http://www.tangali.net

Publicatie 077

Alhaaj Mohamed Juzoef Tangali Qadri

De veroordeling(Fatwa) vanRafizie Tabarra’ie

Mujaddid-e-Dien-o-MillatHuzoor Ala Hazrat AshShah Imam Ahmed Raza

Khan radi Allaho anho

Originele versie: Tabarayyie Rafzayyo (Shia) ka rad (Urdu)Uitgave jaar: 1320 Hijri/1902

Engelse vertaling: The condemnation of Raafizaa Tabarraee ShiaVertaler: Shamsul Haque Misbahi, Jamia Imam Ahmad Raza, South AfricaUitgegeven: 23 februari 2007

Copyright © M.J. TangaliAmsterdam, 20 november 2012/6 Muharram 1434

1e drukUitgever: Stichting Noorani Islamic Research Institute

E-mail: info@tangali.netWebsite: www.tangali.net

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijzedan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uit-gever.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permissionfrom the publisher.

Allah in de naam van, de meest Genadevolle en demeest Barmhartige

Vraag van Seetapur verzonden op 24 Zi Qa'adah 1319Hijri  door  eerwaarde  Hākim  sayyed  MohammedMahadi saheb

Wat zeggen de islamitische theologen over deze zaak,dat een sayyed en soennie vrouw overleed zijn? Haarneven zijn Rafzie Tabarra'ie. Ze willen een aandeelhebben van haar linker erfgoed als Asabah, maar in deRafzie denkschool is het niet aangetoond. Hebben zijin dit geval recht op een aandeel van de nalatenschapof niet?

Antwoord

“Alle lof zijt aan Allah Die ons begeleid en ons beschermdtegen Rifz (zijnde Rafizie) en Khuroej (zijnde Khariji) enons bevrijd heeft van alle soorten calamiteiten. Zegeningenen Duroed zijt met onze Meester, onze toevlucht enbescherming Mohammed sallallaaho alaihi wa sallam en

zegeningen en zegengroet zijt met zijn familie en metgezel-len, die de eersten zijn in het geloof en de beste in gerechtig-heid en trouwheid in geloof en gezindheid. Amien.”

In de hierboven genoemde vraagstelling, kunnendeze Rafizie neven geen aandeel ontvangen van denagelaten bezittingen door Sayyeda Soenniyyah. Infeite hebben ze geen rechten, zelfs al waren zij haarechte broers, laat staan dat ze haar neven zijn. Boven‑dien, al waren ze in relationele verhouding dichterbijelkaar dan broederschap, en zelfs als ze niet de deniervan Oesoebat (zijnde een Asbah), omdat hun ont-vreemding van een aandeel uit de nalatenschap tewijten is aan het verschil in hun godsdienst. Dit wordtverklaard in Sirajiyah: “De factoren voor het ontne-men van het erfgoed, (een van hen is) verschil van dereligie.”

Het onderzoek van het vonnis en de uitwerking vande verklaring kan van dien aard zijn, dat de RafizieTabarra'ie die de Shaykhain Hazrat Siddiq-e-Akbaren Hazrat Faroek-e-Azam niet respecteert, of een vanhen beledigingen (al is het slechts in de mate dat hijde wijzigingen niet aanvaardt als Imam en ware Kha-lifah).

In het licht van de verklaringen van de betrouwbarebronnen van Fiqh-e-Hanafi (Fiqh denkschool islamiti-sche jurisprudentie) en volgens de verificaties en de

uitspraken van de algemene leidende juristen is hijexpliciet een ongelovige. Dit wordt verklaard in Durr-e-Mukhtaar die gepubliceerd is door Matba'a Hasha-mi op pagina 64: “Als iemand een van de noodzake-lijkheden van de religie ontkent, dan is hij een Kafir(ongelovige).” Bijvoorbeeld, om te zeggen:

“Allah Ta'ala is zoals de fysieke lichamen of weigeren hetSahābiyyat (metgezelschap) te accepteren van HazratSiddiqui radi allaho anho.”

Dit wordt verklaard in Tahtawie Hashiyah Durr, deel1 pagina 244, dat gepubliceerd is in Egypte: “wa izaaiegtalaafah.” Op dezelfde wijze is de weigering vanzijn Khalifah (kalifaat) is ook Kufr (ongeloof).”

Als een Rafizie Maula Ali KaramAllah wajhahoe beteracht dan alle metgezellen radi Allaho Ta’ala anhoem,dan is hij een vernieuwer en gedwaalde, en als hij deontkenner van de Khalifah van Hazrat Abu Bakr radiAllaho anho is, dan is hij een kāfir.

1. Het staat vermeld in Fath-ul Qadir Sharh (com-mentaar) van Hidayaa, deel 1 pagina 248, en gepu-bliceerd in Egypte en in Hashiyyah Tabyien-ulAllama Ahmad Al-Shalbi, deel 1 pagina 135, even-eens gepubliceerd in Egypte: “Onder de Rafizie,als er iemand is die zegt dat Hazrat Ali superieuris aan drie kaliefen, dan is hij een gedwaalde. Enals hij weigert het kalifaat van Hazrat Abu BakrSiddiqui en Hazrat Umar Farooqui radi Allahoanhoma te accepteren, dan is hij een kāfir.”

2. Het is in Wajeez Imam Kardari gepubliceerd inEgypte deel 3 pagina: “De ontkenner van kalifaatHazrat Abu Bakr radi Allaho anho is een kāfir.” Ditis de juiste uitspraak. “En, de ontkenner van hetkalifaatschap van Hazrat Umar Farooqui radi Alla-ho anho is ook een kāfir.” Dit is de meest correcteuitspraak.

