op 17-11-1996.
Naschrift op artikel "Uit een Kesse-
nicher rolregister", Dao raostj gèt Jrg.
16 nr. 2
Deze bijdrage is tot stand gekomen naar aanleiding
van het niet-ondertekende opstel in "Dao raostj gèt"
van 15 juni 1997 (Jrg. 16 nr 2). De onbekende
schrijver, die blijkbaar goed op de hoogte is van de
hygiëne uit het verleden, schrijft: "In een poëtische
bui kan men (sic) wel eens walmen van wierook over
de eeuwenoude dorpjes laten drijven! Maar nu en
dan zal daar wel een mestgeurtje bij geweest zijn."
In een vorige editie van dit tijdschrift lezen we: "Er
waren nogal wat putten, poelen en drenken in
Kessenich. In 't (sic) ene werden knollen en
voederbieten gewassen. In het (sic) andere deed
dezelfde gemeenschap haar vuile was. Het zal wel
nodig zijn regelmatig "de put te vegen”.
Tot daar de prikjes...
Water was vroeger (en nu nog) de bron van alle
leven. Maar bij die putten werden geen voederbieten
gesneden doodeenvoudig "omdat de voederbiet die
thans zulk een belangrijk bestanddeel is van het
winterrantsoen van het vee, bij ons in België amper
een eeuw oud is". (Zie: "Geschiedenis van de
Landbouw" door lr. Paul Lindemans, eerste deel,
blz.444)
Wat is dan de betekenis van het woord "snicule" zoals
de schrijver het citeert. Daar komen we bij de
volgende uitgave van ons heemkundig tijdschrift op
terug. De lezer heeft alleszins geen boodschap aan
fabels over de Sint-Wi11ibrordusput
(St.Maartensput) en ons tijdschrift dient o.i. ook niet
om de "vuile was uit te hangen".
Literatuur: - Piet Henkens, De Geschiedenis van Kessenich,
Gemeentebestuur van Kinrooi, 1979 (blz.13).
- Kessenich, Rolregister 1634-1641, privébezit familie
P.Snijkers-Hawinkel, Kessenich (Met dank voor de
uitlening).
- Anonymus, "Dao raostj gèt", Uit een Kessenicher
rolregister, Jrg. 16 nr 2, blz.50.
- Roger Linskens, Wat een leven in de Middeleeuwen, 7
delen, Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel, Antwer-
pen/Amsterdam.
Oud-Mechelen", Van die Heyde...totter Maese, Dr.
Haubenlaan 117, Maasmechelen.
Piet Henkens
122 Dao raostj gèt 15 september 1997
UIT ONZE LEDENFAMILIE
KRINGWERKING
Moeder Anna is weer thuis!
Zaterdag 26 juli 1997. Geistingen viert de
thuiskomst van Moeder Anna, op haar feestdag. Het
klassieke regenweer van 1997 was niet present.
Mooi weer dus.
Als toemaat kreeg de avondmis een ode aan onze
eerbiedwaardige, bejaarde dame. De mooie zang
werd gebracht door de jonge dame Schepers, waarbij
het orgel met haar wedijverde.
De harmonie van Geistingen was op post en gidste
de belangstellenden feilloos naar het nieuwe
onderkomen van Sint-Anna. Om zeven uur ‘s
avonds, op de seconde af, daalde de zegen van de
pastoor met de wij waterdruppels neer op het
gerestaureerde beeld.
Over de noten van ‘n muzikaal intermezzo der
harmonie, kwam daarna de feestrede van voorzitter
René Raets. U weet wel, die man van de Geschied-
en heemkundige kring. Voorde ingang van de
nieuwe kapel stak hij ze af. Ruim honderd
belangstellenden, zonder de harmonie te rekenen,
kregen een overzicht van het wel en wee van het
beeld van Sint-Anna tijdens de laatste zeven jaar.
Sint-Anna? Misschien, want geleerde maar kwade
tongen beweren dat het haar dochter Maria is. Elke
Geistingenaar verkoopt zijn ziel als het niet Moeder
Anna is. Ze koesteren haar verering die zou stoelen
op een traditionele moeder-groot- moedercultus. De
Geistingenaren en veel anderen zoeken bij haar
oplossingen voor vruchtbaarheids-, huwelijks- en
huishoudperikelen.
