werkboek groep 7 · 2020. 4. 10. · isbn 978 90 345 5470 3 509298 7 werkboek groep 7 naam...

8
werkboek groep 7 naam

Upload: others

Post on 07-Feb-2021

8 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • ISBN 978 90 345 5470 3

    509298

    ISBN 978 90 345 5470 3

    7

    werkboek groep 7

    na

    am

    00_509298_PP_GR7_WB_OM_2ST.indd 1 25/10/17 15:33

  • 50

    1

    2

    blok 9 les 2

    aantal klantenweek 21 week 22 week 23

    1994 3011 401390008000 10 000

    20001000 3000

    11 kg1,1 kg 110 kg

    900800 1000

    € 400,–€ 350,– € 450,–

    295 tulpenuit Amsterdam

    € 354,–

    € 199,–

    34,099kg

    ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ..............

    Hoeveel is het ongeveer? Omcirkel het beste antwoord.

    Hoeveel klanten zijn er in deze 3 weken samen ongeveer geweest?

    Hoeveel klanten zijn er in week 21 ongeveer minder geweest dan in week 23?

    3 stenen wegen samen 34,099 kg.Hoeveel weegt 1 steen ongeveer?

    In 1 doos zitten 295 tulpen. Hoeveel zitten er ongeveer in 3 dozen?

    Erik heeft € 1000,–. Hij koopt 1 tuinbankvoor € 354,– en een schommel voor € 199,–.Hoeveel heeft hij daarna ongeveer over?

    Hoeveel is het ongeveer? Schrijf de antwoorden eerst op. Schrijf de bijbehorende letters dan op de beste plaats bij de getallenlijn.

    r 899 + 99 ≈ .......................

    e 730,216 : 2 ≈ .......................

    e 398 + 497 ≈ .......................

    l 30 × 41 ≈ .......................

    e 6 × 98 ≈ .......................

    n 4 × 409 ≈ .......................

    g 2100 – 1001 ≈ .......................

    ij 3 × 62 ≈ .......................

    k 208,04 : 4 ≈ .......................

    e 40 × 29 ≈ .......................

    k 598,8 : 2 ≈ .......................

    n 7 × 99 ≈ .......................

    ij 99 × 13,98 ≈ .......................

    v 318 + 406 ≈ .......................

    k 2100 – 605 ≈ .......................

    n 226 × 2 ≈ .......................

    e 4 × 398 ≈ .......................

    0 200100 300 800400 900 1300600 1100 1500500 1000 1400700 1200 1600 1700

    09_509298_PP_GR7_WB_BL09_2ST.indd 50 05/12/2019 11:55

  • 51

    3

    4

    5

    les 2 blok 9

    aantal klanten per tuincentrumKlavertje Vier Aardevol Koen voor al uw Groen

    994 4009 2013

    200150 250

    € 130,–€ 120,– € 140,–

    € 60,–€ 50,– € 70,–

    € 400,–€ 300,– € 500,–

    1000500 1500

    € 30,–€ 20,– € 40,– € 50,– € 60,–

    tuinschommel € 61 , 15

    zandbak € 49,15

    kindertuinset€ 39,85

    stoelkussen€ 9,75

    tuinfakkel € 10,15

    bak violen € 9,95

    bak lavendel € 20,95

    bak geraniums € 11,05

    tuinfakkel € 10,15

    Hoeveel is het ongeveer? Omcirkel steeds het beste antwoord.

    Bij Klavertje Vier en Koen voor al uw Groen zijn samen minder klanten geweest dan bij Aardevol. Hoeveel minder ongeveer?

    Kijk bij opgave 3. Je hebt steeds € 150,–. Hoeveel is er telkens ongeveer over? Kies uit:

    Je koopt

    • 12 tuinfakkels: over € .......................

    • 1 kindertuinset en 1 zandbak: over € .......................

    • 6 stoelkussens, 5 tuinfakkels en 1 bak

    lavendel: over € .......................

    • 1 schommel, 2 tuinfakkels en

    2 bakken violen: over € .......................

    • 4 bakken lavendel, 2 tuinfakkels en

    1 bak geraniums: over € .......................

    Hoeveel? Kijk bij opgave 3 en vul het aantal in.

    • Tomas koopt ....................... stoelkussens en 2 bakken geraniums.

    Hij had € 120,–. Hij heeft ongeveer € 30,– over.

    • Murat koopt 2 tuinschommels, 1 kindertuinset en ....................... bakken geraniums. Hij betaalt ongeveer € 190,–.

    Roza koopt 1 tuinschommel voor € 61,15,1 zandbak voor € 49,15 en 2 bakken violen voor € 9,95 per stuk. Hoeveel moet ze ongeveer betalen?

    Er liggen 784 klinkers. Peter zegt: 'Dat zijn 4 pallets vol'. Hoeveel klinkers doet Peter ongeveer op 1 pallet?