3. Dit is in Tabien-ul Haqaeq Sharh KanzulDaqaeque, deel 1, gepubliceerd in Egypte, ImamMurghienaani zei: “Salāh is geldig achter een ver-nieuwer en Badmazhab (een van de uittreders),(maar) het zal nooit geldig zijn achter een Rafizie,Jahmie, Qadrie, Tashbiehi en iemand die zegt datde Qur’aan een creatie is.” Samengevat en de afge-leide betekenis van de bovenstaande verklaring is,dat als de persoon in kwestie niet tot kāfir wordtgerekend vanwege zijn geloofsstroming, dan isSalāh achter hem geldig, edoch het zal makroeh

(niet goed gedaan) zijn. Anders, als hij kāfir wordt,dan is het Salāh (achter hem) niet geldig.

Dit wordt onderschreven in Fatãwa Alamgieriyah,deel 1 pagina 84, gepubliceerd in Egypte, na debovenstaande paragraaf en eveneens is het vermeldin Tabien-ul Haqaaeque en Khulasah, en dit is decorrecte uitspraak en dezelfde is bekrachtigd in Ba-daai'e.”

In zijn deel 3 pagina 264 en in Bazzaziah deel 3 pagina319 en in Al Ashbah Qalamie fanne Thani Kiaabussiy-ar en Athaaf-ul Absaar wal Basaaier pagina 187, inFatãwa Anqarwiyah deel 1 pagina 25 en in WaqeaatulMuftien pagina 13, allen gepubliceerd in Egypte, er iseen citaat uit Fatãwa Khulasah: “Als er een Rafiziewerd het lasteren van de Shaykhain (Hazrat Abu Bakren Hazrat Umar, radi Allaho anhoma), dan hij is eenkāfir. En als hij Hazrat Ali superieur acht boven Haz-rat Abu Bakr Siddiqui en Hazrat Umar Farooqui radiAllaho anhoma, dan zal hij een vernieuwer en afwij-kende zijn, maar niet een kāfir.”

Op de pagina van de bovengenoemde dezelfdeFatãwa Aalamgiriyah en Barjandi Sharh Niqayah,deel 4 pagina 2, gepubliceerd in Lucknow, is er eenalledaagse van Fatãwa Zahieriyah: “De ontkennervan imaamat van Hazrat Abu Bakr radi Allaho anho iseen kāfir en volgens de uitspraken van sommige

theologen is hij een Badmazhab, maar niet een kāfir.De juiste uitspraak is dat hij een kāfir is. Ook volgenshet correct oordeel, de ontkenner van het kalifaat-schap van Hazrat Umar Farooqui radi Allaho anho isook een kāfir.

Op precies dezelfde plaats is een citaat uit FatãwaBazzaziyah: “Het verklaren, dat alle Rafizies, Naasi-bies en Kharijees kāfir zijn is Wājib (noodzakelijk),omdat ze zeggen dat Amier-ul Mu'minien HazratOesman, Hazrat Ali, Hazrat Talahaa, Hazrat Zubairen Hazrat Aa'eshah radi Allaho anhoem allen kāfir zijn.”

Dit wordt verklaard in Bahr-ur Raaeque, deel 5 pagi-na 131, gepubliceerd in Egypte: “Dit is de meestcorrecte uitspraak, dat de ontkenner van de imaamaten kalifaat van Hazrat Abu Bakr of Hazrat UmarFarooqui radi Allaho anhoma, een kāfir is.”

Het staat in Majma'ul Anhur Sharh Multaqal Abhur,deel 1 pagina 105, gepubliceerd in Custantuniyah(Istanbul): “De Rafizie, indien hij slechts Tafzieliyyahis (geloven dat Hazrat Ali beter is dan Shaykhain radiAllaho anhoem, dan hij is een Badmazhab. En als hij deontkenner van het kalifaat van Hazrat Abu BakrSiddiqui is, dan is hij een kāfir.”

Het is geschreven op pagina 631 van hetzelfde boek:“De persoon die ontkenner is van het metgezelschapvan Hazrat Abu Bakr Siddiqui radi Allaho anho, is eenkāfir. Ook iemand die ontkenner van de imaamat vanHazrat Abu Bakr radi Allaho anho, is een kāfir volgensde meest correcte uitspraak van theologen. Ook deweigering van het metgezelschap van Hazrat UmarFarooqui radi Allaho anho is Kufr volgens de meestcorrecte uitspraak van theologen.

Dit wordt verklaard in Ghuniyah Sharh Muniyah,pagina 514, gepubliceerd in Constantuniyah (Istan-bul): “De betekenis van de Badmazhab is, indien ie-mand die geen ongeloof tegenover de Ahlus Soennahwal Jama’ah heeft, dan is zijn Iqtidaa (hem als Imamvolgen in het gebed)  met Karaahat toegestaan, dat iswanneer zijn overtuiging hem niet leidt naar Kufr,maar als het hem wel meeneemt naar Kufr, dan is zijnIqtidaa niet toegestaan.

Net als de extremistische Rafizies die verkondigendat Hazrat Ali radi Allaho anho Allah is of het Profeet-schap was voor Hazrat Ali bestemd en Hazrat Jibraïlheeft een fout gemaakt. Evenzo zijn dergelijke veellogenstraft en uitspraken Kufr. En evenzo, (die per-soon is kāfir en zijn Iqtidaa is niet toegestaan) dievalselijk beweert tegen Hazrat Aisha Siddiqah radiAllaho anha en het metgezelschap ontkent, het kalifaat

van Hazrat Abu Bakr radi Allaho anho of laster jegensde Shaykhain radi Allaho anhoem.”

Het is geschreven in Kifayah Sharh Hidayah, deel 1,gepubliceerd in Mumbai en in MustakhlasulHaqaaeque Sharh Kanzuddaqaaeque, pagina 32, ge-publiceerd door Matba'a Ahmadi: “Als Badmazhabi(misleiding) zodanig is, dat het de persoon leidt totKufr zoals Jahmie en Qadrie die zegt dat de Qur’aaneen schepping is en de extremistische Rafizie die hetkalifaatschap ontkent, dan is Salāh achter hem niettoegestaan .”

