adyashanti - het einde van je wereld
DESCRIPTION
Download ze allemaal op: http://ge.tt/3P1DQwU2 ********************************** Na Oneindige leegte, wat gedeeltelijk een biografie is, en Ware meditatie, een praktische gids voor meditatie, is Het einde van je wereld het derde boek dat Samsara van Adyashanti uitgeeft. De basis van de leer van Adyashanti ligt in zen. Hij heeft veertien jaar aan het Los Angelos Zen Centre aan zenstudie gedaan onder leiding van Arvis Justi. Toen hij 30 jaar was spoorde Justi hem aan zelf te gaan spreken. Wat Adyashanti ons leert wordt wel vergeleken met wat de oude Chan meesters uit China en de vroege advaita leraren uit India ons wilden bijbrengen, n.l. het idee uitbannen dat we afgescheiden individuen zijn, losstaand van alles en iedereen. Het einde van je wereld is geheel gewijd aan het thema verlichting. Wat is spirituele verlichting en hoe ga je er mee om wanneer je dat zelf overkomt. En hoe dan verder? Dit boek is weer een juweeltje van de hand van Adyashanti, helder en pakkend geschreven.TRANSCRIPT
Het einde van je wereld
Ongecensureerde, klare ta,û
over de aard van verlic1Jting
Adyashanti
CS) samsara
© Adyasanti 2008
Oorspronkelijke uitgave: Sounds Truc, Boulder. Colorado Oorspronkelijke titel: The end of your world
© Nederlandse uitgave: SJ.rnsara Cicgeverij Iw 2010 Vertaling: Prema van Harte Omslagontwerp: Frik Thé: \VW\V.erikrhede.1ign.com © Foto omslag: Erik Thé Lay-ouc: Studio 28, Hillegom
ISBN: 978-90-77228-86-9 I NCR 728
Niets uit deze uitgave nug gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van: Samsara Uitgeverij bv Herengracht 541, 10 16 AZ Amsterdam wv.w.samsarabooks.com
Opdracht
Dit boek is opgedrage n aan de Sierra I\1ounrains
van Californië. Hoog in jouw bergen, waar de
lucht ijl wordt, heb ik mijn natuurlijke kerk en ka
thedraal gevonden.
Inhoud
Dankbetuigingen 9 Inleiding door Tam i Simon, uitgever 11
Hoofdstuk een Verkenning van het leven na verlichting I 5
Hoofdstuk twee Authentieke verlichting - en de desoriëntatie
die erop kan volgen 29 Hoofdstuk drie
'Ik heb het, ik ben het kwijt' 43 Hoofdstuk vier
Via samsara komen we wr nirwana 65 Hoofdstuk vijf
Volledig tevoorschijn komen 77 Hoofdstuk zes
Veel voorkomende waandenkbeelden, valkui- 95 !en en fixatics
f foofdsruk ZCIJCll
Her leven zelf houdt onze vcrliLhting eell spie-
gel voor ltS
Hoofdstuk acht De energetische cornponem vaJl vcrlichting 151
Hoofdrtuk nt'gen \'Vannen verlichting doordringt m geest. hart
eningc"�ndcn 143 Hoofdstuk tlm
Inspanning of genade� Hoofdstuk e{f'
De natuurlijke staat Hoofdstuk twr1(f'
Het vcrhaal van de trouwerij
Hot�fdstuk datfen Een interview mer Adyashanti
Over de schrijver
l l)j
231
Dankbetuigingen
Mijn welgemeende dank aan Tami Simon. Zonder jouw
aansporingen en aanmoediging zou dit boek er nooi t gekomen zijn. Jouw openheid en vertrouwen, zowel als je
grote redactionele vaardigheden, worden slechts overtroffen door je liefde voor de dharma. Ook Kelly ::-oraras
wordt hartelijk bedankt voor haar voorrreflèlijke en geduldige redactie.
Inleiding door de uitgever
Toen ik Adyashanti in her najaar van 2001 voor her eerst ontmoette, werd ik getroffen door de origi
nele en nieuwe manier waarop hij onderricht gaf over spir ituele verlichting. Hoewel hij zijn zen afkom.sr res
pecteerde, benadrukte hij het belang van niet venrouwen op een specifieke leraar of methode voor realisatie.
Hij vertelde hoe belangrij k het daarentegen is om naar je e igen directe ervaring te kijken en het terrein van je eigen leven onbevreesd te verkennen. Hij bleef er ook bij dat het een mythe is dat sp irituel e verlichting een zeldzaam verschijnsel is dal slech ts aan enkele bevoorrechte mensen is voorbchouden - zoals mensen die tientallen jaren in grotren hebben gemediteerd of die speciale gewaden d ragen . Hij zei verder dat deze mythe over de zeldzaamheid van verlichting juist een obstakel kan zij n voor onze eigen ontdekkingstocht, omdat wc
11
Volledige vcrlichting wil eenvoudig zeggen dar we doorlopend waarnemen vanuit her gezichtspunt van Gee.�t -
vanuit de visie van eenheid. Vanuit dit verlicluc standpunt bestaat nergens enige scheiding- niet in de wereld, niet in het universum , noch in enig ander universum, waar ook.
De waarheid is overal , altijd, in alle dimensies, voor alle mensen. Het is een waarheid die de bron is van alles wat ooit ervaren zal worden- in het leven, na het leven in deze
dimensie of elke andere dimensie.
Vanuit het perspectiefvan het uiteindelijke is letterlijk alles - of het een hogere of lagere dimensie is, hier of daar, gisteren, vandaag of morgen - slechts een manifes
tatie van Geest. Her is Geest zelf die ontwaakt. Daarom
is het pad dat ieder mens gaar, of hij het weet of niet, een
pad naar volledige vcrlichting - naar een volledig weten ,
naar de volled ige ervaringswctcnschap van wat hij is, naar eenheid, naar één zijn.
Maar het moment van verlichting kan een permanent
zien tot gevolg hebben of niet. Zoals ik al zei, zul je van sommige mensen horen dat de verlichting niet echt is als ze niet permanent is. Wat ik als leraar heb gezien is
dat de persoon die een tijdelijke glimp opvangt van wat
zich achter de sluier van dualiteit bevindt en de persoon
die een permanente, 'blijvende' realisat ie heef(, herzelfde zien en beleven. De een ervaart het tijdelijk; de ander
ervaart her doorlopend. Maar als her echt verlichting is ,
is war er ervaren wordt hetzelfde: alles is een; wij zijn niet een bepaald ding of een bepaald persoon die in een
bepaalde ruimte gelokaliseerd kan worden; wat wij zijn is zowel niets als alles, tegelijkertijd.
20
Zoals ik het dus zie doet het er eigenlijk nier toe of een
verlichring tijdelijk is of blijvend. Her doet er wc in de zin dat er een pad is- niemands hart is totaal vervuld tot
dat zien vanuit her standpunt van waarheid doorlopend
het geval is - maar wat er gezien wordt is een verlichting,
of die aanhoudt of nier. Deze glimp van verlichting, die ik niet-bl�jvcnde ver
lichting noem, komt steeds vaker voor. Her gebeurt een
moment lang, een middag , een dag een weck lang- misschien wel een maand of twee. Het bewustzijn opent zich,
het gevoel van het afwnderlijke zelf valt >veg-en dan, als de lensopening van een camera, sluit het bewustzijn zich
weer. Het li jkt er misschien op dar het zich volkomen ge
sloten heeft, maar dat doet het nooit helemaal. Diep van binnen vergeer je het nooit. Ook als je slechts een ogenblik een glimp van de werkelijkheid hebt opgevangen, is er iets in jou voor altijd veranderd .
De werkelijkheid is nucleair; zij is ongelootlijk krach
tig. Zij is onvoorstelbaar potent . Mrn,�en kunnen in een
oogwenk een flits van de werkelijkheid ervaren, en de
energie en de kracht die daardoor bij hen binnenkomt
verancien hun hele leven. Er is slechts een moment van
bewust'.vording nodig om je onjuiste zelfgevoel ui reen te
laren vallen en daardoor je hele kij k op de wereld te laten
op lossen.
Vcrlichting is niet wat je je ervan voorstelt Reëel gesproken is het correcter om re praten van wat
we uerfiezen na verlichting dan van war we erbij wi nnen .
We verliezen niet allt>en ons7clf- wie we meenden te zijn
21
en ideeën, zowel als de neiging ergens in te blijwn steken
- hetgeen allemaal doorgaat na de verlichting- te laten oplossen.
Waar je dus ook bent op her paJ, het is deze bereid-
heiJ om in jezelf op te staan, deze vraag te stellen en open en oprecht te zijn over wat je vindt, die het belangrijkste
is. Het is Je basis waar de totaliteit van je verlichting en je leven na de verlichting op rust.
28
Hoofdswk rwee
Authentieke verlichting - en de
desoriëntatie die erop kan volgen
Het meeste wat ons over bewustwording verteld wordt,
klinkt als een verkooppraatje voor verlichting. In
een verkooppraatje krijgen we alleen de meest positieve
aspecten te horen; er worden om misschien zelf� dingen verteld die niet werkelijk waar zijn. Bij het verkooppraatje voor verlichting wordt ons verteld dat het bij verlichting allemaal over liefde en extase, mededogen en eenwording gaat, en een massa andere positieve ervaringen. Dit wordt
vaak gehuld in fantastische verhalen, zodat we ten s lone
geloven dar verlichting met wonderen en myst ieke krach
ten te maken heeft. Een van de meest voorkomende ver
kooppraatjes behelst het beschrijven van verlichting als een ervaring van gelukzaligheid. Daardoor denken mensen dat ze, wanneer ze spiritueel ontwaken, wanneer ze één zijn met God, in een staat van vaandurende extase komen. Dit
is natuurlijk een grote m isvarring over wat verlichting is.
29
verliduing komen door mee te liften op het succes van een verl ichte leraar; zo werkt heT nier. Als we dat proberen worJen we blind; het betekent dat wc niet zelf wil
len denken; het betekent dat wc iets niet zelf willen on
derzoeken. \Xfanneer wc blinJ doen wat ons opgedragen
wordt - blind een leer volgen alleen omdat die klassiek
of gerespecteerd is- krijgen we ten slotte precies waar wc om vragen: blindheid.
Een arder groot misverstand over bewmtwurding of verlichting is dat het een soort mystieke ervaring wu zijn. We zouden e-en �oort crvanng kunnen verwachtell als eenwording met God: een vcrsmelten met de omgeving of een oplossen in de oceaan. Dit is niet het geval. Evenmin is bewu�twording hetzelfde als plotseling een enorme dosis kosmisch inzicht hebben- inzicht in de manier waarop de hele kosmos gemaakt is, inzicht in de geestelijke werking van wat wij denken dat de werkelijkheid is.
Zo zou ik einJeloos kunnen doorgaan, maar het belangrijkste om je te realiseren i.s dat spiritueel onrv.raken heel anders is dan het hebben van een mystieke ervaring. Mystieke ervaringen zijn prachtig. Het ziJn in veel opzichten de meest verheven en aangen ame ervaringen die een 'ik' kan hebben. De 'ik' streeft altijd naar eenwording .
Veel spirituele praktijken waar mensen zich aan overge
ven, zijn eigenlijk bedoeld om een dergelijke mystieke
ervaring re veroorzaken, of we nu praten over een ervaring van versmelten, van visioenen van godheden of van
het gevoel dat ons bewustzijn uitdijt in rijd en ruimte.
Maar nogmaals, mystieke ervaringen zijn nier herzelfde als verlichting.
Ik zeg niet dat mystieke ervaringen geen waarde hebben, en ik zeg nier dat ze geen transformerende werk ing hebben, wam dat hebben ze vaak wel. Mystieke ervaringen kunnen de egostructuur fundamenteel veranderen, en vaak in zeer positieve zin . r n de relatieve vvereld van Jingen hebben mystieke ervaringen hun waarde. Maar w.m
neer wc pratefl over spirituele verlichting, praten we niet over persoonlij ke ervaring . 'V!./e hebben het dan over het ontv.'aken uit Je 'ik'. W'e ltebben het over de gang van het ene paradigma naar een volkomen ander paradigma, van
Je ene wereiJ naar de andere. Ik wil niet impliceren dar iemand die verlicht is niet
dezelfde wereld ziet als jij. :'\et zoals jij een stoel ziet, ziet
iemand die verlicht is een stoel. Het verschil is, wanneer iemand echt verl icht i.;, wanneer iemand voorbi j de
sluier van dualiteit is gegaan, dar de dingen Jie er voor alle anderen anders en verschillend van e lkaar uitzien, als
wezenlijk hetzelfde gezien worJen. Wij zien Je stoel en tegelijkerrijd zien we omzelf niet als iets anders dan de stoel. Alles \Vat we zien, alles wat we voelen, alles wat we horen is letterlij k een manifcstatie van hetzelfde.
Een van de kenmerken van een ware vcrlichting is het
einde van het zoeken Bij een ware en authentieke vcr lichting wordt helder wie en wat wc zijn. Er is geen C\vijfel meer aan; de zaak is beklonken. In die zin is een van de kenmerken van een echte verlichting het einde van het zoeken. Je voelt de drang, her duwen en trekken, niet meer. De zoeker is gezien als de virtuele werkelijkheid die h ij altijd was en
verdwijnt als zodanig. De zoeker heeft in zekere zin zijn raak volbracht. Het heeft gezorgd voor de noodzakelijke impuls om het bewustzijn, of Geest, uit zijn identificatie met de droomstaar te drijven en hielp het terug te keren naar zijn natuurlijke staar van zijn.
Welnu, als het de blijvende soort van vcrlich ring is, dan zijn zoeker en zoeken volkomen verdwenen. Als daarentegen de verlichting een nier-blijvend karakter heeft, dan zijn zoeker en zoeken misschien bezig opgelost re worden, maar wellicht nog niet geheel verdwenen. In beide gevallen kan dit oplossen van de zoeker zelf je leven veranderen. Voor wie op het spirituele pad is, kan
de hele identiteit eruit hestaan dat hij een zoeker is. Zijn leven kan lenerlijk bepaald zijn geweest door de spirituele zoektocht, door her verlangen naar God, naar eenwording of naar verlichting. Dan vindt er heel plotseling verlichting plaats. De zoeker, het zoeken en de hele egostructuur die om de spirituele queeste heen is gebouwd is plotseling weg. Deze identiteit wordt gezien voor wat zij is -vrij zinloos en nier nuttig en valt weg.
De wittebroodsweken van verlichting Dit wegvallen van de zoeker kan ervaren worden als een enorme opluchting. Her tekent war ik graag de wit
tebroodsweken van verlichting noem. Door mij in ieder geval werd dit wegvallen van zoeker en zoeken ervaren alsof er een enorme last van mijn schouders werd genomen. Het was een zeer fYsieke ervaring. Ik had letterlijk het gevoel alsof er een gewicht werd weggenomen -een gewicht waarvan ik niet wist dat ik het droeg.
34
Dit ervaren alle mensen bij verlichting. Op het moment dat het be\vustzijn ontwaakt uit zijn droom van afgeschcidenheid, is er een groot gevoel van opluchting. Daarom beginnen sommige mensen te lachen of re huilen of voe
len een andere vorm van intense emotionele hevrijding
ze voelen de opluchting eindelijk uit de droomstaar te zijn. Ik noem dit moment soms de t'erste kus. Verlichting is min of meer je eerste spirituele kus, de eerste echte kus van de werkelijkheid, je introductie tot de waarheid over wie of wat je bent.
Deze wittebroodsweken kunnen een dag, een week, zes maanden of eeu paar jaar duren. Dat varieert. Wat die periode kenmerkt is dat alles stroomt - er is geen weerstand in je wezen, in je ervaring. Alles stroomt. Her leven is één 'flow'; alles lijkt wel uit eigen wil te gebeuren. Het is Je ervaringskennis dar alles gedwn wordt, dat jij als afZonderlijke entiteit niets doet.
Deze wittebroodsweken zijn ten diepste een ervaring van volledige en opperste geweldloosheid. Binnen deze geweldloosheid stroomt het leven wonderbaarlijk prachtig, op schier magische wijze. Dingen komen wanneer ze moeten komen_ Beslissingen worden genomen zonder er echt toe te besluiten; alles heeft een gevoel van vanzelfsprekendheid. Het is de ervaring dat Geest volkomen ongehinderd, onbedorven duur illusie, conditionering of
regenspraak is. Deze 'flow' kan een tijdelijke ervaring zijn uf langer duren. Sommige mensen worden zozeer door de wittebroodsweken meegesleept dat ze een rijd lang tot bijna niets in staat zijn en een week, een maand of zelfs jarenlang verzonken zijn in gelukzaligheid.
35
In vroegere tijden gingen mensen die deze ervaring hadden naar een beschermde omgeving zoals een klooster - een plek waar de mensen om hen heen het zouden be
grijpen. Ze werden dan in een moo ie kleine mannikscel gezet en met rust gelaten zodat het praet's zijn gang kon
gaan. Ze hadden het geluk dat ze verlichting konden cr
varen in een context waarin die begrepen werd, als normaal werd gez ien, en er de ruimte voor werd gegeven die nodig was.
In de hedendaagse maarschappij wonen de meesten
van ons die zo'n realisatie hebben niet in kloosters; wij zitten niet in een bijzonder ondersteunende omgeving.
In onze maatschappij is het zelfs mogelijk op zaterdag een geweldige realisatle te hebben en op maandagoch
tend weer naar kantoor te gaan. Als je dan nog steeds toraal gelukzalig bent, kan dit heel verwarrend zijn! Toch is he t de realiteit van onze situatie. De meeste moderne mensen kennen niet de luxe dat ze een paar maan den
in een grot kunnen zitren en alles op natuurlijke man ier kunnen laten bezinken. Zo is het in onze wereld gesteld,
en dat kan een probleem zijn voor sommige mensen.
De gedesoriënteerdbeid die na verlichting vaak voor
komt
Of de wittebroodsweken nu een dag of een jaar duren,
op een bepaald moment begin je om je heen te kijken en
re beseffen dat er heel wat veranderd is. De oriëntatie die we in ons leven hadden is er niet meer. De overtuigingen
waar we ons aan vastklampten en waardoor we bepaald
werden, blijken nu leeg en inhoudsloos te zijn. Onze zelf-
36
zuchtige motivatie is gro tendeels verdwenen, en dat kan heel verwarrend zijn voor de geest. Pas op dit specifieke
punt beginnen mensen zich te realiseren dat bijna alles war hen vroeger mo tiveerde egocent risch was. Ik bedoel dar
niet negatief of veroordelend; ik bedoel sleelus dar de drijvende kracht die ons stuurt wanneer we in de droomstaar zijn heel erg op onszelf gericht is. De overwegingen die ons motiveerden waren: 'War wil ik?' en 'War wil ik niet?' We stellen ons voortdurend vragen als: 'War kan ik berei
ken? Wie zal er van mij houden ? Ho eveel vreugde kan ik krijgen? Hoeveel geluk kan ik krijgen? Hoeveel ongeluk
kan ik vermijden? Kan ik de juiste baan krijgen? Kan ik de juiste minnaar vinden? Zal ik verlicht worden?' Dit zijn
allemaal ik-gerichte overwegingen in de zin dar de energie voortkomt uit de bewustzijnstoestand van het ego.
Nogmaals, dit is niet slecht of verkeerd; w is bet ge
\VOo n . De droomstaat is de staat waarin wc scheiding zien, waarin we denken dat we een aparte entiteit en een
afzonderlijk wezen zijn. Dat afzonderlijke wezen zoekt al t i jd iets - liefde, goedkeuring, succes, geld, misschien
zelfS verlichting. Maar bij echte verlichting begint die hele struc(Uur van afgescheidenheid onder je voeten op re lo ssen .
Er is nog wel een menselijk wezen; wij gaan niet in
rook op. Zelfs onze persoon lijkheid blijft intact. Jezus
had een persoonlijkheid ; Boeddha had een persoonlijk
heid. Iedereen die op aarde rondloopt heeft een persoon
lijkheid. Baby's hebben, wanneer ze uit de baarmoeder komen, een persoonlijkheid. I Ier is een van de mooie
dingen van het bestaan dat ieder van ons een andere per-
glimp van de werkelijkheid hebt gè'Zicn, kun je niets doen om te voorkomen dat het ego na verloop van tijd oplost.
Maar dit oplossen kan, wanneer het plaatsvindt, heel desoriënterend zijn. Verlichting 1.df kan heel dcsoriën
tcrmd zijn. Alles wat je voor waar hield, is ht't niet, zo
zie je nu. De persoon die je dadll te Lijn, ben je niet,
zie je nu. Dat kan op zich gelukzalig zijn en een enorme opluchting, en het bn tegelijkertijd worden ervaren als desoriëmen:nJ. '�'ie moet ik nu zijn? Wat zal me bewegen? Wat zal deze mens mot iveren ? '
Natuurlijk, als men vollcdif: vcrlicht is, heeft men deze vragen niet. Maar dat is zeldzaam, in het begin. Voor de meeste mensen is er nog een proces na de verlichting. Voor de meeste mensen blijven deze vragen dus gelden. Er zijn geen pasklare antwoorden die een spiritueelleraar kan geven, omdat elk antwoord door het ego alleen maar
weer tot doel gemaakt zou worden. Wat nutt iger is, is be
grijpen dat gedesoriënteerd zijn bij het verlichtingsproces hoort; het is naruurl ijk om gedcsuriëmeerd te zijn, om
dat alles nieuw is. Jij bent nieuw, je waarneming is nieuw, en je waarneming van alles en iedereen is nu anders.
Deze dcsuriënrarie ontstaat doordat de geest worstelt om zich in een nieuwe context re oriënteren. Het is alsof je uit een vliegtuig valt. Als je jezelf maar laat vallen, is
het geen probleem. Maar zodra je naar de m imte begint
re gr i jpen als om erdcll ter te komen wat je pos itie is, voel
je je zeer gedesoriënteerd; je beseft dat je niet weet wat onder of boven is.
Desoriëntatie is dus n iet per se inherent aan het ver
lichte zien; zij ontstaat hieruit dat de geest probeert zijn
40
plaats te bepalen . Maar een v:1n de sleurels tot het ver
lichte zien is dat er geen oriëntatie is. De werkdijk11eiJ
heeft geen oriëntatie nodig. Als er al een oriëntatie is, is
het die v:.1n een diep gevoel van ontspanning. van alle�
toelaten. Je v indt je oriëntatie letterlijk door niet te pro
beren je oriëntatie te v inden . Je vindt je oriën tatie door tutaal los te laten.
Er is een fase waarin we loslaten, en er niet onmiddellijk een nieuwe en ergie in ons bewustzijn ontstaat die ons leven stu urt. Natuurlijk hesraat deze energie en 7e hezielt
ons altijd; her is de energie van onverdeeldheid. Zij komt regelrecht uit de bron en is niet vervormd. Maar er is
vaak een kloof tussen het verdwijnen van urne egoïsti
sche beweegredenen en het ontstaan van deze eoergie in
ons bewustzijn. We kunnen dus door een per iode gaan
waarin we ons afvragen vanuit \vclke energie wij na de
verlichting zullen leven.
Nogmaals , belangrijk is om het proces waarin het ego oplost gewoo n te laren gebeuren. Voor de meeste men
sen zal dit proces van oplossen enige jaren doorgaan . In
m ijn geval was er een perio de van zes jaar voordat er een
nog diepere realisatie van verlicht ing kwam � niet we
zenlijk anders, maar veel helderder, dieper en volled iger. Om deze diepere rcalisade te doen plaa tsv inden, was die
per iode van 7.es jaar nodig voor het verdwijnen van ht.:t
ego. Achteraf kan ik dat zie n. En daarom vcrschil ik niet zoveel van de overgrote meerderheid. Na de eers te gli mp
van ver l ich t ing , ondergaan wc een proces dar rot een hel
derder en veel diepere \vaarneming van de werkelijkheid kan leiden.
