woord van leven april 2011 “laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.” marcus 14,36
TRANSCRIPT
Woord van Leven
April 2011
“Laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt.”
Marcus 14,36
Jezus is in de Hof van Olijven, een olijfgaard bij Jeruzalem. Het verwachte uur is gekomen, het
beslissende moment in Jezus’ leven.
Hij laat zich op de grond vallen en richt
zich dodelijk bedroefd tot God, die Hij teder aanspreekt als abba, papa. Hij smeekt zijn Vader: “Neem deze beker van mij weg”. Daarmee doelt Jezus op het lijden en de dood die vóór Hem
liggen; en Hij vraagt de Vader of dit uur aan
Hem voorbij mag gaan… Maar
uiteindelijk geeft Jezus zich helemaal over aan
God en zegt:
“Laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt.”
Marcus 14,36
Jezus weet dat zijn lijden niet zomaar
een toevallige gebeurtenis is. Hij
zal worden afgewezen en
veroordeeld door mensen, maar de ‘beker’ die Hij zal
drinken maakt deel uit van een
plan van God waarvoor Hij op
aarde is gekomen.
Ook voor ons is er zo’n goddelijk plan: de Vader, die ieder van ons liefheeft met een persoonlijke liefde,
heeft voor elke mens een project van liefde. Wanneer wij in deze liefde geloven en daarop met onze liefde antwoorden – dat is de voorwaarde – kan Hij dat plan
realiseren.
Jezus beantwoordde heel zijn leven aan wat God
van Hem vroeg. In die zin is niets in zijn
leven zomaar gebeurd, ook zijn lijden en dood niet.
En we weten dat die glorieus gevolgd zijn door zijn verrijzenis, het feest dat we deze maand
vieren.De verrezen Jezus is voor ons een groot licht.
Daardoor weten we dat ook wij bij alles wat er gebeurt en bij alles wat ons pijn doet, kunnen blijven vertrouwen op de liefde van God. En dan kunnen ook
wij ‘ja’ zeggen op wat God van ons vraagt of op wat Hij in ons leven toelaat.
Dan krijgt alles betekenis, ook dingen die op het moment zelf onbegrijpelijk en absurd lijken; ook alles wat ons – net als Jezus toen – dodelijk
bezorgd maakt.
In vertrouwen op de Vader kunnen we met Hem herhalen:
“Laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt.”
Marcus 14,36
God wil dat we leven, moment voor moment, bewust en in volle overgave aan Hem. De wil van God is niet een oproep
om te berusten in de dingen die moeilijk zijn. Ze is ook niet een monotone opeenvolging van handelingen die we
moeten verrichten.
Nee, de wil van God is zoveel rijker: ze is de stem waarmee God zelf tot ons spreekt, waarmee Hij ons
uitnodigt, waarmee Hij ons zijn liefde doet kennen en zijn verlangen uitdrukt dat ook wij de volheid van het leven
mogen ervaren.
We kunnen ons de wil van God
voorstellen als de zon met zijn
stralen. Ieder van ons volgt zijn eigen
straal, die weer anders is dan de
straal van de mensen naast ons,
maar toch altijd een straal van de zon, van Gods wil.
Allemaal doen we dus één enkele wil, al is die voor ieder van ons anders in het concrete leven van elke dag. Hoe
dichter de stralen bij de zon komen, des te meer naderen ze elkaar.
Voor ons geldt hetzelfde. Hoe dichter we bij God komen, door meer en meer in zijn wil te blijven, des
te dichter komen we bij elkaar... tot we allen één zullen zijn.
Wanneer we zo leven, wordt in ons bestaan alles anders. In plaats van alleen oog te hebben voor de mensen die we aardig vinden, staan we open voor iedereen die God
op onze weg brengt.
In plaats van enkel te doen wat we plezierig vinden, kiezen we voor wat God ons ingeeft.
Wanneer we ons richten op Gods wil in het hier en nu (“wat U wilt”), bevrijdt ons dat bijna onopgemerkt van al onze gehechtheden en van ons eigen ‘ik’ (“niet wat ik wil”). We komen vrij van alles en van onszelf, niet
door een moeizame ascese, maar omdat we moment na moment doen wat God vraagt.
En spoedig ervaar je dan een echte vreugde. We hoeven niets anders te doen dan het moment-van-
nu zo te beleven als God het verlangt.
“Laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt.”
Marcus 14,36
Het moment dat voorbij is, bestaat niet meer. De toekomst is nog niet in ons bezit. We zijn als een reiziger in de trein: je kunt rustig blijven zitten, het heeft geen enkele zin om heen en weer te lopen om eerder op je
bestemming aan te komen.
Zo moeten we ook in het heden blijven ‘zitten’. De trein van de tijd gaat vanzelf verder. God kunnen we alleen
liefhebben in het nu dat ons is gegeven door op dit moment bewust en radicaal ‘ja’ te zeggen op de wil van
God.
Moment na moment liefhebben: door een extra glimlach, door de dingen die je moet doen goed te verrichten, op je werk, thuis, in het verkeer, bij het organiseren van een activiteit, door het lijden van
een naaste mee te dragen.
Geen enkele beproeving of lijden hoeft ons bang te maken. We kunnen net als Jezus
vertrouwen op God en zijn liefde.
Op moeilijke momenten kunnen we
bidden: “Heer, geef dat ik niet bang ben om
alles te laten gebeuren zoals U
het wilt.
Uiteindelijk gaat het om uw plan van liefde.”
“Laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U
wilt.” Marcus 14,36
“Woord van Leven”, uitgegeven door de Focolarebeweging. Tekst van Chiara Lubich,”(1920-2008), Eerder verschenen als wooord van leven in April 2003
Grafica Anna Lollo in collaborazione con don Placido D’Omina (Sicilia, Italia) Per informazioni www.focolare.org