Het is geschreven in Sharh Kanz Lil Mulla MiskienAla Hamishe Fath-ul Mu'ien, deel 1 pagina 208, gepu-bliceerd door Matba'a Misr: “Het is vermeld in Kula-sah, dat Salāh geldig is achter een misleide, behalvede Jahmi’ah, Jabri’ah, Qadri’ah, de extremistische Ra-fizies en degene die zeggen dat de Qur’aan een creatieis en Mushabbih.

Deviante sekten in een notendop, een die wordtgeconfronteerd met onze Qibla, als hij niet een extre-mistische dat zijn afwijking heeft hem uitgeroepen als

een kāfir, dan is namaaz achter hem met Karaahatgeldig. De betekenis van de extremistische Rafizie is,iemand die weigert het metgezelschap van HazratAbu Bakr Siddiqui radi Allaho anho te erkennen.

Dit is in Tahtawi Ala Maraaqil Falaah op pagina 198gepubliceerd door Matba'a Misr: “De ontkenner vanhet metgezelschap van Hazrat Abu Bakr Siddiqui radiAllaho anho is een kāfir.”

En wordt in Fath-ul Qadier vermeld, dat de ontken-ner van het metgezelschap van Hazrat Umar Fa-rooqui radi Allaho anho ook een kāfir is. En is vermeldin Burhaan Sharh Mawahib-ur-Rahmaan, dat de ont-kenner van het metgezelschap van Hazrat OesmanGhani radi Allaho anho ook een kāfir is en Salāh is niettoegestaan achter een persoon die de geldigheid vanMasah al-Khuffain (masah op sokken) ontkent of hetmetgezelschap van Hazrat Abu Bakr radi Allaho anhoen achter degene die de Shaykhain belastert of valse-lijk Hazrat Aisha radi Allaho anha beschuldigt. Na-maaz is ook niet geldig achter degene die een van defundamenten van de religie ontkent, omdat hij eenkāfir is. Zijn rechtvaardiging wordt niet geaccepteerden het zal niet geteld worden als een fout van zijnstandpunt.

Het is geschreven in Nazmul Faraaed Manzoom eAllama Ibne Wahbaan Hamish Mujiebiah op pagina

40 gepubliceerd in Egypte: “Een persoon die HazratShaykhain vervloekt of belasterd is een kāfir. En de-gene die beweert, dat de betekenis van ‘Yadullah’ de"hand van Allah" is, is een veel slechter kāfir. En depersoon die de Kalifaat van Hazrat Aboe Bakr radiAllaho anho weigerde, zijn Takfier (om hem te verkla-ren als een kāfir) is correct. En hetzelfde is het oordeelover de weigering van het Kalifaat van Hazrat UmarFarooqui radi Allaho anho in de meest heldere en cor-recte manier.

Het is geschreven in Taysier-ul Maqaasid Sharh Wah-baaniyah Lil Allaamah Al Shranbulaali, een handge-schreven versie, Kitaabussiyar: “Als de Rafizie deShaykhain radi Allaho anhoma vervloekt, dan wordt hijeen kāfir en als hij Hazrat Ali radi Allaho anho bovenhen acht, dan is hij is een misleide Badmazhab, en nieteen kāfir.”

Het wordt vermeld in hetzelfde boek en op dezelfdeplaats: “(Uit het oogpunt van theologen) de ontken-ner van de Kalifaat van Hazrat Abu Bakr Siddiqui radiAllaho anho is een kāfir en hetzelfde is het verdict voorde ontkenner van het kalifaat van Hazrat Umar Fa-rooqui radi Allaho anho. Dit is het duidelijkste state-ment in deze context.

Dit wordt verklaard in Fatwa Allama Noeh Aafandi,in Majmoe'ah Shaikhul Islam Ubaidullah Aafandi, inMughnil Mustafti an Suwalil Mustafti en inUqooduddurriyah op pagina 92-93 uitgegeven doorMatba'a Misr: “Rafizie zijn kāfir, wegens verschil ingeloof. Een ervan is de weigering van het Kalifaat vanShaykhain. Een ervan is dat ze Shaykhain radi Allahoanhoma vervloeken, moge Allah de gezichten van deRafizie in beide de werelden zwart maken. Dus, eenieder die een van de bovenstaande genoemd overtui-gingen onderschrijft is een kāfir.

Het is geschreven in dezelfde genoemde boeken: “Hetvervloeken van de Shaykhain radi Allaho anhoma isvergelijkbaar met het vervloeken van de Profeet sallal-laaho alaihi wa sallam.” Imam Sadr Shaheed zei: “Dege-ne die de Shaykhain vervloekt of hen vervloekte iseen kāfir.”

Het staat vermeld in Uqooduddurriyah, na de verkla-ring van de Fatwa: “Moge de geleerden van Oesma-niyyah kalifaat worden gezegend met de Goddelijkehulp.”

Onder hen, die bekroond werden met de titel Shaikh-ul Islam, passeerden vele Fatãwa over Shia, een aantalvan hen hebben de Fatãwa in details uitgewerkt inhun boeken. En onder hen, die Fatwa van Kufr enIrtdaad van Rawaafiz vonniste is Muhaqqique Mufas-

sir Abu Masood Aafandi Amaadi, hoofd van Muftiesvan Groot-Oesmaniyya regering.

Allama Halabi Kawakibie heeft zijn verklaring geme-moreerd in het commentaar van zijn Mazoem-e-Faqieh als Fraaed-e-saniyyah. Het staat geschreven(met de hand geschreven versie) in Ashbah Qalami,tweede lid, Baburwaat en in Athaaf op pagina 187, inAnqarwie deel 1 pagina 25 en in Waaqiat-ul Muftienop pagina 13 als citaat van Manaaqib-e-kardari: “Ie-mand die het kalifaat van Shaykhain radi Allaho anho-ma ontkent of hen haat is een kāfir, omdat ze degeliefde zijn van de Boodschapper sallallaaho alaihi wasallam van Allah.”