Ongeveer vijf eeuwen oud is het houten kunstwerk
dat haar afbeeldt. Het zou van de hand zijn van een
toenmalig man, de "Meester van EIsloo". Door tijd
en weer en misschien een beetje vergetelheid, zat ze
vol kloven, was dof onder de schimmel, spijkers
hechtten haar losgeraakte handen. Ze was er erg aan
toe. Kruisheer Donaat Snijders zat er achter om haar
naar een beeldenkliniek te sturen. Ook de vochtige
en onderkomen
kapel moest deugdelijker worden. Sint-Anna is naar
de restaurateur geweest te Sint-Truiden in het
Provinciaal museum voor Religieuze kunst, onder
leiding van Leon Smets. En aan "Naardes" staat nu
terug haar eigen veilig privé-domein.
Moeder Anna, achter voorzitter Raets, ging
volmondig akkoord toen hij dankwoorden toeschoof
naar de buurt, de families Schepers en Snijders, het
gemeentebestuur, de parochie en zijn
verantwoordelijken en naar alle Geistingenaren.
Elk voor de bijdrage op zijn terrein en volgens zijn
kunnen en hebben.
Toespraak van voorzitter René Raets, terwijl pastoor
Reyskens luistert
Thieu Snijders plaatste daarna z’n woordje namens
het buurtcomité. Het initiatief en de inspanningen tot
restauratie van Donaat Snijders mochten niet
vergeten worden. De bouw van een nieuwe kapel op
privé terrein van de familie
Dao raostj gèt 15 september 1997 123
Schepers loste wettelijke moeilijkheden op. De
conserveringsbehandeling was prijzig. Ruim
honderdduizend frank. De provincie nam de helft
voor haar rekening. De rest kwam van de Geis-
tingenaren en van sponsors. Het gemeentebestuur
zorgde voor het bekostigen der beveiliging van dit
kostbaar erfgoed. En dan zijn er nog Leo Schepers en
zijn vrouw, waarvan iedereen weet dat ze met veel
belangeloos vakwerk de bouw van de nieuwe kapel
verzorgden.
Schepen van cultuur, Theo Henkens, verwees naar de
inspanningen van de gemeente op wegenvlak. Maar
cultuur leeft vooral daar waalmensen wonen en
leven. Naast de weg, in de woongemeenschap. Daar
hoort deze kapel bij. Daarom kreeg ze belangstelling
en steun van de gemeente.
Alle aanwezigen mochten naar de receptie. Voor ik
me daarheen bewoog, glipte ik toch even binnen in
haar kleinood van versterkte kapel. Daar zat Moeder
Anna. Gaaf! Gloednieuw oud. Haar handen over
elkaar gevouwen, een beetje opgeheven, met een
tikje strenge air van: nu moet je eens goed luisteren!
Fier is ze op haar nieuw onderkomen. Ze hoeft zich
geen zorgen meer te maken over ontvoerders. Ze zit
er veilig, in een waardig verblijf. Piekfijn en
millimetrisch verzorgd werk. Ze voelt zich al goed in
haar nieuwe kapelletjeburcht en wacht er voortaan op
haar vereerders!..
Hier is goed werk geleverd. Door een hoop mensen.
Hier werd de toekomst verzekerd van een
godsdienstig en cultureel patrimonium.
Jan Bierens
Verslag Open-Deur-Dag tijdens Velt-Natuur-
beurs op 24 augustus
Voor het eerst aan de Villa Pax, na het Heilig graf,
Woutershof en de school-parochiezaal in Molen-
beersel. Een mooie omgeving om zulk evenement in
te richten.
Standen in tenten of in open lucht rond de vijver en de
natuur deed haar best met temperaturen rond 35° C.
Onze stand was gelukkig buiten opgebouwd, want in
onze lokalen was het te
warm om bezoekers te ontvangen. Louis Verlaak, de
vroegere Velt-voorzitter, trotseerde echter de warmte
van zijn bakoven. De broodjes waren goed gebakken
en in de tent spraken de bezoekers vooral de "koude
schotels" aan.
