welstandsnota het loo en kerschoten te apeldoorn

43
HET LOO EN KERSCHOTEN OKTOBER 2010 GEBIEDSGERICHT WELSTAND

Upload: nanda-sluijsmans

Post on 12-Apr-2017

236 views

Category:

Design


2 download

TRANSCRIPT

H E T L O O E N K E R S C H O T E N G E B I E D S G E R I C H T W E L S T A N D S B E L E I D

O K T O B E R 2 0 1 0

G E B I E D S G E R I C H T W E L S T A N D

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2

C O L O F O N Gebiedsgericht Welstandsbeleid Het Loo en Kerschoten Amer/ ruimtelijke ontwikkeling, Zonnehof 43 3811ND AMERSFOORT, 033 - 4621623 Gemeente Apeldoorn, dienst Ruimtelijke Ordening en Wonen. Werknummer 30 117 a Vastgesteld door de gemeenteraad van Apeldoorn op ………..

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3

I N H O U D S O P G A V E P A G I N A

1. inleiding 5 doel, functie en status 5 leeswijzer 5

2. welstandsthema’s 6 algemeen 6 de thema’s in het kort 6

3. beoordelingskaders bouwplannen 8 werkwijze 8 hoofdkenmerken 8 welstandsniveaus 9

4. thema’s het Loo en Kerschoten 12 1. Lintbebouwing 12 2. Villagebieden 15 3. Moderne architectuur en stedenbouw 18 4. Traditionalistische architectuur in blokverkaveling 24 5. Woonerven, structuralistische architectuur en stedenbouw 27 6. Thematische architectuur en stedenbouw 30 7. Instituten en buitenplaatsen 32 8. Sport en recreatie 37

bijlage 1: begrippenkader kenmerken 40

kaarten gebied het Loo en Kerschoten 5 overzicht welstandsthema’s 7 overzicht welstandsniveaus 11

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

4

Bellevue: architectuur en welstandsbeleid

Kadernota ‘Over welstand gesproken’

Architectuur als cultuur

Cultuurhistorische analyses per deelgebied

Bestemmingsplannen (Wro)

Welstandscriteria per deelgebied (Ww)

Monumentenbeleid (Mw)

Inrichtingsplannen openbare ruimte

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

5

1 . I N L E I D I N G

doel, functie en status De gewijzigde woningwet van 1 januari 2003 schrijft voor dat gemeenten een welstandsnota voor hun grondgebied moeten opstellen, waarin criteria zijn opgenomen waaraan bouwplannen kunnen worden getoetst. Die criteria worden verdeeld in algemene criteria en criteria die specifiek gelden voor een bepaald gebied, de gebiedscriteria. De algemene criteria zijn opgenomen in de Kadernota “Over Welstand Geschreven”(Gemeente Apeldoorn, mei 2004). Deze nota geeft naast de algemene criteria een overzicht van het vastgestelde welstandsbeleid van de gemeente Apeldoorn. De criteria die specifiek voor bepaalde gebieden gelden, zijn opgenomen in aparte gebiedsnota’s. De voorliggende nota “Gebiedsgericht Welstand het Loo en Kerschoten” omvat de gebiedscriteria die specifiek voor de wijken het Loo en Kerschoten gelden. Deze nota is daarmee een deeluitwerking van de Kadernota “Over Welstand Geschreven”. De grens van het gebied van deze welstandsnota loopt samen met de grens van het Bestemmingsplan voor het Loo en Kerschoten.

Ligging het Loo en Kerschoten

Deze nota ”Gebiedsgericht Welstand het Loo en Kerschoten” wordt na vaststelling door de gemeenteraad geacht onderdeel te zijn van de Gemeentelijke Welstandsnota, zoals bedoeld in artikel 12 van de Woningwet. De criteria in de nota worden dan beleidsregels1 , zoals bedoeld in artikel 1:3 en 4:81 t/m 4:84 van de Algemene Wet Bestuursrecht.

leeswijzer Het gebied het Loo en Kerschoten is in deze nota onderverdeeld in gebieden met verschillende welstandsthema’s. Thema’s zijn gebieden met bepaalde kenmerken die aanleiding geven voor specifieke bij dat gebied behorende welstandscriteria, bijvoorbeeld het thema Lintbebouwing of het thema Moderne architectuur en stedenbouw. Op de bij deze nota behorende “Overzichtskaart Welstandsthema’s”, wordt de begrenzing van de verschillende themagebieden aangegeven. In hoofdstuk 4 worden de thema’s beschreven en worden de bijbehorende welstandscriteria genoemd. Voorts wordt op de kaart “Overzicht Welstandsniveaus” aangegeven voor welk gebied een zwaar, een normaal, dan wel een soepel welstandsbeleid wordt toegepast. De begrenzing van die gebieden komt veelal overeen met de grenzen van de themagebieden.

1 Onder beleidsregel wordt verstaan een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen bindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van

feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van bevoegdheden van een bestuursorgaan

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

6

2 . W E L S T A N D S T H E M A ’ S In dit hoofdstuk worden de verschillende thema’s die in het Loo en Kerschoten voorkomen kort toegelicht en worden de bijbehorende gebiedsgrenzen aangegeven. De thema’s vormen de kapstok voor de uitwerking van het gebiedsgerichte welstandsbeleid voor het Loo en Kerschoten.

Algemeen De wijken het Loo en Kerschoten liggen in het noordelijke gedeelte van de stad Apeldoorn, tussen (het landgoed van) Paleis het Loo en het bedrijventerrein De Vlijt. De Langeweg en de Laan van Kerschoten zijn twee historische wegen aan de zuidzijde van de wijken. De verschillende buurten zijn voor het autoverkeer via deze radialen aangetakt op de omgeving. De Zwolseweg, de Reeën- en Hertenlaan die beide overgaan in de Edisonlaan zijn stedelijke structuurdragers. De Zwolseweg is de grens tussen de wijk het Loo en de wijk Kerschoten. De Reeën- en Hertenlaan die beide overgaan in de Edisonlaan doorsnijden de wijk Kerschoten.

De thema’s in het kort 1. Lintbebouwing; De lintbebouwing is samen met het plan Zuiderhoek bepalend voor het karakter van het Loo en Kerschoten. De waarde van de bebouwingslinten ligt in de stedenbouwkundige karakteristiek van vrijstaande objecten met vergelijkbare massa en een historisch gegroeide diversiteit in architectuur en inrichting. Veel woningen hebben een nokrichting loodrecht op de straat bij een lage goothoogte en een steile dakhelling (de z.g. “Apeldoornse huisjes”). Daar waar deze huisjes door herhaling een complex vormen, is extra aandacht nodig voor het handhaven van deze karakteristieke ritmiek. 2. Villagebieden; De villagebieden in Apeldoorn zijn hoofdzakelijk ontworpen en aangelegd in de periode van 1880 tot 1940. Doordat ook in latere perioden villa’s zijn toegevoegd is er sprake van een grote variatie in bouwperioden en –stijlen, met een nadruk op de laatste decennia van de 19e eeuw en eerste decennia van de 20e eeuw. De villagebieden worden gekenmerkt door voornamelijk vrijstaande woonhuizen met een gemiddeld hoge architectuurhistorische en architectonische kwaliteit. Twee-onder-één-kap woningen en kleine complexen vormen uitzonderingen op de sterk individuele vormgeving van de woningen. 3. Moderne architectuur en stedenbouw; Deze planmatige woonwijken kenmerken zich door een grote mate aan homogeniteit per wijkdeel en/of buurt. Typerend is de gestempelde structuur met herhalingen van gelijke complexen met eenvoudige bouwmassa’s in rechthoekige (half)open bouwblokken en open strokenverkaveling. De bebouwing bestaat vaak uit een mix van hoog- en laagbouw. De waarde van dit type woonwijk is met name de stedenbouwkundige opzet met een groene setting, abstracte heldere composities en blokvormige bouwmassa’s. De architectonische waarde van de verschillende complexen verschilt onderling sterk. 4. Traditionalistische architectuur in blokverkaveling; Het beeld van de naoorlogse planmatige woonwijken wordt voornamelijk bepaald door de herhaling van identieke bouwblokken in een groot verband van rechthoekige (half)open verkavelingspatronen. 5. Woonerven, structuralistische architectuur en stedenbouw; Deze woonwijken kenmerken zich door een introverte en besloten opzet, een groene uitstraling en een diversiteit aan bebouwing. De vormgeving is per bouwblok samenhangend, maar de diversiteit in het gevelbeeld is groot door de afwisselingen in voorgevellijnen, bouwhoogten en gevelindelingen. Desondanks is er door de samenhang per bouwblok toch sprake van enige rust. Het is van belang dat die samenhang bewaard blijft bij uitbreidingen of aanbouwen aan woningen. 6. Thematische architectuur en stedenbouw; Vanaf circa 1980 is er bij de ontwikkeling van woonbuurten extra aandacht voor de stedenbouwkundige opzet in combinatie met de eigentijdse interpretatie van historische typologieën en bouwstijlen. Dit heeft leidt tot thematisch opgezette heldere openbare ruimte in combinatie met een sterke, expressieve architectuur. Tussen de bouwblokken onderling is echter een groot onderscheid in vormgeving en sfeer.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

7

7. Instituten en buitenplaatsen; Op de overgang van de bebouwde kom en het buitengebied zijn verschillende instituten en een buitenplaats gelegen, die hun oorsprong vinden in de landschappelijke eigenschappen van de Veluwe. Instituten zijn voornamelijk naar binnen gekeerd vormgegeven, buitenplaatsen hebben vaak juist een sterke relatie met het omringende landschap. 8. Sport en recreatie; Over het algemeen bestaan sportparken en recreatieterreinen uit grote open ruimtes met sport- en kampeervelden en parkeergelegenheden (soms in directe relatie met het landschap), veelal omrand met hoog opgaand groen dat het zicht op de bebouwing ontneemt. De ruimte is veelal functioneel ingericht. Ontwikkelingen in de vorm van toevoegingen en uitbreidingen zijn goed mogelijk in deze gebieden. Welstandsthema’s