Zelfs hebben sommige gereputeerde geleerden ver-klaard, dat Rafizie kufār zijn van de ergste soort,omdat hun bekering niet is geaccepteerd. Het is ge-schreven in Tanwier-ul-Absaar Matan Durre Mukht-aar op pagina 319, gepubliceerd door Matba'aHashimie: “Het berouw van elke murtad (afvallige)wordt aanvaard, behalve het berouw van degene diekāfir werd vanwege het beledigen de Profeet sallal-laaho alaihi wa sallam of als gevolg van belastering vande Shaykhain, beide of een van hen radi Allaho anho-ma.”

Dit wordt verklaard in Ashbah wal Nazaaer QalamieFanne Thaani Kitabussiyar en in Fatãwa Khairiyah,

deel 1 pagina 94 – 95 en in Athaaf-ul-Absaar walBasaaer op pagina 187, beide gepubliceerd in Egypte:“De kāfir die zich bekeert, zijn berouw wordt aan-vaard in deze wereld en in de wereld Hiernamaals,maar er zijn enkele kufār waarvan berouwen nietgeaccepteerd zijn, dat is iemand die onze geliefdeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam beledigd of eenProfeet Alaihimussalaam en degene die de Shaykhainvervloekt, zowel een of beide radi Allaho anhoma.”

Het staat in Durre Mukhtaar geschreven: “De beteke-nis is (het is geciteerd in Bahrurraeque met de referen-tie van Jauharo Nayyirah Sharh Mukhtasar Qudoorivan Imam Sadr Shaheed): “Iemand die de Shaykhainradi Allaho anhoma belasterd of die hen vervloekt is hijeen kāfir. Echter, zijn berouw wordt niet geaccepteerden dat is de uitspraak die doorgegeven is door ImamDaboesi en Imam Abul Faqieh Laith Thamarqandi.”En dit is de gekozen verklaring voor Fatwa. Op dezeuitspraak is de Ashabah standvastig en Allama Shaik-hul Islam Mohammed Bin Abdullah Azeezi hield hetintact en bewaard (heeft ervoor gekozen). En, het iszeer duidelijk hieruit dat elke kāfir nooit een aandeelvan het erfgoed van een moesliem kan krijgen.

Dit wordt verklaard in Durre Mukhtaar op pagina283: “De obstakels van het erfgoed zijn, slavernij,Moeries (de doden van de eigenaar van het erfgoed)en het verschil van de islam en kufr tussen Moeries enWaries (opvolger).”

Het staat in Tabyienul Haqaaeqe deel 6 pagina 240 enAalamgeeri volume op pagina 454 geschreven: “Hetverschil van religie tussen moeries en wāries is ook hetobstakel van erfgoed. En de betekenis is het verschilvan de islam en kufr.” Of het nu een Rafizie of eenWahabi of kalimahgo (iemand die de Kalimah uit-spreekt) die de islam verkondigt en een slecht geloofheeft, hij is volgens de verklaring van de geleerdenvan de islam de ergste vorm van kāfir onder allekufār. Kortom, hij staat in de orde van murtad.

Het is in Hidayah deel 2 op pagina 563 gepubliceerddoor Matba'a Mustafaaieyah, in Durre Mukhtaar oppagina 668 en in Aalamgeeri deel 6 op pagina 142:“Als een Badmazhab een Aqieda-e-Kufr (ongeloof)heeft, dan is hij in de orde van murtad.”

Dit staat in Ghurar Matan Durar, volume 2 op pagina346, gepubliceerd door Egypte: “Als een Badmazhabongeloof  bekent,  dan  heeft  hij  het  stadium  van  eenMurtad.”

Het is in Multaqal Abhur en in zijn commentaar Maj-maul Anhur volume 2 op pagina 346: “Badmazhab alsgevolg van dezelfde ongeloof, verklaarde hij als kāfir,dan is hij als een murtad.”

Ook staat in Fatãwa Hindiyyah volume 2 op bladzijde1264, in Tariqah-e-Muhammadiah, in het commen-taar Hadiqah Nadeyyah deel 1 op pagina 207 -208gepubliceerd door Matba'a Misr en in Barjandi SharhNiqaaiah deel 4 op pagina 20: “Het is wājib om deRafizie tot kāfir verklaren vanwege hun ongeloof.Deze Rafizie zijn uit religie van de islam. Ze zijnhetzelfde als de murtad in uitspraak van de Shari’ah.Ook dit is verklaard in Fatãwa Zaheeriayah. En infeite is een murtad niet rechtmatig om erfgoed tekrijgen. Hij kan nooit de erfenis van een kāfir krijgenen hij kan niet het erfgoed een murtad van zijn eigenreligie krijgen, laat de kwestie van een moesliem apart.

In Aalamgeeri deel 6 op pagina 455 staat geschreven:“Een Murtad zal noch zijn de wāries van eenmoesliem, noch de wāries van een murtad van zijneigen religie. Dergelijk is vermeld in Muhiet.”

Het staat in Khizanat-ul Muftien: “Murtad zal geenwāries zijn van iemand. Geen moesliem, noch van eenzimmie en zelfs niet van een murtad zoals hij.” Dit isde expliciete uitspraak van de Shari’ah over de Tabar-ra’ie Rafizie. Hoewel ze een van de andere fundamen-

ten van de religie niet kunnen ontkennen, metuitzondering van Tabarra (bewering) en weigeringvan kalifaat van Shaykhain radi Allaho anhoma en devoorzorguitspraak over hen is de verklaring van deMutakallimien, dat zij afwijkend gedrag vertonen enJahannami honden zijn en niet kāfir. En dit is onzeMaslak (manier van denken) en zeker, de Rafizie vandeze tijd en de tijd zijn niet alleen Tabarra’ie, maardeze Tabarra’ie in het algemeen zijn de ontkennersvan de fundamenten van de religie. En dus zeker,door de consensus van de moesliems zijn ze zekerkufār en murtad.

