zijn h o o fd op een b aj o n e t - prakken d'oliveira...bas van stokkom het vrije woord is er...

2
Folkert Jensma: de maagd Maria en de onschuld van verdachten O&D 10 EN VERDER Levi Renneberg Voer het vak recht in op alle scholen O&D 2 Belle Derks Vrouwen aan de top - pas op voor de queen bee O&D 7 Bas van Stokkom Het vrije woord is er niet voor pure belediging O&D 8 Zijn hoofd op een bajonet De Indonesische verzetsleider Andi Abubakar Lambogo werd in 1947 op Zuid-Sulawesi door Nederlandse soldaten onthoofd. Zoon Malik pleit voor eerherstel. Vrijdag 20 mei & december

Upload: others

Post on 22-Aug-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Zijn h o o fd op een b aj o n e t - Prakken d'Oliveira...Bas van Stokkom Het vrije woord is er niet voor pure belediging O&D 8 Zijn h o o fd op een b aj o n e t De Indonesische verzetsleider

Folkert Jensma: de maagd Maria en de onschuld vanverdachten O&D 10

EN�VERDER

Levi Renneberg

Voer het vak recht in op allescholen O&D 2

Belle Derks

Vrouwen aan de top - pas op voorde queen bee O&D 7

Bas van Stokkom

Het vrije woord is er niet voorpure belediging O&D 8

Zijnh o o fdop eenb aj o n e tDe Indonesische

verzetsleider Andi AbubakarLambogo werd in 1947 op

Zuid-Sulawesi doorNederlandse soldaten

onthoofd. Zoon Malik pleitvoor eerherstel.

Vrijdag 20 mei & december

Page 2: Zijn h o o fd op een b aj o n e t - Prakken d'Oliveira...Bas van Stokkom Het vrije woord is er niet voor pure belediging O&D 8 Zijn h o o fd op een b aj o n e t De Indonesische verzetsleider

O&D4 Opinie & Debat

Malik wil excusesvoor de o n t h o o fd i n gvan zijn vaderNederlandse soldaten hakten in 1947 op Zuid-Sulawesi het hoofd af van deIndonesische verzetsleider Andi Abubakar Lambogo. Ze spietsten het op eenbajonet en hingen het later aan een paal op de pasar. Dat verhaal moet ook inNederland bekend worden, vindt Marjolein van Pagee.

Jeffry Pondaag (63), oprichter envoorzitter van het Comité Ne-derlandse Ereschulden, ontvingongeveer een half jaar geledeneen e-mail uit Enrekang, Zuid-Sulawesi, Indonesië. Of hij de

zoon van Andi Abubakar Lambogo kanhelpen met het starten van een rechts-zaak tegen de Nederlandse Staat. Zijn va-der was in 1947 kapitein van het Indone-sische Nationale Leger (TNI) en kwam opeen gruwelijke manier aan zijn einde. Defamilie draagt talrijke bronnen aan, mili-taire Indonesische verslagen, een kran-tenartikel en memoires van een brigade-generaal aan en er zijn ook getuigen.

Wat is er gebeurd? Diverse Indonesi-sche strijdgroepen op Zuid-Sulawesi(voormalig Celebes) komen begin 1947bijeen om te vergaderen over betere on-derlinge samenwerking in de strijd tegende Nederlandse militaire bezetting. Deberuchte Nederlandse kapitein RaymondWesterling trad in dit gebied van decem-ber 1946 tot februari 1947 hardhandig optegen het felle verzet.

De strijdgroepen hergroeperen zich enwillen door sabotage en verrassingsaan-vallen doorgaan met de strijd, zo be-schrijft een Indonesische krant in 1987.Het plan moet het moreel onder de eigenbevolking opkrikken en duidelijk makendat het verzet, ook na het wrede optredenen de talloze standrechtelijke executiesvan Westerling, niet gebroken is.

Kapitein Andi Abubakar Lambogo iseen regionaal bekend en gerespecteerdverzetsleider, lid van een vooraanstaandeadellijke islamitische familie. (De naamAbubakar verwijst naar de eerste opvol-ger van de profeet Mohammed.) De groepvan Abubakar, Bataljon I, loopt op 13maart 1947 in een hinderlaag van troepenvan het Koninklijk Nederlands-IndischLeger (KNIL) in het plaatsje Salu Wajo.Tijdens de hevige gevechten raakt Abu-bakar gewond aan zijn dijbeen, de Neder-landse troepen nemen hem en zijn man-nen krijgsgevangen. Daarna wordt Abu-bakar onthoofd. Die onthoofding komt indiverse Indonesische beschrijvingenvoor, maar laat in het midden op welkemanier hij precies aan zijn einde is geko-men. Is hij eerst doodgeschoten? Of di-rect onthoofd?