41
Sommige leraren zeggen dat een vcrlichting die nog geen vaste grond onder de voeten heeft geen echte verlichting
is. Daar behoor ik niet toe, om redenen die ik al heb
genoemd. Als we de waarheid hebben gezien, hebben we de waarheid gezien. Of we haar twee seconden hebben
gezien of tweeduizend jaar, het is dezelfde waarheid.
Bij de verlichting wordt de inzet hoger
Wat doe je in deze specifieke fase, waarin verlichting aarzelt - aan en uit knippert als een schakelaar die iemand
aan- en uitzet en waarover je niets te zeggen hebt?
Regrijp eerst maar dat er niets verkeerd is gegaan, dat dit slechts de volgende etappe van je reis is. Als je weg
loopt voor deze ervaring- als je dit dilemma probeert op
te lossen door terug te rennen en te zoeken naar het punt
waarop je verlicht werd- dan ontwijk je dit deel van de reis. Als je je eenmaal realiseert dat er geen probleem is,
zul je zien dat er weliswaar enige verwarring en pijn kan
zijn, maar dat het oké is; onzekerheid kan heel pijnlijk
zijn. Het is zelfs veel pijnlijker ons op een onwaarachtige
manier te gedragen, als we eenmaal gezien hebben dat
het niet waarachtig is. Voordien hebben we misschien
gehandeld op basis van onwaarheid, maar wisten we het
niet -- we bevonden ons geheel en al in de droomstaar.
Zoals Jezus zei: 'Vergeef hen, wam ze weten niet wat ze doen.' Wanneer we in de droomstaat zijn, weten we niet
wat we doen. Wc handelen sleelus vanuit diepgewortelde
programmering. Maar als we de ware aard van de din
gen eenmaal gezien hebben -als Geest zijn ogen in ons
geopend heeft - weten we plotseling wat we doen. Het
48
gevoel, of we wel handelen, spreken of zelfs denken van
uit waarheid of niet, is veel preciezer. Wanneer wc regen
beter weten in toch handelen uit onwaarheid, is het veel
pi jnlijker dan wanneer we niet weten dar onze daden on
waarachtig zijn. Wanneer wc iets tegen iemand zeggen
waarvan we \Veten dat het omvaar is, veroorzaakt dit een
innerlijke verdeeldheid die oneindig veel pijnlijker is dan
wanneer we herzelfde zeiden, terwijl we dachten dat het
waar was. Hij de verlichting wordt de inzet dus hoger. Hoe be
\VUStcr we worden , hoe hoger de inzet. Ik herinner me
de tijd toen ik in een boeddhistisch klooster verbleef De
abdis daar, een geweldige vrouw, sprak over dit proces
van verlichting als over het beklimmen van een ladder.
Bij iedere stap die je zet, heb je minder de neiging naar
beneden te kijken. Je hebt minder de neiging om je te gedragen op een manier W;1;1rvan je weet dat die niet waarachtig is of te spreken op een manier waarvan je weet dat
die niet waarachtig is of dingen te doen waarvan je weet dat ze niet op waarheid berusten. Je begint te beseffen dat de consequenties groter zijn geworden; hoe bewuster
we worden, hoe groter de gevolgen. Op het laatst worden de gevolgen van handelen in strijd met de waarheid on
metelijk groot; de geringste handeling of gedrag dat niet
in overeenstemming met de waarheid is kan ondraaglijk worden.
Een dergelijke verantwoordelijkheid is niet iets waar we op rekenen wanneer wc ons verlichting voorHe llen.
Wc denken dat vcrlichting een vrijbrief voor onverant
woordelijk gedrag is. Aanvankelijk hebben we een relatie
49
voor illusie en afgescheidenheid, die zoveel macht hee&, wijzelf zijn. Niets in onze omgeving kan ons het gevoel van de verlichte staat laten verliezen. Niemand die we ontmoeten, geen enkele situatie waar we mee te maken
hebben hee& de macht ons uit de verlichte staat te laten vallen.
Dit is een van de belangrijkste realisaties waartoe we kunnen komen. Het is allemaal innerlijk werk. Het is allemaal iets dat we onszelf aandoen- bij vergissing, onwetend, en vaak onbewust.
Het verschil is dus, als we werkelijk verlicht zijn geworden, dat we een veel minder persoonlijke relatie hebben met die hele karmische conditionering die er nog over is. Voor de verlichting werd onze eigen conditionering gezien als buitengemeen persoonlijk. Onze conditionering bepaalde ons. We ontleenden een zelfgevoel aan onze conditionering, aan ons onware zelf, aan onze
overtuigingen en meningen en verlangens en de hele rest. Voor de verlichting waren we ondergedompeld in de droomstaat, en de droomstaat bepaalde ons. Als de verlichting eenmaal hee& plaatsgevonden -als zij echt is, als zij authentiek is - beseffen we dat zelfs indien er nog illusies blijven, die niet persoonlijk zijn en niet bepalen wie wij zijn.
Dit is heel nuttig voor ons. Het is veel gemakkelijker ergens aan te werken als je zelfgevoel er niet door bepaald wordt. Het is veel minder beangstigend. Als het inzicht er is, vanuit de verlichte staat, dat je karma onpersoon
lijk is - dat het niets te maken hee& met een zelf, een lichaam, een persoon- is je situatie veel hanteerbaarder.
56
We begrijpen dan dat wat we ervaren illusoir is, dat het te maken hee& met de kracht van misverstand.
Het is alsof je in een auto zit, over de snelweg scheurt en plotseling je voet van het gaspedaal haalt. Het moment waarop je voet eraf gaat, is een metafoor voor verlichting.
'Lieve hemel, deze auto bepaalt mij niet. Rijden in deze auto bepaalt mij niet. Mijn voet op het gaspedaal b�paalt mij niet. Waar deze auto heen gaat bepaalt mij niet. De omgeving waar hij doorheen rijdt bepaalt mij niet. Dit alles hee& niets te maken met wie of wat ik ben.' Dat wordt door de verlichting geopenbaard.
Wanneer we ontwaken, voeden we niet langer de trance van afgescheidenheid; we pompen er geen energie meer in. Maar zelfs als je je voet nooit meer op het gaspedaal zet, hee& de auto nog vaart- karmische vaart. Hij komt niet onmiddellijk tot stilstand in de meeste geval
len. Zijn kracht wordt minder en neemt in de loop van de tijd af.
Dat gezegd zijnde, kunnen we ook méér energie geven aan de bestaande kracht. We moeten toekijken om te ontdekken wanneer we er weer instappen en onze voet weer op het gaspedaal zetten. Telkens wanneer we ons weer identificeren met conditionering of karma, telkens wanneer we geloof hechten aan een gedachte brengen we weer energie in de droomstaat, zetten we de voet weer op dat gaspedaal.
Het proces na verlichting houdt dus in dat je leert hoe je je voet van het gas moet houden en dat je her
kent waardoor je je voet er weer op zet. Ook al is het niet persoonlijk- ook al vindt heridentifcatie volkomen
spontaan plaats, gebeurt het niet aan iemand en is het niemands schuld - we moeten toch onderzoeken hoe het gebeurt.
Hierbij is het leven zelf je grootste bondgenoot. Zoals ik al zei, legt het leven de spirituele zenuwen bloot. Het leven zal ons tonen wat ons niet duidelijk is. In relatie zijn met het leven en met anderen laat ons duidelijk zien waardoor we nog gefrustreerd kunnen raken. Als we oprecht zijn, zullen we niet proberen ons te verbergen achter de herinnering aan een verlichte toestand; we zullen ons niet verbergen achter de realisatie van het absolute. We zullen te voorschijn komen. We gaan ons nergens aan vastklampen.
Waar ik op doel is dat het volkomen natuurlijk is om het ene moment ogenschijnlijk verlicht te zijn en het andere moment ogenschijnlijk in slaap. Het is natuurlijk dat je het gevoel hebt dat je iets van de realisatie die je de vorige week, de vorige maand, of vorig jaar had, kwijt bent. Het belangrijkste is dat je weet dat het natuurlijk is. Er is niets misgegaan; alles is slechts naar een dieper niveau gegaan. Je hele systeem wordt intenser schoongeveegd. Je bent nu in staat jezelf in een helderder licht te zien, en je bent in staat je neiging om je af te scheiden scherper te zien. Je ziet dingen die daarvoor onbewust waren. Die stuurden jou, zonder dat je echt inzicht had in wat er aan de hand was. Maar nu kun je gaan zien wat eerder niet bewust was. Dit toestaan dat alles meer en meer bewust wordt, is een belangrijk onderdeel van het proces dat na verlichting plaatsvindt.
58
Je fixeren op het absolute als een manier om je mense
lijkheid te vermijden Het onderricht dat ik geef moet niet opgevat worden als een plan voor zelfverbetering. Het gaat er niet om dat je een volmaakt wezen wordt. Het gaat om zien wat verdeeldheid in jezelf veroorzaakt. Dat is heel iets anders dan het doel hebben een volmaakt persoon te worden, want bewustwording en verlichting hebben niets te maken met volmaakt worden, of heilig of vroom. Wat waarlijk heilig is, is zien vanuit heelheid, wat betekent dat je innerlijk niet verdeeld bent. Wat ons innerlijk verdeelt dient geheeld te worden. Wat vereist is na die kortstondige blik op verlichting is radicale eerlijkheid, een bereidheid om te zien hoe we onszelf onverlicht maken, hoe we onszelf weer in het zwaartekrachtveld van de droomstaat brengen, hoe we onszelf toestaan weer verdeeld te zijn.
Voor een spiritueel leraar kan het vrij moeilijk zijn om mensen tot deze staat van eerlijkheid te brengen of hen aan te raden die aan te nemen. Dat komt doordat er een sterke neiging bij de egostructuur is om verlichting te gebruiken als reden om zich te verbergen voor wat zich in zijn innerlijk afspeelt. Wanneer ik enkele dingen aanraad die ik hier bespreek, zoals herkennen op welk punt we onszelf onverlicht maken, zullen sommige van mijn leerlingen zeggen: 'Maar er is niemand die dat kan doen. Er is hier geen persoon. Het ego en de persoon zijn illusies, dus er is eigenlijk niemand die naar binnen kan kijken.' Vanuit het standpunt van verlichting is er geen probleem, ook wanneer alles in totale wanorde verkeert. Vanuit het standpunt van verlichting is er geen probleem, daarom
59
valt er niets te doen. 'Als je vindt dat er wel iets te doen is, maak je jezelf iets wijs.'
Het kan voor elke spirituele leraar heel moeilijk zijn om tot dergelijke leerlingen door te dringen, om ze zover te krijgen dat ze niet meer vasthouden aan hun fixatie op
het standpunt van het absolute. Dit is een van de gevaren van verlichting: de neiging zich vast te houden aan een eenzijdige visie. We pakken de absolute visie van verlichting, en we ontkennen al het andere. Het is feitelijk het ego dat zich op deze manier op het absolute fixeert, door het te gebruiken als een excuus om zich af te maken van onverlicht gedrag, gedachtepatronen en emotionele innerlijke verdeeldheid. Zodra we ons aan een mening vastklampen, zijn we blind geworden voor al het andere.
Daarom zeg ik met nadruk dat de bereidheid, de oprechte inzet om heel eerlijk tegen jezelf te zijn een belangrijk onderdeel van deze fase van de reis is. Ja, het stand
punt van het absolute bestaat. Het is waar dat er geen probleem is; het is waar dat het zelf niet afgescheiden is. Het is waar dat er niemand is die doet waar ik het over heb. Maar ik spreek nu niet tot het ego. Ik zeg niet tegen het ego dat het iets moet doen of iets niet hoeft te doen. Ik spreek niet tot een gevoel van een afzonderlijk zelf. Ik spreek tot de werkelijkheid zelf. Geest spreekt nu tot Geest. De werkelijkheid spreekt tot de werkelijkheid.
Het klinkt misschien alsof ik tegen iemand praat en iemand de weg wijs, maar dat doe ik niet. Waar Jk nu over spreek is eigen aan de visie op verlichting zelf. Dat wat verlicht is, komt altijd naar dat wat niet verlicht is. Dat wat verlicht is, heeft geen angst voor dat wat niet
60
verlicht is. Het is niet bang omdat het iets niet beschouwt als afgescheiden of anders dan zichzelf. Dat wat verlicht is ziet zelfs begoocheling of de droomstaat niet als afgescheiden van of anders dan zichzelf. Het ziet dat alles is zoals het zelf is, in dezelfde mate.
Maar ook kunnen we, als we eerlijk zijn, opmerken dat er in ons ware zelf een ingeboren beweging is naar het loslaten van elke beperking, naar het bevrijden van onszelf uit de droomstaat. Er is een verlangen, bij gebrek aan een beter woord, zich te verlossen van haat, onwetendheid, hebzucht en iedere vorm van beperking. Ons ware zelf is niet tevreden tot het zich van zijn eigen wanbegrip, zijn eigen fixaties, zijn eigen illusies bevrijd heeft.
Om dat mogelijk te maken, moeten we als mens bereid zijn eerlijk tegen onszelf te zijn. Hoewel we niet hoeven te ontkennen wat we hebben gezien, moeten we ook zien hoe alles, hier en nu, is. We dienen te kijken. We moeten vragen: 'Wat in mij kan zich nog verdeeld voelen? Wat in mij kan nog haten, onwetend zijn, hebberig zijn? Is er nog iets in mij dat me gespleten, geïsoleerd of vol verdriet kan laten voelen? Waar in mezelf is het niet zo verlicht?'
We moeten zien waar dat is, want het verlichte in ons heeft mededogen. Het is onverdeelde, onvoorwaardelijke liefde. Het wendt zich niet af van wat onverlicht is; het komt er naartoe. Dat wat verlicht is in ons keert zich niet af van de tegenstrijdigheden in ons gedachtepatroon of gedrag. Het houdt zich niet afzijdig van fixaties, het
houdt zich niet afzijdig van pijn, maar juist het tegendeel. Het komt er naar toe.
61
Daarom zijn zoveel waarlijk verlichte mensen - zij die verkondigd hebben dat iedereen goed is, dat alles goed is, die geen behoefte hebben iets of iemand te veranderen
- vaak ook de mensen die aandacht hebben voor hen die lijden, die de waarheid niet zi�n. De waarlijk verlichte wezens zijn vaak diegenen die hun leven volledig wijden aan het welzijn van anderen.
En waarom zouden ze dat doen? Als alles volmaakt is zoals het is, als er niets hoeft te veranderen, als alles heilig en goddelijk is zoals het is, als alles goed is zelfs wanneer alles niet goed is, waarom zouden deze verlichte mensen hun leven dan aan het welzijn van anderen wijden- wat voor zin zou dat hebben? Welnu, geen. Als het standpunt van het absolute het enige standpunt was, zouden ze het niet doen.
Ik zou zeggen dat de reden waarom zoveel mensen die zo ver zijn in hun verlichting zich ten slotte wijden aan het welzijn van anderen is, dat ze zich niet hebben gefixeerd op het standpunt van het absolute. Zonder dit absolute standpunt van volmaaktheid te ontkennen, staan ze ervoor open iets meer te zien. Ze staan ervoor open het ingeboren mededogen van de werkelijkheid zelf waar te nemen.
De werkelijkheid is bezig alles van zichzelf aan zichzelf bewust te maken. En dat deel van het plaatje zal heel moeilijk te zien zijn als we ons Hxeren op het absolute standpunt; als we het absolute standpunt gebruiken om ons te verbergen voor ons mens zijn. Ons mens zijn is ook goddelijk, en ons mens zijn streeft ernaar helemaal doordrongen te zijn van waarheid en werkelijkheid.
62
Om dit proces van volledige verlichting te volbrengen, is het nodig volstrekt oprecht te zijn. Dit is heel iets anders dan de therapeutische benadering. We onderzoeken onszelf niet om te proberen alles te repareren teneinde gelukkig te zijn. Dan zou je vanuit het standpunt van de droomstaat handelen, en dat zou nuttig kunnen zijn als we nog in de droomstaat verkeerden. Maar waar ik over praat is een andere motivatie. Die is de ingeboren aard van de werkelijkheid om alles van zichzelf aan zichzelf bewust te maken. Dat is wat de werkelijkheid doet. In jou, en in iedereen, is werkelijkheid bezig zijn hele zelf bewust te maken aan zichzelf. Alles in onze menselijke structuur zal blootgelegd worden in dat proces.
We moeten ons nergens meer voor kunnen verbergen. Mensen vragen me soms: 'En, Adya, wat betekent dit nu eigenlijk? Wat zou ik moeten doen?' En ik zeg dan dat ze moeten beginnen met iets heel eenvoudigs. Houd op dingen te vermijden. Als er iets in jou is dat niet opgelost is, begin daar dan aan. Zie het onder ogen. Ontloop het niet langer. Loop er niet meer van weg. Gebruik een ogenblik van verlichting niet als middel om iets dat misschien niet zo verlicht is in jezelf te vermijden.
Ga de ontmoeting aan. Ga het zien. In de simpele bereidheid jezelf te zien, in simpele oprechtheid, begint de waarheid zich te openbaren aan zichzelf. Dit is niet per se een methodische onderneming. De methode is oprechtheid; we moeten de waarheid echt willen. We moeten de waarheid nog meer willen dan dat we de waarheid willen ervaren. Deze oprechtheid is niet iets dat we kunnen opleggen; zij is ingeboren in de werkelijkheid zelf.
63
niet waar is,' en klaar is kees. Ik bracht soms uren door in het koffiehuis en weigerde te vertrekken tot ik een enkel gedachtepatroon tot op de bodem had uitgezocht. Ik wist dat als die gedachte me tot hernieuwde identificatie kon brengen, een andere gedachte dat ook kon. Hoe bewuster we worden, hoe meer pijn die hernieuwde identificatie doet. Het is alsof je met geweld uit de hemel wordt getrokken, terug naar de hel. Wanneer je het gevoel hebt in de hel te verkeren, doe je al het mogelijke om jezelf te bevrijden.
Daarom paste ik dit onderzoeksprocedé met grote ijver toe. Ik hield me eraan tot ik een moment van identificatie helemaal had doorzien. Ik wist dat ik er was als het volkomen uit mijn systeem verdwenen was.
Bepaalde patronen van denken, voelen en reageren moest ik bij een aantal verschillende gelegenheden opnieuw onder de loep nemen. Elke keer ging het proces van inzicht dieper, en bracht steeds meer aan het licht. Terwijl dat gebeurde, ging ik tot de kern van de overtuigingen, gedachten en gevoelens. Wat daarvoor nodig was, was de bereidheid om het onderzoek vol te houden, zodat de illusie met wortel en tak kon worden uitgeroeid.
Het is als het wieden van je tuin. Wanneer ik mijn tuin wied, moet ik tot mijn schaamte erkennen dat ik alle onkruid bovenaan vastpak en uittrek. Mijn vrouw daarentegen is een beetje geduldiger. Wanneer zij onkruid wiedt, trekt ze het er bij de wortel uit. Je weet wanneer zij gewied heeft, want dan blijft het onkruid enkele maanden weg. Wanneer ik in de tuin heb gewerkt, staat er de week daarop nieuw onkruid.
o
Gelukkig deed ik dat niet met mijn innerlijke leven. In het onderzoeksprocedé dat ik beschrijf, bleek ik zeer gefocust te zijn. Ik was bereid om heel diep te gaan, helemaal tot de wortel van elke gedachte die een pijnlijke reactie veroorzaakte.
Ik wil niet impliceren dat iedereen zich aan het schrijven moet zetten. Ieder van ons moet zijn eigen manier vinden. Misschien zal schrijven je helpen; misschien zal het op een meditatieve manier onderzoeken van je denkpatronen je helpen. Uiteindelijk is het belangrijkste dat je naar de kern van het denk- en gevoelsproces gaat. Alleen dan kunnen we de illusoire overtuigingen vinden die nu pijn veroorzaken.
De meesten van ons hebben moeilijke momenten gekend in ons leven, en op die momenten hebben we spontaan een manier ontwikkeld om ermee om te gaan. Wanneer we jong zijn en er gebeurt iets dat ons meer pijn bezorgt dan we op dat moment kunnen verdragen, vat een mening post waardoor we de situatie kunnen overleven.
Misschien heeft een kind disfunctionele ouders. Het is voor het kind te erg om onder ogen te zien dat zijn ouders niet in staat zijn goed voor hem te zorgen. Die wetenschap is zo bedreigend voor het welzijn van het kind dat het een minder bedreigend verhaal verzint om in de situatie te kunnen overleven. In plaats van te zien dat zijn ouders niet goed functioneren, vormt het misschien wel het geloof dat er iets mis is met hem. Op dergelijke momenten helpt het vormen van een bepaalde overtuiging ons om te gaan met moeilijkheden en ze te overleven.
'1
we zijn vrij. Als dat niet het geval is, dan moeten we het niet ontkennen. We moeten bereid zijn in te zien dat we iets geloven; dat we in een bepaald opzicht ergens aan vasthouden.
Deze bereidheid om illusie niet te ontlopen is heel belangrijk. Mijn lerares vertelde me dat we via samsara tot nirwana komen. We komen via slavernij tot de waarheid, tot vrijheid. We zien uiteindelijk de ware aard van de dingen door de illusoire aard van de dingen te doorzien.
We komen niet tot nirwana door samsara te vermijden. We komen niet in de hemel door de hel te vermijden of te proberen er langsheen te stappen. We komen niet tot helderheid door verwarring te vermijden. We komen niet tot vrijheid door iets dat minder is dan vrijheid te vermijden. Het tegenovergestelde is waar.
Onze illusies- de overtuigingen waaraan we ons vasthouden - vormen juist de poort tot onze vrijheid. We hoeven er slechts doorheen te gaan, zonder ze vast te grijpen of weg te duwen. We moeten er niet in geloven, maar we moeten er ook niet voor weglopen. We moeten elk moment van ogenschijnlijke slavernij zien als een uitnodiging tot vrijheid. Dan wordt het een daad van liefde, een daad van compassie, om niet meer weg te lopen.
Elk moment is het moment dat moet plaatsvinden. Elke ervaring die we hebben is de goddelijke uitnodiging. Misschien is het een prachtig gegraveerde uitnodiging, of misschien is het een heel verschrikkelijke uitnodiging, maar elk ogenblik is de uitnodiging. Ik zou dit niet sterker kunnen benadrukken: het weefsel en de stroom van ons leven, van moment tot moment, is zelf datgene wat
74
vrijheid openbaart. Het leven zelf laat ons zien wat we moeten doorzien om vrij te kunnen zijn.
Daarom is het nodig dat we niet van het leven weglopen, dat we werkelijk eerlijk en onafgebroken onder ogen zien wat er gebeurt. Als we dit doen, zullen we zien dat we inderdaad via samsara tot nirwana komen. Dit betekent niet dat we blijven steken in samsara. In plaats daarvan maken we onszelf ervan los. We ontdoen onze sarosarische en misleidende gedachten van hun kleefkracht en daardoor komen we ten slotte terecht in nirwana.