7de Inter-Limburgse boekenbeurs
Het succes van de vorige zes Inter-Limburgse
boekenbeurzen, met duizenden bezoekers, bewees
dat er op het vlak van promotie en verkoop van eigen
Limburgse publicaties beslist blijvende initiatieven
moeten genomen worden. Opnieuw vereerde de
Maasketen Jan van Eyck de Pater Sangerskring met
de opdracht om de 7de Inter- Limburgse
boekenbeurs te organiseren in Maaseik. Ook ditmaal
zal dit gebeuren in samenwerking met het Maaseiker
stadsbestuur en het Cultureel Centrum Achterolmen.
Deze zevende boekenbeurs zal doorgaan op
zaterdag 20 en zondag 21 december 1997 in de
zalen Achterolmen, Van Eycklaan 72, B-3680
Maaseik, telkens van 10 tot 17 uur.
De beurs heeft als werkterrein de beide Limburgen:
boeken, brochures, tijdschriften, genealogische
studies, kaarten, etsen, gravures e.d. De aangeboden
werken en documenten zullen beslist een unieke
verzameling vormen van Limburgensia die op dit
ogenblik voorhanden zijn. Ook dit jaar worden
heemkundige verenigingen uit de naburige Kreis
Heinsberg uitgenodigd. Er bestaat immers heel wat
verwantschap met deze regio, vooral wat betreft
dialect, heemkunde en genealogie.
Ook onze kring zal deelnemen aan deze beurs. Dus
noteer alvast deze data in uw agenda !
124 Dao raostj gèt 15 september 1997
UIT ONS DOCUMENTATIECENTRUM
Nieuwe publicaties!
Neeritter binnen zijn wallen: een bijdrage tot de
geschiedenis van Neeritter: een toponymisch
onderzoek door A.J.M. Schreuders, Mei 1997 - 40
pag.
Van de hand van A.J.M. Schreuders verscheen
onlangs een boekwerkje (39 pagina's dik op A5-
formaat) met als titel: Neeritter binnen zijn wallen.
In deze bijdrage tot de geschiedenis van Neeritter
verklaart de schrijver de herkomst van een aantal
oude straatnamen.
Vermeldenswaard is de prachtige, in kleurendruk
uitgevoerde kaart uit 1714 die over twee pagina's is
afgedrukt. Het boekje is verkrijgbaar op het
secretariaat van de heemkring, Villa Pax, à raison
van 250,- Bef. of 12.50 Hfl.
Ontmoetingen van Gaspard Coolen:
Na het verschijnen van zijn eerste boek "Mensen van
mijn dorp aan de Maas", schrijft 88-jarige Gaspard
Coolen in zijn nieuwe uitgave "Ontmoetingen" over
de mensen die hij heeft gekend in zijn leven in zijn
geboortedorp Ophoven. (Deze publicatie ligt ter inzage voor onze leden in onze
bibliotheek).
Maaslandgids: Op pad door steden en dorpen
langs de grensmaas.
Deze uitgave van de Maasketen Jan Van Eyck geeft
een alfabetisch overzicht van Beek tot Wessem
waarin elke plaats tussen Maasbracht en Maastricht
aan bod komt met een korte historiek en beschrijving
van bezienswaardigheden. We hebben de teksten
voor onze dorpen nagekeken en vastgesteld dat
sommige zaken achterhaald zijn en niet zijn
aangepast aan de actualiteit. Anders wel een handige
gids, verkrijgbaar bij de V.V.V.-Infodienst aan 275
bef.
Ons Heem - Huldenummer
In een speciaal dubbelnummer 1-2/97 wordt afscheid
genomen van Jan Gerits. We vinden daarin het
voorwoord (Guy Ballet, verbondsvoorzitter), zijn
levensschets door Luc Stockman, zijn eigen
bibliografie (met 2236 vermeldingen nog
onvolledig!) en 16 zeer verscheiden bijdragen van
heem- en geschiedkundige auteurs.
Nieuwe aanwinsten in onze heembibliotheek:
- Koster en molen in Eli, de kerk en de familie
Kooien/ J.F. Coolen - Heel, 1996 - 372 p.: ill.
(schenking auteur)
- Tongerlo: facetten van mens en samenleving in
Tongerlo, Solt en 't Hasselt/Mathieu Daemen -
Maaseik, 1996 - 304 p.: ill.
- Dorpsrivaliteit tussen Ophoven en Geistingen
1850-1914/Mathieu Rutten.- Tongeren, juli 1996
208 p.