    Tomas koopt 4 stoelkussens voor € 9,75 per stuk en 2 bakken geraniums voor € 11,05 per stuk. Hij had € 120,–. Hoeveel heeft hij nu ongeveer over?

    Er zijn nog 16 bakken lavendel en 9 stoelkussens over. Hoeveel kost dit bij elkaar ongeveer?

    • Er liggen 349 bloembollen. Peter zegt: ‘Dat zijn ....................... kisten vol’.

    In 1 kist gaan ongeveer 25 bloembollen.

    • Er zijn nog ....................... bakken lavendel en 6 tuinfakkels over.

    Bij elkaar kost dit ongeveer € 220,–.

    09_509298_PP_GR7_WB_BL09_2ST.indd 51 05/12/2019 11:55

  • 52

    blok 9 les 7

    1

    2

    3

    4

    12 .......... .......... .................... .......... ..........= = == = =

    24

    14

    .......... .......... .................... .......... ..........= = == = =

    13 .......... .......... .................... .......... ..........= = == = =

    15 .......... .......... .................... .......... ..........= = == = =

    43 pak is 1 vol pak

    en nog 13.

    58 deel

    vol 14 deel vol23 deel vol 1

    6 deel vol 7

    10 deel vol 15 deel vol

    23 deel

    vol 49 deel vol14 deel vol 7

    8 deel vol 1

    3 deel vol

    79 deel vol

    26

    Maak de rijen af. Bedenk telkens andere breuken die evenveel waard zijn.

    Haal de helen eruit.43 = 1

    13

    54 = ..........32 = ..........

    75 = ..........

    1110 = ..........136 = ..........

    83 = ..........84 = ..........

    2720 = ..........

    Reken uit. Schrijf de sommen op.

    Omcirkel de kleinste breuk.

    3010 = ..........196 = ..........

    174 = ..........

    5

    5

    1

    1

    5

    5

    2

    2

    8

    8

    4

    4

    8

    8

    8

    8

    meeste: pak ....................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    + ................

    = ..........

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    – ................

    = ..........

    meeste: pak ....................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    + ................

    = ..........

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    – ................

    = ..........

    meeste: pak ....................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    + ................

    = ..........

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    – ................

    = ..........

    meeste: pak ....................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    + ................

    = ..........

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    – ................

    = ..........

    meeste: pak ....................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    + ................

    = ..........

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    – ................

    = ..........

    meeste: pak ....................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    + ................

    = ..........

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    – ................

    = ..........

    1

    1

    deel vol

    1

    1

    1

    1

    deel vol

    2

    2

    deel vol2

    2

    2

    2

    13 of

    12

    12 of

    34

    14 of

    16

    19 of

    110

    23 of

    49

    310 of

    25

    16 of

    13

    34 of

    712

    14 of

    58

    12 of

    38

    34 of

    15

    35 of

    415

    09_509298_PP_GR7_WB_BL09_2ST.indd 52 05/12/2019 11:55

  • les 7 blok 9

    53

    6

    7

    5

    0 1 2 3 0 1 2 3

    0 1 2 3 0 1 2 3

    34

    16

    25 1

    23

    11312

    2 2 12

    13423

    35

    13

    56

    14

    3 45

    Ik gooi en . Ik kan 35 maken of

    53

    en dat is 123.

    Spelregels:Gooi om de beurt met 2 dobbelstenen en maak een breuk met de getallen. De oudste begint. Zet een kruis met jouw kleur in het vak met de breuk die je hebt gemaakt.Zijn de vakjes met de breuken die jij kan maken al vol?Dan is je beurt voorbij. Ga door tot alle vakjes vol zijn.Tel dan wie de meeste vakjes heeft gekleurd. Die heeft gewonnen. Is het gelijkspel? Dan wint degene met een kruis door het grootste getal op de kaart.

    Reken uit. Kijk steeds of je kunt vereenvoudigen.Haal ook de helen uit je antwoord als dat kan.

    37 +

    67 = ........................................................

    157 + 37 = ........................................................

    34 +

    38 = ........................................................

    16 +

    23 = ........................................................

    2 25 + 35 = ........................................................

    23 +

    23 = .....................................................

    3 34 + 34 = .....................................................

    2 12 + 56 = .....................................................

    3 19 + 3 23 = .....................................................

    1 710 + 115 = .....................................................

    12 + 1

    34 = .....................................................

    112 + 56 = .....................................................

    115 + 1110 = .....................................................

    113 + 2 49 = .....................................................

    89 + 1

    718 = .....................................................

    1 – 25 = ........................................................

    1 – 47 = ........................................................

    1 – 910 = ........................................................

    2 – 114 = ........................................................

    2 – 123 = ........................................................

    35 –

    310 = ..............................................................

    23 –

    59 = ..............................................................

    34 –

    12 = ..............................................................

    56 –

    23 = ..............................................................

    78 –

    14 = ..............................................................

    145 – 45 = ...........................................................

    113 – 56 = ...........................................................

    112 – 34 = ...........................................................