Zelfs de eervolle geleerden van de islam hebben be-vestigd, dat iemand die een kāfir niet als kāfir accep-teert zelf een kāfir is. Naast verschillendegeloofsovertuigingen zijn er twee duidelijke kufr,waar elke goed geïnformeerde en ongeletterd, man envrouw, kinderen en oudsten van de Rafizie wordenbetrokken.

De eerste Kufr

Ze zeggen, dat de Heilige Qur'aan onvolledig is. Som-migen van hen zeggen, dat Hazrat Oesman AmierulMuminien Ghani Zunnoerain of metgezellen of AhleSunnat geleerden radi Allaho anhoem enkele hoofd-stukken van de Heilige Qur'aan hebben weggelaten.Sommigen zeggen: “Ze hebben een aantal woorden

aangepast.” Sommige zeggen: “Hoewel deze praktijkvan het weglaten en het veranderen van de Qur'aanniet definitief is bewezen, maar zeker twijfelachtigis.” Een persoon die gelooft in elke toevoeging, weg-lating of enige afwisseling door een mens in de Heili-ge Qur'aan of hij vindt het twijfelachtig is een kāfirvolgens de consensus (Ijma), omdat hij de HeiligeQur'aan logenstraft.

Allah Ta’ala openbaart in Surah Hijr: “Voorwaar wijhebben geopenbaard de Heilige Qur'aan en Wij zijnom het te beschermen.”

Het is in Bazdhawi Sharieh op pagina 428 gepubli-ceerd in Matba'a Lucknow: “Wij zullen het bescher-men tegen wijziging en verandering, toevoeging ennalatigheid.”

Het is in Jalalain Sharief staat: “Betekent dit, dat deAllah Ta’ala openbaart: Wij zijn de beschermers vanQur'aan tegen elke wijziging of wijziging en vanafelke toevoeging of weglating.”

Het staat in Jumal deel 2 op pagina 561 gepubliceerddoor Matba'a Misr: “In andere hemelse geopenbaardeboeken, wijzigingen en wijziging te hebben plaatsge-vonden, in tegenstelling tot de Heilige Qur'aan, isgezond en wel van dat. Niemand van de hele schep-ping, Jinn of mens, kan een woord of een letter toe-

voegen of weglaten. Allah Ta’ala openbaart in SurahAl Haa Miem: “Ongetwijfeld, het is een gewaardeerdboek. Er wordt niet uitgegaan van bedrog te hetzijvan vóór of achter. Het is een verzendoptie van deEne Alwetende, Meest Geprezene.”

In Tafsir Ma'aalimut Tanziel Sharief staat in deel 4 oppagina 35, gepubliceerd in Mumbai: “Qatadah enSuddi (de commentatoren) zei: “Bātiel is de Satan. Hijkan niets weglaten, toevoegen of veranderen in deQur'aan.” Zujaaj zei: “Hier is de betekenis van Bātiel,dat de Qur'aan is beschermd tegen verzuim, zodatniets kan worden verkort en dus Bātiel deze vantevoren niet kunt invoeren. En het wordt beschermdtegen elke vorm van toevoeging en is dus niet Bātielvoor invoer daarna. Dus, de betekenis van de Bātiel isde ‘toevoeging en verzuim’.” Dit boek is beschermdtegen alle soort van Bātiel in alle mogelijke manieren.

Het staat in Kashf-ul Asraar Imam Ajall Shaikh AbdulAziz Bukhari Sharh Oesoel Imam Humaam Fakhrulislam Bazdawi geschreven in deel 3 op pagina 88 – 89,gepubliceerd in Qustuntuniyah (Istanbul): “De af-schaffing van een deel van de Qur'aan in recitatie entoepassing was toegestaan tijdens de tijd van de Pro‑feet sallallaaho alaihi wa sallam. Echter, nu na zijn over-lijden is het niet mogelijk. Sommige mensen dieRafizie zijn en openlijk Zindiq (atheïst) en verstoppenzich door de aankondiging van hun islam, en in feite

is hun doel vernietigen van de islam. Ze zeggen datdit intrekking is toegestaan  nadat het overlijden vande Profeet sallallaaho alaihi wa sallam. Zij bewerenijdel, dat er een aantal hoofdstukken in de HeiligeQur'aan over de imaamat (leiding) van Hazrat Ali radiAllaho anho en sommigen gingen over de voortreffe-lijkheid van Ahle Bait, die de metgezellen hebbenverborgen. Dit verdween na verloop van de tijd. Hetbewijs van de onwaarheid van deze verklaring is ditvers: “Voorwaar, Wij hebben onthuld deze Qur'aanen Wij zijn om het te beschermen.” Ditzelfde is ookvermeld in het boek van Imam Shamsul AemmahUsool ul Fiqh.

Imam Qazi Ayaaz in Shifa Sharief schrijft op pagina364, gepubliceerd door Matba'a Siddiqui, na het noe-men van een aantal idjmaa'ie Kufr (Kufr verklaartdoor Ijma): “Zo, die persoon is ook zeker kāfir bijconsensus, die ontkent de Qur'aan of elke letter vande Qur'aan en die verandert iets in, of doet elke toe-voeging aan de huidige Qur’aan.”