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

8

3 . B E O O R D E L I N G S K A D E R S B O U W P L A N N E N werkwijze De beoordelingskaders zijn per welstandsthema uitgewerkt en hebben betrekking op de welstandsbeoordeling van regulier vergunningplichtige bouwplannen. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) beoordeelt ingekomen plannen en adviseert het gemeentebestuur op grond van de beoordelingskaders zoals die in deze uitwerking zijn vastgelegd. Deze gebiedsgerichte criteria geven richting aan de zorg en aandacht voor de vormgeving van een gebouw, voor zowel initiatiefnemers van een bouwplan, als de gemeente en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. De gebiedscriteria zijn gekoppeld aan de gebiedskenmerken. Met deze kenmerken wordt aangegeven welke elementen voor de kwaliteit en beleving van de bebouwde omgeving belangrijk zijn. Wanneer een bouwaanvraag niet aan één of meer welstandscriteria voldoet, kan een negatief welstandsoordeel worden gegeven op basis van argumentatie die voortvloeit uit het beoordelingskader. Daarnaast vormen de criteria discussiepunten waarmee de aanvrager een dialoog kan aangaan met de CRK. Naast een toetsende functie hebben de criteria een stimulerende werking. Door vooraf een beeld te geven van de belangrijkste kenmerken en de gewenste kwaliteit in een gebied kan de aanvrager en/of ontwerper daarmee rekening houden en gestimuleerd worden een bouwplan met hoge ruimtelijke kwaliteit te maken. Wanneer een bouwplan afwijkt van de geformuleerde gebiedsgerichte criteria maar door bijzondere schoonheid wél aan redelijke eisen van welstand voldoet, kan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit teruggrijpen op de algemene welstandscriteria uit de Kadernota. De CRK motiveert in zo’n geval de afwijking van de gebiedsgerichte criteria en adviseert burgemeester en wethouders hierover (gemotiveerd afwijken). Bij bouwplannen die de bestaande structuur van de buurt of wijk vervangen of doorbreken is er sprake van een grote (her)ontwikkeling en derhalve een aparte procedure voor welstandsbeoordeling. Voor de licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken1, zoals dakkapellen, schuren, carports, erfafscheidingen e.d. stelt de gemeente sneltoetscriteria vast.

hoofdkenmerken Bij het beoordelen van bouwplannen wordt gekeken naar een viertal onderstaande hoofdkenmerken: situering Hier komt de situering van een gebouw aan de orde, d.w.z. de positie van het gebouw/bouwwerk in relatie tot de belendingen en de publieke ruimte. Onderdelen: verkavelingtype, positie onderling, afstand onderling, plaatsing op kavel, bouwrichting, herhaling/ritmiek. massa en vorm Het gaat hier om de hoofdvorm en -massa van een gebouw in relatie tot of met de omgeving. In de ruimtelijke verschijningsvorm zijn de massa en de vorm van het gebouw de intermediair tussen stedenbouwkundige en architectonische kenmerken. Onderdelen: opbouw hoofdmassa, profiel ruimte, samenstelling massa, kapvorm en -richting, relatieve omvang, vormbehandeling. gevelkarakteristiek Het gaat hier om de verschijningsvorm en/of aanzichten van een gebouw. Naast de relatie met de omgeving wordt hier met name de karakteristiek van het gebouw als object beschreven en gewaardeerd. Onderdelen: gerichtheid en oriëntatie, bouwstijl, geleding, indeling, geveltypering en plasticiteit. detaillering, kleur en materiaal Het gaat hier om de verschijningsvorm van een gebouw. Kleur, detaillering en materiaal zijn zeer beeldbepalend voor de verschijningsvorm van een gebouw, straat en/of gebied. Onderdelen: gaafheid/oorspronkelijkheid, materiaalgebruik, kleurtoon en toepassing, decoraties en ornamenten. Wat precies vergunningvrij en licht-vergunningplichtig is, is vastgelegd bij Algemene Maatregel van Bestuur ‘Besluit bouwvergunningvrije en lichtvergunningplichtige bouwwerken’.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

9

welstandsniveaus Dit rapport geeft aan in welke gebieden de gemeente meer regulering wenst en in welke gebieden minder. Dit gebeurt door het vastleggen van welstandsniveaus, dat het ambitieniveau vormt ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit. Apeldoorn kent vier niveaus: zwaar, normaal, soepel en vrij. Binnen dezelfde welstandsniveaus kan de wijze van welstandstoetsing verschillen. Voor zowel nieuw te ontwikkelen locaties als te waarborgen cultuurhistorische gebieden kan een zwaar welstandsniveau gelden, terwijl er mogelijk verschil bestaat in de manier waarop de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit bouwplannen in beide gebieden beoordeelt. Ook tussen twee gebieden met een zelfde gebiedsthema kunnen verschillen zijn in de zwaarte van het welstandstoezicht. Deze nuancering en specificatie van de verschillende welstandsniveaus komen tot uiting in deze nota.

Ruimtelijke beleidskaarten: de niveaukaart stedelijk gebied en de cultuurhistorische beleidskaart Het welstandsniveau wordt bepaald door de waarde van de hoofdopzet, de ontsluitingen, de openbare ruimte en/of de bebouwing. Om die waarde vast te stellen is gekeken naar het bestaande ruimtelijk beleid, zoals de Kadernota over welstand geschreven, Nota I-cultuur, de Cultuurhistorische Analyse Het Loo en Kerschoten en overige beleidsstukken. Daarnaast is er gekeken naar de cultuurhistorische, landschappelijke, stedenbouwkundige en architectonische betekenis van een structuur of gebied. Ook zijn de openbaarheid en dynamiek bepalend voor de gewenste kwaliteitszorg, zoals bij winkelcentra en andere voorzieningen die veel mensen trekken en sociale knooppunten vormen. In dergelijke gevallen is het maatschappelijke belang van kwaliteit groter, waardoor er hogere eisen worden gesteld aan de vormgeving van de bebouwde en onbebouwde omgeving. Daarnaast is ook de mogelijke kwetsbaarheid van het straatbeeld meegenomen in de waardering. De gevoeligheid voor aantasting van het beeld is afhankelijk van het verschil tussen de oorspronkelijke en huidige opvattingen over ruimte, gebruik en schoonheid. Het gemeentelijk beleid is erop gericht om de welstandsbeoordeling niet strenger te maken dan nodig is. Daar waar de ruimtelijke kwaliteit minder afhankelijk is van welstand wordt een soepele beoordeling voorgestaan. Voor de wijken het Loo en Kerschoten wordt welstandsniveau ‘’normaal’’ toegepast bij het noordelijke deel van het gebied met welstandsthema moderne architectuur en stedenbouw en bij de thematisch opgezette buurt aan de noordrand van Kerschoten. Visio het Loo krijgt ook het welstandsniveau ‘’normaal’’, vanwege de duidelijke relatie met de tuinen van Paleis het Loo en het buitengebied. Voor deze locatie is het daarom van belang dat een zachte overgang naar het buitengebied gewaarborgd blijft. Het gebied waarin verzorgingscomplex Casa Bonita ligt krijgt eveneens het welstandsniveau ‘’normaal’’, omdat het door de ligging een directe relatie heeft met de Koningsbeek, dat hoog gewaardeerd wordt als landschapselement in het Apeldoorns waterplan 2005-2015, Werken aan Water (opgesteld door een projectgroep onder leiding van de gemeente Apeldoorn). In karakteristieke gebieden van de wijken is vanwege de kwetsbaarheid van de kenmerken een grotere aandacht van welstand vereist. Het gaat om een aantal gebieden: 1. De linten met Apeldoornse huisjes; 2. Het villagebied; 3. buitenplaats De Veenkamp; 4. Bejaardenhuis De Veenkamp; 5. Plan Zuiderhoek; en 6. De Appèlwoningen. Deze gebieden worden in belangrijke mate gezien als bepalend voor het karakter van de wijken Het Loo en Kerschoten. De lintbebouwing met Apeldoornse huisjes krijgen een hoge waardering omdat deze gebieden samen met het plan Zuiderhoek, de meest karakteristieke gebieden zijn van de wijken het Loo en Kerschoten.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 0