Verlichting openbaart onze reeds volmaakte, ingeboren vrijheid. Ze wordt ook het fundament van waaruit we de bijbehorende eigenschappen - de helderheid en de moed - ontwikkelen om alles te onderzoeken wat misschien de macht heeft ons in de greep van pijn en identificatie te houden. In de loop der tijd wordt dit zien en loslaten vanzelfsprekend; het wordt een spontane beweging. In het begin is het misschien een beetje vervelend. Het neemt misschien vrij wat tijd en inzet, misschien zelfs echte inspanning en discipline. Naarmate de tijd verstrijkt wordt het echter steeds vanzelfsprekender, steeds spontaner. Op een bepaald moment is dit zien en loslaten zo verinnerlijkt dat het bijna automatisch gaat. Er komt een gedachte op, en er is misschien een ogenblik van identificatie. Onderzoek vindt de gedachte en zij opent zich voor vrijheid. Als dit innerlijke loslaten stevig gevestigd is, kan het hele proces in een oogwenk gebeurd zijn. Zo werkt verlichting. Soms weten we niet eens dat het gebeurt. Maar het gebeurt: bewustzijn bevrijdt zichzelf steeds weer. En zoals ik al zei, de sleutel is oprecht-
heid. Het is de bereidheid om wat er in ons lichaam en onze geest gebeurt te ondergaan. Dat is altijd de poort naar vrijheid - een vrijheid die zich alleen nu, nu en nu manifesteert.
'6
Hoofdstuk vijf
Volledig tevoorschijn komen
Ik wil jullie een verhaal vertellen. Enkele jaren geleden was ik op het eiland Maui, en gaf een lezing over hoe
de waarheid zich in het leven na de verlichting manifesteert. Ik vroeg het publiek het volgende type vragen samen met mij te overwegen: Hoe zou het zijn als we iets waarvan we wisten dat het waar was, niet zouden ontkennen? Wat zou er gebeuren als we op alle terreinen van ons
leven tevoorschijn kwamen? En wat als we er helemaal mee ophielden onszelf te ontlopen, omdat dat letterlijk het bewuste leven is?
De volgende dag was er weer een bijeenkomst, met een vraag- en antwoordsessie. Een oudere heer van vijftig of zestig stak zijn hand op; hij zei iets heel moois. Hij zei: 'Ik heb gisteravond geluisterd naar de lezing
over oprechtheid, over eerlijk zijn, over de bereidheid
jezelf te willen zien zoals je bent en je niet te verstop-
tijd wisten ze niet wat ze zouden doen. Maar ze waren zo eerlijk om zelfs dat te zeggen. Ze waren eerlijk genoeg om
te weten dat ze een begin hadden gemaakt door elkaar de waarheid te vertellen, door eerlijk te zijn, door echt te
zijn, maar ze probeerden de uitkomst niet te beheersen.
De meeste mensen ontkwamen er in hun jeugd niet aan dat ze vaak gekwetst werden als ze de waarheid vertelden. Dan was er iemand die zei: 'Dat kun je niet zeggen,'
of: 'Je moet dat niet zeggen,' of: 'Dat was niet netjes.'
Daardoor zijn de meesten van ons fundamenteel geconditioneerd om te denken dat we niet oké zijn zoals we zijn. We zijn zo geconditioneerd dat we geloven dat er momenten zijn waarop je waarachtig en eerlijk kunt zijn, en momenten waarop je beter niet wachtig en eerlijk
kunt zijn. De meeste mensen is het echt ingeprent- niet alleen in hun geest, maar in hun lichaam en hun emoties
- dat als ze eerlijk zijn, als ze echt zijn, dat er iets ergs
staat te gebeuren. Iemand zal het niet leuk vinden. Ze
kunnen hun omgeving niet beheersen als ze de waarheid vertellen.
Maar de waarheid vertellen is een aspect van bewustwording. Dat lijkt misschien niet zo, omdat het heel
praktisch en heel menselijk is. Het is niet transcendent. Het gaat niet over zuiver bewustzijn, het gaat over hoe
zuiver bewustzijn zich op een onverdeelde manier manifesteert als mens. We moeten kunnen manifesteren wat we gerealiseerd hebben, en we moeten ook juist die
krachten in onszelf opmerken die ons ervan weerhou
den in elke situatie waarheidlievend te zijn, en er de strijd mee aangaan.
80
Bijna elke keer dat ik zo'n lezing in het openbaar heb gegeven, komt er naderhand iemand naar me toe en zegt: 'Weet u nog die lezing die u gaf over waarachtigheid en eerlijkheid en dergelijke?' En dan zeg ik: 'Ja, dat weet ik nog wel.' En dan zegt zo iemand: 'Nou, er kwam daarna
iemand op de parkeerplaats naar me toe die vond dat ze me alle rottigheden die ze over me dacht, moest vertellen,
uit naam van eerlijkheid.'
En dan schud ik mijn hoofd maar. Ik aarzel om nog toespraken te houden over dit onderwerp, omdat het zo gemakkelijk verkeerd begrepen wordt.
Waarheid is een zeer hoge norm. Waarheid is geen
speelgoed. Vertellen wat waar is in ons, is niet vertellen wat we denken; het is niet onze mening geven. Het is
niet het vuilnisvat van onze geest over iemand anders uitstorten. Dat is allemaal misleiding, verdraaiing, projectie. Waarheid is niet iemand belasten met onze meningen.
Dat is geen waarheid. Waarheid is niet vertellen wat onze
overtuigingen zijn. Dat is geen waarheid. Dat is een ma
nier om je te verbergen voor de waarheid.
Waarheid is veel intiemer. Wanneer we de waarheid vertellen, heeft het de smaak van een bekentenis. Ik be
doel geen bekentenis van iets slechts of verkeerds, maar ik bedoel het in de zin van volledig tevoorschijn komen.
Waarheid is iets eenvoudigs. De waarheid spreken is spre
ken vanuit een gevoel van volledige en absolute onbeschermdheid.
Om consequent de waarheid te vertellen, moeten we niet alleen afrekenen met alle delen van onszelf die bang
zijn de waarheid te spreken, we moeten ook onze over-
81
Wanneer we onszelf beschermen, onthouden we ook ieder ander de vrijheid. Wanneer we beseffen dat we de
ene en enige Geest zijn die zich manifesteert als alles en iedereen, is er juist in de aard van die realisatie totale vrijheid voor allen.
Er zit een zekere onverschrokkenheid in deze realisatie. Soms komen mensen naar me toe en zeggen: 'Nou,
Adya, er is nog steeds een deel' - dat, zo merk ik, vaak stamt uit de vroege jeugd - 'dat bang is om zo echt te zijn als ik weet dat ik ben.' En dan zeg ik natuurlijk: 'Je moet er naar kijken, om te zien hoe jij, zelf, bepaalde overtuigingen hebt gevormd op basis van wat er in het verleden is gebeurd. Je moet ze onderzoeken en zien of die overtuigingen echt waar zijn.' Maar ook moeten we erkennen dat we met geen mogelijkheid kunnen weten of voorspellen hoe de wereld ons zal ontvangen. Bij ver
licht zijn hoort dat je bereid bent aan het kruis te worden genageld. Als we denken dat verlicht zijn betekent dat de hele wereld het met ons eens zal zijn, dan zijn we wel erg misleid. Daar is Jezus wel achter gekomen. Daar had je een verlicht mens - de zoon van God, zoals ze in het christendom zeggen. En wat gebeurde er met de zoon van God? Hij werd gekruisigd omdat hij de waarheid kende en sprak.
In het menselijke bewustzijn zit een heel sterk taboe dat luidt dat het niet oké is om de waarheid van het bestaan te realiseren. Ik heb het nou niet direct over het preken erover; ik heb het over zijn wat je begrijpt. Dit
taboe luidt: 'Dat is niet oké. Daar zul je voor gekruisigd worden; daar zul je om vermoord worden.' En, zo ze-
84
ker als iets, zijn daar in de geschiedenis van de mensheid mensen om vermoord. We kennen een lange geschiedenis, in vele culturen, van het verwijderen of vermoorden van waarlijk verlichte mensen, omdat ware verlichting
zich niet conformeert aan de droomstaat. Vaak voelt de
droomstaat zich zelfs beledigd en bedreigd door ware verlichting, omdat ze een waarlijk verlicht mens niet onder de duim kan houden. Zelfs bedreiging met de dood kan een verlicht mens niet onder gezag stellen. Bedreiging met de dood kon Jezus er niet onder houden. Hij zou zijn leven leiden zoals was voorbestemd, of dat nu het leven of de dood voor hem betekende.
Daarom kunnen we als mens er niet van die kinderlijke ideeën op na houden dat verlichting wil zeggen: 'Iedereen houdt van mij.' Misschien zal iedereen wel van je houden, maar waarschijnlijker is het dat sommigen dat wel doen en anderen niet. Maar wanneer je de hele wereld zijn vrijheid hebt geschonken, dan ben je een eind opgeschoten in de richting van het vinden van je eigen
vrijheid. Die zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Oprechtheid is essentieel
Het belangrijkste is niet dat je probeert iemand te overtuigen van de waarheid die jij ziet. Wat echt belangrijk is, is dat jij eerlijk bent naar jezelf. Als jij eerlijk naar jezelf kunt zijn, kun je dat tegenover iedereen zijn. Het heeft geen zin om je te zeer te focussen op eerlijk zijn naar
ieder ander. Al is dat noodzakelijk, je moet beginnen bij jezelf- kun je volkomen oprecht zijn tegenover jezelf?
Kun je je onthouden van verwijten, oordelen, geboden
85
Ik heb gemerkt dat veel mensen heel bang worden wan
neer ze zich beginnen te realiseren waarheen deze hele
beweging van verlichting hen leidt, namelijk naar een
gebied waar een beroep op hen zal worden gedaan om
ongebruikelijk eerlijk en echt te zijn en volledig te voor
schijn te komen. Dit gaat in tegen het idee dat verlichting eenvoudig een transcendentie van het leven is, het vinden
van een veilige haven in een innerlijke ervaring waar we
niet te maken hebben met het leven zoals het is. Verlich
ting is juist het tegenovergestelde: het is een staat van zijn waarin we het vermogen vinden om met ons leven zoals
het werkelijk is, om te gaan. Maar zoals ik al zei zijn veel
mensen bang voor dit onderdeel van het proces, omdat het eist dat we op elk niveau tevoorschijn komen. Veel
mensen zijn bang om de waarheid in sommige van hun
relaties te laten doordringen - of dat nu familiebetrek
kingen, vriendschappen, liefdesrelaties of hun huwelijk
is. Het kan veel aangenamer zijn je voor de waarheid te
verbergen, je voor bepaalde disfunctionele patronen die
misschien aanwezig zijn te verbergen. Er is een verhaal dat ik heel mooi vind en dat erop
wijst hoe moeilijk het kan zijn naar onszelf in een relatie
te kijken - en hoe we, als we dat niet doen, onze spiri
tuele ontwikkeling daadwerkelijk kunnen blokkeren. Er
was een gevorderde leerling van een bekende zenleraar die erop voorbereid werd zelf leraar te worden. Deze per
soon was al een hele tijd getrouwd en had drie kinderen. Hij had zijn leraar bekend dat hij niet zo goed met zijn
vrouw kon opschieten. Ze was boos op hem omdat hij
volgens haar steeds afstandelijker werd, minder aan het
88
gezinsleven deelnam en geen echt contact met haar of
met de kinderen had. Toevallig waren man en vrouw beide leerling van deze
leraar. Toen hij hoorde over hun situatie, zei hij: 'Er komt
volgende maand een retraite. Ik wil dat jullie allebei naar
deze retraite komen.' En dus gingen zij, met de verwachting
deel te nemen aan de retraite zoals ze altijd deden- dat ze
vele malen in meditatie zouden zitten, zouden zwijgen, en
het grootste deel van de tijd naar binnen zouden kijken. Maar toen de retraite begon, riep de leraar hen beiden
bij zich voor een privégesprek en zei: 'Ik wil dat jullie
beiden een andere retraite doen. Ik heb hier in de tempel een slaapkamer voor jullie geregeld. Ik wil dat jullie vier
entwintig uur bij elkaar in bed blijven en ik wil niet dat
jullie het bed verlaten, behalve om naar de wc te gaan.
Het kan me niet schelen wat je doet terwijl je daar bent, maar je moet vierentwintig uur samen in bed blijven.
Daarna kom je terug bij mij.'
Omdat ze zijn leerlingen waren, deden ze wat hij
vroeg. Ze gingen naar de slaapkamer en bleven vierentwintig uur samen in bed. Toen ze weer bij de leraar
kwamen vertellen hoe het was gegaan, krabde hij op zijn
hoofd. 'Hm,' zei hij. 'Wat zou je zeggen van nog een dag? Blijf nog maar een dag in bed.'
Dus vertrokken ze na het gesprek en gingen voor nog
een dag naar bed. Het was een retraite van zeven dagen
en elke dag zei de zenleraar hetzelfde tegen hen. Tegen
het einde van de retraite hadden ze werkelijk weer con
tact met elkaar; ze hadden elkaar echt weer ontmoet, en
hun huwelijk was gered.
89
Dit was nu echt een wijze leraar. Hij besefte dat de gevorderde leerling, de man die erop voorbereid werd zelf spiritueel leraar te worden, beslist zeer diepgaande realisaties had gehad. Maar hij vertoonde ook een van de gevaren van verlichting- dat men zich kan losmaken van de ruwe kanten van het bestaan en de ongemakkelijkheden van een relatie. In een relatie moet je de bereidheid hebben je niet te blijven verbergen achter een staat van transcendentie. Je moet eruit komen, als het ware, en met mensen en situaties omgaan.
Deze leerling begon zich te verstoppen in zijn realisatie. Hij was bezig om dingen die onaangenaam of moeilijk waren te vermijden. Hij gebruikte zijn realisatie als reden om er niet mee om te gaan. Zijn leraar kreeg dit in de gaten en was zo wijs hem in een situatie te brengen waarin hij gedwongen werd met zijn vrouw, zijn situatie en zijn relatie om te gaan. Hij kon zich eenvoudig niet verbergen in een transcendente toestand.
Uiteindelijk merken we dat verlichting - als ze echt en authentiek is - ons niet toestaat iets te vermijden. Het standpunt van verlichting maakt het zelfs heel moeilijk, en in laatste instantie onmogelijk, om je van enig onderdeel van het leven af te keren.
Daarom gaan veel mensen na hun verlichting de strijd aan met bepaalde patronen in hun leven die getuigden van te weinig bewustzijn. Sommige mensen kunnen zelfs ontdekken dat er bepaalde veranderingen in hun relaties en het patroon van hun leven nodig zijn. Dit kan een beangstigend onderdeel van het proces zijn, omdat we ons plotseling niet meer voor onszelf verstoppen. We vragen
90
ons dingen af als: 'Zal mijn relatie dit overleven? Zal het werken? Zal mijn geliefde me verlaten? Zal mijn vriend nog bevriend met mij willen zijn? Zal mijn werkomgeving, mijn verhouding tot mijn baas - of wat ook- echt nog werken, of zal alles op een onverwachte manier veranderen?'
En natuurlijk zijn de meeste mensen bang voor verandering. Misschien willen we wel verandering, maar verandering heeft altijd een element van onbekendheid; je weet nooit hoe iets uitpakt. Maar dit is een belangrijk onderdeel van volledig verlicht worden; we dienen helemaal te voorschijn te komen. We moeten ons leven onder ogen zien zoals het is. Is deze relatie bevredigend; is ze gebaseerd op waarheid? Ik bedoel niet: is de relatie volmaakt of ideaal. Dat is niet relevant. Relevant is of het een relatie is die stoelt op eerlijkheid, waarachtigheid en heelheid, of niet.
Met wat in de ander hebben we precies een relatie? Vanuit welk gevoel hebben we de relatie? Hebben we die omdat we zien dat de ander onszelf is, echt dezelfde aard heeft als wij? En handelen we daarnaar of leven we daarnaar? Zijn we bereid geconfronteerd te worden met de angsten die omhoog komen? Zoals ik al zei zijn de meeste mensen bang voor verandering. We vrezen dat als we tevoorschijn komen - als we niets meer ontkennen - we misschien een geliefde, een vriend, een kameraad verliezen. De waarheid is, het zou kunnen. We weten het nooit.
Ik zeg voortdurend tegen mensen dat verlichting geen garantie is dat je leven zo gaat als je het gepland hebt. Het leven zal veel beter zijn dan het was, maar dat wil niet
91
zeggen dat het zo gaat als jij wilde. Het gaat tenslotte om waarheid; het gaat erom in alle aspecten, op alle niveaus van ons wezen eerlijk te zijn.
Verlichting is niet zomaar een ontsnapping; het is niet eenvoudigweg 'ontstijgen aan.' Het is die staat van zijn van waaruit we ons leven en onze relaties tegemoet kunnen treden zoals die zijn. Het leven zelf is niets dan relaties. In de uiteindelijke opvatting der dingen is het de relatie van de Ene met de Ene, van Geest met Geest. Dan is er de verschijning van deze relatie - de dans van relatie, de dans van het leven. En in deze dans is het absoluut wezenlijk dat we ons nergens voor verbergen.
Als je dat wel probeert - als je een relatie hebt die verstoord is of een baan die ontzettend onbevredigend is, en je daar niets aan wilt doen - is het gevolg van die ontkenning dat je niet echt bevrijd zult zijn. Je zult nooit helemaal vrij kunnen zijn, omdat elk terrein waarop we onbewust willen blijven uiteindelijk inwerking zowel op ons als op anderen zal hebben.
De roep om uit de ontkenning te komen is niet iets dat opgelegd wordt aan het leven. Zo klinkt het misschien; het klinkt misschien alsof ik zeg: 'Dit is wat je moet doen, dit is wat je geacht wordt te doen, en als je het doet, zul je een beter mens zijn en een beter leven hebben.' Zo kan
het klinken, maar dat is helemaal niet het standpunt van waaruit ik spreek. Ik zeg gewoon dat verlicht bewustzijn zich op een bepaalde manier gedraagt. Het ontkent niets. Het verbergt zich niet; het vermijdt geen enkel onderdeel van het leven. Dat wat wij zijn, dat wat volledig bewust is, is uiteindelijk ook volledig betrokken en onverschrok-
92
ken. Het gedraagt zich zoals het zich gedraagt, uit onvoorwaardelijke liefde en waarheidlievendheid. Alleen door de angst van de geest - de angst die de illusie van ego in het leven roept - deinst men terug voor deze fase van het spirituele leven.
Ik wil dit benadrukken. Als je die aspecten van je leven vermijdt die niet in harmonie zijn, die aspecten van je leven die je nog ontkent, zal een dergelijke vermijdingstaetiek je spirituele verlichting belemmeren. In de vroege stadia heeft het misschien geen groot effect. Maar later, als we tot een rijper stadium van realisatie komen, is er geen plaats meer voor ontkenning. Dit is iets waar veel mensen niet op rekenen. Veel mensen denken dat verlichting ons op een of andere manier in staat stelt om het aanpakken van de dingen in onszelf die we onaangenaam vinden, te vermijden.
Verlichting kan de basis zijn van waaruit we ieder mens en elke situatie tegemoet komen. Het kan de grond zijn van waaruit we met alle levensomstandigheden omgaan. Maar daar is veel moed en een grote onverschrokkenheid voor nodig. Het vraagt ook iets dat ik blijf benadrukken: een heel eenvoudige oprechtheid. Een dergelijke oprechtheid ontstaat uit wat de waarheid lief heeft en ziet dat de waarheid het hoogste goed is.
Minder dan echt zijn, ook maar enig ding willen vermijden, tast de ervaring van wie we zijn aan. Zoals ik vaak tegen mijn leerlingen zeg, als je minder dan waarachtig bent jegens mensen en situaties in je leven komt dat neer op niet volledig uitdrukking geven aan wie je bent. Uiteindelijk moeten we inzien dat waarheid zelf het
93
hoogste goed is, dat waarheid zelf de meest grootse uiting en manifestatie van liefde is. Uiteindelijk zijn liefde en waarheid hetzelfde; ze zijn als de twee kanten van de medaille. Je kunt geen waarheid hebben zonder liefde, en je kunt geen liefde hebben zonder waarheid.
Verlichting roept een transformatie op in zowel ons innerlijke leven als in ons leven naar de buitenwereld. Nogmaals, denk alsjeblieft niet dat deze transformatie betekent dat je het volmaakte leven leidt of de volmaakte baan, de volmaakte kameraad, het volmaakte huwelijk of de volmaakte vriendschap hebt. Dit gaat niet over volmaaktheid; het gaat om heelheid. Het gaat er niet om dat de dingen precies zo zijn als we willen, maar dat de dingen precies zo zijn als ze zijn. Wanneer alles van ons mag zijn zoals het is, ontwikkelt zich een gevoel van harmonie; de kloof tussen onze realisatie en wie we als mens zijn wordt kleiner en kleiner. Er begint een naadloos continuüm tussen realisatie en manifestatie, verlichting en de verwezenlijking ervan te verschijnen.
Hoofdstuk zes
Veel voorkomende waandenkbeelden,
valkuilen en fixaties
Er zi�n e�kele veel voorkomende valkuilen waarmee verhchtmg gepaard gaat- bepaalde impasses, draai
kolken of Hxaties waarin we verzeild kunnen raken. Het is heel nuttig deze valkuilen te begrijpen, want ze kunnen heel verraderlijk zijn; ze kunnen je besluipen voordat je zelfs maar weet wat er gebeurt.
Het is niet zo dat deze waandenkbeelden inherent zijn aan verlichting. Het is alleen zo - zoals ik al vele keren heb gezegd - dat de meeste mensen het traject van niet-blijvende verlichting naar blijvende verlichting afleggen. Het ontstaan van bepaalde waandenkbeelden kan bij een deel van dit overgangsproces horen, waarin het ego de verlichting poogt vast te houden. Het grijpt de realisaties die in de verlichting aanwezig zijn vast, bijna alsof het de rauwe energie van verlichting pakt en het voor zijn eigen doeleinden begint te gebruiken. Het gevaarlijke bij sommige van
95
Het is ook belangrijk te weten dat enige mate van superioriteitsgevoel na de verlichting normaal is. In zen kennen ze er een uitdrukking voor: 'dronken van leegte.' Het betekent een beetje dronken zijn van de intrinsieke
energie en schoonheid van de verlichting zelf. Als nu na
de verlichting de egostructuur echt was opgelost, zou er geen ego zijn dat dronken kon worden. Maar dat gebeurt in de meeste gevallen niet. In de meeste gevallen wordt wat er van de egostructuur over is uitbundig dronken van de realisaties van verlichting. Nogmaals, ik zeg niet dat dit slecht is; ik zeg slechts dat het, openlijk of subtiel, gebeurt.
Als je dit ziet gebeuren, merk het dan op. Het zal niet weggaan omdat het je met afschuw vervult, evenmin als het weg zal gaan omdat je erin gelooft en het demonstreert. Zie het voor wat het is - onderdeel van het bewustwordingsproces voor veel mensen.
Als je oprecht blijft, zul je weten dat elk meerderwaardigheidsgevoel niet juist is. Daardoor zul je zien wat je tegen jezelf zegt, wat je geest zegt om je superieur te laten voelen. Want denk er goed aan, het is alleen de geest die ons misleidt. Alle begoocheling begint in de geest. Alle waanideeën zijn gebaseerd op wat we onszelf op allerlei manieren wijs maken en dan geloven in wat we tegen onszelf zeggen.
De manier om ieder waanidee te ontleden, om alles te doorzien wat ons verdeelt, is de oorsprong ervan bloot te leggen. Wat vertel je tegen jezelf dat een gevoel van verdeeldheid creëert, of het nu een meerderwaardigheidsgevoel is of iets anders?
100
Toen Jezus een groep mensen ontmoette die een vrouw wilden stenigen, zei hij: 'Laat hij die zonder zonde is de eerste steen werpen.' Jezus sprak hier vanuit een staat van onverdeeldheid; hij ziet zichzelf niet als beter dan de vrouw die gestenigd werd, ongeacht welke daad ze
had begaan. Wat hij zegt is dat niemand zonder zonde is. Zonde betekent dat je er naast zit; niemand is zonder misvattingen. We hebben allemaal dingen gedaan die we liever niet gedaan hadden. We hebben allemaal wel eens minder verlicht gehandeld. We zijn niet anders dan ieder ander. Om die reden verdwijnt ieder gevoel van meerderwaardigheid wanneer we opereren vanuit het standpunt van onverdeeldheid.