De getuigen en beschrijvingen uit Indo-nesische militaire bronnen zijn het eensover het vervolg. Nederlandse troepennemen het hoofd mee naar de markt in degrotere plaats Enrekang, zeven kilometerverderop. „Het lichaam is op de weg bijSalu Wajo achtergebleven,” verklaart me-vrouw Puang Kuneng (87) die nog steedsin Enrekang woont, in e-mails aan Jeffry

Pondaag. Ze kan zich die dag nog goedherinneren, ze was een meisje van acht-tien toen het gebeurde. Ook getuige meneer Bachtiar (86) heeft het hoofd op depasar van Enrekang met eigen ogen ge-zien.

Beiden herinneren zich ook de verant-woordelijke voor het gebied, de Neder-landse districtscommandant in En-rekang, kapitein Gerardus August Blume,wiens naam soms ook als Bloumen ofBloemen in de Indonesische bronnenwordt gespeld. Ze schatten dat hij ronddie tijd dertig jaar moet zijn geweest. Ne-derlandse archiefstukken bevestigen dathij dan 32 jaar is. „Hij droeg een uniformen had een blanke huid,” herinnert me-vrouw Kuneng zich. Hoewel zij niet heb-ben gezien wie de executie verrichtte,houden zij Blume verantwoordelijk om-dat hij gezagvoerder was. Dat stelt ook detoenmalige, en inmiddels overleden, In-donesische brigade-generaal Oddang vande TNI in zijn memoires.

Op de pasar dwingen de Nederlandsemilitairen de krijgsgevangenen om éénvoor één het afgehakte hoofd van hun lei-der, dat op een bajonet is gespietst, tekussen. Burgers die in Enrekang naar demarkt gingen, onder wie ook Kuneng enBachtiar, zijn toeschouwers. Daarna han-gen de Nederlandse soldaten het hoofdaan een paal. Kuneng herinnert zich dathet hoofd daar twee dagen en een nachtheeft gehangen als afschrikwekkendvoorbeeld. Het Indonesische krantenarti-kel uit 1987 trekt de conclusie dat de Ne-derlanders dit deden om de „ve c ht l u s tonder de jeugd af te laten nemen”.

De familie mag het hoofd uiteindelijkmeenemen en begraaft het samen methet lichaam in Enrekang, waar Andi Abu-bakar Lambogo nog steeds een ereplek opde begraafplaats heeft. Mevrouw PuangKuneng: „Het volk had een leider verlo-ren, er heerste woede en wrok toen wehoorden dat Abubakar onthoofd was, hetwas inhumaan.”

Het KNIL moet geweten hebben metwie ze te maken hadden; niet alleenpleegden ze lijkschennis op het lichaamvan Abubakar, ook staken ze zijn huis inbrand. Kuneng vertelt dat Abubakarsvrouw, met wie hij vier kinderen had,protesteerde bij Blume in Enrekang. Maarvolgens Kuneng wilde Blume niet naarhaar luisteren en heeft hij haar zelfs voorenige dagen gevangen gezet.

Abubakars zoon Malik: „We waren alle-maal vreselijk bedroefd en boos, maarwat konden we doen tegen het Neder-landse leger?”

Zowel de getuigen Bachtiar en Kuneng,als de Indonesische bronnen wijzen er op

dat Nederland volgens de Conventie vanGenève hier een oorlogsmisdaad heeftgepleegd door Abubakar te executeren enzijn lichaam te onteren terwijl hij krijgs-gevangen was. Maar omdat er geen getui-gen zijn van de confrontatie zelf, blijft on-duidelijk wie deze gruwelijke daad nuprecies heeft uitgevoerd.

Zij spreken over een barbaarse daad enmoord. Bachtiar: „Het was sadisme. Erwerd geprobeerd angst te zaaien. Dezegebeurtenis was voor mij de reden om melater aan te sluiten bij het Republikeinseleger om de strijd voort te zetten en mijnland te verdedigen.”

I n Zuid-Sulawesi kreeg de beruchte ka-pitein Raymond Westerling met zijnDepot Speciale Troepen van de mili-

taire leiding tussen december 1946 en fe-bruari 1947 volmacht om de opstand neerte slaan op basis van de uitgeroepen Staatvan Oorlog. Die volmacht werd ‘nood-re c ht s b e vo e g d h e i d’ genoemd en bete-kende dat het militair gezag aan Wester-ling en een aantal van zijn officieren toe-stemming gaf om het standrecht toe tepassen.