Het is in Fawatihur Rahamoet Sharh MusallamusSaboet geschreven op pagina 617 en gepubliceerddoor Matba'a Lucknow: “Ik heb in Majm'aul Bayaanhet Tafsir boek van een Tabarra’ie Rafizie gezien, datenkele van de Rafizie geloven dat de Qur'aan meerwas dan wat er in het heden Qur'aan bestaat. (Ik zoekmijn toevlucht tot Allah Ta’ala tegen dit soort verkla-

ringen). De commentator maakte geen gebruik vandit woord. Degene die deze verklaring uitspreekt iskāfir vanwege zijn weigering van de fundamentenvan de religie.

De tweede Kufr

Elke Rafizie zegt, dat Sayyedina Amierul Mu'minienHazrat Ali en andere Imams radi Allaho anhoem hogerzijn in status dan de voorgaande profeten. Iemand dieeen niet-profeet groter maakt dan een profeet is eenkāfir bij consensus van alle moesliems.

Het is uitgelegd in Shifa Sharief op pagina 365 overdeze zelfde Ijma-e-Kufr (ongeloof verklaard bij con-sensus), wij verklaren eveneens de extremistische Ra-fizie als kāfir die zeggen dat ‘Aiemma beter zijn danprofeten. Imam Nawawie heeft geciteerd in Ktabur-rauzah en Imam Ibne Hajar Makki heeft ook gezegden bevestigd de verklaring van Shifa Sharief in IelamBi Qawatiel Islam op pagina 44, gepubliceerd doorMatba'a Misr.

Mulla Ali Qari zegt in Sharh-e-Shifa deel 2 pagina 526,gepubliceerd in Qustuntuniyah: “Dit is een duidelijkeKufr.”

Het staat geschreven in Manhur Rauzil Azhar SharhFiqh-e-Akbar op pagina 146 en gepubliceerd door

Matba'a Hanafi: “De verklaring die is geciteerd uitKarrami’ah dat het mogelijk is dat een Wali groterwordt dan een profeet.” Dit is een Kufr, afwijking enonwetendheid.

Het is geschreven in Sharh-e-Maqaasid deel 2 pagina305 en gepubliceerd in Qustutunuyah en in Tariqah-e-Muhammadiyah van Allama Barkawie (handge-schreven versie), het tweede lid, hoofdstuk 1: “Inder-daad, er is een consensus van de moesliems op ditpunt, dat de profeten alaihis salaatoes salām groter zijndan Awliyah (heiligen).”

Het staat in Hadieqah-e-Nadiyyah Sharh Tariqah-e-Muhammadiyyah deel 1 pagina 215 en gepubliceerddoor Matba’s Misr: “Het groter maken van een niet-profeet dan een profeet is om hem (niet-profeet) gro-ter te maken dan alle profeten.”

Het staat geschreven in Sharh-e-Aqaid Nasafies oppagina 65 gepubliceerd door Matba'a Qadiem, in Ta-riqah-e-Muhammadiyyah en Hadieqah-e-Nadiyyahop pagina 215: “Een Wali groter maken dan wie danook van de profeten, of hij een moersal (boodschap-per) is of niet, is kufr en een afwijking en waarom niet,want in deze is er afbraak van een profeet bij hetvergelijken van hem met een Wali en het is tegen deconsensus in. Zoals bekend is, hebben alle moesliems

unaniem overeenstemming bereikt over de grootheidvan de profeten.”

Het is in Irshadus Saari Sharh-e-Bukhari deel 1 oppagina 175 geschreven: “Een profeet is groter dan eenWali. En dit is een bevestigd kwestie. En degene dieiets uitspreekt tegen dit, is een kāfir, want ongetwij-feld is het een van de fundamenten van de religie.”

De huidige Rafizie geleerden hebben in hun Fatãwa(juridische uitspraken) openlijk ingestemd met dezeglasheldere kufr. Deze Fatwa is vermeld met volledi-ge details in Risālat-e-Takmilah Radd-e-Rafizie en inRisaalah-e-Fatwa.

Fatwa 1Wat zeggen de Mujtahidien-e-Dien (geleerden van deautoriteit in religie) in deze zaak, dat Wali-e-MustafaAli-e-Murtuza alaihis salām beter is dan alle voorgaan-de profeten, met uitzondering van Mohammed sallal-laaho alaihi wa sallam de Boodschapper van Allah? Ofis hij het niet? Bayyinu Tujaroe (geef antwoord op devraag, u zult beloont worden).

Het antwoordHij is superieur. Allah weet.De schrijver Mier Agha Ufia Anhu

Fatwa 2Wat zegt u over deze zaak, dat de Qur'aan is samen-gesteld door Oesman. Zijn de verzen van lof doorOesman veranderd of niet? Bayyinu Tujaroe (geef ant-woord op de vraag, u zult beloont worden).

Het antwoordHet is niet zeker en bevestigd. Maar er zijn mogelijk-heden. Allah weet beter. De schrijver Meer Agha UfiaAnhu

Fatwa 3De tweede vraag is deze. De Ahle Bait (familie) vande Profeet, Ali Murtaza in het bijzonder, is beter danalle profeten of niet? Bayyinu Tujaroe (geef antwoordop de vraag, u zult beloont worden).

Het antwoordDe status van ‘Aiemma-e-Hoeda was hoger dan nietalleen alle profeten, maar ook de Boodschappers. Enook de status van Janab Amier (Hazrat Ali). Allahweet beter. De schrijver Sayed Ali.

Fatwa 4De zevende vraag is deze. Heeft een wijziging ofomissie plaatsgevonden in de Qur'aan die samenge-steld is door Hazrat Oesman of niet?

Het antwoordDe wijziging van de samensteller van de Qur'aan,maar de brander en wisselaar van de Qur'aan metbetrekking tot de samenstelling van de Qur'aan, datwil zeggen de volgorde van de hoofdstukken, blijktduidelijk in de verklaringen van de interpretatorenvan beide groepen. Ook het weglaten van sommigeverzen geopenbaard over de voortreffelijkheid van deAhle Bait is bewezen door een aantal aanwijzingen endivers vermoeden. De schrijver Sayed Ali.