Als je een superioriteitsgevoel in jezelf bemerkt, is het belangrijkste dat je er niet in gelooft. Probeer het niet weg te duwen, maar geloof er niet in. Als je in een staat blijft waarin je er niet in gelooft, maar het ook niet uit je systeem duwt, dan verdwijnt het. Als je het weg probeert te duwen, denk er dan aan dat waar je je tegen verzet, sterker wordt. Alles wat je probeert weg te duwen, daar geef je feitelijk energie aan.
Ik heb een verhaal uit mijn eigen leven waarvan ik denk dat het heel goed illustreert hoe er een verborgen gevoel van superioriteit kan ontstaan en hoe het aan te pakken. Ik weet nog dat ik vijfentwintig was, en mijn eerste echte spirituele verlichtingservaring had. Die was heel sterk en heel bevrijdend. Daar was ik, een adolescent van vijfentwintig die plotseling geen enkele angst in zijn lijf had. Ik wist dat ik niet dood kon en dat niets mij kon deren en alle ingeboren overlevingsinstincten verdwenen uit mijn systeem.
101
Een paar maanden na die realisatie bezocht ik mijn lerares. Dat deed ik altijd op zondagochtend. We zaten dan te mediteren, zij vertelde wat, wij mediteerden nog even en dan ontbeten we allemaal samen. Deze keer, toen ik in die kamer zat met alle andere leerlingen, kwam er een gevoel van superioriteit in me op. Het verraste me echt. Na verloop van tijd ging ik het 'Superiority Man' noemen.
Ik zat daar in meditatie, en plotseling ontstond Superiority Man. Ik keek rond, en had een gevoel dat de andere mensen in de kamer niets wisten. Ze wisten niets over de waarheid; ze wisten niets over de werkelijkheid. Ik, daarentegen, had een grote realisatie meegemaakt. Ik was onmiddellijk met afschuw vervuld omdat ik wist dat het niet waar was. Gelukkig wel! De realisatie zelf had me laten zien dat superioriteit een totale droom is, een egofantasie. Maar dat weerhield Superiority Man er niet van op te treden.
Mijn geest creëerde dit grote meerderwaardigheidsgevoel uit de feiten van de verlichting. Tezelfdertijd was er een diep weten dat het gevoel geen basis had in waarheid. Ik probeerde alles om Superiority Man kwijt te raken. Eerst probeerde ik mezelf er alleen maar aan te herinneren dat het niet waar was, door vast te stellen dat in mijzelf het gevoel superieur te zijn niet werkelijk bestond. En toch kwam dit gevoel van superioriteit week na week op, telkens wanneer ik kwam mediteren.
Ik probeerde van alles. Eerst probeerde ik het hartgrondig te haten. Daarna probeerde ik er uit alle macht van te houden - het te accepteren en het er te laten zijn, in de hoop dat het weg zou gaan. Ik keek dan naar waar het vandaan kwam, waarom het ontstond. In de loop van
102
de weken probeerde ik elke methode uit die ik kon verzinnen om het uit te roeien, en alle methoden mislukten. Elke zondagochtend kwam ik daar, ging zitten en verscheen Superiority Man.
Ten slotte besefte ik op een morgen dat er eigenlijk
niets was wat ik aan Superiority Man kon doen. Ik voelde me totaal verslagen. Ik besefte dat ik alles had geprobeerd om er van af te komen, en niets werkte. Er was niets dat ik kon doen.
Het was geen verdringing; het was niet dat ik er blind voor werd. Het was een authentiek, oprecht besef. Het was een moment van algehele nederlaag. Ik zag dat ik, hoeveel ik ook gerealiseerd had, nog steeds verslagen kon worden. Er kon nog steeds iets in me opkomen dat niet waar was, waar ik me zelfs na de verlichting die had plaatsgevonden echt niet van kon ontdoen.
Ik zat daar en stond mezelf toe verslagen te zijn. Ik mediteerde nog een tijdje, stond toen op met alle anderen en daarna hadden we ontbijt. Ik merkte dat toen we allemaal samen aan het ontbijt zaten, het meerderwaardigheidsgevoel verdween. Dat was niet omdat ik plotseling iets begreep - er was geen reden voor. Ik had beseft dat ik er niets aan kon doen. De confrontatie met het feit dat ik deze arrogantie niet van me af kon schudden, wat ik ook probeerde, was een van de eerste ervaringen die ik had - en er zouden er nog vele volgen - van de nietigheid van de eigen wil.
Als je dus merkt dat je na de verlichting een gevoel van superioriteit hebt, probeer het dan niet weg te duwen. Probeer geen enkele negativiteit weg te duwen.
103
Maar voedt het ook niet. Zie het alleen voor wat het is. Dat is het belangrijkste.
De valkuil van zinloosheid
Er zijn meer valkuilen die zich bij dit traject van eerste glimp van verlichting naar blijvende verlichting kunnen manifesteren. Nogmaals, deze valkuilen of impasses zijn niet inherent aan de verlichting zelf; het zijn waandenkbeelden die ontstaan uit de verhouding die de geest met het verlichte standpunt heeft. Het verlichte standpunt gaat wat de geest kan vatten ver te boven, en het is de geest aangeboren alles wat het ziet te willen bevatten. De geest is de bron van deze waanideeën na verlichting.
Een van de meest voorkomende valkuilen is een gevoel van zinloosheid. Vanuit onze nieuwe kijk op de werkelijkheid zijn we vrij van het egoïstische verlangen om betekenis te vinden. We zien dat het verlangen van het ego om betekenis te zien in het leven eigenlijk een vervangingsmiddel is voor het denkbeeld het leven zelf te zijn. Het zoeken naar betekenis in het leven is een surrogaat voor de kennis dat we het leven zijn. Alleen iemand die afgesneden is van het leven zoekt naar nut.
Ik zeg niet dat mensen niet naar zin of bedoeling zouden moeten zoeken; dit zijn betrekkelijk verstandige strategieën die mensen helpen het leven aan te kunnen. Maar onthoud dat een sterk verlangen om de zin van het leven te vinden, het doel van het bestaan te vinden, uiteindelijk uit de droomstaat voortkomt - een staat waarin we geen echte kennis hebben van wat we zijn en onbewust zijn van onze ware aard.
104
Wanneer het gaat om een echte realisatie, wanneer we ontwaken uit de droomstaat, beseffen we dat het zoeken naar betekenis niet meer van toepassing is. Wanneer we een directe verbinding met het leven hebben, lijkt de zoektocht naar zin en doel plotseling nogal nietig en on
betekenend. Zij is geen motivatie meer in ons leven. De drijfveer voor zin en doel verdwijnt omdat we een ander perspectief hebben - een perspectief waarin dergelijke dingen niet echt bestaan, zeker niet op de oude manier. Ze bestaan niet meer vanuit het egostandpunt.
Wanneer we bewust worden, zien we de droomstaat zoals zij is. Hoe zou een droomstaat betekenis kunnen hebben? Hoe zou een droomstaat een doel kunnen hebben? Het is maar een droom, nietwaar? Dat is waar. Maar, zoals ik keer op keer heb gezegd, er is na de verlichting nog steeds een mens met een menselijke geest die dingen probeert te begrijpen. De geest probeert zelfs de verlichting te begrijpen. Aangezien bij de meeste mensen het ego niet helemaal verdwijnt, blijft de geest proberen de inzichten van de verlichting te begrijpen. De geest maakt zich zorgen dat hij geen doel of zin meer heeft. Je hebt te veel gezien van de werkelijkheid om nog in egoïstisch nut of betekenis te geloven. Toch is er nog genoeg egostructuur over om in zin en doel te investeren. Het illusoire ego merkt op dat er geen betekenis is; het staart naar de waarheid, als het ware, waardoor het de weg goed kwijt kan raken.
Op dit punt raken mensen verstrikt in wat we 'zinloosheid' noemen. Het leven lijkt geen betekenis te hebben. In de meest negatieve zin heeft het leven geen zin.
105
Het is alsof het ego een grote ballon was waar nu alle lucht uit is. Door jouw waarneming van de werkelijkheid is de ballon leeggelopen en alles wat er van over is, is dit slappe lapje rubber. Maar de ballon is er nog en vraagt: 'Wat is er gebeurd? Wat is er met de lucht gebeurd? Wat is er met de zin van mijn leven gebeurd? Wat is er met mijn doel gebeurd?'
Waar de overblijfselen van de egostructuur nog aanwezig zijn, raak je soms gemakkelijk verstrikt in het negatieve gevoel van zinloosheid en doelloosheid. Vanuit een verlicht gezichtspunt is het geweldig positief om te zeggen dat er geen zin en geen doel is. En het is positief omdat men iets beters heeft gevonden dan zin of doel. Men is gerealiseerd als de essentie van het bestaan. Wat zou er meer betekenis kunnen hebben? Wat wu er belangrijker kunnen zijn?
Maar vanuit het standpunt van het ego kan dit verschrikkelijk zijn. Als je niet oppast, kun je gevangen raken in een wervelwind of draaikolk van ego die je in een depressieve staat kan trekken. Ik ben in de loop van jaren mensen tegengekomen die een heel echt inzicht hebben gehad, maar wier ego heeft gereageerd op wat ze hebben gezien. Ego reageert letterlijk op de werkelijkheid die is waargenomen; de reactie kan zeer negatief zijn. Het ego kan gedeprimeerd raken; de zin en het doel zijn uit zijn structuur verdwenen en er is nog genoeg ego over dat bij de pakken neer kan gaan zitten.
Sommige mensen kunnen behoorlijk lang in die depressieve toestand blijven zitten. Een tegengif tegen blijven steken in zinloosheid is zien dat we alleen maar naar
106
de waarheid kijken vanuit het standpunt van het ego. Het ego heeft niets aan verlichting. Verlichting wordt wakker uit het ego, dus vanuit diens gezichtspunt heeft verlichting geen voordeel. Verlichting baat zijn; het baat wat jij werkelijk bent. Maar het brengt geen voordeel voor het ego. In feite is er niets verschrikkelijker dan om vanuit het standpunt van het ego naar de waarheid te kijken. Je denkt misschien dat het heerlijk zou zijn als het ego de waarheid kon zien, dat het ego overstelpt zou zijn van vreugde en geluk. Maar dat is meestal niet het geval.
Vast zitten in leegte
Een andere valkuil die je misschien ontdekt lijkt op het blijven steken in zinloosheid: blijven steken in leegte. Blijven vastzitten in leegte is een vorm van blijven steken in het transcendente, blijven vastzitten in de positie van de getuige.
Aanvankelijk kan het een heerlijk gevoel zijn om in een staat van getuige zijn te verkeren, een staat waarin we beseffen dat we niet iemand zijn die getuige is, maar dat we het getuige zijn zelf zijn. Hoewel het waar is dat we getuige zijn van alles, zit daar ook een aspect van misleiding in waarin we gemakkelijk verstrikt kunnen raken.
Het ego kan zijn tent overal opslaan; hij is goed in gedaanteverwisselingen. Als superioriteit niet werkt, doet zinloosheid het misschien wel; als zinloosheid niet werkt, dan kun je nog je tent opzetten als de ongehechte getuige. Het ego is voortdurend in beweging. Als je hem bijna bij de kladden hebt - zodra je hem in een aspect van je wezen hebt ontdekt- verdwijnt hij om weer ergens
107
zijn; dit is geen eenheid.' Er werd gezien dat de getuige totaal vrij was van de 'ik' die ik dacht te zijn, totaal vrij van de mens die ik me verbeeldde te zijn. Maar de illusie dat de getuige iets anders was dan waar hij getuige van was, bleef overeind. Voor mij was, zoals voor veel mensen, de volgende fase van de reis naar verlichting het ineenstorten van de positie van getuige. Die begint in te storten wanneer we zien dat als getuige zijn verschilt van de getuige, er dan een intrinsieke verdeeldheid is. Als je jezelf toestaat deze verdeeldheid te zien, is dat het begin van het verval van de uiterlijke getuige. Met dat verval kun je die elementen van het ego gaan zien die de positie van getuige gebruiken als een manier om zich te verbergen, om niet door het leven geraakt te worden, om bepaalde dingen niet te voelen, om niet direct en van nabij op een onzachte, menselijke manier met het leven geconfronteerd te worden.
Zoals ik keer op keer heb gezegd is het zien van een onwaarheid het belangrijkste element van de oplossing ervan. Vergis je niet - een fixatie zien in onszelf omdat iemand ons erop wijst is niet genoeg. Het is niet genoeg dat iemand het voor je uitspelt. Zij moet in onszelf, door onszelf, ontdekt worden.
Je moet ervoor gaan zitten en deze dingen onderzoeken. Verbeeld je niet dat ze waar zijn alleen omdat ik zeg dat ze waar zijn. We moeten dit allemaal zelf in onszelf ontdekken, alsof het voor het eerst was. Deze leringen -het overdragen van deze kennis door mij -zijn eigenlijk slechts een uitnodiging om beter, van dichterbij, naar jezelf te kijken, om reëler en eerlijker te zijn.
112
Want de waarheid is, in zekere zin, dat we allemaal alleen zijn. We moeten zelf onderzoek doen; niemand kan het voor ons doen. Niemand zal je hoofd aanraken en je meteen bewust maken, voor eens en voor altijd, amen. Zo gaat het nu eenmaal niet, en hoe eerder we dat waanidee
loslaten, hoe beter. Volledige verlichting komt wanneer we verantwoor
ding voor onszelf nemen. Wat ik bedoel is dat we de verantwoordelijkheid moeten nemen om echt naar onszelf en naar binnen te kijken om het vermogen te ontdekken beter te kijken dan we ooit konden denken. We ontdekken dat vermogen vaak niet zolang we op een ander steunen, op een autoriteit buiten onszelf.
Ik ben er om hints en aanwijzingen te geven, en vraagtekens te zetten bij de antwoorden waarvan jullie al hebben aangenomen dat ze juist zijn. De echte rol van leraren is om de antwoorden van hun leerlingen in twijfel te trekken, en niet hun eigen antwoorden te gaan zitten geven. De meeste mensen die naar mij toe komen denken dat ze al iets weten. Het is mijn taak vragen te stellen bij wat ze denken te weten, om hen daardoor weer aan zichzelf terug te geven.
Door goed naar onszelf te kijken, vinden we onze uitweg uit dergelijke impasses. Terwijl we dat doen, begint zich iets anders te ontvouwen. Een totaal ander gezichtspunt ontwikkelt zich wanneer we ophouden ons als ego te fixeren - wanneer het ego zich niet meer probeert te herscheppen als een 'verlicht ego', wanneer het niet meer naar de aard van de werkelijkheid kijkt en verkeerde conclusies trekt. Wanneer deze waandenkbeelden door on-
113
te worden. Het is heel belangrijk te weten dat het leven
zelf vaak onze grootste leraar is. Het leven is vol genade
-soms is dat heerlijke genade, geweldige genade, ogen
blikken van gelukzaligheid, geluk en vreugde, en soms
is het een wrede genade, zoals ziekte, baanverlies, verlies
van iemand die we liefhebben, of een scheiding. Sommi
ge mensen maken de grootste sprongen in hun bewust
zijn wanneer verslaving hen op de knieën heeft gekregen
bijvoorbeeld, en proberen dan een andere levenswijze te
vinden. Het leven heeft zelf een geweldig vermogen ons
de waarheid te tonen, ons wakker te schudden. En toch
proberen veel mensen dit zogenoemde leven te vermij
den, zelfs als het ons probeert wakker te schudden.
Het goddelijke zelf is nu juist het leven in beweging.
Het goddelijke gebruikt de situaties in ons leven om zijn
eigen verlichting te bewerkstelligen, en vaak pakt het juist
de moeilijke situaties om ons bewust te maken. De ironie is dat de meeste mensen hun leven lang pijn
lijke situaties vermijden. Niet dat we daarin slagen, maar
we proberen altijd pijn te vermijden. We geloven onbe
wust dat onze grootste groei in bewustzijn en gewaarzijn
ontstaat door mooie momenten. We kunnen inderdaad
een voorname sprong in bewustzijn maken door mooie
momenten, maar ik zou zeggen dat de meeste mensen
hun grootste vooruitgang te danken hebben aan de moei
lijke momenten.
Dit is iets dat veel mensen niet willen erkennen - dat
onze grootste moeilijkheden, lijden en pijn een vorm van
felle genade zijn. Het zijn krachtige en belangrijke be
standdelen van onze verlichting, als we bereid zijn ze te
120
ontvangen. Als we bereid zijn de confrontatie ermee aan
te gaan, kunnen we de geschenken die ze te bieden heb
ben zien en ontvangen - ook als het voelt alsof ze ons
opgedrongen worden. Of de omstandigheid nu ziekte is
of de dood van een geliefde, scheiding, verslaving, of pro
blemen op het werk - het is belangrijk je levenssituaties
tegemoet te treden om te kunnen zien welke geschenken
er in besloten liggen en beschikbaar zijn.
Ik zou graag kunnen zeggen dat mijn egostructuur na
de twee ziekten die ik heb doorgemaakt volkomen verdwenen was, dat ze zich niet weer opnieuw probeerde op
te bouwen, en dat ik te allen tijde en in alle situaties in
het heldere licht van zijn leefde. Jammer genoeg is mijn
karma blijkbaar niet zo zuiver. Er zou nog veel meer ko
men. Zelfs meer dan ik me ooit had kunnen voorstellen.
Nadat ik mijn eerste verlichtingservaring had gehad,
zei een van mijn leraren iets tegen me dat ik toen heel
vreemd vond. Ik zag wel dat mijn lerares blij was over
wat er gebeurd was, en dat ze onderkende dat er iets van
betekenis met me was gebeurd. Toch vertelde ze me bij
diezelfde ontmoeting dat ik voor bepaalde dingen op
moest passen. Eigenlijk zei ze: 'Er zijn manieren waarop
je kunt weggooien wat je gerealiseerd hebt, waarop je de
waarheid die je gerealiseerd hebt kunt ontlopen. Zo zou
je jezelf weer in slaap kunnen brengen.'
Wanneer ik dit verhaal vertel, vragen mensen altijd:
'Welke manieren waren dat? Wat zei je lerares precies te
gen je? Maar mijn gevoel is dat mijn lerares me vertelde
welke manieren voor mij golden. Die hoeven niet alge
meen geldig te zijn. Het gekke was dat mijn lerares sprak
121
over vier of vijf specifieke dingen om voor uit te kijken,
en pas vele jaren later besefte ik dat alles waarvoor ze me had gewaarschuwd zonder uitzondering was gebeurd. Ik
had al die dingen gedaan waarvoor ze me had gezegd uit te kijken.
En natuurlijk had ik ze allemaal doorgemaakt. Het
was niet dat het verkeerd was om die dingen te doen;
juist door ze door te maken zag ik hoe noodzakelijk het
voor me was die fouten te voelen. Een van de krachtigste waarschuwingen die mijn le
rares me destijds gaf klonk heel eigenaardig. Ze zei dat ik
voorzichtig moest zijn omdat veel mensen in het stadium
waarin ik verkeerde iemand ontmoeten, verliefd worden
en met die persoon op reis gaan om zichzelf te ontlopen.
Destijds dacht ik: 'Wat zou dat in hemelsnaam kunnen
betekenen?' Het leek zo vergezocht en specifiek - niet
alleen iemand ontmoeten, maar dan verliefd worden en
op reis gaan. Het leek helemaal niet te passen bij mijn
situatie.
Maar zie, ongeveer viereneenhalf jaar later kwam ik
een vrouw tegen. Het was een van die situaties waarin de
relatie een grote kleefkracht vertoonde. Alles in mij dat
behoeftig was, of verslavend of ongezond paste volmaakt
bij deze vrouw. Alles wat er in haar ongezond was, paste
volmaakt bij wat ongezond was in mij. De relatie vormde
zich rond zeer onbewuste patronen.
Ik zal je niet het hele armzalige verhaal vertellen, maar
het komt in het kort hierop neer dat we inderdaad samen
buitenlandse reizen maakten en dat deze relatie echt on
gelooflijk moeilijk was. Al mijn gevoelige snaren werden
122
bespeeld. Ze werden bespeeld op een manier die ik nooit voor mogelijk had gehouden, en ik leed op een manier
die ik me nooit had kunnen voortstellen. De relatie was een disfunctionele ramp en ik was er
een emotioneel wrak door geworden. Op een bepaald
moment besefte ik dat de situatie ongezond was. 'Waar
ben ik mee bezig?' dacht ik. 'Hoe ben ik zover gekomen?
En hoe ga ik mezelf hier uit halen?' Op dat punt ging ik
me iets belangrijks realiseren- dat ik mezelf weer in een benarde toestand had gemanoeuvreerd door niet eerlijk
te zijn tegen mezelf. Ik had me laten verleiden door verlangen en gehechtheid, en was niet eerlijk geweest over
wat er gebeurde.
Ik besefte dat de enige manier om eruit te komen was
om eindelijk radicaal en intens eerlijk naar mezelf te zijn,
om nu eens de totale verantwoordelijkheid te nemen voor waarin ik beland was. Ik zag dat de enige manier om dat
te kunnen doen was door elk beeld dat ik van mezelf had
los te laten, omdat elk beeld dat ik van mezelf had, dat
van een goed mens of een behulpzaam mens, een aardig mens, een bewust mens, een wijs mens of een stom mens
-elk beeld dat ik had, had meegeholpen mij onbewust in
deze situatie te drijven.
De enige manier om uit de relatie te komen was dat
ik alles losliet waardoor ik er aanvankelijk in verzeild was
geraakt. De oorzaak daarvan lag in het beeld dat ik nog
altijd van mezelf had, vanuit een egostandpunt. De enige uitweg was dat ik de persoon die ik wilde zijn losliet.
Zoals ik al zei zal ik je niet vervelen met de details,
maar door dit proces kwam er een meer diepgaande,
123
meer buitengewone oplossing van het ego tot stand dan ik hiervoor had ervaren. Het was geen verdwijnen, zoals wanneer je in meditatie zit en het zelfgevoel zich oplost
in een geweldige staat van aanwezigheid. Het had er meer
van dat iemand één voor één lagen van me afrukte. Dat
ging van dik hout zaagt men planken. Het was niet prettig, het was niet vriendelijk en het was niet gemakkelijk. Het was het bestaan dat me een spiegel voor mijn gezicht
duwde en me letterlijk op mijn plaats hield zodat ik nog
geen seconde kon wegkijken. Dit was ongetwijfeld de moeilijkste periode van mijn
hele leven. Maar door dit proces vond ik eindelijk de
bereidheid alles los te laten wat ik dacht te zijn. Ik was in staat iedere identiteit die ooit zou kunnen ontstaan los te laten - of dat nu een geweldige identiteit was of een verschrikkelijke, een nuttige identiteit of een waar
je niets aan hebt. Door me eindelijk door de ervaring wakker te laten schudden, me te laten ontnuchteren, was
ik in staat los te laten. Met de relatie en het verbreken
ervan was emotioneel gezien het laagste peil bereikt. Het voelde alsof ik was uitgewrongen als een dweil - al mijn
zelfgevoel was uit me geknepen. Maar door de ervaring begon ik ook het gevoel van vrijheid te krijgen dat ontstaat wanneer karmische conditionering uit je systeem wordt geperst.
Bij de verlichting die ik als twintiger had, realiseerde ik me dat ik niet mijn lichaam, geest en persoonlijkheid
was; ik realiseerde me dat het allemaal een droom was.