- Vrakker: namen en bijnamen/ L.H. Rae-
maekers en Mr. H.J.H. Teunissen.- Weert, 1994 248
p.: ill.
- Vlaamse devotie- en bidprentjes uit de 19e
eeuw/ Heemkundige kring Erf en Heem.- Sint-
Katelijne-Waver, 1996 - 262 p.: ill.
- Het Dilser plat/ Martin Scheepers - Dilsen, najaar
1996 - 352 p. (schenking auteur).
- Toen kattekwaad kinderspel was.../ Harrie
Simons, uitgave van de Stichting Limburgs
Openluchtmuseum Eynderhoof, Nederweert, 1997 -
63 p.
- Als de koekoek roept/ Thieu van Engeland.-
Turnhout, 1996 - 119 p. (schenking auteur).
- Bij Bertha aan brug 11/ Thieu van Engeland.-
Antwerpen, 1990-112 p.: ill. (schenking auteur)
- Gedenkboek van het Koninklijk Atheneum te
Maaseik 1851-1951/ (Et.all).- Maaseik, 1951 92 p.:
ill. (schenking fam. Raets-Maessen).
- Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens
in Limburg/ Provinciaal Centrum voor Cultureel
Erfgoed - Borgloon-Rijkel, 1996 - 55 p.
- Jaarboek Roerstreek '97/ Heemkundever-
eniging Roerstreek, 1997 - 192 p.
- Voorouders en nageslacht van Pater Mathijs
Creemers/JacHendrix- Eindhoven, 1991 - 51 p.
- Rotemse geslachten 1-3/ P. Severijns en W.
Segers - Tongeren, 1967 - 3 delen.
- Familiekroniek Pouders/ Jacques Vanummis-
sen 1996 - 87 p. : ill. (schenking auteur).
- Bokkenrijders in de gemeente Kinrooi: scriptie/
Inge Brouns.- Kinrooi 1997 - 70 p.
- Families van Wessem 1639-1900/ Toon Smeets
Wessem, 1997 - 230 p.
- Tafereelen uit de geschiedenis van het
Graafschap Loon 1366-1688/ Geschiedkundige
kring
Dao raostj gèt 15 september 1997 125
"Kanunnik Daris", Borgloon.- Borgloon, 1997 - 236
p.
- Historische stedenatlas van België -
typologische dossiers/ Olivier Debaere
In: Gemeentekrediet, Jrg.50, nr 197 p. 7-50
- Lanklaar, schoonste hoekje van Limburg/
Dreesen Mark en Dreesen Jozef.- Lanklaar, 1978
111 p.
- Welstand door vereniging: de ontwikkeling van
de christelijke arbeiderscoöperaties 1886-
1986/Godfried Kwanten .-Brussel, 1987-271 p.
- Ooters jaarboek/ Kulturele kring Neeroeteren
Neeroeteren, 1997, vijfde uitgave - 160 p.: ill.
Dank aan Dhr. Mathieu Kunnen voor het schenken
van tal van kranten aan ons documentatiecentrum.
Goed nieuws voor genealogen!
Ons vertrouwd archief werd uitgebreid met volgende
nieuwe aanwinsten:
-Par.reg. Ophoven: D-H-O. 1641-1744
-Par.reg. Elen: D-H-O. 1700-1800
D.H. O. 1798-1800
-Par.reg. Molenb. D. 1806-1863
D. 1863-1903
-Burg.stand Ohé en Laak: D.H. O. 1803-1812
1813-1822
1823-1832
1833-1842
1843-1852
1853-1862
1863-1872
1873-1882
1883-1892
1893-1902
-Par.reg. Stramproy: D. 1677-1810 (klap.)
H.O. 1676-1814 (klap.)
Jac Salimans, geboren in 1914,
fokte omstreeks 1935 al de eerste
paarden te Roggel (Ned.) Na meer
dan een halve eeuw fokken wij
nog steeds Amerikaanse paarden
en winnen onze geliefde viervoe-
ters vele prijzen op grote evene-
menten. U ziet!
Er is nog niet veel veranderd bij:
Salimans Paardensport
Fokkerij van American Horses
in Maasbracht en Kinrooi
126 Dao raostj gèt 15 september 1997