De Rafizie in het algemeen, zijn volgelingen van hungeleerden van autoriteit. Dus, zelfs als een analfabeetRafizie zich niet bewust is van de bovengenoemdeKufrs, dan nog kan hij nooit weigeren de Fatãwa vanMujtahidien te accepteren. En stel, als het gebeurt datelke Rafizie weigert de Fatwa's van zijn Mujtahidiente accepteren, dan nog zal hij in ieder geval nooit zijnMujtahidien accepteren als kāfir vanwege deze Kufrs.Eerder zal hij ze beschouwen als geleerde en leidervan zijn religie. En iemand die een kāfir, een ontken-ner van de fundamenten van de religie niet accepteertals kāfir is zelf een kāfir.

Het staat geschreven in Shifa Sharief op pagina 362over deze zelfde unaniem aangenomen Kufrs: “Dat isde reden waarom we zeggen: de persoon is een kāfirdie een kāfir niet accepteert als een kāfir, of aarzelt oftwijfels in zijn Takfier, of zijn denkschool aanbeveelt,

en zich doet voorkomen als een moesliem en gelooftin de waarheid van de islam en de valsheid van ande-re godsdiensten. Desondanks al zijn geloof is hij eenkāfir vanwege het duidelijke feit dat hij niet akkoordgaat om een kāfir als een kāfir te erkennen.

Het staat geschreven op pagina 321 van de zeer de-zelfde Shifa Sharief, in Fatãwa Bazzazia deel 3 oppagina 322, in Durara wo Ghurar op pagina 300 gepu-bliceerd door matba'a Misr, in Fatãwa Khairiah oppagina 94 tot 95, in Durre Mukhtaar op pagina 319 enin Majmaul Anhur deel 1 op pagina 618: “Iemand dietwijfelt in zijn Kufr en zijn straf, hij is zelf een kāfir.”

De geleerden hebben bevestigd over de Rafizie en inhet bijzonder over deze uitspraak. Het volgende iswat Allama Noeh Aafandi, Shaikhul Islam AbdullahAafandi, Allama Hamid Emaadi Aafandi moefti vanDamascus en Syrië en Allama Sayed Ibne ÃbidienShaami in Uqoed deel 1 op pagina 92 hebben geant‑woord op de vraag: Wat zeggen de geleerden overRafizie? Deze kufaar hebben zich uitgeleefd in velesoorten Kufrs. En iemand die aarzelt in hun Kufr isook een kāfir.”

Allamatul Wajoed Mufti Abus Suoed schrijft in zijnFatãwa, Allama Kawakabie in Sharh Faraaed Sa-niyyah en Allama Mohammed Amienuddien Shaamiin Tanqiehul Hamidiyah op pagina 93: “De geleerden

van alle leeftijden en tijd zijn unaniem over eens opdit punt, dat iemand die twijfelt in de kufr van dezeRafizies zelf een kāfir is.”

Een grote waarschuwing

Beste moesliems! De belangrijkste basis van de uit-spraak is over de weigering van de fundamenten vande religie. En de fundamenten als gevolg van hunduidelijke en intuïtieve bewijzen zijn altijd explicietvanzelfsprekend. Dus, zelfs als er geen enkele duide-lijke Nass (order) is, dan nog geldt het arrest op hen,iedere ontkenner zal gezien worden als een kāfir.Bijvoorbeeld, de bevestiging dat de Aalam (wereld)met al zijn onderdelen sterfelijk is. Deze bevestigingkan niet worden gevonden in een Nass. Uiteindelijk isde sterfte van hemel en aarde vermeld, maar volgensde consensus van de moesliems zal iemand die ge-looft in de eeuwigheid van iets naast Allah ongetwij-feld een kāfir worden.

Overvloedige bewijzen zijn ook vermeld in mijn Risa-lah (verhandeling) Maqām-ul Hadied Aalal KhaddilMantiqil Jadied. Dus, de reden is dezelfde om te gelo-ven in de sterfte van alles naast Allah wat een van defundamenten van religie is en waarvoor geen bewij-zen nodig zijn.

Het is in Ielaam Imam Ibne Hajar schrijft op pagina17: “Allama Nawawi heeft voorts als toevoeging ge-zegd, dat het correct is dat het moet worden gecondi-tioneerd met deze, dat als hij iets ontkent die bekendis door Ijma (consensus) als de grondtoon van islam,(hij kāfir zal worden) of er Nass is of niet. Dat is dereden waarom elke Tawiel (interpretatie) van de fun-damenten van religie niet wordt geaccepteerd.

Alhamdoelillah, de Heilige Qur'aan die aanwezig isen in de handen van de moesliems is intact over dehele wereld sinds dertienhonderd jaar geleden*, vol-gens de consensus van de moesliems zonder enigetoevoeging en omissie is dezelfde openbaring vanAllah Ta’ala die de Profeet Mohammed sallallaahoalaihi wa sallam had gebracht naar de mensen. En hijhad deze zelfde Qur'aan in hun handen voor hungeloof, geloof en actie gepasseerd. Dit is precies de-zelfde Qur'aan die veilig en vrij is geweest van omis-sie en toevoeging en van elke wijziging enverandering. Dit is precies dezelfde Qur’aan die wer-kelijk is beloofd in Innaa Lahoe lahafizoen en zeker,deze zelfde betekenis van het vers is een fundamentvan religie.

De betekenis van het vers is niet, dat de Qur'aan diegevonden wordt in de handen van moesliems sinds1300 jaar* tot op heden niet veilig is voor de weglatingen wijziging. En de werkelijke Qur'aan verborgen en

bewaard is door een onbekende vrouw in de grot vanSamarrah. Dit is een fictie en fabricage! De Rafiziehebben de betekenis van Innaa Lahoe lahafizoenanders gegeven, omdat zij willen dat de moesliems inde praktijk erkennen dat het gewijzigd, veranderd,onjuiste en onvolledige Qur'aan is en denken dat deechte Qur'aan in de grot verborgen is.Zoals in het Perzisch gezegd wordt: “Het houden vansteen en goud zonder enig gebruik is van even grootbelang.”