Maar wat ik me niet realiseerde, is dat je, ook al weet je dat het een droom is, daar nog altijd mee moet zien om
124
te gaan. Als lichaam, geest en persoonlijkheid nog steeds
verdeeld zijn, als er zich nog conflicten in je systeem bevinden die niet aangepakt zijn, wordt het bewustzijn onvermijdelijk weer naar het lijden getrokken.
Ik zag dat wat er in het lichaam en de geest gebeurde
uiteindelijk niet ontlopen kan worden. Alles moet afgehandeld worden - alles. Alles moet doorzien worden. Als
hetgeen gerealiseerd was verwezenlijkt moest worden, volledig geleefd moest worden, dan was dit proces, hoe
moeilijk ook, een van de belangrijkste in mijn hele leven. Zoals het doorkomen van die perioden van ziekte die ik beschreef; nadat ze voorbij waren, voelde ik opnieuw dat
ik niemand en niets was. Dit was niet alleen zo op een absoluut niveau, niet alleen op een verlicht niveau, maar ook op een belichaamd niveau, als mens. Ik voelde in
wendig hoe het is om niemand te zijn, om niets te zijn, als mens. Het klinkt misschien negatief, maar wanneer
het volledig gevoeld wordt, is het buitengewoon positief
- deemoedig makend in de meest positieve en mooie zin van het woord.
Ik vertel dit verhaal omdat iedereen zijn eigen verhaal
heeft. Aan iedereen, op zijn eigen wijze, probeert het leven een spiegel voor te houden, het geconditioneerde zelf
uit ons te persen, het vastpakken en vasthouden uit ons te knijpen, al onze overtuigingen, ideeën, denkbeelden en zelfbeelden eruit te wringen.
Als we willen kijken, zullen we zien dat het leven altijd bezig is ons wakker te schudden. Als we niet in harmonie
zijn met het leven, als we het tegenwerken, dan is het in
derdaad een zware tocht, zoals mijn leven aantoont.
125
We hoeven geen beeld te hebben over wat ons ertoe zal brengen bewust te worden-of het gemakkelijk zal zijn of moeilijk. Het kan alles zijn wat je je kunt voorstellen; het kan veel zijn dat je je niet kunt voorstellen. Dat is het gevaar van deze les, het gevaar dat ik mijn verhaal vertel en zeg dat er bepaalde dingen op je weg kunnen gebeuren. De geest maakt zich er meester van en zegt: 'Het leven moet heel moeilijk worden, als ik wil ontwaken. Ik moet moeilijke tijden doormaken.' Dat hoeft niet. Waar je toe bereid moet zijn is jezelf tegen te komen en je eigen onzekerheid onder ogen te zien. Maar hoeveel mensen willen onzekerheid, het onbekende, het onbeheersbare toelaten?
Misschien meer dan je denkt. Ik ontmoet steeds meer mensen die bereid zijn zich op dit pad te begeven, dit pad naar die plaats waar we in feite altijd al zijn geweest.
Deze reis gaat niet over iets worden. Hij gaat over ont
worden wie we niet zijn, over onszelf de ogen openen. Uiteindelijk is het ironisch. We eindigen nergens anders dan waar we altijd zijn geweest, behalve dat we waar we altijd zijn geweest volkomen anders waarnemen. We beseffen dat de hemel die iedereen zoekt daar is waar we altijd al waren.
Je kunt wel zeggen dat alles al de hemel is, dat iedereen al verlicht is, dat iedereen al Geest is. Dat is waar, maar zoals een wijze zenmeester lang geleden zei: 'Daar heb je wat aan, als je het niet weet!'
Nogmaals, wat nodig is, is een zeker gevoel van eerlijkheid. Alles is al intrinsiek compleet, al helemaal Geest. We zijn al zoveel als we ooit zullen zijn. Maar de vraag is
128
-weten we het? Hebben we het gerealiseerd? Als dat niet zo is, wat maakt dan dat we het anders zien? En als we het gerealiseerd hebben, leven we er dan naar? Wordt het verwezenlijkt? Functioneert het in ons leven?
En daarom is het een van de belangrijkste stappen om
in overeenstemming te komen met je leven, zodat je je op geen enkele manier van jezelf afkeert. En het verbazingwekkende is dat wanneer we ons niet langer afkeren van onszelf, we heel veel energie krijgen en een groot vermogen tot helderheid en wijsheid, en we alles beginnen te zien wat we moeten zien.
129
tige dag. Ook al was er een verandering van waarneming, die was niet helemaal helder.
Op mijn tweeëndertigste was de verlichting die plaatsvond buitengewoon helder. Het was een onherroepelijke en onomkeerbare gebeurtenis, een onomkeerbaar inzicht.
Wat ik zag, en dat was in wezen niet anders dan wat ik op mijn vijfentwintigste zag, was dat ik ales ben en niets ben, en ook dat ik alles en niets overstijg. Ik zag dat wat ik ben niet uit te drukken is. Ik had het gevoel overal dwars doorheen te gaan - helemaal tot aan de kern van het bestaan.
Ik vind het niet interessant om nu over de details van die bepaalde verlichting te praten. Alles wat ik wil zeggen is dat wat er toen gerealiseerd is, nadien nooit ongedaan is gemaakt. Het is nooit vergeten; de opening is niet meer gesloten. Tegelijkertijd waren er verschijnselen op het fysieke vlak en daar zou ik nu graag over willen praten. Deze fysieke of energetische verschijnselen zijn vaak onderdeel van verlichting. Sommige mensen ervaren zelfs voor de verlichting iets van datgene waar ik het over zal hebben, terwijl anderen die alleen naderhand merken. Als zodanig is waar ik over zal spreken van toepassing of je verlichting hebt ervaren of niet.
Wanneer we de ware aard van het bestaan hebben gerealiseerd - wanneer het bestaan zich bewust is geworden van zichzelf- heeft de realisatie bijna altijd een energetische component. Met energetische component bedoel ik dat er een grondige harmonisatie is van de manier waarop ons stelsel werkt. De bedrading in de geest wordt vernieuwd, op het mentale niveau, en ook hoe we voelen en waarnemen op emotioneel niveau krijgt een nieuwe
132
bedrading. Er is ook een zeer grondige verandering in de manier waarop het hele energetische systeem van ons lichaam, zowel stoffelijk als subtiel, stroomt, beweegt en wordt ervaren.
Een van de meest voorkomende energetische veran
deringen die zich bij diepgaande realisaties voordoet is simpelweg de pure uitstroming van veel energie in ons systeem. Het is niet dat er van buiten energie in ons systeem stroomt; maar wanneer we echt bewust worden, gaan de blokkades en barrières - de inwendige dammen
- open. Terwijl ze dat doen, is er een reusachtige ontlading van energie. Er is trouwens iedere keer dat de egostructuur oplost een ontlading van energie.
In veel opzichten begrijpen we pas achteraf dat de droomstaat zelf, de toestand van het ego dat zich afgescheiden voelt, een geweldige hoeveelheid energie verbruikt. Maar als die eenmaal verdwijnt, kunnen we zien hoe geweldig veel energie er nodig is om de visie van afgescheidenheid waarmee de meeste mensen leven in stand te houden. Je hebt misschien wel momenten van pijn of wanhoop, en in die momenten kun je voelen hoe de visie van afgescheidenheid je energie uitput. Maar pas wanneer bewustzijn zich spontaan uit de droomstaat bevrijd heeft is er een geweldige innerlijke ontlading - voornamelijk omdat de blokkades er niet meer zijn. Ik wil niet de indruk vestigen dat deze energie op een bepaalde manier en met een bepaalde intensiteit ervaren zal worden. Bij sommige mensen is de beweging van energie heel uitgesproken; bij anderen is zij heel subtiel, als een bliepje op hun radarscherm.
133
zintuigen contact maken met de wereld om ons heen. Na
verlichting merken mensen vaak dat hun zintuigen bui
tengewoon scherp worden. Het komt bijvoorbeeld vaak
voor dat we een verbreding van ons perifeer gezichtsveld
opmerken. We zouden ook dingen kunnen gaan aanvoe
len, dingen voelen die we daarvoor niet voelden. We zijn
misschien in staat te voelen wat iemand anders voelt, of we merken misschien dat we gevoeliger zijn geworden
voor de energie van de omgeving en de energievelden van
andere mensen. We zouden, voor het eerst, de energie
velden van dieren, bomen, planten, ons huis of bepaalde
kamers kunnen aanvoelen. Als deze energetische ontwikkeling plaatsvindt is het
een opengaan van ons hele wezen. Soms hebben mensen
het er zwaar door. Sommige mensen komen bij me en zeggen: 'Ik voel alles wat anderen voelen. Ik voel wat er in
iedereen gebeurt.' Dat klinkt misschien mystiek en mooi,
maar bedenk dan dat de meeste mensen met zichzelf in
conflict zijn. Wie wil er nu de verstoorde energie van ie
dereen voelen? Op die manier kan de verhoogde gevoe
ligheid voor sommige mensen problematisch zijn.
Nogmaals, er komen meestal onbewuste gedachten op die het gevoel geven dat er een probleem is. We moe
ten goed begrijpen dat ieder van ons zijn eigen verant
woordelijkheid heeft; dat het niet nodig is dat jij alles voelt wat iemand anders voelt. Wat iemand anders voelt
is zijn zaak. Je hebt er misschien toegang toe, maar dat betekent niet dat jij het moet voelen. Er is soms sprake
van een onderliggende fascinatie voor het eigen empathi
sche vermogen, die alleen al problematisch kan zijn. Voor
138
een deel vind je het misschien onprettig om te voelen
wat er met mensen gebeurt, maar voor een ander deel
vind je het misschien mooi. Het is als het afluisteren van
iemands energetische toestand. Als we dat onbewust aan
genaam vinden, dan zal het steeds meer gebeuren. Als
we er daarentegen eigenlijk niet zo in geïnteresseerd zijn
- we duwen het niet weg, maar we zoeken het ook niet
-dan gaat onze aandacht naar de juiste zaken. Soms is
het goed om te voelen wat anderen voelen, vooral als je je
één met hen voelt of in relatie tot hen staat. Maar je gaat
je realiseren dat het niet nodig is altijd te voelen wat alle anderen voelen, wanneer je geen relatie met hen hebt. Je
beseft dat het hun zaak is, niet de jouwe. Het is niet harteloos om dit te zeggen. Het is een ma
nier om ons te richten op onze nieuwe gevoeligheid, zodat we niet te zeer betrokken raken bij andermans zaken.
Het is ook belangrijk op te merken dat sommige men
sen dergelijke empathische ervaringen hebben zonder
verlichting en dat andere mensen dergelijke ervaringen
hebben lang voordat zij verlicht worden. Dergelijke erva
ringen zijn niet kenmerkend voor verlichting, maar zijn normale nawerkingen.
Het belangrijkste is elk ik-gevoel dat ontleend zou
kunnen worden aan een dergelijke buitengewone erva
ring te doorzien, elk ik-gevoel dat vermaak of macht zou kunnen proberen te ontlenen aan een ervaring. Er zijn
veel vermogens die iemand die verlicht is kan ontwik
kelen. Iemand die verlicht is geworden krijgt misschien
het vermogen om te genezen. Alleen maar in zo iemands
aanwezigheid zijn is misschien al helend. Het vermogen
139
-van de omstandigheden, van het leven zelf. Hoe dan ook, het is essentieel dat een eerste verlichting niet wordt
geannexeerd of geclaimd- dat er niet wordt aangenomen dat het nu klaar is. Ook al is er misschien een gevoel dat
de reis is opgehouden, het is belangrijk te beseffen dat het
de vorige reis is die afgelopen is, de reis naar dat eerste
inzicht, de reis waarop je geen enkel bewustzijn had van wie en wat je was. Nu begint er een nieuwe reis - de reis
om onverdeeldheid op elk niveau van je wezen tot uiting
te brengen. En dit is een reis die jaren kan duren voordat
hij eindigt.
Wat betekent het om onverdeeld te zijn? In deze lessen heb ik gepraat over onverdeeld zijn, en ik
heb verlichting vergeleken met in een onverdeelde staat
zijn. Maar ik wil zeker weten dat niemand het verkeerde
idee krijgt van wat het betekent onverdeeld te zijn. On
verdeeldheid is het efct van verlichting; het is de uit
drukking van de realisatie van onze ware aard. Zoals ik al
zei heeft onverdeeld zijn niets te maken met volmaakt of
heilig zijn. Ook is er geen garantie dat je na verlichting,
op een zeker moment niet toch op een of andere manier
verdeeldheid zult ervaren. Vrij zijn, verlicht zijn, houdt in dat je je niet bezighoudt met dergelijke dingen, met hoe
verlicht je al dan niet bent.
Een van de prachtige gedichten uit de zentraditie ein
digt met de volgende beschrijving van de verlichte staat:
'te zijn zonder angst voor onvolmaaktheid.' Onverdeeld
zijn betekent dus niet volmaakt zijn. Onverdeeld zijn
conformeert zich niet met innerlijke beelden die we mis-
144
schien over heiligheid of volmaaktheid hebben. Als iemand naar mijn leven zou kijken, weet ik zeker dat hij heel wat redenen zou kunnen hebben om zoiets te zeggen
als: 'Goh, dat past niet bij mijn idee van wat een verlicht
mens is. Dat past niet bij mijn beeld van hoe een verlicht
mens is.' Ik ben er zeker van dat mijn leven waarschijn
lijk niet zou overeenkomen met veel idealen van mensen
over hoe verlichting er volgens hen uit zou moeten zien.
Want ik ben veel meer een gewoon mens dan de meeste mensen zouden denken. Voor mij hoort overgaan tot gewoonheid, tot zorgeloosheid, bij verlichting.
Wat iemand misschien ook zegt als hij naar mijn leven
of dat van een ander kijkt, de staat van onverdeeldheid
is niet iets dat je kunt begrijpen tot het in jou begint te ontwaken. Ik kan je alleen aanmoedigen aan geen enkel
beeld van heiligheid of volmaaktheid dat in je geest op
komt geloof te hechten, want deze beelden staan slechts
in de weg. Onverdeeld zijn - zien en handelen vanuit
niet-afgescheiden zijn, vanuit eenheid- is iets dat we al
lemaal zelf moeten ontdekken. Wat is het om verder te
kijken dan liefde en haat, dan goed en kwaad, dan juist en verkeerd? Deze dingen moet je door eigen ervaring
ontdekken. Het helpt niet om vast te stellen wat de er
varing van andere mensen met onverdeeldheid betekent. Het enige dat van belang is, is waar jij staat. Voel en han
del jij elk moment vanuit verdeeldheid, of voel en handel je vanuit eenheid? Zeg het maar.
Zoals ik heb verteld heeft verlichting op ieder mens een andere impact, afhankelijk van zijn conditionering.
Een model dat ik nuttig vind bij het werken met leerlin-
145
gen is kijken naar hoe verlichting op drie verschillende niveaus van ons wezen op ons inwerkt: op mentaal niveau (dat van de geest), op gevoelsniveau (dat van het hart) en op existentieel niveau (dat van de basis). Naarmate verlichting ons hele wezen doordringt, kunnen we
verschillende gradaties van onverdeeldheid ervaren op elk van deze niveaus. Houd alsjeblieft in gedachten dat deze drie niveaus overdrachtelijk bedoeld zijn; dit is slechts een middel om iets wat mensen ervaren begrijpelijk te maken. Zolang dit conceptuele model niet al te strak wordt aangehouden, kan het nuttig zijn.
Op het moment van authentieke verlichting wordt Geest volledig bevrijd, op alle niveaus van zijn tegelijk. Plotseling worden we ons bewust van een inzicht, een manier van waarnemen die volslagen verschilt van alles wat we daarvoor kenden. Na die gebeurtenis kunnen we op alle niveaus van ons wezen even stabiel worden in dat volledige en complete inzicht, of niet. Vaak is het net als bij een bungeekoord dat zich helemaal uitrekt, maar zich dan door bepaalde karmische tendensen weer optrekt. Het gaat nooit helemaal terug tot waar het begon vóór de verlichting, maar het trekt zich tot een bepaald niveau terug. Dit kan zich ongelijkmatig, op verschillende manieren in ons hele wezen voordoen.
Verlichting op het mentale niveau Laten we beginnen met kijken naar wat er op het mentale niveau gebeurt, na een ervaring van realisatie. Wat betekent het om onverdeeldheid te ervaren op mentaal niveau? We weten allemaal hoe het is om op mentaal ni-
146
veau verdeeld te zijn, dat de ene gedachte in strijd is met een andere, dat een deel van de geest zegt: 'Ik moet dit doen,' en een ander deel van de geest zegt: 'Ik moet dat niet doen.' Een verdeelde geest is een geest die in strijd is met zichzelf.
Het grootste deel van onze geest is in een hevige strijd gewikkeld. Ons denkpatroon beweegt zich heen en weer tussen goed en slecht, juist en verkeerd, heilig en heilloos, waardig en onwaardig, en zelfs tussen verlicht en onverlicht. Deze polariserende gedachten veroorzaken de ervaring van verdeeldheid op mentaal niveau.
Naarmate we bewust worden en die bewustwording doordringt en geopenbaard wordt op mentaal niveau, is het eerste dat we zien dat niets in de structuur van het denken uiteindelijk waar is. Begrijp me niet verkeerd- ik zeg niet dat de geest zonder waarde is of op een of andere manier slecht. De geest, die niets meer is dan het denken, is een instrument als alle andere. Het is een instrument, zoals een hamer, een zaag of een computer een instrument is.
Maar in de staat van bewustzijn waarin de meeste mensen verkeren, wordt de geest gemakkelijk aangezien voor iets dat hij niet is. De geest wordt niet gezien als gereedschap, maar als de bron van het ik-gevoel. De meeste mensen vragen hun geest voordurend: 'Wie ben ik?' 'Wat is het leven?' 'Wat is waar?' Ze rekenen erop dat hun geest hun vertelt wat moet en wat niet. Dit is belachelijk! Je zou ook niet naar je garage lopen en je hamer vragen wie je bent of wat het juiste of het verkeerde is om te doen. Als je dat deed en je hamer iets terug kon zeggen tegen
147
je, zou hij waarschijnlijk zeggen: 'Waarom vraag je dat aan mij? Ik ben het verkeerde gereedschap om dergelijke vragen aan te stellen.'
Maar dat doen wij met de geest. We zijn vergeten dat de geest een instrument is - een heel krachtig en nuttig
instrument. Alles begint in de geest. Elke auto die je bestuurt, elk gebouw dat je binnengaat, elk winkelcentrum dat je bezoekt- zijn allemaal begonnen als een gedachte
in iemands brein. Die gedachte werd vervolgens nuttig en nodig geacht, en het idee werd door actie manifest
gemaakt. De geest is dus krachtig en nuttig. Maar in het menselijk bewustzijn wordt de geest niet
alleen maar als instrument gezien. Wat er daarentegen is gebeurd is dat de geest zich de werkelijkheid heeft toegeëigend. Het is zozeer zijn werkelijkheid geworden dat wij mensen ons ik-gevoel- wie we denken te zijn, ons zelfbeeld- vinden in ons denken.
Als het licht van bewustwording op mentaal niveau begint door te dringen, zien we dat de geest geen intrin
sieke werkelijkheid bevat. Het is een instrument waar de werkelijkheid gebruik van kan maken, maar het is niet de werkelijkheid. Op zich is een gedachte slechts een gedachte. Een gedachte komt niet overeen met de werkelijkheid. Je kunt denken aan een glas water, maar als je dorst hebt, kun je die gedachte niet drinken. Je kunt denken
aan een glas water tot je sterft, maar een tastbaar glas in je hand nemen en het water erin drinken is een volstrekt andere ervaring. Je kunt het glas in je hand nemen en het
water drinken zonder enige gedachte aan glas of water.
En dus is de gedachte zelf nietszeggend; zij zegt niets over
148
de werkelijkheid. Op zijn best is denken symbolisch. Het wijst misschien in de richting van een waarheid of een
voorwerp, maar veel gedachten doen dat niet eens. Veel gedachten in het menselijk bewustzijn zijn slechts gedachten over andere gedachten - denken over denken. Me
diterenden zullen terwijl ze mediteren denken: 'Ik hoor niet te denken.' Maar die gedachte is natuurlijk zelf een gedachte. Het is heel gemakkelijk om op allerlei manieren in denken over denken verstrikt te raken.
Naarmate we meer bewust worden op mentaal niveau, nemen we meer van voorbij de geest waar. We beseffen dat de geest zelf zonder werkelijkheid is, en dit is een belangrijke realisatie. Het is gemakkelijk om te zeggen
dat de geest geen realiteit heeft. Het kan zelfs gemakkelijk zijn voor sommige mensen om te begrijpen. Maar zien dat de geest zonder werkelijkheid is, is uiterst fundamenteel. Het is fundamenteel om te zien dat ons hele
ik-gevoel en gevoel van de wereld wordt gecreëerd in de
geest. Wanneer we zien dat de structuur van het denken geen intrinsieke werkelijkheid bevat, gaan we inzien dat de wereld zoals we die via de geest waarnemen geen en
kele realiteit kan hebben. Dit is wereldschokkend; het ik
dat we zien als onszelf heeft geen realiteit. Bewust worden op mentaal niveau is de vernietiging
van je hele wereld. Dit is iets dat we echt nooit kunnen voorzien. Teniet gedaan wordt ons hele wereldbeeld
- alle manieren waarop we geconditioneerd zijn, al onze geloofsconstructies, alle geloofsconstructies van de mensheid, van het heden tot in het verre verleden - alles bij
elkaar vormen zij deze wereld, deze consensus waartoe
149
mensen zijn gekomen, deze beschouwing van alles als
waar, letterlijk tot 'ik ben een mens' of'er is zoiets als een
wereld' of 'de wereld moet zo zijn.' Bewust worden op
mentaal niveau is een volledige vernietiging van dit alles,
en dus van onze hele wereld.
Wanneer we bewust worden op mentaal niveau, be
ginnen we te denken: 'Lieve help, zoals ik de wereld zag
was een compleet verzinsel, letterlijk door dromen inge
geven. Het werd volstrekt niet onderbouwd door de re
aliteit. Zoals ik mezelf zag, was ook volledig uit de duim
gezogen.' Het doet er niet toe of je jezelf beschouwt als
verlicht of onverlicht, goed of slecht, waardig of onwaar
dig. Onverdeeldheid op mentaal niveau wil zeggen dat al deze egostructuren volledig weggevaagd zijn. Het is
me bijna onmogelijk om onder woorden te brengen hoe
grondig deze vernietiging van de wereld is op het mentale
niveau. Het betekent zien dat er niet zoiets is als een ware
gedachte en dat op het hoogste niveau begrijpen, zien
dat alle modellen die we fabriceren, zelfs de spirituele
modellen, de leringen, letterlijk aan het rijk der dromen
ontleend zijn.
Boeddha zei zelf dat alle dharmàs onbetekenend zijn.
De dharma's zijn de leringen. De dharmàs zijn de waar
heden die hij uitsprak. Een van de waarheden die hij uit
sprak was dat al deze dharma's, al deze waarheden die
hij zijn leerlingen net nog had verteld allemaal onbete
kenend waren. Wie jij werkelijk bent overstijgt zelfs de
grootste dharma's, de grootste soetra's, de grootste ideeën
die ooit konden worden uitgesproken, opgeschreven of
gelezen.
150
Dit wordt innerlijk als vermeugmg ervaren. Ik vertel
mensen vaak dat ze zich daar niet in moeten vergissen
- verlichting is een proces van destructie. Het heeft niets
te maken met beter worden of meer of minder geluk
kig zijn. Verlichting is het afbrokkelen van onwaarheid.