De hoofdontsluitingswegen hebben niveau zwaar op de niveaukaart stedelijk gebied van de Kadernota ‘’Over Welstand Geschreven’’. Een groot deel van de lintbebouwing ligt langs hoofdontsluitingswegen. Het villagebied krijgt welstandsniveau zwaar omdat ook dit gebied op de niveaukaart van de Kadernota niveau zwaar heeft. Buitenplaats De Veenkamp heeft welstandsniveau zwaar, in de CHA (Cultuurhistorische analyse) wordt immers aangegeven dat deze buitenplaats van cultuurhistorisch belang is. Bovendien heeft dit gebied op de niveaukaart van de Kadernota en in de cultuurhistorische beleidskaart het niveau zwaar/attentiewaarde hoog. Welstandsniveau zwaar krijgt ook de locatie Bejaardenhuis De Veenkamp, de reden is dat deze plek een hoge attentiewaarde heeft op de cultuurhistorische beleidskaart. De ringweg die voor een deel gelegen is in plan Zuiderhoek is een belangrijke structuurdrager van Apeldoorn, om deze reden hebben de gebieden direct grenzend aan de ring niveau zwaar gekregen in de Kadernota. Deze waardering is overgenomen in de welstandsniveaukaart. Tevens wordt in de CHA aangegeven dat het gehele gebied, ontworpen door Zuiderhoek, van cultuurhistorisch belang is. Op de cultuurhistorische beleidskaart krijgt het gebied dan ook een hoge attentiewaarde. In het bestemmingsplan komt deze locatie eveneens naar voren als beeldbepalend element voor de wijken het Loo en Kerschoten. Plan Zuiderhoek heeft daarom geheel niveau zwaar in de welstandsniveaukaart. Tot slot krijgen de Appèlwoningen welstandsniveau zwaar, omdat deze woningen van cultuurhistorisch belang zijn, zoals is aangegeven in de CHA en in het bestemmingsplan Het Loo en kerschoten. In Het loo en Kerschoten zijn er ook gebieden waar het welstandsbeoordeling soepeler kan zijn dan gemiddeld. Het gaat om gebieden die minder structuurbepalend zijn voor de wijken, zoals verschillende latere buurten gelegen tussen de linten en plan Zuiderhoek en het sport en recreatie gebied. De kaart “Welstandsniveaus” geeft in beeld aan welk welstandsniveau voor welk gebied van toepassing is. Per gebied worden hierna in hoofdstuk 4 de gebiedskenmerken beschreven, gevolgd door een beschrijving van de welstandsniveaus. In die beschrijving per niveau wordt aangegeven hoe met de beschreven kenmerken moet worden omgegaan. In het algemeen geldt: hoe zwaarder het niveau, hoe kleiner de marge om af te wijken van dat kenmerk.

Omschrijving van de niveaus: 1. Welstandsniveau zwaar geldt voor de hoofdstructuur en gebieden die van cruciale betekenis zijn voor het totaal beeld van de stad, de dorpen en het landschap. Uitgangspunt bij dit niveau is het handhaven, herstellen en versterken van gewaardeerde ruimtelijke karakteristieken. Daarbij wordt zowel op de relatie met de omgeving, het bouwplan op zich én de detaillering gelet. Alle beschermde stads- en dorpsgezichten in Apeldoorn vallen in het zware welstandsniveau. 2. Welstandsniveau normaal geldt voor gebieden die vanuit een algehele stadsvisie geen zware toetsing nodig hebben maar waar wel aanleiding is om alert te zijn op ontwikkelingen in de ruimtelijke kwaliteit. Uitgangspunt bij dit niveau is een toets of kwaliteiten worden versterkt of dat bestaande kwaliteiten niet worden aangetast. Het gaat daarbij om de relatie met de omgeving en het bouwplan op zich. De detaillering is alleen aan de orde als deze van belang is voor het behoud van de bestaande kwaliteiten. 3. Welstandsniveau soepel geldt voor gebieden die beperkte afwijkingen van de bestaande ruimtelijke structuur en ingrepen in de architectuur van de gebouwen zonder al te veel problemen verdragen. De gemeente stelt in deze gebieden geen bijzondere eisen aan de ruimtelijke kwaliteit. Uitgangspunt bij dit niveau is het handhaven van de basiseigenschappen van het gebied. Het gaat daarbij om de relatie met de omgeving. Het bouwplan op zichzelf is alleen aan de orde als deze van belang is voor behoud van bestaande eigenschappen. De verdeling in welstandniveaus (1, 2, of 3) is in de volgende tekening aangegeven.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 1

Welstandsniveaus

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 2

4 . T H E M A ’ S H E T L O O E N K E R S C H O T E N L I N T B E B O U W I N G

waardebepaling en beleidsuitgangspunten In bebouwingslinten is geen sprake van samenhangende bebouwing maar meer van vrijstaande en individueel vormgegeven woningen van gelijke bouwmassa. De meeste bebouwing is relatief dicht naast elkaar gesitueerd of in een ensemble samengesteld met over het algemeen een besloten karakter. De waarde van de bebouwingslinten is dan ook te vinden in de stedenbouwkundige karakteristiek van vrijstaande objecten met vergelijkbare massa en een historisch gegroeide diversiteit in architectuur en inrichting. Opvallend zijn de veel voorkomende Apeldoornse huisjes die zich in serie of solitair langs deze linten bevinden. Ook de (dubbele) woning met mansardedak, symmetrische gevel en middenrisaliet (vooruitstekende gevelpartij met de ingang midden in de gevel) is een veel voorkomende woningtype. De historische linten met hun bebouwing zijn kenmerkend voor de wijk Kerschoten. Met het naoorlogse uitbreidingsplan van Zuiderhoek bepaalt de lintbebouwing het karakter en de uitstraling van Kerschoten. De waarde van de bebouwingslinten ligt in de stedenbouwkundige karakteristiek van vrijstaande objecten met vergelijkbare massa en een historisch gegroeide diversiteit in architectuur en inrichting. Veel woningen hebben een nokrichting loodrecht op de straat bij een lage goothoogte en een steile dakhelling (de z.g. “Apeldoornse huisjes”). Daar waar deze huisjes door herhaling een complex vormen, is extra aandacht nodig voor het handhaven van deze karakteristieke ritmiek. Ontwikkelingen in het lint zijn met name op kleine schaal te vinden. Het gaat dan om incidentele sloop en nieuwbouw of het invullen van vrije kavels. Enerzijds is het historische karakter van de bestaande bebouwing kwetsbaar voor ingrepen. Anderzijds kunnen dankzij het individuele karakter van de bebouwing eigentijdse (of zelfs contrasterende) invullingen plaatsvinden, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de omgeving en de karakteristiek van het bebouwingslint. Het bouwen binnen de marges van belendende voorgevellijnen en met vergelijkbare korrelgrootte en massa kan daartoe bijdragen. Kwetsbaarheden zijn te vinden in functieveranderingen en de kleinschaligheid van de woningen waardoor uitbreidingen gewenst zijn en nieuwbouw in een andere schaal wordt uitgevoerd. Bedrijfsmatige activiteiten en winkelfuncties kunnen het woonkarakter aantasten. Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Aan de achterkant van de woning zijn over het algemeen meer mogelijkheden aanwezig om het woningoppervlakte te verruimen. Bij (vervangende) nieuwbouw dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing. Interpretatie van bestaande detailleringen, kleuren en materialen en gebruik van eigentijdse en afwijkende detailleringen, kleuren en materialen is beargumenteerd mogelijk om de historische groei van het lint en individualiteit per pand te versterken.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 3

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Bebouwingslint met vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen. positie onderling In rooilijn, met kleine verspringingen, op veelal grote kavels. afstand onderling Verschillende afstanden tussen woningen. Relatief weinig tussenruimte. plaatsing op kavel Midden op kavel met ondiepe voortuinen en middeldiepe tot diepe achtertuinen. bouwrichting Evenwijdig en haaks op de weg. Apeldoornse huisjes altijd haaks op de weg. herhaling / ritmiek Soms ensemblevorming met herhaling hoofdvorm (bijv. identieke kap). welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep

is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit

van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van de

omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 4

massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Eén, twee of drie lagen met kap. profiel ruimte Breed en gevarieerd, veelal met bomenlaan. samenstelling massa Compact en enkelvoudig met veelal aanbouwen aan achterzijde en soms aan zijgevel. kapvorm en –richting Evenwijdig en haaks vaak zadeldak, mansardekap of schilddak. Apeldoornse huisjes

zijn voorzien van een steil zadeldak met de noklijn haaks op de weg. relatieve omvang Klein en fijnkorrelig tot middelgroot, pandbreedte tot circa 7,5 meter vormbehandeling Rechthoekig en kantig soms afgewisseld met vloeiende vormen. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van

de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

gevelkarakteristiek bouwstijl Gevarieerd, afhankelijk van bouwperiode. Regelmatig voorkomende stijlen zijn

traditionele baksteenarchitectuur (waaronder de Apeldoornse huisjes) en (overgangs)architectuur van eind 19e en begin 20e eeuw met neo-renaissancistische kenmerken.

geveltypering Overwegend traditioneel. Regelmatig toepassing erker. gerichtheid en oriëntatie Voornamelijk eenzijdig gericht naar hoofdroute. Soms voordeur in zijgevel. geleding Eenduidig evenwichtig. indeling Individueel, vaak per woning. Bij Apeldoornse huisjes eenvoudige indeling met

beneden grotere ramen en boven veelal twee kleinere ramen. plasticiteit Per blok wisselend, erkers, diepliggende ramen en dakoverstekken. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van

de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan. welstandsniveau soepel Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies in

ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden als aanbeveling.

detaillering, kleur en materiaal gaafheid/ oorspronkelijkheid Iedere woning beschouwen op eigen gaafheid. materiaalgebruik Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen. kleurtoon en toepassing Gevarieerd. Veel voorkomend is roodbruin metselwerk, soms in een lichte kleur

gepleisterd, stuc- of schilderwerk. Daken bedekt met rode of (gesmoorde) grijze dakpannen.

decoraties en ornamenten Gevarieerd. Zowel ambachtelijke klassieke detailleringen als minimale ingetogen detaillering.

welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

welstandsniveau soepel Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies in ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden als aanbeveling.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 5