    123 – 13 = ...........................................................

    156 – 712 = ...........................................................

    Wie kleurt de meeste vakjes?Nodig: 2 verschillende kleurpotloden en 2 dobbelstenen.Speel het spel 2 keer. Eerst in het werkboek van speler 1 en dan in het werkboek van speler 2.

    Teken de sommen op de getallenlijn en reken uit.

    157 + 67 =

    116 – 13 =

    156 + 13 =

    2 38 – 134 =

    09_509298_PP_GR7_WB_BL09_2ST.indd 53 05/12/2019 11:55

  • 54

    3

    2

    blok 9 les 10

    1

    samen: ................

    + ................

    = ................

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    samen: ................

    + ................

    = ................

    verschil: ................

    – ................

    = ................

    23

    16

    49

    23

    35

    310

    12

    34

    12

    56

    12

    78

    a Kijk in de tabel en reken uit. Hoe lang heeft iedere medewerker onkruid gewied deze week? b Vul de tijden in op de

    werkbriefjes hieronder.

    a Kleur de gieter waar het meeste in zit.b Hoeveel is het samen en wat is het verschil? Reken uit.

    Kies de grootste breuk en kleur die in de cirkel.

    onkruid wieden ( u = uur, m = minuten)medewerker ma di wo do vr totaal totaal

    Ilja 12 u 1

    12 u

    34 u 1

    14 u

    14 u .......... m 4

    14 u

    Maud 34 u 1

    14 u

    12 u 1 u 1

    14 u .......... m .......... u

    Joey 14 u

    12 u 1

    14 u

    34 u

    34 u .......... m .......... u

    Quinten 23 u

    13 u 1 u 1

    23 u

    13 u .......... m .......... u

    Iljaonkruid wieden

    ma 14:50 – ....................

    di 12:05 – ....................

    wo 12:50 – ....................

    do 11:35 – ....................

    vr 14:55 – ....................

    Maudonkruid wieden

    ma 13:40 – ....................

    di 14:30 – ....................

    wo 15:50 – ....................

    do .................... – 18:30

    vr .................... – 12:35

    Joeyonkruid wieden

    ma .................... – 10:05

    di .................... – 13:20

    wo .................... – 14:55

    do .................... – 12:25

    vr .................... – 17:45

    Quintenonkruid wieden

    ma 12:00 – ....................

    di .................... – 13:10

    wo .................... – 17:05

    do 15:25 – ....................

    vr .................... – 12:05

    56 of

    23

    14 of

    38

    23 of

    36

    34 of

    23

    09_509298_PP_GR7_WB_BL09_2ST.indd 54 05/12/2019 11:55

  • 55

    4

    5

    6

    les 10 blok 9

    14

    1

    ...........

    ...........

    ...........

    ...........

    13

    12

    16

    16

    1

    ...........

    ...........

    ...........

    ...........

    38

    23

    710

    34

    3

    112 ...........

    2 49 ...........58 ...........

    14 ...........

    4

    12 ...........

    1 610 ...........

    2 23 ...........110 ...........

    1

    4

    3

    248

    10

    1520

    3

    6

    1

    5

    566

    9

    7

    8START

    1

    32

    4

    40

    1002

    12

    24

    EINDE

    6

    10

    Denk aan vereenvoudigen.Haal de helen uit je

    antwoord als dat kan.

    Vul in.

    Geef de dominostukken die samen 1 zijn steeds dezelfde kleur.

    Reken uit.

    17 +

    57 = ........................................

    38 +

    78 = ........................................

    34 +

    34 = ........................................

    156 + 56 = ........................................

    112 + 2 12 = ........................................

    1 – 12 = ...........................................

    1 – 25 = ...........................................

    2 – 123 = ...........................................

    2 – 1 112 = ...........................................

    2 – 158 = ...........................................

    14 +

    112 = ...........................................

    13 +

    56 = ...........................................

    12 +

    18 = ...........................................

    35 +

    310 = ...........................................

    56 +

    112 = ...........................................

    58 –

    38 = ...........................................

    34 –

    12 = ...........................................

    56 –

    23 = ...........................................

    910 –

    15 = ...........................................

    89 –

    13 = ...........................................

    23 +

    59 = ...........................................

    15 +

    415 = ...........................................

    112 + 134 = ...........................................

    2 23 + 2 56 = ...........................................

    2 15 + 2 7

    20 = ...........................................

    116 – 56 = .................................................

    116 – 12 = .................................................

    2 35 – 45 = .................................................

    2 18 – 134 = .................................................

    2 12 – 156 = .................................................

    09_509298_PP_GR7_WB_BL09_2ST.indd 55 05/12/2019 11:55

  • ISBN 978 90 345 5470 3

    509298

    ISBN 978 90 345 5470 3

    7

    werkboek groep 7

    na

    am

    00_509298_PP_GR7_WB_OM_2ST.indd 1 25/10/17 15:33

    2019-12-05T12:30:19+0100Preflight Ticket Signature