Het is door de façade van pretentie heen zien. Het is de
volledige uitroeiing van alles wat we waar achtten- van
onszelf tot de wereld aan toe.
In dit proces ontdekken we dat zelfs de grootste uit
vindingen van de grootste geesten in de geschiedenis van
de mensheid slechts kinderdromen zijn. We zien dan
dat alle grote filosofische stelsels en alle belangrijke filo
sofen onderdeel zijn van de droom. Bewust worden op
mentaal niveau is als het opzijschuiven van het gordijn,
zoals Dorothy doet in de Wizard of Oz. Zij verwacht de Grote Oz te zien, maar wanneer het gordijn opzij is
geschoven, blijkt dat de Grote Oz een mannetje is dat
aan hendels trekt. De aard van de geest doorzien gaat
net zo. Het is iets radicaals. Het is onverwacht, wan
neer we zien dat alles dat beweert de waarheid te zijn in
feite onderdeel van de droomstaat is en de droomstaat
bijeenhoudt.
Een verlichte gedachte bestaat niet. Het is nogal een
schok voor ons om dit in te zien. De meeste mensen
schermen zich zelfs af voor deze waarheid. We zeggen dat
we de waarheid willen, maar is dat echt zo? We zeggen
dat we de werkelijkheid willen kennen, maar wanneer die verschijnt is het heel iets anders dan we dachten. Het
past niet in onze context; het past niet bij het beeld dat we hadden. Het gaat er volkomen aan voorbij. Het gaat
151
er niet alleen aan voorbij, het vernietigt echt ons vermogen de wereld op de oude manier te bekijken. Het maakt
schroot van onze wereld. Per slot van rekening rest ons niets. We staan volko
men met lege handen, met niets om ons aan vast te grij
pen. Zoals Jezus zei: 'De vogels hebben hun nesten in de bomen en de vossen hebben hun holen in de grond, maar de zoon des mensen heeft niets waar hij zijn hoofd te ruste kan leggen.' Er is geen idee, geen gedachteconstructie waarop je kunt rusten.
Dit is wat totale verlossing betekent. Alleen met volledige verlossing kan onze ware aard onvervormd doorschijnen. Maar deze volledige verlossing op mentaal niveau is meestal niet iets dat zich op het moment van je eerste blik op de waarheid in volle omvang voltrekt. Onze mentale structuren gaan meestal nog enige tijd na de verlichtingservaring door met afbrokkelen. Dat wil
zeggen, als je het toelaat- als je ziet dat het afbrokkelen van de geest en onze wereld precies is wat het ware zijn tot stand probeert te brengen. We kunnen de dingen niet in hun ware gedaante zien tot we ophouden de dingen in
hun onware gedaante te zien. Volledig bewust te zijn op het niveau van de geest is
iets heel groots. Vaker wel dan niet merk ik, wanneer ik mensen ontmoet die een authentieke verlichtingservaring hebben gehad, dat hun geest zich datgene wat zij gerealiseerd hebben enigermate heeft toegeëigend en er een mentale formulering van heeft gemaakt. Dit gaat
er natuurlijk voor zorgen dat de absolute realisatie hun door de vingers glipt. Vroeg of laat komen we er achter
152
dat we ons geen beeld kunnen vormen van de waarheid. Wanneer we dat beseffen, wordt de geest een instrument. De geest wordt aangewend voor iets anders dan denken. Het wordt mogelijk gemaakt dat geest en denken, en zelfs spraak, uit een andere sfeer kunnen voortkomen.
Wat dan gebruik maakt van de geest is Zijn. Denken kan ontstaan uit stilte; spraak kan ontstaan uit stilte; communicatie kan ontstaan uit stilte uit een gebied ver voorbij
de geest. Dan wordt de geest gebruikt als een instrument, als een middel om te communiceren, te wijzen, te richten. Maar het blijft voor zichzelf altijd doorzichtig; het zet zich nooit vast en roept geen nieuw geloof of ideologie in het leven.
Verlichting op hartniveau Het woord hart slaat op ons hele gevoelssysteem, ons hele gevoelslichaam. Verlicht zijn op geveelsniveau betekent
eerst en vooral dat we geen zelfgevoel meer ontlenen aan wat we voelen en hoe we ons voelen. Als we ons goed
voelen, als we ons rot voelen, als we ons gezond voelen, als we ons ziek voelen, als we ons wakker voelen, als we ons moe voelen- we merken en ontlenen geen zelfgevoel meer aan wat we ervaren, aan wat we voelen.
Meestal is iemands zelfgevoel verbonden aan en verstrikt in wat we voelen. Als we dus tegen onszelf zeggen:
'Ik voel boosheid,' of 'Ik ben boos,' zeggen we eigenlijk dat ons zelfgevoel op dit moment versmolten is met de emotie boosheid. En natuurlijk is die versmelting een il
lusie, omdat wat we zijn niet bepaald kan worden door
een emotie die door het lichaam gaat.
153
Verlichting op gevoelsniveau betekent dat we zien en begrijpen dat wat we voelen ons niet vertelt wie en wat we zijn. Het vertelt ons wat we voelen, punt. Wat we voelen hoeft niet vermeden of ontkend te worden, maar het bepaalt ons niet. Wanneer we het zelf niet meer definiëren
op gevoelsniveau, wordt ons zelfgevoel bevrijd van het
gevoelsniveau, van de strijdige gevoelens die er op het
gevoelsniveau zijn. Voor de meeste mensen betekent het een revolutio
naire verandering zich niet meer te definiëren door wat ze
voelen. Maar natuurlijk komen we niet tot dat punt door onze gevoelens te ontlopen. Onze emoties en onze gevoelens zijn juist geweldig goede aanwijzingen voor wat er in ons nog onopgelost is, voor wat we misschien wel of niet doorzien hebben. Ons lichaam is een grote waarheidsmeter; zodra we een emotie van verdeeldheid hebben- haat, afgunst, jaloezie, hebzucht, beschuldiging, schaamte, en
de rest- weten we dat we waarnemen vanuit de staat van verdeeldheid. Deze emoties die voortkomen uit verdeeld zijn, zijn als rode vlaggetjes die ons eraan herinneren dat we de dingen niet in hun ware gedaante zien.
Emotionele beroering vertelt ons dat we een onbewuste overtuiging hebben die niet waar is. Onze geest
heeft iets verpakt - misschien heeft hij een gebeurtenis in het heden verpakt, misschien heeft hij het verleden verpakt. Maar hij heeft een gebeurtenis zo verpakt dat die
ons in beroering brengt. Het gevoelslichaam is een fantastische ingang in alles
wat gezien moet worden. Het is een ingang in een illusie,
alles wat een gevoel van afgescheidenheid veroorzaakt.
154
Als we emotioneel labiel zijn - als we heel gemakkelijk uit balans zijn te brengen - dan is het van levensbelang dat we eens naar ons gevoelsleven kijken. Ik impliceer daarmee niet dat we onze emoties moeten analyseren of een therapeutische benadering moeten kiezen - dat kan
voor sommige mensen nodig en gunstig zijn, maar dat bedoel ik nu niet. Ik heb het over het omgaan met het
gevoelslichaam op een fundamenteler niveau. Ik heb het over het onderzoeken van de aard van angst, de aard van boosheid. Wanneer we ons in emotionele zin voelen verkrampen, waarmee heeft die kramp dan te maken?
De meeste gevoelens - in het bijzonder zogenaamde negatieve emoties- zijn terug te voeren op boosheid, angst
en veroordeling. Deze drie worden opgewekt wanneer we geloof hechten aan onze gedachten. Ons gevoelsleven en ons intellectuele leven zijn in feite niet gescheiden; het is één ding. Ons gevoelsleven onthult ons onbewuste in
tellectuele leven. We reageren emotioneel op gedachten waarvan we ons vaak niet eens bewust zijn; zo worden die onbewuste gedachten zichtbaar gemaakt.
Vaak komen er mensen naar me toe met een bepaalde emotie die hen verontrust- dat kan angst zijn, boosheid, wrok, jaloezie, van alles. Ik vertel hun dan, als ze die willen loslaten, dat ze bij de levensopvatting van het gevoel dat eraan ten grondslag ligt moeten zien te komen. Wat zou het gevoel zeggen als het kon praten? Welke overtui
gingen heeft het? Wat veroordeelt het? Wat ik eigenlijk vraag is hoe zo iemand in een emotio
nele toestand van verdeeldheid is geraakt. Zoals ik al zei is
het bijna onvermijdelijk dat we iedere keer dat we kijken
155
gevoel zouden hebben, als we innerlijk niet een zekere verdeeldheid zouden ervaren in het licht van bepaalde gebeurtenissen.
Maar een van de verrassende en zelfs schokkende aspecten van realisatie is, wanneer je er dieper in doordringt, dat je beseft dat er geen gerechtvaardigde reden is om met de realiteit te redetwisten, omdat we het gevecht nooit zullen winnen. Twisten met de werkelijkheid is een zekere manier om te lijden, een volmaakt recept voor lijden.
Erger nog, we merken dat we gekluisterd zijn aan alles waar we ons tegen verzetten. Of het nu dertig jaar geleden of gistermorgen gebeurde, als we het er niet mee eens zijn, zitten we eraan gekluisterd. We herbeleven telkens weer dezelfde pijn. Ons ergens tegen verzetten helpt niet om erover heen te komen; het helpt ons niet ermee om te gaan. Het houdt ons zelfs gevangen; het bindt ons aan alles wat we bestrijden.
Het is inderdaad verrassend te beseffen dat geen van onze disputen met wat er is, of met wat er was, enige grond in waarheid hebben. Onze ruzies zijn slechts onderdeel van de droomstaat. Om nu te zeggen dat ze onderdeel zijn van de droomstaat of om iemand anders het te horen zeggen is niet genoeg. leder van ons moet het zelf onderzoeken; ieder van ons moet zijn eigen gevoelsleven onderzoeken om alles wat het vermogen heeft ons verdeeldheid te laten ervaren tot bewustzijn te brengen. We moeten naar onze emoties kijken en ze zien zoals ze zijn; we moeten hun waarachtigheid betwijfelen, er in stilte over mediteren, en de diepere waarheden zich laten openbaren.
158
Zoals ik zei hoeft dit geen analytisch proces te zijn. Het ware onderzoek gaat uit van ervaring. We streven er niet naar iets tegen te houden, want oprecht onderzoek heeft geen ander doel dan de waarheid zelf. I-Iet probeert ons niet te helen of te verhinderen dat we onaangename gevoelens krijgen. Een verlangen om niet te lijden kan niet het enige motief zijn voor onderzoek. De behoefte niet te willen lijden is begrijpelijk, maar er is iets anders waar oprecht onderzoek van vergezeld moet gaan, namelijk van het verlangen en de bereidheid te zien wat waar is, te zien hoe we er zelf voor zorgen dat we in conflict raken.
Als we eenmaal beseffen dat jij en ik het zijn die het conflict veroorzaken - dat niemand en geen enkele situatie in ons leven het vermogen heeft dat te doen - zien we dat ons gevoelsleven een ingang is. Het is een uitnodiging voor ons om nauwkeurig te kijken, te kijken vanuit de verlichte staat - een staat waarin niet geprobeerd wordt iets te veranderen, maar die zelf een minnaar van de waarheid is.
Wat ik zeg zou je ten onrechte gemakkelijk zo kunnen interpreteren dat ik bedoel dat alle nare gevoelens wijzen op innerlijke verdeeldheid. Dat wil ik niet impliceren. Je kunt bedroefd zijn zonder je verdeeld te voelen. Je kunt verdriet voelen zonder verdeeld te zijn. Je kunt een zekere mate van boosheid voelen zonder verdeeld te zijn. Onze westerse beschaving biedt niet veel context voor dit idee. In het oosten heb je echter hele rissen toornige goden; in de Tibetaans-boeddhistische en hindoeïstische traditie zitten bijvoorbeeld de personificaties van God en het Goddelijke niet altijd gelukzalig
159
Verlichting op gevoelsniveau bevrijdt ons van deze op angst gebaseerde Hxaties. Wanneer we op dit niveau bewust beginnen te worden, zijn we vrij om de wereld intenser te voelen; er komt dan een heel ander potentieel voor ons beschikbaar. Het gevoelslichaam, het hele gebied van
het hartcentrum, is in staat tot ongelooflijke sensitiviteit. Het is het gevoelsargaan van het ongemanifesteerde. Het is datgene door middel waarvan het ongemanifesteerde zichzelf kan voelen, ervaren en kennen. Dit is heel iets anders dan het idee dat 'ik' mezelf voel en mezelf vind door middel van emotie en gevoel. Hoe bewuster we zijn, hoe beter we in staat zijn het geheel van lichaam en geest te ervaren als letterlijk een voelinstrument van het absolute, verenigde zelf.
Hoe meer we, bij wijze van spreken, uit het gevoelslichaam ontwaken, hoe wakkerder het gevoelslichaam zelf wordt. Het gaat open. Hoe minder innerlijke strijd er in ons is, hoe opener ons gevoelslichaam wordt. Dat komt doordat we steeds opener worden naarmate we beseffen dat er niets te beschermen valt - dat alle gedachten en ideeën en overtuigingen die maken dat wij onze gevoelens beschermen, vals zijn.
Bewust worden op dit niveau is in hoge mate een opengaan van het spirituele hart. Misschien heb je wel eens de afbeeldingen gezien van Christus waarop hij letterlijk zijn lichaam in gaat, de huid van zijn borst opentrekt en een prachtig, stralend, gloeiend hart laat zien. Dit is één afbeelding van het opengaan van het spirituele
hart. Een verlicht mens is een geweldig emotioneel beschikbaar wezen - iemand die zich niet verdedigt op het
162
gevoels- of intellectuele niveau. Wat ook gebeurt wanneer we bewust worden op hartniveau, is dat we onszelf ervaren als in opperste zin totaal onbewaakt. Wanneer we niet op onze hoede zijn, stroomt er vanzelf liefde uit ons
- onvoorwaardelijke liefde.
De essentiële aard van de werkelijkheid onderscheidt niet; werkelijkheid is wat is. Het meest waarachtige teken van een ontwaakt hart is dat het zonder onderscheid houdt van wat is. Dit betekent dat het houdt van alles, omdat het alles ziet als zichzelf. Dit is de geboorte van onvoorwaardelijke liefde. Als deze onvoorwaardelijke liefde eenmaal in ons opbloeit, is het de manier waarop de werkelijkheid zich uit. Werkelijkheid die verliefd is op zichzelf vindt plaats via het ontwaakte hart. Het is niet
iets persoonlijks. Het is werkelijkheid, een onkritische minnaar, verliefd op zichzelf. Zij houdt van alles en iedereen. Zij houdt zelfs van diegenen van wie jij als persoonlijkheid misschien niet houdt. Het is verbazingwekkend wanneer je je realiseert dat je houdt van dingen, gebeurtenissen en mensen van wie je als persoon niet houdt. Je beseft dat dit er niet toe doet. Wanneer de waarheid is gewekt, houdt het van alles; het houdt van de mensen die jouw persoonlijkheid aardig vindt en het houdt van de mensen die jouw persoonlijkheid niet aardig vindt. Het ontwaakte hart houdt van de wereld zoals hij is, niet slechts zoals hij zou kunnen zijn. Hoe bewuster we op dit niveau worden, hoe meer we onvoorwaardelijke liefde
voelen, en dat is een van de hoogste roepingen in het leven van de mens.
163
Dan is de normale vraag: 'Hoe kom ik er van af?' Dit is een vraag vanuit het standpunt van egobewustzijn. Egobewustzijn wil altijd af van wat niet aangenaam is. Maar je houdt natuurlijk alles waar je van af probeert te komen, juist in stand. Juist ergens van af proberen te komen houdt het in stand. Door te proberen je van iets te bevrijden, ken je het onbewust realiteit toe. Je moet het wel zien als echt, als je je ervan wilt ontdoen. Dat onbewust toekennen van realiteit geeft dus juist energie aan datgene wat je kwijt wilt raken. Een dergelijk vastklampen kan niet opgelost worden met een bepaalde techniek. In één opzicht is het gewaarzijn dat je niets kunt doen de belangrijkste realisatie. Vragen wat je zou moeten doen is een bedekte manier van zeggen dat je de situatie wilt beheersen. Het enige wat helpt tegen een dergelijke eigenzinnigheid is loslaten. Hoe laat je eigenzinnigheid varen? Welnu, dat wordt heel link, omdat ook je poging eigenzinnigheid te laten varen al een eigenzinnige daad is.
Waarschijnlijk heeft iedereen wel de ervaring gehad dat hij probeerde los te laten of zich over te geven. Maar proberen en je overgeven zijn begrippen die elkaar uitsluiten. Zolang we proberen is er geen loslaten.
Er komt dus een punt waarop alle techniek verdwijnt, waarop alles wat we geleerd hebben over hoe we bewustzijn in een helderder staat brengen ons in de steek laat. Onze technieken zijn dan nutteloos. Er zal een moment komen waarop we ons zullen moeten realiseren dat er niets is wat 'ik' kan doen om los te laten op het existentiële niveau; er is niets wat 'ik' kan doen om me over te geven. Toch is je overgeven en loslaten absoluut wat vereist is.
166
Op dat punt is het belangrijkste dat je dit feit tot je door laat dringen- dat er niets is wat het 'ik' kan doen. Dat volledig tot je door laten dringen, volledig doordrongen zijn van dat gewaarzijn, is zelf het uiteindelijke loslaten; dát is het opengaan van de vuist, het opengaan van het meest existentiële, rudimentaire gevoel van zelf.
Om dat te laten gebeuren moet gezien worden dat er geen manier is waarop jij het kunt doen. Jij moet aan het eind van de weg komen; jij moet aan het eind van je Latijn zijn. Alleen dan kan spontane overgave plaatsvinden. Het enige wat we als mens kunnen doen is zien dat ieder vasthouden zinloos is; ieder vasthouden is een bedekte vorm van verwerpen wie en wat we werkelijk zijn. •
Wanneer je de grijpbeweging op het niveau van de onderbuik opgeeft, voelt het misschien alsof je gaat sterven. Maar jij sterft niet; de illusie van een afz.onderlijk zelf sterft. Toch voelt het misschien alsof jij gaat sterven. Alleen wanneer je bereid bent te sterven voor de waarheid kan dat grijpen echt en waarachtig ophouden.
Voordat ik hier verder mee ga, wil ik er iets aan toevoegen dat misschien op sommige mensen van toepassing is. Er zijn mensen die buitengewoon moeilijke tijden hebben doorgemaakt in hun leven - die traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt die misschien een nog intensere grijpbeweging op dit kernniveau van hun wezen hebben veroorzaakt. Voor deze mensen kan het grijpen op onderbuikniveau versterkt worden naarmate zij dichter bij een dieper stadium van bewustzijn komen. Als dit geldt voor jou, is het belangrijk niets te forceren. Je hebt misschien deskundige hulp nodig om een manier
167
te vinden om het diepere gevoel van trauma dat je hebt, aan te pakken, voordat je los kunt laten. Als dit het geval is, raad ik je aan iemand te zoeken die echt weet hoe je met dergelijke ervaringen om kunt gaan, hoe je ze goed kunt aanpakken. Je weet wanneer iemands benadering de juiste is, als deze begint te werken, als de grijpbeweging op dit primaire niveau zich gaat ontspannen.
Volwassen worden is ongetwijfeld voor ons allemaal in zekere mate traumatisch. Zelfs als je een heerlijke jeugd hebt gehad, de liefste ouders en de mooiste omgeving van de wereld, ontkom je er niet aan dat je een zekere mate van trauma oploopt. Het leven zelf is traumatisch in één opzicht; het is traumatisch voor het gevoel een afZonderlijk zelf te zijn. Het leven zelf is een bedreiging voor het gevoel van een afZonderlijk zelf. Daar ontkom je niet aan.
Bewust worden op onderbuikniveau vereist het onder ogen zien en loslaten van onze diepste existentiële angst. Het vereist ook het onder ogen zien en loslaten van wat ik eigen wil noem, ofwel dat deel van ons dat zegt: 'Dit is wat ik wil en hoe ik wil dat het is.' Uiteindelijk is de eigen wil een illusie, en daarom is het zo frustrerend wanneer we hem proberen te gebruiken om gebeurtenissen te beheersen en te dicteren. Maar illusie of niet, hij moet onder ogen gezien en aangepakt worden. Deze taak vraagt om de grootste overgave, de innigste toewijding aan en oprechtheid ten opzichte van de waarheid zelf.
Ware realisatie, echte verlichting ontstaat door de eigen wil volledig te laten varen -volledig los te laten. Natuurlijk wekt dit vaak angst op in ons illusoire zelfgevoel,
168
dat het loslaten van de eigen wil alleen als traumatisch kan interpreteren. We zijn bang dat we door los te laten blootgesteld zullen worden aan gevaar. We denken dat we, als we de eigen wil loslaten, nooit zullen krijgen wat we wensen, de wereld nooit zal zijn zoals we wensen en
niets ooit zal gebeuren zoals we willen. Wat we uiteindelijk zien is dat deze conclusies zelf
slechts gedachten zijn. Er bestaat in werkelijkheid niet zoiets als eigen wil, maar zolang we dat niet zien, is het gevoel van eigenzinnigheid iets waar we ons mee bezig moeten houden.
Dan worden we geconfronteerd met de wijsheid van desillusie. Wanneer we gedesillusioneerd zijn over iets, betekent het dat we aan het eind van onze eigenzinnigheid komen. Alleen door aan het eind van onze eigenzinnigheid te komen vindt transformatie plaats.
Wie aan drugs of alcohol verslaafd is geweest en genezen is, weet dat aan het eind van je eigen wil komen een heel belangrijke component is van het herstel. Je beseft dat je niets kunt veranderen aan je verslaving door het inzetten van je eigen wil; zo sterk is je wil niet en je kunt het niet alleen. Wanneer een verslaafde de bodem van de put heeft bereikt, betekent dat eigenlijk dat zijn wil gebroken is. En wanneer onze eigen wil gebroken is, gaat een heel andere kracht door ons heen stromen. Dat is de kracht van Geest, en die kan nu in werking treden, omdat we hem niet meer ontlopen door ons vast te klampen aan de eigen wil.
Wij allen zullen in ons bewustwordingsproces de beperking van onze eigen wil tegenkomen. De meesten van
169
ons zullen hem verscheidene keren tegenkomen, op een
steeds dieper niveau, tot hij volledig is uitgewist. Het verlies van de eigen wil is eigenlijk helemaal geen
verlies. Het is niet zo dat we de voetveeg van de mensheid worden, dat we niet meer weten wat we moeten doen of
hoe we het moeten doen. Het tegendeel is waar. Door de illusie van de eigen wil op te geven wordt er een heel an
dere staat van bewustzijn in ons wakker; er vindt een we
dergeboorte plaats. Het is bijna alsof er diep van binnen
een wederopstanding plaatsvindt. Deze wederopstanding
is heel moeilijk te verklaren, zoals zoveel op spiritueel gebied, maar in essentie worden we dan geleid door de vol
ledigheid en het geheel van het leven zelf. De afbeelding van een dergelijke beweging is heel le
vendig in de taoïstische traditie, die focust op de uiting
van de Tao, de waarheid, via ons. Als je leest in de Tao Te Tsjing of naar enkele van de taoïstische leringen kijkt,
krijg je er een gevoel voor hoe eigenzinnigheid wordt vervangen door een gevoel dat alles stroomt.
Wanneer je van de bestuurdersplaats af komt, merk
je dat het leven zelf wel kan rijden, dat het leven in feite altijd zelf heeft gereden. Wanneer je van de bestuurders
plaats komt, kan het veel gemakkelijker rijden -het kan stromen zoals je nooit had gedacht. Het leven wordt bij
na magisch. De illusie van het 'ik' staat niet langer in de weg. Het leven begint te stromen en je weet nooit waar het je zal brengen.