V I L L A G E B I E D E N

waardebepaling en beleidsuitgangspunten De villagebieden in Apeldoorn zijn hoofdzakelijk ontworpen en aangelegd in de periode van 1880 tot 1940. Doordat ook in latere perioden villa’s zijn toegevoegd is er sprake van een grote variatie in bouwperioden en –stijlen, met nadruk op de laatste decennia van de 19e eeuw en eerste decennia van de 20e eeuw. De villagebieden worden gekenmerkt door voornamelijk vrijstaande woonhuizen met een gemiddeld hoge architectuurhistorische en architectonische kwaliteit. Twee-onder-één-kap woningen en kleine complexen vormen uitzonderingen op de sterk individuele vormgeving van de woningen. In de wijk het Loo zijn de meeste villa’s vooroorlogse villa’s. De villa’s staan op grote kavels en hebben een compacte hoofdmassa. In veel gevallen is de hoofdmassa aangevuld met aanbouwen die in vormgeving overduidelijk ondergeschikt zijn. De overgang tussen privé en openbaar wordt benadrukt door erfafscheidingen. Zowel tuinen als openbaar gebied hebben een groen karakter. De bouw van grootschalige projecten of complexmatige bebouwing vormt de grootste bedreiging voor de villagebieden, doordat het sterk individuele karakter van de bebouwing hierdoor wordt aangetast. Zolang nieuwbouw en verbouwingen passen in het vrijstaande en individuele karakter van de gebieden is er op het gebied van architectonische vormgeving veel mogelijk. Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Wanneer dit in overeenstemming is met het bestemmingsplan en welstandsniveau, zijn er over het algemeen mogelijkheden voor uitbreiding aan de achter- en zijkanten. Daarbij is het van belang dat de uitbreiding in schaal en vormgeving ondergeschikt is aan de bestaande hoofdmassa. Bij (vervangende) nieuwbouw biedt het individuele karakter van de bebouwing ruimte voor het toepassen van een afwijkende architectonische vormentaal. Daarbij dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing. Afhankelijk van het gebied en het welstandsniveau kan de ontwerper zich - juist vanwege dit individuele karakter - bij de gevelkarakteristiek, detaillering, kleur en materiaal meer vrijheden veroorloven.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 6

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Vrijstaande woningen en objecten. positie onderling In rooilijn, met kleine verspringingen, op veelal grote kavels. afstand onderling Variërend van dicht naast elkaar tot grote onderlinge afstand. plaatsing op kavel Midden op kavel met relatief ondiepe voortuinen en diepe achtertuinen. bouwrichting Evenwijdig en haaks op de weg. herhaling / ritmiek Door sterke individualiteit geen herhaling en ritmiek. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Vooral één en twee bouwlagen met kap. Hoge verdiepingshoogten op begane

grond. profiel ruimte Breed. Lanenstructuur met veel ruimte en informele verkeersinrichting. samenstelling massa Elke woning en object is een afgerond geheel. kapvorm en –richting Evenwijdig en haaks. relatieve omvang Middelgroot tot grote korrel. vormbehandeling Gevarieerd. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

gevelkarakteristiek bouwstijl Gevarieerd, afhankelijk van bouwperiode. Regelmatig voorkomende stijlen zijn

19de eeuwse neostijlen, baksteenarchitectuur begin 20ste eeuw en interbellumarchitectuur.

geveltypering Gevarieerd. Regelmatig toepassing van erker. gerichtheid en oriëntatie Presentatie naar doorgaande weg. geleding Gevarieerd, zowel verticaal, neutraal als horizontaal. indeling Gevarieerd. plasticiteit Gevarieerd, dieptewerking door verspringen, erkers en/of dakoverstekken. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 7

detaillering, kleur en materiaal Gaafheid/ oorspronkelijkheid In hoge mate gaaf / oorspronkelijk. materiaalgebruik Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen. kleurtoon en toepassing Gevarieerd. Veel voorkomend is bruin en roodbruin metselwerk, soms in een

lichte kleur gepleisterd, stuc- of schilderwerk. Daken bedekt met rode of (gesmoorde) grijze dakpannen.

decoraties en ornamenten Gevarieerd. Zowel ambachtelijke klassieke detailleringen als minimale ingetogen detaillering.

welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 8

M O D E R N E A R C H I T E C T U U R E N S T E D E N B O U W

waardebepaling en beleidsuitgangspunten Deze planmatige woonwijken kenmerken zich door een grote mate aan homogeniteit per wijkdeel en/of buurt. Typerend is de gestempelde structuur met herhaling van gelijke complexen met eenvoudige bouwmassa’s in rechthoekige (half)open bouwblokken en open strokenverkaveling. De bebouwing bestaat vaak uit een mix van hoog- en laagbouw. De waarde van dit type woonwijk is met name de stedenbouwkundige opzet met een groene setting, abstracte heldere composities en blokvormige bouwmassa’s. De architectonische waarde van de verschillende complexen verschilt onderling sterk. Het karakter van Kerschoten wordt in hoge mate bepaald door de omvangrijke moderne woningbouwcomplexen. Het zuidelijk deel van de wijk (zuidelijk van de beek) is zelfs voortgekomen uit één stedenbouwkundig plan. De verkaveling van de woningen is hier het gevolg van de wens traditionele straatgerichte woningbouw te vermijden. Dit heeft geresulteerd in een open bebouwingskarakteristiek met enorm veel ruimte en openbaar groen. Ook het noordelijk deel van de wijk wordt gekenmerkt door een open verkaveling en een ruime opzet met veel openbaar groen. Er is sprake van een sterke mix in woningbouwtypen en een weloverwogen combinatie van bouwhoogten. Het modernistisch stedenbouwkundig plan ontworpen voor het zuidelijk deel van de wijk Kerschoten wordt begrensd door de Beek in Kerschoten, de Boerhaavestraat, de Laan van Kerschoten en de Koninginnelaan. Het plan is ontworpen in 1958-1960 door David Zuiderhoek en geïnspireerd op Scandinavische voorbeelden. Centraal in de wijk bevindt zich een park met vijvers, die een groene long vormt, samen met landgoed Daendels en het groen rond bejaardencentrum de Veenkamp en de sportvelden oostelijk van de wijk. Het plan Zuiderhoek is van cultuurhistorisch belang, vanwege verschillende aspecten die ook beschreven zijn in het bestemmingsplan: - Er is een harmonieuze samenhang tussen de stedenbouwkundige opzet, het openbaar groen, de straatprofielen en de architectuur; - Er is grote variëteit in openbare ruimten, die is ontstaan door de bijzondere wijze van verkaveling van de eengezinsrijwoningen; - Het stedenbouwkundig plan neemt een belangrijke plaats in het oeuvre van architect David Zuiderhoek, dat voornamelijk gebouwen omvat; - De architectuur is sober maar zorgvuldig vormgegeven en subtiel gedetailleerd; - Er is sprake van een expressieve samenspel tussen de verschillende bouwtypen (eengezins-, senioren-, etagewoningen) en bouwhoogten (van eenlaags seniorenwoningen tot dertien laags torenflats); - De torenflats en middelhoogbouw zijn onlosmakelijk verbonden met het omringende openbaar groen; - Tussen het winkelcentrum en de wijk is een open relatie. Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Aan de achterkant van de woning zijn over het algemeen meer mogelijkheden aanwezig om het woningoppervlakte te verruimen. De voorkeur gaat uit naar collectieve woninguitbreiding per bouwblok/architectonische eenheid met een eenduidige vormgeving passend in het bestaand architectuurbeeld. Bij (vervangende) nieuwbouw, verbouwingen of renovatie dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

1 9

Het gebied met welstandsthema Moderne architectuur en stedenbouw is opgedeeld in twee kleinere gebieden, het gebied met laagbouw en middelhoogbouw ofwel de modernistisch opgezette woonbuurten en het gebied met de woontorens in het groen. De gebieden vormen duidelijk een geheel (beide gebieden maken immers deel uit, geheel of gedeeltelijk, van plan Zuiderhoek), maar de bouwmassa’s van deze locaties zijn te verschillend om ze tegelijk te beschrijven. De kenmerken van de bebouwing van deze twee subgebieden en de bijhorende welstandsniveaus worden hierna achtereenvolgens besproken.

3a. Modernistisch opgezette woonbuurten De laagbouw en middelhoogbouw van onder andere plan Zuiderhoek behoort tot dit subthemagebied. De laagbouw langs de randen van het park maakt onderdeel uit van stempelachtige bouwblokken, die met hun andere lange randen grenzen aan de Edisonlaan respectievelijk de Einsteinlaan. Langs de Edisonlaan combineert Zuiderhoek in zijn stedenbouwkundig plan de laagbouw met haaks op de weg geplaatste middelhoogbouw als tegenhanger van de combinatie van laag- en middelhoogbouw aan de noordzijde van de weg. De laagbouw springt telkens ten opzichte van de rijbaan iets verder naar achteren, waardoor de weg in de lengte ritmisch gestructureerd wordt en er een reeks van verschillend grote subruimtes ontstaat. Binnen deze subruimtes werden (zowel in de openbare ruimte als in de gemeenschappelijk beheerde voortuinen) tapijten van met bloemperken versierde gazons uitgespreid. Daar waar laagbouw met de kopgevel naar een weg is gesitueerd, sluit een muur boven ooghoogte de zijkant van de achtertuin af. Het wegprofiel is niet symmetrisch, maar er wordt in de verdeling van de bouwvolumes en open ruimtes gestreefd naar een dynamisch evenwicht.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 0

massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Rijtjeswoningen: 1 (bungalow/patiowoning) of 2 bouwlagen met kap of plat dak.