*Noot van de Nederlandse vertaler: intussen is het 1434 jaargeleden, toen Ala Hazrat dit boek schreef was het 1902.

Dit betekent dat ze de betekenis van "Hafizoen" heb-ben gegeven, dat zij ervoor zorgt dat de Qur'aan uitde buurt van moesliems blijft en zelfs de schaduwervan niet kunnen zien. Sommige vuilhartige Rafiziehebben Tawiel in deze mate toegepast, dat of er welof geen wijzigingen optreden in de Qur'aan, dat geeninvloed zal hebben op de authenticiteit, omdat hetbehouden blijft in de kennis van Allah Ta’ala en inLauhe Mahfoez (beschermd tablet).

Terwijl in de kennis van Allah Ta’ala niets kan veran-deren, dus wat is de eigenaardigheid van Qur'aan?Thora en Bijbel zijn uit discussie zelfs verloren ge-schriften en zijn van geen belang, wanneer een enkelwoord van de schrijver niet correct was, en het is uitde wereld verdwenen, intact is de Kennis van Allah

Ta'ala. Dit soort vuile Tawielāt in fundamenten vande religie zijn niet aanvaard, noch uit dien hoofde deKufr en afvalligheid zal niet verdedigd worden. Zezijn net als die naturalisten die zeggen: “de hemel iseen extreme hoogte, en Gabriël en de engelen zijnkrachten van goedheid, en Iblies en Satan zijn krach-ten van kwaad, en opstanding, paradijs en de hel zijnalleen geestelijk en niet fysiek.”

Qadianie de afvallige veranderd van betekenis Khat-moennabiyien (zegel van profeet) naar Afzal-ul-Mur-salien (beter dan alle profeten) en een andere persoon(van Deoband) veranderde deze zin van Khatamoen-nabiyien naar Nabi Bizzat (echte profeet). Indien ditsoort (afvallige) Tawielāt geaccepteerd wordt, dan zalislam en Iman verstoord en gesaboteerd worden. Deidoolaanbidders zal Tawiel van La ilaaha illallaah debetekenis geven dat er andere goden van aanbiddingzijn, maar Allah Ta’ala is groter en machtiger dan zijallen. Het is niet nodig te zeggen, dat er geen anderegodheid van aanbidding is naast Allah Ta’ala. Zoalsook duidelijk wordt begrepen in de uitspraken vanArabieren. Net als Laa fataa illa Ali wa la Saifa illaZulfiqaar, dat er geen krijger is zoals Hazrat Ali en eris geen zwaard zoals Zulfiqaar. Het betekent niet dater geen strijder is behalve Ali en er is geen zwaardbehalve Zulfiqaar.

Dit punt moet altijd worden bewaard en de in hetachterhoofd aanwezig zijn. Het zal je beschermentegen afvallige overtuigingen en afvallige mythenvan deze afvalligen van tijden en valse verkondigersvan de islam.

Wa billahi taufieque wal Hamdulillahi Rab-bil ‘Aalamien.

In het kort, de volgende is unaniem, definitief eneen expliciet oordeel (Fatwa) over deze Tabarra’ieRafizie.

1. Ze zijn kuffār (ongelovigen) en Murtaddien (afval-ligen).

2. Hun geslachte dieren zijn gestorven (niet toege-staan om te consumeren).

3. Ook Nikāh met hen is niet alleen Harām (verbo-den), maar een absolute Zina (ontucht).Ma'aazallah, (ik zoek mijn toevlucht tot Allah) alsde man een Rafizie is en de vrouw is een moesliemdan het is een oorzaak van ernstige toorn vanAllah Ta’ala.

4. En als de man soennie is en de vrouw is een vanhen (Rafizie), dan nog is Nikāh niet geldig en hetzal alleen Zina zijn.

5. En kinderen zullen waladoez zina (van ontucht) zijnen ze zullen niet verkrijgen het erfgoed van de

vader, zelfs als de kinderen soennie zijn, omdatvolgens de Shari’ah er geen vader is voor wala-doez zina.

6. En, de vrouw zal noch het erfgoed erven, nochmahar (bruidsschat), omdat er geen mahar is voorzaniah (ontuchtige vrouw).

7. Een Rafizie kan nooit de erfenis van een van zijnfamilieleden, zelfs een zoon van zijn vader en eendochter van haar moeder krijgen. In werkelijkheidis er geen deel van de erfenis voor hem uit eenkāfir en zelfs van een Rafizie van zijn eigen geloof,laat staan het erfgoed van een soennie moesliem.

8. Het associëren, vermengen, begroeten en pratenmet enige Rafizie man of vrouw, een persoon metkennis (verboden).

9. Iemand die hen beschouwt als een moesliem na-dat hij zich bewust is van hun vervloekte overtui-gingen, of twijfelt aan hen is een kāfir, hij is zelfseen kāfir volgens de Ijma (consensus) van voor-aanstaande Schriftgeleerden van de islam.

10. De Shari’ah regels hierboven vermeld over deRafizie, zijn de regels over hem.

11. Dit is Farz (verplicht) voor de moesliems om aan-dachtig te luisteren naar deze fatwa (uitspraak) eneen echte, trouwe soennitische moesliem te wor-den en/of zijn door het naleven van deze Fatwa.

Wabillahi ttauffeeque Wallahu Subhanahuwa Ta’ala A’alam wa Ilmuhu Jalla Majd-

udhu Atamm wa Ahkam. Katabahu Abdu-hul Muznib Ahmad Raza Al Barailawi UfiaAnhu Bi Muhammanil