Als hun gevoel van eigen wil minder wordt, zeggen
mensen vaak tegen me: 'Ik weet niet eens hoe ik nog
een beslissing moet nemen.' Dat komt doordat ze steeds
minder handelen vanuit een persoonlijk gezichtspunt. Er is een nieuwe manier van functioneren, en het gaat eigen
lijk niet om het nemen van het ene besluit of het andere,
de juiste beslissing of de verkeerde beslissing. Het lijkt
meer op het navigeren op een stroom. Je voelt waar de
gebeurtenissen heengaan, en je tast naar het juiste om te doen. Het is als een rivier die weet hoe ze om een ..steen
moet draaien -naar links of naar rechts. Het is een intu
ïtief en ingeboren soort van weten. Een dergelijke stroom is altijd beschikbaar voor ons,
maar de meesten van ons gaan te zeer op in de complexi
teit van hun gedachten om te voelen dat er in het leven ook een eenvoudige en natuurlijke stroom is. Maar onder
de beroering van denken en emotie, en onder het vastklampen aan de eigen wil is er echt een stroom. Er bestaat
een eenvoudige beweging van leven. Een van mijn favoriete definities van verlichting is
afkomstig van een Jezuïetenpater die Anthony de Mello heet; hij is enkele jaren geleden overleden. Iemand
vroeg hem zijn verlichtingservaring te omschrijven. Hij zei: 'Verlichting is absolute samenwerking met het onontkoombare.' Ik vind die definitie heel mooi, omdat ze
verlichting niet slechts definieert als een realisatie, maar
als een activiteit. Verlichting is de staat waarin alles in
ons samenwerkt met de levensstroom zelf, met het onontkoombare.
Wanneer we innerlijk niet zo in conflict en gesple
ten zijn, krijgen we een gevoel voor het onontkoombare
- waar het leven heen gaat, welke richting het op gaat.
We vragen niet meer: 'Is dit de goede weg? Hoe weet ik
171
of het de goede of verkeerde weg is?' Een dergelijke vraag vervormt onze waarneming eigenlijk. Er gebeurt iets dat veel subtieler is; het is de levensstroom zelf.
Als we onze eigenzinnigheid opgeven - als we de angst in de onderbuik leren kennen en de oprechte bereidheid vinden ja te zeggen tegen alles waar we bang voor zijn - komt alles waar ik over spreek beschikbaar voor ons. Wanneer we een eenvoudig en oprecht ja uitspreken tegen het leven, ja tegen de dood, ja tegen ego's eigen verdwijning, hoeven we niet meer te vechten. Het wordt een nieuwe manier om door het leven te laveren. Stroming leidt ons door het leven - niet denkbeelden, niet ideeën, niet wat we zouden moeten of niet zouden moeten doen, niet wat juist of verkeerd is. Na verloop van tijd zien we in dat stroming altijd geweldig is. Hij is de uitdrukking van eenheid, hij leidt ons bestaan op een helende en liefhebbende manier, en brengt dingen samen zoals wij het ons niet konden voorstellen.
Hoofdstuk tien
Inspanning of genade?
Men vraagt mij vaak in welke mate het verlichtingspraces genade is, en in welke mate het een zekere
bewuste ijver of inspanning vergt. Om eerlijk te zijn is een dergelijke vraag heel moeilijk te
beantwoorden. In de radicale richtingen van de non-dualiteit zeggen veel mensen dat alles te danken is aan genade, en dat er geen plaats voor inspanning is. Deze mensen zeggen: 'Laat radicaal, radicaal los; laat alles radicaal over aan
genade, want er is geen afwnderlijke doener; er is alleen de wil van God, en alles komt voort uit de wil van God, dus uiteindelijk is alles genade.' Dan zijn er vanzelfspre�end n�g richtingen en benaderingen die veel meer op mspannmg gericht zijn. Deze richtingen zeggen dat je je best moet doen boven je illusies uit te stijgen; je moet veel moeite doen; je moet veel spirituele discipline hebben; je moet bereid zijn echt te kijken en vragen te stellen.
\'an deze rwee gezichtspunten ontkent de een de ander vaak De l e ringen die zeggen dat je veel moeite moet doen hebben weinig ruimte voor spontane itcit en na
tuurlijkheid. De leringen die zeggen dat alles de wil van God is - dat er geen rol is die jij kunr spelen en dat je je
Jus net zo goed kunt omspannen en alles kunt laten gebeuren- kan gdîxeerd raken up een absoluut standpunt dat vaak geen acht slaat op een grotere visie. Een van de dingen die ik allang geleden besefte, is dat de w;arheid
nooit ligt in de bewenng van een richting or in eeu Judlistische formulering. Mijn er-.raring van de uttetndelijkc aard van de werkelijkheid is iets dat zeker niet in dualistische zin kan worden uitgedrukt of geformuleerd; zij gaat
alle duali�tische standpunten te boven.
Wanneer mensen me dus vragen of ze m'Jeite moeten
doen of niet. of het allemaal genade is of dat her hun aan
dacht vergt, is de nuttigste aanwijzing die ik kan geven
dat ze voor het ant\voord naar binnen moeten kijken.
Als je echt eerlijk bent tegen jezelf, zul je van binnenuit weten oF het noodzakelijk is een fixatie in Je gee�r. het
lichaam of de onderbu ik te onde rzoeken ; je zult \Veten
w;111neer je geroepen wordt discipline op te brengen en goed naar iets moet kijken. En als je daar moeite voor
moet doen, he t zij zo. Neem de moeite ernaar re kijken, het re ondermekcn en bloot te leggen.
Nogmaals, al onze tîx:uies ontstaan op het niveau Vdll
ideeën. Een van de ingangen is kijken naar wat je gelooft ,
welke specif-Ieke gedachte maakt ebt je afgescheidenbeid
waarneemt of emotioneel verscheurd bent. Dit is de discipline, her inspanningsdeel van het verlichtingsprocc.s:
de bereidheid en de moed om te onderzoeken. Som_) is het nodig een vorm nn innerlijke vadsigheid of luiheid
te overkomen en jC?elf uit te dagen in helderheid naar
i ers re kijken. Ik zeg vaak n·gen mijn leerlingen d�H her n<HHI?akclijk
IS de moed te hebben om vragen te stellen. De moed om vragen te stellen kost echt energie . Er IS moed \'oor
nodig om iets echt grondig te onderzoeken. Er is focus en aandacht nodig om te kijken naar de onderliggende patronen in jezelf de overruigmgen dte ren grondsbg ltggen aJn een mentale, fv·sieke of emoriunelc fixatie. Als we oprecht elt eerlijk tegen omzelfzijn, is er imuir[efeen gevoel v,lJl \vat we vermijcleiJ. Als \Ve het kunnen opbrengen eerlijk te zijn. nxlcn wc vanzelf wanneer van on.s
gevra;lgd \vordr moeitt te doen. Als we goed luisteren zullen we ook voelen wanneer
het tiid i� om los te laten, wanneer het tiJd J.S om re larEn dcwn w:Jr :<lln·n genade bn. '\i/e zullen wetEn wanneer het tijd is om uns open te .stellen en iedere vorm van streven of striJden los te laten. en dat kan ook het loslaten van onderzoek of t\Vijfel berekenen. Er is een tijd om te welen vvan11eer je alle� hebt gedun wat jij kunt doen, w:mnccr je jE doe[ bt:reikt hebt, en de tiJd 10, btkomen om los re bren en je door iets anders te bren leiden dan je illusoire zelfgevoel.
lk kan er geen recept voor geven wanneer je her ene moet doen en wanneer hei andere - het i� een kwestie van gevoeligheid, een kwestie van eerlijk zijn tegenover Jezelf Soms vragen mensen me of ze zouden moeeen mediteren uf niet. 'Sommige mensen zeggen dat ik nier
175
moet mediteren, omdat je daarmee jezelf nog meer centraal stelt,' zeggen ze. 'Anderen zeggen d:H ik 70\1 moeren mediteren, omdat ik misschien nooit verlicht word als ik het niet doe. Wat denk jij'
Tegen die mensen zeg ik: 'Zeg het zelf maar- voel je je
gnoepen nm re mediteren? Het is geen kwestie van moeten of nier moeten ; het is zelfs geen kvestic of je geest of
je ego de vraag stelt. Wat gaat dieper? Wat z.it daaronder? \Vat weet je in werkelijkheid? \Vat weet je echt- ofje her
wilt weten of nier''
Dit is de belangrijke vraag. Ik denk dat een van de primaire taken van de leraar
is leerlingen te helpen contact te mak en met hun eigen intuïtieve, natuurlijke gevoel van richting- 'Je innerlijke leraar', zoals het soms genoemd wordt. lk ben me er wel van hewust dat veel mensen weinig gevoel hebben voor de innerli jke leraar. Er zijn mense n die zo in cont1ict met
zichzelf Lijn dat her hun bijna onmogelijk is hem cc vinden. In dat geval is een uiterlijke leraar misschien nodig
om richting te geven, om hun te laten zien welke richting ze in moeren slaan en waar ze naar moeten kijken om deze innerlijke leiding te vinden
Teveel memen schu iven de eigen verantwoordelijk
heid af Teveel mensen die spiricueel geëngageerd zijn willen dat iemand zegt wat ze moeten doen. Ze wi llen dat de leraar zegt: 'Doe dit of Joe dat nier. Mediteer zo kon of mediteer zo lang.' Als we die gewoonte volhouden, kunnen we spiritueel infantiel blijven. Op een bepaald punt
dienen we volwassen te worden; we moeten de innerlijke leiding in onszelf zoeken. Er zijn dingen die de meeste
176
mensen wel weten; ze wi llcn ze alleen niet weten. Ze \Ve
ten diep van binnen dat bepaalde dingen in hun levm goed gaan of ni<:>t, dat bepaalde delen van hun leven func
tioneel z.ijn en ande re disfunctioneel. Maar soms willen
we als mensen niet weren war ons niet zo goed uitkomt.
Daarom doen we alsof we het n iet weten. Het bclangrijbre is het 'Joen abuf' achter je te laten.
Er is voor alles e-en tijd en een plaats. Fr is een tijd om je in te spannen en gedisciplineerd cc z.ijn. Er is een tijd om los re laten en te beseffen dar je het niet alleen kunt, dat genade het moet doen, dat inspanning en geworstel en ijver geen rol �pelen.
Maar hegrijp één ding goed: her spoor van ons spiri tu el e leven - welk pad we ook gaan, of her een ge·
leidelijk pad of een direer pad is, uf het een pad van devotie is of iets anders - het spoor van ons spirituele leven en van alle spirituele bewustwording leidt naar
overgave. Uiteindelijk gaar het daarom in de spiritualiteit. Alles wat we op spiritueel gebied doen leidt ons
naar een spontane sta a t VdiJ overgave- 11aar loslaten. Daar gaat het allemaal heen, wat het pad ook is, wat
de beoefening ook is. Als je dat eenmaal weer, merk je dat elke stap op de weg weer een kans is om je over te geven. Het kost missch ien moeite daar re komen;
het kost misschien moeite je tut her punt te brengen
waarop je bereid bent je over te geven aan genade.
maar uiteindelijk komt de hele spiritualiteit neer op het loslaten van de illusie van her afzonderlijke zelf,
op het loslaten van ons idee van de \Vereld en hoe die volgens ons zou moeLen Lijn.
den wordt gebrKht. lk kan er als leraar •)p ZIJD minsr uitdrukking aan trachten te geven; ik tracht w goed mogel i j k In m i jn uiting tekort re schieten.
Hoc dieper wc gaan in de onmiddellijke ervaring van
zijn, van het ongeborene, niet w.:rvende, onge.-,chapcnc
dat wij zijn, hoe dichter we naderen tor non-dualireir in de ware zin. Met non-dualiteit bedoel ik leven voorbij
rchrief' en ahsoluur. T n zekere zin vcrvvijdr onze ervaring
zich zelfs voorbij het waarnemen van eenheid, zelfs voorbij het ervaren van eenheid. \X'c bodTc:11 JdL VllLC kcr n,
onze essentie veel dichter ligt hij zuivere porenrie. \Y./e
beseffen dar we louter potentic zijn, voordat ze iets is ge
worden - voordat Zè de Ene is gc.:worden, voordat ze het vele is geworden, voordat ze dit of dar is gcvmrcien.
Het ri jpen van bewustwording is een heel grondige
terugkeer tot onze essentie, rot de eenvoud die v.:e zijn, die: aan zijn en nier-zijn voorafgaat en voorbijgaJ.t. Hij gaar vooraf aan best�un en nier bcsraan. Er is daar een
verdwijnen, als het ware.:. wJ.arin onze geest zich niet langer ftxeen op enig nivc:au van ervaring. OnLe geest rlxeert zich niet op een bepaalde uiring. De neiging rot fixeren
is bevrijd. Dit is geen mystieke staat. I-kr is geen staar van im
mensiteit of een staar van bijzonderheid. Het is een staat van natuurlijkheid en gemale Op het menselijke vlak wordt zij ervaren als immens welhehagcn, w::ne naruurlijlJ1cid en grote eenvoud.
Op een ander vlak is 't het onmiskenbare gevoel Jat
war Je reis ook is geweest, er een zeker gevoel van onont-c �
koombaarheid is. Zoals een oude zenmeester zei, het is
!MO
als een karwei dar goed geklaard is. Aan het eind van de dag g,J je naar huis. Op een bepaald purH in je spiricuele
leven is her alsof alles spontaan nEergelegd wordt. Dit is moeilijk te begrijpen tor het jou echt overkomt. Spiritualiteit zelf wordt afgelegd. Vrijheid wordt afgelegd. Het is
noodukelijk voor ons om vrij re zijn van onze behoefte aan vrijheid, om ver licll l te zijn uit onze behoefte aan
verlichting. Op een bepaald punt begint dit vanzelf en spontaan
te gebeuren. 'X'e raken zelfs wat ik Je.: spiriruele wereld noem kwijt, omdat de hele idee van spiritualiteit zdf een
kunstmatigheid is. Het is op een zeker momenr misschien een noodzakeli;ke kurmmatigheid, maar nicncrnin een
kunstmatigheid. Op een bepaald punt lossen al l e kunst
matigheden op en vt:rdwijnen. Dat berekern niet Jat ze geen nut hebben. Het berekent alleen maar dat we zien dat alles transparant is. 'W'e zien dar alles, zoals Boeddha zei, voorbijgaand is. i\lles is vluchtig; alles is zoals in een droom. \Xfe realiseren ons dat zelfs onze groorste realisa
ties, onze mouisn.: aha-erlebnissen in feite dromen zijn in
de oneindigheid van het ongeborene. Het is bij na alsof we beseRen dar zelfs onze eigen grootse vcrlichting niets dan een droom was die nooit heeft plaatsgevonden. En
dan nog is er een besef van seralende werkelijkheid; door ales heen is er een stralende aanwaigheid.
Dezesraat van eenvoud en natuurlijkheid is, zoals ik zei, moeilijk te beschri jven . Er schuilt een gevaar in om het re beschrijven, omdat de beschrijving weer een beeld, een doel kan worden. Maar vroeg of laat gaat deze na
tuurlijke 'staat vao zijn' dagen. \XIanneer dar gebeurt, is
j dl
het alsof men 'daar voorbij gegaan is'. Het wordt in een van de boeddhistische gc:�chriften bcscbrt:ven als: 'Ge
gaan, gegaan, daar voorbij gegaan, volledig gt'gaan.'
Onze eigen bewustwording brengt ons voorbij alles. Her brengt ons zelfs voorbij bcw·usrwording zelf. om niet
te spreken van de verschillende vormen van spiritualiteit
of religie of wat het ook ma�:tr is geweest dat het bewustzijn voorbij zijn fixatie en identificatie met vorm heefr
gedreven. \Ve zouden kunnen aannemen dar wanneer iemands
bewustzijn ver genoeg gesregen is om los te zijn gekomen van de Lwaarrckrachr van Je droomstaat, zo iemand nooit terug zou v:11len. Je zou je bijna kunnen voorstellen
dat die mens in een soon transcendente mist verdwijnr. \;[aar dat is uiteindelijk niet wat er gebcun. Wanneer er
sprake is van volledig loslaten, van een totale devotie aan waarheid en alleen waarheid om de waarheid, dan merken we dat juist war we loslaren-de dualistische droom, de mens die wc dachten te zijn, het leven dar we voor ech t hielden - ons op een nieuwe manier toeroept. We
merken dat we, op een simpele en gewone manier, he
lemaal terug zijn in ons leven. \Y/e moeten het vcrlaten
zodat wc er weer in kunnen terugkeren. Zo<tls Jezus zei, moeten we ïn de wereld , maar niet van de wereld' zijn, hetgeen berekent ons in de wereld bevinden, maar niet door de wneld gevangen worden. \Xt'e zijn bereid in een lichaam te zijn, maar het is een bewuste incarnatie, en het is een vrijwillige incarnatie.
Als we eenmaal door dit terrein getrokken zijn, wat eigenlijk her reizen door een dwom is, dan ku11nen we
1H2
de vorm werkelijk bewonen - de vorm van ons eigen lichaam, de vorm van het leven zeiL Bewustzijn ga�u niet opn1euw over tot idenritlcarie. De reis naar bewust\vor
ding is nier slechts de reis van wakker worden, bevrijd 1.ijn van het zelf, en beseffen dat het leven zoals we het
kenden een droom was. Het is ook opn ieuw het leven ingaan, weer afdalen vJ.n de bergtop, al� hel ware. Zolang we op het hoogtepunt van bewllSnvording blijVl'n, in de transcendentie van het absolute, waar we voor ecmvig
voor eeuwig onaangeraakt en voor eeuwig l_. \,.
onsterfelijk zijn, is er sprake van een onvolledigheid in
onze realisatie. Verrassend genneg wordt het leven hij terugkomst heel
eenvoudig en gewoon. We voelen ons nier meer genood
zaakt huitengewone ogenblikken te ervaren en tramcen
dente ervaringen te hebben. 's Morgen s aan tafel zitten en em kop thee drinken voldoet uitstekend. Theedrinken wordt ervaren als een vnlm;l;Jkte uitdrukking van de uiteindelijke werkelijkheid. Het kopje zelf is een volmaakte uitdrukking van alles wat vve hebbc:n gerealiseerd. Als wc
door de gang lopen is elke stap een volledige uitdrukking van de diepste realisatie. Een gezin stichten, met kinderen omgaan. naar je werk gaan, op vakamie gaan- alles is een waarachtige uitdrukking van her onverwoordbarc.
In zeker opzicht gaar vcrlichting over in het gewone,
of in een buirengewone gewoonheid. We gaan ons realiseren dar het gewone buirengewoon is. Het is bijna alsof je achter een verhorgen geheim komt- dat \VC altijd al in
het beloofde land waren, dat we altijd al in het konink
rijk der hemelen ware11. Vanafhet allereersle begin was c:r
18.1
Oir is Je belofte van bewusnvording. Her is geen per
soonlijke belo fte aan jezelf, maar een belofte aan bewust
zijn zclt� c:n daarom aan alle mensen. Het is de belohc
van onverdeeldheid, van eenheid en van de wereld die
d:�ar misschien uit ontstaat. Geen van ons kent de we
reld die zou ontstaan als de hele mensheid in een staat
van onverdeeld bewnstzijn zo u komen. W'c maken ons
misschien een voorstelling van die wereld, maar eigenliJk
moeren wij allemaal tuegeven dat die wereld onbekend
is. Er kan geen beeld \Vorden geschapen van d1e \vereld.
\Xle zullen er allemaal achter komen \Vat die wereld mag
zijn als hij in vervulling gaat, wanneer dat ook is. Maar
deze eenvoudige en natuurlijke staat van bewustwording,
wanneer we onszelflenerlijk laren verdwijnen in absolute
eenvoud. wordt niet beschouwd als icrs bijzonders. Hij is
slechts naruurlijk. Hij is nier bete r of hoger dan iets of ie
mand anders. Her is slechts de natuurlijke staat van zijn.
Hij is geheel en al democratisch. Hij is ieders erfenis.
I t\8
Het verhaal van de trouwer�;
Ik \vil jullie ten slone een vcrhaal vertellen. Er zijn be
paalde momenten in het leven die lijken re belichamen
wat we hebben gerealiseerd. Voor mij was er precies zo'n moment- het was bijna alsof de hele spirituele reis voor mij werd samengevat in deze ene bijzondere ervaring.
Het gebeurde op een trouwerij. Het was een tamelijk grote trouwerij, die gehouden werd in een gymzaal. De
ceremonie had al plaatsgevonden en iedereen \Vas op zijn plaats gaan zitten. \XIe zaten samen re eren, re praten en ons kostdijk te vermaken. De energie was echt geweldig en warm.
Ik ben vaak zowat de snelste eter die ik ken, dus liep
ik zoals gewoonlijk nogal gauw terug naar het buffet voor een rweede portie. Ik laadde mijn bord vol met allerlei
lekkere dingen, draaide me om en keek uit over de gymzaal vol mensen. Ik vind rrouwerijen altijd verbazing-
l89
Hoofdstuk dertten
Een interview met Adyashanti
De lessen in Het einde van je wereld zijn in augustus 2007 in drie dagen opgenomen in San José, Cali
fornië. Nadar Adya deze reeks van lezingen had gehouden, kreeg Tami Simon, de uitgever van Sounds True, de gelegenheid Adya te interviewen en vragen re stellen in verband met deze lessen. De conversatie tussen beiden
volgt hieronder.
Tamin Sirnon Laten we teruggaan naar de metafoor waarin je verlichting vergeleek met een ruimteschip Mt los komt van de aarde. Hoe weten mensen of hun ruimteschip echt los is gekomen? Ik zou me kunnen voorstellen Mt sommige mensen het zich wijs maken. Misschien hebben ze veel boeken gelezen over spirituele verlichting en maken ze daarom de sprong in hun
geest dat er verlichting heeft plaatsgevonden, maar staan ze
193
11 wrrkr!ijkheid sfahtJ te 1purteren op dt grond Hoe Wi'tfll u1t ze/.·a d.zt wt zijn losgekomen?
AdvashJ.nti Die vraag is niet gemakkdijk re beantwoorden. De enige
man1er wa;nnp ik hem kan hcannvoorden is door te herhalen wat de aard van verlichting is .
lln rnornem van verlichting lijkt heel erg op het momenr waarop je wakkerword ruit een nachtelijke droom. Je hebt hel t;cvocl dat je Vdn de ene wereld in de andere komt, van de ene context in een volslagen andere contexc. Op gevodsniveau is dat het gevoel van verlichting. Dit hele afgescheiden zelf dat je voor echt hield. en zelf� de werdd die je als object, of als anders. z.ag, lijkt plotse
ling niet zo ech r �Js je dacht.
lk zeg niet dat her een droom is of geen droom is; ik zeg dat het bijna als een droom is. Up het momem van verlichting is er de ervaring dat het leven als een droom rs die plaats heeft binnen wat jij bem- b1nnen weidse, oneindige ruimte. Vcrlicht worden is nier hr.r ervaren
van weidse, oneindige ruimte, je ruim, verruimd of gelukzaJig voelen of z.oiers. Dergelijke gevoelens zijn ll1�schien een bijproduct van verlichting, maar niet vcrlichting zelf Verlichting is, geheel afgezien van de bijproducten ervan, een verandering van perspectief. Alles \Vat wc voor echt hielden, daarvan wordt gezien dat het helemaal niet echt is; het lijkt meer op een droom die plaats heeft bin��t:n Je oneindige ui tge
strektheid van leegte. Wat werkelijk cchc is, is de on
eindige uitgestrektheid van leegte. Op dezelfde manier
als waarop je droom, wanneer je 's nachts droomt. niet echt is; je g eest die je droom droomt, is in feite echt
-relatief gesproken.