Blume was een van hen, blijkt uit eenonderzoeksrapport uit 1954 van de tweejuristen Stam en van Rij. Alhoewel die be-voegdheid voor Blume kort daarna werdingetrokken, breidde het Nederlandse ge-zag het naar andere officieren uit. Het is

niet duidelijk waarom en wanneer Blumedeze bevoegdheid precies is ontnomen.

De ‘methode Westerling’ was erop ge-richt om het verzet koste wat het kost tebreken. Dit leidde tot vele eufemistischgenoemde excessen waarbij naar schat-ting duizenden mensen werden geëxecu-teerd. De lokale bevolking moest van hetIndonesische gezag, dat slechts werd ge-zien als een handvol opstandelingen,worden vervreemd. Naast openbare exe-cuties, martelingen en het in brand ste-ken van huizen, vonden daarbij als af-schrikwekkend voorbeeld soms onthoof-dingen plaats. Over Westerling doet eenverhaal de ronde dat hij het hoofd vaneen omgekomen strijder in een vuilnis-bak naast zijn bureau bewaarde en dit te-voorschijn haalde om een andere krijgs-gevangene tot medewerking te dwingen.En historicus Gert Oostindie maakt in zijnpas verschenen boek Soldaat in Indonesiëook melding van onthoofdingen als lijk-schennis.

Nadat de wreedheden bekend werden,zowel bij de Nederlandse legerleiding,het (tijdelijk) Nederlandse koloniale ge-zag en de procureur-generaal in Batavia,besloten zij in 1948 tot een onderzoek on-der leiding van mr. K.L.J. Enthoven,waarin de misdaden uitvoerig zijn be-schreven. Hoewel het rapport is aangebo-den aan het kabinet-Drees, is er vervol-gens niets mee gedaan.

Twee dagenen nachtenhing hethoofd daar,‘om dev e c ht l u s tonder dejeugd te latena f n e m e n’

ZATERDAG�21�MEI�& ZONDAG�22�MEI�2�0�16 O&D5N RC

De Nederlandse gezagvoerders warendus op de hoogte van standrechtelijkeexecuties en met de ‘n o o d re c ht s to e -s t a n d’ werden deze zelfs gelegitimeerd.Dat beschrijft ook historicus Willem IJze-reef in zijn boek De Zuid-Celebes affaire.En zelfs na het heen sturen van Wester-ling in februari 1947 werden standrechte-lijke executies voortgezet. Getallen uitonderzoek van de commissie-Enthovenlaten zien dat deze tot in juli 1947 plaats-vonden zonder dat het gezag ingreep.Ontsporingen van geweld als de onthoof-ding van het lichaam van Abubakar von-den plaats in een periode dat het gezageen oogje toekneep op Zuid-Sulawesi.

D e zoon van Abubakar, Malik (72),die ten tijde van de onthoofdingvijf jaar was, is bij Jeffry Pondaag

terechtgekomen nadat hij in een regiona-le krant heeft gelezen over zijn comité datmeerdere rechtszaken had gewonnen endat een tiental weduwen inmiddels scha-devergoeding heeft ontvangen. De eerstevraag die Pondaag aan Malik stelt is of deonthoofding van zijn vader ook in be-schrijvingen vermeld wordt en of er ge-tuigen zijn die dit kunnen bevestigen. Devoorzitter weet maar al te goed dat advo-cate Liesbeth Zegveld meer kans van sla-gen heeft als er ook iets op papier staat.Pondaag komt op het idee om een illu-strator met de getuigen in contact te

brengen en een weergave van de gebeur-tenis te laten maken.

Kleinzoon Ricky voert de correspon-dentie per mail, zijn vader Malik heeftgeen internet. In de loop van dit jaar ont-vangt Pondaag naast de getuigenverkla-ringen ook verschillende kopieën van In-donesische boeken en krantenartikelendie de moord op Abubakar vermelden. Eris ook nog een portret uit 1940.