Gestapelde woningbouw: portiek- en galerijflats met plat dak of flauw hellend zadeldak.

profiel ruimte Relatieve brede symmetrische profielen. samenstelling massa Overwegend homogeen. Bouwhoogte is op elkaar afgestemd, per cluster zijn

korrels even groot, en plat afgedekt. Symmetrie. kapvorm en –richting Veelal platte daken, bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen zadeldaken in

langsrichting. relatieve omvang Middelgroot tot groot. vormbehandeling Eenvoudig en veelal kantig met rechte vormen. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Gestempelde structuur van (half)open bouwblokken en strokenbouw met

rijtjeswoningen en gestapelde woningbouw in groene setting. Soms gecombineerd met twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen.

positie onderling In voorgevellijn en vrijstaand in groene setting. afstand onderling Overwegend aaneengesloten. Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen

middelgrote tussenruimte. plaatsing op kavel Vooraan op de kavel en over gehele breedte van de kavel. Bij twee-onder-één-kap

en vrijstaande woningen gecentreerd op respectievelijk twee kavels of één kavel. bouwrichting Voornamelijk in langsrichting. Twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen divers. herhaling / ritmiek Ritmiek door herhaling van gelijkvormige bouwmassa’s en identieke gevelindeling. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 1

gevelkarakteristiek bouwstijl Modern en functionalistisch (zakelijk en eenvormig) met vaak nog traditionele

invloeden. Industriële bouwmethoden bepalend voor beeld door in de gevel zichtbare betonvloeren en prefab gevel- en kozijnpanelen.

geveltypering Standaard gevel, veel gebruik van kozijnpuien. gerichtheid en oriëntatie Laagbouw eenzijdig gericht op publieke ruimte. Middelhoogbouw tweezijdig. geleding Horizontaal en/of verticaal. indeling Eenvoudig en traditioneel. plasticiteit Voornamelijk vlak. Bij gestapelde woningbouw enige diepte in de gevel door

(gedeeltelijk) inpandige balkons. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De

basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan. detaillering, kleur en materiaal gaafheid/ oorspronkelijkheid De oorspronkelijke samenhang is nog aanwezig. materiaalgebruik Steen gecombineerd met kunststof panelen en kozijnen. Uniformiteit per

bouwblok of complex. kleurtoon en toepassing Roodbruin en lichtbruin tot zandkleurig metselwerk en veelal gesmoorde (grijze)

pannen. Opvallend en onderscheidend kleurgebruik voornamelijk in boeiboorden, betonelementen zoals balustrades en in gevel-/kozijnpanelen. Uniformiteit per bouwblok of complex.

decoraties en ornamenten Sobere decoratie d.m.v. bijvoorbeeld siermetselverbanden. Detaillering functioneel en eenvoudig. Uniformiteit per bouwblok of complex. Oudere portiekflats vaak nog met veel aandacht voor detaillering en ornamenten vormgegeven.

welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 2

3b. Woontorens in het groen In het hart van Kerschoten projecteerde Zuiderhoek, aansluitend op het winkelcentrum, een openbaar park. Rondom het park ontwierp Zuiderhoek bochtig verlopende wegen. Door aan de buitenkanten hiervan lage rijtjeshuizen te situeren, werd het park ruimtelijk verweven met zijn gebouwde omgeving. Bovendien zouden in het groene middengebied, los van de weg en op onregelmatige afstanden, negen woningen met vier verdiepingen verrijzen. In een latere fase zijn de plannen hiervoor gewijzigd en werd uitgegaan van zes hogere torens. Uiteindelijk zijn in de rand van het park vier torens van dertien verdiepingen gerealiseerd. De kenmerken van deze torens worden in de hieronder staande tabellen beschreven, gevolgd door een beschrijving van het welstandsniveau.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 3

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Vrijstaande objecten. positie onderling Onbepaald. afstand onderling Grote onderlinge afstand in park. plaatsing op kavel Onbepaald. bouwrichting Alzijdig. herhaling / ritmiek Sterke herhaling van massa en gevelelementen. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een

eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Dertien bouwlagen met plat dak. profiel ruimte Sterke relatie tussen groen en bebouwing. samenstelling massa Bouwhoogtes zijn gelijk, de korrels zijn even groot en plat afgedekt. kapvorm en –richting Geen. relatieve omvang Hoge woontorens waarbij de korrel groot is. vormbehandeling Eenvoudig en krachtig. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een

eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

gevelkarakteristiek bouwstijl Modern en functionalistisch (zakelijk en eenvormig) met vaak nog traditionele

invloeden. Industriële bouwmethoden bepalend voor beeld door in de gevel zichtbare betonvloeren en prefab gevel- en kozijnpanelen.

geveltypering Standaard gevel. gerichtheid en oriëntatie Alzijdige oriëntatie. geleding Verticaal. indeling Eenvoudig en traditioneel. plasticiteit Diepte in de gevel door (gedeeltelijke) inpandige balkons. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

detaillering, kleur en materiaal gaafheid/ oorspronkelijkheid De oorspronkelijke samenhang is nog aanwezig. materiaalgebruik Steen gecombineerd met kunststof panelen en kozijnen. Uniformiteit per

bouwblok of complex. kleurtoon en toepassing Lichtbruin tot zandkleurig metselwerk. Uniformiteit per complex. decoraties en ornamenten Sobere decoratie d.m.v. bijvoorbeeld siermetselverbanden. Detaillering

functioneel en eenvoudig. Uniformiteit per complex. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 4

T R A D I T I O N A L I S T I S C H E A R C H I T E C T U U R I N B L O K V E R K A V E L I N G

waardebepaling en beleidsuitgangspunten Het beeld van de naoorlogse planmatige woonwijken wordt voornamelijk bepaald door de herhaling van identieke bouwblokken in een groot verband van rechthoekige (half)open verkavelingspatronen. Verstoringen van dit bebouwingsbeeld doen zich dan ook met name voor aan de voorkant en bij hoekwoningen omdat aanbouwen, bijgebouwen en schuttingen in de voor- en zijtuinen vaak op gespannen voet staan met de stedenbouwkundige karakteristiek van de woonwijk. In bijna alle behandelde woonbuurten zijn de woninguitbreidingen in de vorm van dakkapellen, aan- en uitbouwen aan de achterzijde gesitueerd of collectief uitgevoerd, waardoor het samenhangend straatbeeld behouden is gebleven. Wanneer woningen afzonderlijk aan particulieren zijn verkocht, bestaat het gevaar dat de architectonische samenhang in het straatbeeld verdwijnt. Kerschoten kent woningbouwcomplexen uit het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw, de zogenaamde Appèlwoningen, waar sprake is van een mengvorm van traditionalistische blokverkaveling en het jongere woonerf. In de stedenbouwkundige opzet is het woonblok nog niet losgelaten, maar wordt door verbredingen in de woonstraten en een minder overzichtelijk straatprofiel de overgang reeds ingezet naar het latere woonerf. De woningen voldoen echter nog geheel aan de definitie van traditionalistische architectuur. Voor de Appèlwoningen is naast de architectonische betekenis de cultuurhistorische betekenis van belang: De woningen werden gebouwd n.a.v. het appèl van de toenmalige wethouder voor openbare werken aan de Apeldoornse bevolking tot doorschuiven en vrijmaken van goedkope huurwoningen. Dat leidde tot een voor die tijd buitengewoon woningtype, gebaseerd op systeembouw. De nu nog aanwezige samenhang in het complex vraagt om extra aandacht bij veranderingen. Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Aan de achterkant van de woning zijn over het algemeen meer mogelijkheden aanwezig om het woningoppervlakte te verruimen. De voorkeur gaat uit naar collectieve woninguitbreiding per bouwblok/architectonische eenheid met een eenduidige vormgeving passend in het bestaand architectuurbeeld. Bij (vervangende) nieuwbouw, verbouwingen of renovatie dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing. Interpretatie van bestaande detailleringen, kleuren en materialen, en gebruik van eigentijdse en afwijkende detailleringen, kleuren en materialen is beargumenteerd mogelijk, mits de samenhang per architectonische/bouwkundige eenheid behouden blijft. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn: samenhang per bouwblok, herhaling en ritmiek, gevelgeleding, -indeling, entrees en kleur- en materiaalgebruik.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 5

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Veelal rijtjeswoningen in strokenverkaveling of (half)open bouwblokken.

Enkele vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen aan de oostelijke rand van de buurt.

positie onderling Woningen in rechte of verspringende voorgevellijn. In het binnengedeelte van de woonbuurt per bouwblok bepaald.

afstand onderling Een gesloten wand. plaatsing op kavel Vooraan op de kavel en over de gehele breedte. bouwrichting In langsrichting van de weg. herhaling / ritmiek Ritmiek door herhaling van gelijkvormige bouwblokken en identieke gevelindeling. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Overwegend twee lagen met een kap. profiel ruimte Kleine hoven centraal in de buurt. samenstelling massa Overwegend samengestelde massa’s. Enkelvoudig op enkele plekken langs

hoofdroutes. kapvorm en –richting Zadeldaken in langsrichting. relatieve omvang Veelal middelgroot. Bij vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen klein en

fijnkorrelig. Pandbreedte tot circa 7,5 meter vormbehandeling Eenvoudig, traditioneel en veelal kantig met rechte vormen. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 6

gevelkarakteristiek bouwstijl Traditionele baksteenarchitectuur met minimaal aangetast gevelbeeld. geveltypering Standaard gevel. gerichtheid en oriëntatie Voorgevel gericht op straat of hofje. geleding Horizontaal. indeling Traditioneel en eenvoudig. Zijgevels veelal voorzien van raamopeningen. plasticiteit Veelal vlakke gevels. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een

eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

detaillering, kleur en materiaal gaafheid/ oorspronkelijkheid Oorspronkelijke samenhang staat onder druk van de behoefte aan

modernisering en vergroting van de woning. materiaalgebruik Steenachtig, voornamelijk baksteen en veelal houten kozijnen. Uniformiteit per

bouwblok. kleurtoon en toepassing Overwegend lichtbruine en rode bakstenen met gesmoorde (grijze) pannen.