V?amzarpijt' feuensgnchiedenn- uerte!t, zegje d11t het ruim
teschip rmz je wezen los van de grond kwam op een hepa,t/a' moment op et'l bepatdde d-'Lg - toen je u1jjèntwintig was.
Denk je d.zt het mogefi;k is d<lt bet schip er bij .'ommige mensoz een pa11r jam· oz,er dl·NI om los te komen - dilt a
niet een .�pnid,d momalt was W<t<trop !Jêt gebeurde, maar
tbzt hn hun grdeidefijk brgon te dagen dat hun ruimteschip
niet meer op de aarde Slorzd?
Ik heb dat ook gezien. Ik heb mensen ontmoet bij wie
verLichung zich bijnJ. als in retrospectief voltrok, alsof ze er ongemerkt door beslopen zijn. De overgang is wellich t niet gemarkeerd geweest door duidelijk te onderscheiden
momenten. Het is bijna alsof ze uit de droom gcslopen zijn of o nge merkt in de ruimte rerechr 1.ijn geko men, en dar z.c dan op een bepaald moment onderkenden dat het
gebeurd was, maar wanneer� Ze kunnen niet echt een bepaald moment aanwijzen waarop een verandering plaats
vond, maar ze erkennen Jar er op een bepaald moment een echre, totale vcrander i ng is geweest. Her kan je dus besluipen; zo kan het ook gebeuren.
Ik wil de metajóor n;é't tot m het absurde doorvoeraJ, maar
kun je zeggen du het rullme.\c/,ip een bepaalde bmndsto{ nodig heeft, en zo ja, wrfkr lmmd1toj>
t95
Ik •v·ou dat ik kon zeggen welke brandstof dat is. Ik weet
niet of her echt mogelij k i� ï.e zeggen war de brandstuC is,
omdat her niet beperkt is rot iets persoonlijks. Verlichting overkomt niet alleen mensen die het echt wen sèn .
Verlichting overkomt niet alleen mensen die er oprecht
op hopen. Her overko mt sommige mensen als een donderslag bij heldere hemel. Ik heb verlichte mensen ont
moet die helemaal niet op de spirituele weg vvaren . Ik heb
zelfs mensen ont moet die niets met spiritualiteit hadden en die als hij roverslag door verlichting getroffen zijn. We zouden dergelijke mensen niet oprecht kunnen noemen, en we zouJeu niet kunnen beweren dat Le spirituele re
alisatie nastreefden of er nok maar een duidelijk vcrlangen naar hadden. N a tu urlijk heeft de meerderheid van de
mensen die een verlichtingservaring heeft een zekere gedrevenheid, een verlangen gehad om zich bewust re worden van een hogere werkelijkheid. Dat is waar, maar het probleem is dar er telkens wanneer wc T.eggcn dat er 'dit'
voor nodig is, of 'd�H· voor nodig is, altijd wel voorbeelden zijn van het tegendeel . Verlicht ing is een my�terie. Er
is eigenlijk geen direct<: oorzaak voor aan te wijzen. Her
zou aardig zi!u als die er was, maar dat is echt niet zo.
\Vam1t'erj1j IJt't rulmwciJip beschr�ift, gebruik 7e dif' meta
fàor om te praten rma niet-blijvende verlichting tegowva bl�;zrende verlichting, nut het idee dtzt blijvende lierlichting beukent dttt je permanent buiten de zwattrtekracht liltn de droom.itaat, huiten ;e gewormtmf'iging staat om ;e te confi
gureren als an aftonder!�jk zelf Sta Pi buiten dil' ZWtJar
tekracht?
1%
Ik aarzel altijd om zo'n vraag te beantwoorden, maar ik zal her proberen. Ik heb n il't het gevoel dat ik daar beves
tigend op kan antwoorden. Zo is her niet echt. Daar ont
spoort de metafoor. N dergelijke metaforen, al dergelijke manieren om iets uit re leggen zijn precies dat- metafo
ren, en die hebben zekere beperkingen.
Ik zou zeggen dat mijn ervaring is dat ik geen enkele
gedachte die ik heb nog geloof. Ik ben niet in staat echt gelo of te hechten aan een gedachte die opkomt. Ik heb geen zeggenschap over welke gedachten er verschijnen, maar ik kan niet geloven dat de gedachte echt, waar of betekenisvol is. En omdat er geen enkele gedach te als echt, waar of betekenisvol gezien kan worden, heeft die
ervaring op zich al invloed; het is de ervaring van vrij·
he id. Als iemand dat 'voorbij de zwaartekracht \'an de
droomstaat Lijn' wil noemen, best, maar ik aarzel alrijd iets te beweren. Ik herinner er iedereen tegen wie ik praat altijd aan dat \Vat ik weer op dit moment, her enige is. Ik
weet niets over morgen . Morgen kan er wel een gedachte
voorbij komen die me zou kunnen vangen, aankleven, me in de afgescheidenbeid en begoocheling kunnen trekken. lk weer het nier- mJSSduen wel; misschien nier. lk kan dat niet voorzien. Het enige wat ik weet, geldt nu.
Daarom aarzel ik re zeggen dat ik een bepaald doel of eindstreep gehaald heb, want zo zie ik het niet. Zo kl inkt het wanneer ik onderricht geef maar dat is het beperkte van taal. Wat ik echt weer is dat ik niet weer . War ik echt
weer is dat er geen garanties zijn. Ik weer niet wat er morgen of het volgende moment gebeurt , of ik een moment
I ')7
later misleid wordt. 'J<lar ik wel weet is dat ik dar onmogelijk ooit kan weten.
Oké. ik aceepieer dur je nirt wat zuat er áJ de tut·konw :&ou
gt>hmren ll'll1lllet'r zich een Y;t'd,uhte z!oordoet die zrch nier
Lwt verjagc11. nwar U'ilnnt·a ht·b je uoor htt la<Ztst zo'n gcduhte gehad, tds je terugk�Jkt?
Even voor de duiddijklu:id, ik zeg niet dat ik geen gcdachrc bn krqgen dJe me ntet losbar, of dat ik gt>en gcdJchten heb die me niet loslaten. Er kan een gedachte
komen die een ogenblik van fascinatie bn veroort,aken, die et>n kortstondige erv:uing van een zekere atgeschei
dcnhcid kan veroorzaken. Ik zeg niet dat her nier kan geheuren nfcl;n her nier gehemt. 11.: ?cg dar, wanneer het
gcbcurc, de lJoof tussen dat her geheun en her doorz ien ervan heel klein is. Ik weer nier of er een roesrand is waarin dergelijke 'plakkerige ' gedachten of zulke momenten
van hsci natie nooit in het menselijke systeem zouJen ontstaan. Her lijkt me dar jt', als je een memelijk lichaam
en geest hebt, af en roe dergelijke ervaringen hebt. Het verschil is dar op een bepaald momenr de kloof russen een plakkerige gedachte en het verdwijnen ervan zo smal
wordr dat het ontstaan en bet verdwijnen bi jna gelijktijdig plaatsvinden.
Ik zott niet willen zeggen dat ik me in een staat bevind waar dergelijke gedachten rotaal nier opk omen . Her is alleen da t de IJoof zo klein wordt dat je op een bepaald
punt bijna geen kloof kunt zien. Ik denk dat ideeën dat
vcrlichting berekent dat je ergens rerechtkomr waar nooir
i9S
iets onaangenaams gebeurt, waar geen enkele bedrieglij
ke gedachte ooit door je bewustzijn gaat - dat juist die ideeën over vcrlichting waandenkbeelden zijn; zo lijkr
het nier le wc:rkeu. Bovendien, her doer er e igenl ij k nier toe. wanneer die
kloof zo smal is dat hij heel vlug doorzien kan worden, is dar plotseling ook onderdeel van de vrijheid. We beseffen dat her onbelangrijk i.s dat we een gedachte hadden, urndaL we er niet lang in blijven hangen. Dar is echr een a spect van de vrqhe t d. Ik denk dar al her ;mdere verltchring aanprijst als iets dar her nier is. Ik begrijp dat men
sen kunnen horen wat ik zeg en zich een beeld scheppen van wa t blijvende realisatie is. Maar dat is nier \Vat ik wil
beschrijven. Her is eerder zo dat de kloof tussen de verdeeldheid brengende gedachte en her geloofhechten aan
de gedachte bijna non-existent wordt.
Ik ben nieuwsgierig naar u.1e!ke situatie)· !mtig en moeilijk
voor je zUn In onze gesprekken heb;e rne verteLd dätje wel eem gefrustreerd raakt door jt computer, Wtlnnar, zeg maar,
je intemet-uerbinding of je printer l1et nit't doet. W�Jt doe je op zo'n moment? Doe je iets om clie kloof te dichtm of gaat het gt'luoon uanzelf
Nou, meesral is er frustratie en wordt die ervaren. Ik
ervaar her, maar er komt geen oordelende gedachte bij. Dar is essentieel. En ik beJod niet dal hc:t verworpen wordt, dat er geen aandacht aan geschonken wordt,
maar er is geen oordelende gedachte. In het algemeen komt her, wordt het gevoeld, is er geen oordelende ge
dachte over en gaat her voorbij. Her 'vordt nier belangrijk gevonden.
Er is geen secundaire gedachte als: 'Ik had niet gefrustreerd moeren •vorden' of: ''XTaarom raakte ik gefrustreerdl'nf wat ook. Her brengt gcdKhten merzich
mee, omdat het de gedachten zijn die de frustra tie opwekken . maar ze worden doorz ien als onwaar. Zien dat ze niet waar zijn verdrijft de frustratie.
Maar in het verleden zou het proces veel langer ge
duurd hebben. Het onde!7.oek was dan veel tmenser en
langduriger, en dan keek ik er goed naar. Maar zoals ik
zei, die kloof is nu kleiner geworden, zodat alles bijna
automatisch gebeurt. ln zekere zin is het net als bij een musicus. Hij oefent de wonladders en hij odènt de roon
hddcrs en h i j oefenr oe toonladders, en dan is het op een
bepaald moment zo geïnternaliseerd dat het bijna zonder bewuste intentie gebeurt. Bij mij gaat h et zo met onderzoek. Op een bepaald punt gebeurt her gewoon, mer weinig of geen bewuste intentie.
je pmt<t �·ût<k over ged<Zchten en geuoelens alsofzede twee
kanten lJtlrl een medäi!fe z�jn is her niet mogelijk gevoelens te hebben die niet verbonden ziJn met gedachten? Hoe zit het ma momenten van mtem ontZLzg ofwrMrdcring Vttn schoonheid, wanneer er spontt<tm tranen komen!' !s het op dngelijke momenten niet mogelijk dt<t je eigenlijk mets
denkt. mtlur dat er iet.r opwelt m je gevoel? Of mem je d<a we wel denken, mrltlr misschien op een mbtie/. onderbf'w!ISt
niveau'
200
Er bestaat war ik zuiver gevoel of zuivere emotie zou noc
men, zoals iedereen die een moment van grote schoonheid of ontzag heeft ervaren weet. Er z ijn zui vere zintuig
lijke waarnemingen, een gevoel dat binnen komr dat niet
door her denken wordr opgewekt. Het gebeu rt. Maar ik
zou zeggen dat de overgrote meerderheid van emoties die de meeste mensen voelen, een duplicaat zijn van her
denkproces; her zijn gedachten die emotte-� worden .
Ivfaar er bestaar zuiver gevoel dat her denken l inks laat liggen . Daarmee reageert dit voelende insrrumtnt van ons, dit prachtige voelende instrument dat we lichaam
noemen op de omgeving, en dat is een zui vere wisselwerking: het is geen virtuele wisselwerking.
A/Ie denken is virtua/?
Zeker, alle denken is virtueel.
Maar aLs er gevoelens bntam1 die niet uit het denken voortkomen, zijn er d an mi.rschten onderbuikgevoelens die ook niet uit het denken voortkomen?
De onderbuik is een andere manier waarop we de \Vereld aanvoelen. Je hoort bet als mensen zeggen : 'Ik voel het
aan mijn water.' Voelen met de onderbuik is een zeker
imu"itief vermogen ; het is een i nstinctieve manier van we
ren. We voelen dingen aan via die plek in het lichaam; onze onderbuik is een intllltief voelorgaan. Naruurlijk
kunnen \VC dingen voelen die een dupl icaat zijn van de geest- angstige gedachten , boze gedachten, conflictueuze
201
!v1îjn eigen leraar heeft me bepaalde dingen in de loop der jaren honderdm keren vcrreld . En pas na tien jaar dacht ik: 'Ach, nu snap ik her. Nu begrijp ik her. Nu is !tet ingedaald.' Hoc had ik het tien jaar eerder moeten dwingen? Had ik het kunnen forceren? Het ziet er niet naar uit dat ik dat had gekund.
Dit is misschien niet de kracht gevende sp i rituele instructie die je z.ochr, maar alles hedl- zijn tijd ; alle-; heeft zijn plaats. Het ego heeft geen macht over wat er gebeurt. Het fn;nz bepaal t wat er gebeun. Aandringeu op iets Jat ons kracht geeft, onmiddellijk, om in onszelf te duiken en alles te zien wat we nodig hebben om verlicht te >Vorden, gaat tegen de ervaring van memen in.
Alles gebeurt op zijn tijd. Jij hebt er geen macht over.
Oir is niet iets war wc -.villen horen, of wel? Het is niet tets wat ons denken wiL Het liefst horen wc dingen die ons gevoel van macht versterken. En wc verwerpen radi
caal alles wat ons gevoel van macht nier vergroot. Ik vertel mensen dit voortdurend. Wanneer je begint
te aanvaarden war je voor waar houdt niet wat ik zeg, maar jouw ervaring- dan verandert alles.
Heel vaak komen er leerlingen bij me die zeg-gen: 'Ik kan hier niets aan doen, aan dit onderdeel van mijn be
drieglijke apparaat, dit onderdeel van mijn persoonlijkheid.' Dan vragen ze: 'W'ar moer ik doen? Wat doe ik eraan? ' Vaak z.eg ik: 'Laten we eens teruggaan. Je hebr me
net vendd Jar er niets is dar je kunt doen. Is dat waar?
Heeft iets rot nu toe gewerkt?' ' Nee, niets heeft rot nu toe gewerkt.' En ik vraag: 'Kun je iets vinden wat je kunt doen? Zie je iets wat je kunt doen?' En soms zeggen ze:
208
'Nee, eerlijk niet, ik zie niets wat ik kan doen.' En ik zeg Jan: '\Var zou er gebeuren als je dat Jee! van je ervaring, dat jou vertelt dat er niets is wat je kunt doen, echt rot je door lier dringen? En wat als je er eens nora van nam, in plaats van het te verwerpen?'
\XIanneer ze dit begrijpen - niet slechts conceptueel, nier ab een leerstelling die Jê kunr ahvijzcn, maar die je
echt lichamelijk toelaar-dan begint deze realisatie, hoe het is om zonder weerstand te leven, alles te veranderen. Soms bevatren de ervar ingen die we afwijzen de meest
transformerende inzichten die \Ve moeten krijgen. \Xfie zou van10cdcn dat inzien dat er niets , maar Jan ook niets is wat ik kan doen, transfarmerend zal tijn? Dat wordt ons niet geleerd. Ons wordt geleerd dar stuk ken
nis ten koste van alles uit de \Veg te gaan. Zelfs als je die ervaring wel hebt, jaar na j.ur, decennium na decennium
zelfs als je he rzelfde steeds weer blijft ervaren is de impuls her uir de weg re ga:m, her nier binnen te laten,
het weg te duwen. Begrijp je war ik bedoel? We zijn allemaal junkies. Echt, wc zijn allemaal jun
kies die high en vrij willen zijn. Het is dezelfde dynam iek. Het is de alcoholicus die beseft: 'Er is niets wat ik kan doen,' d ie up weg is nuchre r te worden . Zolang iemand in die positie zegt: 'Dit kan ik. Ik heb er macht over. Ik kan b ieruit komen,' zal er geen verandering plaatsvinden. Tot de bodem ga:1n is niets meer dan de zaak niet langer ontkennen. Er is niets wat ik kan doen, en kijk eens waar ik ben. W'e hoeven niet zoveel re weten over wat we moe
ten doen. We moeten een spiegel voor om hebben, zodat wc kunnen zien wat we zien. \Vannccr die alcoholicus
209
geen enkele leer mij redden van mezelf. Ik besefte dat ik die autoriteit niet van me af kon schuiven.
En dar was op dar momenr heel beangstigend , natuurlijk. Ik dacht, lieve God, hou ik mezelf niet voor de gek? Op dar ogenblik wist ik dat ik niet veel wist. En toch,
daar stond ik, vastbesloten dat ik alles in mezelf moest verifiëren.
Veel mensen hebben me verteld dat ze zich beschouwen als mijn leerling en dat het anders is dan studeren
onder andere leraren, omdat ik niet het soort sp irituele
leraar ben dar een persoonlijke relatie met zijn leerlingen
heeft. Ik kom, geef onderricht, we hebben contact met elkaar wanneer ik onderricht geef, maar ik heb geen re
traitecentrum; ik heb geen ruimte waarin we informeel met elkaar kunnen omgaan . Her gaar om her moment.
Dit is tussen haalcjes niet de enige relatie die je met een leraar kum hebben. Ik denk dat intieme leerling
leraar relaties ook een grote rol te spelen hebben. Toen ik meer leerlingen begon re bereiken, toen het van klein naar vrij groot ging in de loop van verscheidene jaren, waren er mensen die de intimiteit misten. Die werkte goed voor sommige mensen- ik gaf dan onderricht; we dronken thee of lunchten of ontbeten daarn2, en dat beviel bepaalde mensen goed. Toen her onderricht geven
een grote omvang aannam en de structuur wel moest veranderen, gedijden sommige mensen er nier meer bij. Ze moesten iets vinden dar meer aan hun behoefren beantwoordde, waar meer intimiteit was.
Juist door het karakter dat het heeft, is de manier waarop ik onderricht geef er een waarbij mensen zowel op eigen
220
benen moeten staan, als door zelfstandig te zijn een zekere intimiteit met elkaar moeten vinden. Daar ontmoet ik mensen in die setting, waarin ik hen zie als heel en capabel en in het bezit van vermogens waarvan ze zich misschien niet bewust zijn. En in die positie, waarin ze hun eigen in
nerl ijke toereikendheid beginnen te ontdekken, daar ontmoeten we elkaar. Ik ontmoet mensen niet in hun ontoereikendheid, daar waar ze denken dat ze niet capabel zijn. Hoe zelfbewuster ze zijn, hoe dichter we elkaar kunnen naderen op een zeer persoonlijke, onpersoonlijke manier.
Er zijn veel invloeden die ons te hulp komen wanneer we bereid zijn op eigen benen te staan - geziene en ongeziene, bekende en onbekende. Het punt is dar je niet
verstrikt raakt in her idee dat alles draait om alleen zijn. Dat is een bijzondere ervaring van een moment van op
jezelf staan, van jezelf confronteren, van je niet vastklampen aan de leraar, de rradi tie of de leer - ook niet aan de
mijne, trouwens. Plotseling sta je er alleen voor ; dat is de
eenzaamheid. Maar wanneer we die onder ogen zien, en we bereid zijn om die te ervaren, merken we, geheimzinnig genoeg, dat we ons in groot gezelschap bevinden. Er zijn veel mensen die hetzelfde doen. De leer wordt op een andere manier gezien; de leraren die we volgen, worden dan op een andere manier gezien. Daaruit ontwikkelt zich een veel volwassener relatie.
je hebt in andere interviews gezegd dat, tijdens wat je noemt je 'laatste verlichting' toen je tweeëndatig was, het zien van
je vorige levens onderdeel van die ervaring was. Ik realiseer me dat je daar niet gmag over praat.
22!
Op dir momene heeft de Geest deze ervaring. Als je me
vraagr: 'Hoe zal de dood zijn?' dan herken ik me niet in de opvaning dar de dood echt zo plaatsvindt zoals we denken. Ik heb niets in me dat zich de dood als een echt feit kan voorstellen. fk herken me in de dood als een er
varing. Net a!s de volgende ervaring. Het lijkt me geweldig om te zien wat dat voor een ervaring is. Maar ik kijk er nier naar met een gevoel van onontkoombaarheid of met een van de gewone ideeën die mensen over de dood hebben.
Denk je dat er een kwaliteit van erMring beschikbaar is na
de dood dit• er niet iJ wanneer je leeft?
Verlicht worden is sterven. Dar is het. Toen de verlichting plaatsvond, stierf ik. Alles verdween, alles werd uitgewist. Alles wat iedereen het meest vreest gebeurde in mij. Totale leegte . Absolute non-existentie. Niets, niets, niets. Op dat rnornem, geen vorig leven, geen leven nu niets
geen bewustzijn, geen geboorte, geen ziekte, niets van dat alles. Zero. Het is precies waar iedereen doodsbang voor is. Dat IS wat mij overkwam; dat is dood.
En laar het nu zo zijn dat de dood het leven zelf is. \Y/e moeten sterven om waarlijk te kunnen leven. Wc moeten absolute non-existentie ervaren om waarlijk te kunnen bestaan, op een bewuste manier.
fk ht'b mensen horen zeggen: 'Er zal van alles tot je be
_,chikking komen als je gestomen bent, maar zolang je in een memelijk lichaam zit, kun je dit ,tl/es niet weten. Als je
eenmaaL niet meer in een lichaam zit, dan komt er genoeg
kennis vrij.'
We zullen precies ervaren wat v.'e geloven. Als je dat gelooft, ervaar je dat ook. Bedenk goed dat er niet zoiets
is als 'objectieve' werkelijkheid, een objectieve manier waarop alles moet werken. Het werkt zoals je droomt
dat het werkt. Alleen zo werkt heL Dat is het enige wat er gebeurt. Dus als iemand dat gelooft, berekent her dar dir de droom is die her bewusrzi jn via hem heeft, maar die droom heeft niet meer geldigheid dan iedere andere droom.
Op het momen e van lichamelijke dood valt de lichamelijke ervaring natuurlijk weg. In zekere zin is her een geforceerde verlichting. Wanneer het fysieke lichaam
wegvalt. zal de persoonlijkheidsrrucruur ook we�,'vallen. Her is niet dat je onthecht raakt; de structuur wordt weggenomen. Op dat moment komt er veel beschikbaar,
omdat veel waar je je aJ.n vasthoudt er niet meer is. Je droomt het lichaam niet meer tot bestaan - het is er gewoon nil"t. Wordt er dus veel mogelijk? Natuurlijk.
Hetzelfde geldt voor sommige mensen die bijna dood zijn. Enkele van de meest verbazingwekkende ervaringen die ik heb gehad waren met mensen die heel dicht bij de dood waren. Ik ben ze op gaan zoeken en bij hun bed gaan ·lieten. En degenen die er klaar voor zijn hebben al losgelaten. Als je bij hun bed zit, kun je de dood voelen naderen en hoe ze het lichaam al losgelaren hebben. Ei
genlijk zijn ze al gestorven, ze hebben al losgelaten en ze weten al, sommige van hen, dat alles goed is.
Voor een overzicht v�ln onze titels (met tekstfragmenten) kunt u ook kljken op onze website:
wv.samsarabooks.com
Daar vindt u informatie over de boeken in voorbereiding, de agenda met informatie over lezingen
van onze auteurs en kunt u zich opgeven voor onze nieuwsbrief of een catalogus aanvragen.
Samsara Uitgeverij Lw Herengrach r 341
l 0 1 6 AZ Amsterdam Telefoon: 020- 5550366
Fu: 020- 5550388 E-mail: [email protected]