Malik Abubakar wil nu excuses van deNederlandse regering aan het Indonesi-sche volk in het algemeen: „Ik wil dat zijverantwoording afleggen voor daden be-gaan tijdens de koloniale periode die instrijd waren met de Conventie van Genè-ve”. Maar in het bijzonder vraagt hij omexcuses en genoegdoening voor wat zijnvader is aangedaan. Kleinzoon Ricky Ma-lik (55 jaar): „Als mijn grootvader alskrijgsgevangen humaan was behandeld,zou hij nu nog in leven zijn. Dan had hijals kapitein kunnen dienen in het leger,was hij gewaardeerd geweest in Enrekangen had hij zich in kunnen zetten voor zijnland. Zijn dood was een enorme schokvoor onze familie. Mijn grootmoeder methaar vier kinderen had ook geen huismeer en moest bij familie inwonen. Hetheeft hun leven getekend.”

Jeffry Pondaag zegt niet verrast te zijndoor het verhaal over Abubakar. „D ezedingen wist ik allang,” zegt hij. „H i e rove rhoorde ik in Indonesië al op de lagere

s c h o o l .” Hij groeide op in Jakarta maarverhuisde in 1969 als 16-jarige naar Ne-derland. Pondaag heeft zich altijd voorgeschiedenis geïnteresseerd en kon zichmaar niet neerleggen bij de Nederlandsegeschiedschrijving die zo verschilt vanwat hij in Indonesië had geleerd. „Hierspraken ze over terroristen en extremis-ten en zeiden ze dat Soekarno had gecol-laboreerd. Terwijl zelfs de soapseries dieik in de jaren ‘50 en ‘60 op de Indonesi-sche televisie zag, naspeelden hoe Neder-landse militairen moordpartijen aanrich-ten en onthoofdingen uitvoerden als de-ze. Het is tijd dat Nederland ook de Indo-nesische kant van de geschiedenis hoort.”Hij wil niet generaliseren, maar is wel vanmening dat Nederland als land de ge-schiedenis drastisch moet herschrijven.

B lume ontving in 1947 twee keer demilitaire orde van het BronzenKruis, op voordracht van het tijde-

lijk gezag in Batavia vanwege ‘moedig enb e l e i d s vo l’ optreden. Een van zijn dadenbetrof een gevecht in Makassar in 1946waarbij ‘hij eigenhandig een aantal terro-risten neerlegde’ en dat vele ‘dooden, ge-wonden en gevangenen’ tot gevolg hadaan vijandelijke kant.

De tweede onderscheiding werd netvoor de actie in Salu Wojo geaccordeerddoor Batavia. Het is onduidelijk of Blumeal op de hoogte was van de goedkeuring

Marjolein�van�Pa-gee is�zelfstandigonderzoeker�en�fo-tograaf.�Ze�werktevoor�dit�artikel�sa-men�met�JeffreyPondaag�van�hetComité�Nederland-se�Ereschulden�enhistorica�TinekeBennema,�auteurvan�Een�Nederland-se�politie-inspecteurverindischt�nooit’(2015)

en zich gesterkt voelde in zijn handelenten tijde van de onthoofding.

In het Nationaal Archief in Den Haagliggen de documenten over Blumes mili-taire onderscheidingen, type A geclassifi-ceerd, dat betekent dat ze pas in 2028volledig openbaar zijn en alleen ondertoezicht mogen aantekeningen wordengemaakt. De personeelsstaat van Blumein het archief wijst uit dat hij al in 1941werd benoemd als detachementscom-mandant in Enrekang. Na zijn gevangen-schap in een Japans interneringskampwerd hij in januari 1946 wederom com-mandant in Enrekang. Blume was gebo-ren in 1915 in Batavia en had zijn militaireopleiding genoten aan de Koninklijke Mi-litaire Academie in Breda. Hij was sinds1939 op Zuid-Sulawesi gestationeerd.Blume overleed in 1972 in Den Haag.

In 1958 krijgt Abubakar van de Indone-sische president Soekarno postuum deeretitel van nationale held toegekend enzijn verhaal leeft nog steeds aan Indone-sische zijde.

Twee kapiteins, de een vocht voor hetIndonesische Republikeinse Leger en deander voor Nederland bij het KoninklijkNederlands Indisch Leger, allebei warenze begin dertig en beiden werden uitein-delijk gelauwerd voor hun moedige da-den. Maar één van de twee is onthoofd,mogelijk onder verantwoordelijkheid vande ander.

Links:�Andi�Abu-bakar�Lambogo.Rechts:�Hethoofd�van�AndiAbubakar�Lam-bogo�op�een�ba-jonet.�Illustratie,gebaseerd�op�In-donesische�ge-tuigen.

©�COMITÉ�NEDERLA

NDSE�ERESCHULD

EN