Uniformiteit per bouwblok. decoraties en ornamenten Eenvoudige detaillering zoals klein dakoverstek en houten goot- en daklijsten,

weinig tot geen ornamenten. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De

basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 7

W O O N E R V E N , S T R U C T U R A L I S T I S C H E A R C H I T E C T U U R E N S T E D E N B O U W

waardebepaling en beleidsuitgangspunten Deze woonwijken kenmerken zich door een introverte en besloten opzet. De vormgeving is per bouwblok samenhangend, maar de diversiteit in het gevelbeeld is groot door de afwisselingen in voorgevellijnen, bouwhoogten en gevelindelingen. Desondanks is er door de samenhang per bouwblok toch sprake van enige rust in het straatbeeld. Het is van belang dat deze samenhang per bouwblok, of zelfs per cluster van dezelfde bouwblokken behouden blijft. Kleinere woninguitbreidingen aan de woningen aan de straatzijde kunnen de rust en de samenhang binnen het bebouwingsbeeld verstoren. Voor het welstandstoezicht zal in deze wijken het accent liggen op het behoud van samenhang van de afzonderlijk vormgegeven woonblokken, buurten en complexen als stedenbouwkundig of architectonisch geheel. Hierbij zijn voornamelijk de hoofdvorm, toevoegingen aan gevel en dakvlakken en gevelwijzigingen belangrijke items. Ook de zichtbaarheid van het bouwwerk vanaf de openbare ruimte is een belangrijk aandachtspunt bij de welstandsbeoordeling. Door de verkavelingen zijn zij- en achtertuinen en -gevels soms zichtbaar vanaf de openbare ruimte. Deze zij- en achterkanten moeten worden behandeld als voorzijdes.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 8

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Bebouwingsensembles met vrijstaande, twee-onder-één-kap en soms

geschakelde woningen in serie van 2 tot 7 woningen. positie onderling In rooilijn, met kleine verspringingen afstand onderling Verschillende afstanden tussen woningen. Relatief weinig tussenruimte. plaatsing op kavel Midden op kavel met ondiepe voortuinen en middeldiepe achtertuinen. bouwrichting Losstaande woningen overwegend haaks op de weg en twee-onder-een-kap en

rijenwoningen evenwijdig aan de weg. herhaling / ritmiek Afwisseling van series losstaande woningen met hiertussen ensembles van

rijenwoningen en twee-onder-één-kap woningen. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een

eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

welstandsniveau soepel Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Eén en twee lagen met kap. profiel ruimte Breed en gevarieerd. samenstelling massa Compact en enkelvoudig met bij de vrijstaande woningen veelal aanbouwen

aan achterzijde en soms aan zijgevel. kapvorm en –richting Bij de vrijstaande woningen, evenwijdig en haaks vaak zadeldak, mansardekap

of schilddak. Twee-onder-een kapwoningen en rijenwoningen zijn voorzien van zadeldaken in langsrichting.

relatieve omvang Klein en fijnkorrelig tot middelgroot. vormbehandeling Rechthoekig en kantig soms afgewisseld met vloeiende vormen. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De

basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

2 9

gevelkarakteristiek bouwstijl Gevarieerd, afhankelijk van bouwperiode. Regelmatig voorkomende stijlen zijn

traditionele baksteenarchitectuur (waaronder de Apeldoornse huisjes, de twee-onder-een kapwoningen en de rijenwoningen) en (overgangs)architectuur van eind 19e en begin 20e eeuw met neorenaissancistische kenmerken.

geveltypering Bij de vrijstaande woningen gevarieerd met regelmatig de toepassing van een erker. De twee-onder-een kapwoningen en de rijenwoningen hebben een standaard gevel.

gerichtheid en oriëntatie Voornamelijk eenzijdig gericht naar publieke ruimte. Soms voordeur in zijgevel. geleding Gevarieerd, zowel verticaal, neutraal als horizontaal. indeling Gevarieerd. Bij Apeldoornse huisjes eenvoudige indeling met beneden grotere

ramen en boven veelal twee kleinere ramen. Bij de twee-onder-een kapwoningen en de rijenwoningen is de indeling traditioneel, eenvoudig en ingetogen. De zijgevels zijn voorzien van raamopeningen.

plasticiteit Over het algemeen vlak met eventueel bij de vrijstaande woningen bescheiden toevoegingen aan de voorgevel in de vorm van een erker.

welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

welstandsniveau soepel Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies in ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden als aanbeveling.

detaillering, kleur en materiaal gaafheid/ oorspronkelijkheid Gevarieerd en geen samenhangend gevelbeeld. materiaalgebruik Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen bij de vrijstaande

woningen. Bij de twee-onder-een kapwoningen en de rijenwoningen zijn de gevels van steen met kunststof kozijnen. Uniformiteit per bouwblok.

kleurtoon en toepassing Gevarieerd. Veel voorkomend is roodbruin metselwerk, soms in een lichte kleur gepleisterd, gestuct of geschilderd. Daken bedekt met rode of (gesmoorde) grijze dakpannen.

decoraties en ornamenten Gevarieerd. Zowel ambachtelijke klassieke detailleringen als minimale ingetogen detaillering.

welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

welstandsniveau soepel Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies in ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden als aanbeveling.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 0

T H E M A T I S C H E A R C H I T E C T U U R E N S T E D E N B O U W

waardebepaling en beleidsuitgangspunten Vanaf circa 1980 kenmerkt de woningbouw zich door extra aandacht voor de stedenbouwkundige opzet van buurten en wijken en de eigentijdse herinterpretatie van historische typologieën en bouwstijlen. Door de heldere opzet van de openbare ruimte, de grote variatie in woningtypen en de sterke samenhang van de bebouwing op straat of blokniveau, onderscheiden deze gebieden zich van de andere planmatige woningbouw. Van belang zijn samenhang op straat of blokniveau en architectonische expressie ter ondersteuning van de samenhang of op geëigende locaties gerelateerd aan de stedenbouwkundige structuur. In Kerschoten bevinden zich enkele zeer kleinschalige woningbouwprojecten van dit gebiedstype. Door de jonge leeftijd van de bebouwing zijn voornamelijk ontwikkelingen te verwachten in de categorie kleine bouwwerken. Door de sterke architectonische samenhang kunnen juist deze kleine bouwplannen het straatbeeld aantasten. Het uitgangspunt voor welstandstoezicht is dat er reeds zorgvuldige aandacht is besteed aan het ontwerpen van het samenhangend totaalbeeld en dat de vormgegeven eenheid per straat, blok of woning zoveel mogelijk behouden blijft. Voor het welstandstoezicht zal in deze wijken het accent liggen op het behoud van samenhang van de afzonderlijk vormgegeven woonblokken, buurten en complexen als stedenbouwkundig of architectonisch geheel. Hierbij zijn voornamelijk de hoofdvorm, toevoegingen aan gevel en dakvlakken en gevelwijzigingen belangrijke items.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 1

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Vaak rijtjeswoningen met variaties in verkavelingtypen gekoppeld aan

stedenbouwkundige opzet van de hele buurt of wijk. Zoals bijvoorbeeld rijtjeswoningen in rechte en gebogen stroken of gesloten en open bouwblokken. Vaak gecombineerd met (geschakelde) twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen.

positie onderling In rooilijn met kleine verspringingen. afstand onderling Veelal aaneengebouwd of aaneengeschakeld met garages. Bij twee-onder-één-

kap en vrijstaande woningen middelgrote tussenruimtes. plaatsing op kavel Over gehele breedte van kavel. Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande

woningen gecentreerd op respectievelijk twee kavels of één kavel. bouwrichting Wisselend met regelmaat of onbepaald. herhaling / ritmiek Per bouwblok ritmiek door massa, gevelindeling of toevoegingen aan voorzijde. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Veelal 1 tot 3 bouwlagen met kap of plat dak. profiel ruimte Relatief brede profielen vaak gecombineerd met groenzones en waterlopen. samenstelling massa Gevarieerd, per bouwblok bepaald. kapvorm en –richting Divers, veel voorkomend zijn zadeldaken, asymmetrische daken en platte

daken. relatieve omvang Klein tot middelgroot.

vormbehandeling Gevarieerd met zowel kantige als vloeiende afgeronde vormen. Soms ook expressieve vormen.

welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

gevelkarakteristiek bouwstijl Van eigentijdse expressieve architectuurstijlen met opvallende vormen,

materialen en kleuren tot historiserende woonbebouwing met sterke verwijzingen naar het dorpse, landelijke en traditionele karakter.

geveltypering Traditioneel of gestileerd gerichtheid en oriëntatie Eén- of meerzijdig. geleding Horizontaal en/of verticaal. Soms figuratief en experimenteel. indeling Traditioneel of gestileerd en soms expressief. plasticiteit Per bouwblok bepaald welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De

basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

detaillering, kleur en materiaal gaafheid/ oorspronkelijkheid Oorspronkelijke samenhang nog aanwezig. materiaalgebruik Per bouwblok bepaald. Uniformiteit per bouwblok. kleurtoon en toepassing Per bouwblok bepaald. Uniformiteit per bouwblok. decoraties en ornamenten Per bouwblok bepaald. Uniformiteit per bouwblok. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De

basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 2

I N S T I T U T E N E N B U I T E N P L A A T S E N

7a: Instituten

waardebepaling en beleidsuitgangspunten Op de overgang van de bebouwde kom en het buitengebied en zijn verschillende instituten en buitenplaatsen gebouwd, die hun oorsprong vinden in de landschappelijke eigenschappen van de Veluwe. Grootgrondbezitters, gezondheidsorganisaties en militaire diensten werden aangetrokken door de grote hoveelheid bos, heide, geaccidenteerd terrein en ruimte. Inmiddels hebben veel complexen ook een recreatief karakter. Instituten zijn voornamelijk naar binnen gekeerd vormgegeven, buitenplaatsen hebben vaak juist een sterke relatie met het omringende landschap. De vaak verder van de weg gelegen complexen manifesteren zich door poorten en entreegebouwen naar de stad. De complexen zijn aangelegd in het groen. Door uitbreiding van de complexen kan dit groen onder druk komen te staan. Als de instituten te veel in de openheid komen te liggen wordt één van hun belangrijkste karakteristieken aangetast. Bij uitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het complex als uitgangspunt. Daarbij dient aangesloten te worden bij de situering, massa, vorm en gevelkarakteristiek van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing. Afhankelijk van het gebied en het welstandsniveau kan de ontwerper zich bij de detaillering, kleur en materiaal meer vrijheden veroorloven.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 3

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Complexmatig. positie onderling Functioneel en ruimtelijk geordend. afstand onderling Variërend van dicht naast elkaar tot grote onderlinge afstand. plaatsing op kavel Gevarieerd. In aantal gevallen symmetrisch geordend. bouwrichting Onderling naar elkaar gericht. herhaling / ritmiek Per eenheid. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Gevarieerd. Binnen één complex vaak éénvormig. profiel ruimte Gevarieerd. Zowel pleinachtige ruimten en paden. samenstelling massa Een eenduidige homogene massa in een heldere vorm. Objectvorm overheerst. kapvorm en –richting Geen kap. relatieve omvang Middelgrote tot grote complexen. vormbehandeling Gevarieerd. Binnen één complex vaak éénvormig. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

gevelkarakteristiek bouwstijl Neutrale architectuur. geveltypering Traditioneel. gerichtheid en oriëntatie Gebouwen overwegend alzijdig. geleding Gevarieerd, zowel verticaal, neutraal als horizontaal. indeling Traditioneel. plasticiteit Over het algemeen vlak. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur. welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 4

detaillering, kleur en materiaal gaafheid / oorspronkelijkheid In hoge mate gaaf / oorspronkelijk. materiaalgebruik Steenachtig, voornamelijk baksteen en kozijnen van kunststof. kleurtoon en toepassing Bruin metselwerk. decoraties en ornamenten Geen tot weinig decoraties en ornamenten. Uniformiteit per bouwblok of

complex. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De

basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 5

7b: Buitenplaats De Veenkamp Buitenplaats De Veenkamp is omgeven door de vooroorlogse bebouwing langs de Zwolseweg en de naoorlogse bebouwing van bejaardencentrum de Veenkamp. De geschiedenis van de historische buitenplaats De Veenkamp gaat terug tot in de 18e eeuw, toen als omgrenzing van enkele agrarische percelen een houtwal van aanzienlijke omvang werd aangelegd. Deze wal van ca. 200-jarige eiken vormt een van de meest karakteristieke kenmerken van de historische buitenplaats; ongeveer drie-kwart van het beloop van haar omgrenzing wordt door deze wal gemarkeerd. In 1851 werd ten behoeve van de Koninklijke Stoeterij van Paleis Het Loo centraal op het terrein van De Veenkamp het huidige hoofdgebouw gerealiseerd. Het huis werd gebouwd door Henry Steers, de stalmeester van Prins Hendrik (1826-1879), die destijds aan de westzijde van De Veenkamp de gehuisveste stoeterij beheerde en op De Veenkamp de paarden trainde voor de ‘Loo Hawking Club’ en voor de rennen op Het Loo. Het blokvormige hoofdgebouw, dat oorspronkelijk in ‘chalet-stijl’ werd opgetrokken, zoals een krijttekening uit de tweede helft van de 19e eeuw laat zien, bestaat als zodanig nog steeds, zij het, dat de ornamentele daklijst is verdwenen, de persiennes zijn opgeslagen en de vensterindelingen deels zijn vereenvoudigd. De historische buitenplaats De Veenkamp heeft de volgende samenstellende onderdelen: 1. Hoofdgebouw (Huis De Veenkamp); 2. Historische tuin- en parkaanleg; 3. Koetshuis annex paardenstal. De historische buitenplaats De Veenkamp is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang vanwege: de historische tuin- en parkaanleg, die waarschijnlijk door Henry Copijn in de tweede helft van de 19e eeuw is ontworpen, waarin het hoofdgebouw uit 1851 in ‘chalet-stijl’ als centrum van de aanleg; bij deze aanleg werd een lange ca. 200-jarige eikenwal opgenomen, die in de compositie van het park in visueel opzicht en als omgrenzing van een groot deel van de aanleg een grote waarde heeft. Bij uitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het complex als uitgangspunt. Daarbij dient aangesloten te worden bij de situering, massa, vorm en gevelkarakteristiek van de oorspronkelijke en reeds aanwezige bebouwing. Gebruik van eigentijdse en afwijkende gevelkarakteristieken en detailleringen, kleuren en materialen is beargumenteerd mogelijk. De hiërarchie op de buitenplaats is daarbij uitgangspunt.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 6

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Hoofdgebouw en bijgebouwen zijn geclusterd en hebben onderling een functionele

ordening. positie onderling Hiërarchische ordening op de buitenplaats. afstand onderling De afstanden tussen de bouwelementen op de buitenplaats is gevarieerd. plaatsing op kavel Gevarieerd. bouwrichting Gevarieerd. herhaling / ritmiek Geen herhaling en ritmiek. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa Twee bouwlagen met kap profiel ruimte Landschappelijke ruimte, sterke relatie tussen groen en bebouwing. samenstelling massa Gevarieerd. kapvorm en –richting Gevarieerd. relatieve omvang Klein tot middelgroot. Sterk onderscheid in hoofdgebouw en bijgebouwen. vormbehandeling Gevarieerd. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

gevelkarakteristiek bouwstijl ‘Chalet’-stijl. geveltypering Gevarieerd. gerichtheid en oriëntatie Gebouwen onderling naar elkaar gericht; hoofdgebouw gericht op publieke ruimte.

Gebouwen overwegend alzijdig. geleding Gevarieerd, zowel verticaal, neutraal als horizontaal. indeling Traditioneel. plasticiteit Gevarieerd. welstandsniveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse

ingreep is mogelijk met behoud van kwaliteit van de omgeving en architectuur.

detaillering, kleur en materiaal gaafheid / oorspronkelijkheid

In hoge mate gaaf / oorspronkelijk.

materiaalgebruik Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen. kleurtoon en toepassing Bruin rood metselwerk. decoraties en ornamenten

Gevarieerd. Zowel ambachtelijke klassieke detailleringen als minimale ingetogen detaillering.

welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 7

8: Sport en recreatie Het sportpark en recreatieterrein bestaat uit grote open ruimtes met sport- en kampeervelden en parkeergelegenheden (soms in directe relatie met het landschap), omrand met hoog opgaand groen dat het zicht op de bebouwing ontneemt. De ruimte is functioneel ingericht. De bebouwing is divers maar heeft over het algemeen een utilitair karakter en kent een eenvoudige vormgeving die voornamelijk bestaat uit één of twee lagen met plat dak of een eenvoudig zadeldak, lessenaardak of gebogen kapvorm. De combinatie van solitaire bebouwing en open ruimtes in een ‘groene omlijsting’, is het belangrijkste kenmerk van dit sport- en recreatieterreinen. Ontwikkelingen in de vorm van toevoegingen en uitbreidingen zijn goed mogelijk in deze gebieden. Grootschalige ontwikkelingen bestaan voornamelijk uit nieuwe complexen met vaak een individuele vormgeving. Kleinschalige bebouwing bestaat uit toevoegingen, uitbreiding en vernieuwing van het bestaande als gevolg van ouderdom of groei. Het welstandstoezicht is gericht op het handhaven van de aanwezige kwaliteit van de bouwwerken en de landschappelijke en stedenbouwkundige setting. Bij toevoeging of uitbreiding dient de vormgeving van het bestaande hoofdgebouw als uitgangspunt. Nieuwbouw of vervanging van bestaande bebouwing kan individueel ontworpen worden, waarbij expliciete en/of eigentijdse vormgeving mogelijk is. Relatief beperkte reclame-uitingen, die vooral gericht zijn op het complex zelf (zoals borden rond een sportveld), verdienen de voorkeur. Evenals het bevestigen van de naamsaanduidingen naast of boven de hoofdentree. Uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats tegen het gebouw aangebracht dient te worden, b.v. bij de entree, en afgestemd dient te zijn op de massa c.q. gevelgeleding en –indeling. Bij plaatsing van reclame-uitingen op de dakrand wordt uitgegaan van losse letters. Aan de rand van het sport- en recreatieterrein dat grenst aan de woonwijk zijn geen lichtbakken of felle kleuren toegestaan. Bij nieuwbouw is het goed de reclame te integreren in de architectuur van de gevel en beperken tot één gevel of dakrand bij plaatsing op het dak.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 8

situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype Vrijstaande objecten. positie onderling Onbepaald. afstand onderling Onbepaald. plaatsing op kavel Onbepaald. bouwrichting Onbepaald. herhaling / ritmiek n.v.t. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit

van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan. welstandsniveau soepel Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies in

ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden als aanbeveling.

massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa 1 en 2 lagen met kap of plat dak. profiel ruimte Landschappelijke ruimte, vaak geen relatie tot andere bebouwing. samenstelling massa Samengestelde en gevarieerde bouwmassa’s. kapvorm en –richting Meestal plat, soms eenvoudig zadeldak, lessenaardak of gebogen kapvorm. relatieve omvang Grootschalig. vormbehandeling Eenvoudig met kantige, rechte vormen of juist thematisch met kantige en vloeiende

vormen. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit

van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan. welstandsniveau soepel Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies in

ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden als aanbeveling.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

3 9

gevelkarakteristiek bouwstijl Gevarieerd, afhankelijk van bouwperiode. Utilitair. geveltypering n.v.t. gerichtheid en oriëntatie Alzijdige oriëntatie maar met hoofdentree vaak eenzijdig gericht naar publieke

ruimte. Soms gecombineerd met tribune gericht naar sportvelden. geleding Gevarieerd. indeling Gevarieerd. plasticiteit Gevarieerd. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit

van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan. welstandsniveau soepel Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies in

ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden als aanbeveling.

detaillering, kleur en materiaal gaafheid / oorspronkelijkheid

Verschillend, kan verstoord zijn of juist heel herkenbaar voor een bepaalde bouwperiode.

materiaalgebruik Gevarieerd. kleurtoon en toepassing Gevarieerd, vaak materiaaleigen kleuren. decoraties en ornamenten Geen tot weinig decoraties en ornamenten. Detaillering functioneel en eenvoudig. welstandsniveau zwaar Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor

kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau normaal Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken. De basiskwaliteit

van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.

welstandsniveau soepel Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies in ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden als aanbeveling.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

4 0

B I J L A G E 1 : B E G R I P P E N K A D E R K E N M E R K E N In deze bijlage zijn alle behandelde kenmerken nader toegelicht. situering Bij dit hoofdkenmerk komt de plaatsing en de situering van een gebouw aan de orde, d.w.z. de positie van het gebouw in relatie tot de belendingen en de publieke ruimte. verkavelingtype Beschrijft het type verkaveling van de gebouwen. Het gaat hierbij om de typologie, oriëntatie en relatie tussen gebouwen, gerelateerd aan de onderliggende stedenbouwkundige opzet. Mogelijke variaties zijn: geschakeld, twee-onder-één-kap, vrijstaand, gesloten bouwblok, (half)open bouwblok, strokenverkaveling, e.d. positie onderling Beschrijft de onderlinge plaatsing van gebouwen. Het gaat hierbij om de plaatsing in de diepte van de kavel en betreft de wandvorming in de daarvoor bestemde zone. De wandvorming is optimaal bij gebruik van voorgevellijnen en minder groot bij rangschikking die volgen uit de toepassing van marges of andersoortige differentiaties. Mogelijke variaties zijn: in de voorgevellijn, wisselend, trapsgewijs, vaste marges, gevarieerd, e.d. afstand onderling Beschrijft de onderlinge afstand tussen gebouwen. Het gaat hierbij om de plaatsing in de breedte van de kavel en betreft de onderlinge aansluiting van de gebouwen c.q. de beslotenheid of doorzichtigheid van de ruimtevormende wand in relatie tot de kavel- en gebouwbreedte. Mogelijke variaties zijn: gesloten, halfgesloten, vrijstaand, open, gevarieerd e.d. plaatsing op kavel Het gaat hierbij om de plaatsing van het gebouw in relatie tot de kavel waarop het gesitueerd wordt. Mogelijke variaties zijn: gehele breedte, links , midden of rechts op kavel e.d. bouwrichting Beschrijft de opstellingsrichting van een gebouw. Het gaat hierbij om de hoofdrichting van het gebouw of de richting van de hoofdvorm in de zone van de ruimtevormende wand. Mogelijke variaties zijn: evenwijdig aan of dwars op de weg, wisselend met een bepaalde ordening of gevarieerd e.d. herhaling, ritmiek Beschrijft de mate aan samenhang door herhaling of ritmiek van een verzameling gebouwen. Het gaat hier om de herhaling van gebouwen of onderdelen daarvan in een bepaalde ordening of systematiek, waardoor een samenhang ontstaat. Mogelijke variaties zijn: samenhangend, onsamenhangend e.d. massa en vorm Het gaat hier om de hoofdvorm en –massa van een gebouw in relatie tot of met de omgeving. In de ruimtelijke verschijningsvorm is de massa en de vorm van het gebouw het intermediair tussen stedenbouwkundige en architectonische beeldaspecten. opbouw hoofdmassa Beschrijft de combinatie van opstandhoogte en bovenbelijning van een gebouw. Met betrekking tot gebouwen gaat hier om de hoogte van het gevelwandvlak en de belijning van de bovenbegrenzing door bijvoorbeeld een kap. Mogelijke variaties zijn: één, twee, drie of meerdere bouwlagen met of zonder kap e.d.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

4 1

profiel ruimte Beschrijft het dwarsprofiel van de ruimte. Het gaat hier om de karakteristiek van het dwarsprofiel van een ruimte en de daarin /-naast gelegen bebouwing. Mogelijke variaties zijn smal, breed, symmetrisch, a-symmetrisch, homogeen, gevarieerd e.d. samenstelling massa Beschrijft de compositie en samenstelling van de hoofdvolumes cq. de plasticiteit van de bebouwing. Het gaat hierbij om de afstemming tussen hoofd-, aan- en bijgebouwen. Gebouwen kunnen hierdoor hoofdzakelijk enkelvoudig of samengesteld van samenstelling, en homogeen of gevarieerd van vorm zijn. Mogelijke variaties zijn: enkelvoudig of samengesteld, homogeen of gevarieerd e.d. kapvorm en –richting Het gaat hierbij om de vorm en richting van de kap. Mogelijke variaties zijn: plat, zadel, schild, mansarde, lessenaar, samengesteld, langs, dwars, divers e.d. relatieve omvang Beschrijft de verhoudingen van de hoofdafmetingen van een gebouw. Het gaat hier om de onderlinge verhoudingen tussen de driedimensionale afmetingen van een gebouw. Mogelijke variaties zijn: klein, middelgroot, groot, zeer grootschalig e.d. vormbehandeling Beschrijft de modellering of aard van de vorm. Het gaat dan om de kenmerken die de weergave zijn van een vormkarakteristiek. Mogelijke variaties zijn: eenvoudig, gevarieerd, kantig, vloeiend, thematisch, experimenteel, gevarieerd e.d. gevelkarakteristiek Het gaat hier om de verschijningsvorm en/of aanzichten van een gebouw. Naast de relatie met de omgeving wordt hier met name de karakteristiek van het gebouw als object beschreven. geveltypering Beschrijft de typering van de gevels. Mogelijke variaties zijn: standaard gevel, lijstgevel, topgevel, (versierde) tuitgevel, (verhoogde) halsgevel, trapgevel en klokgevel e.d. gerichtheid en oriëntatie Beschrijft de zijde(n) die voor een gebouw gezichtsbepalend en, bezien vanaf de publieke ruimte, beeldbepalend zijn. Het gaat hierbij om de wisselwerking tussen het gebouw en de (publieke) ruimte. Mogelijke variaties zijn: gericht op publieke ruimte, privé-ruimte, twee- of meerzijdig, gevarieerd e.d. geleding Beschrijft het hoofdaccent van de gevelindeling qua belijning en/of reliëf. Mogelijke variaties zijn: verticaal, horizontaal, evenwichtig, figuratief of experimenteel, gevarieerd e.d. indeling Beschrijft de vorm en indeling van de gesloten en open vlakken zoals ramen en deuren. Het gaat hierbij om vormen en maatverhoudingen van de gevelindeling en de relatie ervan met het gehele gebouw. Mogelijke variaties zijn: traditioneel, gestileerd, neutraal en geordend, gevarieerd en chaotisch e.d. plasticiteit Beschrijft de mate aan dieptewerking door het reliëf van bijvoorbeeld negge, kolommen, penanten, metselwerk en andere gevelelementen. Het gaat hierbij om reliëf, vormen, maatverhoudingen van bijvoorbeeld negge, kolommen, penanten, metselwerk en andere gevelelementen en de relatie ervan met de gehele gevel. Variaties kunnen zijn: schaduwwerking, vlak, ongelijk, rijk aan dieptewerking, e.d.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

4 2

detaillering, kleur en materiaal Het gaat hier om de karakteristieken die invulling geven aan de verschijningsvorm van een gebouw. Juist kleur, detaillering en materiaal zijn zeer beeldbepalend voor de verschijningsvorm van een gebouw, straat en/of gebied. gaafheid, oorspronkelijk Beschrijft de mate aan oorspronkelijkheid van een bestaand gebouw. Het gaat hierbij om mogelijke vernieuwende of juist verouderde elementen die het (gewenste) straatbeeld verstoren of juist versterken. Mogelijke variaties zijn: verstoord, vernieuwd, herkenbaar, hoofdzakelijk origineel, oorspronkelijk, gevarieerd e.d. materiaalgebruik Beschrijft de aard en stofuitdrukking van het materiaalgebruik. Het gaat hierbij om de stofuitdrukking van de aan de buitenkant van een gebouw toegepaste materialen t.a.v. de expressie van het gebouw en haar omgeving. Mogelijke variaties zijn: steenachtig, metaal, kunststof, hout, coatings, glas, glanzend, dof, gevarieerd e.d. kleurtoon en toepassing Beschrijft de specifieke kleurtoepassing en/of kleurtoon. Het gaat hierbij om de helderheid van de kleurtoepassingen en het typerende kleurgebruik of variaties met betrekking tot de expressie van een gebouw. Mogelijke variaties zijn: donker, middentoon, licht, uniform, gevarieerd, ingetogen, contrasterend e.d. decoraties en ornamenten Beschrijft constructieve details, ornamenten en decoraties. Het gaat hierbij om de bijzondere verrijking die ruimte en bebouwing ondervindt van (constructieve) details en bijzondere ornamentiek. Mogelijke variaties zijn: eventuele kenmerkende ornamenten en decoraties, fijn, matig, grof, weinig gelijkvormig, gevarieerd e.d.

Oktober 2010 welstandsnota Het Loo en Kerschoten

4 3